I'hLEli LEL
VOOR DAMES.
VOOR KINDEREN.
Koloniën.
a vormt bijvoeglijke naamwoorden, lev.:
varna, plata, lasta, taga, griza, klara, enz.
e vormt bijwoorden, dus: varnie, plate,
enz.; i werkwoorden, bijv.: tagi, melki,
lielpi, drinki (van sterken drank!), festi,
baki, danki, enz., enz.; j zet men achter
de naamwoorden voor liet meervoud.
Men weet dus wat bedoeld wordt mot:
haroj, lipoj, jaroj, enz. liet oenige lid
woord is: la.
Een dag =tago, de dag la tago,
de dagen la tagoj. Nog eenvoudiger
dus clan in het Engelsch.
Als staaltjes, hoe eenvoudig do regels
zijn voor dc vervoegingen, merken we op,
dat er voor alle persoonsvormen vaneen
lijd maar éen uitgang is leg. as
verl. lijd is; toekomsttijd
os; gub. of aanv. wijs --= u, voorw.
wijs us.
Als nu gezegd wordt, dat mi ik,
dan weet men ook, wat zeggen wil: mi
nielkas, of mi melkisof ais gezegd
wordt, dat ni wij - wat zeggen wil:
ni festos, of ni festas.
En als do lezer weet, dal vi u, weet
hij ook gezien de verhooging van den
accijns op gedistilleerd, dat bet niet
verstandig zou zijn, wanneer hij anderen
in do gelegenheid stelde hom toe te voe
gen: „Sinjors, vi drinkasl''
Van het gebruik der voor- en achter
voegsels hebben we reeds molding ge
maakt.
Als hij weet, dat mal tegenstellingen
vormt, zal hij liet volgend wereldberoe
rend gesprek kunnen beluisteren.
Heer (die een ontdekking doet): „Sinjo-
lino, estas het is), malvanna tago!"
Dame (gewichtig): „Jes, Sinjoro! Estas
vintiv!"
Met! leert liet Esperanto als van zelf.
Tien tegen één, 'dat ge met ons in
zult stemmen, dat geen jongmensch in
liefde zal ontvlammen voor een maged
met grizaj, haroj, dikaj lipoj, iongaj fing-
roj en op school een maklika kalo!
Wie deelnemen wil aan een eur.mis in
Esperanto, heeft zich slechts te vervoegen
Dinsdagavond, S uur aan het Volkshuis,
waar mej. Van der Sloot juist een nieu
wen cursus begonnen is. En wie een Ës-
peranlo-bricf ontcijferen wil en niets kent
van do taal, hij neme een Espera ulo-Mfcu-
tol van H. Polak en hij brengt liet een
heel eind.
Hol klinkt haast ongelooflijk
Dij probeerc met het volgende zingclje:
La lingvo Esperanto estas tro faeila por
liomoj ncmultc instruitaj, komprenala sen
peno do la porsonoj hone edukitaj.
Met vollo recht mag de 'Esperantist zeg
gen:
,,La cstonto estas nia!"
Ons is de toekomst!
'K. C. MINBERIJOUD.
VERSTROOID.
Als men het woord „verstrooid" leest,
is men al dadelijk geneigd te denken aati
een hooggeleerd man, een professor. Het
verband tusschcn deze beide begrippen
is zoo innig, zoo logisch, dat men nooit
een protessor aantreft, die niet eens ver
strooid is, en men nimmer van een ver
strooidheid hoort, of er is een geleerde
bij betrokken. Zooals met alle zaken, waar-
hij humor de grondslag is, wordt met die
professorale verstrooidheid den draak ge
stoken eu doett allerlei legenden de ronde,
om toch vooral Ie onderst repen, hoe dwaas
zoo'n geleerde doen kan.
Men heeft verteld van professoren, die
hun jas op hun stoel zetten, en zichzelf
aan den kapstok hingen, van geleerden,
die na het diner weer thuis kwamen en
ongeduldig vroegen, wanneer men nu ein
delijk ging middagmalen, enz.
Dat alles is natuurlijk schromelijk over
dreven, maar dat de hoogcrc wetenschap
aanleiding kan zijn, dat men alles om zich
heen vergeet en in dien toestand ran
diepzinnig denken, gekke dingen kan doen,
die geheel in strijd zijn met het pas ge
leverde betoog, leert de volgende ware
geschiedenis.
Om den man niet uit te laten lachen,
zullen wij zijn naam verzwijgen en hem
eenvoudig professor Wijs noemen. Maar
niet kunnen we verzwijgen, dat de ge
leerde behoorde tot de kopstukken van
de chemische en bacteriologische weten
schappen, en uit dien hoofde ia het ge-
hcolo land in groot aanzien was. Niet al
leen binnen de landpalen, maar ook daar
buiten werd do eminente man hoogelijk
geëerd, en het laat zich dus hegrijpen,
dat hij in wetenschappelijke zoowel als
in andere kringen een graag geziene gast
was.,
bi de universiteitsstad had men zich
voorgenomen, dr. Wijs bij zijn 25-jarig pro
fessoraat, dat aanstaande was, kokusua!
te fuiven. Niet alleen de geleerde wereld
zou deelnemen aan de huldiging, ook de
gegoede burgerij wilde sympathie betui
gen met het jubileum van den grooten
medeburger.
Op het uitgebreide programma voor den
feestdag stond natuurlijk ook een gala
diner. Voor de strekking van dit'verhaal
is het niet noodig, het feestprogram op
den voet te volgenhet is voldoende, om
ons te bepalen tot het groote diner.
Dc bekendste en invloedrijkste bewo
ners dor stad namen er aan deel. Natuur
lijk spitste men er zich op, behalve van
de uitnemende wijnen, te drinken uit den
beker der wijsheid, die vertegenwoordigd
werd door dc lippen van den hoogge
leerden jubilaris.
Eenmaal aan tafel, bleek het echter
zoo goed als onmogelijk, den geleerde in
een gesprek te betrekken. Hij wijdde ten
slotte al zijn aandacht aan do hessen,
die hij het dessert werden rondgediend,
Eén voor één spoelde b'j de vruchten,
alvorens ze in den mond te brengen, in
liet groote glas waler af, dat li ij zich
had ingeschonken. Trots de verwonderende
blikken zijner tafelgenot»teil, vervolgde hij
ongestoord zijn bessenwasscherij, onder
wijl spraakzaam wordend en de aanwe
zigen onthalend op een geregeld college
over microben, o. tri. doccerend over het
groote aantal, waarin ze zich aan klevige
oppervlakten, als bijv. de buitenzijde van
bessen, kunnen hechten.
Tot slot zijner rede, zei hij:
„U ziet, dames en hoeren, men kan
niet voorzichtig genoeg zijn. Volgt mijn
voorbeeld en waschL de bessen, alvorens
zo le nuttigen. Geeft zo een reinig inga-
bad."
Na het eind van zijn bcssenvoordraehl
verzonk de groote, geleerde professor dr.
Wijs iu diep nadenken, nam het glas op,
waarin hij do bessen had afgespoeld, en
ledigde het in één teug.
DIENSTMEISJE IN DEN VREEMDE.
We zijn bij ons gewoon, de dienstmeisjes
wel eens „tulen mutsjes" te noemen, om
dat zij dit hoofddeksel plegen te dragen
als een kenmerk van haar stand. Gedwon
gen zijn zij daartoe niet zooals in
sommige andere landen.
Zoo moeten op het eiland Maltha de
dienstmeisjes, als zij het huis verlaten,
een zijden kap dragen, die hals en schou
ders bedekt. Zelfs als zij even over de
straal gnau, moeien zij deze kap om doen,
en zoo kómt het vaak voor, dut vreemde
lingen haar aanzien voor zusters van
barmhartigheid.
In Korea is het nog wat erger, want
daar steil do vrouw des huizes niet alleen
hot hoofddeksel, maar de gchcele klooding
van het dienstmeisje vast, zoowel iu iuii's
als daarbuiten. Dit gewaad bestaat uiteen
eenvoudig kleed van grof, wit katoen. Ver
richt het meisje haar werk, dan draagt
zij een schort; doet zij een boodschap,
dan wordt de schort weggelaten, en in
plaats daarvan draagt ze een linnen gordel,
waaraan ecu taschje hangt. Op haar hoofd
draagt het dienstmeisje ter beschutting van
regen en wind oen enormen stroohoed.
In vele gedeelten van Peru moeten de
diens! meisjes 'zich twee tanden laten uit
trekken. Vooral in liet binnenland is dit
gebruik nog zeer in zwang; in do dorpen
ziel men dan ook zelden een vrouwelijke
dienstbode, die niet op deze wijze ver
minkt is.
In Japan is het onder de lieden van
boegen stand gebruikelijk, dat dc vrouw
des huizes haar dienstmeisjes een gebor
duurd kleed schenkt, precies als zij een
in haar eigen garderobe heelt. Dit kleed
wordt niet in gewone tijden gedragen; het
dient ook niet om de dienstmeisjes plei-
zicr to doen, maar het wordt aangetrok
ken bij gelegenheid, wanneer de huis
vrouw geen lust heeft bezoek te ontvangen.
Dan neemt het dienstmeisje de plaats in
vuu haar meesteres; zij zet den gasten
koeken en thee voor, blijft bij hen in de
kamer lot hot uur geslagen is, dat zij moe
ten opbreken, kortom, zij moet rich
zóó gedragen, als ware zij de meesteres
in persoon.
In Japan worden de dienstboden heel
goed en heel vriendelijk behandeld, in
tegenstelling met China, waar juist het
tegendeel hot geval is, want in liet he-
molsche rijk staat het dienstmeisje bijna
nog onder het huisdier.
Het meisje mag nooit rechtstreeks spre
ken tot haar meesteres, maar zij moet zich
wenden tol een stok, een parapluie, of een
ander levenloos voorwerp, waaraan zij
dan verzoekt: „het moge der hemclscho
dochter van de maan behagen, aan deze
erbarmelijke en ellendige slavin haar aan
dacht te schenken,"
EEN LEUK VENTJE.
De Noorsche bladen maken voortdurend
melding van de grappen, die dc jonge prins
Olaf uithaalt.
Zoo werd kort geleden bij een rijtoer de
prins overal door de menigte begroet met
gejuich en hoed-afnemen, In het begin leek
hein dat heel aardig toe, maar langzamer
hand begon het hem te vervelen, totdat
hij ten slotte tot zijn gouvernante zoide:
„Ziezoo, nu heb ik er genoeg van; ik
groet nu niet meer, hoe de lieden, ook
mogen schreeuwen."
„Dat vitul ik niet aardig," antwoordde
de gouvernante, „en als je niet meergroet,
wil ik niet meer met je rijden."
Deze bedreiging scheen haar uilwerking
geheel te missen, want de kleine prins
riep oogonblikkelijk„Stoppen, koetsier!
Deze dame wil er uit!"
NIEUWTJES VAN HIER EN DA AU.
In sommige doelen van Berlijn zijn bier
salons, welke alleen door dames bestuurd
Wonion.
"Wanneer een spoortrein in Frankrjjk
n».-er dan tien minuten te laat is, wordt
de maatschappij beboet.
lederen dag zijn er gemiddeld 3 72 mil-
lioon menschen op zee, 't zij als zeelieden of
als j»assagiers.
Gevallen van builenpest, onlangs in Ca-
Iclorniö voorgedaan, worden toegeschreven
aan eekhoorntjes, door de slachtoffers ge
geten.
Tn het jaar 1751 werden er door een
Ualiaanseh priester reeds vliegproeven ge
nomen, die in zekere mate reeds met suc
ces bekroond werden.
De wonderlijkste groente tor wereld is
wel de truffel; hij heeft wortels, stam,
bladeren, bloemen noch zaad.
Alle vogels, die op hoornen of struiken,
zitten, doen dienst als weerhanen, daar
zij onveranderlijk mot hun kopjes van.
den wind zitten.
De muskieten in Indië hebben veel plei-
xier met do wielrijders. Zij vallen niet
alleen do rijders aan, maar - maken zelfs
punctures in hun fietsbanden.
Het grootste boek dat bestaat, is een
atlas van de wereld, die nu in het bezit
is van hot Britseh Museum. liet meet 5
voet 10 duim, bij 3 voet en 2 duim, en
weegt bijna 33G pond.
De krater van do Maura Eoa, op do
Sandwich-eilanden, de grootste vulcaanter
wereld, is twintig mijlen in diameter.
Soms is de lava-Stroom, die er uit te voor
schijn komt, vijftig mijlen lang.
In Italië, Duitsehland en Frankrijk wor
den langs kunstinaligen weg mummies
gemaakt, en dan naar Egypte verscheept,
waar ze aan handelaars in antiquiteiten
verkocht worden. Er wordt een echt ge
raamte gebruikt, maar al het overige
wordt kunstig nagemaakt.
In Dujtschland worden glazen waterpij
pen gemaakt. Zij hebben een bedekking
van asphalt om breken te voorkomen. Zij
geven bescherming tegen vocht in den
grond, tegen de werking van zuren en
zouten, en er kunnen geen gassen indrin
gen.
Dc grootste bierdrinkers ter wereld zijn
de Munchenaars. In een warme week wor
den er in Munchen 850.000 gallons hier
gedronken, een gemiddelde hoeveelheid
van 2J/a gallon voor iedereu man, vrouw
en. kind.
ANECDOTE®
Zij (peinzend): „Ik hoop toch, dat ui
mij een invitatie zult zenden, als u gaat
trouwen,"
Ilij (stoutmoedig)„Ik zal u inviteeren,
vóór ik iemand anders vraag, en als u het
niet aanneemt, zal er ook niet getrouwd
worden."
EEN GROOTE FAMILIE.
„Vind je het toch niet vervelend, Tom?
Nu heb ik de eeno meid Weggestuurd
en nu blijkt, dat de nieuwe fajnilie van
haar is."
„Uoe weet je dat?"
„Wc® zo heeft me verteld, dat de po
litic-agent, die altijd hier op den boek
staat, ook een neef van haar is."
VOORSPELLING.
Meid (tol kameraad): „Ik hob den ba
rometer op don grond laten vallen. Ik
wed, dat we nu storm krijgen.'"'
EEN EDELE WAARD.
Rechter: „Als de beklaagde nu al dron
ken was, toon hij in uw lokaal kwam,
waarom gaf je hem dan nog meer tc
drinken?"
Getuige (waard): ,,'lWas juist het laat
ste uit het vat."
MUZIKAAL.
Professor: „Kent u Mozart en Beetho
ven?"
„0, ja professor; dat zijn do twee beel
den, die we thuis op de piano hebben
slaan."
VERMANING.
Patroon: „Zeg, Bloem, ;wasch eerst je
handen, vóór je dien brief schrijft, anders
moeten wc dubbele port betalen."
OP 't KATHEDER'.
Professor: „Zeg eens, Klein, je moest
je fiandacht tot mij bepalen en niet tot
andere ezels."
Ill,T WEET NOG VAN NIETS.
Uelmerding en Neumann waren in dc
vijftiger jaren van do vorige eeuw aan
het oude Wallncr-Thcater de beide licvc-
lings-komieken van het Bcrlijnsche publiek.
Zij bezochten broederlijk dezelfde stamta
fel en dezelfde „AVciszbierkcller",
Eens op een dag komt Uelmerding met
de treurige boodschap, dat Neumann
dood is.
„Wat! Neumann?!"
„Neumann."
„Dood?!"
„Als een pier."
Men bespreekt do artistieke verdiensten
van den zoo vroeg ontslapene, zijn uitne
mende karaktereigenschappen, eu praat
zichzelf, zuchtend, in een droefgeestige le
vensopvatting. 'Plotseling verschijnt de
overledene boven aan den ingang van den
kelder en begint de trap af to dalen.
Alles kijkt hem aan, en dam verwijtend
naar Uelmerding. Maar deze, spoedig her
steld, fluistert meewarig
„Houdt jullie stil, kinderen. Ilij weet
zelf nog van niets..'.."
WENKEN.
Verwijderen van duffe lucht uit kasten.
Duffe lucht uit de kasten verwijdert men
door een aantal schijven van uien er in
te leggen, of een tijdlang een kom met
kokende melk er in te plaatsen. In beide
gevallen wordt do reuk bogeerig opgezo
gen en verdwijnt langzamerhand. Men kan
ook de kast uitrooken met jeneverbessen,
waarvan men een handvol op eenglocicn-
do schop legt. Natuurlijk moet men er
voor zorgen, dat geen vochtigheid meer
in do kast kan komen, en goed stoken
in de kamer, waarin ze zich bevindt.
Lijmen van glas.
liet lijmen van glas, zoo, dat het zijn
doorzichtigheid behoudt, doet men met
gelatine. Deze wordt in azijnzuur,*bij ma
tige warmte, opgelost en dan op de ge
broken plek aangebracht, waarna men de
stukken stevig togen elkaar drukt en op
een droge plaat een dag lang stil laat
staan.
Schoonmaken van stroomatten,
SDoornatten worden met lauw zeepwater
goed aan beide kanten gereinigd; nadat zij
bijna geheel droog geworden zijn, bestrijkt
men ze volgens dc streek met een meng
sel van door terpentijn verdunde schellak.
Ifct werk droogt onder dc handen, cn de
op zulke wijze behandelde mallen zien
er als nieuw uit.
Natte schoenen.
Rij door regen nat geworden schoenen
is het raadzaam ze des nachts met droge
haver te vullen. Deze neemt het vocht
in zich op en belet tevens hel hard wor
den van liet leder. De haver wordt iederen
dag bij de boete kachel gedroogd en kan
maandenlang worden gebruikt.
RECEPTEN.
Blozende jonkvrouw.
Alen klopt een liter zuren room of kar
nemelk tot schuim, voegt dan 500 gram
fijne suiker met de afgewreven schil van
een citroen daarbij en klopt alles flink,
tien minuten lang. Men neemt wat arak
cn zestien bladen gelatine, voegt alles bij
elkaar en roert bet Hink door. Men vult
or oen glazen schotel mee, en zet hom
op ijs.
Kippen als wildbraad.
Hiertoe kan men heel goed oude kip
pon gebruiken. Twee kippen worden met
spek fijn gelardeerd en drie dagen in ge
wonen azijn gemarineerd, dien men eerst
met een laurierblad en oen eetlepel je
neverbessen heeft opgekookt; men braadt
de kippen dan in boter en een weinig
water, cn giet er gedurig wat zuren room
bij; als zij bruin beginnen te worden, maakt
men de saus van zuren room cn maggi-
oxtract, neemt de kippen er uit, snijdt zo
iu stukkon en logt zo nog eens in de pan,
Opdat zij er goed van doortrokken worden.
Alen presenteert er aardappeljmreo of
rijst bij.
DE BETOOVERDE RADIJSJES.
In Silcsië woonde eens een hertog, die
een mooie dochter had, wier naam Emma
was. Op zekeren dag dwaalde zij mot haar
dames af naar een dal, waar viooltjes
groeiden. Toen (zij hier en daar bloemen
plukte, zag de toovcnaar, die cigeuaarvan
het dal was, cn in een, tooverrijk er on
der woonde, haar, hoewel hij zelf niet tc
zien was, en ging veel van liaar houden,
omdat zij zoo mooi was.
Alaar toen do toovcnaar om zich heen
keek naar den zonneschijn en do vallei,
cn zag hoe heerlijk het in de open lucht
was, werd hij bedroefd, want hij begreep,
dat de .prinses dit niet zou willen ver
laten om onder de aarde te wonen, ver
van huis en vrienden.
Hij dacht, dat hij haar wel kon verlok
ken door zijn tooverkunst. Toen zij dus
met haar dames kwam, vonden zij de
vallei vreemd veranderd. Prachtige wijn
gaarden gaven aan, do rotsen kleur, mooie
vruchten hingen aan de hoornen, en waar
vroeger een kristalheldere stroom ge
weest was, was nu een fontein in een
marmeren bassin. De prinses slaakte een
vreugdekreet toen zij do fontein, zag, en
terwijl haar dames afdwaalden om bloe
men en vruchten te plukken, deed zij haar
schoontjes uit cn stapte in het glinsteren
de water. .Maar zoodra had haar voet het
water aangeraakt of zij verdween meteen
kreet uit het monschelijk oog.
Het eerste wat Emma nu zag was een
prachtige kamer. Alles om liaar heen was
vreemd, en zo was angstig. Zij vluchtte
van de eeno kamer in dc andore, zonder
iemand te vinden.
Ten slotte kwam zij in een tuin, endaar,
bij de rozen, stond een prins, jong, mooi
en rijk gekleed. Ilij knielde aan liaar voe
ten, en zei haar, dat liet palcis haar
eigendom was.
Do toovcnaar trachtte op iedere denk
bare manier do prinses gelukkig tc maken.
Onzichtbare handen .brachten haar wat zij
verlangde. In haar kamer hingen do kost
baarste kicercn, met goud en juwcelen
bozot. Maar liet armo prinsesje verveelde
zich' en verlangde naar haar huis ca haar
vrienden. Op zekeren dag vroeg zij ]laar
gastheer haar den weg naar dc aarde touw
le wijzen.
„Die afstand is to ver," sprak ]la
„Maar als ge uw vrienden weiwcbt [e
zien, kunt go ze gemakkelijk hier brengen
Neem dezen mand met radijsjes, en raak
zo één voor één mot een tooverstaf aan
don naam noemend van menschen, (pjï
go kent, ,en allen zullen, bij u komen.'*
Het gebeurde, zooals hij gezegd had, en
Emma was gedurende eenigon tijd geluk
kig mot haar oude spcölmakkerljos uit do
vallei. Maar langzamerhand werden zij
oud en verwelkt. En toen ze huilde, zei
do toovcnaar: „Het waren immers maar
radijsjes, ik zal je er nog wat brengen
en dan kunt go je vrienden jong enfriscü
zien. Maar toen liij om de radijsjes ging
kon hij er geen vinden, zoodat hij een
void liet bezaaien cn vuren aanloggen
opdat de warmte ze sneller zou doen
groeien. En liij vertelde dc prinses, hoe
lief hij haar had en smeekte haar geluk
kig met hem te zijn.
Emma was hang cn dorst niet lo zeg-
gen, dat er in haar eigen land oen prins
was, dien ze lielhqd. Zij verzocht hem
met haar antwoord te mogen wachten
loldat de radijsjes rijp waren. En terwijl
hij in den tuin was om naar do radijsjes
te kijken, ving zij oen kouw, en leerde die
zeggen: „Uw Emma wordt gevangen ge-
houden door een heer van de bergen. Kom
haar op uw vlugste paard halen." Toen
zond zij de kouw uit, om den prins tc
zoeken, dien zij liefhad.
En do kouw vloog over heuvel en dal,
cn bracht den prins haar boodschap, en
dadelijk ging do prins haar zoeken. Do
radijsjes groeiden vlug genoeg om geplukt
te worden cn de toovcnaar kwam bij do
prinses om haar antwoord.
„Macht," sprak zij weer, „ga eerst eens
zien, hoeveel radijsjes wij hebben."- -
Toen hij wegging, liet hij zijn, toover
staf achter, en de prinses nam dien op,
en veranderde, door zijn to overbracht, een
radijs in een gezadeld paard. En op zijn
rug reed zij weg in de richting, die dc
kouw had ingeslagen.
Irdusschen Lekle de toovcnaar do ra
dijsjes. Wal was hij boos, toen hij, terug
komende, do waarheid vernam. Hij maak
te .zich reusachtig groot en haastte zich
naar een nabijzijnden heuveltop, en zag
haar, ver weg, rijden aan de zijde van liaar
prins. En toen hij wist, dat ze voorgoed
weg was, ging hij luchlkastcelen houwen
op den heuvel.
En de prinses en haar prins trouwden
en leefden daarna zeer gelukkig. En als
do prinses haar vrienden vertelt, hoe zij
den toovcnaar radijsjes liet tellen, lach
ten zij allen hartelijk.
AtjeU.
Uil een ..Brief van Aljeh" van de „Java-
Bode"
„Wederom zal ik beginnen mol je een
griezelig verhaal to doen over een huiaom-
singeling, die ergens in het JL'idië'schc plaats
had. De patrouille gelastte de bewoners van
een buis naar beneden, te komen, en inder
daad kwamen ook twee wouwen naar bene
den. Aangezien er vermoedelijk nog meen
dere mensehen in huis waren, bad nog eens
sommatie plaatsals antwoord werd er van
uit do woning een donderbusschol gelost.
De patrouille gal' cenige salvo's door hot
huis on daarop werd de woning van de om
wending ontdaan, cn daarin werden aange
troffen het lijk van één man en één Jdein
meisje, terwijl een klein jongetje van pl.m.
3 jaar ongedeerd uit de in de woning opge
stapelde pndi te voorschijn kwam. Toen do
patrouille mol dit huis klaar was, kwam een
andere woning aan de beurt. Van deze wo
ning was het der patrouille bekend, dut er
vrouwen en kinderen in waren, dus er wer
den niet dadelijk salvo's gegeven. Dc omwan-
ding werd eerst verwijderd, resultaat nihil,
er was niets Ie zien. IJecli onder lie'« huis
was een Joemboenk, en toen in de omwan-
ding daarvan oenige gaten werden gemaakt,
bleek 't dat daarin één man, één vrouw ca
twee kinderen zich bevonden, eerstgenoemde
met getrokken klewang en rontjong. De vrouw
weid gesommeerd te voorschijn tc komen
met de kinderen, zullende hun geen leed ge
schieden, doch zonder resultaat. Daarop be
gonnen eenige fuseliers met bun klewang
den man te prikken, waarop deze zich, door
een gat in den vloer van het huis, naar bo
ven trachtte te werken. Nauwelijks was zijn
hoofd boven den vloer of pangDood was
pang Saplui* putiglima van Teiingkoe Aron!
Het lijk viel weer terug in de loemboeng.
De vrouw nam de verdere verdediging op
zich met de wapens van haar manzij
wilde van overgeven niels weien. Als laatste
wanhoopsdaad maakte ze aanstalten haar
beide kinderen te vermoorden; een der kin
deren was reeds verwond. Dc patrouille-com
mandant., bet verschrikkelijke van don toe
stand beseffende, bad daarop de tegenwoor
digheid van geest, door een der in dc om
wending aangebrachte gaten, dc vrouw plot
seling liij dc boenen tc grijpen on naar bui
ten tc sleurenonder deze beweging wilde
de vrouw den commandant een stock toebren
gen doch een mnróchausée wist haar voor le
zijn cn doeg baar met zijn klewang den pols
af. De vrouw is sedert overleden.
"Vindt ge bet niet een onlzeitc'ud dranin,
dat ik ie afgeschilderd heb? Do kinderen
werden dadelijk verzorgd, het jongetje ver
bonden. Bij onderzoek bleken do kinderen
niet cons dc eigen kinderen van do gesneu
velde vrouw tc zijn."