I'hLEli LEL VOOR DAMES. VOOR KINDEREN. Koloniën. a vormt bijvoeglijke naamwoorden, lev.: varna, plata, lasta, taga, griza, klara, enz. e vormt bijwoorden, dus: varnie, plate, enz.; i werkwoorden, bijv.: tagi, melki, lielpi, drinki (van sterken drank!), festi, baki, danki, enz., enz.; j zet men achter de naamwoorden voor liet meervoud. Men weet dus wat bedoeld wordt mot: haroj, lipoj, jaroj, enz. liet oenige lid woord is: la. Een dag =tago, de dag la tago, de dagen la tagoj. Nog eenvoudiger dus clan in het Engelsch. Als staaltjes, hoe eenvoudig do regels zijn voor dc vervoegingen, merken we op, dat er voor alle persoonsvormen vaneen lijd maar éen uitgang is leg. as verl. lijd is; toekomsttijd os; gub. of aanv. wijs --= u, voorw. wijs us. Als nu gezegd wordt, dat mi ik, dan weet men ook, wat zeggen wil: mi nielkas, of mi melkisof ais gezegd wordt, dat ni wij - wat zeggen wil: ni festos, of ni festas. En als do lezer weet, dal vi u, weet hij ook gezien de verhooging van den accijns op gedistilleerd, dat bet niet verstandig zou zijn, wanneer hij anderen in do gelegenheid stelde hom toe te voe gen: „Sinjors, vi drinkasl'' Van het gebruik der voor- en achter voegsels hebben we reeds molding ge maakt. Als hij weet, dat mal tegenstellingen vormt, zal hij liet volgend wereldberoe rend gesprek kunnen beluisteren. Heer (die een ontdekking doet): „Sinjo- lino, estas het is), malvanna tago!" Dame (gewichtig): „Jes, Sinjoro! Estas vintiv!" Met! leert liet Esperanto als van zelf. Tien tegen één, 'dat ge met ons in zult stemmen, dat geen jongmensch in liefde zal ontvlammen voor een maged met grizaj, haroj, dikaj lipoj, iongaj fing- roj en op school een maklika kalo! Wie deelnemen wil aan een eur.mis in Esperanto, heeft zich slechts te vervoegen Dinsdagavond, S uur aan het Volkshuis, waar mej. Van der Sloot juist een nieu wen cursus begonnen is. En wie een Ës- peranlo-bricf ontcijferen wil en niets kent van do taal, hij neme een Espera ulo-Mfcu- tol van H. Polak en hij brengt liet een heel eind. Hol klinkt haast ongelooflijk Dij probeerc met het volgende zingclje: La lingvo Esperanto estas tro faeila por liomoj ncmultc instruitaj, komprenala sen peno do la porsonoj hone edukitaj. Met vollo recht mag de 'Esperantist zeg gen: ,,La cstonto estas nia!" Ons is de toekomst! 'K. C. MINBERIJOUD. VERSTROOID. Als men het woord „verstrooid" leest, is men al dadelijk geneigd te denken aati een hooggeleerd man, een professor. Het verband tusschcn deze beide begrippen is zoo innig, zoo logisch, dat men nooit een protessor aantreft, die niet eens ver strooid is, en men nimmer van een ver strooidheid hoort, of er is een geleerde bij betrokken. Zooals met alle zaken, waar- hij humor de grondslag is, wordt met die professorale verstrooidheid den draak ge stoken eu doett allerlei legenden de ronde, om toch vooral Ie onderst repen, hoe dwaas zoo'n geleerde doen kan. Men heeft verteld van professoren, die hun jas op hun stoel zetten, en zichzelf aan den kapstok hingen, van geleerden, die na het diner weer thuis kwamen en ongeduldig vroegen, wanneer men nu ein delijk ging middagmalen, enz. Dat alles is natuurlijk schromelijk over dreven, maar dat de hoogcrc wetenschap aanleiding kan zijn, dat men alles om zich heen vergeet en in dien toestand ran diepzinnig denken, gekke dingen kan doen, die geheel in strijd zijn met het pas ge leverde betoog, leert de volgende ware geschiedenis. Om den man niet uit te laten lachen, zullen wij zijn naam verzwijgen en hem eenvoudig professor Wijs noemen. Maar niet kunnen we verzwijgen, dat de ge leerde behoorde tot de kopstukken van de chemische en bacteriologische weten schappen, en uit dien hoofde ia het ge- hcolo land in groot aanzien was. Niet al leen binnen de landpalen, maar ook daar buiten werd do eminente man hoogelijk geëerd, en het laat zich dus hegrijpen, dat hij in wetenschappelijke zoowel als in andere kringen een graag geziene gast was., bi de universiteitsstad had men zich voorgenomen, dr. Wijs bij zijn 25-jarig pro fessoraat, dat aanstaande was, kokusua! te fuiven. Niet alleen de geleerde wereld zou deelnemen aan de huldiging, ook de gegoede burgerij wilde sympathie betui gen met het jubileum van den grooten medeburger. Op het uitgebreide programma voor den feestdag stond natuurlijk ook een gala diner. Voor de strekking van dit'verhaal is het niet noodig, het feestprogram op den voet te volgenhet is voldoende, om ons te bepalen tot het groote diner. Dc bekendste en invloedrijkste bewo ners dor stad namen er aan deel. Natuur lijk spitste men er zich op, behalve van de uitnemende wijnen, te drinken uit den beker der wijsheid, die vertegenwoordigd werd door dc lippen van den hoogge leerden jubilaris. Eenmaal aan tafel, bleek het echter zoo goed als onmogelijk, den geleerde in een gesprek te betrekken. Hij wijdde ten slotte al zijn aandacht aan do hessen, die hij het dessert werden rondgediend, Eén voor één spoelde b'j de vruchten, alvorens ze in den mond te brengen, in liet groote glas waler af, dat li ij zich had ingeschonken. Trots de verwonderende blikken zijner tafelgenot»teil, vervolgde hij ongestoord zijn bessenwasscherij, onder wijl spraakzaam wordend en de aanwe zigen onthalend op een geregeld college over microben, o. tri. doccerend over het groote aantal, waarin ze zich aan klevige oppervlakten, als bijv. de buitenzijde van bessen, kunnen hechten. Tot slot zijner rede, zei hij: „U ziet, dames en hoeren, men kan niet voorzichtig genoeg zijn. Volgt mijn voorbeeld en waschL de bessen, alvorens zo le nuttigen. Geeft zo een reinig inga- bad." Na het eind van zijn bcssenvoordraehl verzonk de groote, geleerde professor dr. Wijs iu diep nadenken, nam het glas op, waarin hij do bessen had afgespoeld, en ledigde het in één teug. DIENSTMEISJE IN DEN VREEMDE. We zijn bij ons gewoon, de dienstmeisjes wel eens „tulen mutsjes" te noemen, om dat zij dit hoofddeksel plegen te dragen als een kenmerk van haar stand. Gedwon gen zijn zij daartoe niet zooals in sommige andere landen. Zoo moeten op het eiland Maltha de dienstmeisjes, als zij het huis verlaten, een zijden kap dragen, die hals en schou ders bedekt. Zelfs als zij even over de straal gnau, moeien zij deze kap om doen, en zoo kómt het vaak voor, dut vreemde lingen haar aanzien voor zusters van barmhartigheid. In Korea is het nog wat erger, want daar steil do vrouw des huizes niet alleen hot hoofddeksel, maar de gchcele klooding van het dienstmeisje vast, zoowel iu iuii's als daarbuiten. Dit gewaad bestaat uiteen eenvoudig kleed van grof, wit katoen. Ver richt het meisje haar werk, dan draagt zij een schort; doet zij een boodschap, dan wordt de schort weggelaten, en in plaats daarvan draagt ze een linnen gordel, waaraan ecu taschje hangt. Op haar hoofd draagt het dienstmeisje ter beschutting van regen en wind oen enormen stroohoed. In vele gedeelten van Peru moeten de diens! meisjes 'zich twee tanden laten uit trekken. Vooral in liet binnenland is dit gebruik nog zeer in zwang; in do dorpen ziel men dan ook zelden een vrouwelijke dienstbode, die niet op deze wijze ver minkt is. In Japan is het onder de lieden van boegen stand gebruikelijk, dat dc vrouw des huizes haar dienstmeisjes een gebor duurd kleed schenkt, precies als zij een in haar eigen garderobe heelt. Dit kleed wordt niet in gewone tijden gedragen; het dient ook niet om de dienstmeisjes plei- zicr to doen, maar het wordt aangetrok ken bij gelegenheid, wanneer de huis vrouw geen lust heeft bezoek te ontvangen. Dan neemt het dienstmeisje de plaats in vuu haar meesteres; zij zet den gasten koeken en thee voor, blijft bij hen in de kamer lot hot uur geslagen is, dat zij moe ten opbreken, kortom, zij moet rich zóó gedragen, als ware zij de meesteres in persoon. In Japan worden de dienstboden heel goed en heel vriendelijk behandeld, in tegenstelling met China, waar juist het tegendeel hot geval is, want in liet he- molsche rijk staat het dienstmeisje bijna nog onder het huisdier. Het meisje mag nooit rechtstreeks spre ken tot haar meesteres, maar zij moet zich wenden tol een stok, een parapluie, of een ander levenloos voorwerp, waaraan zij dan verzoekt: „het moge der hemclscho dochter van de maan behagen, aan deze erbarmelijke en ellendige slavin haar aan dacht te schenken," EEN LEUK VENTJE. De Noorsche bladen maken voortdurend melding van de grappen, die dc jonge prins Olaf uithaalt. Zoo werd kort geleden bij een rijtoer de prins overal door de menigte begroet met gejuich en hoed-afnemen, In het begin leek hein dat heel aardig toe, maar langzamer hand begon het hem te vervelen, totdat hij ten slotte tot zijn gouvernante zoide: „Ziezoo, nu heb ik er genoeg van; ik groet nu niet meer, hoe de lieden, ook mogen schreeuwen." „Dat vitul ik niet aardig," antwoordde de gouvernante, „en als je niet meergroet, wil ik niet meer met je rijden." Deze bedreiging scheen haar uilwerking geheel te missen, want de kleine prins riep oogonblikkelijk„Stoppen, koetsier! Deze dame wil er uit!" NIEUWTJES VAN HIER EN DA AU. In sommige doelen van Berlijn zijn bier salons, welke alleen door dames bestuurd Wonion. "Wanneer een spoortrein in Frankrjjk n».-er dan tien minuten te laat is, wordt de maatschappij beboet. lederen dag zijn er gemiddeld 3 72 mil- lioon menschen op zee, 't zij als zeelieden of als j»assagiers. Gevallen van builenpest, onlangs in Ca- Iclorniö voorgedaan, worden toegeschreven aan eekhoorntjes, door de slachtoffers ge geten. Tn het jaar 1751 werden er door een Ualiaanseh priester reeds vliegproeven ge nomen, die in zekere mate reeds met suc ces bekroond werden. De wonderlijkste groente tor wereld is wel de truffel; hij heeft wortels, stam, bladeren, bloemen noch zaad. Alle vogels, die op hoornen of struiken, zitten, doen dienst als weerhanen, daar zij onveranderlijk mot hun kopjes van. den wind zitten. De muskieten in Indië hebben veel plei- xier met do wielrijders. Zij vallen niet alleen do rijders aan, maar - maken zelfs punctures in hun fietsbanden. Het grootste boek dat bestaat, is een atlas van de wereld, die nu in het bezit is van hot Britseh Museum. liet meet 5 voet 10 duim, bij 3 voet en 2 duim, en weegt bijna 33G pond. De krater van do Maura Eoa, op do Sandwich-eilanden, de grootste vulcaanter wereld, is twintig mijlen in diameter. Soms is de lava-Stroom, die er uit te voor schijn komt, vijftig mijlen lang. In Italië, Duitsehland en Frankrijk wor den langs kunstinaligen weg mummies gemaakt, en dan naar Egypte verscheept, waar ze aan handelaars in antiquiteiten verkocht worden. Er wordt een echt ge raamte gebruikt, maar al het overige wordt kunstig nagemaakt. In Dujtschland worden glazen waterpij pen gemaakt. Zij hebben een bedekking van asphalt om breken te voorkomen. Zij geven bescherming tegen vocht in den grond, tegen de werking van zuren en zouten, en er kunnen geen gassen indrin gen. Dc grootste bierdrinkers ter wereld zijn de Munchenaars. In een warme week wor den er in Munchen 850.000 gallons hier gedronken, een gemiddelde hoeveelheid van 2J/a gallon voor iedereu man, vrouw en. kind. ANECDOTE® Zij (peinzend): „Ik hoop toch, dat ui mij een invitatie zult zenden, als u gaat trouwen," Ilij (stoutmoedig)„Ik zal u inviteeren, vóór ik iemand anders vraag, en als u het niet aanneemt, zal er ook niet getrouwd worden." EEN GROOTE FAMILIE. „Vind je het toch niet vervelend, Tom? Nu heb ik de eeno meid Weggestuurd en nu blijkt, dat de nieuwe fajnilie van haar is." „Uoe weet je dat?" „Wc® zo heeft me verteld, dat de po litic-agent, die altijd hier op den boek staat, ook een neef van haar is." VOORSPELLING. Meid (tol kameraad): „Ik hob den ba rometer op don grond laten vallen. Ik wed, dat we nu storm krijgen.'"' EEN EDELE WAARD. Rechter: „Als de beklaagde nu al dron ken was, toon hij in uw lokaal kwam, waarom gaf je hem dan nog meer tc drinken?" Getuige (waard): ,,'lWas juist het laat ste uit het vat." MUZIKAAL. Professor: „Kent u Mozart en Beetho ven?" „0, ja professor; dat zijn do twee beel den, die we thuis op de piano hebben slaan." VERMANING. Patroon: „Zeg, Bloem, ;wasch eerst je handen, vóór je dien brief schrijft, anders moeten wc dubbele port betalen." OP 't KATHEDER'. Professor: „Zeg eens, Klein, je moest je fiandacht tot mij bepalen en niet tot andere ezels." Ill,T WEET NOG VAN NIETS. Uelmerding en Neumann waren in dc vijftiger jaren van do vorige eeuw aan het oude Wallncr-Thcater de beide licvc- lings-komieken van het Bcrlijnsche publiek. Zij bezochten broederlijk dezelfde stamta fel en dezelfde „AVciszbierkcller", Eens op een dag komt Uelmerding met de treurige boodschap, dat Neumann dood is. „Wat! Neumann?!" „Neumann." „Dood?!" „Als een pier." Men bespreekt do artistieke verdiensten van den zoo vroeg ontslapene, zijn uitne mende karaktereigenschappen, eu praat zichzelf, zuchtend, in een droefgeestige le vensopvatting. 'Plotseling verschijnt de overledene boven aan den ingang van den kelder en begint de trap af to dalen. Alles kijkt hem aan, en dam verwijtend naar Uelmerding. Maar deze, spoedig her steld, fluistert meewarig „Houdt jullie stil, kinderen. Ilij weet zelf nog van niets..'.." WENKEN. Verwijderen van duffe lucht uit kasten. Duffe lucht uit de kasten verwijdert men door een aantal schijven van uien er in te leggen, of een tijdlang een kom met kokende melk er in te plaatsen. In beide gevallen wordt do reuk bogeerig opgezo gen en verdwijnt langzamerhand. Men kan ook de kast uitrooken met jeneverbessen, waarvan men een handvol op eenglocicn- do schop legt. Natuurlijk moet men er voor zorgen, dat geen vochtigheid meer in do kast kan komen, en goed stoken in de kamer, waarin ze zich bevindt. Lijmen van glas. liet lijmen van glas, zoo, dat het zijn doorzichtigheid behoudt, doet men met gelatine. Deze wordt in azijnzuur,*bij ma tige warmte, opgelost en dan op de ge broken plek aangebracht, waarna men de stukken stevig togen elkaar drukt en op een droge plaat een dag lang stil laat staan. Schoonmaken van stroomatten, SDoornatten worden met lauw zeepwater goed aan beide kanten gereinigd; nadat zij bijna geheel droog geworden zijn, bestrijkt men ze volgens dc streek met een meng sel van door terpentijn verdunde schellak. Ifct werk droogt onder dc handen, cn de op zulke wijze behandelde mallen zien er als nieuw uit. Natte schoenen. Rij door regen nat geworden schoenen is het raadzaam ze des nachts met droge haver te vullen. Deze neemt het vocht in zich op en belet tevens hel hard wor den van liet leder. De haver wordt iederen dag bij de boete kachel gedroogd en kan maandenlang worden gebruikt. RECEPTEN. Blozende jonkvrouw. Alen klopt een liter zuren room of kar nemelk tot schuim, voegt dan 500 gram fijne suiker met de afgewreven schil van een citroen daarbij en klopt alles flink, tien minuten lang. Men neemt wat arak cn zestien bladen gelatine, voegt alles bij elkaar en roert bet Hink door. Men vult or oen glazen schotel mee, en zet hom op ijs. Kippen als wildbraad. Hiertoe kan men heel goed oude kip pon gebruiken. Twee kippen worden met spek fijn gelardeerd en drie dagen in ge wonen azijn gemarineerd, dien men eerst met een laurierblad en oen eetlepel je neverbessen heeft opgekookt; men braadt de kippen dan in boter en een weinig water, cn giet er gedurig wat zuren room bij; als zij bruin beginnen te worden, maakt men de saus van zuren room cn maggi- oxtract, neemt de kippen er uit, snijdt zo iu stukkon en logt zo nog eens in de pan, Opdat zij er goed van doortrokken worden. Alen presenteert er aardappeljmreo of rijst bij. DE BETOOVERDE RADIJSJES. In Silcsië woonde eens een hertog, die een mooie dochter had, wier naam Emma was. Op zekeren dag dwaalde zij mot haar dames af naar een dal, waar viooltjes groeiden. Toen (zij hier en daar bloemen plukte, zag de toovcnaar, die cigeuaarvan het dal was, cn in een, tooverrijk er on der woonde, haar, hoewel hij zelf niet tc zien was, en ging veel van liaar houden, omdat zij zoo mooi was. Alaar toen do toovcnaar om zich heen keek naar den zonneschijn en do vallei, cn zag hoe heerlijk het in de open lucht was, werd hij bedroefd, want hij begreep, dat de .prinses dit niet zou willen ver laten om onder de aarde te wonen, ver van huis en vrienden. Hij dacht, dat hij haar wel kon verlok ken door zijn tooverkunst. Toen zij dus met haar dames kwam, vonden zij de vallei vreemd veranderd. Prachtige wijn gaarden gaven aan, do rotsen kleur, mooie vruchten hingen aan de hoornen, en waar vroeger een kristalheldere stroom ge weest was, was nu een fontein in een marmeren bassin. De prinses slaakte een vreugdekreet toen zij do fontein, zag, en terwijl haar dames afdwaalden om bloe men en vruchten te plukken, deed zij haar schoontjes uit cn stapte in het glinsteren de water. .Maar zoodra had haar voet het water aangeraakt of zij verdween meteen kreet uit het monschelijk oog. Het eerste wat Emma nu zag was een prachtige kamer. Alles om liaar heen was vreemd, en zo was angstig. Zij vluchtte van de eeno kamer in dc andore, zonder iemand te vinden. Ten slotte kwam zij in een tuin, endaar, bij de rozen, stond een prins, jong, mooi en rijk gekleed. Ilij knielde aan liaar voe ten, en zei haar, dat liet palcis haar eigendom was. Do toovcnaar trachtte op iedere denk bare manier do prinses gelukkig tc maken. Onzichtbare handen .brachten haar wat zij verlangde. In haar kamer hingen do kost baarste kicercn, met goud en juwcelen bozot. Maar liet armo prinsesje verveelde zich' en verlangde naar haar huis ca haar vrienden. Op zekeren dag vroeg zij ]laar gastheer haar den weg naar dc aarde touw le wijzen. „Die afstand is to ver," sprak ]la „Maar als ge uw vrienden weiwcbt [e zien, kunt go ze gemakkelijk hier brengen Neem dezen mand met radijsjes, en raak zo één voor één mot een tooverstaf aan don naam noemend van menschen, (pjï go kent, ,en allen zullen, bij u komen.'* Het gebeurde, zooals hij gezegd had, en Emma was gedurende eenigon tijd geluk kig mot haar oude spcölmakkerljos uit do vallei. Maar langzamerhand werden zij oud en verwelkt. En toen ze huilde, zei do toovcnaar: „Het waren immers maar radijsjes, ik zal je er nog wat brengen en dan kunt go je vrienden jong enfriscü zien. Maar toen liij om de radijsjes ging kon hij er geen vinden, zoodat hij een void liet bezaaien cn vuren aanloggen opdat de warmte ze sneller zou doen groeien. En liij vertelde dc prinses, hoe lief hij haar had en smeekte haar geluk kig met hem te zijn. Emma was hang cn dorst niet lo zeg- gen, dat er in haar eigen land oen prins was, dien ze lielhqd. Zij verzocht hem met haar antwoord te mogen wachten loldat de radijsjes rijp waren. En terwijl hij in den tuin was om naar do radijsjes te kijken, ving zij oen kouw, en leerde die zeggen: „Uw Emma wordt gevangen ge- houden door een heer van de bergen. Kom haar op uw vlugste paard halen." Toen zond zij de kouw uit, om den prins tc zoeken, dien zij liefhad. En do kouw vloog over heuvel en dal, cn bracht den prins haar boodschap, en dadelijk ging do prins haar zoeken. Do radijsjes groeiden vlug genoeg om geplukt te worden cn de toovcnaar kwam bij do prinses om haar antwoord. „Macht," sprak zij weer, „ga eerst eens zien, hoeveel radijsjes wij hebben."- - Toen hij wegging, liet hij zijn, toover staf achter, en de prinses nam dien op, en veranderde, door zijn to overbracht, een radijs in een gezadeld paard. En op zijn rug reed zij weg in de richting, die dc kouw had ingeslagen. Irdusschen Lekle de toovcnaar do ra dijsjes. Wal was hij boos, toen hij, terug komende, do waarheid vernam. Hij maak te .zich reusachtig groot en haastte zich naar een nabijzijnden heuveltop, en zag haar, ver weg, rijden aan de zijde van liaar prins. En toen hij wist, dat ze voorgoed weg was, ging hij luchlkastcelen houwen op den heuvel. En de prinses en haar prins trouwden en leefden daarna zeer gelukkig. En als do prinses haar vrienden vertelt, hoe zij den toovcnaar radijsjes liet tellen, lach ten zij allen hartelijk. AtjeU. Uil een ..Brief van Aljeh" van de „Java- Bode" „Wederom zal ik beginnen mol je een griezelig verhaal to doen over een huiaom- singeling, die ergens in het JL'idië'schc plaats had. De patrouille gelastte de bewoners van een buis naar beneden, te komen, en inder daad kwamen ook twee wouwen naar bene den. Aangezien er vermoedelijk nog meen dere mensehen in huis waren, bad nog eens sommatie plaatsals antwoord werd er van uit do woning een donderbusschol gelost. De patrouille gal' cenige salvo's door hot huis on daarop werd de woning van de om wending ontdaan, cn daarin werden aange troffen het lijk van één man en één Jdein meisje, terwijl een klein jongetje van pl.m. 3 jaar ongedeerd uit de in de woning opge stapelde pndi te voorschijn kwam. Toen do patrouille mol dit huis klaar was, kwam een andere woning aan de beurt. Van deze wo ning was het der patrouille bekend, dut er vrouwen en kinderen in waren, dus er wer den niet dadelijk salvo's gegeven. Dc omwan- ding werd eerst verwijderd, resultaat nihil, er was niets Ie zien. IJecli onder lie'« huis was een Joemboenk, en toen in de omwan- ding daarvan oenige gaten werden gemaakt, bleek 't dat daarin één man, één vrouw ca twee kinderen zich bevonden, eerstgenoemde met getrokken klewang en rontjong. De vrouw weid gesommeerd te voorschijn tc komen met de kinderen, zullende hun geen leed ge schieden, doch zonder resultaat. Daarop be gonnen eenige fuseliers met bun klewang den man te prikken, waarop deze zich, door een gat in den vloer van het huis, naar bo ven trachtte te werken. Nauwelijks was zijn hoofd boven den vloer of pangDood was pang Saplui* putiglima van Teiingkoe Aron! Het lijk viel weer terug in de loemboeng. De vrouw nam de verdere verdediging op zich met de wapens van haar manzij wilde van overgeven niels weien. Als laatste wanhoopsdaad maakte ze aanstalten haar beide kinderen te vermoorden; een der kin deren was reeds verwond. Dc patrouille-com mandant., bet verschrikkelijke van don toe stand beseffende, bad daarop de tegenwoor digheid van geest, door een der in dc om wending aangebrachte gaten, dc vrouw plot seling liij dc boenen tc grijpen on naar bui ten tc sleurenonder deze beweging wilde de vrouw den commandant een stock toebren gen doch een mnróchausée wist haar voor le zijn cn doeg baar met zijn klewang den pols af. De vrouw is sedert overleden. "Vindt ge bet niet een onlzeitc'ud dranin, dat ik ie afgeschilderd heb? Do kinderen werden dadelijk verzorgd, het jongetje ver bonden. Bij onderzoek bleken do kinderen niet cons dc eigen kinderen van do gesneu velde vrouw tc zijn."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 10