W'ng niet do veroordeel/ En zoo is bet aiefc twijfelachtig, of flervé zal geen 1 >.n zelfs geen twee jaar (voor het geval -eenzame opsluiting verkiest) op staats- -ï, gevoed worden. '.eruit nu blijkt, dat de anarchistische -s verre bevoordeeld zijn boven bun ingen, d.w.z. de minder ontwikkelde wier hoofd ze op hol brengen., en dio mgeri voet bon opvangen, wanneer liet - abten aankomt. Daarin is juist het mis- •i karakter van het persdoiict gelegen, in het verkondigen van een meening, uen vrij behoort te blijven ai o£ niet te j ren, inaar in bet toedienen van die "Hg als vergift aan ben, wier hersenen n staat zijn de kracht en de werking ■i te toetsen aan de moraal, aan de - X' lienst of aan welk richtsnoer van recht- gheid ook. Uit dit oogpunt beschouwd «ie voorzeker strenge veroordeeling van billijk geacht worden. Hetgeen alles .nnen niet belet, dat de Pnrijsche politie, u oral de zodenpolitic, waarvan in casu in bet bijzonder sprake was, soms de t 'rijkste handelingen pleegt en een ana- i.isme vormt In een vrije republiek. Het moedigen van moord kan echter nooit vcr- huldigd worden. Dat beeft ook de jury 1 qien, die voor Tiercé niet de vorzach- mb omstandigheden heeft willen aannemen, v,( - van ze zoo vaak misbruik maakt. D k Hervé's veroordceling, in verband ra zijn misdaad, geeft inmiddels weer een I ,i 'en kijk op de gezindheid van partijen in i .krijk. Deze is, in de laatste lijden, niet ra te beschouwen dan als de vrucht van „ie. 'toren, die, ol zijn zo ook niet geheel to Ier trouw, huiten schot slaan, of, al i kil ze getroffen, oen gemakkelijk ge- i .'bare wonde oploopen. En dat is des le "tft daar de mindere man, die naar hun g dt luistert, moestal hel kind van do reke- i. wordt. JUVENIS. A LLERLEI. DE TERECHTWIJZING, in vurige bewoordingen, schilderde de nicman zijn innige gevoelens jegens hot meisje, dat aan zijn zijde liep in do mooie i1 ihlaan. Hij zei haar, hoe lief hij haar i .ui, en hoo hij gaarno zijn heelo leven h, wijden aan haapr geluk. Met welgeval- li n h'oorde het meisje de betuigingen van pi-Me aan, maar telkens wierp zij tersluiks r blik achter zich, als vreesde zij, dat ui.daar blaar jong geluk verstoord zou -melon, I' indelijk kon zij h'et niet langer voor '«tl, houden. Piet, lieve Piet," zei ze fluisterend, ,,al v.--.r dan een half uur volgt ons een bru- V kerel, dio geen oog van ons afhoudt, i- begin nu werkelijk bang te worden, h'et i- hier zoo eenzaam." he jonkman, zeer verstoord over die on- i -'wenschto interruptie, keek om en ontstui ft' blijkbaar in ernstige mate. 'let duurde echter maar een oogenblik, nat dadelijk vennande hij zich ou zei Wel, lieveling, waarom heb je dat niet gezegd? Ik zal dal heer eens even op onbeschaamdheid wijzen. Eén oogen- hlilq ik hen dadelijk terug." 'net vasten tred liep de kloeke jonkman •t- den man loc, die het paartje op een t« a and van vijftig meters gevolgd was. De rel week geen haar breed, en wachtte hn den ander af. „Waarde vriend," begon de verliefde nu geling, nadat hij zich overtuigd had, (lat zijn meisje hem niet gevolgd was, ge ïv-it nog wat geduld oefenen., Zooals ge is zelf hebt kunnen, overtuigen, bon ik in Ivutiis gekomen (net een der meest vermo- nde jonge dames uit de stad. Zo is mij zeer genegen en uw, geld is dus veiliger a ooit. Heb' nog een paar maandjes ge duld, dan krijgt gc alles terug met rente op «me, en ik' geef een kolossale champag- 'iWuif. Houd me nu ten goede, dat ik naar i' ni goudvischjo terugkeer. Adieu 1" Met het gezicht van een overwinnaar, by haar nog, dan zou hij het begrijpen, h -u hij haar niet lief, dan zouden haar •worden hem reeds lang ontgaan zijn en nu. oogen zouden onverschillig langs het enen beeld heenglijden. Een paar minu te; later sloop zij met sdamgevouwen schort schuw en voorzichtig als naar een „r-ndez-vous" naar het Flora-beeld, Nu schreed zij om het laatste geboomte heen, ft", Hans.I Met een schreeuw trok t zich terug. Daar stond hij en trok juist 3\ hand weg, waarmode hij oen ruiker ti» chtige rozen in het verweerde beeld <rt, steenen godin gelegd had. Een oogen ic. M was het stil tusschen hen. Toen zeide M zacht verwijtend: „Waarom bleef je zoolang weg?" ..Omdat ik voor mij zelf klaarheid wilde y, bben, ol je gelijk hadt bij ons laatste -prek," antwoordde hij. „Neon, je hadt ongelijk, volkomen ongelijk, ten minste wat füli aangaat. Ik bemin Je toch en laat de tv.op niet varen je eens te bezitten. Daar om legde ik als afscheidsgroet die rozen tb min, nu bloeien zij, de bloemen van je flora." „Hans!" riep zij, en het klonk als een juichkreet. De slippen van het schort ont deden haar bovenden handen, een, bloe menregen viel op het gras voor zijn voelen neer. „Ach Hans, ikwilde juist hetzelfde doen!" stapto hij weer op h'et in angstige span ning wachtende meisje toe. ,,'t Is maar goed, lieveling," zei hij, „dat i" mij op dat individu opmerkzaam gemaakt 'hebt. Ik lieb' den kerel even de waarheid gezegd en hem een pak slaag beloofd, als hij het nog eens durfde wagen ons te vol gen. Kijk eens, of h'et geholpen heeft, daar gaat dio mooie mijnheer." „Piet, ik bewonder je moed," antwoord de het meisje, met trots, „en ik ben ge lukkig, dat zoo'n lield als gij, mijn levens pad gekruist heeft!" En het goudvischjo en do met schuld beladen jonkman, wandelden in volkomen zielenharmonic verder! PRENTBRIEFKAARTEN. liet schijnt, dat in den Fransch-Duit- schen oorlog de eerste prentbriefkaarten gebruikt werden, en wel van Franseho zijde, wat men niet zou afleiden uit den naam, dien velen nog maar niet kunnen uitspreken of loslaten, van Ansichtkarie. In het departement van, de Sarthe, wer den toentertijd -10.000 man Fransche troe pen geconcentreerd, en een daar wonend drukkertje, Leon Besnardcau, kwam op het denkbeeld, hot den schrijfgrageh en schrijf- kuiuligen soldaten gemakkelijk te maken, llij begon eerst met kaarten, waarop ka nonnen, granaten, bommen en allerhande wapens tot een smakelijk allcrgaarljo wa ren bijeengebracht; ze hadden een aardigen aftrek. Toen bracht do drukker in den han del kijkjes op de kampen, op de stad, waar men ingekwartierd lag, zoodat de solda ten er niets anders hadden hij te voegen dan: „Hier zit ik nou". Maar toen do Fransclic troepen naar huis weiden gezonden, liet het hoekdrukkertjo zijn prachtidee verder ongebruikt liggen. De prentbriefkaart rustte. In 1800 begon Duitschland, daarna Oos tenrijk er weer mee. Engeland nam de prentkaart over en populariseerde Kaar, nadat het General Post Office toestemming had gegeven, dat door particulieren uitge geven briefkaarten in omloop 1 wamen. Later nam Duitschland de eerste plaats weer terug. Vooral aLs wereld leverancier staat het bovenaan. Het verbruiksrecord houdt echter Engeland. EEN HOTEL VOOR KINDEREN. Een hotel voor vrouwen, in New-York geopend, is wel iets bizonders, ,cn in elk geval vreemd genoog, om de opening le vermelden, maar geen unicum, liet eenigen tijd geleden te Londen, geopende hotel voor kindoren tot acht jaar is dat wel. Dit hotel staat in het westen der stad en staat onder toezicht van het Norland-verpleeg sters-instituut. liet heeft ton doel de op name van kinderen, waarvan de ouders oip reis gaan, of Ken oin een andere reden een tijdlang niet verzorgen kunnen, 't Hotel, dat, op de keper beschouwd, alleen door den woidsehen naam van een kindertehuis verschilt, bevat een groot aantal vertrok ken, dio alle in babystijl ingericht zijn. Bekwame verpleegsters zijn met Kot toe zicht belast. Er worden drie kinderen in één kamer gehuisvest, een boei klein kind, oen van een jaar of vier en oen van zeven of acht. De meubels zijn lil lip u tachtig; ta fels, stoelen, waschtafels, alles komt over een met de grootte der kleine gasten. Het meubilair is in eenige kamers van eikenhout eu in de andere wit gelakt. Het babyhotel heeft ook een vrcemdelingenboek, waarin de namen der kleine bewoners door hun brengers moeten worden ingeschreven. De kinderen kunnen opgenomen worden ais ze een maand oud zijn, tot den leeftijd van 8 jaar; zuigelingen betalen van 12 tot -12 shilling per week, dat hangt van de ka mer af; voor oudere kinderen bedraagt de prijs van 30 tot 85 pond sterling per jaar. De kamers kunnen gehuurd worden voor een. week, een maand of voor een jaar. In de „stallen" van het hotel staan een aantal kinderwagens, waarin de be woners hun dagelijksche wandeling in Kensington-Garden doen. VERYEN VAN DIEREN. liet is bekend, dat kanarievogels, die met cayennepeper worden gevoed, een roode kleur aannemen. Do cayennepeper bevat, behalve de roo de kleurstof, een scherpe stof eu vet; wan neer men de laatstgenoemde doormiddel van distillatie aan de cayennepeper ont trekt, hoeft het eten. der nog steeds rood achtig gekleurde peper, bij' de diertjes niet die merkwaardige uitwerking. Zij ontslaat eerst, als men de onttrokken olie aan de peper toevoegt. Hieruit volgi, dat h'et vet de eigenlijke drager der kleurstof is en dat dit tot in de vederen dor diertjes dringt, Wanneer men zuiver witte hennen cayen nepeper geeft, krijgen zij een bleekroode kleur, die in da open lucht tot donkerrood overgaat; zulke hoenders kondigen, eonigen uren vooruit, door haar meer of minder roode kleur, weersverandering aan. De dooier der, eieren van zulke hoenders is donkerrood. Reeds vóór dertig jaar heeft men soort- gelijko proefnemingen gedaan met den al- conaworlel (anchusa tinctoria), die een violct-roodo in vet oplosbare kleurstof be vat. In een DuitscK tijdschrift wordt hier omtrent de volgende merkwaardigheid me degedeeld. Op de Maleischo oilanden, waar men op bepaalde tijdon h'et vleesch' van den orarv-oebu nnHigf. is h'et gewoonte, het dïer ec-ugo ".a-V-n, mL Ju t .'•(-drr.K wordt, met meekrap to voederen. Ditliecfl tengevolge, dat de beenderen ziclf donker rood kleuren. De beroemde zoöloog Bunneister was in het bezit van zulk oen rood gekleurd skelet. Burmeister had een skelet besteld bij een Ncderlandschen zendeling, die in Seramak, op Borneo, werkzaam was, en bij hot ont vangen was hij eerst weinig gesticht over dio onnatuurlijke kleur. Hieruit blijkt, dat wilde volken reeds lang bekend zijn met h'et verven van die ren. NIEUWTJES VAN HIER' EN DAAR. Hoewel h'et oor van eon olifant, in ver gelijking van zijn geheele lichaam, zeer klein is, is zijn gehoor (toch zeer scherp. Het dorp Aumone, in Frankrijk, is, naar men zegt, de gezondste plaats van. Europa. Het tolt slechts 40 inwoners, waarvan er 23 ruim tachtig jaar zijn, oen is er zelfs over de honderd. Groot-Brittanië krijgt nu 86 percent van zijn thee uit Indië cn Ceylon tegen drie percent in 1SGL Ken Edinburgsche dokter heeft ecu boekje geschreven, o. a. om to bewijzen, dat de meeste monsch'en, het werkvolk niet uitgesloten, te veel eten. In vroeger dagen, zegt hij, toen het voedsel van, den werkman bestond uit melk, eieren, visch, meel en aardappelen, en men geen slager of bakker onder zijn bereik had, was ieder een gezond. Maar toen wittebrood en vleesch in de mode kwamen, kwamen de doktere mee. Zooveel orders kan een goede Duitsclie brouwerij niet ontvangen, of zij zal geen bier afleveren, dat niet minstens drie maanden geleden gemaakt is. Wanneer in Perzië iemand uit den dcfli- gen stand een bezoek wil afleggen, dan geeft hij twee uur te voren daarvan ken nis, en wanneer het een zeer belangrijk bezoek is, een dag. Bedienden komen hem tegemoet en al naai; male zijn rang, heb ben er allerlei plichtplegingen plaats. De linker- en niet da rechterzijde wordt daar als de ecreplaats beschouwd. In Londen, worden gemiddeld 'dagelijks 400 honderd kinderen geboren2c0 gaan er voor het eerst naar, school, 200 voor het eerst in dienst, 150 personen treden den huwelijkss laat in, en 250 sterven er. In Rusland gebruiken de deelnemers aan een duel gezamenlijk! oen ontbijt, vóór zc elkaar gaan bestrijden. In Afrika worden bijna 30O verschillen de talen gesproken. Het zetten van edelgesteenten geeft te Birmingham voortdurend aan 14.000 mon sch'en werk. Er bestaan drio soorten van honden, welke nooit blaffen: de Australische hond, die van Egypte cn de Perzische woestijn- hond. ANECDÜTEN. Advocaat: „Ik - moet de zuivere waar heid weten, vóór ik je kan verdedigen. Hebt go mij nu alles verteld?" Gevangene: „Ja! uitgezonderd, waar ik het gestolen geld geborgen heb; daar heb ik alleen maar mee te maken." JUIST DAAROM. „Hoe kom je er bij, man, een hond mee te brengen, wo hebben zelf niet te eten." „Juist daarom." Een tooncelspeler, die onlangs in een kleine provinciestad do rol van Richard Hl vervuld had, werd na atioop van h'et stuk door een hoer opgewacht, die hem zeido: „Als de mijnheer, die een paard noodig had, bij dat plan bleef, dan wilde ik wol zaken met hem doen." Juffrouw A.„Er is in de tweede acte een zeer moeilijke passage!" Juffrouw B.: „Zoo, wat is dat dan?" Juffrouw A.„Wel, de held van het stuk zegt mij, dat ik! het eerste meisje bon, dat hij ooit heeft liefgehad, en ik moet een gezicht zetten, of ik hot werkelijk ge loof." Dokter: „Breng nu den thermometer on der uw tong, mevrouw,, en sluit uw lippen vast op elkaar." Mevrouws echtgenoot (na oon poosje toe gekeken te liebbcn)„Wat kost dat .instru ment, doktor?" WEETGIERIGHEID. Een dienstbode, die juist in haar nieu wen dienst was getreden, werd aldus door baar meesteres toegesproken „Nu, Lisc, zoo als ik jc reeds vroeger zeide, wil jc leeren, dan kun je hier een uitstekenden dienst hebben; mijn dochters zijn bereid je in alles te onderrichten, wat je nog niet weet" Liso: „Dat is allerliefst van dc jonge dames; nu, dan wil ik het ook niet on der me laten; wo moesten dan morgen maar alvast met do piano beginnen." ONDER PAARDENSLACHTERS. Eerste slachter: „Wat heb jo daar voor vleesch?" Tweede slachter: „Rendiervlecsch." Eerste slachter: „Waar haal je dat van daan?" Tweede slachter: „Van de renbaan." „Wat, jo rijke erftante is gestorven, en jo bent toch maar in den halvcn rouw?" „Ja, want de helft van haar vermogen heeft zo aan mijn neef vermaakt." SLECHT WEGGEKOMEN. A: „Ik dacht, dat jo zoo gelukkig was I Wij allen maakten don dans om h'et gouden kalf mee. Jij waart dc uitverkorene en kreeg de rijke bruid."1 B: „Ja, maar het goud is nu weg; en het kalf heb ik overgehouden." „Wat zie ik, mijnh'eei; II. te paard? Is u niet bang, dal h'et beest u afwerpen.zal? Men krijgt zoo licht een ongeluk." „O, dat is h'et ergste niet. Maar die lui met hun camera's, langs den weg, die zijn 't gevaarlijkst. Die fotografeeren je onder 't vallen. Wie zegt je, dat jo jezelf daarmee nog niet cons ia dc cinematograal zult terug zien....?" STERKENDE SPORT. Mijnheer Spaan raadpleegt zijn dokter. „Wat, hebt u een zwakke horst," zegt do doktor, „en uw armspieren zijn vol strekt niet ontwikkeld!" Doe er wat tegen, ga aan sport doen! Ik' raad u aan lid le worden van een roeivcrceniging." Na verloop van een half jaar komt de heer Spaan weer bij 'den doktor. Deze is een en al verbazing en zegt: „Uw borst is nog even smalletjes, en de spieren zijn nog niet steviger. Ging het niet goed met de rociveioeniging?" „O, jawel! en ik: heb' er voel pleizier in. Ik ben stuurman!" VOO li DAMES. WAAROM SOMMIGE MEISJES NIET IN DEN SMAAK VALLEN. Van alle gaven, die de goede loovergodiu een meisje bij haar geboorte schenken kan, i» waarlijk geen kostbaarder, noch moeilijker in woorden te biengen, dan wat men noemt aantrekkelijkheid. Het eenige wat daarom trent vaststaat, is, dat sommige meisjes het hebben, terwijl anderen zelfs het geringste spoor daarvan missen, en dit wordt bovendien bij meisjes in 't zelfde huis opgevoed, en die schijnbaar in dezelfde omstandigheden zijn opgegroeid. Laten vrij ons een geval vooi Stellen van een velgerielden vader on moedor, in een goede maatschappelijke positie, met twee dochters, Mies en Jo, die beidon een opvoe ding hadden, zoo goed, uls men voor geld krijgen kan. Beiden ziion er aardig uit en haar klecren komen van hetzelfde goede huis, maar terwijl Mies overal succes heelt, kijkt niemand naar Jo Om. De moeder is er bepaald radeloos ouder en zegt klagend tegen haar man „Ik begrijp niet., wat er toch aan Jo man keert, dat dc mannen niet naar haar omzien; zij heeft precies dezelfde voorrechten als Mies, zij ziet er even. goed uit, en niemand geelt iets om haar, terwijl Mies zoo lizonder in den smaak valt." Papa i» ook niet bij machte cenig licht le ontsteken in deze duistere zaak, want hoewel hij weet, dat in 't diepst van zijn hart Mies zijn lieveling is, kan hij daarvoor geen reden opgeven. Do waarheid is eenvoudig, dat Mies de ge lukkige bezitster is van die eigenaardige gave. door de Frunschen ch arme genoemd, waarvoor ons „aantrekkelijkheid" slechts een zeer onvolkomen vertolking levmt; en toch, ook onze llolland&cho meisjes hebben charme of hebben het niet, en 't is moeilijk te zeg gen, waarin die eigenaardigheid schuilt. En kele gelukkige wezens worden er mede go- boren, maar misschien lean het ook nog wel verkregen worden. Vraag er eens een jongmensch naar, hoc hij over de zustere denkt, en hij zal u zeg gen, dat liij Mie& een gezellige zus vindt, terwijl Jo zoo ontzettend stijf is. Vraag het den meisjes, cn zij z dien u zeggen, dat Mies zoo den slag lieel't haar klec ren aan to trokken alsof zij voor haar be stemd waren van het begin der wereld, tor- wijl Jo daarentegen er altijd uitziet of haar kloet en uit de tweede band afkomstig zijn en gekocht schijnen voor icniand anders. Maar dat is ook weer niet beslissend, om dat. sommige meisjes, die zich onberispelijk kleeden, toch geen succes hebben. Buiten al len twijfel is dit onkel een zaak van tempe rament. Mies heeft een opgevvokten, vroo- lijken kijk op het loven, zij is altijd gereed de genoegens der wereld aan le nemen en om haar dwaasheden te lachen, terwijl Jo ge neigd is tot overdreven ernst, zeker soort van zelfonderzoek, dut altijd zellbevv.ustzijn mee brengt cn daarbij een onpleizierig soort van gevoel, zoowel voor haar zelf als voor luuu* omgüvhig. Een goed voorkomen is natuurlijk van groot belang voor succès in liet gezelschap, maar dit is laag niet bot eenige. Integen deel, de doorsneê-rmm hecht over hot alge meen. zeer weinig waarde aan bloote schoon heid van trekken, maar stelt alle vertrouwen in uitdi ukkiug, hetwelk vóór alles liet uit wendige en zichtbare toeken is van inner lijk temperament. Op zekeren dag was een dezer Jo's op een hal, waar zij haar meeslon tijd doorbracht ah a"n""hiieL'» Leu ecu tmi ffoedhiirt'ge dame, die haar kende, een jongmensch aart- hield en hem zeidef „Laat mij je voorstellen aan dat meisje. Zc is erg liei, en haar oudere zitten er heel goed bij, maar zij heeft den heelen avond J niet godan-t. Kom, vi'ang haar voor één keer." Maar de jonge man, al zeer weinig galant keek haar aan door zijn monocle cn ver klaarde „Dank u vriendelijk! Ik ga liever een sigaar rooken. Me dunkt, ze is geen meisje dat inpakt." En met deze «enigszins brutale opmerking, zette hij misschien den vinger op, de wond. Zij pakt niet in; zc trekt niet ann, omdat ze de gioote gave mist van opgeruimdheid. Niets trekt mannen zoo aan nis een vrooüjk gezicht, cn het meisje, dat dit vertoont, wat haar gevoelens ook mogen zijn, is er zeker van in den smaak te vallen. Ilot jougo mort&ch zag door zijn bril, dat Jo er snibbig of somber of saai uitzag of alle drie tegelijk en een jongmensch, dat het gezelschap van een saai meisje zoekt, is zoo zeldzaam als radium. Zelfs een muurbloem moet er uitzien, of zij niets liever doet dan naar hel dansen van anderen te kijken. En toch, opgeruimdheid is een gewoonte, evengoed als allo andere duigen, cn het muisjoj dat de moeite wil doen ze to verkrij gen, zal ondervinden, dat het een schitte renden invloed uitoefent op haar gelaat eu dat zij door geheel andere oogen wordt bezien. VOOR KlADEREÏÏ. VERRADERLIJK KIEKJE. „Verbazend leuk, cenig!" „Verrukkelijk 1" „Ik zie ons tweeën daar al staan in 't tentje!" „Nu, wij zullen er wel net zoo sl,aan a,ls alle anderen." „Maar voor 'n eersten keer." „Gelukkig, dal we onze witte jurkenvan Jeanne's trouwen hebben." „Jurken, ja... maar hoeden? Maar hoe den," herhaalde,. Nina op tragischen toon. „Toen gingen wit kastoren hoeden er best bij, ze flatteerden enorm... maar... ton eerste zijn winterhoeden einde April on mogelijk, en ten tweede zijn ze vuil." „Spreek voor jo zelve," viel llotty in. ,„Jc moest en .zoudt 'm ook altijd dra gen. De mijne is nog goed'cn... ik zet 'm op." „Einde April'n winterhoedEn Nika keek izoo wanhopend, dat Helly er om lachen moest. „Maar boste Nien't -zai toch! wel rooolen. Jo weet net zoo goed a.ls ik, dat papa ons dio beeldige bruidsmeisjes-jur ken gaf, mot de uitdrukkelijke voorwaarde, dal we ons dan van don zomer zouden behelpen met wat wc hadden..,." „Op één degelijk pakje na, luidde 't va derlijk bevel," verbeterde 't jongere zusje. „Nuen dat hebben wij allebei reeds besteld in den vorm van een blauw serge tailleur. En we hadden afgesproken, dat wo ons met onze matelots van verleden jaar zouden behelpen, en datwe zelf onze gekleede hoeden wat zouden op knappen." „Jawel, dat is ook' zoo..|. maar toen wo die belofte in jeugdige onbezonnen heid aflegden, vermoedden >ve niet, dal we voor de [Fancy-fair zouden gevraagd worden. Als wo papa nu eens overhaal den om ons..i. een bankbiljet van f25 voor ons beidjes te geven. Daarvoor zou den wc, met een beetje afdingen en pralen, wel een paar ordentelijke hoofddeksels kunnen krijgen. Ik zie zc al voor me... rose crop o-d c-s o i c, met witte strikken cn oen mooi vol garneersel van rose mar guerites. Je weet Wel, jvnn did groote slappe hoeden, uitstekend voor zoo'n gelegenheid. Ze hebben zoo iets horderlnachtigsl" „Vandaar hun naam b érgere s," viel llctty spottend in. „Hoe kom je er aan?" „Dat is mijn geheim; maar zeg mg zou 't niet kunnen?" „Neen, lieusoh niet, je moet verstandig zijn, Nien." „Papa is zoo goed." „Een reden le meer om er geen mis bruik van te maken. We zijn toch' geen kinderen meer. We welen tocli' welke enor me uitgaven Jeanne',s huwelijk met zich heeft gesleept. En we weten ook, dat papa niet rijk is." Jeanne...altijd Jeanne," riep Nina knorrig uit. „Zo is in alles de hoofd persoon, en wij zijn niets." „Wat hen je weer heerlijk onverstan dig," lachte Hetty. „Wie had dan bij Jeanne's trouwen de hoofdpersoon moe ten zijn, als zi) 't niet was? Jij soms?' Nina haalde de schouders op eu liep.»' hoos weg. Ze voelde zich erg ongelukkig enachtergezet. Bijv. nu zo droomde van een grooien, witten lfocd mot rozen, zooats ze gezien, had. Waar? Dat was Kaar geheim. Bij 't uitpakken van een koffer, dien haar getrouwde ziistcr vooruitgezonden had. Ze ging dicnzelfden. middag nog eens naar de woning der jongelui, dio eerst over een dag of veertien thuis zouden komen. Hij had voor zaken een reis van drie maanden moeten maken, en zijn vrouwtje was natuurlijk meegegaan. Nina stond voor do tweede maal hel verleidelijke hoofddeksel te bewonderen. (Slot volgt-) v «»v. ■ifjr-iuwnru^ «aa—■a—Mi uiHMrw—pmi wm—Mmfn

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 10