W'ng niet do veroordeel/ En zoo is bet
aiefc twijfelachtig, of flervé zal geen
1 >.n zelfs geen twee jaar (voor het geval
-eenzame opsluiting verkiest) op staats-
-ï, gevoed worden.
'.eruit nu blijkt, dat de anarchistische
-s verre bevoordeeld zijn boven bun
ingen, d.w.z. de minder ontwikkelde
wier hoofd ze op hol brengen., en dio
mgeri voet bon opvangen, wanneer liet
- abten aankomt. Daarin is juist het mis-
•i karakter van het persdoiict gelegen,
in het verkondigen van een meening,
uen vrij behoort te blijven ai o£ niet te
j ren, inaar in bet toedienen van die
"Hg als vergift aan ben, wier hersenen
n staat zijn de kracht en de werking
■i te toetsen aan de moraal, aan de
- X' lienst of aan welk richtsnoer van recht-
gheid ook. Uit dit oogpunt beschouwd
«ie voorzeker strenge veroordeeling van
billijk geacht worden. Hetgeen alles
.nnen niet belet, dat de Pnrijsche politie,
u oral de zodenpolitic, waarvan in casu
in bet bijzonder sprake was, soms de
t 'rijkste handelingen pleegt en een ana-
i.isme vormt In een vrije republiek. Het
moedigen van moord kan echter nooit vcr-
huldigd worden. Dat beeft ook de jury
1 qien, die voor Tiercé niet de vorzach-
mb omstandigheden heeft willen aannemen,
v,( - van ze zoo vaak misbruik maakt.
D k Hervé's veroordceling, in verband
ra zijn misdaad, geeft inmiddels weer een
I ,i 'en kijk op de gezindheid van partijen in
i .krijk. Deze is, in de laatste lijden, niet
ra te beschouwen dan als de vrucht van
„ie. 'toren, die, ol zijn zo ook niet geheel to
Ier trouw, huiten schot slaan, of, al
i kil ze getroffen, oen gemakkelijk ge-
i .'bare wonde oploopen. En dat is des le
"tft daar de mindere man, die naar hun
g dt luistert, moestal hel kind van do reke-
i. wordt.
JUVENIS.
A LLERLEI.
DE TERECHTWIJZING,
in vurige bewoordingen, schilderde de
nicman zijn innige gevoelens jegens hot
meisje, dat aan zijn zijde liep in do mooie
i1 ihlaan. Hij zei haar, hoe lief hij haar
i .ui, en hoo hij gaarno zijn heelo leven
h, wijden aan haapr geluk. Met welgeval-
li n h'oorde het meisje de betuigingen van
pi-Me aan, maar telkens wierp zij tersluiks
r blik achter zich, als vreesde zij, dat
ui.daar blaar jong geluk verstoord zou
-melon,
I' indelijk kon zij h'et niet langer voor
'«tl, houden.
Piet, lieve Piet," zei ze fluisterend, ,,al
v.--.r dan een half uur volgt ons een bru-
V kerel, dio geen oog van ons afhoudt,
i- begin nu werkelijk bang te worden, h'et
i- hier zoo eenzaam."
he jonkman, zeer verstoord over die on-
i -'wenschto interruptie, keek om en ontstui
ft' blijkbaar in ernstige mate.
'let duurde echter maar een oogenblik,
nat dadelijk vennande hij zich ou zei
Wel, lieveling, waarom heb je dat niet
gezegd? Ik zal dal heer eens even op
onbeschaamdheid wijzen. Eén oogen-
hlilq ik hen dadelijk terug."
'net vasten tred liep de kloeke jonkman
•t- den man loc, die het paartje op een
t« a and van vijftig meters gevolgd was. De
rel week geen haar breed, en wachtte
hn den ander af.
„Waarde vriend," begon de verliefde
nu geling, nadat hij zich overtuigd had,
(lat zijn meisje hem niet gevolgd was, ge
ïv-it nog wat geduld oefenen., Zooals ge
is zelf hebt kunnen, overtuigen, bon ik in
Ivutiis gekomen (net een der meest vermo-
nde jonge dames uit de stad. Zo is mij
zeer genegen en uw, geld is dus veiliger
a ooit. Heb' nog een paar maandjes ge
duld, dan krijgt gc alles terug met rente op
«me, en ik' geef een kolossale champag-
'iWuif. Houd me nu ten goede, dat ik naar
i' ni goudvischjo terugkeer. Adieu 1"
Met het gezicht van een overwinnaar,
by haar nog, dan zou hij het begrijpen,
h -u hij haar niet lief, dan zouden haar
•worden hem reeds lang ontgaan zijn en
nu. oogen zouden onverschillig langs het
enen beeld heenglijden. Een paar minu
te; later sloop zij met sdamgevouwen
schort schuw en voorzichtig als naar een
„r-ndez-vous" naar het Flora-beeld, Nu
schreed zij om het laatste geboomte heen,
ft", Hans.I Met een schreeuw trok
t zich terug. Daar stond hij en trok juist
3\ hand weg, waarmode hij oen ruiker
ti» chtige rozen in het verweerde beeld
<rt, steenen godin gelegd had. Een oogen
ic. M was het stil tusschen hen. Toen zeide
M zacht verwijtend:
„Waarom bleef je zoolang weg?"
..Omdat ik voor mij zelf klaarheid wilde
y, bben, ol je gelijk hadt bij ons laatste
-prek," antwoordde hij. „Neon, je hadt
ongelijk, volkomen ongelijk, ten minste wat
füli aangaat. Ik bemin Je toch en laat de
tv.op niet varen je eens te bezitten. Daar
om legde ik als afscheidsgroet die rozen
tb min, nu bloeien zij, de bloemen van je
flora."
„Hans!" riep zij, en het klonk als een
juichkreet. De slippen van het schort ont
deden haar bovenden handen, een, bloe
menregen viel op het gras voor zijn voelen
neer.
„Ach Hans, ikwilde juist hetzelfde
doen!"
stapto hij weer op h'et in angstige span
ning wachtende meisje toe.
,,'t Is maar goed, lieveling," zei hij, „dat
i" mij op dat individu opmerkzaam gemaakt
'hebt. Ik lieb' den kerel even de waarheid
gezegd en hem een pak slaag beloofd, als
hij het nog eens durfde wagen ons te vol
gen. Kijk eens, of h'et geholpen heeft, daar
gaat dio mooie mijnheer."
„Piet, ik bewonder je moed," antwoord
de het meisje, met trots, „en ik ben ge
lukkig, dat zoo'n lield als gij, mijn levens
pad gekruist heeft!"
En het goudvischjo en do met schuld
beladen jonkman, wandelden in volkomen
zielenharmonic verder!
PRENTBRIEFKAARTEN.
liet schijnt, dat in den Fransch-Duit-
schen oorlog de eerste prentbriefkaarten
gebruikt werden, en wel van Franseho
zijde, wat men niet zou afleiden uit den
naam, dien velen nog maar niet kunnen
uitspreken of loslaten, van Ansichtkarie.
In het departement van, de Sarthe, wer
den toentertijd -10.000 man Fransche troe
pen geconcentreerd, en een daar wonend
drukkertje, Leon Besnardcau, kwam op het
denkbeeld, hot den schrijfgrageh en schrijf-
kuiuligen soldaten gemakkelijk te maken,
llij begon eerst met kaarten, waarop ka
nonnen, granaten, bommen en allerhande
wapens tot een smakelijk allcrgaarljo wa
ren bijeengebracht; ze hadden een aardigen
aftrek. Toen bracht do drukker in den han
del kijkjes op de kampen, op de stad, waar
men ingekwartierd lag, zoodat de solda
ten er niets anders hadden hij te voegen
dan: „Hier zit ik nou".
Maar toen do Fransclic troepen naar huis
weiden gezonden, liet het hoekdrukkertjo
zijn prachtidee verder ongebruikt liggen.
De prentbriefkaart rustte.
In 1800 begon Duitschland, daarna Oos
tenrijk er weer mee. Engeland nam de
prentkaart over en populariseerde Kaar,
nadat het General Post Office toestemming
had gegeven, dat door particulieren uitge
geven briefkaarten in omloop 1 wamen.
Later nam Duitschland de eerste plaats
weer terug. Vooral aLs wereld leverancier
staat het bovenaan. Het verbruiksrecord
houdt echter Engeland.
EEN HOTEL VOOR KINDEREN.
Een hotel voor vrouwen, in New-York
geopend, is wel iets bizonders, ,cn in elk
geval vreemd genoog, om de opening le
vermelden, maar geen unicum, liet eenigen
tijd geleden te Londen, geopende hotel voor
kindoren tot acht jaar is dat wel. Dit
hotel staat in het westen der stad en staat
onder toezicht van het Norland-verpleeg
sters-instituut. liet heeft ton doel de op
name van kinderen, waarvan de ouders
oip reis gaan, of Ken oin een andere reden
een tijdlang niet verzorgen kunnen, 't Hotel,
dat, op de keper beschouwd, alleen door
den woidsehen naam van een kindertehuis
verschilt, bevat een groot aantal vertrok
ken, dio alle in babystijl ingericht zijn.
Bekwame verpleegsters zijn met Kot toe
zicht belast. Er worden drie kinderen in
één kamer gehuisvest, een boei klein kind,
oen van een jaar of vier en oen van zeven
of acht. De meubels zijn lil lip u tachtig; ta
fels, stoelen, waschtafels, alles komt over
een met de grootte der kleine gasten. Het
meubilair is in eenige kamers van eikenhout
eu in de andere wit gelakt. Het babyhotel
heeft ook een vrcemdelingenboek, waarin
de namen der kleine bewoners door hun
brengers moeten worden ingeschreven. De
kinderen kunnen opgenomen worden ais
ze een maand oud zijn, tot den leeftijd
van 8 jaar; zuigelingen betalen van 12 tot
-12 shilling per week, dat hangt van de ka
mer af; voor oudere kinderen bedraagt
de prijs van 30 tot 85 pond sterling per
jaar. De kamers kunnen gehuurd worden
voor een. week, een maand of voor een
jaar. In de „stallen" van het hotel staan
een aantal kinderwagens, waarin de be
woners hun dagelijksche wandeling in
Kensington-Garden doen.
VERYEN VAN DIEREN.
liet is bekend, dat kanarievogels, die met
cayennepeper worden gevoed, een roode
kleur aannemen.
Do cayennepeper bevat, behalve de roo
de kleurstof, een scherpe stof eu vet; wan
neer men de laatstgenoemde doormiddel
van distillatie aan de cayennepeper ont
trekt, hoeft het eten. der nog steeds rood
achtig gekleurde peper, bij' de diertjes niet
die merkwaardige uitwerking. Zij ontslaat
eerst, als men de onttrokken olie aan de
peper toevoegt. Hieruit volgi, dat h'et vet
de eigenlijke drager der kleurstof is en
dat dit tot in de vederen dor diertjes
dringt,
Wanneer men zuiver witte hennen cayen
nepeper geeft, krijgen zij een bleekroode
kleur, die in da open lucht tot donkerrood
overgaat; zulke hoenders kondigen, eonigen
uren vooruit, door haar meer of minder
roode kleur, weersverandering aan. De
dooier der, eieren van zulke hoenders is
donkerrood.
Reeds vóór dertig jaar heeft men soort-
gelijko proefnemingen gedaan met den al-
conaworlel (anchusa tinctoria), die een
violct-roodo in vet oplosbare kleurstof be
vat. In een DuitscK tijdschrift wordt hier
omtrent de volgende merkwaardigheid me
degedeeld. Op de Maleischo oilanden, waar
men op bepaalde tijdon h'et vleesch' van
den orarv-oebu nnHigf. is h'et gewoonte,
het dïer ec-ugo ".a-V-n, mL Ju t .'•(-drr.K
wordt, met meekrap to voederen. Ditliecfl
tengevolge, dat de beenderen ziclf donker
rood kleuren.
De beroemde zoöloog Bunneister was in
het bezit van zulk oen rood gekleurd skelet.
Burmeister had een skelet besteld bij een
Ncderlandschen zendeling, die in Seramak,
op Borneo, werkzaam was, en bij hot ont
vangen was hij eerst weinig gesticht over
dio onnatuurlijke kleur.
Hieruit blijkt, dat wilde volken reeds
lang bekend zijn met h'et verven van die
ren.
NIEUWTJES VAN HIER' EN DAAR.
Hoewel h'et oor van eon olifant, in ver
gelijking van zijn geheele lichaam, zeer
klein is, is zijn gehoor (toch zeer scherp.
Het dorp Aumone, in Frankrijk, is, naar
men zegt, de gezondste plaats van. Europa.
Het tolt slechts 40 inwoners, waarvan er
23 ruim tachtig jaar zijn, oen is er zelfs
over de honderd.
Groot-Brittanië krijgt nu 86 percent van
zijn thee uit Indië cn Ceylon tegen drie
percent in 1SGL
Ken Edinburgsche dokter heeft ecu
boekje geschreven, o. a. om to bewijzen,
dat de meeste monsch'en, het werkvolk
niet uitgesloten, te veel eten. In vroeger
dagen, zegt hij, toen het voedsel van, den
werkman bestond uit melk, eieren, visch,
meel en aardappelen, en men geen slager
of bakker onder zijn bereik had, was ieder
een gezond. Maar toen wittebrood en
vleesch in de mode kwamen, kwamen de
doktere mee.
Zooveel orders kan een goede Duitsclie
brouwerij niet ontvangen, of zij zal geen
bier afleveren, dat niet minstens drie
maanden geleden gemaakt is.
Wanneer in Perzië iemand uit den dcfli-
gen stand een bezoek wil afleggen, dan
geeft hij twee uur te voren daarvan ken
nis, en wanneer het een zeer belangrijk
bezoek is, een dag. Bedienden komen hem
tegemoet en al naai; male zijn rang, heb
ben er allerlei plichtplegingen plaats. De
linker- en niet da rechterzijde wordt daar
als de ecreplaats beschouwd.
In Londen, worden gemiddeld 'dagelijks
400 honderd kinderen geboren2c0 gaan er
voor het eerst naar, school, 200 voor het
eerst in dienst, 150 personen treden den
huwelijkss laat in, en 250 sterven er.
In Rusland gebruiken de deelnemers
aan een duel gezamenlijk! oen ontbijt, vóór
zc elkaar gaan bestrijden.
In Afrika worden bijna 30O verschillen
de talen gesproken.
Het zetten van edelgesteenten geeft te
Birmingham voortdurend aan 14.000 mon
sch'en werk.
Er bestaan drio soorten van honden,
welke nooit blaffen: de Australische hond,
die van Egypte cn de Perzische woestijn-
hond.
ANECDÜTEN.
Advocaat: „Ik - moet de zuivere waar
heid weten, vóór ik je kan verdedigen.
Hebt go mij nu alles verteld?"
Gevangene: „Ja! uitgezonderd, waar ik
het gestolen geld geborgen heb; daar heb
ik alleen maar mee te maken."
JUIST DAAROM.
„Hoe kom je er bij, man, een hond
mee te brengen, wo hebben zelf niet te
eten."
„Juist daarom."
Een tooncelspeler, die onlangs in een
kleine provinciestad do rol van Richard Hl
vervuld had, werd na atioop van h'et stuk
door een hoer opgewacht, die hem zeido:
„Als de mijnheer, die een paard noodig
had, bij dat plan bleef, dan wilde ik wol
zaken met hem doen."
Juffrouw A.„Er is in de tweede acte
een zeer moeilijke passage!"
Juffrouw B.: „Zoo, wat is dat dan?"
Juffrouw A.„Wel, de held van het stuk
zegt mij, dat ik! het eerste meisje bon, dat
hij ooit heeft liefgehad, en ik moet een
gezicht zetten, of ik hot werkelijk ge
loof."
Dokter: „Breng nu den thermometer on
der uw tong, mevrouw,, en sluit uw lippen
vast op elkaar."
Mevrouws echtgenoot (na oon poosje toe
gekeken te liebbcn)„Wat kost dat .instru
ment, doktor?"
WEETGIERIGHEID.
Een dienstbode, die juist in haar nieu
wen dienst was getreden, werd aldus door
baar meesteres toegesproken
„Nu, Lisc, zoo als ik jc reeds vroeger
zeide, wil jc leeren, dan kun je hier een
uitstekenden dienst hebben; mijn dochters
zijn bereid je in alles te onderrichten, wat
je nog niet weet"
Liso: „Dat is allerliefst van dc jonge
dames; nu, dan wil ik het ook niet on
der me laten; wo moesten dan morgen
maar alvast met do piano beginnen."
ONDER PAARDENSLACHTERS.
Eerste slachter: „Wat heb jo daar voor
vleesch?"
Tweede slachter: „Rendiervlecsch."
Eerste slachter: „Waar haal je dat van
daan?"
Tweede slachter: „Van de renbaan."
„Wat, jo rijke erftante is gestorven, en
jo bent toch maar in den halvcn rouw?"
„Ja, want de helft van haar vermogen
heeft zo aan mijn neef vermaakt."
SLECHT WEGGEKOMEN.
A: „Ik dacht, dat jo zoo gelukkig was I
Wij allen maakten don dans om h'et gouden
kalf mee. Jij waart dc uitverkorene en
kreeg de rijke bruid."1
B: „Ja, maar het goud is nu weg; en
het kalf heb ik overgehouden."
„Wat zie ik, mijnh'eei; II. te paard? Is
u niet bang, dal h'et beest u afwerpen.zal?
Men krijgt zoo licht een ongeluk."
„O, dat is h'et ergste niet. Maar die
lui met hun camera's, langs den weg, die
zijn 't gevaarlijkst. Die fotografeeren je
onder 't vallen. Wie zegt je, dat jo jezelf
daarmee nog niet cons ia dc cinematograal
zult terug zien....?"
STERKENDE SPORT.
Mijnheer Spaan raadpleegt zijn dokter.
„Wat, hebt u een zwakke horst," zegt
do doktor, „en uw armspieren zijn vol
strekt niet ontwikkeld!" Doe er wat tegen,
ga aan sport doen! Ik' raad u aan lid le
worden van een roeivcrceniging."
Na verloop van een half jaar komt de
heer Spaan weer bij 'den doktor. Deze is
een en al verbazing en zegt:
„Uw borst is nog even smalletjes, en de
spieren zijn nog niet steviger. Ging het
niet goed met de rociveioeniging?"
„O, jawel! en ik: heb' er voel pleizier in.
Ik ben stuurman!"
VOO li DAMES.
WAAROM SOMMIGE MEISJES NIET
IN DEN SMAAK VALLEN.
Van alle gaven, die de goede loovergodiu
een meisje bij haar geboorte schenken kan,
i» waarlijk geen kostbaarder, noch moeilijker
in woorden te biengen, dan wat men noemt
aantrekkelijkheid. Het eenige wat daarom
trent vaststaat, is, dat sommige meisjes het
hebben, terwijl anderen zelfs het geringste
spoor daarvan missen, en dit wordt bovendien
bij meisjes in 't zelfde huis opgevoed, en die
schijnbaar in dezelfde omstandigheden zijn
opgegroeid.
Laten vrij ons een geval vooi Stellen van
een velgerielden vader on moedor, in een
goede maatschappelijke positie, met twee
dochters, Mies en Jo, die beidon een opvoe
ding hadden, zoo goed, uls men voor geld
krijgen kan.
Beiden ziion er aardig uit en haar klecren
komen van hetzelfde goede huis, maar terwijl
Mies overal succes heelt, kijkt niemand naar
Jo Om.
De moeder is er bepaald radeloos ouder en
zegt klagend tegen haar man
„Ik begrijp niet., wat er toch aan Jo man
keert, dat dc mannen niet naar haar omzien;
zij heeft precies dezelfde voorrechten als
Mies, zij ziet er even. goed uit, en niemand
geelt iets om haar, terwijl Mies zoo lizonder
in den smaak valt."
Papa i» ook niet bij machte cenig licht le
ontsteken in deze duistere zaak, want hoewel
hij weet, dat in 't diepst van zijn hart Mies
zijn lieveling is, kan hij daarvoor geen reden
opgeven.
Do waarheid is eenvoudig, dat Mies de ge
lukkige bezitster is van die eigenaardige
gave. door de Frunschen ch arme genoemd,
waarvoor ons „aantrekkelijkheid" slechts een
zeer onvolkomen vertolking levmt; en toch,
ook onze llolland&cho meisjes hebben charme
of hebben het niet, en 't is moeilijk te zeg
gen, waarin die eigenaardigheid schuilt. En
kele gelukkige wezens worden er mede go-
boren, maar misschien lean het ook nog wel
verkregen worden.
Vraag er eens een jongmensch naar, hoc
hij over de zustere denkt, en hij zal u zeg
gen, dat liij Mie& een gezellige zus vindt,
terwijl Jo zoo ontzettend stijf is.
Vraag het den meisjes, cn zij z dien u
zeggen, dat Mies zoo den slag lieel't haar klec
ren aan to trokken alsof zij voor haar be
stemd waren van het begin der wereld, tor-
wijl Jo daarentegen er altijd uitziet of haar
kloet en uit de tweede band afkomstig zijn
en gekocht schijnen voor icniand anders.
Maar dat is ook weer niet beslissend, om
dat. sommige meisjes, die zich onberispelijk
kleeden, toch geen succes hebben. Buiten al
len twijfel is dit onkel een zaak van tempe
rament. Mies heeft een opgevvokten, vroo-
lijken kijk op het loven, zij is altijd gereed de
genoegens der wereld aan le nemen en om
haar dwaasheden te lachen, terwijl Jo ge
neigd is tot overdreven ernst, zeker soort van
zelfonderzoek, dut altijd zellbevv.ustzijn mee
brengt cn daarbij een onpleizierig soort van
gevoel, zoowel voor haar zelf als voor luuu*
omgüvhig.
Een goed voorkomen is natuurlijk van
groot belang voor succès in liet gezelschap,
maar dit is laag niet bot eenige. Integen
deel, de doorsneê-rmm hecht over hot alge
meen. zeer weinig waarde aan bloote schoon
heid van trekken, maar stelt alle vertrouwen
in uitdi ukkiug, hetwelk vóór alles liet uit
wendige en zichtbare toeken is van inner
lijk temperament.
Op zekeren dag was een dezer Jo's op een
hal, waar zij haar meeslon tijd doorbracht
ah a"n""hiieL'» Leu ecu tmi ffoedhiirt'ge
dame, die haar kende, een jongmensch aart-
hield en hem zeidef
„Laat mij je voorstellen aan dat meisje.
Zc is erg liei, en haar oudere zitten er heel
goed bij, maar zij heeft den heelen avond J
niet godan-t. Kom, vi'ang haar voor één
keer."
Maar de jonge man, al zeer weinig galant
keek haar aan door zijn monocle cn ver
klaarde
„Dank u vriendelijk! Ik ga liever een
sigaar rooken. Me dunkt, ze is geen meisje
dat inpakt."
En met deze «enigszins brutale opmerking,
zette hij misschien den vinger op, de wond.
Zij pakt niet in; zc trekt niet ann, omdat ze
de gioote gave mist van opgeruimdheid.
Niets trekt mannen zoo aan nis een vrooüjk
gezicht, cn het meisje, dat dit vertoont, wat
haar gevoelens ook mogen zijn, is er zeker
van in den smaak te vallen.
Ilot jougo mort&ch zag door zijn bril, dat
Jo er snibbig of somber of saai uitzag of
alle drie tegelijk en een jongmensch, dat het
gezelschap van een saai meisje zoekt, is zoo
zeldzaam als radium. Zelfs een muurbloem
moet er uitzien, of zij niets liever doet dan
naar hel dansen van anderen te kijken.
En toch, opgeruimdheid is een gewoonte,
evengoed als allo andere duigen, cn het
muisjoj dat de moeite wil doen ze to verkrij
gen, zal ondervinden, dat het een schitte
renden invloed uitoefent op haar gelaat eu
dat zij door geheel andere oogen wordt bezien.
VOOR KlADEREÏÏ.
VERRADERLIJK KIEKJE.
„Verbazend leuk, cenig!"
„Verrukkelijk 1"
„Ik zie ons tweeën daar al staan in
't tentje!"
„Nu, wij zullen er wel net zoo sl,aan
a,ls alle anderen."
„Maar voor 'n eersten keer."
„Gelukkig, dal we onze witte jurkenvan
Jeanne's trouwen hebben."
„Jurken, ja... maar hoeden? Maar hoe
den," herhaalde,. Nina op tragischen toon.
„Toen gingen wit kastoren hoeden er best
bij, ze flatteerden enorm... maar... ton
eerste zijn winterhoeden einde April on
mogelijk, en ten tweede zijn ze vuil."
„Spreek voor jo zelve," viel llotty in.
,„Jc moest en .zoudt 'm ook altijd dra
gen. De mijne is nog goed'cn... ik zet
'm op."
„Einde April'n winterhoedEn Nika
keek izoo wanhopend, dat Helly er om
lachen moest.
„Maar boste Nien't -zai toch! wel
rooolen. Jo weet net zoo goed a.ls ik, dat
papa ons dio beeldige bruidsmeisjes-jur
ken gaf, mot de uitdrukkelijke voorwaarde,
dal we ons dan van don zomer zouden
behelpen met wat wc hadden..,."
„Op één degelijk pakje na, luidde 't va
derlijk bevel," verbeterde 't jongere zusje.
„Nuen dat hebben wij allebei reeds
besteld in den vorm van een blauw serge
tailleur. En we hadden afgesproken,
dat wo ons met onze matelots van
verleden jaar zouden behelpen, en datwe
zelf onze gekleede hoeden wat zouden op
knappen."
„Jawel, dat is ook' zoo..|. maar toen
wo die belofte in jeugdige onbezonnen
heid aflegden, vermoedden >ve niet, dal
we voor de [Fancy-fair zouden gevraagd
worden. Als wo papa nu eens overhaal
den om ons..i. een bankbiljet van f25
voor ons beidjes te geven. Daarvoor zou
den wc, met een beetje afdingen en pralen,
wel een paar ordentelijke hoofddeksels
kunnen krijgen. Ik zie zc al voor me...
rose crop o-d c-s o i c, met witte strikken
cn oen mooi vol garneersel van rose mar
guerites. Je weet Wel, jvnn did groote slappe
hoeden, uitstekend voor zoo'n gelegenheid.
Ze hebben zoo iets horderlnachtigsl"
„Vandaar hun naam b érgere s,"
viel llctty spottend in. „Hoe kom je er
aan?"
„Dat is mijn geheim; maar zeg mg zou
't niet kunnen?"
„Neen, lieusoh niet, je moet verstandig
zijn, Nien."
„Papa is zoo goed."
„Een reden le meer om er geen mis
bruik van te maken. We zijn toch' geen
kinderen meer. We welen tocli' welke enor
me uitgaven Jeanne',s huwelijk met zich
heeft gesleept. En we weten ook, dat papa
niet rijk is."
Jeanne...altijd Jeanne," riep Nina
knorrig uit. „Zo is in alles de hoofd
persoon, en wij zijn niets."
„Wat hen je weer heerlijk onverstan
dig," lachte Hetty. „Wie had dan bij
Jeanne's trouwen de hoofdpersoon moe
ten zijn, als zi) 't niet was? Jij soms?'
Nina haalde de schouders op eu liep.»'
hoos weg. Ze voelde zich erg ongelukkig
enachtergezet.
Bijv. nu zo droomde van een grooien,
witten lfocd mot rozen, zooats ze gezien,
had.
Waar? Dat was Kaar geheim.
Bij 't uitpakken van een koffer, dien
haar getrouwde ziistcr vooruitgezonden
had.
Ze ging dicnzelfden. middag nog eens
naar de woning der jongelui, dio eerst
over een dag of veertien thuis zouden
komen.
Hij had voor zaken een reis van drie
maanden moeten maken, en zijn vrouwtje
was natuurlijk meegegaan.
Nina stond voor do tweede maal hel
verleidelijke hoofddeksel te bewonderen.
(Slot volgt-)
v «»v. ■ifjr-iuwnru^ «aa—■a—Mi uiHMrw—pmi wm—Mmfn