63*" Jaargang
Zondag 6 Maart 1910,
No. 13246
Derde Blad
Een Staatshandelsreiziger.
De steenen Flora.
a
Doze courant vorscliijnt dag olijk's, mot uitzondering van Zon-on Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en V1 a a r d i n y c n II. 1.25 franco
per post fl. 1.65.
prijs per week: Voor Schiedam on VI aardi ngen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Ad verten tien voor het eerstvolgend nummer moeten dos middags vóór een
uur pan het bureau bezorgd "zijn,
i Bureau: Lango Haven No. 141 (bock Korte Haven).
Prijs der Advertenliën: Van 16 regels fl. 0,92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regel, Ciroote letters naar de plaats die z|
innemen.
Advertentiën hij abonnement op voordeelige, voorwaarden. Tarieves
hiervan zijn gratis aan net Bureau to hekomen.
In do nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavon d
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den pri.
van 40 cents per advertentie, hij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intere. Telefoon
1 voor de Redactie No. 123.
I voor do Administratie No. 103.
es
De staatssecretaris der Vcrccnigde Sta
ten van Noord-Amerika, Knox, heeft aan
alle vertegenwoordigers der Unie in het
buitenland, ambassadeurs, gezanten en
consuls een schrijven gericht, waarin hij
hun mededeelt, dat hun hoofdbezigheid
moet "zijn met inspanning van alle krach
ten te werken aan de uitbreiding van den
Amerikaanschcn handel. Voortaan zal bij
lum bevordering meer gelet worden op
hun bekwaamheid om voor de export der
Unie nieuwe afzetgebieden te openen dan
op hun bekendheid met diplomatieke ge
bruiken, enz.
Hot klinkt zoo wat cru. Waar hot is
gezond on deze methode hoeft de toekomst.
Een nieuw afzetgebied hoteekent grooto
lenneerdcring van het nationale vermogen
eu bij de vermeerdering daarvan heeft
ieder, elke werkman, elke ambtenaar, elke
koopman te zijner tijd profijt.
Wij mogen niet verwachten, dat in Ne
derland spoedig een dergelijke circulaire
zal rondgaan, ook al beleven wij dan ook
onder den nieuwen minister tcekenen en
wonderen. Waar wij mogen wel ön van
dezen minister èn van minister Talma
verwachten, dat zooveel mogelijk in deze
richting geregeerd wordt.
Trouwens h'eel beslist nieenen wij,
(lat zelfs in ons miderweDel! Staatsbestel
nog wol hervormingen zijn te brengen, die
de belcekenis van onze vertegenwoordi
gers in den vreemde voor de volkswelvaart
belangrijk zullen kunnen verhoogen.
Daartoe hebben wij in de eerste .plaats
na te gaan wat nog het bezwaar is van
do wijze, waarop het overigens in veel
opzichten zoo actieve ministerie van Han
del enz. werkt. Dat bezwaar is zien wij
wel tweeërlei. Het. werk is le veel
papieren werk en h'cl contact met dc be
doelde vertegenwoordigers in den vreemde
is niet innig genoog,
Do nieuwe publicaties van dit departe
ment zijn zeker zeer interessant en wor
den met belangstelling door don handel
ontvangen. Waar worden zij gelezen? En
worden zij door do grooto menigte^ gelezen?
Wij betwijfelen het. En toch het de
partement moet gelezen, gehoord willen
worden. Nu zou hot daartoe b.v. con gocd-
^03Pj groot, uitstekend geïllustreerd en
smakelijk geredigeerd weekblad kunnen uit
doven. Waar wij vreezen, dat daarvoor do
tijd nog niet rijp is en dat (1e particulieren
op dit gebied concurrentie van den staat
zouden vreezen.
Zóó Amerikaanse!! willen wij dan ook
do zaak niet aanleggen. Maar toch is er
naar onzo overtuiging een goede stap in
dc Amerikaansohe richting te doen naar
wat wjj in alle bescheidenheid een nieuwe
methode mcencn te mogen noemen.
Wij hebben een middel gezocht om de
consuls enz., onmiddellijk in contact te
brengen met don handel, met de induslijie.
Naar men weet, wordt dat contact veriae
gen door de beroepsconsuls, als zij hier
te lande zijn, uit te noodjigen aan het de
partement en wellicht ook in enkele groole
handelssteden zitdagen tc houden.
Welnu dat goede idee zouden wij
willen uitbreiden en meer systematisco
ren. Wij zouden persoonlijk conlaet willen
brengen tusschen den handel en al onze
consuls (dus niet uitsluitend enkele in pa-
tria toevallig verblijvende consulcs missi).
En wel op deze wijze:
Door den staat worde (voorloopig één)
ambtenaar aangesteld, oen bekwaam, wel
gemanierd, energiek en onvermoeid man,
die ia opdracht krijgt telkens de consuls
in oen bepaald land te gaan opzoeken, en
met hen te overleggen wat in het belang
van don handel zou kunnen worden ge
daan. Uit den aard der zaak zal een han
dig en bekwaam man op deze wijze een
schat van wetens waardigheden kunnen
opdoen. Do honoraire consuls, die veel
goed werk kunnen doen, doel! uit den
aard der zaak daartoe niet licht komen,
worden aangezet, levend contact wordt ver
kregen en bovendien kan do reizende amb
tenaar alle inlichtingen krijgen, dio hij
wenscht lo hebben. Heeft hij op deze
wijze het land afgereisd, dan keero hij
terug naar ms land, doelo zijn indrukken
aan de departementen mede maar ga ook
het land in, In alle hoofdsteden en pro
vinciale centra hebbe hij dan zijn zitdagen,
waar hij iedereen, dje dat wensehtj te
woord kan staan over do Nederlandschc
belangen in liet betrokken land. en uitste
kend nuttige Auregung kan geven. En als
dat gebeurd is, gaat hij een nieuw land
op deze zelfde wijze ©xploreercn en hreuge
op dezelfde wijze zijn wijsheid onder de
mcnschen.
Hot schijnt ons een in ieder opzicht
aanbevelenswaardige hervorming, niet al
leen om het verkrijgen van dit innige
contact tusschen handel en industrie en
het buitenland, maar ook omdat het gc-
hccle consulaire systeem door deze nau
were aanraking veel verbeterd zal wor
den.
Er zyn eeiiigc bezwaren.
In do eerste plaats dat het buitenland
dit niet doet. Wij achten dat bezwaar
voor de beide betrokken bewindslieden
even weinig ernstig als dit andere, dat
het idee niet op het departement is ont
staan. Bovendien laten wij het buiton
land ditmaal eens voor zijn. Zij zullen
het ons gauw genoeg nadoen.
Dan is het moeilijk hiervoor een ge
schikt persoon to vinden. Wel een ernstig,
geen peremptoir bezwaar. Alen moet
uiterst voorzichtig zijn in do keuze. Ma
nieren tact, kennis, talonbeheerschiiig, 't
doorstaan vAu grooto vermoeienissen
inderdaad, men vraagt niet weinig van
den titularis.
„Ben je gauw klaar, Ida?"
„Ja, waarom?"
„Ik wildo je wat vragen."
„Dadelijk." I
Ze zit op' haar fiets en voert ecnigci
kunstige toeren uit. Nu springt ze er af,
staat voor hem, slank, friscli eu bekook-
ujk in haar donkerblauwe japon, met roodc
wangen en lachende oogen,
„Wa, h'oud je van me?"
„Natuurlijk, wat een komische vraag."
„Je weet toch', dat we samen zullen
trouwen."
„Dat is waar ook; ik was h'et geheel
wwgeten. Maar daar komt toch niets van.
Nietwaar?"
„Waarom niet?"
"^om Hans, dat weet je evengoed als
Wij beminnen elkander in 't geheel niet
WI j-1™ huwelijk op commando is alleen
goed voor onzelfstandige mensclion, en
«iet voor dezulken, die weten, Avat zij wil-
zooals wij."
„Heb je daareven niet gezegd, dat je van
me houdt?"
„Ja, maar vau iemand houden en met
iem trouwen is niet hetzelfde. Zie, wij
ir",611 €"iaar V!ul kindsbeen af, eu hebben
a ijd met elkaar gespeeld. En, zie je, die
^eroemdo liefde ik bedoel da,t vurig
ar.riijpm, 'loc na-u- hojyu, en urn r,
Doeb wij zijn zeker, dat er wel een
zeer geschikt persoon daarvoor te krijgen
is, ja, wij zouden hem durven aanwijzen,
indien er maar voldoende betaald wordt.
Dio betaling is het laatste en wellicht
niet het geringste bezwaar. Want zij moet
zeer royaal zijn, zóó royaal, dat iemand
met veel bekwaamheden zich toch al die
moeite zal willen getroosten.
Doch' zullen ook vrij hooge kosten niet
gedekt kunnen worden eenerzijds door de
grootero cfficaciteit van het consulaire
corps, anderzijds door hot onmiddellijk be
lang voor de nationale welvaart?
liet is natuurlijk buitengewoon lastig
zoo'n belang in cijfers om te zetten. Zal
hij Nederland een Ion, een millioen of
tien millioen moer laten verdienen?
Zullen dientengevolge dc arboidsloonen
belangrijk verhoogd kunnen worden, de fa
brikanten cn handelaren véél meer ver
dienen, de middenstand dus ook moer
omzetten, veel nieuwe industrieën ont
staan?
Wie zal liet zeggen? Het hangt alles
af van do wijze, waarop deze ambtenaar
zijn taak opvat. Doch neemt men hier
vooral een energiek, onvermoeid man, die
bewezen heeft flink te willen aanpakken,
óok zelfs zonder bizondere belooning, ook
ten bato van het algemeen, dan gelooven
wij, dat zijn werkzaamheid kan leiden tot
onbegrensde mogelijkheden en dat hij bi-
zondcr veel zal kunnen doen voor de na
tionale welvaart.
Wij zouden dit idoc gaarne willen aan
bevelen ia de gezette overweging onzer
autoriteiten. En blijkt onze rcdeneeiing
juist, dat men dan niet tafmc maar zoo
spoedig mogelijk dezen slaatshandclsreizi-
ger bonocme en uitzonde.
FRANSCIIE BRIEFEN.
je begrijpt me wel zou ik wel eens
willen loeren kennen. Jij' niet? Eu zouden
we elkaar dan den pas afsnijden? Dat
zou toch erg dom zijn."
„En denk je, dat we samen dat genot
niet zouden kunnen smaken.?"
„Wij? Geen denken aanl Wij stemmen, in
niets overeen."
„Nu, daar zou ik wel buiten kunnen."
„En als wij elkaar niet kunnen bemin
nen?"
„Dan zullen we wachten, wij zijn nog
jong," besloot hij op zijn kalmen toon.
„Ik geef toe, dat h'et op dit oogenbiik
niet gemakkelijk is te onderscheiden, wat
in onzo wederzijdsohe genegenheid ge
woonte cn kindevvriendschap, ol wat liefde
is."
Zij lacht,
„Wachten? Als dat de liefdeproef moet
zijn, voor mijn part laten we dan wachten
tolnu laten wij zeggen, tot de plan
ten, welke die steenen Flora in haar schoot
draagt, beginnen te bloeien."
„Inderdaad ,wel wat veel verlangd. Ik
kan dus heengaan met een blauwtje?"
„Een blauwtje I Hoe kimt ge zoo praten,
Ilanst Wij zijn liet toch volkomen eens!
En nu, groet jo familie in „Friedeusfehl"
vau mij, en kom morgen bijtijds terug."
Zij keek hem mot voldoening na. Zoo
was do zaak in do beste orde. Waailijk,
hij was een knap mcnsch. Maar zoo zich
door hom te laten nemen, ach neen, het
allermooiste in dit zonnige, bloeiende lc-
n»n Mvosl tod! hen] anders zijn De! «t
PARIJS, 25 Fcbr. 1910.
Nog altijd kan men do Pnrijschc rechtzalen
de spiegels der Parijseho maatschappij noe
men. Maar in dat opzicht behoeft men nog
niet te deuken aan groote, gei lichtmakende
processen, zooals de Humbert- on de Stcin-
lieilzaak. Abnormaliteiten komen soms al
leen daarom meer voor te Parijs, omdat hob
diie millioen inwoners telt. Naar evenredig
heid met haar bevolkingscijfer is de hoofd
stad \an Frankrijk noch goddeloozer, noch
zedeloozer dan andere plaatsen. Doch na
tuurlijk drukken de bijzondere toestanden
van liet le\cu er hun kar.ikterislleken stem
pel op dc rechtszaken. In den laatsten tijd
ne die, met het oog op de aanstaande ver
kiezingen eu ook ten gevolge der overstroo-
mingen, op politiek en mondain tenein vrij
kalm is \oorbiigcgaan, heeft voornamelijk
Themis nog een weinig afleiding geschon
ken aan een klasse van Parij/cnnars, die
langzamerhand hun bekomst krijgen van do
vet halen en aneedoten over Cluuitecler, zijn
auteur en veitooners.
Vooreerst is cr voor dc achtste kamer der
eoiTcetionecle rechtbank een allei aardigst
gen allo dichters, en die moeten het weten.
En Ilaus?
Noen, hij moest maar wachten tot dc
verdorde bloemen in den schoot der Flora
weer begonnen te bloeien 1
„Zeg eens Ida, is Ilans eigenlijk een
komeet?"
„Waarom, lvoosje?"
„Ja, onzo juffrouw zegt, kometen zijn
van dio lichamen die plotseling verschijnen
on verdwijnenmeestal weet men niet,
wanneer zij terugkomen. En llans blijft
nu ook weg en niemand weet voor hoe
lang?"
„Ik weet liet ook niet," zei Ida ver-
strooit!, de astronomische voorstellingen
van haar zusje onbeantwoord latend, en
keek, zooals zij reeds acht dagen tever
geefs gedaan had, naar „Fricdcnsfeld", hel
naburige landgoed.
Waarom kwam llans niet? Zij was graag
naar „Friedonsfeld" gereden, zooals zij
vroeger zoo dikwijls gedaan had. Maar va
der, die sedert hot mislukken der trouw
plannen zeer uit zijn humeur was, liacl
dat verboden. Kwam hij toch maar!
Weer ging or con weck voorluj en nog
een, maar llans kwam niet. Ida werd hoe
lunger hoo ernstiger en stiller, zo miste
den vriend bij alles. Zelfs het wielrijden
verschafte baar geen genoegen meer, om
dat hij haar niet vergezelde.
Niet lang daarna brak een hevig onwo-
der los. Op het naburige landgoed, waar
Ru*!, re eiif'UcuMn u>'m'u '>;d, re i
stafproces hangende, dat in staat is Vooral
dames te inlcresseeren. Een der mede-be
klaagden i.s namelijk een seksegenoot, die,
altijd \oIgens de oesclmldigine-, "en jaar of
acht geleden, in do line de la Paix, oen zaak
uitoefende in reukwateren en verschillende
andeie schoonheidsmiddelen.
Bedoelde dame heette Blanche Leigh en ik
herinner me levendig hoe bij velschillende
annonces in de dagbladen dit schoonheids
instituut aanbevolen werd. De beschuldigde,
verdacht van een rol gespeeld te hebben in
een belangrijke leening, aangegaan door een
Prins van Turn en Taxis operatie ten
aanzien der tusschenpersoncn als oplichterij
gcijualiftceoid - verdedigt zich met hand
en tand, antwoordende dat zij een Engelsche
gravin is en niet liet minste te maken heeft
met genoemde Blanche Leigh, die onder
meer ook een faillissement van een passief
van een millioen in baar boekje heeft staan.
Maar er zijn personen, waaronder vroegere
dienstboden der parfurueuse, dio haar formeel
herkennen. De curator in het faillissement
is minder affirmatief, hetgeen niet te ver
wonderen is voor hen, die weten dat de Pa-
rijsclic curators, die voor het minst een dozijn
klerken hebben, zich al heel weinig met- hun
faillieten inlaten. Doch de beschuldigde is
een knappe, hoewel ietwat rijpe imposante
dame, gelijk past aan de directrice Aan een
rehoonheidsinstituut. Daar ze In allen geval
op de parfumouse moet lijken (indien! ze
niet dezelfde persoon is) komt het eenigszins
vreemd voor, dat de curator in kwestie hij
deze gelegen beid geen, uitzondering gemaakt
had.
Overigens zijn cr c\reirveel getuigen die
haar herkennen, als die haar niet herkennen.
Aangaande haar medebeklaagdc, die een
Poolscho of Russische graaf is, met een naam
op „ski", loopen de gevoelens al eA*cn sterk
uiteen. Sommigen beweren, dat Jc aandeelen
van dc Russische mijn, die hij Aroor den Prins
lot ondeTpand gegeven had, Avaardeloos wa
ren, anderen dat hij er geen eigenaar van was,
derden dat het bestaan der mijn xeLf hoogst
problematisch is, maar men ziet ook getuigen
opkomen, die verklaren dat do graaf een zeer
achtingswaardig man is. Wicn te gelooven?
De rechters hebben voorzeker in dezen een
moeilijke taak, want bijna alle feiten van het
proces zijn met elkaar in strijd. Zoo beweert
dc beklaagde een vermogen A'an een millioen
fo bezitten, maar haar appartement, liefst
op den vorstel ij ken stand van de Avenue du
Rois de Boulogne, slaat, zeggen oen paar ge-
iuigen, niet eens op haar naam. Het laatste
brengt, te Parijs meestal een eenigszins kwa
den reuk moe. Meestal wordt dit als middel
aangegrepen aan Aioegere schuldeischers te
ontkomen. Daar mevrouw niet op haar mondje
gOAudlen is, komen er natuurlijk vrij grap
pige scènes voor, die het publiek, dc advo-
katen cn zelfs dc rechters bijzonder schijnen
te vermaken.
Dat. is evenwel van minder belang. De be
lcekenis der zaak uit een filosofisch oogpunt
ligt in het feit., dat. een belangrijke catego
rie van het zoogenaamd „zaken doend" Pa
rijs cr natuurgetrouw in weergegeven wordt.
overleg en bekwaamheid de plaats van
zijn zieken vader innam, Avas de bliksem
geslagen in een arbeiderswoning. Mcn
schen, die cr vandaan kwamen, vertelden,
dat Hans kalm en flink h'et reddingswerk
leidde.
Een ander cvcmvel meende gezien to
hebbeu, dat een brandende balk neerge
stort was, juist op de plek, Avaar de jonge
mijnheer stond.
Nog nooit had Ida zulke angstigo oogen-
blikken doorleefd, tot eindelijk het bericht
kwam, dal Hans ongedeerd Avas.
Den volgenden dag kon zij het niet lan
ger uithouden, en trots het Arerbod baars
vaders, fietste ze naar hem toe. Toen zij
ovcnAvel het hoerenhuis naderde, overviel
haar een vreemd gevoel van schaamte. Zij
sloeg een zijpad in, in jle hoop hem te
ontmoeten. Dat gebeurde Averkolijk; bijzat
lo paard, en groette haai- zonder stil te
houden, vriendelijk, maar uit do hoogte.
Van dat oogenbiik af, kreeg het rijAviel
onbepaald A'erlof, en kon het zich over
geven aan stille overpeizingen. Na eenige
Aveken, kwam liet bericht, dat Hans op
reis zou gaan voor een half of heel jaar;
men wist het nog niet precies.
Ida schrikte. Nu moest hij toch komen
om afscheid te nomen, dat Avas haar eeni
ge troost. Hij kwam dan ook, maar zoaauis
toevallig afwezig. Alen bracht haar zijn
afscheidsgroet bij haar thuiskomst. Zij
ging naar den zolder en Avierp zich op
den grond tusschen allerlei rommel en
we wde lev 1 Fo. MMrk
De geruïneerde buitcnlandsclie prins, de R
«Lelie gnuif, die als mak»'lam' dient, gel
pen door een dame mee goede nanieren, d
tig uiterlijk en mysterieus vu!> m, de oi» i
zele geldseliietbtcr, die verlaF h op c
graaf en zoo in hei uet A'all me ganse io
familie, omringd door liet déi van klat
goud, dat haar onmisbaar i-, .erschijnt i.
de rechtzaal ten tooneelc. Het is een ,,chur -
de en action", die opgevoerd Avenlt, maar éi n,
waarbij de rechters moeite zun i hebben b
juiste woord te raden.
Een andere zaak, die echter nog maar vc-
den rechter van instructie is, \Aekt nog me
belangstelling. Het is die van den apotl
ker, die gewoon was zijn vrouw, moeder v
a ijl' jeugdige kinderen, naar bij beweert t
jaloeischheid, in ketenen te klinken. Is c
een manier om den Othello te spelen, c
praetisclier, schoon niet minder wreed m -
hoeten, dan de afdoende methode van SI
kespeare's held, zoo komt de houding v -
de vrouw, de geketende, niet minder A'reei
Aroor. Deze heeft jaren lans die behandeli.'
Aolgehouden. zonder een aanklacht in te d -
r.en. De ketenen des huwelijks schenen ha
licht te vallen, ook al waren ze van ijzer t
staal, in plaat-s van rozenslingers, zooals
hadden behooren te zijn. Aleer en meer wi re
dan ook de oponie veld, dat men hier ir
twee zieken te doen heeft. De ziels- of s
nuwziekte van den een is waarschijnlijk lan
zamerhand op de andere overgegaan. H
zal in elk geval een mooie zaak worden vo-
den uchoknab van den pharmaceuf, die zek'1
niet in gebreke zal blijven sommige riddc
uit de kruistochten als A'oo-rgangers vi
dezen, A'an mishandeling en op-, of lieAre
insluiting beklaagden echtgenoot aan
halen.
Wellicht gaai de verdediger er zelf to-
over den gemoedstoestand te ontleden v.v.
sommige Parijsche dames, die niets lier
schijnen te wenschen dan A'an tijd tot ti
flink door haai' echtATienden afgestraft
worden. Zoo zijn er hier, mag men ten rak
ste het publiek gerucht gelooven. Voorzeik i
was intusschen de beklaagde, hoc men orè
over de atoiiv donke, geen vriend van hal\.
maatregelen. .Hij stemt hierin overeen ir
den ouden bekende „Gustave Hervé", c.i
gisteren lot \ier jaar gevangenisstraf i
1000 francs boete A'croordeeld is, daar hij
zijn krant dc misdaad van den apaelie L
beuf, die een agent dood geschoten heen.
aangeprezen en ter navolging gesteld had
Hervé is de groote anti-militarists soc
Hst, agitator, journalist en advokaat. die
0)i een aardig staatje A'an a erooideeling, n
wegens persdelieten kan hogen. Ter terecln
zitting heeft lrj zelfs verkondigd, dat hij
hoopte het record te slaan A'an ITenri Roclu.
fort. die als getuige was opgeroepen en
29 in zijn kladboekje staan heeft. Moor hij,
noch Hervé, hebben ooit hun gansehen fc"
uitgediend. Altijd is, na A'erloop van zel.i -
ren tijd, een gratie of amnestie hen aan J
ATijheid komen teruggeven. Dat is trouwe-
wat die rumoerige schrijvers zoo stout moed re-
maakt. Ze weten heel goed dat het persdebt'
slechts zelden geboet wordt in oA'ereensteia
Op den avond van deiveifden dag gin.
Ida naar buiten in d *a stillere tuin, Avam
het maanlicht met rustige p i- h' de la<-
zomerbloemcn bestraalde. Uit -en geopei
raam kwamen de tonen van een lied, de'
de gouvernante daarbinnen met zachre-
stem zong.
Nog dieper voelde zij haar harteivee.
llij zou weggaan on Arole sch'oone vron
Avon ontmoeten, en een zon hij er zek»
meebrengen als de toekomstige meester.-!
van „Friedensfeld".
Zij echter zou Arer van hem blijven eu
geen deel meer hebben in zijn lot. Dwaas,
onbegrijpelijk dwaas Avas zo goAveest.
Zij dacht niet meer aan dichters e i
liefde-liederen. De VTeemde tonen ver
stomden bij het luide kloppen Aran haai
eigen hart.
Als zij hem nog maar óéns mocht ziere
en hem zeggen kon: „Ga niet weg va.
mij in toom, ik Avist zelve niet, hoe lit-
go mij zijt". Maar morgen vertrok hij, ere
als hij terugkwam, zou hij haar reeds lan
vergeten hebben.
Uit het met maanlicht overgoten boschje
verhief zich grauw en spookachtig het
half verweerde beeld. Haar overmoedig
antwoord kwam haar Aveer in de gedachte
Laat ons wachten tot do planten in den
schoot der steenen Flora beginnen t(
bloeien.
En plotseling doordrong h'aar een ge
dachte. Daar aan het parkhek de Flora
cn hier de bloemen een enkel toeken
een laatste kon zij- kom geven hominde
Si
nil!
SCHIEDAMSCHE COU IT.