63*" Jaargang Zondag 6 Maart 1910, No. 13246 Derde Blad Een Staatshandelsreiziger. De steenen Flora. a Doze courant vorscliijnt dag olijk's, mot uitzondering van Zon-on Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en V1 a a r d i n y c n II. 1.25 franco per post fl. 1.65. prijs per week: Voor Schiedam on VI aardi ngen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Ad verten tien voor het eerstvolgend nummer moeten dos middags vóór een uur pan het bureau bezorgd "zijn, i Bureau: Lango Haven No. 141 (bock Korte Haven). Prijs der Advertenliën: Van 16 regels fl. 0,92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel, Ciroote letters naar de plaats die z| innemen. Advertentiën hij abonnement op voordeelige, voorwaarden. Tarieves hiervan zijn gratis aan net Bureau to hekomen. In do nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavon d verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den pri. van 40 cents per advertentie, hij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intere. Telefoon 1 voor de Redactie No. 123. I voor do Administratie No. 103. es De staatssecretaris der Vcrccnigde Sta ten van Noord-Amerika, Knox, heeft aan alle vertegenwoordigers der Unie in het buitenland, ambassadeurs, gezanten en consuls een schrijven gericht, waarin hij hun mededeelt, dat hun hoofdbezigheid moet "zijn met inspanning van alle krach ten te werken aan de uitbreiding van den Amerikaanschcn handel. Voortaan zal bij lum bevordering meer gelet worden op hun bekwaamheid om voor de export der Unie nieuwe afzetgebieden te openen dan op hun bekendheid met diplomatieke ge bruiken, enz. Hot klinkt zoo wat cru. Waar hot is gezond on deze methode hoeft de toekomst. Een nieuw afzetgebied hoteekent grooto lenneerdcring van het nationale vermogen eu bij de vermeerdering daarvan heeft ieder, elke werkman, elke ambtenaar, elke koopman te zijner tijd profijt. Wij mogen niet verwachten, dat in Ne derland spoedig een dergelijke circulaire zal rondgaan, ook al beleven wij dan ook onder den nieuwen minister tcekenen en wonderen. Waar wij mogen wel ön van dezen minister èn van minister Talma verwachten, dat zooveel mogelijk in deze richting geregeerd wordt. Trouwens h'eel beslist nieenen wij, (lat zelfs in ons miderweDel! Staatsbestel nog wol hervormingen zijn te brengen, die de belcekenis van onze vertegenwoordi gers in den vreemde voor de volkswelvaart belangrijk zullen kunnen verhoogen. Daartoe hebben wij in de eerste .plaats na te gaan wat nog het bezwaar is van do wijze, waarop het overigens in veel opzichten zoo actieve ministerie van Han del enz. werkt. Dat bezwaar is zien wij wel tweeërlei. Het. werk is le veel papieren werk en h'cl contact met dc be doelde vertegenwoordigers in den vreemde is niet innig genoog, Do nieuwe publicaties van dit departe ment zijn zeker zeer interessant en wor den met belangstelling door don handel ontvangen. Waar worden zij gelezen? En worden zij door do grooto menigte^ gelezen? Wij betwijfelen het. En toch het de partement moet gelezen, gehoord willen worden. Nu zou hot daartoe b.v. con gocd- ^03Pj groot, uitstekend geïllustreerd en smakelijk geredigeerd weekblad kunnen uit doven. Waar wij vreezen, dat daarvoor do tijd nog niet rijp is en dat (1e particulieren op dit gebied concurrentie van den staat zouden vreezen. Zóó Amerikaanse!! willen wij dan ook do zaak niet aanleggen. Maar toch is er naar onzo overtuiging een goede stap in dc Amerikaansohe richting te doen naar wat wjj in alle bescheidenheid een nieuwe methode mcencn te mogen noemen. Wij hebben een middel gezocht om de consuls enz., onmiddellijk in contact te brengen met don handel, met de induslijie. Naar men weet, wordt dat contact veriae gen door de beroepsconsuls, als zij hier te lande zijn, uit te noodjigen aan het de partement en wellicht ook in enkele groole handelssteden zitdagen tc houden. Welnu dat goede idee zouden wij willen uitbreiden en meer systematisco ren. Wij zouden persoonlijk conlaet willen brengen tusschen den handel en al onze consuls (dus niet uitsluitend enkele in pa- tria toevallig verblijvende consulcs missi). En wel op deze wijze: Door den staat worde (voorloopig één) ambtenaar aangesteld, oen bekwaam, wel gemanierd, energiek en onvermoeid man, die ia opdracht krijgt telkens de consuls in oen bepaald land te gaan opzoeken, en met hen te overleggen wat in het belang van don handel zou kunnen worden ge daan. Uit den aard der zaak zal een han dig en bekwaam man op deze wijze een schat van wetens waardigheden kunnen opdoen. Do honoraire consuls, die veel goed werk kunnen doen, doel! uit den aard der zaak daartoe niet licht komen, worden aangezet, levend contact wordt ver kregen en bovendien kan do reizende amb tenaar alle inlichtingen krijgen, dio hij wenscht lo hebben. Heeft hij op deze wijze het land afgereisd, dan keero hij terug naar ms land, doelo zijn indrukken aan de departementen mede maar ga ook het land in, In alle hoofdsteden en pro vinciale centra hebbe hij dan zijn zitdagen, waar hij iedereen, dje dat wensehtj te woord kan staan over do Nederlandschc belangen in liet betrokken land. en uitste kend nuttige Auregung kan geven. En als dat gebeurd is, gaat hij een nieuw land op deze zelfde wijze ©xploreercn en hreuge op dezelfde wijze zijn wijsheid onder de mcnschen. Hot schijnt ons een in ieder opzicht aanbevelenswaardige hervorming, niet al leen om het verkrijgen van dit innige contact tusschen handel en industrie en het buitenland, maar ook omdat het gc- hccle consulaire systeem door deze nau were aanraking veel verbeterd zal wor den. Er zyn eeiiigc bezwaren. In do eerste plaats dat het buitenland dit niet doet. Wij achten dat bezwaar voor de beide betrokken bewindslieden even weinig ernstig als dit andere, dat het idee niet op het departement is ont staan. Bovendien laten wij het buiton land ditmaal eens voor zijn. Zij zullen het ons gauw genoeg nadoen. Dan is het moeilijk hiervoor een ge schikt persoon to vinden. Wel een ernstig, geen peremptoir bezwaar. Alen moet uiterst voorzichtig zijn in do keuze. Ma nieren tact, kennis, talonbeheerschiiig, 't doorstaan vAu grooto vermoeienissen inderdaad, men vraagt niet weinig van den titularis. „Ben je gauw klaar, Ida?" „Ja, waarom?" „Ik wildo je wat vragen." „Dadelijk." I Ze zit op' haar fiets en voert ecnigci kunstige toeren uit. Nu springt ze er af, staat voor hem, slank, friscli eu bekook- ujk in haar donkerblauwe japon, met roodc wangen en lachende oogen, „Wa, h'oud je van me?" „Natuurlijk, wat een komische vraag." „Je weet toch', dat we samen zullen trouwen." „Dat is waar ook; ik was h'et geheel wwgeten. Maar daar komt toch niets van. Nietwaar?" „Waarom niet?" "^om Hans, dat weet je evengoed als Wij beminnen elkander in 't geheel niet WI j-1™ huwelijk op commando is alleen goed voor onzelfstandige mensclion, en «iet voor dezulken, die weten, Avat zij wil- zooals wij." „Heb je daareven niet gezegd, dat je van me houdt?" „Ja, maar vau iemand houden en met iem trouwen is niet hetzelfde. Zie, wij ir",611 €"iaar V!ul kindsbeen af, eu hebben a ijd met elkaar gespeeld. En, zie je, die ^eroemdo liefde ik bedoel da,t vurig ar.riijpm, 'loc na-u- hojyu, en urn r, Doeb wij zijn zeker, dat er wel een zeer geschikt persoon daarvoor te krijgen is, ja, wij zouden hem durven aanwijzen, indien er maar voldoende betaald wordt. Dio betaling is het laatste en wellicht niet het geringste bezwaar. Want zij moet zeer royaal zijn, zóó royaal, dat iemand met veel bekwaamheden zich toch al die moeite zal willen getroosten. Doch' zullen ook vrij hooge kosten niet gedekt kunnen worden eenerzijds door de grootero cfficaciteit van het consulaire corps, anderzijds door hot onmiddellijk be lang voor de nationale welvaart? liet is natuurlijk buitengewoon lastig zoo'n belang in cijfers om te zetten. Zal hij Nederland een Ion, een millioen of tien millioen moer laten verdienen? Zullen dientengevolge dc arboidsloonen belangrijk verhoogd kunnen worden, de fa brikanten cn handelaren véél meer ver dienen, de middenstand dus ook moer omzetten, veel nieuwe industrieën ont staan? Wie zal liet zeggen? Het hangt alles af van do wijze, waarop deze ambtenaar zijn taak opvat. Doch neemt men hier vooral een energiek, onvermoeid man, die bewezen heeft flink te willen aanpakken, óok zelfs zonder bizondere belooning, ook ten bato van het algemeen, dan gelooven wij, dat zijn werkzaamheid kan leiden tot onbegrensde mogelijkheden en dat hij bi- zondcr veel zal kunnen doen voor de na tionale welvaart. Wij zouden dit idoc gaarne willen aan bevelen ia de gezette overweging onzer autoriteiten. En blijkt onze rcdeneeiing juist, dat men dan niet tafmc maar zoo spoedig mogelijk dezen slaatshandclsreizi- ger bonocme en uitzonde. FRANSCIIE BRIEFEN. je begrijpt me wel zou ik wel eens willen loeren kennen. Jij' niet? Eu zouden we elkaar dan den pas afsnijden? Dat zou toch erg dom zijn." „En denk je, dat we samen dat genot niet zouden kunnen smaken.?" „Wij? Geen denken aanl Wij stemmen, in niets overeen." „Nu, daar zou ik wel buiten kunnen." „En als wij elkaar niet kunnen bemin nen?" „Dan zullen we wachten, wij zijn nog jong," besloot hij op zijn kalmen toon. „Ik geef toe, dat h'et op dit oogenbiik niet gemakkelijk is te onderscheiden, wat in onzo wederzijdsohe genegenheid ge woonte cn kindevvriendschap, ol wat liefde is." Zij lacht, „Wachten? Als dat de liefdeproef moet zijn, voor mijn part laten we dan wachten tolnu laten wij zeggen, tot de plan ten, welke die steenen Flora in haar schoot draagt, beginnen te bloeien." „Inderdaad ,wel wat veel verlangd. Ik kan dus heengaan met een blauwtje?" „Een blauwtje I Hoe kimt ge zoo praten, Ilanst Wij zijn liet toch volkomen eens! En nu, groet jo familie in „Friedeusfehl" vau mij, en kom morgen bijtijds terug." Zij keek hem mot voldoening na. Zoo was do zaak in do beste orde. Waailijk, hij was een knap mcnsch. Maar zoo zich door hom te laten nemen, ach neen, het allermooiste in dit zonnige, bloeiende lc- n»n Mvosl tod! hen] anders zijn De! «t PARIJS, 25 Fcbr. 1910. Nog altijd kan men do Pnrijschc rechtzalen de spiegels der Parijseho maatschappij noe men. Maar in dat opzicht behoeft men nog niet te deuken aan groote, gei lichtmakende processen, zooals de Humbert- on de Stcin- lieilzaak. Abnormaliteiten komen soms al leen daarom meer voor te Parijs, omdat hob diie millioen inwoners telt. Naar evenredig heid met haar bevolkingscijfer is de hoofd stad \an Frankrijk noch goddeloozer, noch zedeloozer dan andere plaatsen. Doch na tuurlijk drukken de bijzondere toestanden van liet le\cu er hun kar.ikterislleken stem pel op dc rechtszaken. In den laatsten tijd ne die, met het oog op de aanstaande ver kiezingen eu ook ten gevolge der overstroo- mingen, op politiek en mondain tenein vrij kalm is \oorbiigcgaan, heeft voornamelijk Themis nog een weinig afleiding geschon ken aan een klasse van Parij/cnnars, die langzamerhand hun bekomst krijgen van do vet halen en aneedoten over Cluuitecler, zijn auteur en veitooners. Vooreerst is cr voor dc achtste kamer der eoiTcetionecle rechtbank een allei aardigst gen allo dichters, en die moeten het weten. En Ilaus? Noen, hij moest maar wachten tot dc verdorde bloemen in den schoot der Flora weer begonnen te bloeien 1 „Zeg eens Ida, is Ilans eigenlijk een komeet?" „Waarom, lvoosje?" „Ja, onzo juffrouw zegt, kometen zijn van dio lichamen die plotseling verschijnen on verdwijnenmeestal weet men niet, wanneer zij terugkomen. En llans blijft nu ook weg en niemand weet voor hoe lang?" „Ik weet liet ook niet," zei Ida ver- strooit!, de astronomische voorstellingen van haar zusje onbeantwoord latend, en keek, zooals zij reeds acht dagen tever geefs gedaan had, naar „Fricdcnsfeld", hel naburige landgoed. Waarom kwam llans niet? Zij was graag naar „Friedonsfeld" gereden, zooals zij vroeger zoo dikwijls gedaan had. Maar va der, die sedert hot mislukken der trouw plannen zeer uit zijn humeur was, liacl dat verboden. Kwam hij toch maar! Weer ging or con weck voorluj en nog een, maar llans kwam niet. Ida werd hoe lunger hoo ernstiger en stiller, zo miste den vriend bij alles. Zelfs het wielrijden verschafte baar geen genoegen meer, om dat hij haar niet vergezelde. Niet lang daarna brak een hevig onwo- der los. Op het naburige landgoed, waar Ru*!, re eiif'UcuMn u>'m'u '>;d, re i stafproces hangende, dat in staat is Vooral dames te inlcresseeren. Een der mede-be klaagden i.s namelijk een seksegenoot, die, altijd \oIgens de oesclmldigine-, "en jaar of acht geleden, in do line de la Paix, oen zaak uitoefende in reukwateren en verschillende andeie schoonheidsmiddelen. Bedoelde dame heette Blanche Leigh en ik herinner me levendig hoe bij velschillende annonces in de dagbladen dit schoonheids instituut aanbevolen werd. De beschuldigde, verdacht van een rol gespeeld te hebben in een belangrijke leening, aangegaan door een Prins van Turn en Taxis operatie ten aanzien der tusschenpersoncn als oplichterij gcijualiftceoid - verdedigt zich met hand en tand, antwoordende dat zij een Engelsche gravin is en niet liet minste te maken heeft met genoemde Blanche Leigh, die onder meer ook een faillissement van een passief van een millioen in baar boekje heeft staan. Maar er zijn personen, waaronder vroegere dienstboden der parfurueuse, dio haar formeel herkennen. De curator in het faillissement is minder affirmatief, hetgeen niet te ver wonderen is voor hen, die weten dat de Pa- rijsclic curators, die voor het minst een dozijn klerken hebben, zich al heel weinig met- hun faillieten inlaten. Doch de beschuldigde is een knappe, hoewel ietwat rijpe imposante dame, gelijk past aan de directrice Aan een rehoonheidsinstituut. Daar ze In allen geval op de parfumouse moet lijken (indien! ze niet dezelfde persoon is) komt het eenigszins vreemd voor, dat de curator in kwestie hij deze gelegen beid geen, uitzondering gemaakt had. Overigens zijn cr c\reirveel getuigen die haar herkennen, als die haar niet herkennen. Aangaande haar medebeklaagdc, die een Poolscho of Russische graaf is, met een naam op „ski", loopen de gevoelens al eA*cn sterk uiteen. Sommigen beweren, dat Jc aandeelen van dc Russische mijn, die hij Aroor den Prins lot ondeTpand gegeven had, Avaardeloos wa ren, anderen dat hij er geen eigenaar van was, derden dat het bestaan der mijn xeLf hoogst problematisch is, maar men ziet ook getuigen opkomen, die verklaren dat do graaf een zeer achtingswaardig man is. Wicn te gelooven? De rechters hebben voorzeker in dezen een moeilijke taak, want bijna alle feiten van het proces zijn met elkaar in strijd. Zoo beweert dc beklaagde een vermogen A'an een millioen fo bezitten, maar haar appartement, liefst op den vorstel ij ken stand van de Avenue du Rois de Boulogne, slaat, zeggen oen paar ge- iuigen, niet eens op haar naam. Het laatste brengt, te Parijs meestal een eenigszins kwa den reuk moe. Meestal wordt dit als middel aangegrepen aan Aioegere schuldeischers te ontkomen. Daar mevrouw niet op haar mondje gOAudlen is, komen er natuurlijk vrij grap pige scènes voor, die het publiek, dc advo- katen cn zelfs dc rechters bijzonder schijnen te vermaken. Dat. is evenwel van minder belang. De be lcekenis der zaak uit een filosofisch oogpunt ligt in het feit., dat. een belangrijke catego rie van het zoogenaamd „zaken doend" Pa rijs cr natuurgetrouw in weergegeven wordt. overleg en bekwaamheid de plaats van zijn zieken vader innam, Avas de bliksem geslagen in een arbeiderswoning. Mcn schen, die cr vandaan kwamen, vertelden, dat Hans kalm en flink h'et reddingswerk leidde. Een ander cvcmvel meende gezien to hebbeu, dat een brandende balk neerge stort was, juist op de plek, Avaar de jonge mijnheer stond. Nog nooit had Ida zulke angstigo oogen- blikken doorleefd, tot eindelijk het bericht kwam, dal Hans ongedeerd Avas. Den volgenden dag kon zij het niet lan ger uithouden, en trots het Arerbod baars vaders, fietste ze naar hem toe. Toen zij ovcnAvel het hoerenhuis naderde, overviel haar een vreemd gevoel van schaamte. Zij sloeg een zijpad in, in jle hoop hem te ontmoeten. Dat gebeurde Averkolijk; bijzat lo paard, en groette haai- zonder stil te houden, vriendelijk, maar uit do hoogte. Van dat oogenbiik af, kreeg het rijAviel onbepaald A'erlof, en kon het zich over geven aan stille overpeizingen. Na eenige Aveken, kwam liet bericht, dat Hans op reis zou gaan voor een half of heel jaar; men wist het nog niet precies. Ida schrikte. Nu moest hij toch komen om afscheid te nomen, dat Avas haar eeni ge troost. Hij kwam dan ook, maar zoaauis toevallig afwezig. Alen bracht haar zijn afscheidsgroet bij haar thuiskomst. Zij ging naar den zolder en Avierp zich op den grond tusschen allerlei rommel en we wde lev 1 Fo. MMrk De geruïneerde buitcnlandsclie prins, de R «Lelie gnuif, die als mak»'lam' dient, gel pen door een dame mee goede nanieren, d tig uiterlijk en mysterieus vu!> m, de oi» i zele geldseliietbtcr, die verlaF h op c graaf en zoo in hei uet A'all me ganse io familie, omringd door liet déi van klat goud, dat haar onmisbaar i-, .erschijnt i. de rechtzaal ten tooneelc. Het is een ,,chur - de en action", die opgevoerd Avenlt, maar éi n, waarbij de rechters moeite zun i hebben b juiste woord te raden. Een andere zaak, die echter nog maar vc- den rechter van instructie is, \Aekt nog me belangstelling. Het is die van den apotl ker, die gewoon was zijn vrouw, moeder v a ijl' jeugdige kinderen, naar bij beweert t jaloeischheid, in ketenen te klinken. Is c een manier om den Othello te spelen, c praetisclier, schoon niet minder wreed m - hoeten, dan de afdoende methode van SI kespeare's held, zoo komt de houding v - de vrouw, de geketende, niet minder A'reei Aroor. Deze heeft jaren lans die behandeli.' Aolgehouden. zonder een aanklacht in te d - r.en. De ketenen des huwelijks schenen ha licht te vallen, ook al waren ze van ijzer t staal, in plaat-s van rozenslingers, zooals hadden behooren te zijn. Aleer en meer wi re dan ook de oponie veld, dat men hier ir twee zieken te doen heeft. De ziels- of s nuwziekte van den een is waarschijnlijk lan zamerhand op de andere overgegaan. H zal in elk geval een mooie zaak worden vo- den uchoknab van den pharmaceuf, die zek'1 niet in gebreke zal blijven sommige riddc uit de kruistochten als A'oo-rgangers vi dezen, A'an mishandeling en op-, of lieAre insluiting beklaagden echtgenoot aan halen. Wellicht gaai de verdediger er zelf to- over den gemoedstoestand te ontleden v.v. sommige Parijsche dames, die niets lier schijnen te wenschen dan A'an tijd tot ti flink door haai' echtATienden afgestraft worden. Zoo zijn er hier, mag men ten rak ste het publiek gerucht gelooven. Voorzeik i was intusschen de beklaagde, hoc men orè over de atoiiv donke, geen vriend van hal\. maatregelen. .Hij stemt hierin overeen ir den ouden bekende „Gustave Hervé", c.i gisteren lot \ier jaar gevangenisstraf i 1000 francs boete A'croordeeld is, daar hij zijn krant dc misdaad van den apaelie L beuf, die een agent dood geschoten heen. aangeprezen en ter navolging gesteld had Hervé is de groote anti-militarists soc Hst, agitator, journalist en advokaat. die 0)i een aardig staatje A'an a erooideeling, n wegens persdelieten kan hogen. Ter terecln zitting heeft lrj zelfs verkondigd, dat hij hoopte het record te slaan A'an ITenri Roclu. fort. die als getuige was opgeroepen en 29 in zijn kladboekje staan heeft. Moor hij, noch Hervé, hebben ooit hun gansehen fc" uitgediend. Altijd is, na A'erloop van zel.i - ren tijd, een gratie of amnestie hen aan J ATijheid komen teruggeven. Dat is trouwe- wat die rumoerige schrijvers zoo stout moed re- maakt. Ze weten heel goed dat het persdebt' slechts zelden geboet wordt in oA'ereensteia Op den avond van deiveifden dag gin. Ida naar buiten in d *a stillere tuin, Avam het maanlicht met rustige p i- h' de la<- zomerbloemcn bestraalde. Uit -en geopei raam kwamen de tonen van een lied, de' de gouvernante daarbinnen met zachre- stem zong. Nog dieper voelde zij haar harteivee. llij zou weggaan on Arole sch'oone vron Avon ontmoeten, en een zon hij er zek» meebrengen als de toekomstige meester.-! van „Friedensfeld". Zij echter zou Arer van hem blijven eu geen deel meer hebben in zijn lot. Dwaas, onbegrijpelijk dwaas Avas zo goAveest. Zij dacht niet meer aan dichters e i liefde-liederen. De VTeemde tonen ver stomden bij het luide kloppen Aran haai eigen hart. Als zij hem nog maar óéns mocht ziere en hem zeggen kon: „Ga niet weg va. mij in toom, ik Avist zelve niet, hoe lit- go mij zijt". Maar morgen vertrok hij, ere als hij terugkwam, zou hij haar reeds lan vergeten hebben. Uit het met maanlicht overgoten boschje verhief zich grauw en spookachtig het half verweerde beeld. Haar overmoedig antwoord kwam haar Aveer in de gedachte Laat ons wachten tot do planten in den schoot der steenen Flora beginnen t( bloeien. En plotseling doordrong h'aar een ge dachte. Daar aan het parkhek de Flora cn hier de bloemen een enkel toeken een laatste kon zij- kom geven hominde Si nil! SCHIEDAMSCHE COU IT.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 9