per 4 a f5"E 22 22 93 95 37 44 42 39 37 1 184 Öio. >oruit wijst M". ALLERLEI. VOOR DAMES. YüOEJiINBEBEN. Ijetteii! a eenp lie V[JTj Egeloo- thans ieven, '"erken kende d ntïfflj. r geven van i boden van >t een terug- 4 ■n he- met van .ening nil ion onden issels Uitbe- t ecu ik wa- 27.47, gotal csver- eflrag b de t eon t cen lerze- van -egels ening 19 in i. oruit, P" Sche eps tim merwcrve n. In liet afgcloopon jaa>' waren er hier j/e scheepstimmerwerven in werking, ill. die aan do Nieuwe Haven en die aan den Overacliieschen weg. Schepen worden ook vervaardigd door do fiima A. F. Smulders. - Hieronder geven wij een vergelijkende staat van het aantal kracht werktuigen met lannojiaardekracht over de laatste 10 jaren. Te midden van dit tumult bevonden zich I IN DE WITTEBROODSWEKEN, een 'jonge man on zijn meisje. .,.Te hebt, hoor ik, tijdens je huwelijks- Ze was mooi, ze waren al jaren verloofd; reis den Rijn bezocht. Wal is je onder hun huwelijk was om financieele redenen weg het best bevallen?" lang verschoven, maar nu zpuden zij den Vrouwtje: „Mijn maal" 1001 1902 1903 1904 1905 1906 1907 1908 I9u9 Aantal krachtwerktuigen o O •*-» C/2 O o Od Aantal v paardek racht. C/2 ci O w -id "3 c O OS CÓ a M .O 03 &4 195 '207 200 208 201 198 200 194 192 195 16 2 2 2 1 1 1 ■1 1 1 t 1941 541/2 10 1 205 1775 1173/4 10 1 189 17491/2 1193/4 10 189 17881/2 183 4 193 17051/.J, 2051/2 4 28661/2 2521/a 4 183 2883 B35l'2 6 188 2047 3651/4 6 I 187 29891/2 3921/4 6 187 29881/2 4't71/g 6 j 194 2005i/2 19023/4 18781/2 19751/2 19143/4 31223/4 32241/2 33181/4 33873/4 3445 volgenden dag trouwen. Zijn aanstaande vrouw beschermend, haar als "t ware met zijn lichaam dekkend, had de jonge man haar cn haar moed lang weten staande te houden. Maar ieder oogenblik' werd de verwar ring grooter, vermeerderden de angstkre ten, het doodsgevaar. ,Ik bezwijk!" riep ze uit, „mijn krachten begeven me, ik kan niet verder voort." ,Er is nog maar éóri middel,," antwoord de de wanhopige minnaar, „klim op mijn schouders." Dokter: „Uw man heeft zijn maag weer eens bedorven, hij eet veel to veel." Dame: „Dat zeg ik hem ook altijd. Maar wat kan ik er aan doen?" Dokter: „Dat is heel eenvoudig; slum- de keukenmeid weg en kook zelf." VERDACHT. Een man, die in een landstadje woonde, werd onlangs gewaar, dat zijn buren en kennissen zeer verdachte blikken op hem wierpen; hij ontdekte zelfs, dat liijvuoit- fl ij voelde, dat zijn raad werd opgevolgd: durend op straat gevolgd weid. Een politic- man, 'i - 1 irvau de.- foou- otter- •ukko >g in rdjge de ii de toor, dien- daat- selie iilarii 207 259 aild. fflbl, enst- ansl. ling, rend li. op 1900 -tigd i der oinv, lakt. el'S- ■aan- In 0080 deld raar- kken hap- a de eden aan neer st. ver- we- d. der den stad, ictal xkeu nist. den WAAROM RAPEN Wil? liet gapen is een onwillekeurige adern- beweging, beslaande uit een langzame, diepe, hoorbare inademing met wij<l-go- openden mond, en daaropvolgende korte, eveneens meestal hooi bare uitademing, liet gapen kan ook krampachtig worden (gaap tramp) en ivordt dan veroorzaakt dooi de aanwezigheid van te weinig bloed of zuurstofarm bloed in hersenen of ruggc- nieig. 'Als men in slechte lucht ol niet diep genoeg ademhaalt, zoodat de longen niet voldoende zuurstof aan liet bloed kunnen toevoegen, ontstaat er neiging tot gapen, als een inslinctmaligcn aandrang om diep adem te balen. Daarom gapen vooral monsclien, die een zittend leven leiden, al zijn ze ook in 't minst niet m'moeid, terwijl ze daarentegen op een Handeling (wanneer ze diep ademhalen) volstrekt geen behoefte gevoelen om te gapen, al zijn ze ook nog zoo vermoeid. Om dezelfde reden moet men dikwijls ga pen bij een langdurig verblijf in vertrek ken met bedorven lucht, slecht geventi leerde zalen, enz., en wel voornamelijk als het gesprek niet meer best vlotten wil. daar men dan niet zoo dieji kan, adem halen als bij hot spreken. 'Men houdt gapen dan ook voor een teeken van verveling. Bij dergelijke gelegenheden, zegt men, dal liet aanstekelijk werkt; do voornaamste reden is evenwel, dat dezelfde oorzaken op'alle aanwezigen werken, daar allen in de bedorven lucht op dezelfde wijze zuur- slofarm on met koolzuur overladen bloed in het lielmam hebben. Zij, die veel stil zitten en gaperig beginnen te Worden, moe ten dadelijk flink ademhalen en door eenigo lichaamsbeweging hun bloed snel ler doen slroomen. handelde, en bij verschillende gelegenheden beeft hij vreemde postzegelverzamelaars uitgenoodigd niet hem samen te komen, ten eimle met elkaar de phiiatclistisclie za ken te bespreken. SAFFRAAN. Onder de specerijen is de sa [traan wel de duurste, wal niet te verwonderen is, als wij nagaan, lioc moeilijk de arbeid is, die bij aanbouw en inzamelen vercisclil ivordt. Saffraan bestaat uil de stempels van een erocussoort, de Crocus-savitus, die op haar geboortegrond, lJ«rzië. Klein- Azië en .Griekenland in Jt wild groeit.- Thans wordt ze in 't groot verbouwd in Spanj\ Zuid-Frankrijk en Oostenrijk. De aanbouwL vereisclit, zoowel bij de berei ding van den grond als bij 't uitkiezen van de ligplaats, grooto zorg. De bolletjes, ter grootte van een nool, worden in de maanden Augustus en September in den groiul gelegd, en het volgende jaar inJuni weer opgegraven. In dien tusschentijd heeft de moederbol van l.\vee Lot vier nieuwe bolletjes voortgebracht, terwijl ze zelf af- gedoiven is. Deze jonge bolletjes nu nor- den verzameld, gesorteerd en op ecu drogo plaats bewaard lot einde Augus tus, waarop ze weet' in het tussrhentijds opnieuw bewerkte en gemeste land gepoot worden. Uit poten moet met de grootste swg geschieden, waarvoor vale menschel i vereischt worden, [lij den groei der plant schieten nu verloop van vier weken uil de bolletjes soms 'een 10 a 20 kleinere scheutjes op, die zich tot witgele buisjes verlengen en boven de aarde uitkomen, uier verschrompelen ze meestal, daar de bol niet genoeg voedsel kan aanvoeren. Hierdoor treden in het eerste jaar bijna geen bloemen op. In het tweede en derde JMr is do plant meestal zóó sterk, dat in staat is 8 ii 12 bloemen voort te mengen. Na liet derde jaar worden de bollen, weer uitgegraven en op andere gronden overgeplant. CfEZGNDUElDSREGELEN VOOR DEN ZOMER. 1. Vrees het stof honderdmaal nicer dan den wind, want deze werkt dikwijls zui verend, terwijl stof steeds verontreinigt. Alleen waar een gelijkmatig waaiende lucht stroom do temperatuur van liet lichaam op sommige plaatsen .verandert, kan ver koudheid, dus een schade voor het. lichaam, ontstaan. Stof daarentegen werkt altijd na- dcelig, daar het de ademhalingswerktuigen, oogen, ooren, enz., verontreinigt, ontsteekt, met ziekte veroorzakende bacteriën be zet, en pijn veroorzaakt. Uitwerpsels, mest, rottende stoffen en alle mogelijke afval be vindt zich op straat, daarom is de wind niet te vicezen, die na langdurige droogte deze vuilnis omhoog doet dwarrelen 2. Wat regen en daarop volgende Iris- solio wind voor do aarde zijn, dat is een bad voor het lichaam. Baad en wnsch u dus in den zomer zooveel go kunt. Ook van binnen, n.l. door drinken van friscli water en uitspoelingen. Een inwendig bad neemt men door in fijn ritselenden regen te gaan wandelen, omdat de lucht dan het schoonst geworden is en even krachtig als opwekkend werkt op de inwendige or ganen. Ook is dan elk gevaar voor stof uitgesloten. 3. Gaat ge op eon wannen zomerdag uit, drink dan eerst een slok frisch water, Loop niet te inspannend bij grooto hitte!Gloeit liet hoofd on boven de boenen van moe heid, zoo is het dringend noodig uit te nis ten. 4. Dat men, als het lichaam zeer verhit is, geen ijskoud bier al ware hot ook maar een teug mag drinken, is evengoed bekend, als dat men Zich' op koude dagen niet op sleenen mag zetten. Zeer aan te bevelen is het gebruik van vruchten; bij wandelingen is dat het beste verfrissolüngs middel. -Ook! karnemelk is als verkoelende drank zeer raadzaam. 5. Eet des zomers geen, lang bewaarde visch, worst en vlécsch. Deze voedings middelen kunnen niet frisch genoeg zijn, In elk geval moeten worsten en visschcndcs de .begeerte haar, die hij liefhad, te red den, verdubbelde zijn krachten cn zijn moed. flij weerstond de heftigste botsingen. De armen stijf tegen zijn borst gedrukt, baande hij zich met moeite ecu doortocht hij worstelde en wist eindelijk uit liet ge drang te geraken. Aan een der hoeken van liet plein gekomen, zette hij hijgend en uitgeput zijn kostbaren last op een bank neer. Hij stierf bijna van vermoeienis, maar te vens was hij half waanzinnig van blijd schap. Hij keerde zich om en het was niet zijn meisje I Een andere; vlugger dan zij, had den raad opgevolgd; zijn aanstaande was bij de ramp omgekomen. NIEUWTJES VAN Hf EU EN DAAR. Bij de begrafenis van Hendrik II. koning van Engeland, was het lijk gehuld in de vorstelijke kleeding; een gouden kroon op het hoofd, en schoenen' met goud bewerkt aan de voeten. Op deze manier werd hij aan het volk vertoond, met het gelaat onbedekt. Koningin Victoria had er altijd op tegen, aangesproken to worden met: „Uwe Ma jesteit", en werd altijd eenvoudig „me vrouw" genoemd. Koning Edward was van hetzelfde gevoelen en werd altijd als „mijnheer" aangesproken. Er bestaan drie soorten van honden, die nooit blaffen, de Australische hond, die van Egypte eu de Perzische woestijnhond. Januari was een noodlottige maand voor koningin Victoria. Haar eigen, vader stierf op den 29sten, terwijl op den 14en Januari de hertog van Clarence overleed, cn den 20cn Januari prins Henry van Battenberg, Men heeft berekend, dat, als do ge- licele 'Oceaan werd drooggemaakt, en men al het water in do lucht liet verdampen, de hoeveelheid zout, die er overbleef, voldoende zou zijn om een oppervlakte van 5 millioen vierkante mijlen met een laag van een mijl dikte te bedekken. Het zetten van edelgesteenten geeft te Birmingham voortdurend aan 14000 men- sohen werk. Op de bijzondere scholen in China ont vangt een onderwijzer oen salaris van 2Vs cent per dag voor iederen leerling. agent hield voortdurend de wacht bij zijn huis, en vervolgens verscheen er een po- litie-agenl, die naderhand bleek' een detec tive te zijn. Zeer in de war gebracht en angstig, vroeg do heer teil slotte aan een vriend de beteekenis van dit alles. „Weet ge het dan niet?" zei zijn vriend. „Men verdenkt u van moord." „Van moord?" riep de vcrscluikloman. „Hoe bedoelt ge dat?" „Verleden weck kroogl ge een brief kaart?" „Zeker, ik kreeg er wel een dozijn." „Maar op één daarvan waren de vol gende woorden geschreven: „(Dood stel lig den vader, maar red den zoon", en dal heeft do postdirecteur gelezen. Hier werd het gesprek afgebroken door een hartelijken lach. De briefkaart, waarvan hier sprake was, kwam van den directeur van een schouw buig, voor wien de lieer een stuk goschre ven had, waarin eenigo wijzigingen moes ten worden gebracht. „Geloof mij, juffrouw Emma, uw blauwe oogen zijn de heerlijkste, die ik ken, en uw schoone gouden haren..." „Ja, dat is alles goed en wel; maar hoelang is het geleden, dat u hetzelfde tot een ander gezegd hebt?" „Neen. heuscli niet, juffrouw Emmade laatste had zwart haar 011 donkere oogen." achting af te dwingen. Daardoor maakt zij zich onbemind en gevreesd. Zij deeie baar bevelen in beslisten vorm op beleefden toon uit en spoedig zal zich deze toon aan de overige huisgenooten mee deden. En onder dezen duido zij ook nooit kleine onbeleefdheden. Haar dienstboden, kiudeien, ja, niet zelden zelfs de man zijn dikwijls trouwe spiegel» der huisvi ouwen. Mocht toch iedere vrouw zich hiervan volkomen bewust zijn en daarom zich steeds meer en meer vormen en veredelen, op dat zich in haar nabijheid "louter goede, be schaafde menschen ontwikkelen. Men gelooft niet, hoe gemakkelijk zich fouten en slechte gewoonten op andere menschen overdragen; juist de vrouw heeft een buitengewoon talent om tot het goede op te wekken. Vooral voor kinderen, is do toon, die thuis heerscht, maatgevend voor het lieelo loven; zooals zij het van moeder gezien hebben en zooals deze het haar heeft geleerd, zullen de meisjes later haar eigen huishouden besturen, cn de taal der moeder blijft die der jongens tot Imo gen mannelijken leeftijd. Hoe vol verantwoordelijkheid is dus het voorbeeld der moeder en hoezeer moet zij er naai stieren haar huis vrij te houden van alles wat onschoon, onbeschaafd, on- behooilijk is. In latere dagen danken de kinderen nog hun ouders als zij gewend zijn aan be leefdheid ook in eigen kring, want deze eigenschap opent hun overal deuren en har ten, en ais zij zoo vast in licit gewoiteld is, dat zrj hun lot tweede natuur is ge worden, dan leggen zij de beleefdheid ook niet af, wanneer zij op zichzelf staan en zich cen eigen hniselijken „ring vorm, 11 cn gaan hun kindeieu ine! goed voorhi eld voor. Zoo staat de ideale waarde dei beleefd heid thuis oneindig hooger dan de be leefdheid in den mnnt-whappclijkeu omgang. Een rendier wordt een last van 50 pond, die hem op den rug geladen wordt, spoe- zomers -zorgvuldig van h'aar vellen ontdaan moc> terwijl hij een last, zesmaal zoo worden, vóór dat men ze eut 6. In liet lieetc jaargetijde zijn zwaar te verteren spijzen veel nadeeligcr dan des winters, liet is raadzaam in den zomer vege tarische, in den winter vleosehvocding te verkiezen. 7. Kleed u niet alleen als ge uitgaat, maar zwaar, zeer gemakkelijk kan voorttrekken. ANECDOTEN. Mevrouw H. (iu bed): „Henri, heb je ook wat klaargezet voor (ie kat, vóór je naar boven kwam?" Mijnheer II. (die de "kat niet kan uit- ook ais ge thuis zijt, zoo licht en gemakkelijk I tann\ja jjj ]icp mi busje gecondcn- 1 vi tr».,^,-.4 hlooilooi-iilnnn ntr»f I*" - v mogelijk. Men moet den bloedsomloop niet storen, maar veelmeer bevorderen, daar onze kleeding toch min of meer den bloeds omloop stoort. Nauwe corsetleu, kragen, kouscbanden, glacé-handschoenen^ kunnen vooial 's zomers zeer nadeelig zijn. 8. Zorg voor frissche lucht en zonne licht. AVat gij des winters misi, moet ge des zomers weer goed maken. Laat de kin deren huilen spelen, wilt ge ze gezond houden. seerdc melk op tafel gezet, met een schaar erbij 0111 het open te maken." ,,'t Verwondert me, Jantje," zei vader berispend, „dat jij je kleinen broer slaat. Weet je niet. dat het laf is, iemand lo slaan, die kleiner dan .jezelf is?" „Waarom slaat u mij dan, vader?" in formeerde de jongen. BELEEFDHEID IN HUIS. Hoe komt het dat zoovele menschen, die in gezelschap zeer gezocht en geliefd zijn, thuis dikwijls de onaangenaamste dwars koppen zijn? Omdat zij daar aan bun brute neigingen en hun egoïsme in den naaksten en kaal- sten vorm uitdrukking geven. Omdat zij lïot kleed van beleefdheid, dat hun in gezelschap zoo aantrekkelijk maakte, thuis-dadelijk afleggen, in de meening, het daar niet noodig Ie hebben. Inderdaao, wien de grillige bewondering van vrienden liever is dan dc genegenheid en liefde van zijn naaslbeMaandeii, die moge het overbodig vinden de beleefdheid ook tot zijn huis uit te strekken; wie ech ter gevoel heeft voor harmonisch familie» leven cn waardeering zijner- familieleden, dien zal het riiet invallen zijn innerlijk menschzijn in het innigste samenleven van de leelijkste zijde te doen kennen. Beleefdheid toch is veel minder hun van nut, jegens wie zij betoond wordl, doch veel meer hun,-die haar beoefenen. Weigeren wij misschien een beleefd ver zoek, als liet in onze macht ligt hel in te willigen? Zeker niet, terwijl het onbeleefde op treden van een ander onzen üots prikkelt en dadelijk tegen zijn wenschen inneemt. Onder beleefdheid thuis is geen stijf zitten en spreken te verstaan; de vrijheid van het huiselijk' leven mag ten volle genoten worden, alleen mag zij niet te ver worden uitgestrekt, zoodat zij anderen kwetst of in hun rechten verkort. Tot de huiselijke beleefdheid behoort het behulpzaam en ver draagzaam to zijn, zijn wenschen en ver langens niet grof en brutaal voorledragen, maar er vriendelijk 0111 te verzoeken. „Een goed woorcl vindt een goede plaats". En aan een vriendelijk wooid woult veel liever en sneller gevolg gegeven dan Rechter (tot "beklaagde)„Heb je dozen gnn een half, ruw bevel. Verder moet men getuige erni ouden gek genoemd?'' Beklaagde (blijkbaar trachtend zich te herinneren): „Hoe langer ik hem aanzie, hoe meer waarschijnlijk het 111e voorkomt, dat ik hel gedaan heb," DE GROOTSTE LIEFHEBBERIJ VAN KONING GEORGE. Gedurende eenigo jaren is koning George fan Engeland president, geweest van de. "°yal Philatelic Society". Hij was het evenwel niet in figuurlijken zin, want er 15 op. de geboete wereld niet zulk- een enthousiast postzegelverzamelaar als ko- mn6 George. Men schat, dat zijn collectie eon vvaardo heeft van honderdduizend P°nd sterling, en z'ijn kennis van post- zegels is zoo groot, dat hij menige gclc- genheid verzamelaars hem dank versehul- lIgd waren voor de inlichtingen, die hij 'ei1 'ii duistere punten op liet gebied Vjn de, postzegelsludic, gegeven heeft. 'overigens, wanneer er een philalelistisch congres gehouden/werd, toonde zijne majos- de grootste .belangstelling ia, hel vor- EEN GRUWELIJKE VERGISSING. Madame lampan verhaalt in haar in teressante memoires, waarin ze het leven van Marie Antoinette beschrijft, een ge beurtenis, die minder, algemeen bekend is in onzen lijd, maar destijds menig hart met schrik en ontroering heeft vervuld. Toen de jonge bruid van den Douphin haar plcehtigcn intocht zou doen binnen I ding?". Parijs, had de magistraat op het plein j Apotheker: Louis XV een groot vuurwerk doen ge reedmaken. Door gebrek' aan voorzorg van de zijde der overheid, geraakte, juist toen het vuur werk zou woiden afgestoken eu vele (luizen den zich langs en onder de stellages ver drongen, het vuurwerk in brand. Een ontzaglijke ontploffing volgde en een straal vuur spoot naar de stellages, die in brand geraakten. Er ontstond een vicesclijko paniek. Aan alle zijden was men op levensbehoud be dacht. Men drong, duwde, sloeg, beet, trap te; de radelooze angst drong alle'gevoel van mensclïelijkhoid op den achtergrond, hedendaagschen tijd.' Tot overmaat van ramp gingen dc pa as- „Wat 'n wonderlijk idee 1 den van de in de nabijheid staande rijtuigen „Ja, hg zegt, ze op hol en do woedende dieren wierpen zich lasten en bezwaren vergeten in dc menigte. ZUINIG. Boer: „Do dokter heeft me een bloed zuiger vooigeschrevcn. Wat kost zoo'n Een kwartje." Boor: „Zeg, heh-io misschien niet een gebruikten voor me?" VERSPROKEN. - „Is Meier thuis?" „Neen, hij is voor drie maanden op reis." „Zoo, .ik dacht, dat hij pas de volgende weck zou vertrekken." „Zeker, maar hij is vanmorgen al ge haald." „Hij verklaarde mij, dat hij kiespijn een der grootste zegeningen acht van den - »t - jk idee!" doet hem all .eandere niet uit het oog verliezen, dat onbeleefd h'oid zeer gemakkelijk tot gewoonte wordt, zoodat de huiselijke toon ook in deri om gang met vrienden na korten of langen tijd zich doet voelen. Hoe onaangenaam echter doet zich een onbeleefd meusch' in bel gezelschap en in liet' openbaar leven voor. .Men kan het aan postkantoren, station», bij dienstboden en kinderen zoovele maler, opmerken, lioe do onbeleefdheid veront waardiging wekt, prikkelt en kwetst. "Welke denkende mensch kan dus ruw genoeg zijn om zijn naaste omgeving, jnist die perso nen, welke hem bedienen, verplegen en liefhebben, met kwetsende onbeleefdheid te behandelen? Wie thuis de bbcleefdheid beoefent, eert in dc eerste plaats zichzelf, omdat hij zijn omgeving op gepaste wijze behandelt. Als echter beleefdheid reeds bij den man een zoo moeilijk ie ontberen deugd is, hoeveel moer moot dus een vrouw haar beoefenen? E11 daar voorat het huis de wereld der vrouw is, moet zij voor netheid en fatsoen in huis zorgen. Zij dient steeds met een goed voorbeeld voor te gaan door dienstboden altijd beleefd te behandelen. Verre zij het v.an haar door twisten of scheldwoorden zich dagelijks eerbied en EEN WARE GESCHIEDENIS. (Vervolg.) Marie, 't jongere zusje, merkte 't wel op 11 bood dikwijls aan, mama voor te lezen, maar IJ da deed altijd maar uf zo 't niet mcikte, eu wilde niet inzien, hoeveel moeite mama had om er te komen. Zo vroeg altijd om allerlei onmogelijke timgen, zoouls nu weer met den circus, cn, als ze haai zin niet kreeg, voelde ze zich nog teleurgesteld en verongelijkt ook. "Vrij dagsavonds zat ze weer danig te brommen, ze bad ook nooit iets; was dat nu een leven I)e hit had nog meer dan zij. Die kon tenminste nog op 't schellinkje gaan. Zij won, dat ze "t ook kon. Ze wou nog veel liever een echt burgerkind zijn, een doch ter van een werkman of zoo, dan de doch ter van een quasi-dame, die zich in alles behelpen moest en niet eens geld over had om haar eigen kinderen een pretje te be zorgen. Marie stootte haar ondei tafel aan en wees daarop naar mama, die over haar werk zat gebogen, maar toch.niet zóó diep, of Marie kon wel zien, hoe er tel kens een traan over haar wangen liep. Lida zag 't nu ook, maar dal verbe'er- de luiar stemming niet. Daar werd opeens hard gescheld. Üchit, zooals ze het dagmeisje noemden, was al lang mar huis, en een van do kindereu moest dus opendoen. Zooals gewoonlük was 't ook nu weer Marie, die opsprong en naar beneden liep. Een oogenblik later kwam ze terug met een briefje in de hand. „Voor jou, Lida, cn op antwoord wachten, 't Is de knecht van mevrouw Melters." Lida scheurde haastig 't couvert open en las: „Van hui», Vrijdagavond. Beste Lie! Ik heb net zoolang gezaanikt tot 't mag. En daarom vraag ik je nu, uit naam van mama, of je morgenaavond met ons naar 't cirqus wilt gaan. Kom maar bij ons ïlinecrcn, dan eet jo nog eens lekker, en als je mij zoowat om drie uur komt af- haaien, kunnen wij nog wat boodschappen samen doen. Komplement van mama en zeg aan den knegt of je mag. Je eeuwige trouwe vrindin, Ans. Mevrouw Hagedooin las 't briefje, toen Lida 't baar, na 't zelf gelezen te heb ben, gaf, lachte even om de pracbiige spel ling en maakte bij zichzelf de opmerking, did het meer had van oen keukenmeiden- epistel, dan van een briefje van eeu jonge dame van 11 jaar. „Mag ma?" vroeg Lida angstig. „Je moet het zelve weten, kind; je wou immers zoo heel graag gaan." „Gunt il 't mij dan niet, dat u zoo laar doet?" 1 „Ik ben er mij heuseb niet van bewust, mar te doen," antwooidde meviouw Ha gedooin met een flauw lachje. „Zeg dan maar, dat 'l goed is," hernam Lida. „Je moet zeggen» dat de jongejuf frouw met veel genoegen de uitnoodiging der freule zal aannemen." „Der freule," proestte Marie. „Verbeeld je, Ans Meitors is net zoo min ecu freule als wij." „Nu, ja, maar zc is zoo rijk! En 't slaat beter tegenover den knecht." „Geef jij dan zelf de boodschap; ik doe 't niet." (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 11