83"* Jaargang Zondag 19 Juni 1910 No. 13332 Tweede Blad. Uit de Tweede Kamer. Het schoonheidselixer, Deze courant verschijnt dag el qKs met uitzondering van Zon-en Feestdagen' Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en V la ar din gen fl. 1.25 franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. l Advertentiön voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een aur pan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meet, 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Grooie letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen, ill In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, hij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. In tere. Telefoon f voor de Redactie No. 123. voor de Admiuistratio No. 103. Daav is hij het ontwerp tot regeling van de Banken van Leening per slot van reke ning nog een gewichtige kwestie ter sprake gekomen, en wel deze. De Regeering beeft, dit dient als uitlegging aan de zaak voor af te gaan, er togen willen waken, dat onder den vorm van administratie kosten door de particuliere banken van Leening een buitensporig 'hooge rente zal geheven worden, ren misbruik, dat zich in alle vormen voordoet. De lieer Schaper wist zelfs oen- geval mede te doelen, dat ineenb'ank van Leening. een aparle bijdrage geheven werd van hen, die uil begrijpelijk schaamtegevoel bet huis der nooddruften liever door de achterdeur dan door de, voordeur binnentraden. Anne pielen! En wie het Nu tamp port over de banken van Leaning in ons vaderland heeft be- slucleeytl, weet dat sommige van de pai- dciiliere instellingen ten onzent hef. in deze tol een alles overtreffend cynisme hebben gebracht. Minister Heemskerk wees in de discussie op een particuliere hank van lee ning, die het volgende fraaie „reglement" publiceerde De Voorschotbank is Gevestigd alhier. Geeft Voorschot, op Goederen, Goud enz. De Tarieven zijn: 3 o/o per Dag 3 o/0 per .Week 12 o/o per Maand. Aflossing Moet Plaats Hebben 3 Maanden na Data van Inbrengen. I Daarna I Boschouwen Wij Ons Als Eigenaresse der Panden. De Panden W-orden Niet Verzekerd. Overigens Geen Voorwaarden. Dit is êfrn staaltje uit velen. In dit re glement" wordt niet gezegd of de gevor derde rente, enkel rente is, ol' rente plus administratiekosten. En liet is met het oog op dergelijke reglementen .dat het ontwerp wol voor de gemeente lijke bank voorschrijft, dat er naast rente geheven kunnen worden administratiekos ten, maar aan de particuliere banken enkel het heffen van rente toestaat. Hiertegen kwam dr. Bos, van wicn be kend mag verondersteld worden, dat hij sinds jaien van deze materie een bijzon dere stndje hooft gemaakt, o. i. terecht op. Hij noemde dit in strijd mot het systeem vin de wet. Deze wet wil looh niet alleen do openbare instellingen zooveel mogelijk zo°, nu, bier is een penny!" «Dank u, mijnheer," antwoordde de ha- velooze nian dankbaar. „Ik ben geruïneerd door mijn succes in zaken." Be heer Mandors staarde hom aan. «Het is werkelijk waar," hield do ha velooze man vol. Hij fluisterde den heer Ganders iets in liet oor. „Dat was mijn handelsnaam, mijnheer!" «Goede hemel I Unn had je je kanto ren in....- 1 1 „Bond-street, ja, mijnheerI Ik was wat mcn oooiut, een sclioonheidsdokier." Hij zuchtte zwaar. «En toen ik mijn elixer ontdekte, dacht l", dat mijn fortuin gemaakt was. Ik 'Haakte er honderden B esse hen van, huurde !e *'intoreii, adverteerde en wachtte op 'anten. De eerste was een City-man. «Mijn vrouw zogl, dat ik er veel te [!'t zie,' begon hij. „Zie, wat ge voor n"j doen kuni." «Ik keek eens naar zijn baar. oh ver- Ma erdohel van grijs in bruin, de oor- Houkelijke kleur. Toen maakte ik al zijn popels weg, en daar hij nog al dik was, maakte ik hom slank. «£et de behandeling voort," raadde ik ih zat u een flesch elixer geven." 1 'J Betaalde wat hij mij schuldig was, rukte mij hartelijk de hand, noemde mij erij wonder, en vertrok. Toen kwam er een „'Bmm, van omstreeks zeventig jaar. ••'lijn lint is niet wat ze vroeger was," üineldo zij. „Zoudl u het nog wat kun- nf;!l verbeteren «Verbeteren, mevrouw?" sprak ik. „Dat in het leven roepen, waar daaraan behoefte bestaat en do gemeenten in deze tot acti viteit prikkelen, maar tevens de partiliere instellingen aan zoo strenge voorwaarden binden, dat liet wookeibedrijf verdwijnt, en alleen die overblijven, die op goeden grond slag gevestigd zijn. Maar'waar dat 'zoo is, mag men dan ook aan de particuliere instellingen niet verbieden het heffen van administratiekosten, die toch eigenlijk in den aard van het bedrijf liggen. Wil men toch voor die voorschotten, die slechts ge durende korten tijd loopen en over zeer kleine bedragen alle administratiekosten als rente heffen, dan stijgt die rente tot een enorme hoogte. Zeer juist. Stel iemand beleent een pand voor f I voor den tijd van 36 dagen, tegen een rente van 20 per cent 's jaais, dan betaalt hij 2 cent rente. Wanneer nu de, stel 5 cents administratie kosten, die aan deze transactie verbonden zijn, ook in den vorm van rente geheven wordt, stijgt die rente nominaal tot 70 per cent. Waai door do schijn zou gewekt wor den, dat men ook bij die particuliere in stellingen, die heel ornaat geen winst be jagen, die eigenlijk niets anders zijn dan philatropische inrichtingen, veel duurder uit z'Öu zijn dan bij de gemeente. Vandaar dan ook de amendementen van den heer Bos c. s. om ook aan de par ticuliere banken van L'eening hel recht te geven van administratiekosten te heffen, maar dat tevens een maximum vastgesteld zal worden, niet alleen voor de rente, maar ook voor de kosten, die zullen geheven worden, welk maximum dan door de ge meente, die do vergunning moet verleenen tot liet houden van een particuliere bank van leening, moet worden goedgekeurd. De Afluister ontkende hot goed recht van de amendementen niet, maar bekeek de zaak toch alleen van den praktisehen kant, toen hij als zijn meening to kennen gaf, dat voor het panden-beleenende publiek per slot van rekenig d i t iiet hoogste belang is, dat liet hij de particuliere hank van leéiting weet hoeveel percent ïente het heeft te betalen, en dat het dit liet best weet als or één totaalcijfer is. Men moet die berekening niet te ingewikkeld maken voor den kleinen man, door ze onder twee hoof den te brengen. En hier kreeg do Minister steun van een kant, waarvan hij dien nu juist niet als regel pleegt te krijgen, en wel van den afgevaardigde voor Rotterdam I. De heer Goeman Borgesius vreesde van het amendement een ander nadeelig gevolg. Hij wees er op, hoe zjj, die niet alleen de praktijk van de beleenbanken, maar ook die van het kleine crediet hebben loeien kennen, altijd hebben ondervonden, dat de exploitatie van de kleine lui het grootst is haast onmogelijk; maar gaat u zitten," „Het elixer werkte zeer vlug. Jk stoomde haar gelaat uit, en deed alles, wat er gedaan kon worden. Zij word met iedere minuut jonger. Toen zij mij verliet, met een groote flesch bij zich, leek zij niet ouder dan veertig." „Houd het vol, mevrouw," gaf ik haat te raad, „en kom gauw terug." „Toen ik haar uitliet, was er at weer ienuuuL die zat te wachten, en ik be gon te' denken, dat ik in geen tijd ruil- lionair zou zijn, Het was een heel teelijk meisje, met een rooden neus, en een beetje scheel. Maar ik wanhoopte niet. „Toen ik klaar was, viel ze mij bijna van dankbaarheid om den hals. Ik was ook werkelijk zelf een beetje verbaasd. Het was een wonderlijk goedje." Do havelooze man bleef een oogenblik staan denken. Atijnheer Mandors werd een weinig ongeduldig en sprak: „Maar ik kan hier niet den boelen dag tiaar jo staan luisteren." „'Nog een paar minuten, mijnheer. De volgende klant, nummer vier, was een heer, wiens haar in een trourigen, maar geen hopoloozcn toestand was. Om kort te gaan, hij was kaal. „Ik betaal niet, vóór ik eenige resul taten zie," waarschuwde hij mij. „Ik heb van alles geprobeerd, maar er was niets goeds bij." „Ik zal u overtuigen, dat mijn artikel ongeëvenaard is," merkte ik vriendelijk op. „Hij was al tevreden, vóór hij weg ging en betaalde mij het. dubbele. „Mijn hemel, het groeit al," riep hij uit. „Dat is ongekend. Geef me nog twee flessch'en mee naar huis." De havelooze ïuan straalde. is, indien ouder verschillende benamingen vergoeding woidt gevorderd voor de cre- diotdiensten, die bewezen worden, indien behalve rente onder een andere benaming nog bovendien iets extra's wordt gevraagd voor het ter leen verstrekken van geld. Hij toonde verder aan, dat, als men aan de particuliere banken het, recht gaat ge-1 ven administratiekosten te heffen, dat de kleine pandhouders dan door die kosten liet meest, zullen worden gedrukt, aange zien de administratiekosten voor een klein pand ongeveer even groot zijn als voor een groot pand. Zeker, als, aldus de heer Goeman Borgesius, men het stelsel van den minister volgt, moot uit liet totaal van de opbrengst der rente gevonden kunnen worden, zoowel een behoorlijke vergoeding voor het geid, dat ter leen wordt verstrekt, als een behoorlijke vergoeding voor "de to maken administratiekosten. 'En liet voordeel daaivan is, dat dan allen betalen een vaste rente in verhouding lol do som, die zij voor hun pand ter leen ontvangen; de kleinen betalen dan in verhouding niet meer dan de groolere. Daar liet noch dor Regeering, noch den voorstellers van liet amendement te doen was om politieke» strijd te voeren, maar wei om de zaak zoo best mogelijk te regelen is men gelukkig tot overeenstem ming gekomen. De Afluister kracht e.enigc wijzigingen in het ontwerp, waardoor vrijwel aan de wensrhen van de voorstellers van de amendementen werd tegemoet gekomen. De eerste wijziging was deze, uat het per centage der rente verschillend kan zijn, naar den'duur van de beleening. Zoo zal men voor een kortere Leleening een even redig hooger percentage kunnen vorderen, wat gelijk staat mei een zekere som voor administratiekosten. Nu weet men wel niet van te voren, hoe lang de duur der be- leening is, maar als het pand wordt ge lost weet men het. En in de tweede plaats is de bevoegdheid aan de particuliere ban ken gegeven om bij kleine panden een 'minimum-rente te hetfen, waardoor zij dus gedekt zijn voor de administratiekosten, zonder te hooge rente te heffen. Toen was het alles puis en vree. de amendementen werden ingetrokken, en liet wetsontwerp, waarovei later gestemd zal worden, zal wel zonder hoofdelijke stem ming aangenomen worden. Het wetsontwerp tot nadere wijziging en aanvulling der wet toi voorziening tegen be smettelijke ziekten heeft tot eeno zeer inte ressante diretts-ie aanleiding gegeven. Volgens de beslaande wet van 1872 kan de gemeente ontsmetting of onteigening en vernietiging bevelen van bet besmette pand. Dit luid, vooral in bei Noorden, ten gevolge „Deze enkele vooibeelden zulten n een denkbeeld geven van mijn methoden. Wit- ren zij niet eerlijk? Had ik niet de ge- wenschte resultaten? Had niei iedereen tevreden moeten zijn? .la, mijnheel, dat dacht ik ook. en gedurende de eerste paar dagen had ik ook geen handen genoeg om mijn klanten te helpen. Alat r toen Do havelooze man schudde treurig het hoofd. „Als ik er nog aan denk, geraak ik geheel van streek. Op zekeren morgen, toen ik naar Bond-street ging, vond ik een menigte aan mijn deur. Het duurde eenige minuten vóór ik binnen was. „Kén voor één, dames en heeren, als 't u "blieft," riep ik. „Allemaal om zaken te doen, dacht ik. Maar neen. „De eerste persoon, die ik te spreken kreeg, was mijn cliënt nummer twee do oude dame, ti weet wel. Zij was ten minste oud geweest, want ze leek nu wel 25 loon ze binnen stormde. „Luister eens," riep ze, „wat moet ik doen? Ilel is belachelijk, ongehoordIk hen ten spot aan a! mijn familie en ken nissen, en dat alles door uw elixer." „Maar ik heb u toch verjongd, me vrouw," brac hl ik in liet midden. „Jawel, maar ik beu niet meer dezelfde persoon. Men ziel mij voor mijn kleindoch ter aan. Gisteren werd ik gevraagd om hockey te spelen. Hockey op mijn leef tijd I Èn mijn echtgenoot lacht me uit." „Als u hem mij wilt sturen voor een behandeling," begon ik. „Ik garandeer „Zij gebon te snikken. „Neen, o neen! 't, is verschrikkelijk I Alle mannen maken mij het hof. Ik had vier huwelijksaan- zoeken in twee dagen dat de burgemeesters maar liever tot ont eigening overgingen, om deze eenvoudige toden, dat onteigening ten laste van het it ij k komt, ca de kosten van ontsmetting ten laste van de gemeente komen. Dr. Knypei' heeft dit aU minister zeer goed begrepen, en in 1902 eerie circulaire gelicht tot do burgemeesters, waarin hun deze .manipulatie" verboden werd. Dat was nu wel goed gezien, maar slechts voor do helft. Hij brak hier af zonder iets op te. bouwen, zoodat do schade aan de volksgezondheid door die circulaire toegebracht, in geen vol den of wegen opwoog tegen de enkele tien duizenden guldens daardoor uit,gespaard. AVJmt men begrijpt, dat de ijver der gemeentebe sturen om goed te ontsmetten niet toenam, toen ze wisten da.t het liefst op eigen kosten moest geschieden. Aten vroeg dus om eene betere regeling, maar alle adviezen die de des kundigen. de Centrale Raad voorop, sinds 1902 gaven, werden door de opeenvolgende ministers van Binnenlamlsche Zaken afgewe zen met een: Te duur! Rn ook Minister Heemskerk Hoeft zich in zijn ontwerp al te zeer door financieelc overwegingen laten lei den, zoodat in liet Voorloopig Verslag van alle kanten op meer afdoende maatregelen werd aangedrongen, die de Minister echter mei het oog op de sella (kist afwees. De lieer Goeman "Borgesius maakte zich tot tolk van de onvoldaanheid van de Kamer met het gehodene en zette uitvoerig uiteen, waf er aan het. voorgestelde ontbrak. De rege ling zelf i« trouwens zeer eenvoudig, en komt hierop neer, dat voor zooverre aan de eischen en aan de voorwaarden door de Regeering te stellen voldaan wordt, de Staat aan de ge meenten zal vergoeden in do eerste plaats de helft van de kosten voor oprichting en uit breiding van een ontsmettingsdienst, in de tweede plaats de helft van de jnarlijksche uit gaven voor de vernietiging. 'V reiniging en do ontsmetting, en in de narde plaats de helft van de kosten voor de opleiding van ont- smetters. Want dat is nu eenmaal eene kunst, die men loeren moet. Ook particuliere veroeni- gingen, die zie.h ontsmetting ten doe! stel len. zullen onder zekere voorwaarden voor de oprichting van een ontsmettingsdienst cdooh. niet voor de jnarlijksche uitgaven voor ontsmetting, enz. de helft van de kosten van hot Rijk terug kunnen krijgen. Eindelijk wordt nog bepaald, dat de gemeen te van de ingezetenen wier goederen ontsmet worden, eene bijdrage kan heffen, en dat dan hij de verrpkerïng met het Rijk die bijdrage wordt afgetrokken. De eerste grief van den hoer Goeman Bor gesius tegen het ontwerp was. dat het wel betrekking heeft op de epidemische ziekten in de wet van 1872 genoemd, maar niet op de endemische of inheemsche ziekten als tu berculose en dergelijke, niettegenstaande van „Wijs ze af, mevrouw," gaf ik te raad. „D kunt op mij niet boos zijn, want ik deed, wat ik in mijn advertenties be loofde." „Ten slotte werd ik van haar verlost, maar ik begreep, dat er nog meer zou volgen. Toen stormde cliënt nummer drie binnen het leelijke meisje met den roo tten neus, enz. Zjj droog zulk een dikken doek, dal haar gelaat geheel onzichtbaar was. „Ik durf ze niet af doen," sprak ze, want dan verzamelt zich een menigte on men loop! mij na. De ntonschon vinden mijn adres uit, en schrijven mij minne brieven. Theater-directeurs achtervolgen mij. Alijn hospita Heeft gezegd, dat ik weg moet. De twee andere pension aires hebben om me gevochten, en zijn door de politie gearresteerd. 0, ik wou, dnt ik nooit uw vreeselijk elixer gezien had." „Maat', waarom juffrouw?" stamelde ik. „Waarom?" „Omdat ik' zoo mooi ben!" gilde ze. „O. het is afschuwelijk, tk had geeu idee ervan hoe vreeselijk het zou zijn. Ik zou liever zijn zooals ik vroeger was. Geef mij spoe dig een tegenin!rltlel 1" „Het spijt me, juffrouw, maar dat heb ik niet. Goeden dag." Ze was nog aan 't lawaai maken, toen cliënt nummer een de deur opende, en zei, dat hij haast had. Het zien van een man deed haar de trappen opsnellen. He heer uit de city had schuim op den mond. „Waai'otn hebt ge me niet gewaar schuwd?" siste hij. „Alijn vrouw jaagt me uit huis. Ze herkent me niet, en zegt, dat ik een indringer hen. Ik moet in res- stauranls eten en zien dat ik 's nachts ergons slaap I Een dozijn mensehen hebben de ontsmettingen die sinds 1872 plaats von den. er oen derde was in pcrceolen waar een lijder aan tuberculose was bezweken. En dat niettegenstaande Gedeputeerde Staten van Friesland en van Drenthe den Minister ge smeekt hadden deze provincies te helpen, nu vei nieligins tot bestrijding van tering niet meer goooiloot'd is, en ontsmetting onuitvoer baar, bij gebrek aan de noodige hulpmidde len. Gij kunt, riepen zij den Minister toe, dit op verschillende wijzen doen; 6f eloorde tuberculose weer te brengen onder de wet op de besmettelijke ziekten; 6f door het Ko ninklijk Besluit, door Dr. Kuyper uitgelokt, door een ander to vervangen waardoor ont eigening en vernietiging weer mogelijk wordt of door ons een voldoenden ontsmettings dienst te geven, waardoor wij niet langer machteloos zullen staan tegenover eene ziekte, die nergens meer slachtoffers maakt dan in Drenthe en Friesland. De Minister deed geen van die drie din- aen, maar voegde den klagenden toeVer zuim intu=«chen niets waardoor gii de tuber culose kunt bestrijden. De beer Borgesius mocht zoo opmerken, dat dit als bittere spot klonkde klagers bleven gedwee in het uit zicht op de wettelijke regeling, die weldra komen zou. En nu is de wet sokomen, en nu ral het Rijk voor cholera, typhus, enz., 50 percent dor kosten van ontsmetting vergoe den, en voor tuberculose geen cent en (Ik wendt door den minister verdedigd op grond, dat de tuberculose in deze wc-t niet. thuis hoort! Daarnaast betoogde de lieer Borgesius op goede gronden, dat de ontsmetting niet aan de gemeenten moet worden overgelaten, maar dnt er moet komen een Riiksontsmettings- dienst. Reeds het argument van den minister, dat hij daarom de zaak liever aan de ge meenten overlaat omdat dit maar één ton zal korten, terwijl met een Rijk=ontsniettings- dinnst een half milüoen zal heengaan, veroor deelt de regeling. En ieder zal trouwens be grijpen, dat het platteland niet in staat zal wezen zonder Riikshtilp een behoorlijke ont smettingsdienst te organiseeren. En dat is ceno zaak van het Rijk om daarmee te reke nen, want wat baat liet oune gemeente of zij voortdurend alle maatregelen neemt, die noo- dig zijn, als de omliggende gemeenten haar plicht verwnarloozen? Daarom wilde de spre ker hebben R ij k -ontsm et t i n gsst at ions met ver plaatsbare ont-mettingsovens fnet voldoend personeel, die als vliegende colonne elk oogen blik gereed zijn uit te trekken; zooals men voor den voe.rt.apol heeft gedaan. Re.sumee- rende vroeg de afgevaardigde uit Rotter dam T of de Alinister genegen zou zijn de wet zóu te wijzigenlo. dnt Hot wetsontweip ook toepasselijk werd gemaakt op ondemiselio ziekten als de tuberculose2o. dat het ook toepasselijk werd op onschadolijkmaking door buitengebruikstelling van goederen, ge- mij om het geid terug gevraagd, dat ze me leenden ze houden me voor mijn zoon, een jongen losbol I En mijn firma zal ont bonden worden. Zij zeggen, dat een di recteur er minstens als dertig uit moet zien. En dit is alles uw schuld!" „Het eenige wat ik u kan raden," zei ik, „is laat op to blijven, ongezond te teven en het u zoo druk mogelijk tc ma ken. Kunt. ge u niet wat gerimpeld ma ken?" „In den beginne wiklo hij niet weg gaan, en toen hij liet deed, dreigde hij me met zijn advocaat te zullen zenden. Ik werd er wanhopig van, mijnheer. Mis schien zou do een of ander uit de menigte wel handgemeen met me worden, Alijn leven zou niet veilig zijn. „De „kaalhoofdige" heer kwam toon. Zijn haar was nu 15 centimeters lang. „Het inoct iedere» dag geknipt worden," snauwde hij mij toe, en als ik 's avonds uit ga, tweemaal por dag. En gisteren viel ik over mijn haard van do trappen! Ik Word belachelijk! Ge moet er oen eind aan maken! Do jongens roepen mij op straat na." 1 „Kunt ge u nu voorstellen, wat ik moet geleden hebben. Het was werkelijk om krankzinnig fe worden; maar Goddajik ont snapte ik er ton laatste aan." „Hoe?" vroeg de heer Alanders be langstellend. „Ik sloot de deur, mijnheer, on gebruikte een dozijn flesschen elixer van dubbele kracht. Toen ging ik uit, recht door do menigte. Zij hielden mij voor eoti kantoor jongen; ik zag er uit als achttien. - Ja, mijnheer, 't is een droevig geval. Als u soms nog een penny voor me hebt Alnar de heer Alanders was verdwenen, SCHIEDAMSCHE COURANT.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 5