fe M li 1M, jy 5 w *4- ■sgrf- rt li vrt lï-w' fOri '£f,rt i ws É-,'« S-'v." twv £#ri JSe'H IP" Steun kan men verlenen, lo. door de V. S. zelf te gebruiken, waar dit slechts mogelik is, 2o. door lid te worden van de „Vereniging tot vereenvoudiging der schrijftaal" (joariikso bijdrage minstens 0.50. Men ontvangt een hanlleidmg, 8 nummers 's jaars van het blad der vereniging en op verzoek prooaganda- gcschriftjes). De algemene sckretaris,' de heer P. Valkhoff, te Zwolle, zal zeker gaarne aan allen, die enige geschrifties over V. S. wil len lezen, deze ter kennismaking toezenden. Na deze korte inleiding moeten de regels der V. S. verder- voor zichzelf spieken. De Vereenvoudigde Schrijftaal wijkt in de volgende opzichten \an de regeling van de Vries en te Winkel af: 1. De e wordt op het eind van een letter greep niet verdubbeld: delen, kwekeling, pie ken, veren. Op het eind van een woord wordt echter ee geschreventwee, zee, mee, dominee. In afleidingen van zulke woorden (tweede, zeeen) en samenstellingen (tweeledig zeeschip, veevoeder) blijft de ee. 2. De o wordt op het eind van een letter greep niet verdubbeldlopen, stromen, boze, stro, 20. 3. De ie wordt op het eind van een letter greep door ie (niet door i) aangeduid: wiele waal, kievieten, biezonder. N.B. Deze regel geldt voor neder- i a n d s e woorden. 2ie voor bastaardwoorden regel 7 I 4. De toonloze klinker wordt in de uitgan gen -lik en -liks door een i aangeduid (even als in de woorden, nodig, gelukkig, havik, monnik, enz.) gewoonlik, huiselik, dngeliks. 5. Alleen ddn wordt sch. geschreven, wan neer men na de s een ch uitspit®kt (schip, schoon, scheppen; schrijven, schrikken). Dusvis, mens, wensen, hollandse, franse. Ook schrijve men tans, altans, tee (zonder h), ert (zonder w), besje (zonder t). 6. De n en s worden niet als „tussenlet ters" geschreven wanneer ze in de beschaaf de uitspraak niet worden gehoord. Dus: zede- leer, stemkunde, hondehok, pennehouder, oorlogschip. (Natuurlijk wel toetssteen uit toets en steen, lansstoot, evennaaste, tegen- natuurlik enz., waar men niet met een tussen letter te doen heeft). 7. Bastaardwoorden. In open let tergrepen van bastaardwoorden woidt de ie- klank voorgesteld door het teken iindividu, naïveteit, Israelitisme, favorite, artikel. Maar op het eind van een bastaardwoord schrijft men iegenie, traditie, kolibrie, Februarie. En bastaardwoorden, eindigend op ie, of op ie gevolgd door één medeklinker, behouden ie in de verborger vormenlithografieën, tra- ditieèn( lelieén, projektielen, Isiaelieten. Naast de bastaard uitgang -ies staat dus de verbo gen vorm-iese: harmoniesc, (afgod)iese. Verder schrijve men e in plaats van ae el her, predikaat, pedagoeie(k) preparaat; k in. plaats van de k-klank-aanduidende c lokomotief, akteur, aktrice, direkteur, kontri- butie; f in plaats van ph: alfabet, fotograferen, fisika, fantasie; r in plaats van rh: retorika, rachitis, rodo dendron. Bovendien worden enige algemeen gebrui- keLike bastaardwoorden in de spelling verne derlandst: bazaar, bloeze, boeket, faijiet, grok, kanapee, koket, rosbief, toost, trem en enkele andere. 8. Eigennamen (familienamen en aardrijks kundige namen) behouden de gebruikeiikc spelling: George, "Visseher, Tusschenbroek, Zwolle, 's-IIertogenbosch, den. Bosch. 9. Bij de verbuiging van lidwoorden, bij- voeglike naamwoorden on voornaamwoorden richte men zich uitsluitend naar het b e- schaafde spraakgebruik. Men schrijve dus de, hij, hem, zijn, zij, ze, ham', enz., wan neer men de, hij, hem, zijn, zij, ze, haar zegt. Voorbeelden: Zet de stoel in de hoek. De boeken van die aardige kleine jongen. Is de kaohel njet nan? Neen, hij is uit. Zal ik aan de meid zeggen, dat ze hem ('m) moet aanmaken? Die soep is erg warm, ze (of ookhij) is anders lekker. BINNENLAND. Prinses you "Wied. f Op het Adres van Rouwbeklag door de Tweede Kamer aan de Koningin aangebo den, wegens het overlijden van Prinses van Wied, heeft de voorzitter der Kamer van den directeur van het Kabinet der Koningin een schrijven ontvangen van den volgenden inhoud Ingevolge de bevelen van Hare Majes teit de Koningin, heb ik de eer U Hoog Edel- Gestienge te verzoeken aan de Tweede Ka mer der Staten-Generaal Haier Maiesteits dank te willen overbrengen van haar, bij uw schrijven van 24 Juni 1910, overgelegd adres van rouwbeklag ca betoonde deelne ming bij het overlijden van Hare Koninklij ke Hoogheid Mevrouw de Prinses-Weduwe van Wied, geboren Prinses der Nederlanden. Baad ran State. Openbare vergadering van den Eaad van State, afdeeling voor de geschillen van be stuur, op Woensdag 6 Juli, des voormiddags te 11 uur. Personalia. Bij Kon. besl van 30 Juni zijn, benoemd tot leden der Centrale Commissie voor de Statistiek, mr. Th. H. de Meester, lid van de Tweede Kamer der Staten-generaal, en jh!r. pir. J. A'. Stoop van Strijcn, refe rendaris hij het Departement van Binnen- landsche Zaken, beiden te 's Gravenhage. Bidderorde. Bij Kon. besl. van 30 Juni zijn lo be noemd in de Orde van Oranje-Nassau a. tot commandeur pïr. B, P. D. Fabius, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, on ml'. R. van de Werk, president van het gerechtshof te Amsterdam; b. tot ridder: Ju J. Blussé, voorzitter van. de Ko ninklijke Amstordamsche roei- en zeilvor- eeniging „De Hoop", to Amsterdam; Ed. sCuypers, architect te Amsterdam; A. I. da Haan, broodfabrikant te Amsterdam; H J. den Hertog, lid van den gemeente raad te Amsterdam, W. L. tl KosterIlen- ke, commissaris van politie te Amsterdam; Th. Molkenboer, kunstschilder t.o 'Amster dam; mr. II. A. van Nierop, secretaris der feestcommissie bij het Kon. bezoek in Mei 1910 te Amsterdam; TI. Ter-steeg, voorzit ter van de vereeniging „De Amsterdam- sche Pers", te Amsterdam; en is 2o. aan M. A' Van Buschbach, telegrafist bij de politie to Amsterdam, toe gekend de eere-medaille dei' orde van Oranje-Nassau, in zilver. Bij Kon. besl. van 28 Juni is II. W. L. Leur, directeur van het telegraafkantoor te Amsterdam, benoemd tot officier in de orde van Oranje Nassau hieven do klippen zich plotseling tot vijf-, tig of zestig voet, zoodat mij de pas geheel afgesneden was. Ik liep achteruit en vooruit, met die vervloekte meerman nen pp mijn hielen, -wild rondkijkend naar een plaats, waar ik mijn voet kon zet ten en uit hun hereik komen. Plotseling zag ik een groote cobra, die aan den voet der klippen in elkaar gekronkeld lag, en ik herinnerde mij een truc, die een Indisch' slangenbezweerder, mij eens ge leerd had. Zooals hij daar lag, kon ik zien, dat het schepsel minstens acht voet lang was, en hij uitstekend voor mijn doel geschikt was. Ik klom langs zijn ge ledingen tot ik zijn kop bereikt had, toen drukte ik mijn handen om zijn keel en ging er aan hangen. Het beest begon zich* te bewegen, stak zijn kop op, en in min der dan geen tijd was 'zijn kop gelijk met den top van de klip; ik sprong er op en liep weg." „En wat werd er van de meermannen?" informeerde Griggs. f' „Dat h'eb' ik niet gehoord," antwoordde de kapitein, „want zij zonden mij nooit een briefkaart, om mjj te melden hoe het hen ging, nadat ik ze verlaten had. Hebt ge me nog meer dwaze vragen te doen?" „Ik heb een zeer verstandige vraag, kap- tein," sprak Dixen. „Wat wilt u drinken?" „Hajhal" sprak de kapitein glimlachend. „Nu kan ik met je praten!"! 1 Kamerverkiezing Helmond. Voor de Tweede Kamer zjju in het dis trict Helmond (vacature mr. Regout)can- didaat gesteld de hoeren A. Fleskens, bur gemeester van Geldrop en mr. J. A. Swane, advocaat to 's-Hertogenbosch, over wie op 12 Juli do stemming plaats heeft. Statenverkiezing. GELDERLAND. Bij de herstemmingen ter verkiezing van leden der Piovinciale Staten in Geldeiland hebben de vrijzinnigen één zetel verloren in het district Arnhem, waar twee vrij zinnigen aftraden, en een vrijzinnige en een anti-revolutionair gekozen zijn. Daar tegenover is een zetel voor de vrijzinnigen gewonnen te Aalten, waar voor één vrij zinnige en één anti-revolutionair twee vrij zinnigen m de plaats komen. De einduitslag van de geheele verkiezing is dus, dat drie zetels van de vrijzinnigen aan de kerkelijken zijn overgegaan, één m Voorst en twee in Doesburg. De vei houding in de Statenvergadering wordt nu 23 links tegen 39 rechts. Het engnêU rapport orer de G, E. W. De „Tel." vult de mededeehng omtrent de conclusies, waartoe de enquête-commissie naar het beheer der gemeentelijke electrieiteit werken, als resultaat, van haar onderzoek is gekomen, met betrekking tot het gegeven ad vies ten opzichte der beide ambtenaren, de hoeren Grivel en Groothoff als volgt aan: De commissie adviseert den heer L. II. Grivel, chef van de installatie, oneeivol te- ontslaan, met uitkeenng van een som, gelijk staande aan drie maanden salaris; zij advi seert tot het geven van eervol ontslag aan den hoofdboekhouder der G. E. AV., den heer J. C. Gioothoff, en uitkeering aan dien ambtenaar van een som, overeenkomende mat het salaris van dien ambtenaar over twaalf maanden. Eerste Kamer, De nota-Vah Heeck^dtien. Het woord is aan den MINISTER VAN BU1TENLANDSCHE ZAKEN (den heer DE MAREES VAN SWINDEREN), in verband piot de laatste nota-Van Heeckereti, De tribunes zijn dicht bezet. Verschillende le den der Tweede Kamer, waaronder do voor zitter, verder de oud-ministers Sabron, El- lis, Cohen Stuart en vele dames en hee- ren wonen de vergadering bij, ook de secretaris-generaal Van het H,of van Ar bitrage, mr. MichieJs van Kessenich'. De MINISTER zegt, dat de strekking van de nota den heer Rengers, blijk'ens 'diens verklaring, Dinsdag nog niet-dui delijk was. Het zal verwonderen, 'dat spr. thans eenige opmerkingen maakt, maar de nota is reeds lang in de pers ver schenen, en zoo nam' hij er kennis Van. Aronn en inhoud deb nota noodzaken hem er toe, eenige aanteekeningen te maken. Hij wordt er toe gedrongen met zeer ge mengde gevoelens. De vorm. der nota zou hem Tot zwijgen nopen, maar do inhoud dwingt hem tot spreken. De Kamer oor- deele, of de termen, door den heer \ran Heeckeren gebruikt, de juiste voor oen parlementaire gedachtemvisselmg zijn. Het heet, dat spreker's rede van 10 Februari niet te kwa'ificoeren is, dat ze halve on waarheden" bevat, dat er uit blijkt „de verbeeldingskracht", een „aangeboren dia- matisch talent" (gelach) en ten slotte Wordt spr. vergeleken bij den kikvorsch', die zich tot een os opblaast (Gelach) Spr. pro testeert tegen dat alles. Ook de inhoud der nota geeft spr aanleiding tot critiek. Op de Noordzee-entcnte wil hij thans met nader ingaan. Deze heeft hij in het par lement reeds genoegzaam besproken De wordingsgeschiedenis dier entente wordt door den heer Van Heeckeien beneenen- male onjuist voorgesteld. Dc fantasieën in een buitenlandsch dagbladbureau uitge broed, worden hier in het Nederlandsche parlement als historische waarheden voor gesteld. (Gelach') Die redacteur zal zich verkneuteren van genoegen. Er worden in de nota onverantwoordelijke mededeelingen gedaan, voornamelijk de zinsnede, „dat de minister in het geheel niet genegotieend heeft, en geen poging demi om voor de belangen van ons vaderland op te komen", bij do entente is ten eeneninale onwaar. Dc heer 'Van Heeckeren meent, dat spr. met de kwestie niet bekend is. Dit is ook onjuist. Do (minister heeft zich geheel op de hoogte gesteld, en wel uit betere bron nen dan do heer Van Heeckeren. (BeWe ging.) Het rapport van 1904, waarop de hoor Van Heeckeren doelt, heeft spr. ge lezen, doch het wordt door het rapport van 1905 geheel waardeloos gemaakt. De minister verklaart nog eens uitdruk kelijk, dat er voor de angst van den heer Van Heeckeren en anderen geen aanleiding was. Omtrent maatregelen, die in het bui tenland zouden zijn genomen, bleek nog eens bij nader onderzoek, schijn noch schaduw te bestaan. Er was niets van waar. Zonder oemg bewijs heeft de heer Van Heeckeren spr.'s pertinente mededee- lmgen in Februari afgelegd, ontkend. Daar bij heeft de heer Van Heeckeren gebruik gemaakt van een anonym stuk in „De Telegraaf", in Welk stuk de perfide leugen voorkomt, als zou spr. willens en wetens de Kamer onwaarheden hebben verteld. Tegenover dat alles is voor spr. veel zelf- beheersching noodig. ,ÏIij zal die toonen." „Ik blijf," roept de minister, uit, „de door mij m Februari afgelegde verklaring volkomen handhaven. Die is geheel juist. Ik kan er aan toevoegen, dat de minister president van 1904, dr. Kuyper, bereid is, die verklaring geheel en al als juist te onderschrijven. Do heer VAN HEECKEREN: Dat is niet waar. (Beweging.) De "MINISTER wraakt ten slotte nog eens het optreden van den heer Van Heecke ren als volksvertegenwoordiger, betoogend; dat zijn houding van veel nadeel kan zijn voor onze verhouding tot het buiten land. Hij Waarschuwt de Kamer, niet over te gaan tot een comité-generaal. Wat oon diplomaat niet voor openbare bespreking geschikt acht, verzwijge hij; ook in co mité generaal geeft een diplomaat zich rekenschap van zijn plicht tot zwijgen. Als dat noodig is, dan gaan we een verkeer den weg op. Wat te zeggen van een di plomaat als de heer Van Heeckeren, die het allerverderfehjkste systeem volgt, om met de regeermg een debat aan te binden, waaromtrent de détails hem slechts in zijn ambtelijke hoedanigheid bekend zijn. De eenige autoriteit, die deze heer Van Hee ckeren tot dergelijke mededeelingcn kon machtigen, is de minister van Buitenland- sche Zaken, en die heeft nooit machtiging gegeven. Thans tracht men te benadeolen de verhouding met een vriendschappelijke natie. De heer IIOVY zegt uitdrukkelijk, tege- looven, dat de beweringen van den heer Van Heeckeren niet zoo onjuist zijn als de minister meent. Het komt spr. euvelen zijner vrienden echter gewenscht voor, met verder debat te wachten tot de rede van den minister gedrukt is. De zaak is van te groot belang. De VOORZITTER: Doet u een voorstel? De heer HOVYDc deed alleen de mede- deéling, dat we met verder debat liever zullen wachten. 1 De heer VAN HEECKEREN ligt de ver klaring af, dat hij al do woorden van zijn. nota volhoudt, van begin tot oindJ, Sin bereid is, bewijsstukken over te liggen, Hij gal echter "de wenk! van den heer Hovy volgen en Wachten tot de rede van den minister gedrukt is. De lieer STORK: Ik! zou Wel willen we ten Wat dit alles beteekent Moet nu de zaak opnieuw behandeld Worden? Komt er een nieuWe nota? Laat de voorzitten toch geen enkele nota meer aanvaarden. De MINISTER zal zich' neerleggen bij de beslissing der Kamer, en de regeering beh'oudt zich het volle recht voor, harer zijds de discussies over deze zaak geslo ten to verklaren en verbindt zich' niet, later weer, op de zaak! terug te komen. (BraVo's, applaus.) 1 De heer VAN WEIDEREN RENGERS meentji dat de jyenscb! van een aantal le den, om de zaak later nog te behandelen, geëerbiedigd moet worden, doch! dat van het verder wisselen van nota's moet wor den afgezien. Slechts onder deze voor waarde zullen spr. en zijn vrienden vóór uitstel stemmen. De h'eer VAN HEECKEREN: Die voor waarde neem ik aan. De heer REEKERS stelt dan, voor, de zaak nu te schorsen en haar later op nieuw to behandelen. De heer STORK zal tegen dit voorstel stemmen. De zaak moet nu eens teneinde gebracht Worden. De inhoud, der nota is beneden alle critiek. Spr, "is door de in lichtingen des minister's Volkomen bevre digd en wil de zaak nu Voorgoed als afgedaan beschouwen. De MINISTER sluit zich hierbij aan. Een dergelijke kunstmatige verlenging van het proces is teg en 'slands be'lang. Dat is mijn innige overtuiging. (Luide bravo's.) De heer RENGERS verklaart na deze wooiden tegen het voorstel-Reefeers te zul len stemmen. Do hoer VAN DEN BJESEN sluit zich hierbij aan. Er ontstpnd gro(p)t rum'oer. De VOORZITTER: Ik breng het voorstel in stemming. Geroep: Neen, neenl De heer VAN HEECKEREN protesteert er tegen, dat men hem de gelegenheid) ontneemt de waarheid, van zijn bewerin gen aan te toonen. Do heer STAALDoe het dan hu! Do heer VAN HEECKEREN: Ik heb de stukken niet bij mij. (Donderend gelach.) Stemmen: Ach, ach I Do heer VAN HEECKEREN vraagt dan comité-generaal om mededeelingcn te doen omtrent de houding van een vreemden souverein. (Rumoer). Stemmen: Neen, het moet uit zijn! De VOORZITTER: U kunt uw| stukken overleggen. De heer VAN HEECKEREN Dan, stel ik voor, een commissie te benoemen om mijn stukken te onderzoeken. (Rumoer). Do heer RENGERS stelt nu een motie voor om het debat te sluiten. De heer 'T HOOFT protesteert hiertegen.. Wil de regeering het debat sluiten, dat moet ze zelf weten, maan de Kamer kan het niet doen, nu, de rede des ministers nog niet eens gedrukt is. Vooul de eer der Kamer- hoopt spr., dat de motieRen- gers verworpen wordt. De lieer STORK meent, dat het belang van oris land sluiting van het debat eischt. Laat de regeering hierbij volharden. De heer REEKERS bestrijdt dit. De zaak is in een phase, dat h'et debat later dient te worden voortgezet. Hij handhaaft ziji) voorstel. De heer HOVY betoogt eveneens, dat uitstel der discussie gewenscht is na de ernstige verklaring des ministers. Men mag den heer Van Heeckeren niet den mond snoeren. De aangevallene heeft recht op verdediging. De heer VAN HEECKEREN zegt, dat hij zijn stukken eenige dagen geleden heeft gesteld in handen van vier anti-revolu tionaire vrienden en dat deze zich heb ben overtuigd, dat zijn mededeelingcn vol komen juist zijn. Het V001 stel-Reekers, om het deb'atuit te stellen tot later, wordt met 26 tegen 19 stemmen verworpen. Voor: Van der Does, Van Fisenne, Bosse, Van Basten Batenburg, Hovy, Reekers, Van, VoOrsip Fransen, Van Waterschoot, Van Loben Seis, Waller, Van Heeckeren, 't Hooft, Van Velzen, Michiels, Van Lams- weerde, Vermeulen, Havelaar, Van Was senaar) Tegen: Sickenga, Róell, Bosch, Verste gen, Van Leeuwen, Van der Biesen, Ren gers, Stork) Bloembergen, Van Starken- borcli, Van Beyma, v. d. Maesen, v. d. Feltz, De Jong, Meickelbach, Raymakers, Dojes, Laan, Prinsen, Breebaart, Haef- mans, Pelinck, Staaf, Kist, Welt en do voor zitten De VOORZITTER: In stemming komt de imotie-Rengers. De heer VAN LAMSWEERDEIk vraag het woord. Geroepstemmen. De VOORZITTER: Het debat is gesloten De heer VAN LAMS,WEERDEIk wil de jnotie splitsen,. Ik kan zoo niet stem men. Ohder groot rumoer laat de voorzitter stemmen. Do motio-Rengers luidt: „Gehoord de door "den minister van Buitenlandsche Za ken gegeven inlichtingen ten opzichte van de nota-Van Heeckeren van 12 Mei, be tuigt Zijne Excellentie dank en besluit zich voldoende ingeb'cht achtende, over te gaan tot de orde van den dag", Wordt mot 27 tegen 16 stemmen aangenomen. Vóór: Sickenga, Róell, Bosch) Verheyon, v. Leeuwen, v. d. Biosen, Rengers, Stork, Bloembergen, Franssen, y. d. Maessen, v. d. Feltz, De Jong, McrkelbaeK, Raymaker, Do jes, Laan, Fruin, Breebaart, Haffman, Pe linck, Staal, Kist, v._ Wassenaar cn de voor zitter. Tegenv. d. .Does, Von Fisenne, Bosse, v. Basten, Hovy, v. Voorst, Reekers, v. Beyma, Loben Seis, Waller, v. Heeckeren, 't Hooft» v, Velzen, Michiels, Vermeulen en Havelaar. 'Als de Haam! van den heer Van Lams- w'eerde wordt afgeroepen, roept (leze:Ik stem niet." De VOORZITTER: Stemt u niet? Dp heer VAN LAMSWEERDE: Neon, tnijn recht als Kamerlid is geknot. Ik'Weet; nu niet, hoe ik stemmen. moet. Ik wbigei; te stemmen. Ik had de motie willen spilt- sen. j Te midden van groote beroering, en ter wijl de MJNISTER en de h'eer VAN HEE CKEREN in heftige woordenwisseling ge raken, Wordt de vergadering geschorst. Feestavond Volksweerbaarheid. Ter herdenking van het tienjarig bestaan van de vereeniging Volksweerbaarheid werd gisteravond in den Stadsschouwburg to Amsterdam een feestavond gegeven. Onder de aanwezige autoriteiten meikten wij op den burgemeester van Amsteidam, jhr. mr. A. Röell, luit.-kolonel Terwjsga, vertegenwoordiger van den Minister van Ooilog, den heer Van Eek, referendaris van het departement van binnenlandsche za ken, vertegenwoordiger van den Minister Bóm. Zaken, den generaal-maj. van Noo- ten, stelling-commandant, ,en den scliout- bij-nacht Tydemap, commandant der Ma rine in de directie Amsterdam, voorts vele militaire' en burgerlijke autoriteiten en bestuurders van verschillende vereenigin- gen. Nadat het lied van Volksweerbaarheid was gezongen, sprak de heer A. E. D.udok van Heel, voorzitter der regelingscommis sie, het openingswoord. „Het is de gewoon te zoo ving hij aan dat, waar man nen en vrouwen van Volksweerbaarheid samenkomen,, om de eersie gedachte te wijden aan H- M. onze geëerbiedigde Ko ningin. Wjj wenschen ook heden deze ge woonte te handhaven en ik stel u voor daaraan uiting to geven door met elkaar aan to heffen het Wilhelmus." Aan deze uitnoodiging werd door alle aanwezigen uit volle borst voldaan. Waarom Amsterdam voor de viering van het Tienjarig bestaan was uitgekozen? En spr. herinnerde aan 1672, toen iedereen do schrik om het hart was geslagen en do Staten van Holland reeds besloten wa ren tot het aangaan van de vernede rende .Vredesvoorwaarden, doch de afge vaardigden van Amsterdam ïondweg wei gerden daartoe mede te weiken. Door hun manmoedig optreden wisten zij te bewer ken, dat het land verdedigd zou worden tot het uiterste. Met de patriotische jonge lingschap vooraan, werden er vrijwilliger- veudels, voetvolk en ruiterij opgericht, die later den Prins Stadhouder van grooten dienst waren bij het heroveren van het land op den vijand. In Amsterdam's eerste burgers is in late- ren tijd wederom gevaren de geest de? patriotische voorvaderen. En wij vertrouwen, izoo zeide spr., dat tegelijk met de toenemende maatschappe lijke weerbaarheid, ook de onafhankelijk heidszin zich zal ontwikkelen, zich uitende in een toenemenden militair-weerbaren geest. Wij Wenschen het luide te vei kondigen, zoo eindigde de feestredenaar zijn vader landlievende rede ongeveer, dat geen uitge strektheid. van grondgebied, noch veelheid der bevolking, de grootheid van een volk bepalen, noch zijn onafhankelijkheid per- zekeren, en dat, hoe onontbeerlijk zij ook zijn het niet in de berste plaats de voor treffelijkheid der repeteergeweren, noch do defensieve kracht van koepelforten of de veelvuldigheid van torpedobooten en ondei- zeeërs is, die de eindbeslissing zullen bren gen in de worsteling om de onafhankelijk heid. Het is de geest, die overwjnt, de geest, die het volk blijmoedig de persoonlijke of fers doet brengen, die noodig zijn voor zijn wcerbaarmaking, en die het met geestdrift de fiere leus der Oranjes tot de zijne doet maken: „Ik zal handhaven". De feestavond was rijk aan afwisseling. Een zangkoor van 75 dames en heeren, leden, behoorende tot de afdeelingen Am sterdam en Bussum van „Toonkunst", de Kon, Oratoriumvereeniging te Amsterdam, onder leiding van den heer Joh. Schoon- clerbeek, biacht Nederlandsche liederen ten gehoore, een groep meisjes van de afd. Amsterdam voerde vrije oefeningen en de vereeniging „Sta-Vast", onder leiding van serg.-maj. Schuitenmaker, voerde een co lonne-geweer uil, het muziekkorps Van de Kon. Nederl. weerbaarheidsvereenigingj speelde de ouverture „Graaf van Nassau" van Bern. L A. Rehl; de afd. Amsterdam van V. W. liet vrije oefeningen zien, on der leiding van den heer W>. Spoerstra en de afd. Naaiden, onder den serg.-maj. Streefkerk) beelden in drie tableaux uit „de strijd om de Vlag". Verder Werden opgevoerd twee vader- landsche tooneelstukkon, ten eerste „Si vis pacem" (1 bedrijf), spelende in Muyden in Juni 1672, waarvan de auteur is do kolonel der veldartillerie A. N. J. Fabius, en „Willem de Zwijger en het Nageslacht", historisch tafereel met apotheose, 'door den heer A. E. Dudok van Heel. Dit laatste was een dialoog tusschen Wil lem den Zwijger en „De Toekomst", onder scheidenlijk voorgesteld door den heer en mevrouw Erfman Sasbach. Prins Wjllem I is overtuigd, hoe zwaai' zijn volk ook lijdt, het einde van den worstelstrijd zal zijnde volkomen onafhankelijkheid, al gevoelt hij, dat hij dit zelf niet zal beleven. Dan deelt ;,De Toekomst" hem mede wat de komende eeuwen zullen brengen, ook het tijdperk der regeering van Koningin AVilheimina, waarin zal woiden opgericht een groote vereeniging) die er naar zal streven, om op allerlei wijze daadwerkelijke vaderlands liefde en een weerbaren geest bij het volk te wekken: zooals gij, Wjllcm van Oranje, Wtl kfi f I - hI 7J C" 4 j t i> H. - ■-,- 1 - v »t%" is W ».i ÜKi>J If I KÏ V j 7:Jf 1 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 6