63*" Jaargang, Vrijdag 15 Juli 1910 No. 13354 Tweede Blad Een paardenmiddel. zrMÓ5,-n '-Kt" 'H"l "T* A Doze courant Verschijnt dageljjks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen Prp per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl.l 25 franco per post fl. 1.65. Prfs per week': Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijk© nummers 2 cent, Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Ad verten tiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór ©en uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lang© Haven No. 141 (hoek Kort© Haven). Prijs deï Advertöntiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere' regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groot© letters naar d© plaats 'die zij innemen. Advertentië n bjj abonnement op vooxdeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zjjn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon f voor de Redactie No. 123. i voor de Administratie No. 103. STADSNIEUWS. Dit den Gemeenteraad. (Vervolg.) De zwemplaats. Een langdurig debat wij liebben er reeds op gewezen heeft de gewijzigde ontv eip-verordeni.ng op de nieuwe zwem plaats uitgelokt. De heer De Bruin Verklaarde al dade lijk dat hij in het algemeen weinig voelt voor de wijzigingen die B. en W. in het ontwerp hebben gebracht. Veel meer voelt hij voor hek eerste ontwerp. De dingen die daar zijn uitgeschakeld, aclit spr. beter door den Raad te doen behandelen dan aan B. en W. over te laten.. Spr. zal straks bet voorstel doen om het lo ontweip weer in behandeling te nemen, omdat hij geen kans ziet door amendemen ten het 2e ontwerp zoodanig te wijzigen dut daardoor' zou woiden bereikt wat hij bedoelt. Voor hot geval dit echter niet lukt, wil spr. toch vragen, waar B. en W. in de toelichting spreken van de functionarissen, of zij de bezoldiging dezer beambten ook aan zich willen houden. In het le ontweip was dat opgenomen en toen heeft spr. nog gelegenheid gehad te zeggen dat hij dit zóö verschrikkelijk laag Vond, dat naar zijn meening een verhooging zeer noodig zou zijn. Thans stellen B. en \V. voor deze zaak aan den invloed van den Raad te onttrekken. Voorts hebben B. en W. ten opzichte der openstelling op Zondag een principieel bezwaar geopperd, maar daarnaast hebben zij gewezen op liet belang der beambten. Maar spr. moet zeggen dat hij den toestand, zoo- als die daar nu is, toch niet duldbaar acht. Die menschen hebben 15 ui'en onafgebro ken dienst en dat acht spr. een toestand die waarlijk niet mag blijven. Dit is zelfs niet meer „Russisch", dat strekt zich uit vei' over de grenzen daarvan. Die menschen moeten een behoorlijke rust hebben en tijd om te eten, dien zij nu niet hebben. Dat beeft ieder mensch noodig, zelfs een zwemmcestertje. Waar bovendien de werkzaamheden, vergeleken met vroeger, nog zijn uitgebreid, ,is het noodig dat een betere dienstverdeeling op de een of andere wijze wordt verkregen. Wanneer B. en W. vei klaren dat zij daarvoor nog geen tijd hebben gehad, dan zal spr. daarin berusten. Men vergete echter niet dat de inrichting als spr. althans goed gehoord heeft aardig wat oplevert, en dan is het een eerste eisch dat de menschen die daaraan verbon den zijn, een behootlijk loon ontvangen. Ook Jteeft spr. gehoord dat daar een vrouw is, die nu ruim 20 uren meer dienst doet dan vroeger het geval was en zij ontvangt daarvoor meent spr. ƒ2.50, dat is nog geen 10 ot. pa- uur. I)at B. en W. al die bezwaren onder de oogen gezien hebben, daarvan is spr. over tuigd, maar, vraagt hij, zullen zij ook de noodige wijzigingen aanbrengen om die weg te nemen? De vorige maal heeft spr. ook gewezen op de schade voor den man die als zwemmees ter zou benoemd worden, wanneer hij de be trekking van agent 3e kl. niet zou kunnen blijv cii vervullen. Toen is gezegd, dat daar voor wel een. regeling zou te vinden zijn. Maar van de regeling die is gemaakt, werd die man do dupe. Dat is natuurlijk niet de bedoeling van B. en W. geweest noch van spr. toen hij zijn vraag stelde. Spr. wil thans viagon: denken B. en W. het loon te verhoogen en de diensttijden te verkorten, al was liet alleen maai' met het oog op de arbeidsinspectie waarmede do Gemeente wel eens met deze regeling in con flict zou kunnen komen. De lieer v. d. Schalk kan zich er wel mede vereenigen dat B. en W. de regeling van deze inrichting aan zich nemen, maar het bezwaar daartegen is dat dan vervalt hot adios der meisjes die aan den Raad het ver zoek hadden gericht om de inrichting ook op Zondagen open te stellen, zij het ook slechts voor enkele uren. Spr. wil dus vragen of ook dit onder de oogcr. is gezien. Spr. ziet hicihij vooral op de waarschijn lijkheid dat bij het gesloten blijven der in richting zal gezwommen worden in openbare wateren, wat natuurlijk met is ter bevorde ring der openhaie zedelijkheid en do veilig heid en wat voorkomen zal worden door het zij het ook slechts voor eenige uien, open stellen der zwemplaats. De V oorzitter meent dat de heer De Bruin wel zal begrijpen. dat In deze nieuwe zaak men praktisch moet zijn en het heel moeilijk is iets vooruit definitief te be palenzelfs gaat dit niet met de l'oonon; daaiop heeft de heer De Bruin reeds ge wezen als de vrouwelijke beambte meer werk heeft clan zal ze op den duur meer moeten vei dienen. Do gelieele inrichting is voor Schiedam een novum on. een. zeer schoon novum en om van dit schoone novum nu zooveel mogelijk te doen piofiloeren, wenschen B. en W. zoo praktisch mogelijk te beginnen. Zij willen ennijclen alles wat niet noodig is, en zij zijn overtuigd dat met de regeling zooals die nu is, iedere Schiedammer wel in de gelegenheid is van de zwemplaats gebruik te maken. Het vei heugt spr. dat de Raad blijkbaar niet do regeling aan zich wil houden, omdat die door B. en W. Veel huiselijker kan be handeld worden; blijkt er eemge wijziging noodig, die wordt geprobeerd of aangebracht. De regeling die nu van 10 tot 11 uur de zwemplaats kosteloos openstelt en daarna voor betakmden, sluit in dat die ook voor de beta- lenden toegankelijk, is op het uur der koste „Ja, ja, m'n nichtje is er eentje. Ik ken haar. En jij bent zoö'n sul, 'n slaapmuts „commè il faut", die als 't ware vanzelf iemand er toe brengt, zoo'n beetje den baas over je te spelen. Ik bedoel ei' niets kwaads mee, m'n jongen, maar wat waar is moet gezegd woiden. Een kennis van me, wicn 't net zoo ging als jou nu, heeft zich weten te helpen. Op zekeren, dag, ze zaten aan de koffie, wierp z'n vrouw woedend ccn kopje op den grond. Zonder zich te bedenken trok hij 't heele boeltje van de tafel, zoodat 't heele servies aan gruizelementen viel." „En wat deed zijn vrouw?" „Ze keek hem een oogenblik stomverbaasd aan, toen bukte zij ziedt ctt begon de scher ven op te rapen. Van dat oogenblik was 't een beste, zachte vrouw." „Ja maar oom, ik weet niet, of ik „Zei je me niet, dat Else aan tafel ook al begint je te tyrannisecren?" „Zeker," gaf neeflief toe. „Zie je wel. Eerst zou ik haar eens rus tig onder 't oog brengen, dat ik daar niet van gediend ben." „Dat heb ik a,l gedaan." „Zoo? Dan zou ik eens flink vloeken." „Vloeken?" „En niet zuinig. Een pnar krachtige. „Alle duivels" werken soms wonderen uit. Maar dat is nog niet voldoende; met rollen de oogen zou ik opspringen, met do vuist op tafel slaan en de eerste schotel do beste zou ik in den spiegel in de eetkamer gooien." Pc assessor keek zijn oom twijfelend aan looze openstelling. De moeilijkste regeling is die voor de schoolgaande jongens en meisjes omdat die op dezelfde uren hun vrijen tijd voor het zwemmen beschikbaar hebbendoch ook daarvoor is voorloopig een regeling ge vonden. Wat nu het bezwaar van den heer De Bruin betreft ten opzichte van den langen dienst tijd, wel, daarop kan spr. zeggen, dat B. en W. ook liever 4 menschen voor die taak aanstelden, zoodat ze elkander geregeld kon den afwisselen, maar dat zou kosrbaar en niet praktisch zijn. Toe ui spr. hier kwam en hij de toenma lige zwemschool voor het eerst zag, keek hij wel wat raar, maar "toch kroeg hij toen den indruk: de menschen zijn praktisch in Schiedam; ze nemen wat te krijgen is en wachten niet op het onbereikbare. liet is overigens niet onmogelijk dat do inrichting zal rendeeren, althans meer zal opbrengen dan verwacht werd, maar ook al ware dit niet het geval, zou spr. dat niet zoo heel erg vinden. Schiedam mag wel wat doen voor zijn zwarte Schiedammers, die door hun leven van arbeid in en om fabrie ken bedekt worden met zwart dat komt van boven, van onder en van links en rechts; deze moeten een gelegenheid hebben om zich behoorlijk van al dat vuil weer te ont doen en die hebben ze nu in de nieuwe zweminrichting. En, vraagt spr., gelooft ~>k de heer De Bruin niet dat men nog niet te ver moet gaan, nu reeds in dit eerste jaar van oprich ting, maar dat een volgend jaar, profitee- ronde van de ondeivinding, dit jaar opge daan, met meer kennis van zaken een rege ling kan worden gemaakt. Want dit- jaar is toch eigenlijk een proefjaar en daaruit zal blijken of do regeling, zooals die nu bestaat, voor het volgende jaar zal kunnen blijven, zooals B. en W. verwachten, of dat daarin nog veranderingen zuilen moeten worden ge bracht. Heeft spr. de bezwaren Van den heer De Biuin ondervangen door hetgeen hij heeft medegedeeld, dan zal hom dit aangenaam zijn. Den lieer De Bruin spijt het dat hij den Vooizittcr moet teleurstellen. Deze heeft hem met alken niet bevredigd, maar zelfs niet bc,uit wool d. Spi. beeft gewezen op het lage loon der beambten, op hun langen ar beidstijd, op de scluide die een hunner ge loden heeft, op al dc/e punten heeft spreker geen antwoord gehad. Als Schiedam dat schoone novum ton be hoeve der zwarte Schiedammers moet roge ion, komt «pr. er tegan op dat dit zal gaan ten koste van 3 minimumlijdci's. Terecht heeft de Voorzitter gezegd dat Schiedam wat voor de zwarte Schiedammers moet doen, S c h i e d a m, maar niet 3 en kele petsonen. Het is toch niet liet doel om uit de exploi tatie dezer inrichting nog een voordeeltje te behalen. En wat de arbeidstijd betreft, daarin moet du gemeente een voorbeeld ten goede geven zij mag geen unicum worden door een 15- urigen arbeidsdag te handhaven. Daarin kan verandering gebracht worden door nog één man er bij aan te stellendan kunnen ze elkaar vervangen voor rust- en etenstijden. Door verhooging van het loon zou aan een andere grief de door een hunner geleden schade kunnen worden tegemoet, geko men. En waar de vrouw zelfs niet In de verordening genoemd wordt, kan spr. voor haar die 20 uren meer dienst doet dan vroeger slechte vragen om haar een betere belooning te geven voor haar diensten. Dit alles waren wagen die spr. had ge hoopt dat door B. en W. zouden worden opgelost. De heer v. d. V e 1 d e n wil vragen of de heei De Bruin hcelemaal de emolumenten over het hoofd ziet. De heer G o s 1 i n g a meent dat de heer De Bruin de zaak wel wat al te veel op schroeft, waar hij zoo verontwaardigd wijst op dien 15 uren langen diensttijd. Die man slaat daar toch niet aan de pomp. Er gaan dagen voorbij dat de temperatuur het zwem men verbiedt en de man heeft dientenge volge nu 16 dagen bijna niets te doen gehad. liet Sietoog van den heer De Bruin is dan ook z. i. wel wat erg opgeschroefd en bezij den do waarheid, Do vrouw, die daar is, verricht verschillende werkzaamheden voor du vrouwelijke zwemlustigen en heeft daar- uit een waardige bijverdienste. En als de heer De Bruin de salarissen gaat verhoogen dan zullen die emolumenten moeten verval len. Of daarmede de menschen verbeteren zullen, betwijfeld spr. zeer. De heer v. d. Schalk heeft met ver wondering hec betoog van den heer De Bruin gehoord. Is, vraagt spr., die zwemmeester verplicht geworden om die betrekking aan te nemen of heeft hij dit uit vrije bewe ging gedaan? En wat de geleden schade be treft: de man heeft waarschijnlijk een keuze gedaan tussehen do beide diensten, die hem werden \oorgesteld en zal daarbij met zijn eigen belangen rekening gehouden hebben De Voorzitter vreest, dat de heer De Bruin den beambten geen goeden dienst bewijst door te spreken zooals hij deed. Diens bedoeling wordt door spr. niet mis kend, maar toch' Vreest hij voor het re sultaat. Spr, heeft reeds gezegd: B. en W. zijn aan het probeerön hoe de zaak het best geregeld kan Worden. Zij kennen dc ont vangsten nog niet. Als zij do salarissen nu reeds gingen verhoogen, zouden zij misschien de onderneming te Veel bezwa ren. Maar bovendien is spr. overtuigd, dat men, om treurige loonslaven te zien, niet moot gaan naar do zweminrichting; de menschen zijn daar vroobjk, tevreden en zeer dankbaar voor hun aanstelling. „Zou u dat doen?" „Wel, natuurlijk. En ik wil je nog wel wat zeggen, m'n jongen: Als je mijn raad opvolgt betaal ik den spiegel. Maak nu maar, dat je wegkomt, smeed 't ijzer terwijl 't heet is en jij den moed (hebt. Ik ga naar m'n café, waar je mij desnoods vinden kunt. Vooiuit waarde neef." Zij schudden elkaar do hand. Daarna ging de neef rechts, do oom. links. De laatste ging naar z'n stamtafel, waar bij zich in dc cou rant verdiepte. Doch hij was er vandaag niet met zijn gedachten bij. Na een tijdje log de hij het blad dan ook weer neer en keek hij naar buiten, in de richting waar zijn neef woonde. Zou het drama al begonnen zijn? Plotseling kwam de assessor op het café af, met 'n snelheid of hij vleugels onder dc voeten had. Hij rende de deur binnen, zijn oogen flikkerden onrustig en zijn gezicht was Lleek. „Ik heb 't gedaan stiet liij hijgend uit. „Zoo, zoo, m'n jongen, dat lieb je hem gauw gelapt. Kom, trek eens een ander go- zicht, je ziet er uit, of je iemand ver moord heb. Kellner, één bier. Drink nu eerst eens en vertol dan eens op." De assessor nam een flinke slok. „Ik heb 't gedaan; ik heb een schotel tegen den spigel gegooid." „Drommels! Dat heb je .handig gedaan prees oomlief, terwijl hij zijn neef krachtig op den schouder sloeg. „Maar hoe kwant je er toe?" „Toen Ik thuis kwam, zat Else al in de eetkamer met eca boid soep voor zich. Ik zei haar, dat dat niet te pas kwam. Zij luid wel kunnen wachten, tot ik er was." „Heel goed." ,,Toen»sprong zij woedend op, noemde mij noren vent, een zwabber, die precies de voetsporen van zijn oom scheen te willen di ukken." „Ei, ei, zoo'n kleine kat." „Toen sprong ik eveneens op en schreeuw de: „Ik wil niet, dat je op een dergelijke manier tegen me spreekt"." „Prachtig, jongen „Zij lachte nte in 't gezicht uit. Toen werd ik woedend en dacht aan uw raad. Ik sloeg met de vuist op tafel dat do boliden en schotels rinkelden." „Uitstekend En Else „Zij wen! bleek en keek mij verschrikt aan. Ik groep echter een schotel en wierp dien vlak tegen den spiegel. Dc borden hei) ik hem nog achterna gesmetenDaarna slot mile ik do kamer uit en wierp de buiten deur in 't slot." „HeerlijkOnverbeterlijkKom, ga mee naar m'n huis, dan zullen we een fijn sigoaijo opsteken en daarna moet je me do geheelo goschiedenis nog eens vertellen. Zij zaten nauwelijks in oom's woning, toon dc knecht aandiende: „Dc jonge mevrouw!" Oom begon te grinneken, terwijl neef zich minder op zijn gemak scheen te voelen. „Voorwaarts, marsch, hier in deze ka mer," commandeerde oom ca hij schoof dan assessor in zijn slaapkamer, waarvan hij de deur op slot deed. „En nu," zei hij tot zijn knecht, „mag mijn nicht binnenkomen." De jonge vrouw liet zich oogenb!ikkelijki op de sofa vallen en barstte in snikken uit. „O, oom ik bon toch zoo ongelukkig!" „Dat doet me pleizier," klonk het -nut woord. Het is reeds zeer m'oeilijk geWeest om een tweeden persoon te vinden, voor deze functie geschikt. Er zijn toestanden, waar bij het zeer moeilijk is de geschikte per sonae te vinden. Spr. zal de redenen daar van voor deze functie nu maar niet na der bespreken, men kent die toch' Vel. Dat er nu reeds een politie-agent op sommige uren aangetroffen wordt, is reeds het bewijs, -dat B. en Wt letten op het geen daar noodig is; daaruit blijkt, dat zij zien, overwegen en trachten in de be hoeften te voorzien. En met die wetenschap lijkt. Ket aan spr. dat er geen bezwaar kan zijn deze ver ordening aan te nemen, zooals die nu is voorgesteld. De heer De Bruin hoort den voor zitter zeggen, dat het zoo moeilijk is goe de personen voor deze functie te vinden. Maar dan lijkt het spr. juist noodig om' de gevonden goede personen aan die func tie te verbinden door goede arbeidsvoor waarden. Men kan natuurlijk verschillend oordee- len over loonen en arbeidstijden, maai' naar spr.'s opvatting heeft de Raad, er niets mode te maken of do man met de regelingen tevreden is. En wanneer de op posanten eens nota namen, van Wat. op hun eigen partijcongressen als- Wenschelijk is uitgesproken- (Er wordt gelachen.) Spr. staat paf als hij dat woord ook eens mag gebruiken dat daarover wordt gelachen. Do gemeente Heeft er niets mede tema ken of de man tevreden is, of hij ver plicht werd tot aanvaarding, of 'deze func tie meer begeert dan een andere; vroor hem komt later een ander, en het doet er volstrekt niet toe wie de functionna- ris is. Spr. vraagt, wat hij wenschelijk! acht, niet voor den persoon, maar voor den beambte. Nu kan men dc regeling der arbeids voorwaarden voor deze menschen welaan. B. en W. overlaten, maar spr. moet zeg gen dat hij al eens is teleurgesteld in dat opzicht. Als voorbeeld wijst hij er op, dat door hem indertijd is aangedrongen op ver hooging van salaris voor de brugwach ters, en de indiening van zijn gedetailleerd voorstel werd toen gecoupeerd door de toe zegging, dat B. en W. een loyale uitvoe ring zouden geven aan de wenschen van den Raad. En wat bleek later? Dat die loyale uitvoering hierin bestond, dat de huur van de ambtswoningen dier men schen met 50 cent werd verhoogd, waar mede tevens hun loon werd verhoogde maar waarvan zij natuurlijk volstrekt niet profiteerden. Spr. noemt dat geen loyale uitvoering. Aan den heer Goslinga, die zeido 'dat spr. de zaak had opgeschroefd, antwoordt hij: Het is natuurlijk gemakkelijk om zoo'n „Wat zegt u? Doet u dat pleizier?" „Zeker, want je hebt mijn neef diep on gelukkig gemaakt. Dus heb je nu je ver diende loon." „Wat, weet- u 't al, oom?" „Ja, ik weet alles. Walter is hier." „O, waar is hij dan? Ik wil naar hem toe." „ZooMaar Walter wil niet naar jon toe. En ik kan hem geen ongelijk geven." „Wil Walter' mij niet meer zien?" snikte de jonge vrouw wanhopig. „Neon, hij uil niets meer van je weten. Nooit meer." „Nooit meer?" „Neen. Hij wil zich van je laten schei den." „O God „Ja, hij wil scheiden. Verwondert je dat? Jij, die den zachtmoedige» keiel zoo getergd hebt. Al je smeeken helpt je nu niets." In dc slaapkamer werd gestommel ge hoord. De assessor rammelde aan den deur knop. „Else, maak dat je weg komt!" riep oom. „Hij zal je dooden." Plotseling droogde Else's tranen op. „Goed, dat mag hij doen. Zonder hem kan ik toch niet leven. Ja ik weet wei, de schuld ligt hcelemaal bij mij. Ach oom, ziet u geen kans 't weer goed te maken tus sehen ons?" „Ik zal 't probeeren," antwoordde hij kortaf. Hij ging naar de slaapkamer en kwam spoedig terug met den assessor, die nog gauw een lesje had gekregen, hoe liij zich wider moest gedragen. Else wilde zich in de armen van haar man werpen; maar deze trad met ernstig gelaat een stap achteruit. „Veigeef me, Walter. Lieve Walter, ver geef me toch!" Oom schudde achter den rug van zijn nichtje het hoofd. Neef deed die beweging trouw na. „Neen," klonk het koel Van zijn lippen. „Ik kan je geen vergiffenis schenken." Plotseling wierp Else zich op de knieën. „WalterIk heb heel leeüjk gehandeld. Maar 't spijt me zoo, 'I doet me zoo'n leed. Nooit zal ik je meer afsnauwen. Vergeef me, toe vergeef me nu nog maar voor dezen keer." Waarschuwend stak oom den vinger op. „Nu beloof je beterschap," sprak de asses sor nog steeds op ernstiger toon, „maar wie zegt me, dat je je belofte honden zult?" Thans trad oom tusschenbeide. „Walter, ik geloof, dat je haar maar ver giffenis moet schenken," zei hij. „Zij ziet haar ongelijk, in en zal niet meer zoo lee- lijk voor jc zijn. Niet waar, Else?" De jonge vrouw knikte oom dankbaar toe. Deze nam haar band en die van zijn neef, legde die in elkaar en sprak op ernstigen toon, terwijl het in zijn oogen ondeugend flikkerde: „Kinderen, verdraagt elkaar en kat de geest der eendracht wonen aan jullie haard." Man en vrouw vielen elkaar verzoenend in de armen. Tiet verdere huwelijk dier twee was een voorbeeld van een gelukkige cchtvereeniging. Oom's recept had geholpen. J s J J h, i uA f* .11 ""--v **3*vn..»- fyST* 1^. t> j ~--v i s>v v* t I i i i COURANT.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 5