Apachcnklasso en daarmede do hnlsmisdade
nog lang niel op uitsterven staan.
Doch men kan tegenwoordig nog wat
dors zien, wanneer men, met een min of meer
door chemische middelen bereid aperitief een
weinig frisscher lucht wensehl in te ademen
dun de Parijselie appartementen gewoorüij
inhouden. Een dag na bovenbescineven
straat- of koffiehuis-tooneel was men voor de
koffiehuizen van den Boulevard van heel iets
anders getuige, 's Avonds 7 uur, toen het
bij toeval met regende, kwam (on men mag
dut oogenbhk gerust een historisch moment
noemen) tweehonderd meter boven de hoof-
dou der voetgangers en koffiehuisbozoekers
een aeroplaan statig en zeker langs den Bou
levard vliegen. Ieder staarde de machine
(waarin, gelijk men later vernam, de av ia-
leur Ueymatm gezeten was) na en aller-
"''juich op. Het zoo heterogene
publiek van den Boulevard scheen werkelijk
onder den indruk van het schouwspel. Het
was of ieder begreep dat van dit. oogenblik af
do vliegkunst den doop van Parijs ondergaan
cn de vliegmachine voortaan recht gekregen
had op den naam van practisch vervoermid
del. Benige dagen later, juist tegen den mid
dag, hoeft Latham het voorbeeld van zijn
collega gevolgd en het is te verwachten dat
oinnen zekeren tijd de verschijning van een
mono- of biplaan hoven den hartader van
ianjs iets heel gewoons geworden zal zijn
P (''c wijze heeft men gelegenheid op
hetzelfde oogenblik en opdezelfde plaats aan
den eenen kant barbaareche achterlijkheid cn
aan den anderen een vooruitgang te consta
toeren, die aan het wonderbaarlijke grenst en
waarvan onze vooroudera tenminste niet had
den kunnen droomen.
De Jongde tochten van liet zoogenaamde
„Oneuit de l'Est", de besliste overwinningen
hij die gelegenheid door eenige luchtvaardcrs
op de elementen, en bijna op de natuurwetten
behaald, zijn oorzaak dat Frankrijk zich, niet
zonder recht, opnieuw aan de spits ven laatst
eschouwt van de vertegenwoordigers der
rr-enschheid, die dien Vooruitgang mogelijl
maken. Qua non ascendam? kan de Fransche
aviator [evenals onder Bodewijk XIV een
zekere Fouriuet, die daarvan echter weinig
plezier beleefd heeft) als devies aannemen
Het is to vergeven, indien het hoofd van veel
ranschcn door dat alles nog een weinig moer
°p o_ wotdfc gebracht, dan liet gewoonlijk
reeds is. In waarheid zijn de energie, de
moed, de verachting van levensgevaar, de vol
harding van bedoelde luchtvaardcrs evenzeer
te bewonderen als de vindingrijkheid der
uitvinders en ingenieurs, die de veieischfc
motoren en machines bedachten en samen-
stalden.
liet is echter te betreuren, dat deze over
winning van het menschelijk en in het bij
zonder van het Fransch vernuft weder ge
paard moet gaan met een kleine wederop
levingr van den Fransch-Dufechen naijver.
Onpartijdig oordeclende, kan men niet ont
kennen dat in de organisatie van don groe
ten cirkel vaart in „het Oosten" waarschijn
lijk een kleine uitdaging aan het adres van
Duitschlund gelegen was, ofschoon men, na
tuurlijk, moet toegeven dat de Franschen
volkomen hier en meester ziin op en zelfs
boven hun grondgebied. De Dnïtsehm van
hun zpde geneeren zich evenmin, wanneer
het geldt evolution te maken en manoeuvres
uil te voeren vlak tegen de Fransche gren
zen aan. Maar in Frankrijk heeft men daar-
n egen ook reeds lancr luide cesclireeuwd
wanneer een Duitsehe bestuurbare of onbe'
s.uurbare ballon aan dezen kant van. den Rijn
neerdaalde, Nicttemin is het van de Duitsehe
chauvinistische Pers. voornamelijk vertegen
woordigd door de „Strassburger Post", liiina
een misdaad te noemen, dat zij in gemoede
aanraadt te schieten op de Fransche nviato
ren die over hun grenzen mochten vliegen.
Dit bewust, alweer .lat de nationalisten of
chauvinisten van alle natiën van hetzelfde
deeg gebakken zijn, Alle lijden ze aan het
zelfde euvel van eenzijdige overdrijving. Doch
juist daarom was het misschien van den
J' ranschcn kant verstandiger geweest voor
(Ion eersten grooten luchttoeht niet hot Oos
ten maar welk aiuler gedeelte ook van
Frankrijk te kiezen. Zulks neemt evenwel
met weg dat de meer bezadigde gemoederen
<n beide landen zich van onbehoorlijke cn te
scherpe uitingen onthouden. Een dergelijk
standpunt is nog te meer te verkiezen uit
Fransch oogpunt, daar de Fransehen wel de
eerste pionniers der aviatiek geweest zijn,
doch stellig niet de eenige zullen blijven. Men
begrijpt in Frankrijk heel goed, althans be
hoort men er te begrijpen, dat in Duitech-
Jand, waarschijnlijk in stilte maar zeker niet
met minder volharding, aan het vraagstuk
dtr aviatiek gearbeid wordt. Do Franschon
hebben dus een voorsprong maar niet meer.
Het is slechts te hopen dat die voorsprong
moge blijken gediend te hebben tot een spoor
slag, maar een vreedzame n
voor de naburen en mt dedingers.
JU VENTS
kers to Vervloeken, die hij de vijanden
dor sociale beginselen en de verstooideis
van het zedelijk leven noemde. Plotseling
meende hij tabakslucht to ruiken cn zag
hoc er een ironisch lachje over hot gelaat
van den koning streek. Ilij keerde zich
om en zag achter zich den jongen prins
de Joinville, die een sigaar in den mond
hield.
Dadelijk staakte hij zijn strafpredicatio,
lachte don prins toe en ging voort: „Ik
kan mij best begrijpen, dat men rookt, als
men bij de marine behoort, daar is het
een hygiënische behoefte geworden." Toen
de koning evenwel nog harder begon te
lachen, wondde hij zijn blikken naar den
anderen kant en zag hoe de hertog van
Orleans lustig een sigaret rookte.
Zonder al te veel in verlegenheid to
geraken, begroette hij den koninklijken
prins, en ging voort: „Of als men, aan hot
hoofd van do troepen in Afrika, glorierijk
gestreden heeft, in dat klimaat, waar"
Maar hij kon zijn volzin niet eindigen,
want een algemeen lachen, waarmede zelfs
de koningin instemde, begroette hem van
alle kanten, want juist Verscheen do her
tog van Memours, die, ovenals zijn beide
broeders, rookte.
Nu hield Bertin het niet langer uit, hij
nam zijn hoed en verdween uit hot ge
zelschap.
Uaydn hot bemerkte, don bezoekers een
leoken, dat zij weg zouden gaan.
Hij nam afscheid van hen met de woor
den: „God zij met u, het ga u goed!"
Iff land verzocht hem om eeri bloem uit j
zijn niiker. Ha\ gaf hem het goheelo
bouquet, drukte uen kunstenaar in zijn
armen, en zei met gebroken stem:
„Adieu!"
ZOUT IN HET ETEN
Het zout is niet alleen een genotmid
del, het is veel meer een onontbeerlijk
voedingsmiddel, want daar dagelijks met
de afscheidingsproducten zouten 'tlichaam
voilaten, moeten dezen vervangen worden,
daar anders hot organisme wegens ver-ar-
ming aan zouten,, ten gronde gaat. Bij
zonder rtoodig zijn die voor het groeiende
lichaam; on tb rede t het hem aan een vol
doende hoeveelheid zout, dan ontstaat do
Engelsche ziekte. De meeste voedingsmid-
courant uit het oog verloren hoeft: „Zeg,
Jan, je maakt jo toch' niet vuil?"
Jantje, die tijdons de onoplettendheid
van zijn vader kans heeft gezien in de
modder, te vallen, en nu bezig is doklui
ten modder van zijn broek te doen„Nee,»
pa, ik maak me juist schoon 1"
Diof (dio 's nachts hij oen inbraak in
een herborg verrast w'ordt)„Aannemen,
één cognac I"
ONREDELIJK),
Hartstochtelijk minnaar: „Zeg mij toch,
lieve engel, wat ik doen kan om; je een
bewijs van mijn liefde to geven, O, waren
wo nog in de middeleeuwen, dan zou ik
voor jo strijden, voor jo lijden, voor jo
in den dood gaan."
't Meisje: „Als je eens niet meer rook
te."
Hartstochtelijk mimiaar: „Niet meer roo-
draaglijker maakt. Langs do drie andore
zijden kan men een hekjo laten aanbren
gen om het afglijden der voorwerpen te
vóoikomen.
Een wenk, dio hier wellicht op zijn plaats
is, omdat men er zooveel tegen zondigt,
is: nooit de kachel cenor ziekenkamer met
spiritus of petroleum aan lo maken, ook
niet daarin te koken. Behalve dat daardoor
de lucht in do kamer slecht wordt, zoo
is ook niets geschikter den eetlust' der-
lijders te bederven, dan hen te doen hoo-
ren, zien en ruiken wat voor hen wordt
gekookt.
VOOR KINDEREN.
HET TOOVERFLUITJE.
Er was eens een rijk en machtig ko-
ning, die een dochter had, welke zeer moor
was- Toon deze den huwbaren leeftijd be
delen bevatten reeds voldoende zouten, an- J kc!1kom, wees nu niet onredelijk, I had, werd er met trompetgeschal aan-
derc daarentegen te weinig, zooals aard-1 leveling." 1;~''
spoorslag
ALLERLEI.
EEN VERONGELUKTE STRAF
PREDICATIE.
De govvoonte om te rooken was om
streeks het jaar 1830 in Frankrijk al zeer
weinig in aanzien. Te Parijs was het zelfs
in publieke tuinen verboden. Ook de ko
rring was er geen voorstander van, en
natuurlijk beijVerdon de hovelingen zich,
om het hooge voorbeeld te volgen. Op
een zomeravond gebruikten meerdere gas
ton van hot kasteel na hot diuor in een
prieel van het pork to Nettilly, de koffie.
Louis Bertin, do chof-redacteur van hot
„Journal des Débats", was juist van plan
tegen hot rooken uit te varen en de roo-
UIT DE ^MUZIEKWERELD.
In den zomer van hot jaar- 1807 kwam
Iffland naar Weenen, orn er gastvoorstel-
lingon te geven. Bij deze gelegenheid
wenschte hij Haydn te leererr kennen, die
reeds hoogbejaard en bijna voortdurend
ziek was, waardoor hij zijn klein huis in
de Wcenor voorstad Uumperdorf bijna in 't
geheel niet meer verliet. Iteinrich Schmidt,
een leerling van Goethe, stelde Iffland aan
Haydn voor. Het bezoek had den 7don Sep
tember 1807 plaats. Toen Schmidt en Iff-
land Haydn's kamer binnentraden, zat de
beroemde componist met het gelaat naar
het venster gekeerd, ui de oene hand zijn
hoed, in de andere zijn kruk en een bloem
ruiker. Een bediende stond achter ziin
stoel. J
„lladn, zoo schrijft Iffland, „maakte een
beweging om op to staarr, waarbij de be
diende hem behulpzaam was, en zoo trad
hij ons eenige schreden tegemoet, waarbij
hij met moeite het eene been na het an
dere tot zich trok.
Hij haalde moeilijk adem, waarom wij
dadelijk een gesprek begonnen, waarop hij
niet behoefde te antwoorden, zoodat !nj
den tijd had, weer wat bij1 te komen. Hij
keek dikwijls naar do. bloemen in ziin
hand."
,(k schenk tegenwoordig al mijn aan
dacht aan de natuur," sprak hij. „Ik kan
niet anders. Het scheen wol, of hij wilde
aan huilen.
„Die Juhreszeiten," ging hij cenigszius
rif tig voort, „hebben het mij gedaan, ,„ik
zou willen, ik zoü willen tevergeefs
zocht hij uitdrukkrni? to geven aan zijn
gedachten en bewoog zich onrustig heen
en weer.
Ue bediende keek hem vriendelijk, smee-
kerul aan.
Hm, het is waar, je hebt gelijk," sprak
Haydn. „Het is voorbij en afgedaan en
„die Jahreszeiten" zijn er de schuld van.
ik heb mijn heele leven hard moeten wer
ken." Verder vertelde hij, dat hij Bij de
familie Michael vroeger zeer hoog ge
woond had en dagelijks een groot aantal
trappen op en af had moeten loopen. Op
zijn borst wijzend, voegde hij erbij- „Ziet
ge, dat breekt me nu op, maar het is een
nederlaag niet cere; ik heb hard moeten
werken, maar God heeft me geholpen."
loen Iffland vertelde van een voortreffe
lijke mis van Haydn, die hij drugs te
voren te Eiserstadt had hoeren uitvoeren,
sprak de componist met groote Levendig
heid over zijn kerkmuziekhij was zoo in
vervoering gerankt, dat hij, zonder het te
weten, hoed oil kruk had weggelegd, en
zoo sterk gesticuleerde, of hij* zich weer
aan het hoofd van een oikest bevond.
Spoedig evenwel werd hij weer door
zwakte overmand. Iffbind vertelde, welk
een bijval de „Schöpfung" te Berlijn had
gehad; dat zij mot geestdrift ontvangen
was, en dat een opvoering voor een lief
dadig doel meer dan 2000 thaler had op
gebracht. Haydn keek hem aan en sprak
langzaam: „Meer dan 2000 thaler 1 Voordo
armen zooveel geldt Hoort ge het wel?"
ging hij voort, zich tot zijn bediende wen
dend; „mijn werk heeft den armen een
goeden dag bezoigd, dat is heerlijk!"
Hij werd weer zeer opgewekt en sprak
na een poosje: „Ik zal u eens wat voor
spelen, als go wat van me hooren wilt."
Hjj keek naar- zijn instrument, „Ik kan
niet veel meer! Ge zult mijn laatste com
positie hooren; ik heb zo gemaakt, drie
jaar geleden, toen de Fratrschen bij Wee
nen kwamen."
Hij stond op, reikte den bediende den
arm, en wij vergezelden hem alle drie
naar de piano. Hij zette zich neer en
sprak: „Het lied heet: „God behoede Frans
don keizer!"" Hierna sjwelde hij de me
lodie geheel door; toen bleef li ij een poosje
véór het instrument staan, legde beide han
den er op en sprak op den toon van een
patriarch: „Ik kan niet nalaten het iederen
dag ééns te spelen; dat deed ik reeds
cenigen tijd, en in tijden van onrust, is
het mij dikwijls tot kalmte en troost ge
weest. Hot is mij zoo wel to moede, nis
ik het spoel." Hij duidde aan, dat hij
zijn plaats aan het venster wo* r wilde
innamen; do bediende gaf, zonder dat
appelen, die daarom slechts met een zekere
hoeveelheid kookzout moeten gegeten wor
den om smakelijk te zijn. Het vleesoh is
op zichzelf zoutrijk; bij het koken gaat
echter het zout in den bouillon over. Zoo
als weinig zout verkeerd is, zoo werkt het
al te sterke zou tea ook nadeelig; want
volgens nieuwe onderzoekingen wordt daar
door de maagvertering ongunstig beïn
vloed. Dat het kookzout schadelijk werkt
op do afzondering van het zuur, weet
men reeds lang en het is ontwijfelbaar,
dat het zuurgehalte van het maagsap'daar
door verminderd wordt. Bij zekere ziekten,
zooals bij do nieren, is hot sterke zouten
hoogst nadeelig.
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
Rumenië heeft 0.000.000 inwoners, waar
van or 80.000 blind zijn.
Men zegt, dat er 130.000 vreemde keil-1
ners to London in dienst zijn.
fn China kan een vader aan don eenen
zoon niet meer nalaten dan aan don ander;
allen moeten een gelijke portie erven.
Vdaer: „Mijn kind, als je je een man
kiest, let dan vóór allo dingen op ver
stand en onbesproken gedrag. Jo moeder,
ik moet het tot mijn spijt bekennen, lette
meer op geld
Gedachte van een vos: „De natuur is
toch wijs, zij geert velen dieren een dikke
winterpols, opdat de menschen jeen kou
zouden lijden."
„En u hebt ons vorig dienstmeisje?"
„.Ta, maar u kunt gerust zijn, we ge-
loóven haar niet voor oen derde."
^Huisbaas: „Jo moet me do huur beta
len, of je moet het huis uit."
Huurder: „Dank u wol, mijnheer-, 't is
heel vriendelijk van u, in mijn vorig huis
moest ik het huis uit, maar ik moest ook
nog de huur betalen."
VOO It DAMES.
Do waarde van het sealskin is zoo toe
genomen, dat men voor één enkele huid
nu acht maal meer betaalt dan veertig
jaar geleden.
De vlieg legt vier maal op een zomer
eitjes en wel "tachtig per koer. De af
stammelingen van één vrouwelijke vliej
in een enkel seizoen kunnen 2.080.320
bedragen.
Te Itookwood in Australië is het groot
ste kerkhof van do wereld. Hot beslaat
2000 acres. Slechts oen stuk van 200 acres
is tot boden toe gebruikt, waarop 100.000
personen van allerlei nationaliteit begra
ven liggen.
Een meisje van twintig jaar to Chalons
dat van haar zesde jaar af door een
ziekte aan het been aan haar bed ge
kluisterd was, werd op een zeldzame ma
nier genezen. Het huis, T"oarin ze lag,
werd door den bliksem getronen; ze sprong
uit bed en liep hard de trappen af. Ze is
nu heel wel.
Bjj het beproeven om het w'creld-
„scheer-record" van 71 man in het uur-
te slaan, slaagde Ted. Grimes, een bar
bier te Broken Hill, Nieuw-Zuid-Wales, er
in, orn vijf en vijftig man in dertig mi
nuten te scheren. De proef moest toon
eindigen, alleen om het feit, dat men niet
tijdig genoeg in ongeschoren mannen voor
zien had. De rneesten van de rijf en vijf
tig mannen moest de onder- on bovenlip
beide geschoren worden.
Met minder dan een maand leven vóór
zich, heeft John Jurkin, de neger, die
Clara Rosen doodde, en nu in don slaat
Penitentiary opgehangen zal worden, zijn
lijk verkocht aan Dr. H. J, H. Hoove,
professor in de ontleedkunde aan de Drake
Universiteit te Des Moines. Men vertett.
dat Jurkin 120 gulden ontving voor zijn
lijk. Gedurende do weinige dagen, dat hiji
nog te leven heeft, zal Jurkin het geld
bestoden om te eten en te rooken, zoo
lekker als de regelen van de gevange
nis toestaan.
ANECDOTEN.
Dat de eischen der werknemers voortdu
rend toenemen, blijkt wél uit het volgend
afgeluisterd gesprek:
„Zeg," zei do oene kantoorbediende tot
den andere, „ik vind, dat de patroon mij
deze week wol een extraatje mag geven,
maar 't zou een buitenkansje zijn, als ik
het van hem gedaan kreeg."
„Waarom dan?", vroeg do ander.
„Voor overwerk-, in. ueu gisteren den liec-
len nacht v?j mijn werk gedroomd."
UOSCHW A CHTE RS-L ATI J N.
„Ja, jullio hebt wel gelijk; kraaien zijn
ontzü'tend slim en heel moeilijk to raken,
maar ik krijg zo toch. Ik doo net of ik
dionhon hen en slinger heen cn weer,
dan Rijven do beesten kalm zitten, omdat
zo denken, die kan toch friet mikken,en
dan odriet ik ze één voor één uit den
boom."
Vader, dio op zich' genopien heeft, een
oogje te zullen houden op zijn knooigraag
zoon t-jo doch.' hom bij hot lezen, zijner
INRICHTING VAN ZIEKENKAMERS.
De eerste voorwaarde tot inrichting eener
ziekenkamer is, dat hier niets in voor
komt, wat stof kan bevatten. De grond
moet ongehinderd vochtig kunnen worden
gemaakt; men mag den toevoer van roino
lucht door niets belemmeren; eenvoudige
houten stoelen, met rieten zittingen, die
het verdragen kunnen met een vochtigen
lederen lap to worden afgeveegd, een met
'n klein waschbaar kleedje voorzien tafeltje,
weinig snuisterijen, vooral geen stofvan-
gors, want het afstoffen met een plumeau
moet ten strengste worden vermeden, dat
zijn de hoofdvoorwaarden. Wjeeldemeubels,
die maar eenigszins een dagelijkscho rei
niging bemoeilijken, hooren in de zieken
kamer niet thuis.
Daarentegen is het bij zieken, die hun
volle bewustzijn hebben, vooral bij lang
durig lijden, van groot belang, aan de door
hen bewoonde vertrekken het aanzien eener
ziekenkamer te ontnemen.
De liefde, die vindingrijk maakt, zal den
naastbestaanden en verpleegsters der pa
tiènten, ook bij beperkte middelen inge
ven, hoe zij dit doel bereiken kunnen. De
opwekkendt? invloed, welken zij1 'daardoor
verkrijgen op het gemoed van de zieken,
zal hun duidelijk doen inzien, welke wel
daad zij er mee bewijzen.
Reeds do soort en kleur der behangsels
is daarbij van invloed, evenals de schil
derijen, waarvan men alle akelige voor
stellingen vermijden moet. De ziekenkamer
moet zooveel mogelijk luchtig cn vriende
lijk zijn, en lichte, groote ramen hebben,
die niet uitzien op een kalen donkeren
of lichten, -witten muur.
Het bed van den patiënt moet zoo staan,
dat hij, zonder door do zon verblind to
worden, toch een vrijen blik op hot ven
ster heeft, zooveel mogelijk ook op den
open haard, omdat hot zieken aangenaam
bezighoudt en doet insluimeren, als zij het
vuur kunnen zien branden. Evenzoo moe
ten hun blikken kunnen ruston op bloe
men in vazen, nog beter- op bloempotten
met bloeiende planten, die natuurlijk geen
sterke geuren mogen uitstroomen.
Zeer aangenaam is het ook voor het stille
gedachtenleven der bedïegorigen, als zij
oen mooi geschikte schrijftafel of andere
tafel voor oogen hebben met eenige fraai
ingebonden boeken, schrijfgereedschap, fo
tografieën of landschappen. Een netto lamp
met sierlijke kap vormt eveneens een wel
kom sieraad voor een ziekenkamer. Een
legstoel of een in elkaar schuifbaar veld
bed is verder belangrijk en nuttig, niet
alleen omdat de zieke gedurende het op
maken van het bed daarop kan ruston,
maar ook omdat de verpleegster zoo noo-
d'g dos nachts daarop kan slapen.
Waar de middelen dor zieken het ver
oorloven, moet men, wanneer er sprake
is van een lang ziekbed of langzame ge
nezing, een bijzondere tafel laten maken,
die zeer tot gemak bijdraagt. De pooten
der tafel, 10 ii 12 duim hoog, rusten op
den rand varr het bed; het blad wordt
dan aan den kruit, die naar den zieke
is gericht, zoover uitgerond, dat zijn met
kussen gesteund bovenlijk, gemakkelijk in
de ronding past. Van eenvoudig hout go-
maakt, is zulk een tafel niet duur en ver
licht tocli den patiënt het eten en drin
ken, het wasschen, lezen, enz,, maakt het
hom mogelijk eenige bezigheid te vei rich
ten, waar het een kind goldt het spelen,
zoodat men gerust zeggen kan, dat zulk
een meubel den lijders him toestand veel
gekondigd, dat allen, dio lust hadden, haar
te trouwen, zich op een groote weide moes
ten verzamelen.
Daar zou do prinses een gouden appel
in de lucht werpen, en hij, die cr zich
meester van zou maken, zou slechts drie
raadsels op te lossen hebben, waarna hij
de echtgenoot van de prinses zou wor
den, en daar de koning geen zoons had,
tevens de erfgenaam van den troon.
Op den bepaalden dag had do verga
dering plaats; de prinses wierp den appel
in de lucht, maar de drie eersten, die
er zich van meester maakten, wilden niet
beproeven de raadsels op te lossen. Ein
delijk, toen de appel voor den vierden
keer werd opgeworpen, viel hij in de han
den van een jorrgon herder, clio de knapste,
maar tevens de armste van alle preten
denten was.
Hel eerste raadsel, dat moeilijker op tc
lossen was, dan een rekenkunstige som,
was dit:
Do koning had in den stal honderd ha
zen laten opsluiten; hij, die er in slagen
zou ze to laten grazen op de weide, waar
nu de vergadering gehouden werd, en ze
s avonds in den stal weer zou terug bren
gen, zou het eerste raadsel hebben op
gelost.
Toen dit raadsel aan den jongen herder-
was voorgelegd, vroeg hij een dag tijds
om zich te bedenken; den volgenden dag
zou hij antwoorden. Deze vraag scheen
den koning zoo rechtvaardig toe, dat hij
toestemde.
De herder sloeg dadelijk den weg naar
het woud in, om op zijn gemak middelen
to kunnen beramen om te slagen. Lang
zaam en met gebogen hooft volgde hij een
recht pad, dat langs een beek voerde, toen
hij een oude vrouw met sneeuwwitte haren
ontmoette; zij had nog een helderen oog
opslag en vroeg hem naar de oorzaak
van zijn treurigheid. Maar de jonge lier-
der antwoordde hoofdschuddend
„Helaas 1 niemand kan mij helpen, en
toch heb ik veel lust de koningsdochter
te trouwen."
„Wanhoop niet zoo spoedig," antwoord
de het goede oudje; vertel mij, wat je hin
dert, en inisschion kan ik jo uit de ver
legenheid helpen."
De-herder, die zeer openhartig was, liet
zich niet smeeken en vertelde haar alles.
„Is het anders niet?" vroeg het oudje,
„dan is er niet veel reden om zoo wan
hopig to zijn."
En zij nam uit haar zak een ivoren
fluitje en gaf het hem. Uiterlijk was het
een gewoon fluitje, dus wendde do her
der zich tot de oude, denkende, dat liet
op een bijzondere wijze gebruikt moest
worden. Maar zij was reeds verdwenen.
Maai vol vertrouwen in haar, in wie
hij een goeden genius zag, ging hij don
volgenden morgen naar het paleis en sprak
tot den koning:
„Ik neem het aan, Sire, en kom de
hazerr halen om ze in de weide te laten
grazen."
Toen stond de koning op en sprak tot
een zijner ministers: „Laat alle hazen uit
den stal."
De herder ging op den drempel voor
do deur zitten om ze te tellen: maar de
eerste was al ver weg, toen de laatste nog
niet in vrijheid gesteld was, zoodat, toen
de heuler op de weide aankwam, er geen
enkele haas meer tc zien was.
Peinzend zette hij zich neer, daar hij
niet aan de macht van zijn fluitje wilde
getooven. Maar toch moest hij zijn toe
vlucht nemen tot dit laatste hulpmiddel.
Hij bracht het dus aan zijn lippen on blies
er op, met alle macht. Het fluitje liet een
langgerekt gefluit hooren.
Tot zijn groote verwondering kwamen
van rechts, van links* van voor, van ach
ter, kortom van allo kanten de honderd
hazen aansnellen en begonnen in de weide
te grazen. Men kwam 'aan den koning ver
tellen, wat er voorviel, en dat de jonge
herder- waarschijnlijk het eerste raadsel
zou oplossen. Do koning sprak er met zijn
dochter over.
Beiden waren niet met den gang van
zaken ingenomen, want zoo de herder erin
slaagde ook de andere beide raadsels op
te lossen, dan zou do prinses de vrouw
worden van een eenvoudigen hoor, wat
voor een koningsdochter wel wat erg ver
nederend was.
,,'t Is goed," sprak do prinses tot haar
vader, „gij kunt doen wat gij wilt, ik han
del zooals mij goeddunkt 1"
(Wordt vervolgd)