Apachcnklasso en daarmede do hnlsmisdade nog lang niel op uitsterven staan. Doch men kan tegenwoordig nog wat dors zien, wanneer men, met een min of meer door chemische middelen bereid aperitief een weinig frisscher lucht wensehl in te ademen dun de Parijselie appartementen gewoorüij inhouden. Een dag na bovenbescineven straat- of koffiehuis-tooneel was men voor de koffiehuizen van den Boulevard van heel iets anders getuige, 's Avonds 7 uur, toen het bij toeval met regende, kwam (on men mag dut oogenbhk gerust een historisch moment noemen) tweehonderd meter boven de hoof- dou der voetgangers en koffiehuisbozoekers een aeroplaan statig en zeker langs den Bou levard vliegen. Ieder staarde de machine (waarin, gelijk men later vernam, de av ia- leur Ueymatm gezeten was) na en aller- "''juich op. Het zoo heterogene publiek van den Boulevard scheen werkelijk onder den indruk van het schouwspel. Het was of ieder begreep dat van dit. oogenblik af do vliegkunst den doop van Parijs ondergaan cn de vliegmachine voortaan recht gekregen had op den naam van practisch vervoermid del. Benige dagen later, juist tegen den mid dag, hoeft Latham het voorbeeld van zijn collega gevolgd en het is te verwachten dat oinnen zekeren tijd de verschijning van een mono- of biplaan hoven den hartader van ianjs iets heel gewoons geworden zal zijn P (''c wijze heeft men gelegenheid op hetzelfde oogenblik en opdezelfde plaats aan den eenen kant barbaareche achterlijkheid cn aan den anderen een vooruitgang te consta toeren, die aan het wonderbaarlijke grenst en waarvan onze vooroudera tenminste niet had den kunnen droomen. De Jongde tochten van liet zoogenaamde „Oneuit de l'Est", de besliste overwinningen hij die gelegenheid door eenige luchtvaardcrs op de elementen, en bijna op de natuurwetten behaald, zijn oorzaak dat Frankrijk zich, niet zonder recht, opnieuw aan de spits ven laatst eschouwt van de vertegenwoordigers der rr-enschheid, die dien Vooruitgang mogelijl maken. Qua non ascendam? kan de Fransche aviator [evenals onder Bodewijk XIV een zekere Fouriuet, die daarvan echter weinig plezier beleefd heeft) als devies aannemen Het is to vergeven, indien het hoofd van veel ranschcn door dat alles nog een weinig moer °p o_ wotdfc gebracht, dan liet gewoonlijk reeds is. In waarheid zijn de energie, de moed, de verachting van levensgevaar, de vol harding van bedoelde luchtvaardcrs evenzeer te bewonderen als de vindingrijkheid der uitvinders en ingenieurs, die de veieischfc motoren en machines bedachten en samen- stalden. liet is echter te betreuren, dat deze over winning van het menschelijk en in het bij zonder van het Fransch vernuft weder ge paard moet gaan met een kleine wederop levingr van den Fransch-Dufechen naijver. Onpartijdig oordeclende, kan men niet ont kennen dat in de organisatie van don groe ten cirkel vaart in „het Oosten" waarschijn lijk een kleine uitdaging aan het adres van Duitschlund gelegen was, ofschoon men, na tuurlijk, moet toegeven dat de Franschen volkomen hier en meester ziin op en zelfs boven hun grondgebied. De Dnïtsehm van hun zpde geneeren zich evenmin, wanneer het geldt evolution te maken en manoeuvres uil te voeren vlak tegen de Fransche gren zen aan. Maar in Frankrijk heeft men daar- n egen ook reeds lancr luide cesclireeuwd wanneer een Duitsehe bestuurbare of onbe' s.uurbare ballon aan dezen kant van. den Rijn neerdaalde, Nicttemin is het van de Duitsehe chauvinistische Pers. voornamelijk vertegen woordigd door de „Strassburger Post", liiina een misdaad te noemen, dat zij in gemoede aanraadt te schieten op de Fransche nviato ren die over hun grenzen mochten vliegen. Dit bewust, alweer .lat de nationalisten of chauvinisten van alle natiën van hetzelfde deeg gebakken zijn, Alle lijden ze aan het zelfde euvel van eenzijdige overdrijving. Doch juist daarom was het misschien van den J' ranschcn kant verstandiger geweest voor (Ion eersten grooten luchttoeht niet hot Oos ten maar welk aiuler gedeelte ook van Frankrijk te kiezen. Zulks neemt evenwel met weg dat de meer bezadigde gemoederen <n beide landen zich van onbehoorlijke cn te scherpe uitingen onthouden. Een dergelijk standpunt is nog te meer te verkiezen uit Fransch oogpunt, daar de Fransehen wel de eerste pionniers der aviatiek geweest zijn, doch stellig niet de eenige zullen blijven. Men begrijpt in Frankrijk heel goed, althans be hoort men er te begrijpen, dat in Duitech- Jand, waarschijnlijk in stilte maar zeker niet met minder volharding, aan het vraagstuk dtr aviatiek gearbeid wordt. Do Franschon hebben dus een voorsprong maar niet meer. Het is slechts te hopen dat die voorsprong moge blijken gediend te hebben tot een spoor slag, maar een vreedzame n voor de naburen en mt dedingers. JU VENTS kers to Vervloeken, die hij de vijanden dor sociale beginselen en de verstooideis van het zedelijk leven noemde. Plotseling meende hij tabakslucht to ruiken cn zag hoc er een ironisch lachje over hot gelaat van den koning streek. Ilij keerde zich om en zag achter zich den jongen prins de Joinville, die een sigaar in den mond hield. Dadelijk staakte hij zijn strafpredicatio, lachte don prins toe en ging voort: „Ik kan mij best begrijpen, dat men rookt, als men bij de marine behoort, daar is het een hygiënische behoefte geworden." Toen de koning evenwel nog harder begon te lachen, wondde hij zijn blikken naar den anderen kant en zag hoe de hertog van Orleans lustig een sigaret rookte. Zonder al te veel in verlegenheid to geraken, begroette hij den koninklijken prins, en ging voort: „Of als men, aan hot hoofd van do troepen in Afrika, glorierijk gestreden heeft, in dat klimaat, waar" Maar hij kon zijn volzin niet eindigen, want een algemeen lachen, waarmede zelfs de koningin instemde, begroette hem van alle kanten, want juist Verscheen do her tog van Memours, die, ovenals zijn beide broeders, rookte. Nu hield Bertin het niet langer uit, hij nam zijn hoed en verdween uit hot ge zelschap. Uaydn hot bemerkte, don bezoekers een leoken, dat zij weg zouden gaan. Hij nam afscheid van hen met de woor den: „God zij met u, het ga u goed!" Iff land verzocht hem om eeri bloem uit j zijn niiker. Ha\ gaf hem het goheelo bouquet, drukte uen kunstenaar in zijn armen, en zei met gebroken stem: „Adieu!" ZOUT IN HET ETEN Het zout is niet alleen een genotmid del, het is veel meer een onontbeerlijk voedingsmiddel, want daar dagelijks met de afscheidingsproducten zouten 'tlichaam voilaten, moeten dezen vervangen worden, daar anders hot organisme wegens ver-ar- ming aan zouten,, ten gronde gaat. Bij zonder rtoodig zijn die voor het groeiende lichaam; on tb rede t het hem aan een vol doende hoeveelheid zout, dan ontstaat do Engelsche ziekte. De meeste voedingsmid- courant uit het oog verloren hoeft: „Zeg, Jan, je maakt jo toch' niet vuil?" Jantje, die tijdons de onoplettendheid van zijn vader kans heeft gezien in de modder, te vallen, en nu bezig is doklui ten modder van zijn broek te doen„Nee,» pa, ik maak me juist schoon 1" Diof (dio 's nachts hij oen inbraak in een herborg verrast w'ordt)„Aannemen, één cognac I" ONREDELIJK), Hartstochtelijk minnaar: „Zeg mij toch, lieve engel, wat ik doen kan om; je een bewijs van mijn liefde to geven, O, waren wo nog in de middeleeuwen, dan zou ik voor jo strijden, voor jo lijden, voor jo in den dood gaan." 't Meisje: „Als je eens niet meer rook te." Hartstochtelijk mimiaar: „Niet meer roo- draaglijker maakt. Langs do drie andore zijden kan men een hekjo laten aanbren gen om het afglijden der voorwerpen te vóoikomen. Een wenk, dio hier wellicht op zijn plaats is, omdat men er zooveel tegen zondigt, is: nooit de kachel cenor ziekenkamer met spiritus of petroleum aan lo maken, ook niet daarin te koken. Behalve dat daardoor de lucht in do kamer slecht wordt, zoo is ook niets geschikter den eetlust' der- lijders te bederven, dan hen te doen hoo- ren, zien en ruiken wat voor hen wordt gekookt. VOOR KINDEREN. HET TOOVERFLUITJE. Er was eens een rijk en machtig ko- ning, die een dochter had, welke zeer moor was- Toon deze den huwbaren leeftijd be delen bevatten reeds voldoende zouten, an- J kc!1kom, wees nu niet onredelijk, I had, werd er met trompetgeschal aan- derc daarentegen te weinig, zooals aard-1 leveling." 1;~'' spoorslag ALLERLEI. EEN VERONGELUKTE STRAF PREDICATIE. De govvoonte om te rooken was om streeks het jaar 1830 in Frankrijk al zeer weinig in aanzien. Te Parijs was het zelfs in publieke tuinen verboden. Ook de ko rring was er geen voorstander van, en natuurlijk beijVerdon de hovelingen zich, om het hooge voorbeeld te volgen. Op een zomeravond gebruikten meerdere gas ton van hot kasteel na hot diuor in een prieel van het pork to Nettilly, de koffie. Louis Bertin, do chof-redacteur van hot „Journal des Débats", was juist van plan tegen hot rooken uit te varen en de roo- UIT DE ^MUZIEKWERELD. In den zomer van hot jaar- 1807 kwam Iffland naar Weenen, orn er gastvoorstel- lingon te geven. Bij deze gelegenheid wenschte hij Haydn te leererr kennen, die reeds hoogbejaard en bijna voortdurend ziek was, waardoor hij zijn klein huis in de Wcenor voorstad Uumperdorf bijna in 't geheel niet meer verliet. Iteinrich Schmidt, een leerling van Goethe, stelde Iffland aan Haydn voor. Het bezoek had den 7don Sep tember 1807 plaats. Toen Schmidt en Iff- land Haydn's kamer binnentraden, zat de beroemde componist met het gelaat naar het venster gekeerd, ui de oene hand zijn hoed, in de andere zijn kruk en een bloem ruiker. Een bediende stond achter ziin stoel. J „lladn, zoo schrijft Iffland, „maakte een beweging om op to staarr, waarbij de be diende hem behulpzaam was, en zoo trad hij ons eenige schreden tegemoet, waarbij hij met moeite het eene been na het an dere tot zich trok. Hij haalde moeilijk adem, waarom wij dadelijk een gesprek begonnen, waarop hij niet behoefde te antwoorden, zoodat !nj den tijd had, weer wat bij1 te komen. Hij keek dikwijls naar do. bloemen in ziin hand." ,(k schenk tegenwoordig al mijn aan dacht aan de natuur," sprak hij. „Ik kan niet anders. Het scheen wol, of hij wilde aan huilen. „Die Juhreszeiten," ging hij cenigszius rif tig voort, „hebben het mij gedaan, ,„ik zou willen, ik zoü willen tevergeefs zocht hij uitdrukkrni? to geven aan zijn gedachten en bewoog zich onrustig heen en weer. Ue bediende keek hem vriendelijk, smee- kerul aan. Hm, het is waar, je hebt gelijk," sprak Haydn. „Het is voorbij en afgedaan en „die Jahreszeiten" zijn er de schuld van. ik heb mijn heele leven hard moeten wer ken." Verder vertelde hij, dat hij Bij de familie Michael vroeger zeer hoog ge woond had en dagelijks een groot aantal trappen op en af had moeten loopen. Op zijn borst wijzend, voegde hij erbij- „Ziet ge, dat breekt me nu op, maar het is een nederlaag niet cere; ik heb hard moeten werken, maar God heeft me geholpen." loen Iffland vertelde van een voortreffe lijke mis van Haydn, die hij drugs te voren te Eiserstadt had hoeren uitvoeren, sprak de componist met groote Levendig heid over zijn kerkmuziekhij was zoo in vervoering gerankt, dat hij, zonder het te weten, hoed oil kruk had weggelegd, en zoo sterk gesticuleerde, of hij* zich weer aan het hoofd van een oikest bevond. Spoedig evenwel werd hij weer door zwakte overmand. Iffbind vertelde, welk een bijval de „Schöpfung" te Berlijn had gehad; dat zij mot geestdrift ontvangen was, en dat een opvoering voor een lief dadig doel meer dan 2000 thaler had op gebracht. Haydn keek hem aan en sprak langzaam: „Meer dan 2000 thaler 1 Voordo armen zooveel geldt Hoort ge het wel?" ging hij voort, zich tot zijn bediende wen dend; „mijn werk heeft den armen een goeden dag bezoigd, dat is heerlijk!" Hij werd weer zeer opgewekt en sprak na een poosje: „Ik zal u eens wat voor spelen, als go wat van me hooren wilt." Hjj keek naar- zijn instrument, „Ik kan niet veel meer! Ge zult mijn laatste com positie hooren; ik heb zo gemaakt, drie jaar geleden, toen de Fratrschen bij Wee nen kwamen." Hij stond op, reikte den bediende den arm, en wij vergezelden hem alle drie naar de piano. Hij zette zich neer en sprak: „Het lied heet: „God behoede Frans don keizer!"" Hierna sjwelde hij de me lodie geheel door; toen bleef li ij een poosje véór het instrument staan, legde beide han den er op en sprak op den toon van een patriarch: „Ik kan niet nalaten het iederen dag ééns te spelen; dat deed ik reeds cenigen tijd, en in tijden van onrust, is het mij dikwijls tot kalmte en troost ge weest. Hot is mij zoo wel to moede, nis ik het spoel." Hij duidde aan, dat hij zijn plaats aan het venster wo* r wilde innamen; do bediende gaf, zonder dat appelen, die daarom slechts met een zekere hoeveelheid kookzout moeten gegeten wor den om smakelijk te zijn. Het vleesoh is op zichzelf zoutrijk; bij het koken gaat echter het zout in den bouillon over. Zoo als weinig zout verkeerd is, zoo werkt het al te sterke zou tea ook nadeelig; want volgens nieuwe onderzoekingen wordt daar door de maagvertering ongunstig beïn vloed. Dat het kookzout schadelijk werkt op do afzondering van het zuur, weet men reeds lang en het is ontwijfelbaar, dat het zuurgehalte van het maagsap'daar door verminderd wordt. Bij zekere ziekten, zooals bij do nieren, is hot sterke zouten hoogst nadeelig. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. Rumenië heeft 0.000.000 inwoners, waar van or 80.000 blind zijn. Men zegt, dat er 130.000 vreemde keil-1 ners to London in dienst zijn. fn China kan een vader aan don eenen zoon niet meer nalaten dan aan don ander; allen moeten een gelijke portie erven. Vdaer: „Mijn kind, als je je een man kiest, let dan vóór allo dingen op ver stand en onbesproken gedrag. Jo moeder, ik moet het tot mijn spijt bekennen, lette meer op geld Gedachte van een vos: „De natuur is toch wijs, zij geert velen dieren een dikke winterpols, opdat de menschen jeen kou zouden lijden." „En u hebt ons vorig dienstmeisje?" „.Ta, maar u kunt gerust zijn, we ge- loóven haar niet voor oen derde." ^Huisbaas: „Jo moet me do huur beta len, of je moet het huis uit." Huurder: „Dank u wol, mijnheer-, 't is heel vriendelijk van u, in mijn vorig huis moest ik het huis uit, maar ik moest ook nog de huur betalen." VOO It DAMES. Do waarde van het sealskin is zoo toe genomen, dat men voor één enkele huid nu acht maal meer betaalt dan veertig jaar geleden. De vlieg legt vier maal op een zomer eitjes en wel "tachtig per koer. De af stammelingen van één vrouwelijke vliej in een enkel seizoen kunnen 2.080.320 bedragen. Te Itookwood in Australië is het groot ste kerkhof van do wereld. Hot beslaat 2000 acres. Slechts oen stuk van 200 acres is tot boden toe gebruikt, waarop 100.000 personen van allerlei nationaliteit begra ven liggen. Een meisje van twintig jaar to Chalons dat van haar zesde jaar af door een ziekte aan het been aan haar bed ge kluisterd was, werd op een zeldzame ma nier genezen. Het huis, T"oarin ze lag, werd door den bliksem getronen; ze sprong uit bed en liep hard de trappen af. Ze is nu heel wel. Bjj het beproeven om het w'creld- „scheer-record" van 71 man in het uur- te slaan, slaagde Ted. Grimes, een bar bier te Broken Hill, Nieuw-Zuid-Wales, er in, orn vijf en vijftig man in dertig mi nuten te scheren. De proef moest toon eindigen, alleen om het feit, dat men niet tijdig genoeg in ongeschoren mannen voor zien had. De rneesten van de rijf en vijf tig mannen moest de onder- on bovenlip beide geschoren worden. Met minder dan een maand leven vóór zich, heeft John Jurkin, de neger, die Clara Rosen doodde, en nu in don slaat Penitentiary opgehangen zal worden, zijn lijk verkocht aan Dr. H. J, H. Hoove, professor in de ontleedkunde aan de Drake Universiteit te Des Moines. Men vertett. dat Jurkin 120 gulden ontving voor zijn lijk. Gedurende do weinige dagen, dat hiji nog te leven heeft, zal Jurkin het geld bestoden om te eten en te rooken, zoo lekker als de regelen van de gevange nis toestaan. ANECDOTEN. Dat de eischen der werknemers voortdu rend toenemen, blijkt wél uit het volgend afgeluisterd gesprek: „Zeg," zei do oene kantoorbediende tot den andere, „ik vind, dat de patroon mij deze week wol een extraatje mag geven, maar 't zou een buitenkansje zijn, als ik het van hem gedaan kreeg." „Waarom dan?", vroeg do ander. „Voor overwerk-, in. ueu gisteren den liec- len nacht v?j mijn werk gedroomd." UOSCHW A CHTE RS-L ATI J N. „Ja, jullio hebt wel gelijk; kraaien zijn ontzü'tend slim en heel moeilijk to raken, maar ik krijg zo toch. Ik doo net of ik dionhon hen en slinger heen cn weer, dan Rijven do beesten kalm zitten, omdat zo denken, die kan toch friet mikken,en dan odriet ik ze één voor één uit den boom." Vader, dio op zich' genopien heeft, een oogje te zullen houden op zijn knooigraag zoon t-jo doch.' hom bij hot lezen, zijner INRICHTING VAN ZIEKENKAMERS. De eerste voorwaarde tot inrichting eener ziekenkamer is, dat hier niets in voor komt, wat stof kan bevatten. De grond moet ongehinderd vochtig kunnen worden gemaakt; men mag den toevoer van roino lucht door niets belemmeren; eenvoudige houten stoelen, met rieten zittingen, die het verdragen kunnen met een vochtigen lederen lap to worden afgeveegd, een met 'n klein waschbaar kleedje voorzien tafeltje, weinig snuisterijen, vooral geen stofvan- gors, want het afstoffen met een plumeau moet ten strengste worden vermeden, dat zijn de hoofdvoorwaarden. Wjeeldemeubels, die maar eenigszins een dagelijkscho rei niging bemoeilijken, hooren in de zieken kamer niet thuis. Daarentegen is het bij zieken, die hun volle bewustzijn hebben, vooral bij lang durig lijden, van groot belang, aan de door hen bewoonde vertrekken het aanzien eener ziekenkamer te ontnemen. De liefde, die vindingrijk maakt, zal den naastbestaanden en verpleegsters der pa tiènten, ook bij beperkte middelen inge ven, hoe zij dit doel bereiken kunnen. De opwekkendt? invloed, welken zij1 'daardoor verkrijgen op het gemoed van de zieken, zal hun duidelijk doen inzien, welke wel daad zij er mee bewijzen. Reeds do soort en kleur der behangsels is daarbij van invloed, evenals de schil derijen, waarvan men alle akelige voor stellingen vermijden moet. De ziekenkamer moet zooveel mogelijk luchtig cn vriende lijk zijn, en lichte, groote ramen hebben, die niet uitzien op een kalen donkeren of lichten, -witten muur. Het bed van den patiënt moet zoo staan, dat hij, zonder door do zon verblind to worden, toch een vrijen blik op hot ven ster heeft, zooveel mogelijk ook op den open haard, omdat hot zieken aangenaam bezighoudt en doet insluimeren, als zij het vuur kunnen zien branden. Evenzoo moe ten hun blikken kunnen ruston op bloe men in vazen, nog beter- op bloempotten met bloeiende planten, die natuurlijk geen sterke geuren mogen uitstroomen. Zeer aangenaam is het ook voor het stille gedachtenleven der bedïegorigen, als zij oen mooi geschikte schrijftafel of andere tafel voor oogen hebben met eenige fraai ingebonden boeken, schrijfgereedschap, fo tografieën of landschappen. Een netto lamp met sierlijke kap vormt eveneens een wel kom sieraad voor een ziekenkamer. Een legstoel of een in elkaar schuifbaar veld bed is verder belangrijk en nuttig, niet alleen omdat de zieke gedurende het op maken van het bed daarop kan ruston, maar ook omdat de verpleegster zoo noo- d'g dos nachts daarop kan slapen. Waar de middelen dor zieken het ver oorloven, moet men, wanneer er sprake is van een lang ziekbed of langzame ge nezing, een bijzondere tafel laten maken, die zeer tot gemak bijdraagt. De pooten der tafel, 10 ii 12 duim hoog, rusten op den rand varr het bed; het blad wordt dan aan den kruit, die naar den zieke is gericht, zoover uitgerond, dat zijn met kussen gesteund bovenlijk, gemakkelijk in de ronding past. Van eenvoudig hout go- maakt, is zulk een tafel niet duur en ver licht tocli den patiënt het eten en drin ken, het wasschen, lezen, enz,, maakt het hom mogelijk eenige bezigheid te vei rich ten, waar het een kind goldt het spelen, zoodat men gerust zeggen kan, dat zulk een meubel den lijders him toestand veel gekondigd, dat allen, dio lust hadden, haar te trouwen, zich op een groote weide moes ten verzamelen. Daar zou do prinses een gouden appel in de lucht werpen, en hij, die cr zich meester van zou maken, zou slechts drie raadsels op te lossen hebben, waarna hij de echtgenoot van de prinses zou wor den, en daar de koning geen zoons had, tevens de erfgenaam van den troon. Op den bepaalden dag had do verga dering plaats; de prinses wierp den appel in de lucht, maar de drie eersten, die er zich van meester maakten, wilden niet beproeven de raadsels op te lossen. Ein delijk, toen de appel voor den vierden keer werd opgeworpen, viel hij in de han den van een jorrgon herder, clio de knapste, maar tevens de armste van alle preten denten was. Hel eerste raadsel, dat moeilijker op tc lossen was, dan een rekenkunstige som, was dit: Do koning had in den stal honderd ha zen laten opsluiten; hij, die er in slagen zou ze to laten grazen op de weide, waar nu de vergadering gehouden werd, en ze s avonds in den stal weer zou terug bren gen, zou het eerste raadsel hebben op gelost. Toen dit raadsel aan den jongen herder- was voorgelegd, vroeg hij een dag tijds om zich te bedenken; den volgenden dag zou hij antwoorden. Deze vraag scheen den koning zoo rechtvaardig toe, dat hij toestemde. De herder sloeg dadelijk den weg naar het woud in, om op zijn gemak middelen to kunnen beramen om te slagen. Lang zaam en met gebogen hooft volgde hij een recht pad, dat langs een beek voerde, toen hij een oude vrouw met sneeuwwitte haren ontmoette; zij had nog een helderen oog opslag en vroeg hem naar de oorzaak van zijn treurigheid. Maar de jonge lier- der antwoordde hoofdschuddend „Helaas 1 niemand kan mij helpen, en toch heb ik veel lust de koningsdochter te trouwen." „Wanhoop niet zoo spoedig," antwoord de het goede oudje; vertel mij, wat je hin dert, en inisschion kan ik jo uit de ver legenheid helpen." De-herder, die zeer openhartig was, liet zich niet smeeken en vertelde haar alles. „Is het anders niet?" vroeg het oudje, „dan is er niet veel reden om zoo wan hopig to zijn." En zij nam uit haar zak een ivoren fluitje en gaf het hem. Uiterlijk was het een gewoon fluitje, dus wendde do her der zich tot de oude, denkende, dat liet op een bijzondere wijze gebruikt moest worden. Maar zij was reeds verdwenen. Maai vol vertrouwen in haar, in wie hij een goeden genius zag, ging hij don volgenden morgen naar het paleis en sprak tot den koning: „Ik neem het aan, Sire, en kom de hazerr halen om ze in de weide te laten grazen." Toen stond de koning op en sprak tot een zijner ministers: „Laat alle hazen uit den stal." De herder ging op den drempel voor do deur zitten om ze te tellen: maar de eerste was al ver weg, toen de laatste nog niet in vrijheid gesteld was, zoodat, toen de heuler op de weide aankwam, er geen enkele haas meer tc zien was. Peinzend zette hij zich neer, daar hij niet aan de macht van zijn fluitje wilde getooven. Maar toch moest hij zijn toe vlucht nemen tot dit laatste hulpmiddel. Hij bracht het dus aan zijn lippen on blies er op, met alle macht. Het fluitje liet een langgerekt gefluit hooren. Tot zijn groote verwondering kwamen van rechts, van links* van voor, van ach ter, kortom van allo kanten de honderd hazen aansnellen en begonnen in de weide te grazen. Men kwam 'aan den koning ver tellen, wat er voorviel, en dat de jonge herder- waarschijnlijk het eerste raadsel zou oplossen. Do koning sprak er met zijn dochter over. Beiden waren niet met den gang van zaken ingenomen, want zoo de herder erin slaagde ook de andere beide raadsels op te lossen, dan zou do prinses de vrouw worden van een eenvoudigen hoor, wat voor een koningsdochter wel wat erg ver nederend was. ,,'t Is goed," sprak do prinses tot haar vader, „gij kunt doen wat gij wilt, ik han del zooals mij goeddunkt 1" (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 10