63"* Jaargang, Zondag 2 October 1910, No. 13421 I Tweede Blad Diep in de schulden. 'stadsnieuws. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen. Prijs per kwartaal; Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1,25 franco per post tl. 1.65. Prijs per week; Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advcrtentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). ff Prijs der Advertentiën: 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meet 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij iïmemea. Advertentiën bij abonnement op voordeeligo voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan bet Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. Het is gelukkig, dat er in don boezem van den Nederlantlsehen burger twee geesten 'wonen, die van den mensch en van den staatsburger. En het is voor onze gezondheid te hopen, dat wij die twee goed gescheiden houden. Want kwam er eens een booze geest, die ons het vermogen om te onderscheiden ontnam, dan zouden in den nacht, die volg de op dezen rampzaligen dag, alleen zij sla pen, die van hun schulden Teven. Want de schulden, die wij als staatsburgers hebben, zijn zwaar en verontrusten ons alleen niet. omdat wij eens en vooral bovenbedoeld on derscheid maken. Gelukkig want niet dót zij* drukken is erg, maar erger is dat zij nog maar steeds tct in hot oneindige toenemen. En dat niet in lange periodes, maar zelfs in zoo kor ten tijd als de vier jaar, welke het Centraal Bureau voor Statistiek ons in zijn jaarlijk- sche gemeente-financién Statistiek (voor 1906) 'voorlegt. In die vier jaar voor 1906 hebben alle gemeenten van Nederland maar eens kans gezien hun gemeenteschuld met 51 millioon 713.000 guldon te vergrootcn. In vier jaar ruim 51 millioon, het is iieuseh geen peuleschillctje, zelfs voor wie weet, dat do gemeenten somen in 1000 ruim 344 millioon schuld hebben. Do vermaning t zuinigheid te betrachten on de tering een beetje naar de nering te zeilen, is hieraan wezenlijk niet zoo heel onbehoorlijk. En dat hier nog wel iets te bereiken is, blijkt uit do verschillende wijzen waarop in do verschillende provincies de gemeente- schulden drukken. Natuurlijk is het vrij be langrijke verschil tusschen den druk dor ga- meentesehuldon niet alleen te verklaren door hot verschil in zuinigheid der bewoners. Er zijn andere factoren, tiie op clLt verschil in vloed hebben. Zoo noemen wij het bezit vari groote steden, de verschillende cischen die men aan den gemeentedienst stelt. Maar aan den anderen kant zijn zuinigheid en voorzich tigheid toch zeker belangrijke momenten bij de verklaring van liet gioote \ersehil der go- mccntesclnildcn. Hieronder geven wij een staatje, waarin wij de provincies in afdalende reeks opnemen, naarmate de gemeenten in die provinciën gezamenlijk relatief minder schuld hebben (over provinciale financiën spreken wij nu hier niet, alleen over de financiën der ge meenten, telkens in een provincie bijeen ge nomen). V .lus, dat de gemeenten in on derstaande piovincies gezamenlijk de in de tweede kolom aangegeven schulden hebben, terwijl in de laatste kolom wordt aangege ven hoeveel gemeenteschuld elke piovincie heeft per hoofd der bevolking. Totoal Gom.schuld gemeenteschuld bevolldng Noord-IIolland Zuid-Iïo!lc<nd Utrecht Qioningen Ovcrijsel Gelderland Drenthe Noord-Brabant Zeeland Friesland Limburg 14 1,172,000 120,589,000 11,622,000 9,638,000 10,708,00'0 10,790,000 3,479,000 11,911,000 4,372,000 6,250,000 5,066,00'0 132.6 91.8 41.G 29.7 29.1 27.G 20.7 .19.6 19.1 17.4 15.4 Er Stijging der gemeentesehuklen in vier jaar. Utrecht 4S.3 percent. Dienthe Zuid-IIolland Gelderland Limburg Overijsel Gioningen Noord-Brabant Friesland Zeeland Noord-Holland 30.8 28.4 22.4 19.5 1 6.5 15.5 12/9 9.7 8.9 7.8 Opmerkelijk is de wijze, waarop Noord- IIolland tot inkeer is gekomen. Wie de meeste schuld had gemankt, heeft de laatsto 4 jaar het best opgepast. Daarentegen zien wij Utrecht en Zuid-IIolland in dezelfde dure en Friesland, Zeeland en Noord-Brabant in dezelfde goedkoope richting doorgaan. Nu zijn dc getallen, gebruikt om boven genoemde percenten te verkrijgen, niet alle even groot en dus niet alle evenveel waard als objectieve maatstaf. Wanneer men b.v dc enorme toeneming van de schulden In Utrecht gadeslaat zien wij, dat hier voor cca groot deel de stad Utrecht zelf de schuld is. Iminera vergelijkt men stad met provincie, dan krijgt men de/e cijfers: Schuld uit". Schuld uit0. Toene- Prov. 1902. 1906. ming. Ui recht 7.836,000 11,622,000 48,3 pCt. Stad. Utrecht 6.131,000',, 8,942,000 45.8 Ilicruit blijkt, dat de stad een groot abso luut en relatief aandeel in de schulden en ir. de vermeerdering heeft. En bij die schuld-vermeerdering van een groote gemeente in den laatsten tijd dienst men in het oog te houden, dat juist de ge meentebedrijven zich in den laatsten tijd zoo hebben uitgebreid en dat leeningen daarvoor leeningen zijn voor productieve doeleinden Over het geheel worden deze vergelijkingen moeilijk gemaakt door het feit, dat ön in de provincie Utrecht 6n in de provincie Noord- IIolland ócn stad is, die bijna, of ruim de helft heeft van hot gehecle aantal inwonen der provincie, terwijl in Zuid-Holland bizon der veel grootere stadsgemeenten zijn. Maar toch de cijfers blijien interes sant en wijzen wol degelijk op een uitoen- looponde opvatting van de zuinigheid en de voorzichtigheid in het beheer der gemeente- financién, waai op wij nog wel eens terug komen. Waarlijk zeer opmerkelijke cijfers zeer zeker hierin wol de invloed der boven bedoelde factoren -na tc sporen met dien van Int verschil van de kosten der openbare lageio school. Bovendien moet, men bij do beschou wing niet uit hot oog verliezen, dat met de bezittingen tegenover deze schulden niet is 'gerekend, (voor Gioningen maakt dit b.v. zeker ecnig verschil). Miaar met dat aL vindt men hier, ook als men dit alles in hot oog houdt, een merk waardig groot verschil, dat een opzettelijke studie in hooge mate waard is. Hooi curieus is het nu tegenover die cijfers 1e zetten de cijfers, die aangeven den groei der schulden in de laatste 4 jaar voor 1900. Daartoe stelt ons de bovenbedoelde uitgave van hot bureau van statistiek in stunt. IToe hebben de gemeenteraden in nl die gemeen ten in de verschillende provincies hun schul den vera waard? Wij krijgen nu in antwoord daarop in hot volgende staatje een heel nn- deie volgorde, waarbij de cijfers, die wij ach ter de namen der. provincies stellen, aandui den dc percentsgewijze stijging der gomcente- sehulden van eind 1902 tot eind 19QG, Uit den Gemeenteraad. (V ervolg.) liet laatste punt dor agenda was de voortzetting der discussie omtrent het voorstel tot -den. bouw van een nieuw ziekenhuis. Tusschen deze zitting en 'de vorige wa ren plan en toeken ingen in een comité- generaal toegelicht en besproken. De V o o r z i( 11 e r herinnerde er aan, dat in de voiigc zitting hot debat onder broken was, op een oogenblik, dat de hoer De Bruin het woord had gevraagd. Dus gaf deze hem dit nu. De hoer De Bruin zegt, dat, toen hij in Januari van liet vorige jaar over ver schillende gebroken van het ziekenhuis gesproken had, hij er geen flauw begrip van had, dat een jaar Tater nog hetzelfde onderwerp iu behandeling zou zijn. Thans is reeds het. derde plan bij den Raad in behandeling, zoodat thans do bespre king wel tot een einde gebracht zal zijn. Spr. constateert dat de gebreken, door hem genoemd, door den Directeur van het Ziekenhuis in diens rapport zijn er kend, later nog eens door dokter Ris zijn bevestigd, door niemand zijn aangetast en dus ook door den gehcelcn Raad is er kend, wat door allo deskundigen wordt getuigd, terwijl de commissie hooft ver klaard dat de toestand dier inrichting zoo danig is, dat zij de verantwoordelijkheid daarvoor niet meer wil dragen. Toegegeven is, dat deze inlichting ge vaar oplevert voor de patiënten, die daar in worden verpleegd. Toch vertrouwt men soms aan zoo'n inrichting zijn beste verwanten, zijn kin deren, en daarom moet zoo'n inrichting zóó zijn, dat men de zekerheid heeft, dat do patiënten daar veilig zijn. En wal heeft men nu in liet jaar, dat sedert hot bekend worden der gebreken is verloopen, gedaan? Op spr. hebben de discussion den in druk gemaakt, dat die ver benedon peil zijn gebleven. Spr. heeft zich verbaasd over de ar gumenten, die tegen het voorstel zijn aan gevoerd: de heer Wittkainpf betoogde, dat de belastingbetalenden waren gekomen aan het maximum van hun draagkracht; de heer Gosllnga ontkent den plicht der ge meente om voor een goede verpleging in een ziekenhuis te zorgen; de heer La- gerweij gebruikt mooie woorden tegenover de zieken, maar blijkt voor dozen toch niet zooveel te gevoelen als voor de dub beltjes. Doch spr. wil er toch oven op wijzen, dat in het algemeen de zorg der over heid voor don burger vel uitgebreid, maar nergens ingekrompen wordt. En als men ziet den strijd, die zoo krachtig wordt gevoerd, tegen do cholera, dan klinken 'de woorden van den heer Goslinga als een nagalm uit don doffen, bijna vergeten tijd, toen nog de menschcn aan zichzelf waren overgelaten. Wij hebben ook te zorgen voor de ge zonden, heeft de heer Wittkampf gezegd, maar een zieke heeft meer behoefte aan zorg dan de gezonde; toch plaatsen deze en anderen zich aan de zijde der gezonden! Teieoht is door den heer v. Westendorp gezegd, de gezonden lijden evenzeer aan dc mindeiwaauligo verpleging der zieken. En als Schiedam eens geteisterd werd door een besmettelijke ziekte, dan zou men eens zien, wat er met het sysloem-Witit- kampf gcbeiudo. Maar al die bezwaartjes zijn leiug te brengen lot de kwestie, door den heer Lagenvoij gesteld: de dubbeltjes. En toch zijn er wol eens Lijeen ge- woest dat hot geestelijke voorop gesteld werd. Waarom gesc-hiedt dat nu hier niet? Waarom wordt hier het bruto realisme, do centen, voorop gesteld? Toen indertijd de kwestie van Volks huisvesting in don Raad behandeld werd, loon werd gezegd dat de moraliteit al leen bij de rechtschc partijen onderdak vond, maar spr. gelooft dat die morali teit daar moeilijk te vinden is. Spr. al thans heeft naar bewijzen voor die be wering gezocht, maai hij heeft ze niet kunnen vinden. Spr. heeft zich afgevraagd of het al gebleken was dat er ernstige pogingen waren gedaan om de finaneicele bezwaren op tc heffen. Hij heeft daarvoor midde len aan de hand gedaan en gewezen op de weelde van het bezit van een gym nasium. Spr. vraagt: Zou het bezit van een goed ziekenhuis niet te verkiezen zijn bo ven een slecht bezocht gymnasium? Do burgerij is aan het maximum van haar draagkracht! Voor een gedeelte daarvan, jamaar met een matige progtessie hij de heffing der inkomstenbelasting, zou het daarmede niet te vindon zijn? Doch dat wil men niet. Zich vefeenigen mot andere gemeenten, die in gelijke behoef to te voorzien hebben? Hen hoeft het niet gewild. Dc commissie heoft gezegd: wij wen- schen do verantwoordelijkheid van bet voortbestaan van den toestand, waarin het ziekenhuis verkeert, niet langer te dra gen. Wie draagt die nu? De Raad En als wij herhaaldelijk over deze kwes tie gesproken hebben, dan deden wij dal toch niet voor ons pleizior! Toen spr. het ziekenhuis hoeft bezocht, is hij getroffen goworden door wat hij daar vond. De toestand mag daar niet zoo blijven. Spr. meent dat ieder raads lid voor zich, die don toestand daar kont, do verantwoordelijkheid van hei voortbe staan van dien toestand niet kan dragen. En als straks hel voorstel wordt afge maakt, dan zal gevraagd worden: wat nu? Zullen de opposanten tegen het voorstel dan komen vertellen wat zij dan vooi- nemens zijn?Het zou toch wel gewenscht zijn dat, alvorens men alle plannen om kegelt, men eerst eens vertelde, wat men dan wèl wil. Spr, vvonschl de verantwoordelijkheid niet te dragen; lvij laat die aan hen, die misschien zuinig boheoren, maar die wat al te zeer het geld aanbidden. Wan neer er schade wordt gedaan aan de mo ralitcil van volwassenen of van kinderen, dan dragon zij daarvoor do veranlwoor delijkhoid, Ilij werpt die van. zich af. De hoer Evers kan zijn stem niet geven aan het voorstel tot den bouw van een nieuw ziekenhuis, alvorens het geld dam voor zal zijn, aangewezen. Zware lasten drukken reeds op Schiedam en als het voorstel werd aangenomen zouden die schrikbarend worden verzwaard. Op .do toekomstige twijfelachtige verwachtingen bouwen duift hij niet. Door 'den heer Van Westendorp is uitgerekend dat 1 °/o op de inkomsten belasting de kosten- zou dekken maar 1 o/o verhooging van deze belasting staal gelijk met een vergrooting van den belastingdruk met ongeveer 20 °/o en dat is oen verbazende verhooging, wat stellig velen zou doen besluiten de ge meente te verlaten. Deze aanwijzing van den heer v. Wes tendorp verhaast hem te meer waar juist deze, toen dc behandeling van het school geld voor de H. B. S. aan do orde was, zich tegen do voorgestelde verhooging ver klaarde, omdat hij meende dat enkelen daardoor de stad zouden vei)aten. Toen gold het echter slechts enkelen, nu zou het allen treffen. Spr. vreest dat een gedeelte der aan- geslagenen een dergelijke verhooging niet zouden kunnen dragen, anderen dat niet zouden willen, vooral wanneer progressie werd ingevoerd, en dat dezen wel ernstig zouden overwegen om de stad je gaan vei - laton; en dat zullen juist zij zijn, die het meeste bijdragen in de belasting. Dat is dc reden, waarom spr. niet met het voorslpl kan meegaan. Mon moet ook eerst den toestand van het ziekenhuis eens rustig onder dc oogen zien. De meerderheid in het college van B. en W. zegt wel, dat die toestand onhoudbaar is, maar spr. kan die op vatting niet deelen. Spr. begrijpt niet dat in deze kwestie het oordeel der Schiedamsebe doktoren niet is gevraagd. Wij kennen wel' de mee ning van doktep Ris, maai het is niet zeker dat alio doktoren zoo denken als hij. Is dat oordeel wel gevraagd, dan spijt het spr. dat dit niet aan den Raad is overgelegd. In het prae-advies wordt we! gezegd: j,wij meenen dal het plan door de dok toren goedgekeuid wordt", maar dat sluit nog niet in de afkeuring van het bestaande ziekenhuis. -En dat zou spr. juist wel wil len weten. Voider heeft 'dc heer Ris verschillende gebreken genoemd. Spr. kan daaimede niet instemmen. Een der bezwaren is, dat de patiënten, hjdende aan bepaalde ziekten, niet afge zonderd liggen. O vei die, kwestie heeft spr. met cenige medici gesproken en ge correspondeerd, maar, zooals hem uit de verkregen antwoorden bleek, bij typhus- patiënlcn is afzondering volstrekt niet noodzakelijk; alles komt daarbij neer op een goede verpleging. En om nog meer kracht aan deze opvatting te geven: prof. Talma verpleegt in het ziekenhuis de typhuspatiënten op de algcmecne ziekenzaal, om zijn teerlin gen te overtuigen van dc ongevaarlijkheul daarvan. Hetzelfde geldt, ook voor venerische ziekte, zelfs nog in hoogero mate. De hoor Ris: Hoe is hot mogelijk! De heer Evers voortgaande Wat betreft de tuberculose patiënten, .daaromtrent waren de meeningen zoor ver doold. Enkelen wilden die patiënten, afge zonderd houden, anderen achtten dit niet noodig. Voor deze patiënten is de zaak zeer moeilijk. Een-, oudige afzondering van tuber culose patiënten toch zou niet voldoende zijn. Moeten do open tuberculose en de gesloten tuberculose patiënten op dezelfde zaal verpleegd worden? Moeten patiënten met een lichte longontsteking op dezelfde zaal als zij die reeds in vergevorderden staat van tubeiculoso verkecrcn'? Ook voor dc moreelo gevolgen zou een dergelijke in groepen verdoelde afzondering verbazend nadeolig zijn. Wilde men echter de nfzondeiing zoover doorvoeren, dan zouden er verschillende zaaltjes noodig zijn, te meer wam- dio ziekte zeer verschillend verloopt. En wanneer de patiënten in een ander sta dium der ziekte komen, moeten ze dan naar een andere zaal overgebracht worden? Ook dat zou een ongunstigen invloed op dc patiënten uitoefenen. De wenschelijkheid om kinderen op af zonderlijke zalen te verplegen, voelt spr. evenzeer als do heer Ris, maar om op dien grond de inrichting at te keuren, is eon standpunt, dal spr. niet deelt. Ook op straal en in huis hoort het kind vcoal een taal, die niet voor kinderen geschikt is. Daar echter kan een dergelijke taal niet zoo gemakkelijk onderdrukt worden, in een ziekenhuis daarentegen wel. En dan do gebreken aan de operatiezaal? Die zaal heeft op spr. een aangenamerv indruk gemaakt. Wel zijn cr scheuren hiel en daar, maar die kunnen toch vciholpen woiden. En wat de geringe plaatsruimte betreft, ook dat bezwaar kan spr. niet doelen, want men moot niet vergeten, dat door de vele hygiënische maatregelen die genomen kun nen worden, door de ontwikkeling en de voordeden der wetenschap men zeer veel vooruit gegaan is. Kon men de ziekenhuis- verpleging door huisverpleging vervangen, dan zou dat z. i. nog wel zoo goed zijn. Do heer R i s moet eerlijk zeggen, dat als hij zich tegenover de andere gemeen ten, die kennis nomen van wat hier ge sproken wordt, daartoe niet verplicht re kende, hij op al die beweringen niet zou ingaan. Spr. noemt den heer Evers geen deskun dige, al poseert deze hier ook als zoodanig. Wat hij b.v, omtrent de venerische ziekte heeft gezegd, is gewoon onzin. Hij weet daar absoluut niets van. Ook heeft hij gezegd, dat een ziekenhuis de grootste waarborg geeft tegen ongepaste woorden. Spr. wil daaromtrent iets mede- dcclen van recenten datum, al moet hij daarbij ook een persoon noemen. Toen de man, die uit den kap van den molen hij de firma v. cl. Eist was gevallen, in het ziekenhuis was gebracht, hoeft die er heel wat uitgeslagen, maar dat wil spr. er nadrukkelijk bijvoegen de man was daarvoor niet verantwoordelijk, want hij veikeerdc in bewusteloozen toestand. Maar zulke patiënten kan men toch den mond niet toebinden? Als de heer Evers lid was van de ver- eeniging voor tuberculose bestrijding hij is dat waarschijnlijk nog niet, want spr. heeft hem nog met op zijn ledenlijstje clan zou hij van die ziekte misschien meer weten clan nu. Overdreven angst voor die ziekte is zeker verkeerd, maar voorzich tigheid is een eerste eisch. Wel kunnen z. i. open- en gesloten tuberculose patiënten ge rust bij elkander verpleegd worden. Maar dit neemt niet weg, dat spr, een patiënt, die deze ziekte nog niet hoef t, er niet aan, zal wagen om haar to krijgen door hem te dicht bij een tuberculosepatiënt te bren gen. Laat de heer Evers maar eens aan prof. Nolen vragen, hoeveel verpleegsters m zijn verpleginqsinricliting tuberculose hebben gekregen. Omtrent typlms heeft altijd verschil van meening bestaan en do meening is vrij algemeen, dat bij deskundige verpleging het gevaar voor besmetting niet groot is. Maar men liccft niet altijd deskundige ver pleging. lloevcle leerling-verpleegsters wor den met de verzorging van zulke patiënten belast. En zelfs do verzorging door gedi plomeerde verpleegsters geeft niet de ga,- rantie, dat alle voorzorgen getrouw in acht genomen worden. Ik vind het God verzoe ken, zooals ik daareven tegen mijn buur-- man zeide, als prof. Talma zijn typhuspa tiënten, indien hij daarvoor een afzonder lijke zaal liecft, tusschen andere patiënten logt en behandelt. Ook zegt do heer Evers: waarom is do meening der doktoren over het ziekenhuis niet gevraagd? Maar dat is toch geen stand punt. Als mon, zooals de* commissie, da gelijks iu het ziekenhuis komt, krijgt men wel een eigen oordeel. Wie kent heter den toestand dan zijl die den gcheelen dag daar dooi brengt, Dc doktoren komen cr slechts nu en dan en er zijn er zelfs, dio niet de gehecle inlichting kennen. Spr. kent de inrichting wel en is herhaaldelijk in alle hoeken geweest. Hij kan dus over den toe stand oordecten. De heer Evers is or gis teren voor 't eerst geweest. Ilij spreekt over do scheur in de opera tiezaal als over iets van geringe beteeke- nis, maar hij weet waarschijnlijk niet, dat er veel scheuren zijn, die al weer zijn dicht gestopt. Hij heeft ook waarschijnlijk niet huiten geloopcn en dus niet gezien dat ook daar scheuren zijn. Maar in het geheel schijnt hij niet te weten, welke over wegende bezwaren eon dergelijke operatie zaal oplcveit. Spr. zal niet weer herhalen, wat hij iceds vroeger over het ziekenhuis heeft gezegd. Ilij heeft do overtuiging, dat dit gebouw n i o t te herstellen is cu dat er een nicüw ziekenhuis 'moet komen. De beer EvorS ontkent, dat hij hier als deskundige geposeerd hooft. Hij heeft de meening van deskundigen medegedeeld niet dus zijn eigen oordeel, maar,dat van s ümedamsche: iummt t i Bmiwiii'iwmKWM iiiKU

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 5