1! I f 1 m»' Yoor Toillglieid der assistenten. J Jn aansluiting met liet bekende request inzake de verscherping der koelieslrai'fen en het aandringen in liet algemeen op het ne men van meer doeltreffende maatregelen, ten einde de ^veiligheid van de persoon van den planter ten opzichte van de hand over nand toenemende, meer of minder funeste aansla gen daarop geploegd, beter' dan lot nu toe te waarborgen, is op de laatste alg. vergadering der vak vereen i ging van assistenten de wen- scliolijkheid geuit en dienovereenkomstig het besluit genomen tol het samenstellen van een archief, bevattende oen serie feiten an dien aard, in korten en bondigen verhaal» tuint gesteld, daarbij zoo mogelijk liefst \un eenigS7.ilis vcccnlcn datum, doch in elk ge val niet vóór de invoering der arbeidsinspec tie plaats gehad hebbende. („Deli Cl.") Handel en Bedrijf. Faillissementen. Uit de Staats-Oourant. Uitgesproken. L. Faber, handelaar in kruidenierswa ren, enz. to Groningen. Rechter-commis saris: mr. G. M. Doornbos; curator: mr. hl Lcvie, W. P. Dartee, suikerbakker on winkc lier, te Harlingon, Rechter-commissaris mr. P. C. J. A. Boeles; curatory E. Kui pers. Nijhuis, caféhouder te Dockum. Rech tercommissaris: mr. C. W, S theeman; cu rator: P. de Vries. P. II. Weytens, winkelier in galante lieün, to Eindhoven. Recliter-commissaris. jlir. mr. C. van Nispen, curator: mr. SI. van Chin ten. C'. do Boer, koopman, te Zeist, hande lende onder don naam van „Internationale Phai'inaeeutischo Chemische Fabrick'j. Rechter-commissarisjhr. mr. J. Sehuur- het]ue Booije; cuiator: mr. F. C. vanBeu- sekom. W. J. Ordelman, winkelier in koloniale waren te Eibergen. Rechter-commissaris mr. dr. W. lidder van Rappard; cuiator mr. B. Et. Drijbcr. D. Stam, kofiiehuishouder, te Amster dam. Rechter-commissaris: mi. .1. 'P. F 't'elting; curator: mr. G. J. Salm. Opgeheven: M. Veldhuis, aannemer, te Apeldoorn, handelende onder de firma M. Veldhuis en Zonen. Geëindigd: II. A. Padberg, vroeger caféhouder, te Wassenaar. A. Oostdam, koopman en kamerbehangei, vioegor te Breda, thans te Rottendam, E. G. Ileyl, naaister, te Utiecht. Mej. C. Meijerink, echlgenoole van T. Bosch, te Zutphen. en, G. Kwakkelstoin, Callonburgstraat. Petronolla, d. v. P. Penning en J. Beek man, 2o Mjrasboschstraat. Janna. Jo hanna, d. v. C. Ilomijn en A. C. van Wijngaarden, P. K. Dxossaartstraat. Jo hannes, z. v. J. van Keulen en G. Broek, 2e Maasboschstraat. 31. Cormelis, z. v. C. van Kapel en E. Meeldijk, Krugerstr. Comolis, z. v. J. van Boon on J. Mar kus, StmijkstraatKlaas, z. v. A. van Zanten en S. Fecnstra, P. K. Drossaart- straat. Andries, z. v. Wt. Hoogerwerf en M. Slicker, 2e Spoorstraat. 1 Nov. Johannes, z. v. G. Komaat en, J. Vrijland, lo Van Leijdon Gaelstraat. Kornelia, z. v. IC. Broek on J. Schippers, Sclaavenburch. Overleden: 29 Oct. Jan, ICijne, 81 j., cchtgen. van II. Stam, Enimastraat. Reien a van dei- Valk, 3 j., Nieuwelaan. 30. Marinus Lodovicus Antonius den Ouden, 26 j., Smalle Havenstraat. Willem van der Ende, 2 j., ICortedijk. allerlei™" i 11 o t i n g e n. LOTEN PALEIS VOOR VOLKSVLIJT \an 1867. 1G seriën 193 343 500 040 S05 S29 1300 1346 1426 1629 1802 2226 2465 2482 2974 3359 Picniictrekking urn 1 November. Seiic 640 no. 22 1000; Serie 805 no. 12, serie 1802 no. 25, serie 2226 no. 11, elk 230serie 805 no. 10, serie 1346 no. 13, seiic 2465 no. 18, serie 2974 no. 2, elk 100. F)o volgende Nos. elk 50': Serie 193 no. 7, serie 343 no, 7, serie S29 nos. 12, 16 en 23, serie 1306 nos. 5 en 7, serie 1802 no. 20, serie 2482 no. 8, serie 2974 no. 12, serie 3359 nos. 13 en 16. De volgende Nos. elk 28 Serie 193 nos. 4, 5, 8, 12," 13, 14, 20 en 23; serie 343 nos. 4, 5, 9,10, 15, 16 cu 19; serie 560 nos. 1, 7, 11, 16 en 17; fcpiie 640 aos. 2, 3, 4, 5, S, 13, 16, 20, 23 en 25; seiie 805 nos. 1, 4, 6, 8, 13, 15, 17, IS, 21, 22, 23 en 24; serie 829 no. 3, 5, 0, 9, 14 en 17; serie 130G nos. 22, 24 cn 25serie 13-16 nos. 5, 6, 8, 1.2, 15, 19 cn 24 seiie 1426 nos. 4, 5„ 6, 8. 1Ü, 12, 15, 16, 18, 20, 21 en 23; serie 1629 nos. 12, 21, 22 en 23; serie 1802 nos. 4, 5, 0, 7, 9, 14, 15, 16, 19, 21, 22, 23 en 24; serie 2220 nos. 2, 3, 4„ 8, 9, 10, 14, 18, 19 en 23; serie 2465 nos. 1, 2, 3, 4, 7, 8, 11, 13, 16, 17, 19, 20, 22 en 23; serie 24S2 nos. 7„ 10, 11, 12, 14, 16, 18, 19, 20 en 25; serie 2974 nos. 3, 5, 8, 9, 10, 13, 14, 16, 17, IS en 24; serie 3359 nos. 1, 3, 5, 6, 10, 12, 15, 21 en 23. Allo overige Nos. vervat in bovengenoem de op 1 October i.l. getrokken seriën met ƒ23. Burgerlijke Stand. VLAARDINGEN- Gehuwd: 2 November. Paulus van Lijk, 21 j., en Petronolla van der Linde, 19 j. Mat- thijs Burger, 31 j., en Jacoba Roelink, 35 j. Kornclis van der Baars, 22 j., on Johanna \an Rossen, 20 j. Geboren: 28 Oct. Jan, z. v. J. J. van Everdingen cn J. van der Weif, 8o Bierslootsteeg, 29. Nooltjo Jacomina, d. v. 'M. van Kem pen cn E. Poot, 9e Bierslootsteeg. Maaike, d. v. J. van llij en A. E. Kooij- man, De Wetstraat. Maria, d. v. K. Biobbcl en II. van Roon, Prins Hendrik straat. Antoinette, d, v. L. van der Schee on A. Kats, Prins Hendrikstraat. 30. Andries, z. v. A'. Root on - T, Poot, .Oosthaveukade. Cors liaan, z. y, J. Kijne 500 GULDEN VOOR EEN PAAR KOUSEN. Er zijn klaarblijkelijk een honderdtal da mes in New-York, die 72.000 gulden per jaar besteden, alleen aan haar kleeding, meer dan duizend die 36.000 gulden ver teren, en heel veel die er niets om ge ven om alleen voor kleinigheden 1500 gul den por maand uit te geven. Een dame heefL oen hartstocht voor zakdoeken, en laat ze speciaal voor zich in 't buitenland maken, een kleine gril, waarvoor zij 150 guldon per dozijn moot betalen. Een ander is „dol" op zijden kousen, en is er trotsch op dat de man, die zo weefde, blind werd, zoo fijn was het werk. Zij betaalde ze met 500 guldon per paar! Wat lingerie-ai tikolon aangaat, weet men niet wat daaraan besteed wordt,' voor per soonlijk zoowel als voor huishoudelijk ge bruik. Eén dame betaaldo 1500 gulden voor een tafellaken. Ook aan bloemen geeft men kapitalen uit, en 12 gulden in den winter voor één roos betaald, is in New-York geen zeldzaamheid. Geen won- dor, dat de Amerikaanschc mannen hard moeten werken, en wie zal er don vrou wou een verwijt van maken, als ze onder zulk een behandeling zelfzuchtig worden? Niets is te kostbaar voor haar, en of hot is voor bals, diners, picnics of avond partijen, deze verwende kinderen dor for tuin kunnen vrijelijk omgaan met den al- machtigen dollar, die in Walls treet ver diend is; ten koste van wat, daar wordt n-ooit naar gevraagd. ZELFS JAPAN VERLIEST ZIJN POËZIE. Wie zich verheelden mocht in Japan -mannen of vrouwen te zien, gedost in kleeren van onbekende tinten, geborduurd met lange bloemen, reusachtige draken en fantastische vogels, vergist zich deerlijk. De Japansohe vrouwen kleedea zich in eenvoudige, donkere stoffen van katoen of wol; marineblauw is de lievelingskleur. Opzichtige toiletten worden bewaard voor het tooneel, of alleon gedragen door vrou wen van slecht levensgedrag. Aldus ver haalt Pierre Loti, m&ar dat is al enkele jaren geleden. Maar dit is nu veranderd; do keizerin hoeft een edikt uitgevaardigd, waarbij zij aan haar hofdames beveelt, de Meeding barer Europeesche zusters aan te neanen. Piex-re Loti had destijds liet voorrecht Hare Majesteit te zien in de tuinen >'van haar paleiszij was toen oen ideaal van bekoorlijkheidals een feo gleed zij tnssehon de bloembedden door, die kwistig met droevige herfstbloemen getooid waren; zij zette zich neer onder haar kei zerlijk baldakijn van violet crepon in haar stijf gewaad, dat de kleuren droeg van oen vogelvlerk. Do eens onzichtbare kei zerin is neergedaald uit haar hooge sfeer; zij vertoont zich, zij ontvangt, zij spreekt, zij eet zelfs in liet openbaar al is het ook met do punten barer lipppon. Zij heeft haar prachtige camaels, bezaaid met schit terende blazoen© r, haar breed haaxkapsel, dat haar op een afgodsbeeld deed gelij ken, cn liaar kolossale waaiers afgelegd; zij draagt heur haar op Europeesche wijze gekapt, en laat uit Parijs, Bellijn of Lon den haar japonnen, haar hoeden, cn haar corsotten komen. MELK UIT HET PLANTENRIJK. Er bestaat een boom, die zuivere, drink bare melk oplevert. Hij wordt koe- of melk- boom 'genoemd, en groeit liet best in Caracas in Zuid-Amerika. 'Wanneer men in zijn stam insnijdingen maakt, loopt de melk er uit. Deze melk is kleverig, heeft een aangenamer! geur, en wordt als surro gaat voor koemelk gebruikt; ja, ze wordt zelfs als zeer voedzaam en gezond voor de menschen genoemd. Door zo te laten staan, en door ze te koken, vormt er zich een dunne vlies op, waaronder zich de vetdcolen afscheiden. Deze gebruikt men als boter of maakt er kaas van. Deze hoornen treft men ook aan in do kuststro ken van Venezuela en op Ceylon. HIJ KON WEER VRIJ ADEMHALEN- De heer B., een Fransch edelman, die toevallig een kleine Engelsclie stad be zocht, toen er wedrennen werden gehou den, verhaalt een vermakelijk avontuur, dat hem bij die gelegenheid overkwam. Het was laat, toen hij in het stadje kwam, de hotels waren alle vol, en daar hij elders geen onderbond kon vinden, ver telde liij bet geval'in gebroken Engolseh aan een politie-agent. Deze bracht hem dadelijk door eonige vuile steegjes op eon donkere plaats, waar hij stilhield voor een laag, armoedig huisje, dat er nogal verdacht uitzag. De 'politie-agent opende do deui en liet don vreemdeling in een keuken, waar een oude vrouw gebogen zat over een vuur, waarop een groole ketel stond te koken. Do agent wisselde eenige woorden met de vrouw en vertrok toen weer. De lamp opnemende, boog do vrouw voor don be zoeker en brachthom--vervolgens naar boven, stootte een 'deur open, wees met oen vuilon vinger naar binnen, en toen hij in hot vertrek gegaan was, verwijderde zij zich, 'do lamp' met zich nemende. In de duisternis kon de heer B. ver schillende gedaanten van mannen onder scheiden, die op den grond lagen uitge- sliekt. Niet zonder eenige aarzeling deed hij enkele passen vooruit, om zich oven eens op het harde bed uit te strekken, toon hij [deu loop van" oen pistool zag glinsteren, dat een der mafmen droeg. Wat beteekonde dat? Zou hij leeggeplunderd en vermoord worden? Hij' trachtte voorzich tig terug te gaan," 'maar or was geen licht, cn de deur bovendien ,aan den buitenkant gesloten. Met de hand op den zak, waarin zijn 'portefeuille zich bevond strekte do ongelukkige Fransclmui.tr zich op don grond uil. Maar hij kon niet sla pon.; lederen keer meende hij deli koudon loop van een pistool tegen,zij'n' hoofd te voelen, of een stem 'to hoóren zeggen „Je gold of - jo loven!" Niemand b'owoog zich ovoawcl in dien vreesolijken nacht. Toen ten laatste de dag aanbrak, begonnen zijn slaapkameraden te ontwaken en met elkaar' eén gesprek aan te knoopen. Mijnheer B, ontdekte toen, dat het een aldeeling politie-agenton was, die voor de veiligheid bij de races was overgeko men en hij kon weer vrij ademhalen. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. Negen tomaten, wegende, meer dan twaalf pond, zijn onlangs gesneden dooi den heer Fjred. J. Matthews, te Long Dit- ton. Sommige der tomaten wogen ieder lVa pond, In Duitsclie gevangenissen zijn schaak clubs niets ongewoons. Zij worden aan gemoedigd door hot bestuur der gevan genissen, daar het voor ontwikkelde ge vangenen een gezonde, geestelijke ontspan ning is. Miss Beatrice la Palma, do jonge Fransch-Canadeescho sopraan, zal in Co- vent Garden, onder leiding van mr. Bee- cham, een record slaan door te zingen in vier telen: Fransch, Duitsch. Italiaansch en Engelsch. Ofschoon hij totaal blind is, bezoekt de heer Ilarry Padden, in Manon Park, zonder hulp al zijn huurders, en neemt zelf de huur in ontvangst. Hij is er trotsch op nooit een valscli geldstuk ontvangen te hebben of verkeerd gewisseld. Een vergiftige spin, ongeveer tien centi meters groot, van de soort, die zich voedt door het uitzuigen van vogels, is aan het Guildford'-Muscum aangeboden, door den knecht van een kruidenier, die hot op zijn voorschoot vond. Men denkt, dat ze in oen kist bananen geïmpjorteerd is. Ilonderdvijftig hotels in Kansas City gebruiken een soort van doosje op hun lessenaar', waarin oen ïauwo aardappel wordt geplaatst, en de klerk gewoon is zijn pen in te steken, als hij haar voor het een of ander doel gebruikt heeft. Dc aardappel doet dienst als schoonmaker van de pen, en is tevens een handige plaats 0111 zo te bewaren. lederen ochtend wordt ci een versche aardappel genomen. De boer, in wiens land Moisant, de aëronaut daalde, was eerst boos ea toen blij. Hij bedacht zich, dat de aéroplaan hem goud zou kunnen aanbrengen. Op den eersten Zaterdag bracht de sixpence-entréc. die hij van ieder, die de machine wilde zien, vroeg, hem f840 op, en loon Moi sant weer wegbleef, was de boor, zooals bericht wordt, 7000 gulden rijker. Men zegt, dat de oudste vrouw ter we reld Baba Vasilika is, die in lrct kleine Hongaarsche dorp Pavilsko woont, waar- zij in Mei 1784 geboren word. Zij" is dus nu 126 jaar en stelt nog een moederlijk belang in haar oudsten zoon, dio nu 100 jaar i,s. Ilij werkt nog op het veld, zon dor twijfel voelende, dat bij voordeel moet trekken van zijn jeugd. ANECDOTEN. De buffetjuffrouw: „Uw hond wordt erg vet, mijnheer A.; wat geeft u hem te eten?" 1 Mijnheer A.: „Ik geef hem geen gere geld maal; overal, waar ik kom om wat te drinken, krijgt' hij een beschuitje." Suusje heeft liaar poppen in de keuken laten slingeren. Moeder (ze oprapend)„Suusjö, als jo nu weer jo poppen in, do kouken laat liggen, zal ik jo om je ooron geven, en ze in don aschommer gooien." Handelsman (tot nieuwen klerk)^Waar- is de brief, die op mijn lessenaar lag?" „Klerk: „Ik deed hem op de post, mijn-" heer." Handelsman: „Je deedt hem op de post? Jou idioot. Zag je dan niet, dat er geen adres op was?" Klerk: „Dal zag ik wel, mijnheer, maar- ik dacht, dat u voor mij niet wilde we ten met wie u zaken deedt." Hij: „Gij zijt het eenige meisje, dat ik ooit beminde Zij: „O, dat zegt niets, de vraag is, of ik het eenige meisje ben, dat ge altijd zult beminnen." In een der voorsteden van een groote stad woont een kapper, die op een nieuw denkbeeld gekomen is. Hij vertelt zijn klanten zulke griezelige verhalen, dat hen de haren ten berge rijzon, en op die wijze kan hij ze gemakkelijk knippen. Neef: „Ik heb vannacht gedroomd, oom, dat u mij vijftig gulden cadeau gaf Oom: „Zoo? Nu, die kun je houden" Oude jongejuffrouw (in de tram): „Me vrouw, uw kind verveelt mij met zijn aan- haligheid; houd het als 't u blieft bij u." bloeder (boos)„.Och, hij denkt, dat 11 zijn grootmoed/'i' bent, en daar houdt hij veel aan." Kleine Wim: „Mijnheer \V., mijn zuster Laura zei vanmorgen aan het ontbijt, dat u de mooiste snor hebt, die ze ooit zag." Mijnheer W<.„Je moogt geen dingen ver tellen, die je aan tafel hoort, "Wim!" [Willem„En zus Laura gaf mij een dub beltje, als ik het u vertelde." Een jongmensch, die al meermalen op de hand van rijke jonge dames uit geweest was, maai- altijd afgewezen werd, had men den bijnaam gegeven van boem el trein. Een der jonge dames in een gezelschap, waar ook hij tegenwoordig was, maakte een toespeling op zijn bijnaam. „Maar- juffrouw," zei hij, „veroorloof mij de opmerking, dat er ook stations zijn, waar zelfs een boemeltrein niet op houdt." A.„Mevrouw P. is de dwaaste vrouw die ik ken." B.: „Wat doet ze dan?" A.„Haar echtgenoot won onlangs bij de wedrennen. 600 gulden, en gaf baar de keus er een diamanten broche of een sealskin manteltje voor te koopen. Zij dacht er een week over na, wat ze koo pen zou, en in dien tusschentijcl ging haar man weer naar de wedrennen en verloor alles, tot den laatsten cent." B.„Sant heeft mij vijf en twintig gul den te leen gevraagd en ik weet niet, wat ik antwoorden zal. Zoudt gij zo hom geven?" C.„In jouw plaats deed ik het stellig. Hij noodigdo mij uit, om vanavond met hem te gaan dinecren." Ingenieur: „Zeg eens, elief, er komen voortdurend klachten in, dat die oude, donkerroods waggons altijd zoo stooten; de licht-roode daarentegen niet.'' Stationschef: „Nu, dan moeten we de oude ook maar licht-rood laten verven." De sleepjes der gekleed© toiletten zijn over liet algemeen kort, en worden uit sluitend gedragen door vrouwen van mid delbaren leeftijd, want voor meisjes, en zelfs voor jonge vrouwen, ziet men alleen den voetvrijen rok, wat altijd een jeugdi gen indruk maakt en gelegenheid geeft de keurig geschoeide, kleine voeten to be wonderen. De hoeden, die men te Parijs ziet dra gen, zijn zeer verschillend van vormen grootte. Voor gekleede visites en diners in restaurants worden groote hoeden ge dragen, terwijl bij tailleur-kostuums kleine modellen van fluweel met bontranden het meest in zwang zijn. VOOR KINDEREN. VOOR DAMES. MODE. Iloewel laken, fluweel cn cachemire de stoffen zijn, die elke modiste on kleer maker verwerken, neemt het toch niet weg, daFratiné zich het meest in de gunst dor mode verheugt. In ïatiné maakt men op 't oogenblik verschillende soorten die on der dc namen van zibeline, zibelinnelle, si- bériemie 011 polaine in den handel worden gebracht. Deze stoffen hebben met elkaar gemeen, dat ze bizondei licht zijn cn wntm kleeden. De tailleur-kostuums van deze soort stof vervaardigd, worden door de dames te Parijs gedragen mot oen groot bont, stola van skungs, persianer, caracul, loutre of hermelijn cn groote zakvornrige mof. De stola's of bonten éclrarpeii worden zeer lang gedragen, en het is nog altijd mode één slip van voren en één op den rug te dragen. De rokken zijn nogal nauw; men ziet Parisiennes rondkropen mot rokken van 1.80 M. ondenvijdtej maar men ziet er ook an dér modellen, b.v. voel toniques. De mantels der tailleur-kostuums zijn over 't algemeen kort. De moeste met vier kante revers gemaakt, laten slechts plaats open voor één, hoogstens twee knoopen. Vele stoffen, die voor tailleur-kostuums gebezigd worden, zijn dubbel geweven, zoo dat men op de keerzijde vaak witte stre pen of ruiten ziet, wat ons aan do Engel sche stoffen doet denken. Men ziet veel randen en breede biais dragon; smalle bont- randen worden veel 0111 tuniques gegar neerd; bij avondtoiletten, van dunne weef sels gemaakt, kan men'daardoor een prachtig effect vorkrijgen, terwijl de fijne stoffen door de bontrandjes beter neer hangen. Het „gonre-empire"* is weer 'verdrongen, en inen ziet thans de normale taillclijn met ceintuur. .De kimonomouw is overheor- sch'enddozo reikt slechts tot boven den elboog - en hét kanten ondermouwtje een centimeter of vijf onder den clboóg, zoodat do lange handschoenen onmisbaar zijn, DE VRIJERS VAN PRINSES VONKELSTER. Een Japansch' sprookje. II. (Slot), „Prinses,"1 sprak hij ijdel en zelfbewust, „ik ben koning Goudkever, dc schoonste en rijkste heerscher onder de zon. Mijn allerhoogste ik en mijn schatten leg ik aan uw voeten en ben bound u tot mijn echtgenoot te maken."1 „Breng me vuur, edele majesteit, en ik zal er trotsch op zijn, uw gemalin te mo gen worden,"\ antwoordde dc prinses op sportenden toon. „ÏIct vuur zal er dadelijk zijn,"' bromde de gek hoogmoedig, en vloog weg. Hem was evenwel een bescheiden lampje niet voldoende, zooals de schorskever, hij wilde een geweldige vlam, zooals hij ze aan de pekfakkels gezien had, die bij een feest vóór het keizerlijk slot brandden. Daarheen vloog hij dus, maar vóór hij nog de vlam naderen kon, viel hij, door den rook gestikt, op den grond. Daarna traden twee minnaars tegelijk voor de prinses. Aardige, knappe jongens, in zwart-blamve met goud doorwerkte klee ren. Zij waren jongere zoons uit de groote familie van libellen, een beetje vlinder achtig en lichtzinnig, zonder have of goed, maar moedig en zelfbewust. Ieder deed zijn aanzoek, en ieder kreeg hetzelfde antwoord. Daarop vlogen beiden weg en keerden niet terug. De een ver zengde zich do vleugels aan oen bran dende kaars en werd daarop ah 11 een kip tot voedsel toegeworpen. De andere tracht te vuur uit een brandende pijp te stelen, waarop de rooker hem beetpakte cn dood sloeg. Den volgenden vrijer verging het niet beter. Het was een prachtige bokskever in zwart-zijden pak, mot wit gestippelden kraag en bizonder lange haien op den kop. Toen hij uittrok om het vereischte vuur te halen, verbrandde hij in een houtvuur. Een dikke, vlieg en een mot, die liet daarna waagden, en zich al bizonder ver standig dachten aan te stellen, ging het niet beter. Zoo kreeg ieder van de vijers hetzelfde antwoord en ieder onderging hetzelfde lot. De kevers verbrandden zich aan lichten, lampen en kolenvuren, aan lantaarns, fak kels en kaarsen. In de keukens kwamen zij te dicht bij het fornuis ol stikten in den rook, dio uit de selioorsteenen kwam. Overal waar er vuur brandde, lagen ver schrompelde lijken, en den volgenden mor gen waren er begrafenissen zonder citnl. Dit viel prins llitaro op, die in een an deren lotusvijver van den heerlijken tuin zijn blocmenslot bezat en over liet volk der gloeiwormen regeerde. Hij had zijn beide oudeis verloren, cn was kort geleden zijn vader bij de regeering opgevolgd. Toen hij van de verongelukte vrijers hoorde, besloot hij zelf aanzoek te doen hij de dochter van don naburigen koning. Hij had reeds veel gehoord van haar lieftallig heid en schoonheid. Dadelijk zond hij twee zijner voornaamste hoogwaardigh'eid- bekleeders mot geschenken naar Het licht- keverrijk. Do gaston werden daar hartelijk ontvan gen en rijk onthaald, maar de geschen ken niet aangenomen. De koning hield zich' aan de bepalingen zijner dochter, en liet den jongen vorst verzoeken zijn aanzoek zelf tc herhalen, en door meebrengen van het verlangde vuur hot jawoord van de prinses to verlangen. Den volgenden avond verscheen llitaro met glanzend gevolg, van wie ieder ©en fakkel droeg. De prins straalde in do heer lijkste lichtkleoding en droeg zelf het vuur dat prinses Vonkelster veilangde. Toen zij elkaar zagen, wisten zij, dat ze voor elkaar bestemd waren, en opge wekt nam de bruid de geschenken Min don bruidegom aan. Ook de ouders gaven gaarne hun toestemming cn spoedig daarop werd de bruiloft glanzend gevierd. Daar prinses Vonkelster het eenige kind barer ouders was, werd liaar gemaal door dezen als zoon aangenomen, en zoodoende het rijk der lichlkevors en dat der glooi- wornrpjes voor altijd vercenigd. Het huwelijk van liet jonge paar was zeer gelukkig en zij kregen een aantal zoons on dochters, dio naar het voorbeeld hun ner ouders zicli steeds do deftigste echl- gonooten kozen. Iedere dochter van liot huis cisclit se dert dien tijd, evenals prinses Vonkelster, vuur van haar vrijers,om te toonen, dat zij van dezelfde afkomst zijn. Als dan op „mooie zomeravonden ontelbare insecten om de lichten fladderen, dan zeggen do menschen: „Prinses Yönkclster heeft weer veel vrijere,") J h l S - 1 I I .iff i 1 1 1 R} t i 5 *1 Y

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 11