03'" Jaargang Zondag 13 November 1910 Ho. 13457 Derde Blad. SNOBS. Broer Grijs. ERANSCIIE BRIEFEN. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dage] ijk s, met uitzondering van Zon-cn Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen ft. 1.25 franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam cn VIaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor hel eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). -,fj isso Ploerten vertaalt de een, aanstellers do ander. Geen van beiden heeft heele-maal gelijk. Vandaar dat wij het Engelsche woord houden, nu wij naar aanleiding van een betoog van een Engelsch schrij ver een enkel woord over deze bekende typen hebben te zeggen. „Bekende typen 1" hooren wij onzen. En- gelschcn zegsman al zeggen: „Gekheid, meneer. U, schrijver van dit artikel, bent een snob. En gij, lezers van dit arti kel... maar wij willen, de boodschap niet zoo "ongezouten ojvorbrengen en die lie- jver gieten in de uitnoodiging van een oude Nederlandsclie schrijfster, dat den eersten steen op de snobs werpe, wio zonder zonde is. Onzo Engeischman meent namelijk, dat niemand zonder zonde is. Laatstelijk bijv. heefl «nen zich in Duitschland ten zeerste opgewonden over do aanstellerij, die was voorgekomen hij de Caruso-voorstellingen in' de Berlijnsche Duitsche Opera en bij "tie reis van den. Duitschen kroonprins en zijn gemalin naar Indië. Bij die Caruso-voorstellingen zijn inder daad belachelijke prijzen gegeven. Er zijn, families geweest, die in hun particuliere leven liever trappenschuren dan niuziek- makon hooren, welke een burger-mans in komen betaald bobben om drie uur één avond Caruso to Jiooren. Zij hebben dat gedaan niet om te hooren, maar om ge hoord te hebben, niet om te zien,maar om gezien te zijn. Intussëhen zoo gaat ginds het be toog deze families hebben in elk ge val nog den .schijn weten te bewaren. Men kon nog gekxwen, dat zij plotseling zóó verzot waren geworden op muziek, dat de werkelijk ougewoon-mooic stem van den ltaliaanschon tenor hen verleid heeft een prijs te betalen, die voor gewone mcnschen fabelachtig hoog schijnt. Men kan in elk geval niet bewijzen, dat zij niet geluisterd en niet genoten hebben. Anders is het zoo betoogen de Duit sche bladen met die Amerikanen, die 30,000 Mark hebben geboden voor drie plaatsen op de boot, die den Duitschen kroonprins en zijn gemalin naar Engelsch- Indië brengt. Deze mcnschen kunnonniets anders voor hun geld krijgen dan do we tenschap, dal op hetzelfde schip deze hooggeplaatste mensclren zijn, welke zij van tijd tot tijd eens uit do verte zullen mogen bekijken. 'Kunstgenot is er niet, in Indië hadden 'deze mcnschen niets tema ken, zij gaven dat geld dus absoluut al leen uit om naderhand aan kennissen te kunnen vertellen, dal zij op dezelfde boot waren- geweest als die hooggeplaatste per sonen. Inderdaad, het is verbazend kras. En het is niet te ontkennen, dat het woord poenige aanstellerij, dat ongeveer op deze eigenschap past, bier volkomen op zijn plaats is. liet is ook goed, dut men ver ontwaardiging gevoell bij een dergelijke blootlegging van menscbolijke zwakheden. Doch als men deze ergerlijke dingen be hoorlijk naar waarde heeft gesehal, dan wordt liet toch ook tijd, dat men zich zelf eens afvraagt of nu niets van deze eigenschappen liet deel is van hclgroote publiek. „Zeker" zou onzo Engelsche vriend zeggen „gij geeft niet 1000 mark voor drie schouwbm-ghiljelten tv gij geeft geen 30,000 mark voor drie bootplaatsen, om dat gij in den regel niet zóó gefortuneerd ziji, dat gij zoo iels kunt doen. Doch als do familie, die zich moet bekrimpen om een auto te houden, welke zij - eigenlijk niet betalen kan, als de familie, die zo mers tiaar het buitenland gaat en dat eigenlijk ook niet kan betalen, als die families toch tuffen en toch in D-tieinen stappen, is dan hun jioenige aanstellerij minder dan die van de Caruso-mensohen en de kroonprins-naloopers, die veel duurdere dingen wel betalen kunnen? Neen immers, want al zijn er enkele weinige mcnschen, die tuffen voor hun zaken, en enkele meerdere, die reizen voor bun pleizier, hoe oneindig veel grooter is het aantal van hen, die tuffen om getuft te, hebben, die reizen om er geweest te zijn. Tloevelcn zouden nog tuffen, nog" grooto reizen maken, indien bun kennissen daar van niets konden vernemen? En het keu kenmeisje, dat Y;j of Va van haar inkomen besteedt aan hoeden, mantels en uitgaans- japonnen, heeft dat het recht met zoo- voel verachting op die Berlijnsche en In dische snobs neer te zien? - 0 zeker. Wij begrijpen de fout van hel meisje zoo opperbest, wij ergeren er ons niut aan. Zij wil ook wel eens „dame" zijn en als zij nu goedvindt dat te doen van haai- eigen geld, zouden wij voor zichtig willeu zjjn met onze aanmerkingen.' Bovendien zij kan vaak verzachtende omstandigheden pleiten in haar gemis aan degelijke opvoeding, in haar jeugd cn ge ringe kennis van de wereld. Maar toch is er werkelijk eenig diep gaand verschil tusschen de mcnschen, die 30.000 mark en 1000 mark voor plaats- kaarten heialen, en de mcnschen met do tuf, de Zwitscrschc reis en de hoed met voeren Neen immeis de Engeischman heeft gelijk. Wie zonder snobisme is, werpe den eersten steen. En het verschil tusschen do snobs en de andere mcnschen is vooral dit, dal eerstgenoomden spiegeldragers zijn van do fouten der anderen, dat zij de zondebokken zijn dio de woestijn ingejaagd worden, terwijl wij rustig in deze Nedor- landsche oasè blijven zitten, omdat wij ook in onze poenige aanstellerij eenige matiging betrachten. Doch nu gaal. onze Engelsche vriend oveidrijven. Nu wordt hij prijzor van oude tijden. Eerst roepl liij ons allen toe, dat Zo hadden den geluiden morgen niets amiers gedaan dan gekniesd. Gijs had do verkleumde vingers bij het oude smeulende keukenfornuis Dachten te verwarmen, en do vierjarige Cobus slaardo door de be vroren, glasruit naar buiten cn liet nu en dan zijn kleine tongetje tegen bel glas komen en trok hcL dali smakkend terug. „Kom, Cobus, hou je Long binnen, net zoo lang tot je tong aan do ruil vastvriest en dan moet moeder hem met kokend wa ter losmaken." Cobus keek vragend, lachend zijn groo- len broer Gijs was negen jaar aan, schudde zijn blonde krullen naar achter, deed een oud, vuil, rood mutsje op en zotte zijn kraag in do hoogte. „Ga jo mee naai! huiten, Gijs, een glij baantje maken bij' den vijver? Ik heb ge zien, er is daar oen heelo langeik denk wel vijftig meter!" „Loop heen, domme, malle jongen." zei Gijs. e laat jo ook alles maar wijs ma ken. Vijftig moter! Jk denk. dat je niet eens weet hoe lang ecu meier is." Cobus zetlo zijn handjes in de zij en keek zijn grooten broer aan. liet achtjarig zusje Trui was druk in de weer, den. ouden, kalen, vermolmden keukenvloer schoon le maken. wij, zoo niet alles, dan toch allen, met uitzondering van het „aanwezige gezel schap" gelijk het in het Engelsch heet min of meer lijden aan de kwaal van alleilei te doen om in andrer oogen groot, rijk, voornaam, bereisd, mooi, knap, elc- ga.iil te schijnen. De dragois van man chetten krijgen te hooren, dat zij rijker willen schijnen dan zij zijn, omdat zij wil len doen alsof zij eiken dag nieuw-gkm- zende onderklccding aantrekken, terwijl zij inderdaad niets dan oen smal lapje geste ven linnen het stuk dat iedereen ziet veranderen. De draagsters van het veel gewraakte coiset komen er niet beter al. Kortom ook de eenvoudigste dragers van de eenvoudigste kleodiugslukkeu krij gen het verwijl te hooren, dat zij maar dan misschien niet opzettelijk meedoen in do algemcone uitingen van poenigheid. En in bijna elke levensuiting wijst deze onbarmhartige criticus het poenige ileol aan. En als hij ons dan zoo in de koude gezet heelt en do moderne publiciteit, de couranten vooral (maar dan de Engelsche couranten met haar mondaine berichten), de schuld gegeven heeft van deze in on gelooflijke afmetingen aangroeiende poenig heid, dan ineens koert hij terug tot een tijd van GO, 70 jaar her, waarin de snobs zich nog duidelijk afteekenden tegen een achtergrond van gewone mcnschen, waar in dus een klassiek boek als het,,boek dei- poenen" is kunnen geschreven worden. Ons dunkt, dit is erge en ergerlijke over drijving. Poenigheid is wel steeds van alle tijden geweest. En wij vleien ons mot do hoop, dat alleen daarom in onzen tijd daarover meer gesproken, daarop meerde aandacht wordt gevestigd, omdat wij een heilzame neiging hebben, allerlei dingen bij hun waren naam te noemen, wat in vroegeie tijden niet altijd in dezelfde mate gewoonte was. In zoover begroeten wij de berichten over de Caruso-voorstellingen en dekroon- prins-naiooperij met voldoening. „Kom jongens, gaat nu naar bui teil. .Te loopt me hier maar in den weg, ik kan niet opschieten, cn als moeder komt moet ik klaar wozen. Cobus, zet je mutsje wat recht, jo lijkt net zoo'n klein, dronken mannetje." „Meissie, waar bemoei je je mee, dat zijn mijn zaken," zei hij, zija grooten broer meetrekkend. Eenmaal buiten gekomen stapten ze er lustig op los cn babbelden druk. „Zeg, broer, zou 't ijs sterk" zijn?" „Sterk? er kan wel een paard en wa gen over been rijden „Heeft moeder nog gezegd, dat we niet' op 't ijs mochten?" „Nee, ja, nee," antwoordde Gijs, blijk baar in gedachten verzonken. „Moeder heeft 't zeker niet geweten van het paard," „Wolk paard?" „Met don wagen, zei jo immers?" Gijs vond hot niet noodig er verder op in te gaan. ,,'k Zou wel is even mijn voet. op 't ijs willen zeilen, één voet maar. 'I Moet mooier zijn dan op een glijbaantje. DT zijn enkel maar kleine jongens op liet glijbaantje, 'k "Wou, dat ik ook een groote jongen was, net als jij, broer." „Waarom wou je dat zoo graag?" vroeg Gijs, die zijn verkleumde handen legen den niond drukte, en met de voeten stamp tel „Omdat jij weet, wat ijs is..." PAKIJS, 5 Nov. 1910. „Yoyez mos main.-, pas une gontte de sang!" Eu de redenaar stickie, bot bovenlijf etnigs/.ms aohtoiovor geleund, zijn armen uit en loonde do palmen zij nor handen, wit als zijn gelaat. Hij bleef in die houding eenige oogenblikken staan. Op dat moment leek hij eon tooneelheld. Waarschijnlijk lag het niet in zijn bedivlmg dien indruk tc woog te In ongeil on trachtte hij, te goeder trouw, de oproerige elementen der hooge vergade ring lot dc overtuiging te brengen, dat hij al bet mogelijke in het werk gesteld had om tijdens de spoorwegstaking hot gezag te lm ml luit en zonder dat den stakers liet minste lichamelijk leed berokkend werd. Maar zoo wel de liecldöjTiiink als de loon waarop zij geuit werd waien ton hoogste theatraal. Brinnd wist echter, dat in gewichtige of angstige om-I mdigliedon oen looneclnuitig Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan liet Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. Het rondo gezichijc van Cobus was vuur rood van de kou. Zijn vragende, blauwe oogjes traanden en zijn blonde krullen speelden hem om do ooren. Hel kostte hem moeite, zijn broer bij lo houden. Hij babbelde niet meer, maar draafde buiten adem achter zijn broer aan. „Gijs „.Ta, wat is 'l?" „Daar is de glijbaan. Wat zeg je d'r van, is 't geen lange?" „Welnee, jongen, je ben een domoor. Vijftig meter! Zo is nog geen vijf meter lang." Cobus' gelaat toekende teleurstelling. Hij trok zijn schoudertjes omhoog en koerde zich af, alsof hij zeggen wilde: „VSchijnt je nog niet eens mee te vallen." Gijs bleef nog even staan, kijken en zag hoe broer Cobus een langen stok beei- vatte en met vijf nadere gastjes begon lo glijden. Toon liep hij voort, nu en dan om zienldo naar 't kleine broertje, dal nog in de verte duidelijk te herkennen was aan bot roode mutsje met den verscholen pluim Eon paar uur lang „spoelde" Cobus glij baantje, totdat hot hem (en laatste begon le vervelen cn hij zich bij de toeschou wers schaarde. Plotseling dacht hij aan Gijs. Verward koek hij om zich heen. opimteli in zijn land nog altijd tolde dingen behoort die het mce-t welken op een collec- liuteit. hetzij Int een straatpubliek dan wel een groole besloten vergadering geldt. Onge twijfeld hebben bovenaangehaalde weerden en de wijze, Waarop niüte.-pi-oken wer den, dan ook voor een goed deel medegewerkt tot zijn politieke overwinning. Men moge in de Kran.-elie Republiek nog zulk een be kwaam en krachtig staatsman wezen en in kritieke tijden nog zulke dooisteunde bewij zen win geschiktheid gegeven hebben voor een Parleinenl, dal door een bende vijan dige politici -laat meegesleept le worden zegt dat weinig, indien men niet, wanneer liet noodig is, over voldoende ihetorisclie talenten beschikt. Hel gesproken woord, verliet ca en zelfs gezwollen van vorm, en de daarbij passende voordracht, -pelen hier nog llijd de hoofdrol en schijnen soms toover- inuelit uit te oefenen. Ieder was het er over eens dat Frankrijk'-* eer-te minister bij de jongste spoorwegsta king zoo takt- en beleidvol mogelijk was op- gv-lrcdeii. Dit belette njet, dat heden voor ecu week, loon de linkerzijde zich erger aangesteld had dan men verwachten kan van wilden, toen ze onder het uitbrengen an de ergste scheldwoorden en bijna tot' handtastelijkheden overgaande, don Minister' oer: half uur lang het spreken onmogelijk gemaakt had en hel den voorzitter Bris&on onmogelijk goblekonx was de orde in de wet gevende vergadering ie herstellen dat toen, tegen alle recht en billijkheid in, dc toestand van Briand als regoering.-hoofd zeer onzeker en hachelijk was geworden. 1 tnd hij Zondags, des anderen daag», door zijn woord alleen niet do gi-oote massa tier volksvertegenwoordigers voor zieli welen te sttmmon, dan waren tal van vroegere aan hangers hem afgevallen en zou de toeleg fier socialisten gelukt en het Ministerie in de minderheid geweest zijn. Ten slotte is het dus Briand. de mlemiar en niet Briand, dc staatsman geweest, die de overwinning behaald heeft. Zekere woorden en uitlatingen kunnen, zonder dat er acht geslagen wordt op de daden van den spreker, diens heil, maar ook zijn verderf ton gevolge hebben. Van het Inat-le wordt een voorbeeld geleverd door den zin. dien hij Zaterdag uitgesproken had en die bet sein gegeven had tot het tumult. Al» lie.t vaderland in gevaar was", zoo heeft hij met andere woorden gezegd, „zou ik er zelfs niet voor tei'ugdeinzi a tot onwettige maatregelen mijn toevlucht te nemen." Zon der twijfel was de bedoeling van den staats man te verdedigen, doch on hel oogenhlik dat de zin over de lippen van den redenaar gekomen was, had dez.c laatste hij heeft het zelf erkend geen gelegenheid haar te verduidelijken, te, ontwikkelen en er do ge wilde conclusie uit tc trekken. Terstond mankten 's spreker's persoon lijke vijanden zich van de uitdrukking mees ter om het kabaal tc doen losbarsten en voegden zij. die em bijzondere redenen reeds lang in stilte zijn val gevvenselit hadden, zich bij de muiters om gemeenschappelijk het gewoiisclile resultaat te bereiken. Ook hier „Gijs, broer (lijs, waar ben je?" Zijn kleine, rondo beentjes waren stijf geworden en hij had moeite voort toko- men op den hardbovroren groiul. 't Was ijzig koud een dikke mist dreigde, 't Werd Cobus angstig te moede. Geen bekend gezicht om zich heen geen vriendelijke, warme hand, die hem huis waarts voerde, en geen Gijs, overal waar hij lieen zag Heel in de verte zag hij een dichten drom mcnschen Als door inslincl wist hij, dat daar Gijs moest zijn. Broer Gijs! Hij zou hem zoeken Den paar maal struikelde hij; hij ver loor zijn. muts, maar felle- er niet op. - „Gijs! Gijsl broer Gijsl" Hij kon uvet. zien, wat er gebeurd was hij zag alleen, dal. de menschemnassa aangroeide tot een dichten klomp, die zich langzaam verplaatste, voetje voor roetje, Gijs was Nergens te zien. Z'eker al naar huis of mot een buur jongen verder gegaan. Hij stak zijn vingers in den mond cn zoog zte beurt om beurt warm. llij hoord'e de mensclicn om zich heen, vóór h'em, achter hom, naast hem praten, maar hij luisterde er niet naar; hij was v'eel te koud. ■D'e mcnscheiimassa schoot voort en Co bus m'et haar. - Nu waden ze dicht bij de kerk en was dus een enkele uitdrukking bijna de oor zaak. althans de aanleiding geworden van den val van een ministerie en bijgevolg van een uii/.taing mui Frankrijk'," staatkunde. Gel-!f a wooideu in veel gevallen meer dan daden, zoo mag van den anderen kant aan sommige woorden, die bij politieke debatten uitge.-piokeii worden, niet al te veel gewicht gehecht worden-. Wanneer men afging op al d-- fraaie qualification, waarvan Briand in den lant.-ten tijd hel voorwerp geweest is van de zijde dor .-oeialistcn, zou men dezen als het lnfhariig-rc individu hehooren to be schouwen, dat ooit in een ministerie of par lement gezeten heeft, liet behoeft echter geen betoog dat do scheldende politici niet anders t<- werk gaan, dan op elkaar gebeten viscli- vrouwen of koetsiers. Briand weel dat ook ou weet onder den stoitvloed van bedreigin gen en uitjouwingen een bewonderenswaar dige kalmte te bewaren. Waar hij evenwel, om zijn houding te verdedigen, verzekert -oei,ilist gebleven te zijn, en zich slechts voor zijn togenwordige functie pasklaar gemaakt te ln-bben („vous voyez en moi un liomme, adnpte ii sa fonction", zoo luidden zijn woorden) dan mag men ook daaraan geen te vast geloof slaan. Frankrijk's eerste minis ter, die, niet langer dan vijftien jaar gele den. de revolutionaire staking predikte, is than» wel degelijk van top tot toen veran- dcul. Dat kan iron wens met anders en al leen zij. die niets liever wcnschcn dan in zijn (tegenwoordige) plaats te zijn, duiden hem dit teil kwade en krijten hem voor een ver rader uit. liet komt er slechts op aan of hij, die van opinie veranderde, te goeder trouw is cn dat moet verondersteld, ziet men hem aan het weik als eer-ten minister. Bovendien heeft hij meer dan eens, sinds zijn evolutie, bew- zen een eerlijk man en staatsman te zijn. Een klein staaltje, dat mi—ehien nier van algemc-ene bekendheid is. Toen de wet, die dc scheiding van Kerk en Staat regelde, ten uitvoer gelegd moest worden, kreeg ook Briand in zijn hoedanigheid van advocaat, tal van processen te bepleiten, die do liqui- daieurce der geestelijke goederen tegen de v loegere bezitters te voeren hadden. Of schoon hij zonder fortuin is en bedoelde gedingen honderdduizenden aan honora rium beloofden op to leveren, heeft Briand al dc dossiers, welke hem toegezonden wa ren, teruggezonden, met de vermelding, dat hij geen voordeel vensciite te trekken uit. een wet, die hij zelf gemaakt had. Zijn col lega Viviani, ofschoon niet in dezelfde om- si andiglicden, die ook dergelijke dossiers ont vangen had, toonde wel ooren naar de roep stem der liquidateurs. Op raad van Briand besloot evenwel ook liij als parlementslid, die de wet mede had helpen tot stand brengen, geen opdrachten van dien aard te aanvaar den. Voorwaar oen belangeloosheid, die men van Fransehe politici niet gewend is. Hot blijft derhalve een feit, dat men, om bij gewichtige aangelegenheden in liet oog vullende personen tc beoordeelen, op de hoogte behoort tc zijn, van de bijzondere (e- \onsonistandigheden en de „dessous" Van hun bestaan. Vandaar dat het zoo moeilijk zou hij d'en wc*g naaij huis vel vindon. D-'e menschemnassa bewoog, zich in de richting van Wet, huis, waar hij woonde op d'e derde verdieping, achter. Plotseling scheen men hem op te.merken. D'e zwarte smidsgezel, die den betelen w'eg haast hem had goloopen, werd door een dikke vrouw opzij geschoven, en Co bus votalde zich door een paar grove armen opheffen. „Cobus! Colms! arm ventje, en nou,mot je alleen naar huis, stakker, arme, kleine p'euterl" Cobus Wegroep er niets van. Dte mcnschen om hem lieen keken hem aan. Hij trok een lipje. Hij zou dat oogen hlik niets liever gedaan hebben' dan dio groote, dikke buurvrouw ecu klap om do ooren geven, en haar noodzaken hem neer to zetten. - Hij behoefde toch niet gedragen to worden i „Ach, hemel, do stumper. Is dat zijn broertje?" „Ta, de jongste van een drietal." ,,'t Is een bezoeking voor 't.arme menscb. Verleden jaar d'r man verloren, van een stelling gevallen, cn dood, sebiot dood." Plotseling, bij 't woord „dood", zag Co bus de buurvrouw aan. „Heb je Gijs gezien, broer Gijs, buur vrouw?" „Ach, hemel, de stumperd. Hij weet d'r nog niks niet van."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 9