u.;1" laargang Woensdag 4 Januari 1911. 135uO Het Boek van Paracelsus. m BUITENLAND. BINNENLAND. ;.w' w i/W&r n. Colijn. V Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en VIaardingen fl. 1.25 franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zy, innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents peradvertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 108. Schiedam, 3 Jan. 1911. BELGIE. Ter gelegenheid van de gebruikelijke Nieuwjaarsreceptie ten liove heeft koning Albert een toespraak gehouden, waaruit dui delijk blijkt dat hij liet werk van wijlen ko ning Leopold in de Kongo wil voortzetten. De koning verklaarde, dat hij de janrlijk- sche som, welke hem, krachtens liet afstands verdrag van den Kongo aan België, toekomt, wenscht te besteden voor de verkenning en de exploitatie van het Kongo-gcbied en het doen verrichten van werken in het belang der hygiëne. Ook zal de koning zorgen voor snellere verbindingen tussclien de verschil lende aan de rivier gelogen posten en tot dat doel een modebschip laten bouwen. Ook de invoering der draadlooze telegrafie mag spoe dig in den Kongo verwacht worden. Mede hebben de aandacht getrokken de woorden, welke de koning aan den taalstrijd wijdde, en waardoor liij een „vadcrlaiidsch beroep", gelijk het „Handelsblad van Ant werpen" het noemt, op het volk heeft ge daan. „Het blijkt wel, aldus zei de hij, dat het eerlang tot de taalkwestie zal komen. Ik zou, mijne heoren, een ware droefheid ondervinden, ndien ik de twee gedeelten onzer bevolking, beide zoo wakker en beide zoo waardig van sympathie, tusschen elkan der misverstand en bronnen van tweedracht moest zien graven. Laat ons vreezen het blijvend misnoegen dat op al te levendige besprekingen volgt, zoo tusschen volkeren als tusschen eenlin gen zulk misnoegen wordt moeilijk uitgc- wischt. Werken wij van heden af aan de Voorbe reiding van oplossingen die op rechtmatige wijze rekening houden van de betrachtingen, behoeften en belangen der twee deelen van de natie. In een vrij land mogen de eisclien in volle onafhankelijkheid worden vooruit gezet. Mam- het is wijs, de uitdrukking dezer cischeti te houden binnen de grenzen), die de welbegrc- pen gehechtheid aan onze nationaliteit op leggen. De omstandigheden hebben onlangs ge toond, dat Vlaanderen en Wallonië eensge zind zijn, om ieder aan, België een keur bende van kunstenaars en letterkundigen te verschaffen. Vereenigd in een gemeenschappelijke glo rie moeten zij verecnigd blijven in de ont wikkeling en do cultuur hunner aangeboren koedanigheden." Deze redevoering, zegt hot Antwcrpsehc- blnd, zal ongetwijfeld in geheel het land denzelfden diepen indruk maken, als zij hot op de aanwezigen deed. En er is geen Vla ming die den raad des Ironings niet zal toe juichen, waar hij aan den Senaat vraagt op lossingen voor te bereiden, die reohtmalig rekening houden van de betrachtingen, be hoeften en belangen der twee deelen van de natie. GEMENGDE MEDEDEELINGEN. Spanje en Marokko. De Spaansche regeering heeft van haar gezant te Tanger bericht ontvangen, dat sultan Moelay Hafid de Spaansch-Marok- kaansche overeenkomst ten volle heeft be krachtigd en aan El Mokri volmacht heeft gegeven voor de onderteekening, die te Parijs zal geschieden. P or tu g al. De minister van buitenlandsche zaken ontvangt voortdurend buitenlandsche jour nalisten en laat niet na hun zijn mis noegen te kennen te geven over de vai- sche geruchten, die uitsluitend verspreid worden met het doel, het vuur in Portugal weder aan te stoken. De „Times" verneemt uit Lissabon, dat de minister van financiën aan de koningin weduwe Maria—Pi,i, die thans in Italië verblijf houdt, een maandelijksche toelage van 10.000 fres. heeft toegekend. En zulks tot het tijdstip toe, waarop de nationale vergadering omtrent da ex-koningin een definitief besluit zal hebben genomen. Naar men weet, heeft de oude koningin MariaPia, haar gcheele leven door, met groote financieele moeilijkheden te kampen gehad gevolg van het iiiet willen zet ten van de tering naar de nering. ten van elf oorlogsschepen worden o. a. ver volgd wegens knoeierijen met leveranties. Eeaigen dezer heoren, die aan den drank zijn en zwaar in de schuld zitten, sloegen op rijkskosten groote hoeveelheden suiker in, verkochten die weer aan Chincezen en sta ken op die manier 120,000 gulden in hun zak, Een commandant van een transport schip, heeft 900G gulden onder zich gehou den, die voor een expeditie in Kamsjatka bestemd waren. Hij had bovendien herhaal delijk order ontvangen, zijn post te veriaten en deze aan een jongeren collega over te dra gen, maar bleef eenvoudig waar hij was. Het thans geëindigde onderzoek naar de misbruiken op den Siberisclien spoorweg za) ongetwijfeld ook heel wat bederf aan liet licht brengen. Niet minder dan n e g e n t i g-d u i- z e n d klachten over omkooping zijn bij Glisjtsjinski, den senator, die het onder zoek leidt, ingekomen. lil de Finsche hoofdstad hebben de zetteis in alle drukkerijen der leden van den Bond van Drukkerspatroons, het werk gestaakt. De bladen verschijnen desniettegenstaande geregeldhet zetten geschiedt nl. zoo goed en zoo kwaad als liet gaat, door mannen en vrouwen uit de ontwikkelde kringen van de stad. Naar het Dullsch van FRIEDRICII JACOBSEN. 7) „Goeden avond, Kranich,," zei hij. „Weet je hoe ccn baron er uit ziet, oude republi kein?" Justus zat met den rug naar den binnen tredende. Hij kon in den grooten spiegel de gestalte van Max en dit-na vroolijk gelaat zien. Hij wees naar dien spiegel en zei: „Ik denk, zóó ongeveer." „Geraden. Voor jou is alles schijn en bo drog, maar ik heb ditmaal iets concreets en iets zeer goeds te pakken. Ik heb vier we ken vacantie de hoofdredacteur was nog al schappelijk." „Gefiliciteerd. Was do oude taai?" „Als lijm. Ilij wilde zijn slaaf, die de sen- satieberichton schrijft, niet zoo maar los laten. Wij hebben -wedr een moordproces in 't zicht. Maar ik zei, dat ik overspannen was en dat mijn zenuwen rust zeer noodig hadden." „Wat weet jij van zenuwen, GroteEn waar wou je heen een reisje?" „Naar Parijs." „Kom aan!" zei Kranich droog. „Daar zul je het vooreerst wel niet erg rustig heb ben." De jonge journalist keek nadenkend voor zich, zweeg even en zei, terwijl hij zich aan de theetafel zette: Italië. Uil Rome wordt aan de te Parijs ver schijnende „Libeitó" de korte inhoud ge seind van den brief, dien de Paus heeft gericht aan de Oostersche patriarchen van Alexandrië, Antiochië, Babylonië en Ci- lic'ë. De Paus maant daarin de Oostersche kerken aan tot eenheid en "eensgezindheid in het geloof en spreekt don ivensch uit, dat deze kerken binnen niet te huigen lijd in den schoot der Roomscho kerk zullen terugkecren. De paus herinnert aan den brief van Leo NIH, uit het jaar 1894, waarin hij zich zoo vaderlijk uitliet over de Oostersche kerken. Tevens zegt do Paus, dat het onderscheid in de riten geen bezwaar behoeft te zijn voor de aan eensluiting der kerken tegenover liet pro tcstantisme en rationalisme, die met den dag veld winnen en ten slotte verklaart hij. dat de Roomsche kerk bereid is tot ccn overeenkomst omtrent punten, die het dog ma niet raken. Rusland. Uil liet land der corruptie komen cenigc nieuwe staaltjes. Te Wladiwo-tok zijn een aantal actief dienende zeeofficieren in staat van besehuldiging gesteld. De commandan- B u 1 g a r ij e. Zaterdag hebben de debatten in de Sobranja over de in beschuldigingstclling van liet vorige ministcrie-Stamboelof tot laat in den nacht geduurd. De meeste tijd werd ingenomen door de verdedigingsrede van don olid-minister Genadief, die acht uren achtereen aan het woord bleef. Zijn betoog maakte op de afgevaardigden zulk een diepen indruk, dat zijn tegenstanders de grootste moeite hadden, om den door hem gewekten indruk te verzwakken, zoo dat zij zelfs hunne toevlucht namen tot het uitoefenen van. morcele pressie op hun weifelende medeleden. opstandelingen, die geweigerd hadden doGr hen te Kerak gereefde voorwerpen af te geven, IS rebellen werden gedood. Hofberichten. H. M. de Koningin zal morgenochtend ten 9Va uur den lieer Colijn, nieuwbe noemd Minister van Oorlog, ter beëedi- ging ontvangen. II. M. de Koningin-Moeder ontving gis teravond ter audiëntie don gezant van Noord-Amerika, en mevrouw Beaupic, en den Italiaanschen gezant met mevrouw de Hertogin de Calvello. H. M. de Koningin heeft aan het mid dagmaal heden ten llove, genoodigd: me vrouw de douairière de Beaufort, groot meesteres van het Huis van H. M. de Koningin-Moeder; baron van Pallandi Neerijnen, opper-ceremoniemcester; jhr Van Woede van Berencarnp, Hr. Ms. ge zant to Weenen en mevrouw; jhr. v. Geen, kamerheer, particulier secretaris van II. M. en 'mevrouw; Graaf van Limburg Stiruni, kamerheer van II. M. do Koningin-Moedei en mevrouw;; len luitenant jhr. Van Rei gersberg Vcrsluijs, ordonnancc-officier van H. M. en mevrouw. Corps diplomatique. De gezant van Columbia bij ons Ilof, de heer Gutierrez Ponce, is te 's-Gravenhage in Hotel des Indes aangekomen. Minister van oorlog. Bij Koninklijk besluit van 2 Januari 4911 no. 1 is, met ingang van 4 Januari 1911 lo. op zijn verzoek, een eervol ontslag verleend aan den genernal-majoor W, Gooi, als minister van oorlog, met dankbetuiging voor de veie en gewichtige diensten door hem aan de Koningin en aan den lande be wezen 2o. benoemd tot minister van oorlog, II. Colijn, lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal. (»Stct." „Misschien heb je gelijk. Als men heel wat zien wil, dan zijn vier weken spoedig voorbij. Daarbij komt dat ik eerst overmor gen weg zal kunnen gaan. Ga moe op reis, Kranich 1" „Er moet toch 66n hier blijven om op hot huis te passen andei's nestelen misdadi gers en boeven zieli in ons paradijs. Zij bo neden zijn er ook al van door.'* Grote dronk zijn thee. „De jonge vrouw zal dat wel bewerkt hebben zij wilde er zeker eens uit. De professor heeft aan uitgaan zeker geen be hoefte, want die zit den ganscli.cn dag over zijn oude boeken gebogen. Jij weet allerlei bijzonderheden van menschen en dingen, Kranich. Zeg mij toch eens hoe is dat zeld zame paar tocii eigenlijk aan elkaar geko men? Professor Titus kon eigenlijk best de vader van zijn viouw zijn ze verschil len nog al wat in jaren „Och, die zaak is tamelijk eenvoudig. De professor werkte aan een wetenschappelijk bock en had een stenografe noodig. Zij werkten dagelijks samen en kwamen zoo wat nader tot elkaar 'en ten slotte zijn zc ge trouwd. Een huwelijk, dat niet beter on niet slechter is dan andere huwelijken." „Dat wil dus zeggeneen contract om samen te leven." „Van zijn zijde niet, jou scepticus. Profes sor Titus houdt van zijn vrouween beetje vaderlijk, maar hij heeft haar tocli lief. Maar de vrouw „Heeft hem genomen om uit de zorgen te zijn?" „Wie zal dat uitmaken vrouwen zijn T u r k ij c. Een pijnlijk opzien hebben gehaard de Za- tcidtig door den afgevaardigde Loefti Fakfi bey in de Kamer geuite klachten, dat de jiolitieke gevangenen aan folteringen worden onderwin pen. Hij gaf o. a. een uitvoering beschrijving van de folteringen, die men de leden van het „geheime genootschap" had doen onder gaan. Als stukken van overtuiging ver toonde hij een zweep, een met bloed bevlek ten stok en een nagel, die aan een der ge vangenen was uitgerukt. Ilij deed tenslotte hel voorstel een parlementaire, enquête in te stellen. - Uit het antwoord van den grootvizier ann den interpeüant viel af te leiden, dat de rnsoering niet luister gesteld was on een enquête en het desbetreffende voorstel werd dan ook verwoqien. Uit Konstantinopol wordt geseind, dat in een gevecht tusschen Turksche troepen cn Consulaire dienst, Bij Kon. besl. is aan A. W. Gillingham, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van consulair-agertl der Ne derlanden te Taihokn (Formosa). De waarneming van het consulnir-agent- schap is opgedragen aan den heer H T. Hunne, aan wien in het Engelsch geschreven moet worden. Bij Kon. besl. is de heer T. Bieiner be noemd tot vice consul der Nede» landen te Manilla, buiten bezwaar van 'slaruls schat kist. Aan den heer Bremer kan in het Neder- landsch geschreven worden. Onze Marine. Blijkens by liet departement van marine ontvangen bericht is Hr. Ms pantser dekschip sNooulbrabant", onder bevel van den kapi tein ter zee H. T. Hoven, 2 deer te Colombo aangekomen. (»Si.ct. Onze Ministers De minister van landbouw, nijverheid en handt 1 is gisteren voor korten tijd met ver lof naar het buitenland vertrokken. Personalia. De ook in het buitenland, vooral in Frankrijk en Engeland, bekende etser cn leekenaar jhr. mr, C. N. Storm van 's-Gia- vesande, te 's-Gravenhage, hoopt op 21, Januari a.s. zijn zeventigsten verjaardag te vieren. ondoorgrondelijk. En deze vrouw met haar raadselachtige oogen „Die oogen hebben mijn broeder bctoo- verd," zei Max lachend. „Misschien ons ook, beste kerel. Maar de kunstenaar heeft er, toen hij laatst hier was, wat tc diep ingekeken. Als ik niet raad sels genoeg had om op te lossen, dan zou ik mijn kracht eens op dit raadsel beproeven. Het zou, dunkt mij, de moeite waard zijn. Zeg, wil je je vacantie aan de schrijftafel beginnen? Lloe zit dat?" Max was opgestaan en had do deur naar zijn kamer geopend. Nu keek hij naar Grote's pendule en weifelde. „Ik moet eigenlijk nog ccn artikeltje schrij ven over de rechtbankzitting van van daag. De lozers van ons blad willen natuur lijk weten welke straf de bankier Jansen ge kregen heeft. „Ja, liet zou verschrikkelijk zijn als ze het daar buiten moeiten doen." „Natuurlijk. Waarom abonneert men zich anders op ons blad?" „Maar je hebt toch niet veel zin om over die zaak tc schrijven, wat?" „Neen, absoluut niet. 't Is ccn zaak van niets. Wat zijn jouw plannen speut- mensch?" „Een nacht zwerven door Hamburg," zei Kranich met een zucht. „Ik moet voorzekere dame nagaan of zekere lieer cafd's bezoekt, liet is een zeer delicate kwestie, die ik zelf zal nagaan." „Mag ik er bij zijn?" „Ais je geen onbescheiden vragen stelt." „Daar zul je geen last van hebben. Ik De nieuwbenoemde Minister van Oorlog, dc lieer II. Colijn, die reeds op den dag dat do Tweede Kamer de bekende motie be treffende de offieierstraktementen aannam, nis opvolger van generaal Cool werd ge noemd is 41 jam oud. Ilij werd den 22n Juni 1869 tc Haarlemmenncor geboren. Met zijn benoeming in 1892 tot tweede- luitenant van liet N ede rlandscl i-Ind isclie leger, begon voor liem een schitterende loopbaan in onze koloniën als militair, later als hooggeplaatst burgerlijk ambtenaar Reeds 2 jaar na zijn aankomst in Indië, werd de heer Colijn goioepcn tot deelneming aan do expeditie tegen Lombok; in 1S95, na op zijn \cr/.oek naar Atjeli te zijn osei-geplaatst, aan de krijgsverrichtingen in dat gewest. Kort' daarna "werd hij tot eerste-iuitenant be vorderd cn belast niet liet bestuur over het eiland Poeloc Web. en later niet dal over d>_ Sagi cler XXV en die der XXII Moc- kir.is. Sedert werden den lieer Colijn herhaal delijk bestuursfunctie! opgedragen. In 1899 weid hij ah colonne-commandant, tevens bur gerlijk bestuurder, gezonden naar de Wost- cust van Atjeli, waar hij in Augustus 1901 interesseer mij nocli voor zekere hoeren,: noch voor zekere dames, maar het zou mij goed doen zoo'n beetje rond te dwalen." „Goed afgesproken dan." Het was omstreeks negen uur toen Max Grote en Kranich het huis verlieten. De laat- sioot de deur achter zich af en zei, terwijl zij door den voortuin liepen: „Sultan is door den professor natuurlijk meegenomen. Daar bet dienstmeisje met va cantie naar lmar ouders is, bleef hun ook niets anders over.. liet beest zou anders ver hongerd zijn. Maar ik zou toeli graag geluid hebben dat er tenminste een hond in de villa was achter gebleven." „Bij ons zal toch wel niemand inbreken, Kranich „Neen, maar dc professor heet rijk te zijn „Nu," zei Max gemoedelijk, „die zal zijn effecten wel bij een soliede bank gedeponeerd hebben ik hoop niet bij den bankier Jansen." Het geval van dezen bankier, dat Max clion morgen op de rochtbnng had gehoord, speelde hem nog steeds door liet hoofd het was overigens een gewone zaak van toc- cigoning van gelden die Jansen in bewaring gegeven waren. Terwijl zij door de vrij stille woonstad lie pen, ging een man lien rakelings voorbij. „Heb jc dat gezicht gezien, Kranich," zei Max toon dc man voorbij was. „Neen. Hoe dat zoo? Het was in elk ge val niet dc lieer, wiens spoor ik op 't oogen- blik zoek." „Ik zog het zoo, omdat het mij opeens weer treft boe merkwaardige gedachten zicli toch kunnen combineeren cn hoe de eene ge dachte je op de andere brengt. Bij dat ge val Jansen dacht ik aan ccn andere kwestie die er wel eenige gelijkenis mee heeft. Ik heb daar indertijd veel over geschreven, hoe wel ik de terechtzitting, waar liet behandeld werd, niet bijwoonde het gebeurde in Pa rijs. De beklaagde ik geloof dat hij Du bois heette of iets in dien geest - leek voel op Napoleon 1, zooals men beweerde, cn do man die ons juist passeerde, herinnert mij ook aan den grooten keizer."' „Er zijn veel menschen, die er zoo uit zien. Maar ze zijn de keizer niet." zei Kra nich wijs. „Wat die dioistalkwcstie tc Parijs betreft, die herinner ik mij ook nog zeer goed ik was toen nog niet directeur van mijn tegenwoordig detectivenburcnu. Het in teressantste van het geval was echter de stout moedige poging van den man om te ont vluchten, waarbij hij helaas om hel leven kwam." „Ja, dat schreven de couranten toen, maar ik herinner mij later een klein onbctceke- liond berichtje gelezen tc hebben, waarin het he-eltc dut hij niet dood, maar ontkomen was. Tic kan mij echter ook vergissen er zijn zooveel van die kleine berichtjes.'1 Zij spraken niet meer over deze- herinne ring en gingen verder dc stud in. feen tijd lang liepen dc vrienden voort door drukke straten, toon gingen zij van lokaal tot lokaal. Het was al vroeg in den morgen toen zij naar hun buitenverblijf te rugkeerden van den avontuurlijken tocht, (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 1