typhus-epidcmiën, te dooien, zonder het wa
ter in zijn chemische bestanddeelen te ver
anderen.
Het werk is het grootste in zijn soort, en
wel bedraagt zijn dagelijksche praestatie on
geveer SO'.OOO kub. M. water, dat echter al
leen voor een gedeelte der stad bestemd is.
Het toegepaste ozoniseeringsstelsel. is een
combinatie der bekende Siemensche Ozone-
apparaten met' de sterilisatietorens der Pa-
rij sche Compagnie de l'Ozone. De aanleg zal
in 't komende voorjaar den vuurproef moe
ten doorstaan, doordat hij 't bewijs moot
brengen, dat de te Petersburg nog niet ver
dwenen, in de lentes der laatste jaren steeds
heilig opnieuw opvlammende cholera ran het
van geözoniseerd water voorzien stadsdeel
wordt verre gehouden.
Maai' niet alleen tegen choleragevaar moet
deze aanleg de bevolking beschermen, ook
tegen de in Petersburg zeer veelvuldig op
tredende, met de Newawater-voorziening in
\erbinding gebrachte typliusgcvallen moet
zij dat. Men ziet daarom de resultaten van
deze, ook in verschillende buiten Rusland
zich bevindende steden reeds met het mees
te succes ingevoerde methode van waterzui
vering door ozone, met grootc belangstelling
tegemoet.
Hoe verlaten schepen reizen.
Binnen de laatste zeven jaren zijn in het
Noordelijk gedeelte van den Atlantischen
Oceaan 1628 schepen door hun bemanning
verlaten. Deze drijvende wrakken gunnen
natuurlijk voor de scheepvaart gevaar ople
veren, daarom heeft de Amerikaansrhe regee
ring een bijzonder vaartuig in dienst dat
alle drijvend gevonden wrakken vernietigt.
Zulke wrakken maken dikwijls de zonder
lingste reizen. In 1891 werd bijvoorbeeld
een Engelsche bark op de hoogte van Char
leston verlatenDen golfstroom volgend, stak
het wrak den Atlantischen Ooeaan over en
bereikte de Azorendaar strandde het echter
niet, maar het zette rijn tocht in omgekeer
de richting voort en bereikte weder de Ame-
rikaansche wateTen, om eindelijk, na een reis
van 'drie jaren en zes dagen, waarin het
bijna 15,000 mijlen had afgelegd, in den
omtrek van de zandbanken van New-Found-
land naar den kelder te gaan. Een Engelsch
schip, dat in de nabijheid van Kaap Dela
ware gedurende een sneeuwstorm werd ver
laten, onderging een dergelijk lot. Het wrak
dreef naar Queenstown en bereikte na een
lange reis, waarbij het in 110 dagen 6800
mijlen aflegde, de Hebrltlon, waar het zonk
Bijzonder merkwaardig ook Was het lot van
het Duitsehe zeilschip „Trave" dait tenge
volge van een ongeluk in twee stukken ge
sneden was. De voorste helft Van het schip
tlreef Noordwaarts, do achterste naar het
Zuiden, het voorste gedeelte strandde einde
lijk in Nicmv-Engeland, terwijl de andere
helft in de nabijheid van de Carolinen zonk
Ohineesche beleefdheid.
Aan een CKinèesclï dagbad gebruikt de
redactie Eet volgende formulier, om onge
schikte ingezonden stukken, artikels, enz.
enz. terug te zenden.
pJVfij hebben uw handschrift gelezen
met onuitsprekelijk genoegen. Bij de Kei
lige asch1 onzer voorvaderen zweren wij
dat wij nooit zulk fraai geschrift onder
de oogen Kobben gehad. Doch indien wij
liet lieten drukken in onze krant, zou
Zijn Majesteit do Keizer ons voorschrij
ven liet te beschouwen als eenig voor
beeld, zoodat wij nooit iets minder fraais
zouden mogen drukken. Aangezien dit
binnen do eerste duizend jaar onmogelijk
zou zijn, moeten wij U hierbij het hand
schrift terugzonden."
Handel en Bedrijt
„Ik geloof, dat hij zijn rekeningen gere
geld betaalt."
„Dat weet ik wel I" riep de dokter onge
duldig uit. „Maar is hij werkelijk een wel
gesteld man, of is het zoo tamelijk?"
„Ik -begrijp niet, wat je daarmee te
maken hebt," bracht zijn vrouw in het
midden.
„Ik ben bij zijn vrouw; jeroepen!"
„Wat scheelt haar?"
„Niets. Daar schuilt hem juist de moei
lijkheid. Ze klaagt over een gevoel van
een der warmste vereerders van Klopstock;
matheid, dat is alles; ik moet haar in jjjj gaf q, a van die bijzondere genegen-
haar humeur trachten-te houden, anders
verlies ik de geheele familie als patiënten."
„Ik zie niet in
„O, natuurlijk, jij begrijpt er weer niets
van. Je bent nu al tien jaar doktersvronw,
en nog weet je niets van zijn beroep."
Maar hoe kan hun geld nu van in
vloed zijn op je voorschriften?"
Wel, daar hangt juist alles van af.
Als ik niet weet, wat rij waard zijn, weet
ik niet, of ik menmuv, moet raden naar
het zuiden van Frankrijk te gaan, of al
leen een beetje meer beweging te nemen."
de straat zag geleiden. Ter herinnering aan
een goede en christelijke daad."
Geen briefje of kaartje vergezelde het
geschenk" en ~do naam van den gever is
nooit ontdekt.
MANNELIJKE TROTS, TEGENOVER
VORSTENTRONEN.
Groothertog Karei Froderik van Baden
(17881811) "was een groot vriend en be
oefenaar van de Duitsehe literatuur en
Faillissementen.
Vit de Staats-Courant.
U itgesproken:
R. Alberts, koopman en winkelier, te
Utrecht. Rechter-commissarisjhr. nir. J.
Schuurbeque Boeije; curator: mi'. M. H.
de Boer.
W, J. Harms, vruchtenkweeker, te Soest;
Rechter-commissaris: jhr. mr. T. J. de
Marees van Swindcren; curator: mr. IL
J. M. van den Bergh', tc Amersfoort.
M. 0. van Zoelen, manufacturier, Ede.
Rechter-commissaris: mr. P. C. Klaasesz
Jz.; curator: mr. J. R'. H. van Schaik.
II. J. Ligtermoed, smid, Amsterdam.
Rechter-commissaris: mr. G. A. Servatius;
curator: mr. E. van Tuinen.
A. Beverloo, boek- en papierhandelaar,
Rotterdam. Rechter-commissaris: mr. fï.
van Goudoever; curator mr. A. Nicol
Speyer.
Opgeheven:
R. Krab, schoenmaked, Amsterdam.
.Geëindigd:
F.' G. van Vorsselen, magazijnmeester,
te Bemmel; A. Visser, Amersfoort; A.
Brink, arbeider te Hasselt.
DIEFSTAL BIJ HET DANSEN.
„Het is nu ongeveer drie maanden ge
leden," zegt een juwelier, „dat er een
dame bij mij kwam, in de groote wereld
welbekend, om in mijn inrichting een
armband te koojpen vol saffieren en dia
manten. Zij bracht een anderen armband
mee, gemaakt van dezelfde steenen, die
als model moest dienen. In den loop van
ons gesprek vertelde zij mij een geschie-
nis van dit sieraad, die de lezers op
de hoogte zal brengen, hoeveel er onder
het dansen gestolen wordt.
Gij zult mij nauwelijks willen geloo-
ven," sprak zij, „maar ik verloor dezen
zelfden armband op een publiek bal, onge
veer een jaar geleden. Onder het walsen
gleed hij mij van den pols, en ofschoon
ik hem dadelijk miste en overal zocht,
hoorde ik er nooit meer iets van, dan
nu vóór drie weken. Het vreemde van
de zaak was, dat de heer, die het bal
gaf, buiten de kamer ging om ieder met
mijn verlies in kennis te stollen. Hij ver
klaarde mij er iederen gast en iederen
bediende naar gevraagd te hebben. Maar
geen van allen had don armband gezien,
wat onverklaarbaar is, daar go nu toch
zelf ziet, dat hij groot en breed ge
noeg is."
Zij ging voort met mij te vertellen, dat
zij de hoop had opgegeven, de bracelet ooit
weer terug te krijgen tot vóór drie we
ken, toen zij in een huis in Charles Street
was. Daar zag zij een dame met het ver
miste voorweip aan den arm. Het model
was eenig, van Indisch maaksel, zoodat
zij het betwijfelde, o-f er in geheel Indië
wel een tweede dito te krijgen zou zijn.
Ik vroeg haar natuurlijk, wat zij deed,
toen zij haar eigendom zag in het bezit
van een ander.
„Ik deed toen niets," sprak zij, „of
schoon ik zeker wist, dat die dame ook
op het bal was geweest, waar ik mijn
bracelet verloren had; maar ik sprak er
met mijn vader over, en toen hij had uit
gevonden, wie de dame was, schreef hij
haar, om haar alle bijzonderheden te ver
tellen en haar te vragen, of het mogelijk
was, dat zij in den een of anderen winkel
het sieraad gekocht bad, dat aan zijn
dochter toebehoord had. Do dame ant
woordde op beleefde wijze, dat zij het
sieraad gekocht had ergens in een winkel
in West-End, maar zij zorgde er wel voor,
den juisten naam der firma niet op te
geven. Zrj had evenwel veel sympathie
voor mij, en eindigde met mij aan te
bieden, mij mijn eigendom franco terug
te zenden. Werkelijk zond zij het mij den
volgenden dag terug, vlug genoeg, naar
onze meening. Een week later hoorden
wij, dat de dame de stad verlaten had
en naar Parijs vertrokken was."
hoid blijk doordien hij hem tot zijn „hof
raad" benoemde, onder toekenning vaneen
jaarlijks inkomen van 1-30O gulden. Ja, hij
noodigde hem zelfs ten zijnent, logeerde
hem op zijn slot en vroeg hem. bijna
dagelijks ten eten. Maar eens, toen er
waarschijnlijk hoogadellijke gasten aanwe
zig waren, tegenover wie men zich voor
den burgerlijken,,d.ch'ter-hcf raad" geneerde,
wees men hem aan de eigenlijke hottafel
af en kon hij een plaats krijgen aan de
zoogenaamde maarschalkstaiel. Klopstock,
die, zooals men weet, bijzonder met vrij
heidstheorieën dweepte en een tijdlang een
enthousiast voorstander van de Fransche
revolutie was, liet zich' dit niet welgeval
len, zette 'zich niet neder, maar maakte
eenvoudig een buiging, ging heen en riep
zijn bediende toe: „Dadelijk een extra
postrijtuig bestellen 1" hetgeen nog lang
een gevleugeld woord is gebleven.
EEN VERZAMELAAR VAN
SLAGVELDEN.
In den tegenwoordigen tijd treft men
verzamelaars aan van allerlei soort vreem-
de voorwerpen, groot en klein, maar stel
lig is wel een van de vreemdste verza
melingen die van een Engelsch 'heer, welke
slagvelden bij elkaar brengt! Begrijp ons
evenwel niet verkeerd, waarde lezer.De
liefhebber doet niet zijn best de slagvel
den in hun geheel bij elkaar te krijgen.
Neen, hij is tevreden met een klein stukje
historischen gi'i nd, dat hij voorzichtig in
een glazen flesch plaatst. Deze wordt dan
hermetisch gesloten en versierd met een
etiquet, waarop de naam, de datum en
eenige belangwekkende bijzonderheden ver
meld worden, die er betrekking op hebben-
De kamer, waarin deze verzameling fles-
schen staat, ziet er uit als een verbazend
groote apotheek, want hoe treurig het ook
klinkt, er is heel wat gevochten op dit
ondermaansche.
Als het eenigszins mogelijk is, graaft de
verzamelaar zelf de voor hem zoo kost
bare aarde uit, maar dikwijls moet hij
natuurlijk zijn agenten er mee belasten.
ALLERLEI.
DOKTERjS^IANIEREN.
De dokter zag er verontrust uit.
„Weet je iets omtrent de familie Tur
ner?" vroeg hij ten laatste.
„Wat wensch je te weten?" informeerde
zijn vrouw. „Ik heb mevrouw Turner her
haalde malen ontmoet, en zij schijnt mij
toe een aardige, welopgcvoegde vrouw to
zijn, die
„O, ik vroeg niet naar Kaar," viel do
dokter haar haastig in de redo. „Ik dacht
meer aan de financiën van mijnheer Tur
ner." i
EEN WARM BAD.
Wat wij een warm bad noemen, vinden
dc Japanners nog maar lauw. Zij nemen
hun morgenbad op een temperatuur van
104 graden Fahrenheit, en onmiddellijk als
zij er uitkomen, nemen zij een douche van
ijskoud water. Dc heer Nippold, die .gedu
rende vele jaren professor was aan de
hoogeschool te Tokio, verklaart in zijn
boek over Japan, dat van een bad van
deze hooge temperatuur en de daarop
volgende koude douche, hij zich den ge-
heelen dag, al was bet ook nog zoo koud
lekker warm gevoelde, terwijl in den zomer
het bad juist de tegenovergestelde wer
king had en verkoeling aanbracht.
DE PRINS VAN WALES EN DE
BEDELAAR.
De volgende geschiedenis wordt ver
haald van een zilveren voorwerp, dat zich
in der kamers van Marlborough-house be
vindt:
Op zekeren dag zag koning Edward (des
tijds nog prins van Wales), toen hij uit
zijn rijtuig stapte, aan de deur van een
huis, waar hij een visite wildo maken,
een blinden man en 'zijn' bond, die tever-
geeft trachtte zich een weg te banen door
al de rijtuigen. Mot zijn aangeboren goed
hartigheid naderde de prins den ongeluk
kige, en bracht hem met den hond veilig
aan dc overzijde van de straat. Eenigen
tijd daarna ontving de prins een massief
zilveren inktkoker met het volgende op
schrift: „Aan den prins van Wales. Van
iemand, die hem een blinden bedelaar door
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
Katten met blauwe oogen zijn. altijd doof.
De geleerden hebben tot nu toe tevergeefs
getracht voor dit vreemde verschijnsel een
verklaring te vinden.
In het vorstendom Waldeck mogen
dronkaards niet trouwen vóór zij het bewijs
geleverd hebben, van hun slechte gewoonte
genezen te zijn.
Een glas warme melk, even vóór het
naar bed gaan genomen, voorkomt slape
loosheid.
A.„Dr. J. gaat h'celemaal in zijn be
roep op."
B.: „Dat zou ik donken. Toen hij laatst
juffrouw H. ten huwelijk vroeg, drukte hij
niet één keer haar hand, maar hield al
den tijd zijn hand om baar pols.
Rechter: „Hoe is uw naam?"
Jonge vrouw: „Carolina Augusta Em
ma."
Rechter: „En hoe wordt ge gewoonlijk
genoemd?"
Jonge vrouw (verlegen): „Lieve engel."
Toerist, die in een afgrond gevallen is:
„Wel, wel, nu zal ik toch wel eventjes
rust hebben, 't Zal toch zeker wel vier
uur duren, vóór mijn vrouw tot hier is
afgedaald."
A.: „Ik denk dat de dokter nu toch
wel iets zal geven, om het schreeuwen
van de baby te doen ophouden."
B.„Hoezoo?"
A.„Wel, ik ga boven hem wonen."
Mevrouw S.: ^Ik wou wel, dat we rijk
waren, en veel goed konden doen."
Mijnheer S.„Maar lieve, dat doen we
toch in stilte."
Mevrouw S.: „Dat is het juist. Er is
nooit iemand die er eenigen ophef van
maakt."
Moeder: „Waar zit je toch, Jan?"
Jan (die voor zijn jaren heel klein is):
„Hier in den tuin, moe."
Moeder: „Maar jongen, je zit tot over do
ooren in de vuile aarde."
Jan: „Ja, moe, ik heb me zelf geplant,
en wil nu eens zien, of ik niet beter
groeien zal."
A.: „Heb je de hel van Dante gelezen?"
B.: „Neen, maar ik ben driemaal ge
trouwd geweest."
BELEEFD.
(Gesprek tusschen twee heeren, die sa
men in een coupé zitten.) A.: „Zou bier
in de coupé een noodrem zijn?"
B.„Ik geloof bet niet. Ik zie er ten
minste geen."
A.: „Als dat dan het geval is, moet ik
u verzoeken, uw geld en kostbaarheden af
te geven."
HET GAF NIETS.
„Heb je al gehoord van. Jansen?" vroeg
de man van juffrouw Willems.
„Neen» ik heb niets gehoord van Jan
sen," antwoordde zijn vrouw. „Als je me
iets te vertellen hebt, waarom vertel je
het dan niet?"
„Ja, lieve. Wel, Jansen ging gisteravond
naar huis, toen een struikroover op hem
schoot, maar de kogel stuitte op den huis
sleutel in Jansen's vestjeszak, en zijn loven
was gered. Zoo zie je, waarvoor een huis
sleutel goed is."
„Denk je? Als Jansen op een fatsoen
lijken tijd naar huis was gegaan, kon hij
geen struikroover ontmoet hebben. Ten
tweede is hij voor tien duizend gulden
verzekerd, uit te betalen aan zijn vrouw,
en als die sleutel er niet was geweest,
zij nu een rijke weduwe zijn. Als
In menig Kuisgezin'mag vader da "han
delingen van vrouw en kinderen niet we
ten, die niet naar zijn geest en levens
opvatting geschieden en waarbij men zijn
toestemming nietverwachten kan. Plotse
ling staat dan het hoofd des gezins voor
feiten, waaraan niets te veranderen valt,
een familieschandaal breekt los en het
geluk is dikwijls voorgoed verwoest, de
familie-eer geschonden.
Met het woord: „Vader mag het niet
weten" spreekt de vrouw het oordeel uit
over eigen handelingen en hot eigen ka
rakter. Wat men in het verborgen doen
moet, is iets onberispelijks. Wie recht han
delt, heeft niets te verbergen. Een open,
eerlijk karakter voelt zich door geheimen
juist belast.
De kinderen worden door hel woord:
„Vader mag het niet weten" systematisch
tot huichelarij en onoprechtheid, tot leu
gen ea bedrog opgevoed.Later zullen zjj
de van moeder geleerde onwaarheidstak-
tiek tegen haar zelf aanwenden. Met ware
verfijning zullen zij ook hun verkeerde
daden weten te verbergen.
Moeder mag het niet weten, mijn vrouw
mag het niet weten. Door dit woord heeft
ook menige man langzamerhand een schei
dingsmuur tusschen hem en zijn vrouw
opgetrokken, die tot scheiding der har
ten voor altijd voert.
Is niet allo geheimzinnigheid in het
familieleven als een boos, welig woekerend
kruid, met vergiftige, bederf-aanhrengendo
vruchten?/Hoe onzeker, mismoedig, onge
lukkig moet Ach 'niet degene voelen, die,
zelf een vriend der waarheid, zich door
anderen bedrogen voelt.
Zonnehelder moet het zijn tusschen men-
schen, die innig vereenigd door het leven
willen gaan. Openhartigheid en vertrou
wen, waarheid en klaarheid zijn de grond
zuilen van,, het familiegeluk.
Alleen daar, waar ze op de familie
banier geschreven staan, groeien de kin
deren op tot waarheidlievende, degelijke
menschen.
YOOR ONDEREN.
Een blad, gewijd aan pennen-, inkt- en
papierhandel, zegt, dat er tegenwoordig da
gelijks 3.500.000 stalen pennen gebruikt
worden.
Te Amt, in Noorwegen, werd onlangs een
ontzaglijk groote arend geschoten, en men
was verwonderd te zien, dat het beest om
een zijner pootan een breeden koperen
ring droeg. Waarschijnlijk was die er al
jaren geleden aan bevestigd, want hij was
zoo diep in het vleesch gedrongen, dat
de kanten niet meer te zien waren.
Het is niet bekend, wanneer de eerste
steenkolen ontdekt zijn. De oude Britten
schijnen er reeds naar gegraven te hebben,
maar de eerste maal, dat er met zekerheid
molding van gemaakt wordt, is onder do
regecring van Hendrik III, in het jaar 1234.
Graaf Leo Tolstoi ontving bij zijn leven
brieven in vier-en-twintig verschillende ta
len, die hij bijna rite beantwoordde in
de taal, waarin ze tot hem gericht waren.
Trouwringen van zuiver goud, zonder
uitwendige versiering of opschrift, waren
in do zesde eeuw reeds in gebruik.
Het voortdurend groeten maakt, dat in
Parijs do hoedenmakers beter zaken doen
dan in andere steden. Niets doet don hoed
zoo slijten dan het groeten, en in Lon
den, waar de heeren minder beleefd zijn,
worden de hoeden dan ook veel langer go
dragen.
De geheime teekenen op de Engelsche
banknoten, waardoor namaaksels zoo spoe
dig worden ontdekt, worden voortdurend
veranderd.
zou
je dus weer eens naar den huissleutel
hengelt, moet je een beter geschicdenisje
meebrengen, begrijp je? En nn ga ik naar
bed, dus als je wilt lezen, moet je naar
de keuken gaan, maar verkwist geen ko
len."
ANECDOTEN.
Oude bediende, een toast slaande op do
heldin van den dag: „Wij genieten bet
l.oogo voorrecht, zooals ieder jaar, den
n ïgen-en-twintigsten geboortedag te vieren
van de geachte dochter van onzen geëerden
patroon. Dat zij level" - t
VOOR DAMES.
VADER MAG HET NIET WiETEN.
Een woord, dat men dikwijls in het
familieleven hoort. Wanneer het gezegd
wordt om vader in het geheim op zijn
verjaardag een verrassing te bezorgen, dan
is het wo-oxd gesproten) uit de warmte
van het familieleven. Wat Voelen die groote
en kleine geheimzinnigen zich gelukkig
door vader's vreugde, als het geheim aan
den dag komt, en hij verzekert, dat hij
er heusch niets van gemerkt heeft.
Vader mag het niet weten. 0, weel
zoo de moeder het uitspreekt als het eind
resultaat van haar overleggen na een
strijd tusschen den plicht, den een of
anderen misslag der kinderen voor de
rechtbank van het hoofd des gezins te
voeren en de moederliefde, die de kinderen
voor overdreven strengheid en - straf be
schermen wil. Dikwijls ook meent een
zwakke moeder de verdiende stral door
den vader te kunnen ontberen, en denkt:
vader mag het niet weten. Waar kwade
neigingen echter niet bijtijds onderdrukt
en uitgeroeid worden, zal eens het leven
de kinderen veel ruwer straffen, voor dat
gene, wat do vader niet strafipn kon, om
dat hij niets van de feiten te hooren kreeg.
Vader mag het niet weten. Met dit woord
schept menige vrouw in do familie een
solidair, geheim genootschap met uitslui
ting van het familiehoofd. Intusschèn geldt
het slechts kleinigheden, die 'niet in even
redigheid staan met de schade^ welke in
do kinderzielen door die leelijke gehoim-
doencrij wordt aangericht Vrees vooreen
klein familie-onweer roept meestal dit
woord te voorschijn. In vele gevallen is
de oorzaak daarvan geheimhouding van
slechte neigingen en leelijke gebreken.
Vader mag het niet weten als de licht
zinnige vrouw1 zich met zaken inlaat, die
later zeer onaangename gevolgenkunnen
hebben, geld leent of schulden maakt, dioi
haar man later du,ur te staan komen.
JAN ONGEDULD.
Johan Vermeulen, of kortweg Jan, zooals
hij gewoonlijk genoemd werd, had al heel
weinig geduld.
Toen hij nog heel klein was en een en
kelen keer de flesch eens niet op tijd
kreeg, kon hij zoo'n keel opzetten, dat
ieder, dio in zijn nabijheid was, de han
den voor do ooren hield. Maar dat was
nog zoo erg niet. Integendeel. Toen hij
6 jaar was geworden en de school trouw
bezocht, kon men hem nooit alleen (laar
heen laten gaan, want dan had hij stellig
allang een arm of een been gebroken. Ilij
leefde steeds op voet van oorlog met allo
brugwachters, omdat iijj nooit geduld had
te wachten (tot de schepen onder de brug
waren doorgegaan en deze weer op haar
plaats was), maar steeds op het laatste
oogenblik or over vloog. Geen wonder dus,
dat men in de plaats zijner inwoning zijn
naam in dien van Jan Ongeduld had om
gedoopt. Ilij beklaagde zich dan ook wel
eens bij zijn ouders, maar bij deze vond
hij weinig troost, want ze zeiden, dat het
zijn eigen schuld was, en het tijd werd,
dal hij zich beterde. Dan zweeg hij, maar
dacht er in de vorste verte niet aan, zich
ook maar eenigszins te beteren.
Op zekeren dag was hij bij oen vriendje,
Tom Bakker, op een groote buitenpartij
gevraagd. Er zouden wel dertig jongens
komen. Dagenlang had hij er zich al op
verheugd en er naar verlangd, en eindelijk
was dan ook de dag aangebroken, dat
de buitenpartij zou plaats hebben. Toen
Jan 's morgens aan. het ontbijt zat, kon
hij van louter pret al haast niet eten.
Nadat het laatste hapje brood met veel
moeite naar binnen was gewerkt en men
goed gekeken had, of zijn handen en ge
zicht wel schoon waren, mocht hij ein
delijk vertrekken. Gelukkig was de brug
niet opengedraaid. De groote brik, die do
jongens naar den boterboer van mevrouw
Bakker (waar de buitenpartij gegeven
werd) zou brengen, stond al voor de deur.
Enkele jongens zaten er zelfs al in, maar
de meesten stonden er omheen, met on
geduld wachtende, totdat de visite voltal
lig was. Jan werd met gejuich ontvangen.
Na eenige haastige begroetingen klom hij
in de brik en ging naast Tom Bakker zit
ten, „Gaan we gauw?" vroeg hij na een
poosje.
„Daar komen Picter en Albert al aan,"
klonk hot een oogenblik later.
„Gaan we nu gauw?" vroeg Jau, die
niet stil kon zitten van ongeduld. Maar hij
kreeg geen antwoord, want aller oogen
waren op een tip in do verte gericht,
die langzaam naderkwam en do knecht
van een banketbakker bleek te zijn, die-
twee trommels met heerlijke soezen droeg.
Do schoonzuster van mevrouw Bakker, dio
ook meeging, zette ze op den bok, allen
stapten in, en voort ging het in galop naar
„ZeldenmsL", do mooio boerderij van me
vrouw Bakker's boterboer. Deze boerderij
was ongeveer een half uur van Jan's woon
plaats verwijderd en lag aan een raooicn
landweg. Iedere jongen vond den rit dan
ook «heerlijk, iedereen behalve Jan.
Meneer Ongeduld vroeg ieder oogenblik:
„Zijn we er gauw?" o-f: „Duurt hel nog
lang?"- 'i
Wordt vervolgd