van
derlijk zijn^gehouderè Dat schijnt dus geen
bezwaar op te leveren.
In Rotterdam kan men zich' aan het
werkloozenfonds aansluiten zonder tevens
in verband te komen, met de Arbeidsbeurs.
In de bakermat van het stelsel, Gent,
dwingt dus het werkloozenfonds de ar
beiders niet, dingen te doen die tegen hei
redelijke ingaan.
De praktijk van het toegepaste stelsel
hier is wel treurig.
Schiedam wist natuurlijk beter hoozoo'n
regeling moest zijn, dan tie menschen el
ders, die ervaring hadden.
Men heeft gezegd: probeer bet eerst
eens, laten we eerst deze regeling eens
op proef stellen.
iWehm, er is een eerlijke proef geno
men. En vraag het nu aan allen die daar
over kunnen oordcelen, of wat bereikt
is, ook maar ecnigszins bevredigend ge
acht kan worden. Naar spr.'s meening is
do goheelo zaak, die zoo mooi had kun
nen zijn en die volstrekt geen partijzaak
.was en aller instemming genoot, verlaagd
tot een subsidie aan een paar vcrconi-
gingen, die aanvankelijk hetzelfde stand
punt innamen als de overige vakvereeni
gingen en tegen de nadeelige wijzigingen
in den beginne evenzeer oppositie heb
ben gevoerd als de andere, maar die tijdig
den nek bobben' gebogen.
Men moet er niet te vast op gaan, dat
men de vakvereenigingen er wel toe zal
krijgen om zich' toch nog aan to sluiten.
Zij verkoopon haar beginsel niet.
De werkloozenverzekering staat eigenlijk
buiten de politieke en kerkelijk» overtui
gingen.
Het recht om te eischen, dat de vak
vereenigingen zich zullen buigen voorden
wil van den Raad, kan spr. niet anders
noemen dan het recht van don sterkste.
De vakvereenigingen worden hier vaak
genegeerd, alleen in, „goede" oogenbhkken
neemt men van haar wenschen of mee
rlingen nota.
Door spr. is echter herhaaldelijk gezegd
wij kunnen do vakvereenigingen niet moei
missen en ook hier is gezegd: als ge deze
factoren noodig hebt, waarom ze dan nu
neergeslagen? Gij hebt aan die vakver
eenigingert niets te verzoeken, gij hebt u
slechts met ben te verstaan om de be-
bezwaren, die haar nu weerhouden zich
aan het werkloozenfonds aan te sluiten
weg to nemen.
Spr. komt op tegen het negeeren
den wensch der vakvereenigingen, waar
tegen de Raad ingaat en zoodoende de
verwezenlijking van het met zooveel ver
wachting tegemoet getreden doel onmogr
lijk maakt.
En dit op welke gronden?
Als spr. bet advies leest, dan kan hij
geen enkel steekhoudend argument ontdek-
ken, en daarom is spr. wel benieuwd wat
hij nu zal hooren aanvoeren. Maar toch
vreest spr., dat er weinig hoop is op
aanneming van zijn voorstel. Misschien
zal men weer de lijn, getrokken zien, die
we hier altijd kunnen waarnemen, de lijn
tusschcn rechts en links.
Spr. zou dit zoo gaarne anders zien.
Hij hoopt, dat, wanneer straks gestamd
zal worden over het voorste], dat van zoo
veel boteekonis is voor dc kleine luyden,
de vertegenwoordigers dier kleine luyden
althans eens voor den, dag zullen komen
Hij hoopt dat deze bespreking er iets
toe zal bijdragen om te komen tot hot doel:
de bestrijding der grooto ellende van de
werkloosheid.
Do lieer G os 1, in ga heeft het woord
gevraagd om het prae-advies van B. en \V.
toe te lichten en te verdedigen.
Het komt spr. voor, dat do hoer De
Bruin een oogenblik aan zinsverbijsteiing
heeft geleden toen hij in, oen zoo vol
maakt propagandischc speech zeide dat
bij dit onderwerp geen politieke of gods
dienstige vraagpunten zich voordeden en
dit nog wel door iemand, die geheel op
hel Marxistische standpunt staat.
Als spr. zoo iets gezegd had of een der
katholieke leden, die deze verzekering stel
len in de neutrale zone, zou di( meer ver
klaarbaar zijn geweest. Maar dat iemand
van socialistische beginselen zoo iels zegt,
begrijpt spr. niet. Hij kan dat niet anders
beschouwen als een uiting van oogenblik-
kelijke zinsverbijstering.
Do heer De Bruin heeft de vrees geuit,
dat raadsleden onder den invloed zouden
staan van een locaal orgaan, maar waarom
heeft hij dan de argumenten daartegen
niet gegeven. Die zijn nog steeds onbekend
en onduidelijk.
In de adressen van adhaesie is gezocht,
in do hoop argumenten te zullen vinden.
Maar hot eenigo wat daarin staat, is:wo
willen het gr<mg.
[Waarom Het wordt er niet gezegd,
Ook uit de toelichting op enkele adres
sen is het „waarom?" niet duidelijk ge
worden. Geen enkel argument is gegeven
.waarom men de scheiding der beide in-,
stellingen wenscht.
Toen heeft spr. gezocht of er misschien
in eenig plaatselijk orgaan daaromtrent
iets te vinden was. Rn eindelijk is een
argument gevonden, n.l. dat art. 9 van
het "werkloozenfonds do mogelijkheid niet
uitsluit, dat wcrklooze arbeiders zouden
kunnen worden aangewezen voor arbeid,
.waar oen arbeidsconflict bestaat. Maai- de
Arbeidsbeurs levert geen arbeiders. Even
min als de Effectenbeurs effecten levert,
evenmin levert de Arbeidsbeurs arbeiders.
Het is dus eenvoudig onmogelijk dat do
Arbeidsbeurs de werklieden tot onderkrui-
j«.rsdiensien £ou kupnen verlokken. Deze
bewaring is nooit door den beer De Bruin
en dat strekt hem tot eer als argu
ment aangevoerd; daardoor zou zijn po
sitie ook niet sterker zijn geworden.
„Hot gaat tegen hot redelijke in," heeft
de heer De Bruin gezegd,"bij de vermel
ding van wat de meening van tien heer
Varlez is.
Ook spr. heeft de litteratuur over dit om
der werp gelezen, en dat ia een mer h boirc.
Daarbij hebben hem enkele gedeelten bizon
der getroffen.
Zoo vond hij in een der artikelen over
do congressen van Directeuren van Arbeids
beurzen, nadat er op gewezen was dat er
verschillende punten zijn, welke op die con-
giessen besproken zouden kunnen worden
„Wij denken b.v. aan de vraag of een innige
band van Beurs en Gemeentelijk Werkloo
zenfonds (volgens hot zuivere Gentsche stel
sel, of volgens een dat moer vim het Noor-
scho heeft) al dan niet wemschelijk is. Wij
voor ons zouden haar bevestigend beant
woorden
En verder„Voor een nauwen band van
Beurs en Werkloozenfonds is alles te zeg
gen de beurs krijgt weer dieper kennis van
dien toestand op de arbeidsmarkt, en bet
werkloozenfonds wordt niet aangesproken
voor meer dan waarlijk noodig is; Dit
kan dus wel als een direct antwoord aan
den heer De Bruin beschouwd worden, die
zegt dat splitsing geen enkel offer zal kosten
oen splitsing kan wel degelijk een offer Wen.
de directie dm- Beurs on dc admi
nistratie van het fonds in één hand, zal de
grootste waarborg geven togen, misbruiken.
Afgescheiden van deze overwegingen, schijnt
niet andeis dan juist dat de gemeente
het
haar bemoeiingen op het stuk van dat deel
de: arbeidsaangelegenlicden, welke do zorg
dat er geen broodolooshaid boerse lit betref
fen, concentreert. Als de medewerking van
patroons en vvciklioden slechts niet uitblijft,
011 niet allerhande, dikwijls nog onjuiste,
theoretische bezwaren opgeworpen worden
tegen het niettemin burgerrecht verkrijgend
instituut der beurzen, zullen deze eerlang de
otipai tiidiee iaagbnak worden voor ge
meentebesturen en particulieren
Ziedaar een argument voor den heer
De Bruin.
Voorts leest spr. in een artikel over het
„Genitscho stelkd" in Straatsburg. Ook
daar een innigere band tusschcn Arbeid
bent en Werkloozenfonds.
De redactie gaat in dat artikel het verslag
vtui dat instituut na en trekt daaruit de
eonslusie: „Wij hebben be verslag met" klim
mende belangstelling gelezen, omdat wij er
in bevestigd zagen de door ons stetxls aun-
gehangen stelling, dat de vakvweenigingen
en de Gemeente hetzelfde belang bobben bij
medewerking en do arbeiders voor de toe
passing van liet Gentslhe stelsel, en dat één
sturende hand te heikennon moet vallen in
de handelingen van beurs en fonds". Er is
dus ook uit de litteratuur aangetoond, dat het
niet juist is dat „Sshiehim wel weer wat
meer wilde weten dan andoren die reeds er
varing hebben", zooals de heer De Bruin zei.
Daar spreken menschen die meer verstand
in hun pink hebben dan de heer De Bruin
in zijn hecle lichaam; daar spreekt dit arti
kel zich toch duidelijk uit vóór een instelling
zooals die hier is. Er rijn vele voorbeelden
te noemen waaruit blijkt dat een nauwe
verbinding tusschcn beide instellingen ge-
wenscht is.
In Engeland werd door minister Burns,
den werkman-minister, hetzelfde principe
neergelegd als ligt in ons art. 5, in een
wetsontwerp betreffende do Arbeidsbeurzen.
Voorts heeft de heer De Bruin nog heel
Wat gezegd, dat feitelijk niet in verband
staat met het onderwerp. „Do cellen zijn
niet gezond". Maar de weg ter genezing,
dooi hem aangewezen, verzorging, zou er toe
leiden, dat weldra de gchcele maatschappij
ziek zou zijn. liet is zoo dwaas van de vak
vereenigingen^ zegt spr., dat zij zich niet
willen aansluiten, er is geen enkel principe
daarbij gemoeid. De heer De Bruin heeft
nog steeds niet aangetoond welk beginsel
zij zouden moeten opofferen.
Spr. gelooft werkelijk, dat ala de vakver
eenigingen eens goed konden hooren hoe de
zaak eigenlijk is en uit een onpartijdig ver
lag dit nog eens konden lezen, zij zich zou
den oiüirekken aan hun partijleiders. De
menschen worden van het fonds met opzet
door dezen afgehouden. Die hoeren zijn niet
tevreden te stellen. Toch heeft spr. nog wel
de hoop, dat de menschen zullen inzien
dat ze door hun leiders misleid worden en
dat de Raad het goede met hen voor heeft.
Dan zal liet werkloozenfonds een goede toe
komst tegemoet gaan.
De heer De Brui n wenscht nog iets te
zeggen.
Wie liet met den heer Goslinga oneens is,
heeft of geen „norm van zedelijkheid", of
lijdt aiui zinsverbijstering. Spr. zal daarop
dus maai* niet ingaan. Deze heeft van zulke
bestrijding het monopolie.
Verwonderlijk is het echter dat de heer
Goslinga heeft verklaard dat spr. een door
hem vermelde bewering nooit, als argument
hoeft gebruikt, wat rijn standpunt, hadde
hij liet gebruikt, niet versterkt zou hebben.
Dat is weer wat bemoedigend.
Waar t.pr. een enkel woord heeft gezegd
over een stuk in de „N. S. Ct.", daar wordt
hem toegevoegdwaarom hebt ge uw stand
punt niet uiteengezet? Maar spr. had daar
tegenover geen standpunt bloot te leggen.
Spr. had de Verordening voor zich.
Het zoeken door den heer Goslinga naar
argumenten, noemt spr. vrij naïef. Als spr.
die had willen geven, zou hij daarover no°-
wel een paar uren kunnen uitvreL rei. En
zou men werkelijk de argume Ren n ken
nen die dc vakvereenigingen leiden? Weet
men niet dat de vakvereenigingen een prin
cipieel bezwaar hebben tegen de beurs?
En nu zegt de heer Goslingade vakver
eenigingen liehoeven niet ongerust te rijn,
want de Beurs levert geen arbeiders, dus ook
niet onderkruipers en dus doet de bepaling
geen kwaad, maar 14 dagen, geleden heeft
de Beurs nog menschen gestured naar No
bels in Haarlem, waar een staking heerscht.
De Beurs deed daarmede haar plicht over
eenkomst,itg de verordening, maai- daarmede
is juist het bezwaar der vakvereenigingen
duidelijk gemaakt-.
Echter de vakvereenigingen vragen niet:
mank een andere verordening voor de -Ar
beidsbeurs zij vragen alleenmaak het
Werkloozenfonds los van de Arbeidsbeurs.
Tegenover de Arbeidsbeurs heeft de Ge-
meente een taak, maar ook tegenover het
Wei klooze n fonds.
Spr. zal niet zeggeu dat de heer Gos
linga aan zinsverbijstering lijdt, rami' in
tegenstelling van diens beweren), wil spr.
nadrukkelijk verklaren dat hij en zijn partij
genooten nooit de scheiding der beide insti
tuten heeft verdedigd. Een voorbeeld daar
voor ia Straateburg. Wij hebben nooit ge
zegd dat samenkoppeling niet gewensebt
zou zijn.
Maar in geen der plaatsen waar de beide
instituten bestaan, wordt gevergd dat wie
zich aansluit bij het Werkloozenfonds, dat
ook moet toen bij de Arbeidsbeurs. Als tus
schcn die beide instituten een scheiding
bleef, dan zou de administratie toch wel ver-
ernigd kunnen blijven, zonder dat daarin
vooi spr. en zijn medestanders eenig bezwaar
zou bestaan.
Aan de Arbeidsbeurs klampt de heer Gos
linga zich vast en spr. laat d.ie juist los.
Nog wil spr. opkomen tegen de insinua
tie, door den heer Goslinga uitgesproken, als
zon de beweging tegen de samenkoppeling
noodig zijn voor politieke bedoelingen. Als
de heer Goslinga werkelijk in deze beweging
politiek zoekt, laat deze dan eenst eens loe
ren wat politiek is. Welk voordeel zou daar
in nu voor zijn partij kunnen liggen? De ka
tholieke partij heeft aanvankelijk hetzelfde
standpunt ingenomen en verdedigd. Alleen
heeft deze partij later den nek gebogen.
Spr. ontkent nadrukkelijk, dat in deze
beweging eenige politieke bedoeling schuilt
Wel heeft de sociaal-democratische partij
oen afzonderlijk standpunt in deze. maar
de beer Goslinga zal niet zóó oneerlijk
zijn om niet te erkennen dat wij in alle
andere plaatsen hebben medegewerkt om
Beurs en werkloozenfonds to doen slagen.
Wij weten, dat, zoolang het tegenwoordige
regime aan het bewind is, wij altijd wat
te reclameeren zullen hebben. Wij zijn
zelfs dankbaar wanneer ons daartoe aan
leiding gegeven wordt, al bestrijden wij
dan ook met overtuiging die aanleiding.
Als de heer Goslinga ook de litteratuur
der S. D. A. P. over dit onderwerp kent,
dan weet hij dat deze soort verzekering
tot nog toe als de eenige nuttige wordt
erkend en do sociaal-democraten de taak
hebben daaraan krachtig mede te werken.
Zij werken dan daaraan van harte mee,
maar niet wanneer er een regeling is,
zooals die hier is gemaakt.
Als de heer Goslinga zegt: ik heb geen
argumenten gehoord, dan antwoordt spr.
onze argumenten zijn de feiten, die allen
kennen.
En waar de lieer Goslinga hoopt, dat
de menschen eens zullen nooren hoe de
zaak eigenlijk is, daar zegt spr.: gij hebt
de gelegenheid gehad uw idee aan de
menschen te brengen. En voorts: als zij
een neutraal verslag kregen over deze
kwestie. Welnu, dat is hun reeds gegeven.
Men kan natuurlijk de oogen dicht doen
voor principieel© bezwaren vair anders
denkenden; vroeger besliste men eenvou
dig: hangen maar; die tijd is echter
voorbij.
Het spijt spr. zeer, dat op zijn eerste
rede geen principieel, maar een 2
klein" debat gevolgd is.
De heer Wiitljkampf merkt op, dat
de beer De Bruin heeft gezegd, dat diens
fractie altijd in de oppositie zal zijn zoo
lang de bourgeoisie aan het bewind zal
zijn. Doch met de fractie-De Bruin is niet
te redeneeren. Doet men niets voor dd werk
liedenverzekering, dan zeggen ze: ge hebt
menschen niet noodigdoet inen er wol
wat voor, dan zeggen ze: ge wilt zo valide
houden 0111 zo later weer te kunnen ge
bruiken. Bij die fractie schrijft men aan
de bourgeoisie alleen toe eigen, vuig, winst
bejag. Met zoo'ri fractie redeneert men niet
Naai- aanleiding van wat de heer De
Bruin heeft gezegd over spreker's bewe
ren omtrent het standpunt van Varlez,
leest hij nog eens voor uit de „Gemeente
stom wat hij ook reeds ten pleiziero
van den heer De Bruin, in een vorige
zitting heeft voorgelezen en waarin Varlez
als wenschelijk uitspreekt, dat Arbeids
beurs en werkloozenfonds door één hand
bestuurd worden.
De heer Goslinga wil nog een enkel
woord zeggen.
Hij heeft nu den heer De Bruin hooren
zeggen, dat het bezwaar .hierin bestaat,
dat, als menschen zich aansluiten bij het
werkloozenfonds, zij dit ook moeten doen
bij de Arbeidsbeurs.
Dit is voor spr. abracadabra.
De beurs is een zelfstandige instelling,
en hoe kunnen werklieden zich daarbij
aansluiten? Met of zonder werkloozenfonds
zullen zij dagelijksch zich aan de Beurs'moe-
ton aanmelden om door haar tusschen-
komst werk te vinden.
Spr. ziet nog steeds niet nj' jyat het
principieel bezwaar is. Door don heer De
Bruin is gezegd: wanneer de x-egelinghier
was als te Straatsburg, zouden wij er
geen bezwaar tegen hebben. Daar is één
besturende hand voor beide instituten,
hier één commissie, die beide instituten
leidt Het ia spr. onbegrijpelijk, dat in dit
verschil een principieel bezwaar zon kun
nen bestaan.
Ook bij de tweede rede van den heer
De Bruin heeft spr. tevergeefs geluisterd
of hij een principieel bezwaar zou hooren.
En dan heeft de heer Do Bruin ge
vraagd: welk politiek belang zou deS. D.
A. P. bij deze beweging kunnen hebben?
Spr. zou kunnen antwoorden, dat zij uit
gaat van de leer: vivent les principes,
périsse le monde. Dat is het Marxisti
sche stelsel. En waai- wij het doel weten,
begrijpen wjj dat dit de middelen heiligt.
En nu moet de heer De Bruin, niet
zeggen dat spr. diens eer tekort heeft ge
daan. Hij heeft gezegd dat de heer De
Bruin z. i. een oogenblik van zinsverbijs
tering gehad moet hebben, waar hij aan
spr. en zijn medestanders toeriep om deze
zaak zonder beginselen te bekijken.
De heer De Rru,in vindt de maniei
van debatteeren van den heer Wittkampf
veel beter dan die van den heer Goslinga
Spr. en zijn partijgereooten beschouwen niof
de afzonderlijke personen, maar het go
heel, Wanneer zij critiek uitoefenen. Als er
personen zijn die goede daden verrichten,
dan apprecieeren zij dit; maar de bour
geoisie in haar geheel kan er niet toe
overgaan de arbeide-s flink te helpen.
Spr. beroept zich bij zijn bestrijding niet
op de bewering van een redactie, maar
ojj statuten en op den brief hem door den
heer Varlez toegezondpn.
Spr. zal niet trachten den heer Goslinga
te helpen bij hot zoeken naar principes
waarom de scheiding bier gewenscht wordt
Mas--' als de heer Goslinga tegen hem
gaat uitspelen het Marxisme, als deze zegt,
dat do Schiedamsche afdeeling daardoor be
zield is, dan moet spr. toch zeggen, dat
hij er niets van weet. Schiedam plaatst zich
juist op het revisionistisch standpunt.
Het spijt spr. ook, dat hier wordt toege
staan den goeden naam van een afwezige
aan te tasten, om telkens woorden aan
te halen en die aan een bepaald persoon
toe te schrijven, terwjjl die woorden uit
hun verband gerukt zjjn en daardoor een
andere beteekenis hebben gekregen.
Wildo spr. een dergelijke weg opgaan,
hy zou ieder oogenblik de bekende lintjes-
geschiedenis van dr. Kuyper kunnen aan
halen.
Be Voorzitter: De heer Goslinga gaf
een citaat.
Den heer v. "Wies tend or p meent, dat
de Raad zich' niet zal verwonderen wan
neer hij zegt, dat hij niet met het advies
van B. en W. is meegegaan.
Bij de stichting van het werkloozenfonds
heeft men een bepaald doel gehad. Dat
doel is niet bereikt.
Waar de vereenigingen, die niet verdacht
kunnen worden onder socialistischen in
vloed te staan, zich' tegen de bestaande
regeling verzetten, daar blijkt toch', dat die
in werkelijkheid niet goed is.
Do gemeente heeft indertijd werk ver
schaft. Spr. had zich toen voorgesteld, dat,
als het werkloozenfonds gekomen zou zijn,
men dan zoover gevorderd was, dat de
werklieden voldoende zouden geholpen zijn
om den winter door te komen.
En hoe is het nu geworden?
BIMEÏÏLAND.
Hofberichten..
H. M. do Koningin-Moeder beeft
avond in' het Gebouw voor Kunsten
tensch'appen in Den Haag een concert van
de christelijke zangvereeniging Hosanna bij
gewoond,
ister-
en We-
Z. K. H. Prins Hendrik heeft gistermid-
middag andermaal een bezoek gebracht aan
mr. R. baron van Zuylen van Nijovelt, ja-
germeester der Koningin en burgemeester
van Wassenaar.
Onze Marine.
Blijkens bij het departement van marine
ontvangen bericht is Ilr. Ms. pantserschip
Heemskerck, onder bevel van den kapitein
ter zee G. L'. Goedhart, 27 dezer van Ma.
laga vertrokken.1
BotterdamBolfsbaven.
Naar aanleiding van de 25-jarige ver-
eeniging van Rotterdam en Delfshaven, zal
in het archiefgebouvv aan de Mathenesser-
laan een tentoonstelling worden gehouden
van archiefstukken, teekeningen, prenten
enz., betrekking hebbend© op Delfshaven'
van 30 Januari tot en met 5 Februari.
Gemengd Nieuws.
Bescheiden redder.
In de Kerstweek heeft een schippers
knecht, woonachtig te Oud-Vossemeer, met
levensgevaar een meisje uit het Kanaal te
Neuzen gered, en op de vraag, wien de
redding te danken was, alleen geantwoord
„Dirk". Men kwam echter ook zijn woon
plaats te weten, en er werd een brief
kaart naar Oud-Vossemeer gezonden, met
verzoek, die ter hand te stellen aan,,Dirk",
dio deze daad had verricht; er werd ver
der in vermeld, dat voor hem een som
goldste Neuzen ter beschikking lag.
„Diik" was weldra gevonden, ofschoon
hij met zijn 'daad niet te koop had ge-
100pen en het verrichte zijn plicht noem
de, waarom hij er dan ook geen geld
voor wenschte. Hij heeft evenwel aan het
verzoek op de briefkaart gedaan, om zijn
nader adres te willen mededeelen, vol
daan.
Het geredde meisje is een dochter vare
den directeur van een suikerbietenfabriek
te Werkendam, en was te Neuzen met 'n zus
ter in do Kerstdagen gelogeerd.
Fan een getuigeeen ham en nog wat.
Iemand uit Vaals moest in Maastricht
als.getuige voor de rechtbank verschijnen.
Daar hij zoo goedkoop in de hoofdstad
kwam, greep hij de gelegenheid aan, de
blommetjes eens flink buiten te zetten.
En na, z'n „Scbuldigkeit" in de rechtbank
gedaan te hebben, streek hij zijn getuig-en-
geid op en dwaalde de stad rond. Een
Maastrichtenaar had den vreemdeling al
gauw in de gaten en stelde hom voor,
zijn gids te zijn. Zoo zeulden ze samen
de stad rond.
Opeens vond de Vaalsenaar dat hij als
souvenir een echte droge „schink" voor
zijn „waif" moest meenemen. Aldus ge
schiedde... Voor f6 koopt do grensbe
woner een mooie ham. Hij betaalt wel,
maar neemt hem voorloopig nog niet mee.
Dan geeft do Vaalsenaar z'n wensch te
kennen een „lollig café" te willen bezoe
ken.
Bids zeilt men hem zoo'n café ire
Er gaat geen dag, bijna geen uur voorbij 'I bevalt den vreemdeling uiterst goed. Uit
of er staat iemand, voor hem die werk j dank krijgt de Maastrichtsche gids een
|vraagt. Dio allen kunnen niet aan werk
geholpen worden, omdat het er niet is.
Dat had voorkomen kunnen worden, in
dien aan het bezwaar der werklieden ware
tegemoet gekomen.
Wat was het doel van het werkloozen
fonds? Immers dat de werklieden zelf een
verzekering zouden in het leven roepen
en daarbij steun zouden krijgen van de
gemeente.
Ejn spr. heeft herhaaldelijk gevraagd
waarom wilt ge niet aan den wensch der
vakvereenigingen gevolg geven. En het ant
woord is steeds: de beido instellingen moe
ten bij elkander blijiven.
Als spr. zijn opinie eens prijs geeft voor
die van een ander, omdat hij daarmede
meer goed bereiken zal, dan acht hij zich
daardoor niet lager maar hooger dan an
deren die dit niet doen.
In het belang der arbeiders is het ge
wenscht, dat de Raad zijn standpunt ver
laat.
Spr.^ herinnert aan de vergadering die
indertijd in Musis is gehouden, waar spr.
de overtuiging kreeg, dat allo vakvereeni
gingen het met alkaar volkomen eens wa
ren. Daarna is echter plotseling een ge-
deelto van deze van standpunt veranderd.
Hoe en waarom zijn zij veranderd? Dat
is voor spr. nooit heel duidelijk geweest.
Maar hoe dit ook zij, de praktjjk eischt
dat de menschen geholpen worden, en
daarom hoopt spr., dat h'et voorstel-dq
Bruin zal worden aangenomen.
Het voorstel-de Bruin wordt ondersteund
door de hoeren Koopmans en v. Westent
dorp.
In stemming gebracht, wordt het ver
worpen met 13 tegen 4 stemmen.
Vóór stemmen de heeren v. Westendorp,
de Bruin, Kranen en Kpopmans.
Tegen stemmen de heeren, Goslinga,
Klein, v. d. Drift, v. d. Meer, Smit, Wit-
kampf, mr. Jansen, v. d. Velden, L'agerweij
en de Voorzitter.
kwartje fooi.
Deze af... Gaat naiv den slachter en
haalt namens den vreemdeling de ham
af. Dan gaat hij de „schink" verkoopen
voor f 2.50, om voor die opbrengst de
noodige biertjes op te nemen. Dan meldt
bij zich zoo dronken als een oorlogsschip
bij de politie aan; doet aangifte van de
oplichterij.
Eenige minuten vroeger had de Vaalse
naar zelf aangifte van 't zaakje gedaan.
Slot van de historie:
De Vaalsenaar zonder schink naar Vaals;
de gids met twee processen-verbaal in
de doos.
Doodelijke val.
Gisternamiddag is een 23-jarig stukadoor
te Rotterdam, in de in aanbouw zijnde
gebouwen van de firma II. S. Stokvis
Zn., aan do Westzeedijk, door mis fe
stappen achterover van een stelling ge
vallen. De man kwam met h'et hoofd op
een betonvloer terecht, kreeg een schedel
breuk en overleed aan do gevolgen.
Mandei en Bedrijf.
LEEUWARDEN, 27 Jan.
Boter. Boereboler, Aanvoer: 5 4, vaten.
Fabrieksboter 57.58.50. Aam-
voer 8 4, 39 vaten.
Noteering van de Commissie, le kwal.
Fabrieksboter 58.
Noteering vin de Commissie der Yer. van
Boter- en Kaashandelaren in Friesland, le
soort Fabrieksboter 58.50.
PARIJS, 27 Jan.
Spiritus zeer kalm; per hectoliter: per
Jan. fr. 59.betaald, per Febr. 59.50
dito, per Maart-April fr, 60.50 dito, per 4
'maanden van Mei fr. 61.50 h 61.25 dito
per'4 eerste maanden fr.; 48.25 ft 48.50,
per 3 maandon van Oct. fr. 46.50 betaald.
HAMBURG, 27 Jan.
Petroleum. Pennsylvanische in loco mk.