van derlijk zijn^gehouderè Dat schijnt dus geen bezwaar op te leveren. In Rotterdam kan men zich' aan het werkloozenfonds aansluiten zonder tevens in verband te komen, met de Arbeidsbeurs. In de bakermat van het stelsel, Gent, dwingt dus het werkloozenfonds de ar beiders niet, dingen te doen die tegen hei redelijke ingaan. De praktijk van het toegepaste stelsel hier is wel treurig. Schiedam wist natuurlijk beter hoozoo'n regeling moest zijn, dan tie menschen el ders, die ervaring hadden. Men heeft gezegd: probeer bet eerst eens, laten we eerst deze regeling eens op proef stellen. iWehm, er is een eerlijke proef geno men. En vraag het nu aan allen die daar over kunnen oordcelen, of wat bereikt is, ook maar ecnigszins bevredigend ge acht kan worden. Naar spr.'s meening is do goheelo zaak, die zoo mooi had kun nen zijn en die volstrekt geen partijzaak .was en aller instemming genoot, verlaagd tot een subsidie aan een paar vcrconi- gingen, die aanvankelijk hetzelfde stand punt innamen als de overige vakvereeni gingen en tegen de nadeelige wijzigingen in den beginne evenzeer oppositie heb ben gevoerd als de andere, maar die tijdig den nek bobben' gebogen. Men moet er niet te vast op gaan, dat men de vakvereenigingen er wel toe zal krijgen om zich' toch nog aan to sluiten. Zij verkoopon haar beginsel niet. De werkloozenverzekering staat eigenlijk buiten de politieke en kerkelijk» overtui gingen. Het recht om te eischen, dat de vak vereenigingen zich zullen buigen voorden wil van den Raad, kan spr. niet anders noemen dan het recht van don sterkste. De vakvereenigingen worden hier vaak genegeerd, alleen in, „goede" oogenbhkken neemt men van haar wenschen of mee rlingen nota. Door spr. is echter herhaaldelijk gezegd wij kunnen do vakvereenigingen niet moei missen en ook hier is gezegd: als ge deze factoren noodig hebt, waarom ze dan nu neergeslagen? Gij hebt aan die vakver eenigingert niets te verzoeken, gij hebt u slechts met ben te verstaan om de be- bezwaren, die haar nu weerhouden zich aan het werkloozenfonds aan te sluiten weg to nemen. Spr. komt op tegen het negeeren den wensch der vakvereenigingen, waar tegen de Raad ingaat en zoodoende de verwezenlijking van het met zooveel ver wachting tegemoet getreden doel onmogr lijk maakt. En dit op welke gronden? Als spr. bet advies leest, dan kan hij geen enkel steekhoudend argument ontdek- ken, en daarom is spr. wel benieuwd wat hij nu zal hooren aanvoeren. Maar toch vreest spr., dat er weinig hoop is op aanneming van zijn voorstel. Misschien zal men weer de lijn, getrokken zien, die we hier altijd kunnen waarnemen, de lijn tusschcn rechts en links. Spr. zou dit zoo gaarne anders zien. Hij hoopt, dat, wanneer straks gestamd zal worden over het voorste], dat van zoo veel boteekonis is voor dc kleine luyden, de vertegenwoordigers dier kleine luyden althans eens voor den, dag zullen komen Hij hoopt dat deze bespreking er iets toe zal bijdragen om te komen tot hot doel: de bestrijding der grooto ellende van de werkloosheid. Do lieer G os 1, in ga heeft het woord gevraagd om het prae-advies van B. en \V. toe te lichten en te verdedigen. Het komt spr. voor, dat do hoer De Bruin een oogenblik aan zinsverbijsteiing heeft geleden toen hij in, oen zoo vol maakt propagandischc speech zeide dat bij dit onderwerp geen politieke of gods dienstige vraagpunten zich voordeden en dit nog wel door iemand, die geheel op hel Marxistische standpunt staat. Als spr. zoo iets gezegd had of een der katholieke leden, die deze verzekering stel len in de neutrale zone, zou di( meer ver klaarbaar zijn geweest. Maar dat iemand van socialistische beginselen zoo iels zegt, begrijpt spr. niet. Hij kan dat niet anders beschouwen als een uiting van oogenblik- kelijke zinsverbijstering. Do heer De Bruin heeft de vrees geuit, dat raadsleden onder den invloed zouden staan van een locaal orgaan, maar waarom heeft hij dan de argumenten daartegen niet gegeven. Die zijn nog steeds onbekend en onduidelijk. In de adressen van adhaesie is gezocht, in do hoop argumenten te zullen vinden. Maar hot eenigo wat daarin staat, is:wo willen het gr<mg. [Waarom Het wordt er niet gezegd, Ook uit de toelichting op enkele adres sen is het „waarom?" niet duidelijk ge worden. Geen enkel argument is gegeven .waarom men de scheiding der beide in-, stellingen wenscht. Toen heeft spr. gezocht of er misschien in eenig plaatselijk orgaan daaromtrent iets te vinden was. Rn eindelijk is een argument gevonden, n.l. dat art. 9 van het "werkloozenfonds do mogelijkheid niet uitsluit, dat wcrklooze arbeiders zouden kunnen worden aangewezen voor arbeid, .waar oen arbeidsconflict bestaat. Maai- de Arbeidsbeurs levert geen arbeiders. Even min als de Effectenbeurs effecten levert, evenmin levert de Arbeidsbeurs arbeiders. Het is dus eenvoudig onmogelijk dat do Arbeidsbeurs de werklieden tot onderkrui- j«.rsdiensien £ou kupnen verlokken. Deze bewaring is nooit door den beer De Bruin en dat strekt hem tot eer als argu ment aangevoerd; daardoor zou zijn po sitie ook niet sterker zijn geworden. „Hot gaat tegen hot redelijke in," heeft de heer De Bruin gezegd,"bij de vermel ding van wat de meening van tien heer Varlez is. Ook spr. heeft de litteratuur over dit om der werp gelezen, en dat ia een mer h boirc. Daarbij hebben hem enkele gedeelten bizon der getroffen. Zoo vond hij in een der artikelen over do congressen van Directeuren van Arbeids beurzen, nadat er op gewezen was dat er verschillende punten zijn, welke op die con- giessen besproken zouden kunnen worden „Wij denken b.v. aan de vraag of een innige band van Beurs en Gemeentelijk Werkloo zenfonds (volgens hot zuivere Gentsche stel sel, of volgens een dat moer vim het Noor- scho heeft) al dan niet wemschelijk is. Wij voor ons zouden haar bevestigend beant woorden En verder„Voor een nauwen band van Beurs en Werkloozenfonds is alles te zeg gen de beurs krijgt weer dieper kennis van dien toestand op de arbeidsmarkt, en bet werkloozenfonds wordt niet aangesproken voor meer dan waarlijk noodig is; Dit kan dus wel als een direct antwoord aan den heer De Bruin beschouwd worden, die zegt dat splitsing geen enkel offer zal kosten oen splitsing kan wel degelijk een offer Wen. de directie dm- Beurs on dc admi nistratie van het fonds in één hand, zal de grootste waarborg geven togen, misbruiken. Afgescheiden van deze overwegingen, schijnt niet andeis dan juist dat de gemeente het haar bemoeiingen op het stuk van dat deel de: arbeidsaangelegenlicden, welke do zorg dat er geen broodolooshaid boerse lit betref fen, concentreert. Als de medewerking van patroons en vvciklioden slechts niet uitblijft, 011 niet allerhande, dikwijls nog onjuiste, theoretische bezwaren opgeworpen worden tegen het niettemin burgerrecht verkrijgend instituut der beurzen, zullen deze eerlang de otipai tiidiee iaagbnak worden voor ge meentebesturen en particulieren Ziedaar een argument voor den heer De Bruin. Voorts leest spr. in een artikel over het „Genitscho stelkd" in Straatsburg. Ook daar een innigere band tusschcn Arbeid bent en Werkloozenfonds. De redactie gaat in dat artikel het verslag vtui dat instituut na en trekt daaruit de eonslusie: „Wij hebben be verslag met" klim mende belangstelling gelezen, omdat wij er in bevestigd zagen de door ons stetxls aun- gehangen stelling, dat de vakvweenigingen en de Gemeente hetzelfde belang bobben bij medewerking en do arbeiders voor de toe passing van liet Gentslhe stelsel, en dat één sturende hand te heikennon moet vallen in de handelingen van beurs en fonds". Er is dus ook uit de litteratuur aangetoond, dat het niet juist is dat „Sshiehim wel weer wat meer wilde weten dan andoren die reeds er varing hebben", zooals de heer De Bruin zei. Daar spreken menschen die meer verstand in hun pink hebben dan de heer De Bruin in zijn hecle lichaam; daar spreekt dit arti kel zich toch duidelijk uit vóór een instelling zooals die hier is. Er rijn vele voorbeelden te noemen waaruit blijkt dat een nauwe verbinding tusschcn beide instellingen ge- wenscht is. In Engeland werd door minister Burns, den werkman-minister, hetzelfde principe neergelegd als ligt in ons art. 5, in een wetsontwerp betreffende do Arbeidsbeurzen. Voorts heeft de heer De Bruin nog heel Wat gezegd, dat feitelijk niet in verband staat met het onderwerp. „Do cellen zijn niet gezond". Maar de weg ter genezing, dooi hem aangewezen, verzorging, zou er toe leiden, dat weldra de gchcele maatschappij ziek zou zijn. liet is zoo dwaas van de vak vereenigingen^ zegt spr., dat zij zich niet willen aansluiten, er is geen enkel principe daarbij gemoeid. De heer De Bruin heeft nog steeds niet aangetoond welk beginsel zij zouden moeten opofferen. Spr. gelooft werkelijk, dat ala de vakver eenigingen eens goed konden hooren hoe de zaak eigenlijk is en uit een onpartijdig ver lag dit nog eens konden lezen, zij zich zou den oiüirekken aan hun partijleiders. De menschen worden van het fonds met opzet door dezen afgehouden. Die hoeren zijn niet tevreden te stellen. Toch heeft spr. nog wel de hoop, dat de menschen zullen inzien dat ze door hun leiders misleid worden en dat de Raad het goede met hen voor heeft. Dan zal liet werkloozenfonds een goede toe komst tegemoet gaan. De heer De Brui n wenscht nog iets te zeggen. Wie liet met den heer Goslinga oneens is, heeft of geen „norm van zedelijkheid", of lijdt aiui zinsverbijstering. Spr. zal daarop dus maai* niet ingaan. Deze heeft van zulke bestrijding het monopolie. Verwonderlijk is het echter dat de heer Goslinga heeft verklaard dat spr. een door hem vermelde bewering nooit, als argument hoeft gebruikt, wat rijn standpunt, hadde hij liet gebruikt, niet versterkt zou hebben. Dat is weer wat bemoedigend. Waar t.pr. een enkel woord heeft gezegd over een stuk in de „N. S. Ct.", daar wordt hem toegevoegdwaarom hebt ge uw stand punt niet uiteengezet? Maar spr. had daar tegenover geen standpunt bloot te leggen. Spr. had de Verordening voor zich. Het zoeken door den heer Goslinga naar argumenten, noemt spr. vrij naïef. Als spr. die had willen geven, zou hij daarover no°- wel een paar uren kunnen uitvreL rei. En zou men werkelijk de argume Ren n ken nen die dc vakvereenigingen leiden? Weet men niet dat de vakvereenigingen een prin cipieel bezwaar hebben tegen de beurs? En nu zegt de heer Goslingade vakver eenigingen liehoeven niet ongerust te rijn, want de Beurs levert geen arbeiders, dus ook niet onderkruipers en dus doet de bepaling geen kwaad, maar 14 dagen, geleden heeft de Beurs nog menschen gestured naar No bels in Haarlem, waar een staking heerscht. De Beurs deed daarmede haar plicht over eenkomst,itg de verordening, maai- daarmede is juist het bezwaar der vakvereenigingen duidelijk gemaakt-. Echter de vakvereenigingen vragen niet: mank een andere verordening voor de -Ar beidsbeurs zij vragen alleenmaak het Werkloozenfonds los van de Arbeidsbeurs. Tegenover de Arbeidsbeurs heeft de Ge- meente een taak, maar ook tegenover het Wei klooze n fonds. Spr. zal niet zeggeu dat de heer Gos linga aan zinsverbijstering lijdt, rami' in tegenstelling van diens beweren), wil spr. nadrukkelijk verklaren dat hij en zijn partij genooten nooit de scheiding der beide insti tuten heeft verdedigd. Een voorbeeld daar voor ia Straateburg. Wij hebben nooit ge zegd dat samenkoppeling niet gewensebt zou zijn. Maar in geen der plaatsen waar de beide instituten bestaan, wordt gevergd dat wie zich aansluit bij het Werkloozenfonds, dat ook moet toen bij de Arbeidsbeurs. Als tus schcn die beide instituten een scheiding bleef, dan zou de administratie toch wel ver- ernigd kunnen blijven, zonder dat daarin vooi spr. en zijn medestanders eenig bezwaar zou bestaan. Aan de Arbeidsbeurs klampt de heer Gos linga zich vast en spr. laat d.ie juist los. Nog wil spr. opkomen tegen de insinua tie, door den heer Goslinga uitgesproken, als zon de beweging tegen de samenkoppeling noodig zijn voor politieke bedoelingen. Als de heer Goslinga werkelijk in deze beweging politiek zoekt, laat deze dan eenst eens loe ren wat politiek is. Welk voordeel zou daar in nu voor zijn partij kunnen liggen? De ka tholieke partij heeft aanvankelijk hetzelfde standpunt ingenomen en verdedigd. Alleen heeft deze partij later den nek gebogen. Spr. ontkent nadrukkelijk, dat in deze beweging eenige politieke bedoeling schuilt Wel heeft de sociaal-democratische partij oen afzonderlijk standpunt in deze. maar de beer Goslinga zal niet zóó oneerlijk zijn om niet te erkennen dat wij in alle andere plaatsen hebben medegewerkt om Beurs en werkloozenfonds to doen slagen. Wij weten, dat, zoolang het tegenwoordige regime aan het bewind is, wij altijd wat te reclameeren zullen hebben. Wij zijn zelfs dankbaar wanneer ons daartoe aan leiding gegeven wordt, al bestrijden wij dan ook met overtuiging die aanleiding. Als de heer Goslinga ook de litteratuur der S. D. A. P. over dit onderwerp kent, dan weet hij dat deze soort verzekering tot nog toe als de eenige nuttige wordt erkend en do sociaal-democraten de taak hebben daaraan krachtig mede te werken. Zij werken dan daaraan van harte mee, maar niet wanneer er een regeling is, zooals die hier is gemaakt. Als de heer Goslinga zegt: ik heb geen argumenten gehoord, dan antwoordt spr. onze argumenten zijn de feiten, die allen kennen. En waar de lieer Goslinga hoopt, dat de menschen eens zullen nooren hoe de zaak eigenlijk is, daar zegt spr.: gij hebt de gelegenheid gehad uw idee aan de menschen te brengen. En voorts: als zij een neutraal verslag kregen over deze kwestie. Welnu, dat is hun reeds gegeven. Men kan natuurlijk de oogen dicht doen voor principieel© bezwaren vair anders denkenden; vroeger besliste men eenvou dig: hangen maar; die tijd is echter voorbij. Het spijt spr. zeer, dat op zijn eerste rede geen principieel, maar een 2 klein" debat gevolgd is. De heer Wiitljkampf merkt op, dat de beer De Bruin heeft gezegd, dat diens fractie altijd in de oppositie zal zijn zoo lang de bourgeoisie aan het bewind zal zijn. Doch met de fractie-De Bruin is niet te redeneeren. Doet men niets voor dd werk liedenverzekering, dan zeggen ze: ge hebt menschen niet noodigdoet inen er wol wat voor, dan zeggen ze: ge wilt zo valide houden 0111 zo later weer te kunnen ge bruiken. Bij die fractie schrijft men aan de bourgeoisie alleen toe eigen, vuig, winst bejag. Met zoo'ri fractie redeneert men niet Naai- aanleiding van wat de heer De Bruin heeft gezegd over spreker's bewe ren omtrent het standpunt van Varlez, leest hij nog eens voor uit de „Gemeente stom wat hij ook reeds ten pleiziero van den heer De Bruin, in een vorige zitting heeft voorgelezen en waarin Varlez als wenschelijk uitspreekt, dat Arbeids beurs en werkloozenfonds door één hand bestuurd worden. De heer Goslinga wil nog een enkel woord zeggen. Hij heeft nu den heer De Bruin hooren zeggen, dat het bezwaar .hierin bestaat, dat, als menschen zich aansluiten bij het werkloozenfonds, zij dit ook moeten doen bij de Arbeidsbeurs. Dit is voor spr. abracadabra. De beurs is een zelfstandige instelling, en hoe kunnen werklieden zich daarbij aansluiten? Met of zonder werkloozenfonds zullen zij dagelijksch zich aan de Beurs'moe- ton aanmelden om door haar tusschen- komst werk te vinden. Spr. ziet nog steeds niet nj' jyat het principieel bezwaar is. Door don heer De Bruin is gezegd: wanneer de x-egelinghier was als te Straatsburg, zouden wij er geen bezwaar tegen hebben. Daar is één besturende hand voor beide instituten, hier één commissie, die beide instituten leidt Het ia spr. onbegrijpelijk, dat in dit verschil een principieel bezwaar zon kun nen bestaan. Ook bij de tweede rede van den heer De Bruin heeft spr. tevergeefs geluisterd of hij een principieel bezwaar zou hooren. En dan heeft de heer Do Bruin ge vraagd: welk politiek belang zou deS. D. A. P. bij deze beweging kunnen hebben? Spr. zou kunnen antwoorden, dat zij uit gaat van de leer: vivent les principes, périsse le monde. Dat is het Marxisti sche stelsel. En waai- wij het doel weten, begrijpen wjj dat dit de middelen heiligt. En nu moet de heer De Bruin, niet zeggen dat spr. diens eer tekort heeft ge daan. Hij heeft gezegd dat de heer De Bruin z. i. een oogenblik van zinsverbijs tering gehad moet hebben, waar hij aan spr. en zijn medestanders toeriep om deze zaak zonder beginselen te bekijken. De heer De Rru,in vindt de maniei van debatteeren van den heer Wittkampf veel beter dan die van den heer Goslinga Spr. en zijn partijgereooten beschouwen niof de afzonderlijke personen, maar het go heel, Wanneer zij critiek uitoefenen. Als er personen zijn die goede daden verrichten, dan apprecieeren zij dit; maar de bour geoisie in haar geheel kan er niet toe overgaan de arbeide-s flink te helpen. Spr. beroept zich bij zijn bestrijding niet op de bewering van een redactie, maar ojj statuten en op den brief hem door den heer Varlez toegezondpn. Spr. zal niet trachten den heer Goslinga te helpen bij hot zoeken naar principes waarom de scheiding bier gewenscht wordt Mas--' als de heer Goslinga tegen hem gaat uitspelen het Marxisme, als deze zegt, dat do Schiedamsche afdeeling daardoor be zield is, dan moet spr. toch zeggen, dat hij er niets van weet. Schiedam plaatst zich juist op het revisionistisch standpunt. Het spijt spr. ook, dat hier wordt toege staan den goeden naam van een afwezige aan te tasten, om telkens woorden aan te halen en die aan een bepaald persoon toe te schrijven, terwjjl die woorden uit hun verband gerukt zjjn en daardoor een andere beteekenis hebben gekregen. Wildo spr. een dergelijke weg opgaan, hy zou ieder oogenblik de bekende lintjes- geschiedenis van dr. Kuyper kunnen aan halen. Be Voorzitter: De heer Goslinga gaf een citaat. Den heer v. "Wies tend or p meent, dat de Raad zich' niet zal verwonderen wan neer hij zegt, dat hij niet met het advies van B. en W. is meegegaan. Bij de stichting van het werkloozenfonds heeft men een bepaald doel gehad. Dat doel is niet bereikt. Waar de vereenigingen, die niet verdacht kunnen worden onder socialistischen in vloed te staan, zich' tegen de bestaande regeling verzetten, daar blijkt toch', dat die in werkelijkheid niet goed is. Do gemeente heeft indertijd werk ver schaft. Spr. had zich toen voorgesteld, dat, als het werkloozenfonds gekomen zou zijn, men dan zoover gevorderd was, dat de werklieden voldoende zouden geholpen zijn om den winter door te komen. En hoe is het nu geworden? BIMEÏÏLAND. Hofberichten.. H. M. do Koningin-Moeder beeft avond in' het Gebouw voor Kunsten tensch'appen in Den Haag een concert van de christelijke zangvereeniging Hosanna bij gewoond, ister- en We- Z. K. H. Prins Hendrik heeft gistermid- middag andermaal een bezoek gebracht aan mr. R. baron van Zuylen van Nijovelt, ja- germeester der Koningin en burgemeester van Wassenaar. Onze Marine. Blijkens bij het departement van marine ontvangen bericht is Ilr. Ms. pantserschip Heemskerck, onder bevel van den kapitein ter zee G. L'. Goedhart, 27 dezer van Ma. laga vertrokken.1 BotterdamBolfsbaven. Naar aanleiding van de 25-jarige ver- eeniging van Rotterdam en Delfshaven, zal in het archiefgebouvv aan de Mathenesser- laan een tentoonstelling worden gehouden van archiefstukken, teekeningen, prenten enz., betrekking hebbend© op Delfshaven' van 30 Januari tot en met 5 Februari. Gemengd Nieuws. Bescheiden redder. In de Kerstweek heeft een schippers knecht, woonachtig te Oud-Vossemeer, met levensgevaar een meisje uit het Kanaal te Neuzen gered, en op de vraag, wien de redding te danken was, alleen geantwoord „Dirk". Men kwam echter ook zijn woon plaats te weten, en er werd een brief kaart naar Oud-Vossemeer gezonden, met verzoek, die ter hand te stellen aan,,Dirk", dio deze daad had verricht; er werd ver der in vermeld, dat voor hem een som goldste Neuzen ter beschikking lag. „Diik" was weldra gevonden, ofschoon hij met zijn 'daad niet te koop had ge- 100pen en het verrichte zijn plicht noem de, waarom hij er dan ook geen geld voor wenschte. Hij heeft evenwel aan het verzoek op de briefkaart gedaan, om zijn nader adres te willen mededeelen, vol daan. Het geredde meisje is een dochter vare den directeur van een suikerbietenfabriek te Werkendam, en was te Neuzen met 'n zus ter in do Kerstdagen gelogeerd. Fan een getuigeeen ham en nog wat. Iemand uit Vaals moest in Maastricht als.getuige voor de rechtbank verschijnen. Daar hij zoo goedkoop in de hoofdstad kwam, greep hij de gelegenheid aan, de blommetjes eens flink buiten te zetten. En na, z'n „Scbuldigkeit" in de rechtbank gedaan te hebben, streek hij zijn getuig-en- geid op en dwaalde de stad rond. Een Maastrichtenaar had den vreemdeling al gauw in de gaten en stelde hom voor, zijn gids te zijn. Zoo zeulden ze samen de stad rond. Opeens vond de Vaalsenaar dat hij als souvenir een echte droge „schink" voor zijn „waif" moest meenemen. Aldus ge schiedde... Voor f6 koopt do grensbe woner een mooie ham. Hij betaalt wel, maar neemt hem voorloopig nog niet mee. Dan geeft do Vaalsenaar z'n wensch te kennen een „lollig café" te willen bezoe ken. Bids zeilt men hem zoo'n café ire Er gaat geen dag, bijna geen uur voorbij 'I bevalt den vreemdeling uiterst goed. Uit of er staat iemand, voor hem die werk j dank krijgt de Maastrichtsche gids een |vraagt. Dio allen kunnen niet aan werk geholpen worden, omdat het er niet is. Dat had voorkomen kunnen worden, in dien aan het bezwaar der werklieden ware tegemoet gekomen. Wat was het doel van het werkloozen fonds? Immers dat de werklieden zelf een verzekering zouden in het leven roepen en daarbij steun zouden krijgen van de gemeente. Ejn spr. heeft herhaaldelijk gevraagd waarom wilt ge niet aan den wensch der vakvereenigingen gevolg geven. En het ant woord is steeds: de beido instellingen moe ten bij elkander blijiven. Als spr. zijn opinie eens prijs geeft voor die van een ander, omdat hij daarmede meer goed bereiken zal, dan acht hij zich daardoor niet lager maar hooger dan an deren die dit niet doen. In het belang der arbeiders is het ge wenscht, dat de Raad zijn standpunt ver laat. Spr.^ herinnert aan de vergadering die indertijd in Musis is gehouden, waar spr. de overtuiging kreeg, dat allo vakvereeni gingen het met alkaar volkomen eens wa ren. Daarna is echter plotseling een ge- deelto van deze van standpunt veranderd. Hoe en waarom zijn zij veranderd? Dat is voor spr. nooit heel duidelijk geweest. Maar hoe dit ook zij, de praktjjk eischt dat de menschen geholpen worden, en daarom hoopt spr., dat h'et voorstel-dq Bruin zal worden aangenomen. Het voorstel-de Bruin wordt ondersteund door de hoeren Koopmans en v. Westent dorp. In stemming gebracht, wordt het ver worpen met 13 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de heeren v. Westendorp, de Bruin, Kranen en Kpopmans. Tegen stemmen de heeren, Goslinga, Klein, v. d. Drift, v. d. Meer, Smit, Wit- kampf, mr. Jansen, v. d. Velden, L'agerweij en de Voorzitter. kwartje fooi. Deze af... Gaat naiv den slachter en haalt namens den vreemdeling de ham af. Dan gaat hij de „schink" verkoopen voor f 2.50, om voor die opbrengst de noodige biertjes op te nemen. Dan meldt bij zich zoo dronken als een oorlogsschip bij de politie aan; doet aangifte van de oplichterij. Eenige minuten vroeger had de Vaalse naar zelf aangifte van 't zaakje gedaan. Slot van de historie: De Vaalsenaar zonder schink naar Vaals; de gids met twee processen-verbaal in de doos. Doodelijke val. Gisternamiddag is een 23-jarig stukadoor te Rotterdam, in de in aanbouw zijnde gebouwen van de firma II. S. Stokvis Zn., aan do Westzeedijk, door mis fe stappen achterover van een stelling ge vallen. De man kwam met h'et hoofd op een betonvloer terecht, kreeg een schedel breuk en overleed aan do gevolgen. Mandei en Bedrijf. LEEUWARDEN, 27 Jan. Boter. Boereboler, Aanvoer: 5 4, vaten. Fabrieksboter 57.58.50. Aam- voer 8 4, 39 vaten. Noteering van de Commissie, le kwal. Fabrieksboter 58. Noteering vin de Commissie der Yer. van Boter- en Kaashandelaren in Friesland, le soort Fabrieksboter 58.50. PARIJS, 27 Jan. Spiritus zeer kalm; per hectoliter: per Jan. fr. 59.betaald, per Febr. 59.50 dito, per Maart-April fr, 60.50 dito, per 4 'maanden van Mei fr. 61.50 h 61.25 dito per'4 eerste maanden fr.; 48.25 ft 48.50, per 3 maandon van Oct. fr. 46.50 betaald. HAMBURG, 27 Jan. Petroleum. Pennsylvanische in loco mk.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 6