63"" Jaarganj
Zondag 19 Wlaart 1911.
No. 13564
Tweede Blad.
Uit de Tweede Kamer.
Door een courantenbericht
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl.1.25 franco
per post £1.1.G5,
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen. 1
I I
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn.
i Bureau: Lange Haven No. 141 (boek Korte Haven).
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fL 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regeL Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tol den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
De Kamer heeft met zeer groote meerder
heid hare Meun gegeven aan do verhooging
van HooldMuk X der Slimlsbcgrooting, iets
wat zeker in land bonnkringen met groot ge
noegen zal worden \eruomen. Men weet liet
ook daar, hoe de pmclijk met de lo-sen en
ervaringen tan de wetenschap haar voordeel
kan deen; men stelt er ook daar thans den
hoog-ten prijs op, dal het landbouwonderwijs
ten on/ent tot de hoogst beieikburc trap
wordt opgtnoerd.
Jloc is dat alles anders geweest. Het is
nog niet zoo\ele jaien geleden dat de IIol-
lumlsche boer zijn neus optrok voor de weten
schappelijke opleiding. Dat bij vreesde dat
daarvan slechts „heertjes" konden gekweekt
wenden, wier handen verkeerd zouden staan
in het bodriil. iloudt men daaibij in bet
oog, dat de Xedcrlandsche landaatd, die
coiisoivatiof ia, zulks zeker niet het minst
laat zien in don landbouwer, dan ia het be
grijpelijk, hoe hij van die „nieuwigheid"
niets hebben moest. Wij herinneren ons dan
ook den tijd, dat menige boer aan de kunst
bemesting niet aan wou, omdat vader en
gtoou ader ook nooit daaraan gedaan hadden.
Gelukkig, dal eone andere eigenschap Van
denzeifden Xederlandschcn boer de zaak ton
goede is gekomen.
1 Tij moge. namelijk conservatief zijn in
zijne denkbeelden, op hef stuk van. zijn por-
tunonnuie is li ij iit dien zin althans zeer
vooruilMrexcml, dat hij iedere progressie
daal in met de grcot.-tc blijdschap ontwaart.
Hm zoo is het gekomen, dat, toon hij z{ig,
dat de kimrtbomesting zijn buurman heol
wat meer van zijn land deed trekken dan
hem zelf, hij zich a abler Jut hoofd krabde»,
en zicli begon al' te vragen, of het ook tijd
werd eens anders te gaan doen dan vader en
giixitvader gedaan hadden. Het -tellen van
die vtaag, waarop het antwoord niet twijfel
achtig kon we/en, i« de oorzaak geworden
van de verzoening van den Nederkindschen
landbouwer niet de wetenschap, en de ze
genrijke gevolgen daarvan zijn niet uitgeble
ven. De intensiviteit van de cultuur is enorm
verhoogd; de grond brengt meer dan het
dubbele op van 25 jaar geloden.
In die korte beschouwing mag nu t onver
meld blijven, dat de instelling van liet Di-
i'oeteur-Geneiaalscliap van Landbouw, dat
we aan liet ministerie Pierson-Borgeshts dan
ken, zeer krachtig heeft bijgedragen, door de
voorlichting, die het gaf, om de passende
waardeering voor dc landbouwwetenschap bij
den hoer port te doen vatten. En eindelijk
hopen wij geen onrecht te doen aan de uil no-
monde eigenschappen van. den eersten direc
teur-generaal air. G. J. Siekesz, als wij in
dit verband er nog eens den nadruk op leg
gen, hoeveel Nederland in dit opzicht aan
Lovink, is verplicht. De groote kracht van
Izovink ging toch niet alleen uit van zijne
onbetw istlui e supérieure helt wan ml teden,
maar ook van het gioofe vertrouwen, dat de
landbouwers in hem hadden. Hen vertrou
wen, dat ze Sickesz. nooit hebben geschonken,
omdat hij niet een der hunnen, was, maar
wel aan Lovink, die in liet bedrijf zelf was
opgegroeidafgezien van liet leit, dut hij een
meester was in het overwinnen van inge-
rooste v ooi oord ooien.
Hen enkel vooibeeld. I.s het niet sterk,
dut op dit oogenblik, terwijl liet mond- en
klauwzeer in Groningen woedt, en dit be
streden wordt door afmaking van het be
smette vu" op groote schaal, er niet alleen
gecne enkele stem meer wordt vernomen, die
den moed heeft te vingen om daarmee op te
houden, maar integendeel een verzoek van
belanghebbenden de Regeering heeft bereikt
om toch vooral niet ie vroeg met die maat
regelen uit te scheiden. Al zijn er dan wik,
die uit verkeerd begrepen eigenbelang door
geheimhouding van liet euvel de bestrijding
bemoeilijken. Welnu, dat betere begrip, dat
uit dat -orzoek aan de Rcgoeting bleek,
daarvan kan do lieer Lovink genist zeggen
Dal is mijn werk.
Maar wij z.ouden over liet wetsontwerp
spreken, al staat het voorafgaande daarmede
in nauw verhandhet diende toch om aan te
toonen, hoe gunstig hot tijdstip was, om met
een wetsontwerp tot reorganisatie van ons
landbouwonderwijs te kome.n.
Wat wij behoeven in deze is drieërlei, lo.
De hoog wetenschappelijke opleiding, waar
van z.eer zek.-r in de eerste Maats ~*>bruik
zal moeten gemaakt worden door onze aan
staande landbouwlceraren, onze directeuren
van landbouwinstellingen, proefstations en
dergelijke, maar waarvan wij toch hopen,
dat op don duur on/e landbouwers, die z.ich
deze uitgave kunnen getroosten, hunne zonen
niet vet re zullen houden; 2o. eene middel
bare landbouw school, die do wetenschappe
lijke opleiding aan het landbouwbedrijf zal
geven, die het behoeft3o. cone opleidings
school voor do cultures in onze koloniën,
noodiger dan ooit, nu vooral Java en Suma
tra telkens nieuwe landhouwkrachton vragen,
pp. in do toekomst telkens meer zullen vra
gen, nu, gelukkig, het begrip doordringt, dut
„de gordel van smaragd, die zich om den
evenaar slingert", tot groote welvaart kan
gebracht worden door opvoering van het peil
van onzen land- en tuinbouw, waaraan onze
Lovink, die wij Tndié benijden, op dit oogen
blik zijne beste krachten wijdt.
Deze drieërlei opleiding Was tot nog toe
te Wageningen bijeen; maar hoe bijeen?
De hoogste opleiding was nog niet wat
ko wezen moest, hij gebrek aan de noo<
flige lee:krachten, lokalen en hulpmidde
len .Zo leed verder ouder het feit, dat de
leerkrachten, daarvoor ook voor een goed
vleet voor do middelbare school gebruikt
weiden; do omgang van do leerlingen
der Middelbare school met de stud en»
ten der lloogero Landbouwschool kwam
zeer zeker den eersten niet icn goede, wat
stellig geen uitleg zal behoeven voor ieder,
die wat van opvoedkunde weet; en ein
delijk werd do waarde van het hoogerc
diploma verminderd, omdat, vooral in do
tropen, men niet genoeg van de organisatie
van het Landbouwonderwijs afwist, om te
weten, dat er twee soorten „einddiploma's
voor Wageningen" waren. Bij gemis aan
ruimte kwam de koloniale opleiding niet
alleen niet tot haar recht, maar door haar
vermenging met de Ho landsche opleiding,
in dien zin, dat allen de eerste drie
jaren onderwezen worden in dc Holland,
sche land-, tuin- en boschbouw, gebeurde
hot maar al te vaak, .dat iemand, dio geen
diploma haalde (en zoo waren er zeer
velen) naar de tropen ging, zonder ooit
iets over do tropische cultuur gehoord
te hebben.
De Minister stelde met het oog op dit
alles voor: lo. de Rijks-hoogere land-, tuin
en bosclibouwschool te Wageningen te
houden, en tot honger peil op te voeren,
waarvoor hij f.'lO.GOO vroeg; 2o. de Mid
delbare school naar Groningen te verplaat
sen; 3o. dc koloniale school als apart
instituut te Deventer to vestigen.
en hun plotseling groote liefde daarvoor,
nu er „iets te haten was". Het was ver-
geefsch, dat hun zaak met kracht bepleit
werd door den heer Van Karnebeek, af*
gevaaidigdc voor Utrecht I, en dat hij
daarbij gcsecomleord werd du.rz'jn n. a.le
geestveiwanten, de herren De Re.iefott en
Tydemart. De laatste heeft een wa»m plei
dooi voor de Universitaire opleiding ge
houden, en kwam daarbij, wat dezen dl
gevaardigde anders zeer zelden g Meurt in
zeer ideale beschouwingen. Die opleiding
was noodig volgens de afgevaardigde v. or
Tiel, om ook onzen landbouwsfndenkn het
contact niet te onthouden met die cmmfn.e
mannen, wier invloed zoo enorm groot
is, dat htm onderwijs onuitwisehbare spo
ren achterlaat bij hen, die In hun jeugd
aan de voeten van zulke mannen hebben
gezeten.
De Minister bracht hem echter terug
op den beganen grond van feiten, toen
hij er op wees, dat van die nauwe aan»
raking in ^werkelijkheid niet veel terecht
komt, en dat die feitelijk onmogelijk is
bij bet groote aantal studenten, en de
Kamer heeft zich met zeer groote meerder
heid verkltiard voor de vestiging te Wat
geningen van de hooge school voor land
bouw, die dus zat zijn eea vakschool in
den besten zin des woords.
„Wie is daar?" Giavanni Guagni do
mooie Gian, liet van schrik zijn poe
derkwast vallen.
„Do kranten," antwoordde een vrouwe
lijke stem.
„Leg ze naast de schoenen?"
„Wjlt u koffie?"
„Je weet toch wol, Geggia, dat ik bel,
als ik koffie wil."
Berst toen hij zijn hospita hoorde weg
gaan, ging Gian verder met zijn toilet,
en haalde daarna de kranten binnen. Toen
hij dc iooncelkranl, ,.,llet Gordijn" zag,
snelde hij naar zijn bureau en begon 'te
lozen. Werkelijk was er een artikel aan
hem gewijd en droeg bet opschrift „Een
gelukskind". Uitvoerig werd meegedeeld
welk kolossaal succes zijn nieuw stuk, „dc
Onweerswolk" gehad had. Bovendien werd
bericht, dat de „mooie Gian zou gaan trou
wen met een bekoorlijke blondine".
Hij zat daar met open mond. Ilbe
kwamen men aan dat idiote idee? De dame
kon niemand anders zijn dan Ines Martini,
de premióre-amourouse van zijn gezelschap.
W,annccr had hij luiar liet hof gemaakt?
Wol was hij, vóór het contract met haar
afgcsloetn was, erg lief voor haar geweest,
maar later niet moer. En nu? Nu moest
hij naar de repetitie en haar daar ont
moeten. Vóór hij' er werk van maakte, het
bericht te logenstraffen, was hot misschien
beter eerst met Incs te sproken.
Op straat ging hij ieder en bekende uit
den weg en bereikte langs een omweg den
schouwburg.
Door een elegant heer vergezeld, kwam
de diva juist in oen putomobiel aan. en
begaf zich naar den directeur. „Hoe lang
zullen we nog de Onweerswolk spelen? Ik
wilde nu wel eens een ernstiger rol heb
ben."
JU woot heel goed, dat wij daar reeds
moeite voor doen en bovendien brengt „de
Onweerswolk" ons iederen avond uitver
kochte schouwburgen."
Paste het haar niet, iederen avond in
een zeer gewaagd négligé op het tooneeLto
verschijnen? Als zij nu nog werkelijk ver
loofd waren.Maar zij liet zich immers
iederen i avond door een heer naar den
schouwburg brengenui op zijn vraag, wie
die heer was, kreeg hij ten antwoord:
„Graaf Sacchini, van rijken adel"....
Als het praatje in de courant veld won,
zou het niet mogelijk zijn het continet,
dat hij mot lncs Martini voor den tijd van
drie jaar gesloten had, zelfs maar één jaar
vol te houden. Iiij had zich voorgesteld
met dit gezelschap een vermogen te ver
dienen en nu bedierf een onnoozol kran
tenbericht hem met enkele regels do ge-
heele zaak. En hoe kwam juffrouw Martini
er toe, tegenover den directeur zoo vreemd
op te treden? In plaats van openhartig
met hom er over te spreken, speelde zij de
belccdigdc onschuld. Zij had werkelijk reden
trolsch op de reclame lo zijn, die door de
verlovingsgeruchten gemaakt was, Maitr
misschien had zij zelf reeds het bericht
tegengesproken. En hoe moest men bij de
redactie thans zijn stilzwijgen uitleggen?
Hij ging, thuisgekomen, terstond aan zijn
schrijftafel zitten en schreef aan do redac
tie van „Het Gordijn" dat het'bericht van
Bij punt I heeft de discussie voorna
melijk geloop en over de vraag, of men
die Hoogere Landbouwschool to Wage»
ningen moest hebben of in een Univerei»
tcitsstad, om ze aan do tiaar bestaande
Universiteit te verbinden. Daargelaten, dat
oen beslissing in den laatstcn zin schatten
gelds zou bobben gekost omdat dan alles,
wat in den loop der jaren te Wageningen
voor het Landbouwonderwijs is gevestigd,
waardeloos zou woulvn, Wil het ons voor
komen, dat de afgevaardigde voor Brielle
gelijk had, toen hij zich ten sterkste ver
klaarde tegen het vastmaken van ons hoo
ger landbouwonderwijs aan een. Um'versi-
teit, op grond, dat we dan zonden krijt
gen een p'achtige propaedensis, waardoor
zeer knappe mensclicn zouden kunnen wor
den gevo'ind, die zem* goed in staat zul
len zijn het honger landbouwonderwijs te
volgen, als z ij daartoe eenmaal ko
men, maar waarvan het niet vaststaat dat
dit laatste zal gebeuren.
Dc vraag naar vastmaking aan het Uni-
voisitair onderwijs had kracht gekregen
door oen request van de Universiteit te
Utrecht, om die hoogere landbouwoploi-
ding aan haar school te verbinden. De
Utrcchtscho professoren hebben van dit
hun request geen pleizicr lnleefd, en heel
wat moeten hooren over hun absolute on-
veischilLighcid voor dat groote Volksbe
lang, dat landbouwonderwijs heet, zoo
lang dat te Wageningen gegeven werd,
zijn verloving niet alleen onjuist was, maar
ook geschikt om den vrede en het voort
bestaan van zijn gezelschap op liet ernstig
ste gevaar te doen loopen. Hij moest
daarom dringend om een tegenspraak van
het bericht verzoeken. Eerst toen de brief
in de bus geworpen Was, kroeg Gian Guagni
zijn kalmte terug, en zielsvergenoegd begaf
hij zich op weg naar den sohouwbutg. De
eerste, die hij onder do toeschouwers op
merkte, was graaf Sacchini,, die een reus
achtige monocle in zijn oog had, en met
deze monocle staarde bij bef gebeele tweede
bedrijf naar het tooneel, waar Ines haar
bekoorlijkheden ten toon stelde.
Den volgenden morgen vroeg reeds,
wachtte zij hem in den schouwburg op, en
op den arroganten toon, die lutar in den
laatstcn tijd meermalen eigen was, vroeg
ze: „Wanneer denkt u er nu eindelijk aan
„Les Amants" op te voeren??
„Ik denk den volgenden Maandag!"
„En „de Onweerswolk" verdwijnt dan
voor goed van hot tooneel?"
„Maar hef publiek vecht haast om de
entróe
„Dal kan mij niet schelen, een fatsoen
lijke dame kan zulk ccn rol niet spelen;
liet verwondert mij, dat u met uw fijn
gevoel niet op die gedachte gekomen
bent."
En de avond van do opvoering van „Les
Amants" naderde; hij werd een marteling
voor Gian, maar een triomf voor lncs. Vijf
bedrijven lang liefkoosde en kuste zij hert;
in haar oogen las 'hij, dat het niet slechts
comediespel was," en i toen zijn rol hem
deed zeggen„Ik kan de mensehert niet
.beletten je schoon te vinden en je te be-
Over de vestiging van de Middelbare
school te .Groningen is geen .verschil ge
weest Iedereen voelde, dat die Groningen
toekwam, eti voelde het dubbel na het
welsprekend woord van dr. Bos, waarin
hij een beeld gaf van alles, wat Bruno's
veste voor 'het Landbouwonderwijs had ge
daan, zonder eenige hulp van Rijkswege,
hoe of het de Groninger boeren zijn ge
woest, die het 'eerst begrepen hebben wat
die opleiding aan de Middelbare school
te Wageningen waard was; hoe het hun
zoons waren, die het grootste deel van de
leerlingen daar uitmaakten.
Maar over de vestiging van de koloniale
school te Deventer is wel debat geweest,
en zeer zeker geen verkwikkelijk debat,
omdat daarbij minder het landsbelang
dan wel hot d i s t r i rits belang op den
vooigrond stond. Er was een amendement
van dc hoeren Van. Letmep, Taf, Van
Wieher ,Passtoors en eenige anderen, door
den heer Roodbuijzcn ondeugend als het
amendement van de „heeren uit Haarlem
en Omstreken" betiteld, om de koloniale
school niet te Deventer te vestigen, maar
te Haarlem.
Wat zullen wij van dit amendement zeg
gen? We zullen volstaan met de zeer
juiste opmerking van den heer Ma reliant te
beamen, dat de heer Van Lennep in zijn
zeer geestige rede ter verdediging van het
amendement vetzuimd had, wat hij eigen
lijk had moeten doen. Hij had toch niet
moeten aantoonen, dat Haarlem ook ge
schikt was, maar dat Deventer, de plaats
door de Rogeering na inwinntng van het
advies haicr deskundigen aangewezen, on-
ge se hikt was. Volkomen juist; liet zou
er treurig uitzien, als de vestiging van de
koloniale s 'hooi stond of viel met een be
taalde plaats in het land.
De hoe. De Stoers, had met eenige an-
lir," le lea om amendement ingediend om
grcn bepaalde plaats vooralsnog te noe
men, man de keuze daarvan ter nadere
overweging aan den Minister over te laten,
maar dat tot eigenlijke strekking had eeri
poging te doen de school to Wageningen
te laten. Lij de veidediging daarvan nam
hij op vr- -makolijke wijze met de Haar»
lcmsche heeren een loopje, door met een
ernstig gezicht aan de Kamer te verzoeken
hem niet te verdenken van een geheim
bedoelen om de koloniale school te...
Weeit (het district van den heer Do
Stuers) te vestigen. Onbedaarlijk gelach
ging er op, toen mei üenzelfden onver-,
stoorbaren ernst betoogd werd, dat Weert
anders zeer geschikt zou zijn, omdat h"t
evenals Deventer 'ccn aantal handelaren,
heeft in koloniale waren, omdat het een
zeer stille plaats is, geschikt voor de stu
die, omdat et geen verleiding is, waar
spreker de zedelijkheid van de Weertsche
meisjes kan gaiandecren, en de statistiek
aanwijst, dat or in de honderd jaar maar
één onechte geboorte, voorkomt.
Het ain ndement Haarlem kreeg eindelijk
den doodsteek, toen de Minister, die allen
lof verdunt voor de wijze, waarop hij zijn
wetsontwerp verdedigde, aan de Kamer
de mcdedceling deed, dat hij oorspronkei
lijk met Haarlem over de vestiging van
de koloniale school aldaar onderhandeld
had, maar dat deze gemeente door gemis
aan toeschietelijkheid weinig blijk gaf veel
prijs op die vestiging te stellen. Dat De-,
venter daarentegen direct roegegrepen had,
en zich bereid had verklaard tot groote
offers om de school aldaar te krijgen, en
dat eerst toen do zaak met Deventer in
orde was, Haarlem gekomen was en zich
lot dezelfde offers als Deventer wilde bren
gen, bereid had verklaard. Haarlem heeft
nu tot zijn schade geleerd, dat wie het
onderste uit de kan wil hebben, het lid
op den neus valt, en we benijden de po
sitie van Burgemeester en Wethouders van
Haailem niet, als lion in den Haarlenn
schen gemeenteraad rekenschap van hun
handelwijze in deze mocht geviaagd wor
den.
liet amendement Haarlem kreeg slechts
21 stemmen van de 7S; het amendement-.
Do Stuers 22 van do 78, en het geehele
ontwerp werd. met slechts 10 stemmen
tegen aangenomen. Wij hopen, dat deze
reorganisatie van ons landbouwonderwijs
reeds zeer spoedig voor onzen landbouw
zulke zegenrijke gevolgen zal hebben, dat
deze tegenstemmers zullen moeten verkla
ren, dat ze zich hebben vergist.
gceren, maar ik weet, dat je mij alleen
liefhebt en dat is mij voldoende;" toen
kuste zij bom met zulk een hartstocht,
dat hij haast zijn zinnen verloor. Als in een
droom ging hij na afloop der voorstelling
naar zijn eenzame woning terug. Ze is
schoon als een engel, maar dat niet alleen,
ze is ook op en top een dame. Het zou
ten slotte nog zoo dom niet zijn, haar te
trouwen. Maar daar was immers een ver-
hihndcringzijn overhaaste lrief aan de re
dactie van „Het Gordijn".
Opgewonden en bevend wachtte hij den
volgenden Vrijdag het laatste nummer van
„Het Gordijn" af. Haastig doorliep hij het
blad van begin tot eind het tegenbericht
stond er niet in. Hij haalde verlicht adem.
Er was dus nog niets verloren. Hij nioost
naar buiten in de frissehe lucht, om tot
een besluit le komen. Op weg naar den
schouwburg ontmoette hij de diva, die in
gedachten verzonken, denzelfden weg ging.
„Goeden morgen, juffrouw Ines."
„Och, wat maakt u mij aan 't schrik
ken
„0, excuseer, maar zullen we niet samen
naar den schouwburg gaan?"
„Och, neen ik dank
„Ik begrijp, u wacht iemand."
„Neen, ik zeg het niet om mijnentwil;
maar wat zullen de bladen zeggen, als ze
ons hij elkaar zien?"
„U weet dus ook, wat „liet Gordijn"
geschreven heeft?"
„.Ta, en ik weet ook, dat u liet bericht
tegengesproken hebt."
„Dat is niet waar. Zie ntaar hier, hier
is het blad, van vandaag."
i „Jokt u toch niet." En zij opende hgar
pompadour en toonde hem zijn brief aan
de redactie. Gian voelde voor de eerste
maal in zijn leven zich niet tegen de si
tuatie opgewassen.
„Met welk recht heefl men u dien brief
gezonden
„Men verlangde van mij een verklaring,
en nu zullen wij die santen opstellen."
Zij waren bij den schouwburg gekomen
cn zochten terstond hetdirectic-bureau.
„Zal ik schrijven?" vroeg Gian.
„Natuurlijk, u bent immers de directeur,"
zei Ines, die achter zijn stoel was gaan
staan, zoodat hij haar adem voelde.
„Goed, dicteert u dan."
„Beste Zarri. Ditmaal schrijven we u ge
meenschappelijk.
„Eén oogenblik, uw baar kietelt me."
„Arme directeur; wacht, ik zal in dien
hoek gaan zitten."
„Als u weggaat, schrijf ik heelemaal niet
meer."
„En als ik hier blijf, kunt u ook niet
schrijven."
„Dan is het maar boter, dat we heele
maal niet schrijven." Guagni sprong op van
zijn stoel, liet den penhouder vallen en
omarmde onverwachts Ines, die zich maar
matigjes verzette. „Maar Gian, wat doe jo
nu?"
Een maand later had onder deelneming
van de gelioele stad bot huwelijk plaats
van Gian en Ines. En een dag later bekende
incs haar man, dat zij zelve het bericht
hunner erloving had gezonden.