Ingezonden. Gemengd Nieuws. kolen te Ié \te ren-voor dr Stantsspcxirwégten in Zweden. De heer P. A. Forsyth, een millionair ie Boston, heeft zijnvoornemen te kennen gegeven om vijf millioen te schenken voor het oprichten eener inrichting, waar de tan den van schoolkinderen gratis behandeld kunnen worden. Het grootst bestaande bronzen standbeeld is te St. I'etewburg. Het stelt Peter Jen Groote voor en weegt duizend ton. Een paar handschoenen gaat door onge veer 200 handen vim het oogonblik, dat de huid van het lijf van het dier gestroopt wordt, totdat de. handschoenen aan den dro ger verkocht worden. Het krullen van liet luiar is al een zeer oude uitvinding. Zelfs de oude Romeinen gebruikten reeds kndijzers. Op het einde der twaalfde eeuw krulden ook onzo Voor ouders het haar, en bonden het dan in een netje. Zij gingen dan uit zonder hoed, ten einde het aan de raenschen te laten zien. In Engeland zijn 114 weduwen tegen 51 weduwnaars. In Italië is die verhouding 130 tot 60; in Frankrijk 139 tot 73; ui Duitschland 135 tot 50; in Oostenrijk 121 lol 44. In Frankrijk is meer geld in omloop, in verhouding tot de bevolking, dan in eenig ander land. Een olifant levert gemiddeld 120 pond ivoor op. „Hoé weet je dat?" „Papa noemt mania- Lieve" DE SLIMME KNECHT. Kleine Karei, de spruit van zeer rijke ouders, Heeft bij het nazien van zijn spaar pot om voor pa's verjaardag eon geschenk te koopen, een gouden tientje ingeslikt, dat hem in de keel is blijven steken. De be angstigde moeder stuurt Karei in gezel- schap van den huisknecht Johan naar den dokter, om het muntstuk te lateu verwijde ren. Inderdaad slaagt de dokter daar met. eenige moeite in. Op den terugweg naar huis overweegt Johan bij zich zelf: „Sapperloot, bij -leze geschiedenis moest r toch eigenlijk een guidon voor mij over schieten En per slot van rekening is dat met een beetje slimheid ook best in orde Ie brengen." Hij wisselt in een sigarenwinkel het gou len tientje, cn ais hij thuis gekomen is, telt hij voor mei rouw negen guldens op tafel uit mot do medodeoling: „Mier zijn negen guldens, mevrouw. Com pliment van den dokter on de dokter hoef' r niet meer uit kunnen krijgen." MACIIT DER GEWOONTE. Een treinconducteur verraste op zekeren avond, terwijl hij op een stoel voor de kachel zat te slapen, zijn vrouw en kinderen door plotseling op te springen, do kat, die hij het vuur lag te slapen, beet to pakktn en haar in de kachel te duwen, het deur tje te sluiten, en daarna uit te roepen ,Niemand meer voor Tinariem?" Vóór de zestiende eeuw droog ieder ge neesheer in Europa een ring aan zijn vin ger, ter aanduiding van zijn beroep. Java wordt beschouwd als het land, waar het. meer onweeit, dan in epnig andere streek van de wereld. Gemiddeld zijn er on zeven en-negentig dagen van het jaar donderbuien. ANECDOTEN. „Wilt u mij de hand van uw dochter ge ven?" „Is u het al eens mot hot meisje?" - „Nu, half althans." „Hoe moet ik dat opvatten?" „Nu, ik wil haar hebben, zij mij niet." Vrouw (in de courant lezend): Er is alweer iemand op straat aangevallen; neem toch het een of andere wapen mee, als je 's avonds uitgaat," Man (aarzelend) „Geef me 's avonds maar oiucn grooten huissleutel mee, dal is wel voldoende." Juffrouw A„Wat is dat toch voor non nette jonge man, die bij je inwoont?" Juffrouw B: „Dat is de grootste uitvin- der van onzen tijd." 1 Juffrouw A: „Zoo, en wat vindt hij Jan uit?" Juffrouw B: „Iedere maand een nieuwe uitvlucht om zijn huur niet te betalen." Mijnheer: „Waarom ben je eigenlijk uit je laat.sten dienst gegaan?" Nieuwe dienstbode: „Ja, dat kwam zoo: mijnheer dacht, dat mevrouw in de keuken was en zei tegen me: „Mijn engel!" Me. Vrouw was evenwel in de kamer daarnaast, en de deur stond open. Nu, toen moest ik weg." Mijnheer: „Zoo, zoo, in zulke verlegen heid zul je bij ons wel niet komen; me vrouw is namelijk doof." Huisdokter (tot jongen echtgenoot)„En hoe gaat het uw vrouw?" „Dank u, sedert den laatston nieuwen, hoed tamelijk wel." Kleine Frits (aan de deur luisterend) lot zijn zusje: „Pst! Wees stil, er is bezoek!" bleek. Bij haar kreet richtte hij liet hoofd een weinig op en zag haar aan met een blik zoo vol droefheid, goedheid en leed, flat haar Kart pijn deed. Toen zonk het hoofd Weer dieper en hij liep - zwijgend .voort. Op zijn rug zag Olga een grooto plak ka at, waarop men in groote gele letters op rooden grond kon lezen: Circus Gruner. Nog slechts drie weken Sensationeel! Optreden van de wereldbe roemde sclioolrijdster Carmen Neander. De clown Bob' Smith met de Boksende kan garoe en andere schitterende atractics. Tot slot: De steppenrijeter. Groot manegenum mer. lederen avond uitverkocht. Sensatie neel! Nqg slechts drie weken I De laatste der twaalf mannen was reeds lang om den hoek van een naburige et raat verdwenen eil nog altijd stond Olga als vastgenageld op haar plaats. Ilna straks nog zoo levendig gezichtje met de roodo wangen was bleek en diep ernstig en de vroolijke oogen keken zonder belang stebing en star voor zicH uit. Daar \va- do hoofdstraat met de mooie winkels Hieï stonden rozen in hoogo kristallen vazen en schalen vol viooltjes en re se dadaarnaast moderne' japonnen, dan lampen ..en lichtkronen en kunstvoorwer pen, Qlga dwong haar oogen in do hooge .winkelruiten te kijken, maar zag toch niets anders 'dan een lango rij van twaalf man nen, die over borst en rug groote recla meplaten hadden hangen, en tusschen hen liep met gebogen hoofd haar lieve goede VOOR DAMES. DE KUNST ÖM ZTJN KTNPEREN SLECIIT OP TE VOEDEN. In vele gezinnen laat de opvoeding dor kinderen veel te wenschen over. Als men goed toeziet, liemerkt men, dat de oorza ken zoowat overal dezelfde zijn. Men be hoeft slechts eenige vaste regels te volgen om er zeker van te zijn een aangenaam stel bedorven kinderen te krijgen. 1. Geeft uw kinderen alles, wat zij u vra gen, vooral, wanneer zij er hmd om schreeu wen en dwingen. Men moot koppigheid bij hen nanlcweeken, dat is het bewijs van een asten wik 2. Verzuimt geen gelegenheid om hen te toonen, dat gij met uw echtgenoot het on eens zijt over hun opvoeding. De moeder moet aan het kind den vader vooretellen als eeii tiran en strafmachine, De vader moet van zijn kant van do moedor niet anders preken dan als van een wezen van lagere oi de, zonder eenig gezag. 3. Gij kunt desnoods uw kind eenigo beginselen van zedelijkheid aanleeren. Maar wacht u wel hem te laten gelooven, dat gij zelf er u eonigszins over bekommert. Ver biedt hem te liegen, maar vreest niet, hem de grootste leugens te vertellen. 4. Hel is zeer geschikt uw kinderen als getuigen, en desnoods als rechters aan te steüén in uw twisten en ruzies. 5. Verwaarloost niets, om uw kind een goede meening van zich zelf te geven. Hier voor moet ge in zijn bijzijn zijn vorstand bewonderen, zijn aardige gezegden, zijn lief gezicht. Zorgt, dat hij overtuigd is van zijn meerderheid over alle wezens, die hem omringen, zijn ouders daarbij inbegrepen. 6. Laat hen alles lezen, wat hun in han den komt. Er is niels zoo goed als de feuilletons van dc goedkoope bladen om het hart en den geest van een kind te \ormen 7. De vader moet de jongelui vroeg mee nemen naar de caF's. Daar hoort men heel veel nuttige ert stièbtelijke dingen. 8. De moeder moet haar dochters heel vroeg smaak inprenten voor opschik en weelde, 't Is allernoodzakelijkst dat een meisje grondig kenne, nog vóór dat zij lezen kan, het woordenboek der naaisters en mo- disten. 9. Men moet den kinderen veel zakgeld geven en vooral nooit het gelynik, dat zij daarvan maken, nagaan. Op deze wipe won nen zij zich aan het uitgeven en zullen zioh doordringen van kèt beginsel: „Geen geluk zonder geld." Dat is dubbel profijt. 10. In het straffen moet men zekere be scheidenheid in acht nemen. Ala uw kind een leugen gezegd heeft, of oneerbiedig tegenover u geweest is, laat het voorbij gaan. Desnoods kunt ge over zijn fouten lachen, als zij grappig worden verricht. Maar bij een onhandigheid, als ze een glas of een bord breken, straft ze dan flink. 11. Bespot en berispt in hun, tegenwoor digheid hun meesters, en over liet algemeen al hun overheden. Gewoonlijk wordt u voorgehouden, wat ge doen moet voor uw kinderen, om flinke menschen van hen te maken; thans weet go, wat ge doen en laten moet om van hen schepsels te maken, de wereld, u en zich zelf tot ongeluk WENKEN. Tegen roodo en ruwe handen. Men wnscht de handen met goede zeep, welke spoedig schuimt, verder flink naspoe len en stevig afdrogen. Nu wrijft men do handen, vooral de buitenzijden, met een weinig lnnoline en verwijdert het overtol lige met een handdoek. De eonigszins on aangename lucht van de uit schapenvet ver vaardigde lanoline is gemakkelijk te verwij deren door een toevoegsel van vanille en rozenolie (op 50 grain lanoline 1/10 gram vanille en een druppel rozenolie). Na iedere wasrehing moet de mwrijving herhaald wor den en wel zeer zorgvuldig, opdat de lano line goed in de huid dringt. Zelfs handen, die jarenlang vuurrood waren, krijgen door hel gebruik van lanolie haar normale kleur terug. Ook vochtige en transpireerende handen kunnen met suecbs door deze lano- line-nanwending bestreden worden, zonder de «nodige uitwaseming te verhinderen. Uit het waschgoed wordt de lanoline zeer ge makkelijk verwijderd. VOOR KINDEREN. vader! Hij sloeg zijn oogen op en zijn treurige milde vaderoogen zeiden: „voor jou mijn kind, ook dit." O, nu begreep zij alles t Daarom dus zijn verlegen uitvluchten/wanneer zij naar het bureau vroeg waar hij voorgaf to werken. Wie zou ook den ouden man nog in dienst nemen? Ze zag hem in gedach ten van de eene zaak naar de andere loopen, bescheiden wachtend in de vesti bules, overal afgewezen, alleen niet bjj het circus, waar het toch gelijk was wio er meeliep in de lange rij van levende reclamed ragers. Zoo had hjj do moest nederige en ver achte betrekking aangenomen om haar te sparen voor den honger, zoolang zij wachtte op een aanstelling. Tranen van diop en innig gevoel kwamen in haar oogen en zij schaamde er zich niet voor, dat zij op klaarlichten-dag op straat stond te schreien. Ze ijlde naar huis. Dat ze er maar was. En was het maar, reeds donker. Dan zou ze weer op de trap dc lieve stapppen hooren van haar ouden vader. Dan zou ze de deur openen en het lieve grijze hoofd omhelzen met beide haar armen en ze zou fluisteren: „Dank voor uw groote, gr'oole liefde! Maar nu is het mijn beurt. Zet u thans rustig neder en laat mij onze boot met vaste hand sturen door do gol ven der levenszee I" i HET GEWETEN VAN EEN ZWARTE. Op een suikerplantage in Indië werkte een zwarte, onder toezicht van een Euro peaan. Deze laatste stopte een pijp, en toen de zwarte dat zag, begonnen zijn oogeu to fonkelen, omdat hij er zelf ook eig naar verlangde een pijp te kunnen opsteken. „Blanke man, geve wat toebak aan ar men neger," vroeg hij beleefd cn onder danig. „Wel zeker, kroeskop, waarom niet?", was het antwoord én de Europeaan tastte met dc volle hand in den buidel en ledigde die in den zak van het zwartje. Een oogen blik later had ook deze zijn pijp gestopt en blies met welgevallen dikke rookwolken in de lucht. Den volgenden morgen kwam de neger weer op het veld, en keek links en rechts rond naar zijn blanken opzichter van gisteren. Eindelijk, daar ziet hij hem in de vei te. Ijlings loopt hij er heen, en over handigt hem een klein zilverstuk, dat hij tusschen de tabak gevonden heeft. „Welnu," zegt de blanke, „houd het maar, liet is je gegeven en ik wist er irn mem niets van." „Ach," antwoordt de neger, terwijl hij het hoofd schudt en zijn hand op de borst drukt: „Hier binnen huist een goed mensch on een kwaad menschDe goede zegt: „Dat geld is niet van u, ge moet het terug geven." De kwade daarentegen zegt: „Dat geld is wel van u, het is u gegeven." Dn goede mensch zegt verder: „Dat is niet zoo, de tabak is u wel gegeven, maar het geld niet." De kwade antwoordt weer „ITet komt er niet op aan, niemand weet het immers en go kunt er rum voor koo pen." Nu weet de arme neger niet, wat hij doen moetde arme neger heeft niets ge slapen; de gaode mensch en de kwade mensch hierbinnen hebben hem den gehee- len nacht geplaagd, zoodat hij niet meer geweten heeft, wat hij doen moesthij komt daarom het geld terugbrengen en vodl irn rust hierbinnen." De Europeaan had het zwartje met ver bazing aangeboord en riep met verwonde ring uit: „Wie had ooit kunnen denken, dat onder een zwarte huid, zoo'n blanke ziel kon wo nen. Behoud genist het geldstuk, brave mannu schenk ik het je, en tevens mijn hand, tot toeken van vriendschap." publiek, arm on rijk, particulier of far I do opon eens de neus wa3, b'rikant, naar welgevalleii laten betalen, j vast. Ook indien de Nederlandsche zoutzieders Eenige dagen geleden is deze opera- niet meer willen profiteered dan de straks tie begonnen. Wanneer de pink samougc- genoemde 28 cent per 100 K.G., dan maakt groeid is met het gezicht, zal men "don dit toch' over; 60 millioen K.G. geraffi- pink amputeeren. En dan rest den chiru- neerd zout, die in 1908 in Nederland zijn gen nog den aangegroeiden pink zooveel verbruikt, een bedrag van f 168.000, zeg- j mogelijk den neus te doen gelijken ge een honderd achtenzestig duizend gul den, ongerekend het accijnsvrije zout, dat in vele fabrieken en bedrijven wordt ge bruikt. Dit bedrag gaat dus van de zak ken van de gebruikers naar de brand kasten van de zoutzieders- Wat echter het meest treft, is dat de inlandsche zoutzieders zelf erkennen, dat een verhooging van het Invoerrecht op geraffineerd zout niet noodig is; zij zijn met de thans bestaande voorsprong op buitenlandsch geraffineerd zout, circa 70 cent per 10O K.G., zeer tevreden, 'tgeen door do zoutconYentie is gezegd in een adres aan de Tweede Kamer 14 Deo. 1909; de inlandsche zoutzieders schenen toen to vreezen, dat door de oppositie tegen de door den minister voorgestelde 30 op centen ook op het invoerreSTit van geraf fineerd zont, het Nederlandsohe publiek wel eens kon beseffen, dat de betere kwa liteit zout 70 cent lager zoude te koop zijn, indien door den zoutzieder en den importeur een gelijk bedrag por 100 K.G. (Kin den schatkist moest worden betaald. Aan het slot van bedoeld adres zegt hot bestuur van de zoutconventie: „Wij meereen hiermede te hebben aan getoond, dat de Nederlandsohe zoulindus- ,,trie zonder het verschil tusschen invoer recht en accijns niet kan blijven bestaan, „terwijl hare opheffing niet zou zijn in „het belang van het 'land, en tevens „dat ht verschil, hod wel op „zichzelf voldoende en ook tegen gaande iedere bovenmatige bevoordeeling „der industrie nochtens tengevolge van „eene bepaling der Tariefwet, waarmede „in 1892 geen rekening word gehouden, „den invoer van geraffineerd zout uit het „buitenland rilot heeft 'kunnen verhinde „ren." In dit slotwoord zeggen de zoutzieders dus duidelijk, dat voor hen meerdere hescherming niet hoodig is, waarom de regeering nu toch met een voorstel tot hooger invoerrecht op geraffineerd zout komt, moet voor ieder oningewijde wrel een raadsel zijn Het betreft hier een artikel, waarbij ieder belanghebbende is, een klein aantal zout zieders uitgezonderd. Hoeveel verschil van meening op po litiek gebied ook moge bestaan, ik geloof wel, dat alle Nederlanders, indien zij goed zijn voorgelicht, als één man willen op komen tegen hooger invoerrecht op ge raffineerd zout, opdat straks, wanneer de volksvertegenwoordiging Groep XIII, Voe dings- en Genotmiddelen ,van de voor gestelde Tariefwet moet behandelen, zij al thans vvete, dat 'niemand het zout duur der wenscht te betalen. Wie helpt mede, die voorlichting toege ven? Het succes moet wel' bevredigend zijn. U Redactie, 'dank zeggende voor de plaatsing, Hoogachtend, E. POTJER. Groningen, 12 April 1911. Aldus een bericht uit het land der on begrensde mogelijkheden. Indien het 1 April ware, zou men aan een niet slecht uitgedachte Aprilgrap kunnen denken. Maar liet geldt hier een heusch geval, <lat de wetenschap en met haar de leeken met groote belangstelling volgen Met opneming wordt geen instemming der Redactie bedoeld. Copy xaorit nimmer teruggegeven. Hooger invoerrecht op geraffineerd zout. In het ontwerp-tariefwet, Groep XIII No. 425, wordt voorgesteld van geraffineerd zout „een invoerrecht te heffen van f 4. per 100 K.G.; dit is gelijk aan het tegen woordige invoerrecht, met dit verschil evenwel, dat bij den invoer in zakken thans 8 °/o tarra wordt toegestaan, terwijl in het ontwerp-tariefwet wordt voor gesteld de tan-a te brengen op 1 tert honderd (art. 20). Wanneer dus hot voorgestelde ontwerp wet is geworden, zal voor geraffineerd zout 20 cent per 100 K.G. meer aan invoerrechten moeten worden betaald, Waarvan het gevolg zal zijn, dat geen geraffineerd zout meer kan worden ingevoerd. De Nederlandsche zoutzieders, die thans reeds sedert '1898 in een trust zijn Ver- eenigd onder do benaming „Zoutconven tie", die niet alleen den prijs, doch ook hot debiet regelt, hebben dus, indien wer kelijk do leden 'der Tweedo Kamer zijn te vinden voor een hooger invoerrecht op zout, de handen geheel vrij en kunnen het De wonderen der chirurgie. In het St. John's ziekenhuis to New- York is men bezig een pabont door lang durige en gccompjliceierde huid- en. spier- verpJaatsingcn een geheel nieuw gezicht te geven. De patiënt, Timothy Martin ge naamd, viel eenige maanden geleden mot zijn hoofd tusschen de tandraderen van een machine. Hij kreeg de verschrikkelijk ste verwondingen. Neus en nuond wer den weggescheurd en toen men den on gelukkige, dio zijn bezinning verloren had, naar het hospitaal vervoerde, was hij totaaj onherkenbaar. Hij kon nóch spre ken, nöch eten. Maar Martin trotseerde den dood en bewees over een buitenge wone taaiheid te beschikken. Do 'doktoren besloten nu te trachten, niet alleen den verwonde in 't leven te houden, maar hem ook een hieuw ge zicht te geven. Het waagstuk werd "On dernomen en men begon met een nieu wen mond, opdat hij weer; zou kunnen spreken en eten. Met oneindig veel geduld werd de be handeling ondernomen. Stuk voor stuk zette men huid en spieren aan de ver wonde deelen aan. De spieren werden met overgebleven gezichtsspieren verbon den. Het aangroeien duurde gemimen tijd, doch eindelijk bezaten de spieren weder genoeg kracht eii kon Martin na eenige oefening spreken en eten. Van verschillende andere gedeelten van tiet lichaam was 'do huid gebruikt, ton einde deze operatie uit e voeren, welke zoo uitstekend gelukte, dat men nu nauwe lijks de sporen van aanhechting en sa- mengroeiing meer kan ontdekken. Een gevaarlijke grap. Het personeel van 'een groot bankhuis in do city van Londen ging dezer dagen een weddenschap aam die bijna zeer tragi sche gevolgen ha'.d1 gehad. Toen cite chef dos namiddags de zaak veria,ten had1, wildon de jongere bedienden eens prob'eeren, wie van hen het 'tkuigst in d'e gesloten brandkast kon volhouden. De weddenschap werd spoedig ten uitvoer gebracht en d'e jongste bediende begaf zich in dte reusachtige brandkast, waar van do collega's de zware deur dicht sloegen nadat eerst de boeken er uit ge nomen wapen. Ieder moest in de kast blijven tot hij door kloppen op do deur te kennen gaf, dat hij liet niet meer kon volhouden en wenschte er uit gekten te worden. Verscheidene bedienden hadden ïeeds de proef genomen en waren tot de con clusie gekomen, da/, men slechts weinige minuten in de kast kon blijven. Toen nu de eerste boekhouder in de brandkast gesloten werd, merkten de an deren opeens tot hunschrik, dat de boekhouder de sleutel van de kast bij vergissing hadmoegenomen. De opgeslo ten man schreeuwde en klopte, maar men kon hem niet helpen, daar er geen twee- de sleutel dadelijk voorhanden was. Ein delijk toen het in do kast reeds stil was geworden, kwam de chef 'terug, die een tweeden sleutel bezat en de brand kast daarmee opende. De arme boekhou der was reeds door gebrek aan zuur stof bewusteloos geworden en eerst na, veel moeite gelukte het apn doktoren, den ongelukkigere waaghals weer bij te krijgen. I Een nieuwe groente. Een groot deel van het jaar zijn do groene groenten, de sla-soorten, in Duitschland schaars. De noodwendigheid is echter de moeder der industrie, en men heeft bevon den dat de vlakten rondom Berlijn, wanneer zij op passende wijze besmet worden met den sladsnfval en de daaruit verkregen chemische meststoffen, zeer goed geschikt gemaakt kunnen worden voor de maineul- tuur. Het is algemeen bekend dut de vruch ten der mais een groot peicentage good- verteerbare voedingsstoffen bevatten. De sindingrijke Berlijnsche kooksters gaan nu aldus te werk: In plants van de maiskolven Ln de om hullende scheede te doen rijpen, verwijdert men de vruchten lang voordat zo rijp zijn en eet ze, hetzij als asperge» met do as der kohen waaromheen de korrels gerangschikt zijn en die nog zacht en nialsoh is, hetzij als doperwtjes, wanneer de korrels iets groo- ier zijn. Deze nieuwe groente is zeer voedzaam, verteerbaar en goedkoop. En in ieder geval, als ze goed klaargemaakt is, smaakt ze hing niet kwaad. Vanaf dit jaar worden uitgestrekte vel den door do stad Berlijn voor deze cultuur gereed gehouden. („La Science pratique".) Een edele daad. Vier Australische inboorlingen van bet zgn. Noord.territorium wapen verdacht van inbraak te hebben gepleegd. Ze waren daarom gearresteerd en werden dooreen bereden konstabel naar do 370 K.M. ver- vyijderdo standplaats van een politierech ter _,gebracht. De vier areestanten droegen handboeien en toen de oever van 'do Iloger bereikt was, moesten ze een voor een naar den anderen kant; oversteken. Hoewel do rivier door den regenval .steik gestegen was, gehoorzaamden de arrestan ten dadelijk en kwamen ongedeerd nan den overkant. Toen zou do konstabel zelf to paard* overstekon, maar of hij nu toe vallig op een diepe plek ging of dat de stroom plotseling sneller was gowotden, ruiter en paard1 werden door den stroom meegesleurd en de konstabel kreeg «og een hoefslag van het paard' bovendien, zoodat hij reddeloos verloren scheen. Op dat oogonblik gebeurde iets onver wachts; een der arrestanten sprong, zon der zich om zijn handboeien, die hij bet zwemmen zeer lastig waren, te bekomme ren, in het water on bracht met ont zaggelijke moeite ,engevaar voor zijn eigen leven, den b-ewustelooz.en konsta bel aan den anderen oever. Tot beioonin'g werd hij door den polilie- rechter dadelijk in vrijheid gesteld en daar de andere drie mochten ook vrij, klaar men was nog niet Ut aar. Een dor I ze niet van de gelegenheid geprofiteerd moeilijkste operaties diende nog plaats te hebben voor den bouw van een nieuwen neus. Hiertoe werd de linkerarm van den patiënt omh'ooggebracht en do hand tegen het linker gedeelte van het gezicht, beves tigde Do doktoren verwijderden hierop den nagel van' "den pink, verwijderden de huid en zetten vervolgens het vleesch tegen hadden, weg te loepen, toen de konsta bel -daar zoo -in het water lag te spar telen. i i I I I i I I li i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 10