m No. 13587 64*'" laan Zondag 16 April 1911 Deinde Blad Ben Paradox P Na regen komt zonneschijn. J J Eli J WM ALLERLEI. fX ij 'Ji 1 'Vb-) 7 Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor. Schiedam en VI aard in gen 11.1.35 franco per post fl. 1.65, Prijs per week: Voor. Schiedam on Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 8 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. f "i Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs dei Advertentiën: Van 1—5 regels fl.0.92; iedere r.egel meeï 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar. de plaata die zij innemen. Advertentiën bij abonnemetit op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau .te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. Paradoxen hebben in elk geval de waar de, dat zij verhinderen, dat oude gedachten in onze hersenen va.stroe.ston. Zij dwingen ons die oude gedachten nog mis over te denken. En al moeten wij natuurlijk wei hWl voorzichtig zijn om die oude gedach ten nu dadelijk als oud-roest te gaan weg- wcipen, aan den andoren kant is geen pa radox zoo paradoxaal of daarin is wel een greintje waarheid. Zoo gaat het met de paradox van Nor man Angellj die hij in zijn hoek „De Gtoo- te Illusie" heeft neergelegd. Deze Angelsaks is ineens in dit leger kamp het tot de tanden gewapende Europa, met de vriendelijke vraag gekomen: „Wanr- em wapent gij u zoo schrikkelijk?" ITet antwoord daarop is duidelijk genoeg. „Uit lust naar macht, uit lust „naar gebied&ver- „grooting, om een record-natie te zijn, om „de mee.-te zielen, de meeste kanonnen, „do mee.stc vierkante kilometers grondge bied te hebben enz. enz." [atufwehmi dit antwoord wordt na tuurlijk niet gegeven. In onze tijden, waar in de publieke opinio geboren is en waarin de democratie iets wezenlijks begint te worden, zou menig burger zoodoende tot de ontdekking komen, dat hij absoluut niet ge- steld is op gol)ied»\'ergrootijig en dat zoo hij sr ai op gefield is hij daarvoor toch niet de drukkende belastingen en de zware militaire lasten over hoeft, die men hem op legt. llij zou dos mogelijk zich met gclijk- gizinden vereeuigen. En al zullen wij eens ei a' oogenbiik veronderstellen, dat hij zoo viretandig is om niet zijn eigen wapening te gaan wegdoen zoolang de anderen dat <x>k niet doen, tocli zal hij moor dan ooit g< neigd zijn om liet oor te Iconen aan a 1 g e- mcene ontwajieniugspiannen. Om dit te voorkomen hebben de chauvi nisten, do ullru-mi.lifa.iren en andoren ecii gninchtengang uitgevonden, die daarop neerkomt, dat wapening eigenlijk protectie van bundel en industrie beteekent. Zoo zal men dus hooron, dat de Duilschor, indien men hom vraagt waarom hij naast zijn groot leger ixik nog een groote vloot in stand lioutlt, ten antwoord geeft, dat hij dit doet ter bescherming van zijn welvaart, zijn handelsrelaties enz. enz. Daartegen komt nu Norman Angell op. Dat is lieelenuud niet waar, zegt hij. De boorsche koopvaardijvloot is relatief verre weg de grootste der wereld, terwijl haar be scherming vrijwel gelijk nul D. De Zwit- seliors eoncurrceren met het boste resultaat figen de EngcL-cheri in Canada zonder dén Dreadnotighl of zonder aanvallend leger. De Delgen spelen in China een groote rol, al hebben zij geen onkel oorlogsschip en zeker ook geen militaire macht van bedoe ken is. Maar is dan de militaire macht, schoon niet noodig voor de welvaart der burgers, misschien w'M noor':<j vmr de welvaart van den staat? Hoelon.au! goom denken aan, be weer t Angel!. Do 3 pcrcents staatsfondsen van België, dat geen vloot en maar een heel klein leger hoeft, staan op 90 de over eenkomstig 3 van Dnilschland op 82 'IJ Noren noteeren 102, terwijl de ge weldige ^acht, die 11 usiaud heeft, de koers, j van zijn ..V leening toch niet honger kan brengen dan 81. Haar zijn dun dat leger, die vloot wel licht noodig voor veroveringen, die den na- tiouaien rijkdom vermeerderen? De lieer Norman Angell hoe Ft voor die lowering ..auweüiks een schouderophaling over. Wat it de gemiddelde D uitschei- rijker gewor den door de verovering van Elzao-Lotliarin- gen? Geen Pfenning immers. Nu wxts vroeger liet oorlogvoeren nog wel een voordeel!» bedrijf. Doch sedert het buit- halen en roeven is afgeschaft, is er de aar digheid in die richting hcoiemaal afgegaan, te erger tegenwoordig, omdat liet oorlogvoe ren zoo enorm duur is. De risico's zijn veel te groot voor de winst (de eventueeie oorlogsschatting), die ook op zichzelf nog zoo bizonder onzeker is. En als men zou tncenen, dat men door een oorlog, den con current voor goed zou kunnen treffen en zijn handel en industrie zou kunnen desor- ganiboeren wat volgens Angel! niet mo gelijk is zonder exterminatie zou men geheel rekenen buiten den terugplag, dien oen crisis elders op iiet eigen land zou moe ten he-bben. Groef men op deze wijze een kuil voor een ander, dan viel men er zeker zelf in. Aldus zeer in liet kort de heer Norman Angell. Er is legen deze opvattingen buitenge woon veel in liet midden lo brengen. Men kan niet aldus groote cn kleine mogendhe den met elkaar vergelijken, de prijsbepaling der fondsen hangt van zoo'n menigte an dere omstandigheden af, de wapening is niet alleen, is zelfs niet in hoofdzaak een daad van koophandel en wel degelijk is mi litaire macht een factor van betcekenis in de werekleoncurrejitio der naties. Wanneer men nagaat, welke economische voordooien Duitschland '»n Turkije behaalt, kan men tocli niet volhouden, dat do militaire macht van Huitscldand daarmee niets te maken heeft. Hetzelfde geldt van Engeland ten aanzien van liet Suezkanaal enz., van Ame rika in Panama en Cuba enz. enz. En töeii is er in de paradox een korrel tje waarheid. En toch is liet wM 'waar, dal de militaire macht niet onmisbaar i.s voor economische welvaart. En toch plegen de groote volkeren zelfbedrog, als zij hun leger en htm vloot altijd beschouwen als midde len tot welvnartsvermeerdcring. - Dit laatste nog weer eens in liet licht gesteld te hebben, schijnt ons wol de groot ste betcekenis van Angell's paradoxaal hoek. PASCIIEN. Onder de kerkelijke feestdagen is er wel geen heerlijker, poëtischer feest denkbaar dan Ptischen. Het wordt gevierd, ais do lento haar intrede doet, als de zegevierende overwinning van het leven over den dobd, lie elke ziei met heerlijke, machtige verruk king vervult. Met die verrukking stemt de goheeje natuur mede inmaakt men een wandeling langs de velden, dan hoort men tussehen het reeds wassende koren de 'ecu w'eriken zingen; do kleine, teergroene blaadjes komen uit de gezwollen loten der oude Imomeu te voorschijn. liet heorlijko mysterie wordt vervuld Christus is uit den dtxxie verrezen; de zon heeft de mist en de nevelen verdreven. Het licht heeft zich over de wereld ver- ,-preid. Weder heeft liet leven de overwin ning op den dood behaald. En de klokken jubelen luid. Dan wordt ook buiten de kerk feest gevierd en gejubeld. Het meest karak teristieke van het paaschfeest Is zeker wei liet loivlzonden van Pnasolieieren. Deze gewoonte om eieren rend te zen den met Paschen is eveneens een overblijf sel uit do oudheid. Volgens de allereerste begrippen der wereldwording had liet ei een symbolischeu, verborgen zinhet ei dreef op de wateren, liet schonk leven aan de wereld cn aan alle schepselen. De gedach te om het e.i to verbinden aan do heerlijk heden van het lentefeest, dit gebniik, waarvan de ooi sprong zich in de eeuwen verliest, en dat door' allo clu-istelijke gods diensten is aangenomen, is uit dergelijke tradities or1 staan. Het ei, de kleine gevan genis, waardoor de vogel op zekeren dag moet heenhrekon om levend te voorschijn te komen, verschafte bovendien aan den christen het zinnebeeld der opstanding van Christus, levend en zegevierend herrezen uit liet graf. De mystieke betcekenis dezer gewoonte ging weldra verloren. In do middeleeuwen was liet Paaschfeest niets anders dan het toeken, dat de vastentijd voorbij was. Een godsdienstige gedachte bleef echter aan het ei verbonden. Op (Goede Vrijdag of op Pa schen bracht men manden vol rood- en blauwgekietirde eieren naar de kerk, ze waren op talloóze wijzen boscliiklerdde priester zegende zedaarna zonden verwan te buren en vrienden ze elkaar toe als toe ken van vreugde en vriendschap. Een groote blijdschap ging gepaard met verzending der gewijde eieren. HelaasDe oude, lieflijke tradities zijn- verdwenen, die deze dagen met. naïeve beko ring vulden. Men ziet niet. meer de geeste lijken en dc leerlingen der universiteiten, gewapend met stokken en kransen, die, na oen lofzang vóór de „Notre-Dnme" gezon- gen te hebben, de straten doorkruisten met banieren cn trompetgeschal, om eieren te vet zamelen voor do armen der burgers. Men ziet niet meer, zooais in de 18de eeuw, groote manden naar den koning brengen, die do vergulde eieren, versierd met teeke- nirigen van Watteau, en Lancret, aan zijn hovelingen ronddeelde, na afloop van de Paaschmis. Op het land ziet men niet meer de hard gekleurde eieren, waarop naïeve voorstellin gen uit het Oude en Nieuwe Te-tamenl itaan afgebeeld. Alleen in enkele dorpen gaan kinderen op Stillen Zaterdag langs de huizon om eieren te bedelen, die ze onder elkaar verdfielon. Thans zien we in de gioote magazijnen uitstallingen van gioote choeo- lade-eieren, versierd met breede lintenin de speelgoedwinkels zien wij kieiue popjes uit een ei te voorschijn komen. Dat is alles. In enkele streken is het gebruik de tra ditie tiouw gebleven. In Bel»ië zenden ver loofden elkaar eieren. In Polen zijn op Pa schen de huizen der rijken voor ieder toe gankelijk hij, die wil, treedt binnen, en dc eigenaar, op den drempel der eetzaal staan de, biedt den nieuw aangekomene do helft aan van een ei, dat hij zdf heeft doorge broken. In Rusland bestaat de gewoonte, dat de voorbijgangers elkaar op straat omhelzen, zeggende „Christus is opgestaan Waarop het antwoord moet luiden: „Waarlijk, hij is opgestaan VROEGE PASCHEN. In 1902 viel het Paaschfeest op 3ü Haart. Dit lean nog vroeger geschieden, nl. op 24 Maart; tussehen de jaren 1582 en 2200 gebeurt dit echter slechts twee maal: in 1799 en 1940. Het Paaschfeest is op 28 Maart gevallen iri de jaren: 1636, 1704, 1788, 1845, 1856dit zal weer geschieden in de jaren 1913, 2008 en 2160. Ook kan liet Paaschfeest vallen op 22 Haart. Dit heeft men gezien in 1598, 1693, 1 761 en 1818. Doch voor de 23ste eeuw gebeurt dit niet meer. EEN AUTOMOBIEL IN EEN PAASCIIEI. De Amerikaansche miliionair, van wien men verhaalt, dat hij een klein fortuin be steedde aan een monster-Pnaseh-ci, dat een prachtige automobiel bevatte, om het met Ptischen aan zijn vrouw cadeau te doen, heeft dit zeker overgenomen van een kamer heer aan liet Fransche hof tijdens het Tweede Keizerrijk, die een zelfde kostbaar plan opvatte, om een mooie actrice, die zijn genegenheid gewonnen had, genoegen te doen. Het cadeau van den kamerheer aan zijn uitverkorene bestond uit een reusacli- tigen, eivormigen koffer, overtrokken met blauw fluweel, bezaaid met in goud gebor duurde harten met nijlen doorboord. Bij het zien van dit ei was de aldus be giftigde dame een en al verbazing; maar toen iiet ei geopend werd, gaf zij haar ver- hazing lucht in uitroepen van vreugde, want in iiet reusachtige, blauwe ei, stond een vol ledige Victoria, ,met een paar poniers, en een gtoom in livrei. Dit was niet de eenigc verrassing welke de actrice op dien veluidrigen Paasehmor- 20H wachtte, want nauwelijks was zij beko men van den schok, welken haar zenuwen ontvangen hadden, of er arriveerde een tweede, niet minder indrukwekkend ei, van oen tweeden bewonderaar. Het was een klein ei mei gouden schaal, dat als dooier een halsketting van vlekloozc panrlen en dia manten bevatte, ter waarde van 50 dui zend gulden. in de weeide-dagen, toen Parijs in zijn voile glorie was, waren Paascheieren ter waarde van 36 en zelfs 12 duizend gul- - den te algemeen om er melding van te maken, terwijl wij lezen van een, liet ca deau van een rijken jongen vicomte aan een dame. van het toon eel, welks vergulde schaal vol was met Fransche banknoten, ter waarde van 120 duizend gulden. Maar zelfs dit kostbare ei wordt van geen betcekenis, wanneer men het vergelijkt met een, dat met Paschen 1909 door een rijken Amerikaan op haar trouwdag aan zijn bruid gegeven werd, en "waarvan de dooier uit byouteries bestond medailles, kettin gen, armbanden en ringen ter waarde van 6 ton. In 1887 zond een Engelsche dame aan den paus een pnaschei, waarvan de schaal uit wit-ivoor bestond, afgezet met wit sa tijn, en de dooier was een gouden doosje, waarin een robijn lag ter waarde van 24 duizend gulden; terwijl er in een museum te Berlijn een nog merkwaardiger p-aaschei te zien is, dat een prins aan zijnverloofde schonk. Uiterlijk ziet het er vrij waardeloos en weinig aantrekkelijk uit, daar het van ijzer is. Haar in het hart i.s een prachtige kroon van robijnen verborgen, waaruit, -door het drukken op een verborgen veer, een engagementen ng van prachtige diamanten te voorschijn komt. Vele actrices kunnen omtrent zeldzame paascheieren interessante geschiedenissen vertellen. Zoo verhaalt Miss Queenie Leigh- ton van een, dat zij ontving van een een- voudigen bewonderaar, en dat, in een schaal van stroo, een aardigen kanarievogel be vatte. Miss Iris Hawkins werd eens geluk kig gemaakt door een ei, dat, toen het opengemaakt was, twee konijnen met rosa oogjes bevatte. Uit een ander ei, aan Miss Mary Ellington aangelxiden, liep ben ver schrikte muis; terwijl Miss Kitty Gordon oen kostbaren diamanten ring bezit, dien zij ontdekte, toen zij op zekeren Paaschmorgen in een Normandisch dorpje haar ei aan het ontbijt open maakte. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. De jaarüjksehe kosten voor het onder houd en schoonmaken der publieke wegen in Londen, worden beraamd op meer dan twaalf miliioen guldens. Schotsche kolenhandelaars hebben con tracten afgesloten om 200,000 ton steen- Grauw hing do morgen over de groote stad. Door de straten trad do lantaarnopste ker en doofde de laatste lantaarns, die als met blinde oogen de lucht instaarden. Langzamerhand iverd het helderder, een bleekgouden schijnsel trok langs de wolken en Jrissche windt ruilsclito doordobladeren !ter boomen. Melkboeren ratelden met hun karren over het plaveisel, bakkersknechten kloppen trapop, trapa'; kleine kranten- jongentjes snelden vlug als wezels van liuis lol huis. Ook in dolhuizen begon hot leven. Nog half dommelende dienstmeisjes open den do vensters en maakten in do keuken het vuur aan, kookten do melk, zotten koffie ®n plaatsten hot verseho brood op de ont bijttafel. In do kleine woning met slechts twee vertrekken van don hoer Theodor Biehl was geen dienstmeisje, dat 's morgens vroeg de kamers in orde maakte, in de keuken vuur aanmaakte en koffie zette. .Theodor Yliobl liep zelf bedrijvig rond in CCE kamerjapon, die eens betere dagen gezien had, want de versleten voering was van bruine zijde cn een dik' gedraaid zijden koord hield de japon om do heupen bijeen. Dij stak het kleine spiritusstet op, zette oen ketel met water or op, nam broodjes 'ut do trommel'on ging toen weer naar de kamer terug, ging aan tafel zitten, waarop een stapel blauwe handelscouverten lag, en beschreef met zijn mooi flink schrift liet^ eene couvert na het andere met adressen.- Reeds twee uur lang had hij zoo geschre ven, terwijl de nog dommelende groote stad zich slechts langzaam de oogen uitwreef en begon te ontwaken. Toen liet water kookte, maakte hij slappe thee en sopte er con broodje in, een ander broodje wik kelde liij in eon papier en stak het in do zak van zijn zwarten jas, die Hij onder wijl voor de slaaprok had verwisseld. Toen sloot hij zorgvuldig de met adressen be schreven couverten in een schttifla en opende zacht een weinig de deur die naar do kamer van zijn dochter voorde. „Vadertje, ga jo al weg?" klonk een zachte stem uit het duister der kamer. Een blond meisjeskopje hief zich een weinig van liet kussen op,twee bruine oogen trachtten iets to zien in het half donker en do gestalte aan de deur te her kennen. „Ja, mijn kind, ik ga," antwoorddeTheo- door Riedel. „Slaap maar rustig verder mijn O Dy, het is nog heel vroeg!", „Arm, arm vadertje! Jo zult liet gauw beter hebben, arm vadertje i Misschien krijg ik vandaag wel al een definitief be richt of ik aan liet conservatorium be noemd ben. Dan behoeft u niet meer door don koudon morgen naar dat afschuwelijke bureau, dan hebben wij weer goede da gen 1" De oude man op den drempel lachtto even, lachtte moe, trourig.cn lijdend. „We willen het hopen, kind, we willen het hopen. Slaap nu maar door. Tot ziens I Hij sloot do deur, nam in de gang zijn hoed van de kapstok en ging do trap af. Uij liep d,oor de straten, het magere hoofd een weinig in de schouders gedoken ou keek van tijd tot tijd angstig om, als vieosde hij, dat hem iemand op zijn weg volgen kon. Voor een groot, van een koe pelvormig dak voorzien breed gebouw bleef hij staan, liep toen het portaal door, klom een smalle donkere trap op en ging in oen klein kamertje, waarin reeds ongeveer een dozijn oudere en jongere mannen ver zameld waren en wachtte. Tussehen deze menschen bleef hij wachtend staan, boog het hoofd, vot berusting nog dieper, als wachtte hij geduldig en deemoedig op een hard lot, waaraan hij niet te ontkomen vermocht. Onderwijl had Olga lliehl nog twee uur ypn 'n verkwikkendicn slaap genoten. Haar lippen lachten zacht in den droom, zoodat haar teer gezichtje op dat van oen kind geleek, dat in zijn droom, al do zoo lang gewonsehto heerlijkheden onder den kerst boom ziet liggen. Toen sloeg zo haar oogen op, keek liet kamertje rond' en kwam langzaam in do werkelijkheid terug. Ze kleedde zicli vlug en wilde uitgaan. In de gang lag een brief, die de postbode on der de deur had doorgosiioven, toen hij op zijn herhaald bellen geen gehoor had gekregen. Zij sc-heurdo den omslag driftig open en las het epistel, terwijl haar trek ken van vreugde verhelderden, Do direc- ieur van het conservatorium schreef haar, dat het bestuur in haar sollicitatie aan leiding had gevonden een persoonlijke ken nismaking te wenschen, waarvoor zij zich zou aanmelden. Dat was een goedo tijding, dat was bijna iceds een benoeming. Nu zou alles wee'v licht worden. Zij zou het niet langer dul den, dat die oude goede papa nog langer in den vroegen ochtend naar zijn bureau moest gaan, waarvan zij niet eens wist, waar het stoiuL Ze zag wel hoe oud en afgeleefd papa was geworden in dit laat ste droeve jaar, waarin de kleine rest van bun klein vermogen was opgeteerd. Il(j zou den zwaren dienst er aan kunnen geven en misschien wel voor zijn gezond, beid een paar woken naar buiten kunnen gaan en zij zelf zou ook eens weer kunnen omzien naar allerlei kleinigheden, die ze zich wel gaarne ontzegd had, maar waar voor ze geen 'aardig jong meisje moesl zijn om er hu toch niet- even met ver langen aan terug te denken. En werkelijk haar hoop en verwachtin gen werden niet teleurgesteld. Men had haar werkelijk aangenomen op een zooi- goed aanvangssalaris. O, liet vele gold dat vroeger haar vader en moeder voor haar hadden uitgegeven, om haar muzikaal ta lent. door de eerste kunstenaars te laten ontwikkelen, wAs niet verloren gegaan. Nu zou het rijkelijk rente opbrengen, en hen uit den nood helpen. Olga Hield liep in lm ar donkerblauw manteleostuum en do groote eenvoudige witte stroohoed met de zwarte sluier vroolijk naai' huis. Velen zagen lachend het vroolijk aardige meisje na, verheugden zich over de schit terende bruine oogen en bet blonde haar, dat krullend van onder den hoedrand te voorschijn kwam. Voor een groote fruitwinkel bleef Olga staan en ging na een oogenbiik aaxzelens binnen. 0, vandaag kon ze voor papa en zicli zich wel een paar peren en apppels koo- pen, het groote geluk moest toch op een behoorlijke wijze gevierd' worden. Met haar vruchtenschat ging Olga ver der. Op een stoep bleef zij staan, daar een rijtuig vlak voor haar langs reed: Zo k,eek over het breede marktplein. Wat kwam daar aan en schitterde rood en geel in do zon? O, nut zog zo het duidelijker. Het was 'een rij manneii, 'die over borst en rug groote halhednikte pla,- katen droegen, als lovende reclamezuilen. Wal prezen ze aan? Dei twaalf mannen kwamen dichter b(j. Het waren meest jonge menschen. Kellners, bedienden, huisknechten, die tijdelijk' buiten betrek king waren en nu op deze armzalige wijze trachtten het hoofd boven water te houden, ,s Alleen die een in het midden was een oud man. Hoo' diep was zijn: hoofd ge bogen I Nu hief hij het eèn weinig op. .God in den hemel, dat was immers haar vader I Zo gaf een luiden gil en vnjrd, (joojitp

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 9