I
M-•
Het stadhuis te Schaerbeelc,
memengd Nieuws.
In oen zeer uitgestrekt hotel te .New-
York is een keuken, die een oppervlakte
heeft van 60.000 viorkanto voeten. Er'zijn
niet minder dan 18 fornuizen, 7 reusach
tige roosterinrichtingen, drie enorme ovens,
en zes kolossale ketels. De chef-kok, een
heele heer, die een zeer groot salaris heeft,
is gehuisvest op een soort van schipbrug,
die dwars door de geheele ruimte loopt,
en heeft van hier hot overzicht over zijn
talrijk personeel. Een marine-kijker en een
scheepsroeper bewijzen, hem de noodige
diensten bij het toezicht op zijn porsoneel,
dat bestaat uit niet minder dan 2 sous
chefs, 8 meesterkoks, 30 koks, 50 helpers,
60 koksjongens, 30 keukenmeisjes en 70
helpsters, in 't geheel 250 personen.
55
VOOR DAMES.
wenken.
YOOR KINDEREN.
EEN REUZENKEUKEN.
Men is or in staat voor één maaltijd
tegelijk klaar to maken: 5000 porties soep,
6000 kop koffie, 3000 pond biefstuk, 1300
coteletten en 500 kuikens.
1 MISLUKTE WELDADIGHEID.
Kapitein Jack Crawford, de Amerikaan-
scho dienter, verhaalt een amusante bede-
1 aarshistorie. De dichter is een groot, ge
spierd man, die 'zrjn koolzwart haar tot
over de schouders 'draagt, evenals Buffalo
Bill, en in alle opzichten veel op dezen
laatste gelijkt. Hij is zoo gul als iemand
maar wezen kan, en heeft een hart zoo
week als dat eener vrouw; maar voor
iemand, die hem niet kent, ziet hij er uit
als een menscheneter.
Toen nu de kapitein op zekeren dag op
weg was, om wat te gaan eten, sprak een
bodelaar hem aan, en vroeg hem geld om
brood to koopen.
„Ja, mijnheer, ik heb in 24 uur niets
gehad," voegdo hij er op klagonden toon bij.
„Ga maar met mij mee," sprak de kapi
tein, „ik ben toch ook op weg om wat te
gaan eten."
De man volgde pruilend. Zij traden een
goedkoop restaurant binnen, waar de ka
pitein twee flinke middagmalen bestelde.
Daar hij veel honger had, was zijn aan
deel spoedig verdwenen, 'maar loon hij eens
naar zijn overbuurman keek, verwonderde
het hem, dat deze met zoo weinig smaak at.
„Hoor eens," sprak Crawford tot zijn
gast, „ik nam jo moe, omdat jo mij ver
telde, dat je uitgehongeul was. Al* je het
nu niet tot het laatste ptukje toe opeet,
zal ik jo een geducht pak slaag geven.
Ga nu beginnen."
De beangste man begon te eten, alsof hij
werkelijk uitgehongerd was. De kellner, die
er pleizier in had, waarschuwde zijn mees
ter, die stond te schudden van het lachen.
Toen het diner afgeloopen was, bestelde
de kapitein het dessert voor twee personen.
De bedrieger zuchtte cn sprak op smee
kenden toon:
„Och, mijnheer, bestel als 't u blieft voor
mij niols meer; ik had reeds twee flinke
melen gehad, toen ik u ontmoette. Ik luid
een wat te drinken willen hebben. Ocli,
neb medelijden met een armen drommel."
Do kapitein beval den bedelaar heen te
gaan, aan welk bevel deze onmiddellijk
voldeed; en toen hij flo rekening wilde be
talen, zei de restaurateur, ,dic een gulle
korei was: „Ik wil geen cent hebben, ik
gaf or wat voor, als ik iederen dag zoo
gul kon lachen."
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
Spanje geniet meer zonneschijn dan eenig
ander land in Europa. Hot heeft gemiddeld
jaarlijks 3000 uren; in Engeland bijv. zijn
er maar 1400.
Voor een kort telegram zijn er slechts
20 seconden noodig om van het ecne eind
van den Atlantischon kabel te gaan naar
hot andere. Dat is honderd mijlen pci
seconde.
toekomst niet rooskleurig in, want Lena
had bij de kerkdeur haar geliefde gezien, en
diens dieplreurigen verwijtenden blik opge
vangen. Hij was te laat gekomen. De tan
den op elkaar klemmen en geduldig do vrij
willig opgenomen ketens te dragen, was nu
de boodschap. L)e zonneschijn was voor al
tijd uit haar leven verdwenen en 't was als
of liet in haar ziel stormde en onweerde.
Pieters droeg zijn jonge viotiw als het
ware op de handen, hij venulde al de wen-
schen, die bij slechts in haar oogen kon
lezen. Lena wist het en moest het dank
baar ei kennen, hoewel zij niet kon vei hin
deren, dat haar gedachten z.eer dikwijls ver
poosden in de verte, bij den beminde barer
jeugd. Enkele weken na de bruiloft kwam
Pietera vermoeid en huilerig van een kleine
reis thuis. Hij zou het niet levend ver
laten, want een hevige longaandoening
gieep den krachtiger» man en sleepte hem
na weinige dagen, hoewel zijn vrouw hem
met opofferende lalde verpleegde, ten grave.
Hij do opening van bet testament bleek zijn
viuttw univetseelo erfgenaam.
Bulderend kookt de zee. Met donderend
getaas klotsen de kokende golven op liet
Strand. In bruisende fanfares en krachtige
accooi'dcn klonk de ouverture door den lie-
vigen ra kaan, reeds eenige dagen voor de
kustbeumieis opgevoerd cn het schijnt al-of
dc ontketende elementen nog altijd niet tot
ru-t zullen komen. Hoewel het nu juist
geen aangename tijd is om buiten te zijn.
ia (och een deel der beiolking van het
kn-lstadje op do duintoppen verzameld en
Staait angstig lang- de wijde watervlakte.
IN-U ,-ehip in nood 1 Men ziet duidelijk, hie<
Het prachtige stadhuis van de grooto
Brusselscho voorstad Schaerbcck is door
een geweldigen brand geheel vernield. Het
door een majestueuzeu koepeltoren ge
kroonde, in den stijl der Vlaatnsohe re
naissance voor ongeveer twintig jaren op-
Voor on na d'en brand.
gerichte monumentale gebouw, bevatte
vele koslbaro oude schilderijen, kunstwer
ken van houtsnijwerk, smeedwerk cn heer
lijke oude glasschilderingen, die, evenals
de niet te ver\ angen archiovcn en documen
ten van den burgolijken stand vernield
werden.
Naar de brandstichters want het staat
thans buiten twijfol, dat hier een misda
dige aanslag is gepleegd wordt door
do justitie ijverig gezocht.
Do Duitsche koizor heeft juist zes nieuwe
automobielen gekocht. Hij bezit er nu pl
voor personenvervoer en 6 vrachtwagens;
do keizer heeft daarvoor 52 chauffeurs in
zijn dienst.
De waaier, die aan koningin Mary van
Engeland bij haar kroning zal worden aan
geboden, zal bestaan uit do fijnste Iloniton
kant, gemonteerd op geel schildpad. Do
lango zijkanten zullen met goud zijn inge
legd.
Do rechterarm en het rechterbeen schij
nen veel meer aan ongelukken bloot to
staan dan do linker. Vervaardigers van
kunstmatige ledematen maken er dan ook
veel meer voor de rechter- dan voor de
linkerzijde van het lichaam.
In Tartaric worden uien, prei en knof
look als odeur beschouwd. Een Tartaarseho
schoone maakt zich zeer aantrekkelijk, door,
als zij uitgaat, haar gelaat en handen met
een versch opengesneden ui in te wrijven.
De best betaalde ambtenaar in Engelschcn
dienst is de lonl-luitenanl van Ierland, die
jaarlijks 120.000 gulden ontvangt voor do
diensten, die h(j het land bewjjst.
Gedurende de laatste vijf jaar zijn er
van de Goudkust jaarlijks 175.000 aponhui-
den verzonden.
Als een Russische familie van de eene
woning naar de andero verhuist, is het
do gewoonte, al de vuren in het oude. huis
uiit te halen, cn den inhoud in een pot naar
het nieuwe huis over te brengen.
Men heeft berekend, dat in de straten
van Londen wekelijks vier personen ge
dood cn veertig gewond worden.
ANECDOTEN.
Fotograaf: „De uitdrukking van uw ge
laal is veel 'te ernstig. Tracht u eens voor
te stellen, dat u op het punt waart te
trouwen."
Jongeman: „Dat ben ik."
Opgewonden dame (aan de telefoon)„Ik
het, als in een draaikolk, op een zandbank
getold wordt. De tukolage 'us verbrokeneen
deel van de raas en masten heeft de zee
reeds verzwolgen; reddeloos schijnt het
-chip aan den ondergang gewijd. Ademloos
.-taart der meiteehen menigte naar het wrak.
Do kanonschoten die van het schip gelort
weiden, waren niet noodig geweest, want
reeds nadetde fulp. Een krachtig sleep
bootje is met de reddingsboot in zee gegaan.
Ei loiloopen enkele bange uren eer het do
reddingsboot gelukt, in den recselijken
toi in de manschappen van het wrak over
te brengen op de stoondioot, die dan slee-
pt-nd de reddingsboot, de haven binnen-
stoomt, waar de dappere redders met luide
hoera's begroet worden.
Onder dc locschouwers die de landing der
redders en geredden bijwonen, bevinden
zich ook Lena en haar vader, die, nu hij
ontheven is van z'n zorgen, zich weer ge
ïnd de oude vodt. liceils willen Ix-iden zich
vt rw ijilercn, als Lena plotseling stil blijft
staan; een der .geredden baant, dwats door
de menigte, zicli een weg naar dc plaats,
waar vader eti doehtcr staan. Slechts wei
nige schreden is lui nog van liarir verwij
derd, als zijn blik, dien der jonge vrouw
ontmoet, op uier wangen /idi blo-jes begin
nen to vertoonen en in uier oogen een zeld
zame glans licht. „Krans", roept zij bewo
gen uit, cn in dat céno woord ligt heel haat
gevoel, al haar liefde rooi- hem. „Lena", is
liet jubelend antwoord. Dan omarmen zij
elkaar, zich niet storend aan de vei baasde
fhii.-teiende menigte. Die bestaat niet voor
hou. Zij waren gelukkig, zij hadden elkaar
temggevonden in den storm, om nimmer
meer te scheiden.
Gr. L. .T. S, T>.
moet mijn echtgenoot hebben, maar da
delijk."
Stem (van het telefoonbureau): „Welk
nummer?"
Dame: „De vierde, snaar wat hebt u
daarmee te maken?"
„Hoo komt dat toch? Nu adverteer je
alweer om een verloren geraakten hond; dat
is nu al de derde van deze maand."
„Dat komt omdat mijn dochter zangles
sen neemt. Sedert ze die liefhebber ij be
gonnen is, kan ik geen dier in huis hou
den."
Onderwijzer: „Vertel me eens, Karei,
wanneer is hot oogsttijd?"
Karei: „Van November lot Maart, mees
ter."
Onderwijzer„Maar Karei, waarom noem
jo nu juist die koude maanden? Wie zei
je, dat ze do oogstmaanden zijn?"
Karei„Vader. Hij is ioodgieter."
EEN GOEDE REDEN.
„Zoo, Leste jongen, en wat deuk je wel
to woiden als je groot bent?" vroeg de
dominee aan een zijner leerlingen.
„Boer, dominee."
„Heel goed, jongen; je voorziet dan do
nionschen van natuurlijk voedsel heel
goed. En jij?" vroeg hij aan een tweede.
„ik word schoolmeester, domineo."
„Nog beter, jij vult don geest van het
opkomend geslacht met geestelijk voedsel.
Ja, dat is nog heter."
„En jjj?" vroeg hij, zich tot een dorde
wendend.
„Ik word predikant, domineo."
„Dat is nog het beste van alles; do
ziel met geestelijk voedsel vullen heeft nog
meer waarde dan den geest of het lichaam
te vullen. En waarom wil je eigenlijk do
minee worden?"
„Omdat we altijd lekker eten als u
kond, dominee."
ZIJ HIELD NIET OF MET ZINGEN.
Eenige jaren geleden reisde mevrouw C.,
de vrouw- van een Londensch koopman,
van Londen naar Schotland. Zij had een
gedeelte van een salonwagen voor zich la
ten reserveeren, cn zou juist een heerlijk
dutje gaan doen, toon, tot haar groote spijt,
iemand in het volgende rijtuig begon te
zingen. Gedurende eenigen tijd luisterde de
reizigster :n stilte toe, maar al spoedig
begon het aar te vervelen, en aan het
eerste station liet zjj den conducteur roe
pen, en verzo* -ht hom, do dame. to verzoe
ken, omniddelivk sti! te zijn.
De conducteur ging do boodschap over
brengen, maar werd met luid gelach ont
vangen, en er werd geen gevolg gegeven
aan het verzoek; het zingen duurde voort.
Aan het volgend station gekomen, be
klaagde mevrouw C. zich bij den stations
chef, die ging zien, wie de brutale zangeres
.was, maar spoedig terugkwam, zeggende:
„Meviouw, ik heb werkelijk niet den
moed, uw buurvrouw- hot zingen te ver
bieden. Het is niemand anders dan Ade
line Palti."
MODE.
Nu liet wat verder in den tijd is, en de
mode een meer vasten vonn heeft aange
nomen, kunnen we onzen lezeressen mede-
deelen, dat behalve de jupccutotte, de mo
dellen geen groote veranderingen hebben
ondergaan. De hooge tailles worden nog
steeds gedragen, en hoewel enkele naai
sters getracht hebben, de rokken naar otidei
iets wijder uit te snijden, schijnt men cr
toch niet toe over te zullen gaan, en zullen
de nauwe rokken voorloopig nog wel mode
blijven.
De verlengde schouderlijn verheugt zich
ook nog steeds in de gunst der mode. en men
zou niet anders dan kimono-modellen zien,
als de verschillende versierselen dc eento
nigheid ervan niet verbraken.
Op hel gebied der mantels is alleen t.
tenigkeerende bolero nieuw. Men ziet de
meest uiteenloopende modellen van bolero's
geëtaleerd, waarvan sommige aan do kleine
Directoire-jaquctten doen denken. Dc revers
zijn vierkant, puntig of lossen zich geheel
in den shawlkraag op, terwijl do vierkante
matrozenkiaag eveneens veel wordt aam
gebracht.
Sommige bolero's reiken .van achter tot
aan de taille, andere weer zijn met aange
knipte gokpanden, en zijn van voren iels
langer dan de taille.
Do geklcodo toiletten zullen dezen zomer
meer dan ooit worden vervaardigd van
foulardzijde en voile-stof; die dunne toi
letjes maken den langen mantel noodza
kelijk.
Behalve de gewone ulsters, die natuurlijk-
niet voor gekleed gedragen kunnen worden,
ziet men etamine-mantels met brecde aan
gezette randen van zijde of satijn. Verder
lange, wijde mantels yan gekleurd laken
en tenslotte de deftige zwart satijnen man
tels met gekleurde voering, matrozenkraag
en mouwopslagen.
In dit genro hebben twee modellen de
overhand, namelijk de rechte modellen met
zeer broeden overslag en grooten shawl
kraag, zooals we ze gepasscerden winter
in 't fluweel zagen, en in de tweede plaats
do empire modellen met grooto revers en
zijden cordelières, die direct onder de buste
zijn bevestigd. Het laatste model kan alleen
gedragen worden door lange, slanko figuten.
Wat do garnecring aangaat, deze bestaat
voor tailles en blouses voornamelijk uit
kralen en zwart satijnen randen, terwijl
men voor eenvoudige modellen, lieve mous
seline» met aangeweven randen ziet, waar
van do laatste als gameering gebruikt wor
den.
Scliapevachten als kleedjes kan men ge
makkelijk op do volgende wijze wasschen.
Do huidkant mag in het geheel niet nat
worden en om dit to voorkomen, spant men
ze op een groote ton. Op een zonnigcii
dag wordt do vacht met con schoonen bor
stel en ruim warm zeepsop flink schoon
gemaakt. Later wordt zij met een gieter
besproeid, zoo 't kan piet een tuinspuit,
waardoor een krachtige straal ontstaat. Mer»
laat de vacht nu op de ton in do zon dro
gen en kamt later de haren met een grovcn
kam nit. v
Votvlakken in leder yerdrijft men met
benzine, door middel van het opleggen van
eon brij uit benzine en gebrand magnesia.
By grootere vlekken moet men deze plaat
sen uitwasschcn met zeepwater en daarna
laten verven.
Kammen reinigen.
Zeer gemakkelijk verstoppen zich fijne
kammen door het aanzetten van stof en
vet. Om ze schoon te maken, borstelt men
ze eerst met een schorpen tandborslol mol
geest van salmiak zorgvuldig uit, spoeit
met zwak sodawater na en kan den kam dan
weer dadelijk gebruiken. Aldus behandelde
kammen houden zich yoortdurend goed.
EEN GOED BOOGSCHUTTER.
't Js al heel wat jaren geleden, dat cr
in Griekenland een vorst regeerde, die Fi-
lips genaamd was. tn den tijd dat koning
Fiiips leefde, weril er door do vorsten
veel meer oorlog gevoerd dan in den te-
goriwoordigen tijd. In een ,van die oorlogen
belegerde li ij eens een sterke stad, en hal
zich met zijn soldaten om dc muren vaii
de vesting gelegerd. J
Op zekeren iiH>ig»n stond hij voor zijp
tent, toen er in du verte een man naderde
en zich hij den honing aanmeldde. Hij zeide
Aster te heeten en bood den koning zijd
diensten aan.
„Sire, u zult me wel kunnen gebiuikcn,'(
sprak Aster, „want ik ben een goed boog
schutter. Mijn pijl treft .zelfs ceil vogel
in zijn snelste vlucht."
De koning antwoordde hierop pp spot-
tomlen toon:
„Go zijt werk-eljjk eon kunstenaar, 'en zq0.
dra ik eens oorlog'ga voeron met de sprei a
won zal ik.u stcilig.laten roepen; daar h
op 't oogenixl'ik evenwél, nog met nienschen
vecht, zal ik voorloopig ,van uw diensten
geen gebru ik maken."
't Kon wel niet.andere of Aster moest
zich door deze, op sportenden toon gouito
woorden, belecdigd gevoelen. Zoo spoedig
hij kon, verwijderde hij zich en sloop
do belegerde stad, met het voornomen om
zich, indien mogelijk, op koning FIlips to
wreken.
Do belegerden namen do hulp, die Aster
hen aanbood, heol gaarne aam
Den volgendon dag reeds, juist loon kg.
ning Filips langs de gelederen zijner solda
ten recti" om hun inoed in te prenten, kwam
or plotseling con pijl op hom af, die hem
juist in het rechteroog trof. Van alle kan
ten kwam men aansnellen om den pij] ujj
het oog van don koning to verwijderen
waarin men na oenigo moeite ook werko
lijk slaagdo. Doch hoo groot was do schrik
en verbazing van de omstanders, maar niet
minder van den koning, toen men op een
briefje, dat aan den -pijl bevestigd was
do volgende woorden las: „Het rechteroog
van koning FilipsI Aster."
Toen men do wond zoo goed en zoo
kwaad als het ging verhouden had en do
koning ecnigszins van den schrik bekomen
\vas, gaf hij hevel, (lal men ook van zjjn
kant ecu pijl in ,de stad zou schieten met
oen briefje eraan, waarop fiij dit antwoord
liet schrijven: „Wanneer koning Filips erin
slaagt, de stad in te nemen, zat hij Aster
laten ophangen."
De wond des konings genas, maar aan het
rechteroog bloef hy blind.
Eenigen tijd daarna werd de stad wer
kelijk ingenomen. Jammer genoeg hield du
koning woord, en werd de voortreffelijke
boogschutter aan den galg geknoopt. Met
dat. alles evenwel had de vorst zijn rech
teroog niet terug, en de lust tot spotten
zal hem wel voor goed vergaan zijn.
De schatten der Inca's.
De Amerikaansche maatschappij die het
heilige meer der Inca's in Columbia droog
legt om de schatten aan het licht to bren
gen, daar sedert duizenden jaren op den
bodem verborgen, heeft niet zonder aan
vankelijk succes gewerkt. Eenmaal in het
jaar werden door dc oudste bewoners dier
sticek offers gebracht aan de goden, voor
namelijk bestaand in goud cn edelgesteen
ten, die met een schip naar het m'idj
den van het meer werden gebracht cn
daar in het water neergelaten. De priesi
Iers waren daarbij met goudstof overdekt
en doken in het meer om zich hiervan
to ontdoen.
Hcihaaldelijk zjjn vroeger pogingen go-
daan om de schatten der Inca's terug te
krijgen, maar zonder succes. De ouden
nemende Amerikanen hebben nu het meer
geheel droog gelegd en zijn aan heldoor-
zoeken van de tien meter dikke modder
laag. Men heeft een massieven zwareu
gordel van goud gevonden, eeti gouden
ketel, twee gouden slangen, twintig sma
ragden van aanzienlijke grootte, twee
meikwaardige slatuutlen cn een aantal
gouden aim- cn voetringen. Wetenschap
pelijk van belang is een gioote gouden
schotel, waaiop alle tcekens van den ka
lender der Inca's gegraveerd zijn.
Modes
Wal de dichters te zoggen bobben ge
tuid over ouzo modes:
Do dame mot de m o f.
,Es ist eine der höchsteii Iliinmelsgabcu,
So ein lieb Ding im Arm zu haben."
(Goethe, „Faust", 1.)
D c c c h t gi c n; o o t.
„Dor bravo Mann denkt au sich setlist
zulctzt,"
(Schiller, „Teil", I, I.)
Dc m o d c-s cl li o p p o r s.
,Ein cdler Maim zielit edto Menschefi mi
Und weisz sic fost zu halten."
(Goetlio, „Tasso", I, I.)
De damoS'lioerlenspeld.
„Solui, da bast du mei non Speer,
„Meinem Arm wird er zu schwer."
(Stolberg.)
Dc nauwe r okfcon.
„Ihr naht Euch wieder, schwankendo
Gestalten."
(Goethe, „Faust".)
Hel „droit dovan t."
„In rauhes Erz solist du die Glieder
schmiren,
Mil Stahl bedoeken deine zarle Brust.
(Schiller, „Jungfr. v. Orleans", Prolog.)
Dc echtgenoot oil de
r o k e n i n g.
„tch bah' hier blosz ein Amt und koine
Mcimmg."
(Schiller. „Wallenstoiu's Tod", 1,5-)
O p den broekrok.
„Anl'angs wolt' icli fast verzagen,
und ieli dacht', icli triig pa nie.
Und icJi hab' es doch gotragun,
abor fragt ïnieh nur nicht wiel"
(Ileino.)
De eer van doze mixed pickles komt
aan liet „Ilbld." toe.