64"* Jaargang. No. 13627 Derde Blad Het gevaar uit de lucht. Zijn geschenk. ALLERLÊiT Intercommunale Telefoon No. 103. Dezf> courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam er. Ylaardingen f 1.1,26 franco per post fl, 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 oent. Afzonderlijke nummers 2 oent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor hot eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiën: Yan 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel, Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën hij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Het droevig ongeluk (Int minister Bertcaux getroffen heeft, doet opnieuw de vraag rij zen of men de mcnsclicn maar moot laten vliegen dan of men hij tiids maatregelen moet nemen om te. verhinderen dat wat de enne meiiseh voor zijn vermaak doet, tien an deren tot schade, ja tot verderf kan leiden. Op zichzelf is speciaal in dit geval de kwestie niet zuiver gesteld. Zij zou dat ge weest zijn wanneer de minister getroffen ware als particulier, gewoon op een wande ling, zonder dat hij iets mot welke vliegerij ook had uit te staan. Gaat men naar een vliegveld, dan verhoogt men altijd voor zich zelf de risico van getroffen te worden, kan men zich dus van die risico bewust zijn. Die risico kan men door beter maatregelen van orde te nemen, bovendien nog weer zeei sterk verminderen, ja tot een minimum te rugbrengen. Doch de gewone voetganger, die door de t truien eenor si ad loopt, mag, dunkt ons. wel ciseben, dat hij niet de risico loopt van voor hun pleizier of voor de vertooning door de lucht vliegende mensehen op zich te krijgen. Zoo heeft ook de Engelsclte rege.ering het begrepen, toen zij een wet aanbood om te verhinderen, dat tijdens de kronings- dageti in kamden zon gevlogen worden. Zeer zeker heeft de regeering dat gedaan om, nu er op aarde al zooveel aanleiding was voor orde-verstoring, ook nog niet ver storing van die orde door hovemiardsche ge- hi uifenissen te provocecren. 'Doch zeer zeker zal de rogceriug het ook ge.daan hebben om de tocsehouvvere niet de risico te geven van door die machines getroffen te worden. Men zie in dit verbod geen overdrijving. Was het verbod niet gekomen, dan zouden zeker Verscheiden vliegers getracht hebben om door jiiiM op dien dag te vliegen en juist boven den stoet, reclame te maken voor zichzelf en in allerlei illustraties fr komen.". Over het geheel zal men dus meer en meer bij openbare plechtigheden die vlie gers zien ver-ehiinen en zal men daar ffur meer en meer de risico hebben van het lot van minister Tlerieaus te ondergaan. Op de openbare straal is dat in gewone tijden nog niet in die mate het geval. Doch blijft de vliegspoit zich ontwikkelen in het tempo, waarin dat fegennoordig geschiedt zoodat wat velleden jaar nog een ongelooflijk wonder was (de tocht van Wijnmalen heen en weer ParijsBrussel) nu alweer lang achterhaald is door veel sterker stukken al' b.v. de heide tochten van Pariis naar Ma drid en van Parijs naar Rome blijft de \liegsporl zich aldus ontwikkelen, dan zullen «ij binnen oen paar jaar de. vliegmachines ook in gewonen tijd vee! geregelder hoven onze hoofden zien gaan en dan zal de kans om er onder te komen veel grootcr worden. Die dan leeft, dan zorgt - zal men ons tnlssschien tegemoet voeren. Doch inel de jongste et varing, bij de automobielen opge daan, komt ons deze redeueering In dit ge val weinig ntdoonde \oor. Alen heeft niet bij fijdH maatregelen genomen tegen de auto mobielen. Eu wat is het gevolg? Dat deze onsociale dingen bij uitnemendheid tegen woordig den voetganger en den fietsrijder heel wsit gevaar en overlast veroorzaken. En draagt men dat gevaar, die overlast met gelatenheid in de enkele gevallen, waarin en auto werkelijk nuttig werk verricht o! waai in de bestuurder zich kalm en voorzich- ig beweegt, in do vele gevallen waarin het meneer N, 1.1 of Z invult alleen ter wille van zijn vermaak over de wegen te gaan hollen en dientengevolge gevaar voor do oorhijgangers te doen ontstaan en die voor bijgangers te berooven van het genoegen van ontspanning in de frisscho lucht, door massa's stofwolken op te worpen, nlloen om zelf met onnnodigo snelheid oen plezier tochtje te doen in die gevallen vraagt men zich af waartoe dat dient en waarom de slaat ons niet beschermt tegen dezen overlast. Dat [nul hij kunnen doen door in tijds maatregelen to nemen, voordat nog een auto-industrie geboren werd. Dat is nu het geVal wel. Als men eens rekent dut Dtritschland 25, Frankrijk 47, Engeland 85 rut Amerika 130 duizend auto's binnen hun grenzen hebben loopen, begrijpt men, dut het nu uiterst moeilijk is "oworden, den hinder, dien de voorbijganger van de auto's ondervindt, te verminderen of op te heffen. En komt men ten aanzien van de vlieg machines met het bezwaar, dat men een jonge industrie niet dadelijk in haar begin door het nenten van allerlei maatregelen hel leven moeilijk moot maken, dan slaat diuu tegenover, dat het van belang is dadelijk de eischon te stellen, waaraan dergelijke nieu we- zaken in het publiek belang moe-m vol doen. Had men dit bijtijds bii de auto's ge daan, dan zott men daarmee nu geen moei lijkheden ondervonden hebben. liet komt ons dus voor, dat men heel verstandig zal doen wanneer men, op het voorbeeld van Engeland, reeds nu maat regelen neemt tegen het gevaar en den over last, dien mts van uit de lucht kan worden aangedaan. Kan men die maatregelen dooi een internationale regeling dadelijk overal invoeren, dan zal men rechtszekerheid schep pen, zorgen dal de machines ingericht, wor den volgens die algcmceno voorschriften en voorkomen, dat de nieuwe industrie zich heler ontwikkelt, naar mate men in elk land T I Mevrouw Aline Lambermont spreidde met een slag het tafellaken nit, en met het lijf naar voren gebogen, wierp zij het woedend over de tafel, alsof zij het gemunt had op haar man, die tegenover haar geposteerd, haar met zijn spotoogen aanzag. En toen liet linnen uitgespreid lag, effende zij het met kleine rukjes die haar woorden kracht bijzetten, en in een hooge golf gulpte zij alle bitterheid uit, die haar al vijf en twintig jaar bc nauwde. ,,Je bent oen egoïst," brulde zo, „een kniezer, een gierigaard, die mij heeft op geofferd aan jo persoonlijke voldoeningen zonder ooit te vragen naar mijn verlitn gens, mijn neigingen, mijn vreugden. Als ik denk, dat. je in dio vior-en-lwintig jaa van ons huwelijk nooit een cadeau hebt gegeven, nooit gefeliciteerd met mijn vei jaardag zoodat ik nu zelf mijn zil veren bruilofts-cadeau moet lampen, als ik niet voor bet oog van alle neven, die op dien avond hier aan tafel zullen ko men, wil doorgaan voor de meest ver- aehte vtouw van het land," „Maar, lieve schat, het beeft jo nooit aan iets ontbroken." „0A ja," lie mam zij, „je hebt mij eten gegeven en kleeren, en denk jo dan, dal K'j jé gedragen licht als een goede man? Neen mijnheer, je hebt met me gehandeld als een ploert 1" Mijnheer Lambermont maakte een be- weging van ongeduld en dat gaf haar moed voort lo gaan. „Ja, als een ploert! Je hebt nog nooit minder gedaan heeft tegen liet gevaar en den overlast welke de burgers uit de lucht kun nen ti effen. de SNELHEID VAN EEN ZWALUW) Voor eeriigen tijd natn men de volgende proef om de snelheid van de vlucht van een zwaluw vast te stellen. Een zwaluw, die te Antwerpen thuishehoorde, en daar haai" nest had, ving men, en bracht haar met een aantal postduiven naar het 236 IvJI. verder gelegen Cornpiègne. Den vol genden morgen kwart over zeven werd het diertje losgelaten. Zonder, zooais de dui ven gewoon zijn te doen, een poos heen en woer te vliegen om zich te oriëntecren, vloog do zwaluw onmiddellijk in de juiste richting, bliksemsnel naar Antwerpen en bereikte, in weerwil van het ongunstige weer, haar nest in één uur en aciit minu ten, zoodat zij 57.8 M. in de seconde had afgelegd. Neemt men den matig sterken Noordenwind jn aanmerking, welken de zwaluw jnoest overwinnen, dan bedroeg do snelheid, welke zij bereikte, 65 M. en misschien nog meer. De tegelijk losgelaten postdiihen bereikten slechts een snelheid van ,15.8 „M. in de seconde. De houtvester Loos to Libach a. d. Elbe (Bohèmetri, Vond in deze proef aanleiding om een reeks dergelijke proeven te nemen. Het schijnt, dat hij twijfelde aan de juist heid der [/roef v;ui Cornpiègne. Hij nam zwaluwen uit nesten met jongen en liet die ook des avonds over een groeten afstand wegvoeren, om ze 's morgens los te laten fn de eerste plaats deden alle zwaluwen dezelfde pogingen om zich te oriëntecren, als de postduiven; in de tweede plaats legden zij een afstand van 32 K..M. af, resp. in 3 uren 15 minuten en 30 se conden; een afstand van 36 K.M. m 6 a 8 uren, één van 9 K.M. in 3i/i uur, een andeiio yan 8.2 K.M. in 4 uren en een van 18 K.M. in 2 uren. Geen enkele be- rejkte ook in de verte het resultaat van Cornpiègne (236 K.M. in l uur 8 minuten) en alle zwaluwen, uit verschillende streken genomen en op verschillende tijden losge laten. hadden een veel grooteren tijd noodig. Misschien hebben deze zwaluwen niet ter stond den rechten weg gevonden en groote omwegen moeten maken, zooals die ééne, die 3s/i uur noodig had om een afstand van 4 K.M af te leggen; hoe bet ook zij, de .houtvester Loos meent, op grond van deze proeven, en van de vergelijking van do vlucht der zwaluwen mot rijdende spoor- trainen, te mogen aannemen, dat de zwa luw een snelheid heeft van 25 M. in de seconde; ,altijd nog een zeer mooie snel heid voor den kleinen vogel. Nu is ook meermalen het feit gecon stateerd, dat, wanneer bij een zwahnvennest een der oudere verongelukt, de o vei gehle- vene zeer spoedig weer ecu plaatsvervan ger heeft. Op grond daarvan bestaat de waarschijnlijkheid, dat het geval mot liet nest te Antwerpen zich zóó heeft toege dragen, dat de rechte zwaluw op den proef tocht verongelukte en een andere zijn plaats in het nest innam. Daarmede zou dan ver klaard zijn, hoe deze zoo vlug terug was. maal, maar na verloop van pas drie dagen stond de man weer voor hem. „0, Heer! Ik ban nu overtuigd, dat de vrouw mij meer ergernis dan genoegen be reidt. In bid u, veilos mij van haar." „Ondankbaar schepsel," riep de god nu in den hoogsten toorn. „Ga heen en zie, hoe je met baar klaar komt. lie scheid je niet meer; voottaan zou je toch niet meer in staat zijn zonder haar te leven DE VROUW, IN DE INDISCHE SAGE. Toen Parabrahma, schepper van liet Heelal, de vrouw wilde scheppen, kwam hij tot de ontdekking, dat hij by de schep ping van den man al zijn materiaal had uitgeput. Zjjn verlegenheid was groot en hij verzonk in diep nadenken. Het resultaat van dat nadenken was liet volgendellij nam de lieflijke ronding van do maan, de golfachtige lynen en de buigzaamheid van het slangenlijf, de bevallige kronkelingen der slingerplant, liet lichte trillion in den grashalm, de rankheid en buigzaamheid van het riet, de fluweelachtige zachtheid der bloem, de lichtheid der veer, den zuch ten blik der duif, het speelsche, dartele van den zonnestraal, de tranen der voorbij trekkende wolk, de onbestendigheid van den wind, de schuwheid van den haas, de ijdelheid van den pauw, de hardheid van den diamant, de zoetheid van den honig, de wreedheid van den tijger, den gloed van het vuur, de kilte van de sneeuw, liet snapachtige van den papegaai en het kirren van de tortelduif, het vleiende, en ook de valschheid van de kat. Dat alles vermengde. Parabrahma door elkander en vormde hieruit de vrouw, die hij den man tot gezellin gaf. Nu verhaalt de sage verder, dat de man, nadat hij de vrouw een week tot gezel schap had gehad, den Schepper naderde en zcide: „O, Heer, het schepsel, dat gij mij gc geven hebt, vergiftigt mijn bestaan. Zij babbelt onophoudelijk en neemt mij geheel in beslag. Zij klaagt veel zónder reden en is bijna altijd ziek. Ik smeek u, mij van haar te bevrijden, vvant ik kan niet met haar leven!" En dc god nam zijn versmaan! werk weet terug. Na verloop van ruim een weck verscheen de man opnieuw. .0, Heer," bekende hij berouwvol, „se derf mijn vrouw weg is, voel ik mij zoo eenzaam. Mijn leven schijnt mij leeg en vervelend. Ik herinner mij nu, dat de vrouw niet alleen babbelde en klaagde, maar mij ook met zoete stem voorzong en mij lief koosde. Als ik ze niet weer terug krijg, zou ik niet meer willen leven." Do lankmoedige schepper voelde medelij den en schonk hem de vrouw nog ecu- KELTEN ZONDER STAART. Haai oorsprong is onbekend. Een schrij ver spreekt erover in liet jaat 1823 en beschrijft dc katten van het eiland Alan als in niets anders van andere katten ver schillend dan door hot gemis van een staat t; zij vangt geen muizen en schijnt voort te komen uit de vereeniging van oen kat en een konijn. Een andere sein ijver bewocit, dat de staartloozo kapen ontkomen rijn aan een Pruisisch schip, dat schipbreuk geleden had. Weer anderen laten ze komen van Cornwalles en zelfs van Wight. Deze katten zijn tut zeer sehaarsch, zelfs op Man, en de kooplieden vragen er 2 a 300 gulden voor. Over de kleur is men het ook niet eens; eenigen noemen ze zwart, anóeien rossig, weer anderen bont. Sommigen be weren, dat ze geen staart hebben, anderen dat het achterdeel overmatig ontwikkeld is, als had hel den staart in zich opgenomen, zoodot de kat een geheel anderen votm heeft. In Dorsetshire moeten veel katten zonder staart zijn, afstammend van een poes, die bij ongeluk haar staart verloren had. Alles blijft dus raadselachtig. Voor het eerst wordt de gewone kat vet meld een tekst van de 9de eeuw, als een zeldzaam dier. Van de kat zonder staart is eerst sprake m het begin der 19de eeuw. Komt zij van een vergaan schip, afkom stig uit Pruisen, of wel uit Australië of uit de Kritn, waar men ook katten heeft opgemerkt ïnet afgesneden staart? Wie zegt het? een bouquet viooltjes voor me meege bracht om me te bedanken voor al het geen ik voor je doe, nu al bijna vijf-en twintig jaar laag. Wat ben ik dom geweest met neef Guslaaf niet te trouwen, die mij het hof maakte en zoo'n prettig leven beloofde. 0, hoe dom 1" En de hevigheid van haar verdriet blus elite het vuur van 'haar groenen to-oin en eensklaps bevochtigde oen vloed van tranen haar gezicht. Bij het zien van de wanhoop zijnoi vrouw, haalde do heer Lambermont de schouders op, maar door haar zuchten geprikkeld, verklaarde hij met zijn scherp stemmetje „le doet verkoeld met te huilen. Je tranen maken niet deal minsten indruk op mij. Ik heb ze op een avond onder zocht; .et- zit niets in dan een kleine hoe veelheid sulphaat van kalk en wat chloor zuur van soda, do rest is water, niets dan gewoon water, dat tot "niets kan dienen." „Heb jij mijn tranen onderzocht?" riep zij half snikkend in haar verdriet. „Ja, beste meid," hervatte do apotheker, „en zij bevallen voornamelijk walor." Maar mevrouw Lombermoni liet hem niet uilsproken. Zij stond rechlop mei verwrongen gelaat ep zulk den heftig ge baar, dat hij bang werd en achteruit week. „Ga wegl" krijschte ze, „ga weg, of ik vermoord je." En daar zij dramatisch liet onschuldige boLennes zwaaide, drong do lieer Lam her ment niet vorder aan, en ging, achteruil- loopend, naar de 'deur. ,,'l Is goed, ik ga heen! Kalmeer nu maar zonder iets te breken." Nauwelijks was hij op straat, of mijnheer Lambennont voelde iets behagclijks over zich komen, en hij voelde zich welwil lend gestemd tegenover de geheele nvnsch- hcid. Op het tabaksbureau, waar hij een goede sigaar kocht, vond hij het gouvernement niet zoo diefachtig als men wel zoide. Voor het standbeeld van maarschalk Alonccy, er kende bij, dat liet militarisme zijn zwarte zijde had, en bij het hippodrome, dat zijn vrouw, al was zij niet volmaakt, toch veel goede hoedanigheden bezat En hij ver baasde zich. Hoe kon het zijn? Had hij haar niet sedert hun huwelijk hij gebrek aan geschen ken niet eerst liet traditioneele bouquet viooltjes gebracht? Zij had ongelijk het hom kwalijk te nemen, hel verzuim was zonder bedoeling geweest deze galanterie viel onder het bereik van alle beurzen. Hij had er eenvoudig niet aan gedacht, dat was alles. Maar, al doorloopend, volgde de heer Lambermont de bewegingen der voorbijgan gers, dio hem vooruitgingen of volgden, beladen met ontzaglijke houquetten of ko lossale kransen, en'allen gingen naar het zelfde doel. AVeldra bevond hij zich op de brug boven het kerkhof van Alontnmrtre geslagen, en stilstaande zag hij vol belangstellend naar de stad der dooden. De goede apotheker dacht bij zichzelf, dat het werkelijk prettig moest zijn, een behoorlijke woonplaats, te hebben voor de eeuwigheid. Door ze vooruit te koopen en volgens zijn smaak in le richten, moest men hel niet to ontkomen einde minder vreezen. Prettig gestemd, voort blijvende denken aan do vreugde, die iemandqjevoolen moest, die zijn leven lang in een huurhuis heeft gewoond, na zijn dood een eigen woning te bezitten, ging Lambermont tiaar het kerkhof. Hij bemerkte nu dat het allerzielendag was en dat de menigte zich in do paden verdrong; hij bewoog zich tusschen de wan delaars en bestudeerde zorgvuldig de ver schillende monumenten. Dien avond verdrong zich een stoet van bloedverwanten, bezorgd oom en taille goed te stemmen, in de stille hoop om in hun testament niet vergeten te worden, in het salon; hun armen waren beladen met groene planten, houquetten en kleine souvenirs. „Lieve tante, deze weinige bloemen, om ons toe te wenschen, dat wij elkander hier terugvinden voor uw gouden bruiloft." „Dank je, kinderen, dank jel" zei tante Aline, zeer aangedaan, „uw vriendelijkheid treft mij diep, je bederft mij. hoor," Maar toen zij allen, van de oudste tol de jongste, hun compliment hadden afge stoken, wierp zij een vurigen blik naai den kant van haar man. die naast haar stond met leege handen, en zotte toen oen doos op tafel, waarin zich een hors d'oeuvre servies bevond. „Kijk eens, kinderen, mv oom, inv goed oom, heeft mij ook niet vergeten. Dal is zijn cadeau En dat zeggende trilde de slem van de dikke mevrouw Lambennont van woede. „Wat houdt hij veel van u," riepen d neven in koor. „Zeker, houd ik van mijn vrouw," her nam de apotheker, met belangstelling het cadeau bekijkend, dat hij heette gegeven te hebben, ()maar dat is oen prul; ik heb IIET NUT VAN AARDAPPELSCHILLEN. In de meeste gevallen worden aardap pelschillen als onnut weggeworpen. Een prartisehe huisvrouw evenwel waseht daar mee haar zilverwerk, waarvoor dc schillen in water gekookt worden, of zij reinigt er (lessehen van allerlei soort mee. üe rouwe schillen worden voor dit doel, klein ge sneden in de flessrhen gedaan, koud water daarop gegolen. dan (le glazen vunnrapon onder 1 link schudden schoon genft^esJnHi, waai na zij met helder water wouleti nage spoeld. Verder worden de vipoi kienden met aardappelschillen zeer goed getomigd door ze eenvoudig daarmee af te wrijven. Dok als varkensvoer zijn ze zeer geschikt. mijn vrouw voor dezen grooLen dag een ander cadeau gegeven, een echt geschenk." „Heb jc iets voor me gekocht?" vtoeg ze verbaasd. „Ja, raad eens." leder noemde het voorwerp, dat hij zelf het. liefst had ontvangen. „Een salonlamp, een kanten kraag, een mand champagne." t Maar Lambermont schudde ontkennend het hoofd en antwoordde steeds,,'t Is duurder dan dit!" En met een majestueus gebaar zijn por tefeuille voor den dag balend, nam hij er een papier uit, dat hij plechtig aan zijn vrouw overreikte. Zij las het door, zonder te begrijpen; en toon zij de oogen vragend naar hem ophief, riep liij trolseh uit: „Ik heb een eigen graf ten eeuwigen dage gekoeld voor twee plaatsen, op het kerkhof Montmartre." De neven een beetje uit bel veld ge slagen, de tante verstomd, werd deze me- dedeeling met ijzige koude beantwoord, Alanr de vrouw, spoedig van haar ver bazing bekomen, stond plotseling rechtop te midden van de bloempotten en houquet ten en barstte uit: „Canaille! 't. Was jou niet genoeg mij te dwingen met jou mijn heele leven door te brengen, je wilt mij ;iog verplichten bij jou te blijven na mijn dood! Boen, neen, dat. nooit!" En met tragisch gebaar verscheurde pij het. eerste cadeau van mijnheer .Lamber mont. AWW

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 9