64*" Jaargang. Zondag 11 Juni 1911 No. 13632 Derde Blad. Z[JN EXA.MEN. 1 T f Aangifte Tan LeerMngen FRANSCHE BRIEFEN. A LLERLEI. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prigs per kwartaal; Voor Schiedam en Vlaardingen fl.1.25 franco per post fl. 1.65. Pïgs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 oent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen, Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven), OURANT. Prijs dar Advertentiën: Van 1—6 regels a 0.92; iedere regel meet 15 cents. Reclames 30 coat per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen, In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, b§ vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. v«er de Openbare Scholen voor Meer Uitge breid Layer Onderwijs. Ouders, Voogden of andere verzorgers, welke leerlingen voor bovengenoemde acho Jen wenschen aan te geven, worden verzocht zich vóór 1 J u 1 i a.s., aan te melden bij het Hoofd van School A, den heer A. II E. TijJ, voor jongens vanaf liet 4e leer jaar en hooger, het Hoofd van School B, Mej. A. S. vat Andel, voor jongens voir het le, 2e ei 3e leerjaar en voo- ulc isjes voor alh- leerjaren. 1 De cursus vangt aan circa 1 8 e g t a.s. De leerlingen voor het le leerjaar moetei derhalve geboren zijn vóór of op 1 Maait 1906. Belanghebbenden worden er t opmcrkzaan op gemaakt, dat gedurende het loopendt cursusjaar een aanmerkelijke wijziging heef. plaats gevonden in de schoolgeldhef fing voor deze schalen. Behalve voor onvermogenden bedraagt dit schoolgeld voor: a) hen, die niet in de inkomstenbelasting zijn aangeslagen en voor hen, die daar in zijn aangeslagen in de klassen 17 ƒ15.per leerling; b) hen, die als boven zijn aangeslagen in de klassen 812 20.per leerling e) hen, die als boven zijn aangeslagen in de klassen 1317: ƒ25.per leerling: d) hen, die als boven zijn aangeslagen in d< klassen 18—22: 30.per leerling, e) hen, die als boven zijn aangeslagen in dr klaseen 2327: 35.per leerling: f) hen, die als boven zijn uangeslagen in de klassen 2832: ƒ40.per leerling; g) hen, die als boven zijn aangeslagen in dt klassen 3337: ƒ45.per leerling; h) hen, die als boven zijn aangeslagen in de klassen 38 en hooger50.pei leerling. Voor meer kinderen uit één gezin, welke één der scholen of beide scholen bezoeken, wordt een lager schoolgeld geheven. Voor het leeren van talen is g e e n extra schoolgeld verschuldigd. Nadere inlichtingen worden gaarne ver strekt door de betrokken Hoofden der Scho len A en B. PARUS, 4 Juni 1911. Het was heden juist veertien dagen ge leden. Parijs (voor zoover de bevolking er De vijftienjarigo Karei van Hasselt zou dit jaar examen doen voor de cadetten school te Alkmaar. Slagen moest hij, schit terend slagen dat had hij zich 1 ei lig voor genomen, opdat zijn moeder althans eeni go oogenblikken van vreugde zou hebben, zij, wier leven do laatste jaren dof en kleurloos was geweest. Deze belofte hield hem staandë gedurende al die zware cn moeilijke uren van studie, sterkte hem in die lange avonden, wanneer er aan huis werk schier geen einde kwam, en bezielde hem met nieuwen moed, als na een korte nachtrust de onverbiddelijke wekker hem weer tot werken riep. Vlug overzag In dan nog even dijn lessen, en op klokslag van zessen was hij weer 't eerst van al ien op school aanwezig. „Hij zal een schitterend succes hebben," meenden zijn onderwijzers; „geen onzer kan rich met hem meten," bcweeiden zijn ka nieraden. Karei alleen, eenvoudig en nedn- riii «Is hij was, twijfelde; was hij nie! h.jna de jongste van allen, en was de kans niet zoo slecht, dit jaar? Nog slechts zbs jaar geleden was het gezin van notaris Van Hasselt een dor ge lukkigste, die men zich denken kon. Als notaris gevestigd op een kiein dorp in Zuid- Holland, bewoonden zij een ruim huis met giooten tuin, en hun vroolijk zestal, allen ,'an niet naar het Vliegveld van lasy was getogen) luid hij het opstaan de verpiette- ende tijding vernomen, dat Berteaux ge dood en Monis zwaar gewond was. Als een aardschok bij een onbewolkten hemel, had dat nieuws ieder getroffen. Naar gelang van stand, positie ol persoonlijke betiekkingen had het ontsteltenis, medelijden of droefenis gewekt, maar algemeen werd ingezien, dat le mooie Meizondag voor Frankrijk een dag van rouw was geworden. Dit belette natuurlijk niet dat de Boulevards en de Champs Elysées, als eiken Zondag, zwart waren van de foulc, maar al'e feeste'ijk- heden waaraan slechts een schijntje van of ficieel karakter verbonden was, waren in der haast afbesteld of hadden, waar dit niet doenlijk was geweest, zonder redevoeringen of muziek, zoo eenvoudig mogelijk plaats. Een dergelijke houding was betamelijk, zoo niet geboden, en niemand verwonderde zich dan ook, toen in den namiddag op de ko lommen langs den Boulevard, die sedert drie weken prijkten met zekere gele affiches van buitengewone afmetingen, een daarover heen geplakte aankondiging zichtbaar weid, inhoudende dat de „generale repetitie" niet gehouden zou worden. Het betrof namelijk rle eerste opvoering van het „mysterie van den Heiligen Sebastiaan", en die, was in vollen zin wal hier heet een „Parijsche ge beurtenis", d.w.z. een feit, waarin alle groote rinjeurs en (even, of ook minder groote, muur in elk geval, zeer bekende) dames van Frankrijk's Hoofdstad belang stellen en waarbij ze voor geen geld ter wereld zouden willen mnnkeeren. En ziellier waarom de Heilige Sebastiaan, die, in Zuid-Frankrijk 'geboren, maar te Rome (op het laatste, der 3e eeuw meen ik) gestorven was en om wien zich sinds dat oogenblik geen menseh meer (behalve de kerk, die hem heilig ver klaarde) bekommerd had, op eens de hoof den op hol gebracht luid vari verschillende categorieën van lieden, die waarlijk wel an dere dingen hebben om over te babbelen oï zich mede te amuseeren. De beroemde Ita- linansche dichter d'Anvunzio, die te Parijs even bekend is om zijn avonturen, zijn hy per-esthetische wijze van doen en zijn aan zienlijke relatiën, had bedoelden Heilige tot onderwerp gekozen voor een, in 't Fransch op de leest der oude mvrter-spc'cn ge schoeid drama. Dc moderne componist van Pelléas cn Mólisande (tegenwoordig ten He mei geheven door dezelfde critici, die hem acht jaar geleden uitfloten) had voor dat drama muziek geschreven. De bekende impressario Astruc, die sinds een jaar of zes in de maanden Mei en Juni te Parijs, met medewerking van rijke melo- manen, festivals organiseert, waarop groote sterren beroemde werken uitvoeren, had be sloten do vrucht van d'Annunzio's en De- bussv's samenwerking ten tooneele te bren gen. Niemand wist er iets anders van af. dan wat bovenbedoelde groote aanplakbiljet ten over dc vertolking vermeldden, doch dat was alleen in staat opzien te wekken. Dc vermaarde, reeds uit vroegere, door Astruc flinke gezonde kinderen, maakte hun hoög sto geluk uit. „Mocht het maar altijd zoo blijven," zeiden ze menigmaal tot elkaar, „maar wie weet, hoe spoedig ons troepje reeds uit elkaar moet gaan." En spoedig kwam er verandering, doch anders en veel droeviger dan men zich had gedacht. Op een morgen, een uur nadat do kin deren allen als gewoonlijk met een „dag Pa, dag Moe" naar school waren gegaan gevoelde notaris Van Hasselt zich plotseling ernstig ongesteld. Hevige pijnen ondermijn don hem, en de ijlings toegeschoten, ge neesheer constateerde sporen van vergif tiging; de eene flauwte volgde op de an dere, en weldra trad bewusteloosheid in. Geen tegengif mocht moer baten, en toen de kinderen tegen koffietijd huiswaarts keerden, vonden zo niets dan het zielloos lichaam van hem, die hen zoo kort geleden nog een „tot straks, kinderen," toeriep, en oen moeder, die, gebroken door smart, hen geen woorden kon toevoegen. Arme weduwe! gisteren nog gelukkige vrouw en moeder van kinderen, wie zulk een sehooiie toekomst beidde, en thans üieen staande met de zorg voor een zes tal I Wat ging er om in 't hart dier vrouw gedurende de dagen die volgden op den ontzettenden slag. Alleen moest ze al die moeilijke jaren dor opvoeding doonvorste Ion; met zichzelve kon ze slechts te rade gaan. Wel had ze haar ouders nog, maar dat waren hoogbejaarde lieden, zusters en broers, allen geplaatst, sómmigen in den vreemde, maar wat waren die allen, ver- voorbereide Slavische balletten, te Parijs be kende Russische danseres zou de titelrol vervullen, mevrouw Dudlay, oud-pension- nuire der Coinédie Francai.se (dezelfde die bij den brand van tien ja ai' geleden langs e.en ladder door ccn pompier gered was) die van geboorte een Belgische dame is, mejuf frouw Ventura, Fransche tooneelspeelster, die in Roemenië het levenslicht zag, zouden hoofdrollen spelen. Een Russisch decoratie schilder van groot talent had de schermen vervaardigd, er zouden zooveel honderd cos tumes zijn en zooveel andere honderden zan gers en musici zouden de partituur uitvoe ren. Wanneer men daarenboven bedenkt dat er-loges waren die 300 en meer franken kostten, dat men voor een fauteuil d'orches- tre voor het minst 50 franc moest neertellen en dat er slechts 10 opvoeringen van het uerk zouden gegeven worden, begrijpt men de nieuwsgierigheid van het gioote publick en den ijver, waarmede de gelukkige inillion- nairs die in de lentemaanden Parijs als lust oord hebben uitgekozen om het wonderwerk te zien en te hooren. Tot zoover was alles goed gegaan. De plaatsen voor de tien op voeringen werden grif genomen. Doch daar liet de Aartsbisschop \an Parijs op eens zijn stem hooren. Er. verscheen een manifest, waarbij aan do Katholieken verboden werd d'Annunzio's mysterie te gaan zien, daar deze daarin een gewijd onderwerp op zeer on gewijde manier behandeld had. Natuurlijk weid het bisschoppelijk, manifest beantwoord met een protest van schrijver en komponist. Hun repliek was zoo waardig mogelijk. Ze was daarenboven vrij logisch, want er werd zeer ter snede op gewezen dat niemand be halve de vertolkers van het stuk vorm en inhoud van liet werk kenden en dat de gees telijkheid dus bezwaarlijk aanstoot kon vin den aan iets waarvan ze misschien den titel, doch zeker niet de „iota" kende. Hierbij is het gebleven, en het is niet waarschijnlijk te achten dat het optreden van den eer- tegenvooidige'- der Kerk veel invloed gehad hoeft op het bezoek van het groote Chatelct- thenter, waar de voorstellingen plaats had den, Wellicht heeft de inmenging der gees telijkheid eer de nieuwsgierigheid doen stij gen. Vóór de general» repetitie toch deden allerhande geruchten de ronde. Ida Rubin stein zou in een zoo luchtig mogelijk ge waad allerlei dansen uitvoeren, die mis schien een mysterieus, maar zeker geen ge wijd karakter zouden dragen, en natuurlijk heeft die verzekering menig bewoner van het moderne Babel 3es te meer aangetrok ken. Het behoeft evenwel geen betoog, dat de waarheid heel anders was. De bisschop pelijke inmenging was geenszins gebaseerd op zuivere zedelijkheids-motieven. Naar alle waarschijnlijkheid heeft zij haar grond daar in gevonden, dat de Joodsehe Tda Rubin stein (die overigens don gek eel en avond in zoo decent mogelijke fantasiouniformen van een Romeimseh officier uit het decadente tijdvak gekleed is, wanneer ze eenige mi nuten, als het ware, in gecstcsverrukking veikeort, het lijden en sterven van Christus geleken bij dien éénen, die van haar was weggenomen, dio steeds haar steun en raadsman was geweest, der kinderen lief devolle vader 1 Toen zij weer in staat was geregeld na te denken, besloot de weduwe Van Hasselt zich te vestigen in de woonplaats harer ouders en haar kinderen allen op te leiden tot een of andere betrekking oï ambt. Haar geluk was onherroepelijk vernietigd; voor taan kende zo maar één hartstocht, dia, om haai* kinderen een goedo opvoeding te verschaffen, maar één plicht, die, om voor haar kinderen te leven. En voort rolde de tijd. De vier oudste kinderen zijn allen reeds geplaatst, en trachten elk naar vermogen do zorgen hunner moeder te verlichten. Het jongste meisje belooft, in de toekomst naam te maken, maar deze laatste weken dacht de moeder nauwelijks aan do vijf aanderen, haar en aller blikken zijn thans op Karei gevestigd, een Hinken jongeling, die eer en roem wilde behalen, niet' voor zichzelf, maar om nog eens een glimlach to kunnen toovoron op het gelaat dor aan gebeden moeder. Het schriftelijk examen is reeds lang voorbij, ook het mondelinge gedeelte ie Alkmaar is geëindigd, en lieden wellicht kan do uilslag bekend zijn. 't Is een prachtige Augustusdag, jnaar moeder en zoon merken 3at "niet op, nu ze in groote spanning bijeen zijn in hun eenvoudige doch gezellige huiskamer. „Kom jongen, houd moed," zegt do mimisch voorstelt. Ieder zijn inzicht en over tuiging latende, behoeft men het bisschoppe lijk verbod daarom niet te kritiseeren, doch voegt het niettemin op de hoofdreden er van te wijzen. Hek is 'duidelijk '&),t door het gebeurde, gevoegd bij de reclame en het mysterie, die het „mysterie" omhulden, de verwachting te Parijs hevig gespannen was op den dag de: generale repetitie, d.w.z. de p'echtige feeste lijkheid, waartoe alleen de genoodigden van het Tout-Palis der letteren, kum-ten en financiën benevens de Pers toegang hebben. Groot was derhalve de teleurstelling toen tengevolge van het vliegongeluk al de ge noemden zich van het schouwspel versto ken zagen. Het was echter bekend geworden dat. de generale repetitie in weerwil der aan kondigingen op de aanplakbiljetten cn in de „Temps" toch zou plaats hebben, maar ai- ken voor de journalisten, leder ander zou streng geweerd worden. Aldus was geant woord aan hen, die den impressario om in lichtingen getelefoneerd hadden. Maar thans zag men iets gebeuren, wat men als „echt Parijsch" kan brandmerken, althans qualifieerenverreweg de meerderheid dei genoodigden waren, in spijt van de maat regelen ter afzegging, toch naar ret Chate- let gegaan en hadden zulk een sncktakel ge maakt, dat de administratie niets nn!er« had kunnen doen dan hen binnenlaten. In do zaal gekomen, zag men echter dat de groote lichtkroon niet aangestoken was. Dat was het eenige verschil met elke andere chique, algemeerie repetitie. Er wa ren dezelfde dames in dezelfde schitterende toiletten, dezelfde gerokte hecren maar in het halfduister. Er waren geen ouvreuses, geen suppoosten. Ieder .liep binnen en redde zich gelijk hij kon met zijn p'antfdng en het bergen van zijn goed. De repetitie was een maal afgezegd en de convenances waren gered. Misschien heeft menigeen echter spijt ge had van zijn gang naar het mvsterie. De krititek toch, en de meeningen van het pu bliek zijn uiterst verdeeld geweest. De meer geavanceerden in de nesthetiek hebben het werk hooglijk geprezen, de conservatieven en de nationalisten (want die bestaan er ook in de kunst) hebben het afgemaakt. De meert en hebben het mysterie bijzonder on duidelijk gevonden. Op den avond zelf heb ik niemand gezien die er veel van besrreep. Doch dit is-geen absoluut argument tegen de kunstwaarde. Ontegenzeglijk komen er mooie poeëtische fragmenten in voor. Noch Anminxio's lofredenaars noch zijn beklad- ders hebben dus volkomen gelijk. Stellig is er buiten Chanteelor sinds jaren geen werk te Parijs opgevoerd, dat zooveel beweging gewekt heeft. En de datum van Berteaux's dood heeft het misschien een plaats in de Historie gegeven. JUVENIS. 1 EEN ZEKERHEIDSMAATREGEL. Een troep reizende muzikanten speelde eens voor een Zwitsersch hotel. Nadat zij eenige stukken ten gehoore gebracht had den, trad een 'der leden van den troep naar den leider toe, nam iets uit een kar tonnen doosje en deed het in zijn linker hand, terwijl de leider ieder zijner bewe gingen met de oogen volgde. Daarna nain hij oen bakje in de rechterhand cn ging daarmede rond. Hij haalde een flinke som op, maar iedereen was nieuwsgierig wat hij toch in zijn linkerhand hield. „Wel, dat is heel eenvoudig," z.ei de leider, toen het hem gevraagd werd; „wij staan allen aan verleiding bioot, en om zeker te zijn van de betrouwbaarheid van den collectant, moet hij vijf vliegen in zijn linkerhand houden, die "wij dadelijk natel len, als hij terugkomt. Daardoor zijn wij zeker van het geld." ER IN GELOOPEN! Een beroemd Engelsch schilder staat be kend als zieer zuinig en Jkort aange bonden. Een zijner leerlingen brak eens een ruit op "het atelier, en verving die tijdelijk door een 'stuk papier over de ope ning te plakken. Toen do schilder daarop het vertrek binnentrad, 'duwde hij fijn stok door dat hulpmiddel, met de opmerking: „Wie breekt, betaalt!" Geen van de leerlingen nam echter dien wenk ter harte, en den volgenden morgen was er over 'de ruit een ander vel rapier geplakt. Dit ondervond hetzelfde lot, cn evenzoo ging het 'den derden en den vier den dag. Den vijfden dag, toen de schilder in het atelier kwam, zat het papier er weer, even als de vorige 'dagen. Zjjn oogen flikker den van toorn, en onder hei uitroepen, of liever brullen, van: „Wie breekt, betaalt!" stiet hij zijn stok door het papier en door de ruit daarachter, dio dc leerlingen qt in hadden laten zetten, terwijl zij er weer een stuk papier over hadder geplakt. zachte, lievo vrouw, ,,'t is immers je laat- ste kans niet, je moogt nog tweemaal te rugkomen." En hij, van zijn kant, zegt: „Moeder, ik zou het zoo vreeselijk vin den voor u, want ik weet, u hebt ook gehoopt en geloofd als zoovclcn, en mijn lief moedertje mag geen enkel uur van smart meer hebben." Lang nog zaten ze bijeen op dien war men zomermiddag. De trouwe moeder kan niet besluiten haar jongen in die span nende uren alleen te laten, en Karei heeft bovendien rust noch duur. Eindelijk, om vier uur, plotseling eer. hevige ruk aan de bel en do dienstbode brengt een telegram binnen. Met bevende hand verscheurt ze het ze gel. Karei leunt over haar schouder, zoo dat beiden op 't zelfde oogenblik met een juichkreet uitroepen: „Geslaagd met No. 3!" „Hoera, moedertje," gilt de gelukkigi jongen, „bent n nu tevreden? Ik had het wol gehoopt en gedacht ook, maar ik wilde u niet te veel hoop geven; 't mocht eens verkeerd uitkomen! Maar Moes, waar om zegt u nu niets, hadt u nog bete verwacht: Zeg toch een. wooid tegen mij.' Nog altijd staart mevrouw Van Hasselt peinzend voor zich uit; 't is alsof ze we! heelt gezien, hoe schitterend "haar jongen is geslaagd, maar alsof ze het niet he- gri pen, n'et opnemen kan. Doch eindelijk als Karei haar een kus op het voorhoofd drukt en tot de werkelijkheid terugroept dan komt plotseling in haar oogen een EEN EIGENAARDIGE FOUT IN DE WET. Een eigenaardige fout is te vindon in do wetgeving van de Vereenigde Staten. Men Reteft daarin namelijk niets bepaald omtrent de kennisgeving nan den gekozen president van zijn verkiezing, üe stemmen worden geteld, en de uitslag der stemming wordt medegedeeld aan de beide Huizen van het Congnes; maar de gekozen presi dent motet den uitslag zien te weten te komen op d'e ieen. of andere manier, die hom het gemakkelijkst is, en gaat zich dan den. 4tien Maart daaraanvolgende aan melden, om geïnstalleerd te worden. De persoon, die gekozen wordt voor het hoog ste ambt in de Amerikaansche Republiek, krjjgt dus kennis van zijn verkiezing door de dagbladen. En ook voor zijn installatie wordt hem geen oproeping gezonden. blijde glans, en haai' stem klinkt tegel\jk fier en krachtig, ah ze haar jongen ant woordt „Of ik tevreden ben? Mijn lieve kind, moet je dat nog vragen? Hoe schitterend heb je je belofte gehouden. God gaf je talenten, maar je hebt daarmee gewoekerd, je hebt getoond wat een vaste wil ver mag. Ach, mijn jongen, dat je vader dit nog had mogen beleven!" „Kom, moeder," zegt de levenslustige knaap, „nu geen droevige gedachten meer, ik ga Grootpa en Grootma 't gelukkige nieuws eens gauw mededcelen, en dan, Moes, mag ik dan morgen gaan logeereu bij mijn tweede moedertje, die ook zoo trotseh op mij zal zijn, u weet, mevrouw Meervekl en Wim zijn op 't oogenblik bui ten, mag ik morgen met tie eeiste tram daarheen gaan, dan kan ik hen daar mijn gfoote nieuws misschien nog 't eerst mee- tlcelcn." En do trouwe moeder, ze klaagt niet, dat hij nu al van haar af wil, terwijl zoo'n lange scheiding hen hog wacht; ze is gelukkig, dat Tiaar vriendin haar jongen ook zoo liefheeft en vroolijk klinkt haar antwoord „Zeker, mijn jongen, ga morgen maar zoo vroeg je kunt; ik weet, hoe je moe derlijke vriendin naar je verlangen zal; en vraag haar dan, of ze mij spoedig ook eens een dagje hebben kan; dan kun nen wo nog eens samen van je genieten."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 9