Koloniën. EEN HON DENOOI 1 01' EES MAN OVERGEBRACHT, VOOR DAMES. Y00R KINDEREN. pon,"- f1 I HimmiiMwi iiii—wmBmanw—d—ia iGcle 'eeuw1 waren zij' zóó algenvcen go worden, dat men zo overal plaatste togen korkon, openbare gebouwen en kasteelen, en zij in geen tuin mochten ontbreken, kien besteedde in de 17do en 18de eeuw veel zorg aan hun fabricage, en de kunst werd door meesters op de voornaamste schoten onderwezen. Gedur.ende langen tijd werd aan zonne wijzers sl,echts weinig aandacht gevrijd als tuinversimng on betrekkelijk weinige wer den opgericht. Gelukkig koincn zij nu weer in do gunst, ven mon ziet er weer vele in tuinen o£ tegen do muren van bui- tenhuiaon. In Engeland plaatst men ze voel in het midden van een wiskunstige figuur, op het kruispunt van lanen ot' in h'ot midden. van oon grasperk. Waar men zo ook trouupns neerzet, nergens schij nen z» niet op hun plaats. Een nipuw soort van zonnewijzer heeft men -uitgevonden in do btoemenklokken, waarvan de cijfers bestaan uit een andere kleur van planten of bloemen dan de wijzerplaat. Dikwijls zijn deze echter geen eigenlijke zonnewijzers meer, maar klok ken, die door een verborgen uurwerk aan den gang worden gehouden. 1 WANNEER IS EEN MAN OUD? Zeer amusante antwoorden kwamen in pp een prijsvraag, uitgeschreven door een courant te Madrid over liet onderwerp: b,Tot op welken leeftijd kan een man jong genoemd worden?" Do lezers van da courant vormden de jury, en 28.250 stemmen werden uitge bracht op den mededinger, die dit ant woord'inzond, en hiermee don pi ijs won; „Een man is jong, zoolang hij vrou wen jaloemcli kan maken." Een ander inzender meende, dat een man jong was, zoolang hij bukken kon om den knoop te leggen in den schoen veter van een mooie vrouw; terwijl een vrouw meende, dat iedere man jong was, zoolang hij aan trouwen dacht. „De man is oud," zoo schreef een. an dere mededinger, „als de jonge. rouw hem met koude lippen kust," en liet was de meéning van oen pasgebouwd tnau, dat een man oud begint, te worden Je week nadat hij' m't huwelijksbootje gestapt is." Dat een man, die. van de gebooite af door pphthalmjh (oogontsteking) geheel blind is, ziende gemaakt kan worden, dooi- het aanbrengen van Oen gedeelte van liet oog van een hond, was de opzienbarende mededeel ing, onlangs gedaan door I)r. Boisch, een Amerikaaiiscli oculist, opeen vergadering van de Frnusche Ophthaimo logischo Vereeniging. Dr. Borlfjh legde uit. dat, als een ge volg van blindheid door ontsteking, en nog enkele andere oor/aken, het horenvlies, dat liet doorschijnend vlies is voorin hel oog, troebel woult, en in zulk een geval is do «enige kans om het gezicht te her stellen, hel defecte iiorenvlies door een gezond te vervangen. Om dit teil uitvoer te biengen, opereert Dr. fit»seli eerst een hond, en haalt uit diens oog de conjunctiva, of huid van den oogbal, die het lioreuvlies oingeelt. Rij verwijdert een gedeelte van het laat ste en legt liet in bloed-serum. Hij vol brengt dan dezelfde operatie op het oog van den mem.seh, door een deel van bet voorgcdeelto van het oog weg te nemen, van dezelfde grootte als liet hrnvuvTies van het dier. Het horeuvlies van dun hond wordt nu in het nienschelijk oog aangebiaeht en bevestigd met een zeer fijnen zijden draad do omringende hukt, die weggelegd is, wordt over het hoornvlies aangebracht en eveneens vastgenaaid. Het nieuw aangebrachte deel vereenigt gebeurde lachen. Zij hielden deze geschie denis voor een grap, daar zij door de duis ternis den Ijei'ijder niet herkenden. ..Allo goede 'geesten mijn lieve men- sclien zoo riep do dikke dienstmaagd van Werner, toen de vuuiTuiter den tuin kwam imlraven en daar, na nog heel wat bnkkesprongen van zijn paard, en na nog menige vuurpijl afgeschoten te hebben, zich van zjjn paard liet glijden. Ghristiaan en ll.ms, do bedienden van den houtvester, hadden inmiddels hun heer herkend. Zij zorgden er voor, dat hij spoedig naar den put kou gaan, waar hij zijn klceren kon blusscheu. Ook de dienstmeid kwam met een grooten emmer met water aandraven. Doch haar hulp was niet meer noodig, alleen nep hij haar toe, dat als zij, hij bedoelde daarmee zijn vrienden, kwamen, zij dan moes! zeggen, dat hij ziek was. Maar neen. dat toch ook maar niet, zeg maar, dat ik naar tie stad gereden hen, en dat zij mij daar niet behoeven op te zoeken. Zorg er toch in henuJmaain voor, dat ze mij niet te zien krijgen. Wat heb ik toch een pech! Wat zullen die kerels laclicn." Werner had zijn paard intussehen een plaatsje op -lal bezorgd en had tevens zijn luH-duif toegegrende'.d om het zieh daarna gemakkelijk p maken. Nauwelijks, wa- bij echter uislig en wel in zijn ka mer ge/eleii of daar werd op een luide wijze aan de deur geklopt. Ifij hoorde luid roepen en dan weer lachen. Men klopte maar steeds op de deur en vroeg naai den „vnurruiter". Toen men de deur geopend had en aan de baitenstaaiulen medegedeeld hadden, dat zich' met liet oog 'in een paar dagen, geholpen door een tijdelijke glazen be dekking, om alles in don juislen vorm to houden, en inspuitingen met serum om de levenskracht op1 te wekken. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. Het jaarlijkseh' inkomen van den Paus is meer dan 7 millioeu gulden, behalve do talrijke „dank-offers", die hij uit alle dcelen der wereld ontvangt. De hertogin van Albany (zuster van onze Koningin-Moeder) is de beste whistspeel- stor van do leden der koninklijke familie. Op het putd van kaarten is whisten du meest geliefde koninklijke uitspanning. De bevolking yan Dritsch-Columbia, dat een oppervlakte heelt veel grooter dan hel Duitsclie keizerrijk, bedraagt slechts '00,000 zielen. In Califomiö is Het niets ongewoons, to eten of te dansen in den stam van den een of anderen reusachtige» boom, die daar zoo talrijk zijn. Sommige dezer zijn 500 voet hoog en 50 voet in mid dellijn. De vreemdsoortigstc presse-papier ter wereld behoort aan kerning George van Engeland. Het is de opgezette hand van een der dochters van Farao. Kubelik, do yrooto violist, speelt op de beroemdste en kostbaarste Stradivarius van de wereld. Koningin Miuy is de eerste der Eu- gelsehe vorstinnen, die ooiL oen voet ge zet hebben op Indisch grondgebied. James Thomas Wells, drie en zeventig jaar, en Emma Coster, een en zeventig jaar, trouwden onlangs te Esling, ut En geland. Vroeger Tuulden zij elkaar lief gehad. maar hun engagement was verbro ken. Zij trouwden heiden en ieder bracht een grooto familie voort. Nu ontmoetten zij elkaar weer, en, heiden viij zijnde, zijn ze getrouwd. Lord Roberts, de bekende Engelsclie generaal, is hen bekwaam schaakspeler, maar hecR een afkoer van alle kaartspe len. Schaken kan werkelijk zijn grootste uitspanning genoemd worden. ANEC'DOTEN. ylieel veel nien-chen hebben hun leven aan dien dokter te danken," sprak K. „Is hij dan zoo knap?" „Dat wil ik juist niet zeggen. Hij is nooit Thuis als men hem noodig heeft." Bezoeker: ,,Zeg eens, kellner, deze kip is vreesclijk Taai." Kellner: „Het spijt, ma, mijnheer, maar toen we do kip wilden dimden, konden we ze niet vangen, zoodat we ten laat ste het dier moesten doodschieten toen het op het huis vloog." Bezoeker: „Dan begrijp ik het, kellner, je hebt bij vergissing een weerhaan ge selleden." „Hebt. uw naaslo lief als .uzelt," sprak de dominee met grooten ern-t. „Thomas," fluisterde een dame tot haar echtgenoot, die naast een mooie jonge we duwe zat, „ga mee, 't is hier geen plaats voor je." Dame des huizes: „Dus ju wil' ons verlaJe.il, Jan, en wat is wel de reden?" Huisknecht; ..De reden is, mevrouw, hm I lun! omdat u equipage houdt. Ik hen bang, dat ik de elegante manier, om van den hok te springen, verleuren zul." de lieer houtvester niet thuis was, was men zeer teleurgesteld. Zijn vrienden, die n.l. het spoor van den vnurruiter gevolgd hadden, luidden van do ïiienschon. die ze zoo nu en dan waren t.egongekomeu, van een ruiter gehoord, die maar steeds vuur pijlen afgestoken had. en iul wilden ze van Werner eens gaarne een verklaring van het voorgevallene liooren. Ze stoorden zich dan ook niet aan do verklaringen van de bedienden, en stormden door de thans geopende deur naar binnen. Doch toen zij hij d e huiskamer kwamen vonden zij deze op slot. Toen zo vandaar 'naar den stal gingen, vonden zij ook deze geg ren deld. Men was echter niet zoo spoedig tevreden tc stelten. Van de eene plaats in het lmis liep men naar het andere. Men maakte halfluide opmerkingen onfijne spotternijen. Men had het maar voortdu rend over den held van den dag. En 't was steeds over den „vnurruiter", dat zij, die daar iri groepjes om liet huis ge schaard stonden, spraken. Geen wonder dan ook, dat hot een en atulei den lach lust wel moest opwekken. Daar word de zijdeur kalm geopend en stormden plot seling een paar woedende honden, op de vroolijke menigte. Zij stoven, zoo gauw als het kon, uit elkander, en zochten, hun heil in een overhaaste vlucht. Doch een van het gezelschap wist zich niet zoo spoedig te redden. Hoe dat kwam? Wel, een van de hoeren had gemeend den vnurruiter te kunnen bereiken door op het dak en zoo door een luik naar bin nen to kunnen gaan. Dan had hij zich zoo in do woonkamer van den houtvester kunnen, laten glijden. Dat was hem ceh- Viiend„Dus de oude Willens mankeert eigenlijk niets?" Doktor: „Welueen, hij i,s volmaakt ge zond." Vriend„Maar waarom "raad je hem dan een kuur te Karlsbad aan?" Dokter: „Omdat zijn vrouw hot noo dig h'ceft" Geestig passagier: „Mijnheer, u hebt iets achtergelaten." lieer (zich haastend om' den anderen trein to halen): „0, dank M, wat?" Geestig passagier: „De afdruksels van twee natte schoenen." „Hapa, ik wou, dat a trio een klap gaf." „Een klap, ïniju jongen, waarom zou ik je slaan?" „Omdat, als u ine Maat, 'mama, mij een flikje igcoft." Notaris: „Ja, mevrouw, hot is noodig, dat we in de akte uw waren leeftijd'ver nielden." Dame: „Nu, als het dan zoo moet, zei dan maar -15, maar schrijf het als 't u blieft zoo onleesbaar mogelijk." Mevrouw A.„Daar is een slijper aan de deur, Ferdinand. Is ca' ook' iets, dat je geslopen wensoht lo hebben?" Mijnheer A.„Neen, lieve, ik niet. Maai zeg hem, naar onzen huurman B. te gaan lk wilde morgen zijn grasknippcr van hem kenen, on die was de.ii vorig en keer zoo erg hot." i MISLUKT COMPLIMENT. Professor: „U hebt in de liefhebberij comedie de rol van heldin uitstekend ge speeld." Vrouw des huizes (bescheiden) „Nu, 't was maar zoo, zoo! De rol moest eigenlijk door een mooie, jonge da,me gespeeld worden." ZICH VERSPROKEN. Vrouw: „Je hebt vamiacht hardop ge drootnd, en voortdurend sprak ja van een zekere Adelgun.dc. Wie is tocli die Adel- gurule?" Man: „Dat o, dat is mijn zuster." Vrouw: „Je zuster, maar die heet toch Mnrie?" Man: „Ja, dat is wel zoo, maar kort heidshalve noemden we haar altijd Adel gunde." TWEEËRLEI HAZEN. Rechter: „Gij wordt beschuldigd van in uw tuin hazens frikken gelogd te hebben." Beklaagde (restaurateur)„Neen, de strikken waren vocxr diefachtige katten." Rechter: „Nu, nu, het zal ja toch stel lig niet kunnen scholen, je gasten ook eens een enkelen keer oen echten haas voor le zetten." KINDERLIJK. „Ben je niet blij, Hansje? Nichtje Ella komt logeeree. „0 ja, die mot de lange vlechten; dan kunnen wo heerlijk paarüje-spelen." SPEELGOED EN FANTASIE. Het is een neiging van den nieuwen tijd, en wel ecu zeer verkeerde, kinderen met speelgoed te overladen. ,Dit is des te meer to betreuren, daar men juist door een verstandige keuze van het speelgoed, zooveel kan bijdragen tot (le ontwikkeling van het kind. Dit moet zoodanig zijn, (lat zij do hui taaie en uitvindiugsgeest prikkelen. f)e fan tasie van het kind is zijn kostbaarste goed. Door middel daarvan verandert hij de meest gewone, alledaagsehe voorwerpen in dat gene, wat hem voor den geest zweeft. En ter niet gelukt. En zoodoende zat hij op het dak. Maar wat nu to doen? Hij pro-, beerde om naar beneden te klimmen. Maar al zijn bewegingen werden met het ver woed geblaf der honden gatiegtwhigeïi. De honden hieven waar zo waren en hij moest zicli dan maar met hetzelfde lot tevreden stellen, en den nacht op het dak van do lioutvesp'rwoning blijven doorbrengen Het was beneden reeds stil geworden en niemand kwam meer naar buiten, om de honden naar binnen to halen, dus gaf liet hem niets, hij moest wel blijven waar hij was. - Toen de dageraad aanbrak, verscheen de houtvester in de deur, riep zijn hon den, en begaf zich met ben in liet woud. De gevangene, daar hoven on het dak, maakte van die gelegenheid gebruik, om zich, naar hij' dacht, ongezien te verwij deren. Daar had hij zich echter deerlijk in vergist. Hij had daarbij niet op den ouden houtvester gerekend. Aan den zoom van het woud trad de houtvester den. pas verloste tegemoet en vroeg hem met een veelbeteckeiieiid lachje op zijn lippen, fee hij geslapen had. En wanneer onze houtvester later van zijn vrienden zoo nu en 'dan eens wat hoo ren moest over zijn avontuur als „vuur- niiu-r"! dan wist hij steeds de lachers op zijn zijde te krijgen, wanneer hij maar begon tc vertellen, van hel voorgeval lene met de honden, die aan iemand nacht- logies bezorgd hadden. do mot een lap .omgewikkelde stok wordt hem de wonderbaarste pop, een steen, een stukje kool tot eon lokkernij. Het normale kind bézit een buitengewone verheeldingskracht, om zich illusion tc scheppen, gedurende den geheolen tijd van zijn spel leeft hij in oen denkbeeldige we reld, een droomwereld, waarvan hij zelf de schepper is. Een klein meisjo en haar broertje spelen „visite". De broer is buiten, do zuster zit op haar laag stoeltje, nonchalant achter over geleund on wacht bezoek. Daar zegt zij eensklaps: „Er wordt ge beid, er komt iemand 1" Zij staat op, de kleine broer, die op dit oogenblik binnen komt, verandert in oen dame, een vriendin, zij biedt liaar, d. w. z. hem, een stoel aan (die inderdaad een kleine, houten bank is) en begint een gesprek met do visite. Men ziet het, de schepping dezer inge beelde wereld duurt voort. Vooral treedt dit schcppingsinstinct op bewonderenswaardige wijze te voorschijn in de betrekkingen van liet kleine meisje lot de pop. Do pop is haar werkelijk een we zen, waarin het kind leven geblazen heeft. Als men het spel van een meisje met haar pop aanziet en vooral toeluistert als het kind zich alleen gelooft, dan is T, of men in een feoönrijk blikt. Men hoort uitroepen a's „Och hemel! mijn pop wordt altijd dik ker; men kan haar 'taille niet eens meer toeknoopen," of: „Mijn pop schijnt werkelijk verkouden le zijn; haar zakdoek is 'door en door nat." En tal van dergelijke opmerkingen, die het volle licht werpen op het zieleleven van het kind, zooals liet zich geleidelijk ontwikkelt. Over het algemeen kan 'men zeggen Spelen is voor een "kind in illusion, leven, spelen heet voor ecu kind, zich een eigen wereld scheppen. liet rijk der jeugd is in God's sclioone natuur en kon ieder kind opgroeien op het land, wat zou liet dan veel spelend loeren wal liet in de school tc zwaar viel. Hoo vele kinderen kunnen hun ondenvij zors op school hij het onderricht niet di noodige aandacht schenkenI Kon men zoo'n kind in de vrije nalum brengen, dan zou men zich over zijn on oplettendheid spoedig niet meer te bekla gen hebben. Op zijn zwerftochten door woud en veld leert het geheel van zelf den grondslag der hotaniek. De spelen der kinderen kunnen ook zoo ingericht worden, dat zij al spelend vele belangrijke dingen voor het latere leven aanlooien. "Wij zagen reeds, hoe het meisje met haai pop in inenig opzicht haar verhouding tol haat' moedor heter zal begrijpen, In het bezit van een poppenkamer legl het kind reeds van jongs af den grondslag voor de latere flinke huishoudster. De jongen, die zijn scheepje iu het watei plasje laat varen, leert onbewust de wis sehverking van weer en wind kennen. In geen kinderkamer mag een groote we- reldglohe ontbreken, want kinderen hebben er verbazend veel pleizier in op den bul rivieren, bergen, steden te zoeken, reizen te maken, en prenten zich aldus zonder eeni ge moeite vele aardrijkskundige bizoiulev heden iu het hoofd. Een groote kaart van Nederland moei er ook hangen, dan geven de kinderen o! kander een haven op en gaan dan aan het zoeken tot zij het vinden. Die 'den juislen naam vindt, krijgt een bewoning: dit is niet alleen een aardrijkskundige les, maai een voortreffelijk middel om hot geheugen te scherpen. Maar hoe wij ook de spo leti leiden van onze kinderen, de hoofd zaak is, zooals wij zooeven opmerken, hun fantasie vrij spel te laten. HOE HET GEERT LOMP EN HANS DOM OP REIS GING. (Vervolg en slot.) „Dnar is liet," zei Hans. „Zie je wel dat ik liet goed onthouden heb? Ja, il. wist wel, lat het de grintweg was. En dan zeggen ze nog, dat ik dom ben." Tooi: zij aan liet huis gekomen waren, zagen zi al heel spoedig, dat het geen station, maai een boerenplaats wa. „Waar is tiet station?" riep Geurt dei. hoer toe. „Wal blieft?" zei de hoer, die zich hield of hij het niet verstaan had. „Waar het station is?" „Hier niet," zei de boer, zich om draaiende. Hans wilde nu gaan vragen, maar cr lag een groote bulhond aan den ketting, en heel moedig was hij niet. Alzoo besloten zij maar weer terug le wandelen. „Ik geloof toch, dat ik mij vergist heb," zei Hans, ,,het zal de grintweg geweest zijn." „En we zijn op den grintweg. Ik geloof dat je nog niet «eet, dat je leeft." „Ja. dat weet ik wel." Spoedig waren zij weer hij den molen terug, en sloegen maar op goal geluk al den steenweg in. Na twee uur leopens kwamen zij zeer vermoeid aa het station, blij hun eerste doel bereikt te hebben. De eerste bel ging, er kwnu een man in de wachtkamer, die luide riep: „Kaar tjes nemen, hoeren 1" Geert zou voor beiden plaats nemen. Hij drong evenwel zoo onbe schoft door do menigte heen, t'rap te bo vendien dezen en genen zoo gevoelig op do tecn.cn, dat een politic-agent, die daarbij stond, zei: „Wacht even, jouw vlegel; dat gaat zoo niet." Geert ging verschrikt do wachtkamer weer binnen, en daar hij vrees de, niet mee to zullen komen, en toch ook bang was Yoor ,den agent, zei hij tegen Ham „Neem jij kaartjes." „L il," zei Hans, Hans wachtte bedaard tot pllon kaartjes hadden, nam toen zjjn pet in do handen) en zei: „Mijnheer, zon u me als 't u blieft twee kaaltjes willen goven?" „Waarheen vroeg de klerk, .niet weinig verbaasd over do ongewone pn ook over- bodigc vriendelijkheid. „Dat weet ik niet, jnijnheer. Ik moest al. leen twee kaartjes nemen." „Maar waar naar toe?" yroeg de klerk ongeduldig. „Gauw, want de frein is op 't punt van vertrekken,"* „Dat hebben ze er yiiut hij gezegd, miju- heer. Maar ik zal ,lict oven gaan vragen." Vóór hij nog in ,do wachtkamer was, hoorde men reeds het fluitje van den hoofd conducteur, ook de locomotief floot en de trein zette zich in (beweging. „Waarheen, waarheen?" riep Hans, jlo wachtkamer binnenstormende. „Waar zijn ze?" zei .Geert; „gauw, of 't is te laak'! „Wie?" vroeg Hans weer. „De kaartjes 1 Maar 't is al te laat. Daar voor hebben we nu ruim zes uur geloo- „Maar waarheen?" zei Hans. „Wat, waarheen, uilskuiken dat je bent! „Wel, dat vraagt die mijnheer, die de kaartjes afgeeft." Hans en Geert luidden pr de pret af. Zij gingen maar weer stilletjes naar huis. Of Hans slimmer is geworden, betwijfelen we, maar wo hopen, dat Jiet ,voor Geert een goede les is geweest. De anti deel beweging. In lui jongste nummer van liet „Ind. Militair Tijdschrift" is de volgende brief aan den kapitein II. Kcramnms opgenomen; Ik heb de eer uwedclgestrenge mede te doelen, dut ik geheel instem met de door u geleverde beschouwingen over „liet duel en de anti-duclbcweging", voorkomende in liet gedmkt verslag van de op den 28en Fe bruari j.l. door de Indische Krijgskundige Vereeniging gehouden vergadering en liet dankbeeld om een Nedcrlandsch-Indische af deel ing op te richten van den Internationa len Boud tegen hut duel en voor de bescher ming der eer ten zeerste toejuich. De commandant van het leger en chef van het dopaitemcnt van oorlog in Nedeiiandsch-indie, (w.g.) VAN DAALEN. Wat de Chineesoho wijkmeesters willen. liet schijnt dat de Chiueeselie wijkmees ters zich gekrenkt achten, doordat er ook buiten hun tegenwoordigheid huiszoeking iu hun wijk gedaan wordt. Zij willen liet ver zoek doen, dat hierin verandering worde ge bracht en dat niemand in hun wijk worde geartcMeerd buiten hua voorkennis liceJe- maul niet vecloiechcnd („Java Bode") Straaitoonccl. Men sc 1 jft aan de „Preanger Bode" Den ilden Juni een hoop volk aan den grooten weg op Tjiijadas, even voorbij Tji- koedapateuh. Men keek nieuwsgierig naar twee opgewonden mannen, waarschijnlijk Javanen van middelbaren leeftijd. Beidon wjicn gewapend met een knoestigen knup pel, welke onder het gesprek telkens drei gend in de hoogte werd gestoken. Aan ieder, die het maar hooren wilde, ver telden de twee, dat een inlandscli meisje uit Madjakengka een dag tc voren was vonnist, En nu waren haar vader en diens oudero broer op zoek. Men wist pertinent, dat het meisje dezen weg passceren moest en dat ze door weivers was opgelicht. Pu pa en oom hadden geloopen wat ze loo- pen konden, écu dag en één nacht hadden /c onophoudelijk gesjouwd, van Madjakenga tol Tjitjiula.-»! Het geval vim interessant, het volk wacht te iu spanning. En ziet, na eenigen tijd kwam een kuhar ballon aanrijden, waarin een man, een vrouw en het vermiste muisje zaten. De sukkelende knollen Lij de leidsels to grijpen, du geschaakte prinses met één ruk op dun grond te sleuren, was voor de beide mannen het werk van een oogenblik. IV mannen zwaaiden uitdagend mel de knuppels, maa| de wervers gaven geen kik, keken met vulsella blikken mi ar de ontkomen prooi en vei der trok de kalinr ballon, voot'l- geliokken door de sukkelende knollen. Hel is een toon vit ie uit vele, maar nog - ooi talrijker zijn do gevallen, waarin de familie niet zoo krachtig durft optreden en de weners de Imit Indamden. Want uit de angst voor de geslepen stro- bon dei' wervers i- ec nieuwe bcozo kracht gegloeid in ae gee.-ieiivvei'cld, welke de dessa- /,t)il bijgeloof zieh denkt, lil. een sa- lelliet van den wener, aan dezen geheime macht gevemie. Werkelijk, e, is angst in de ile.-srs voor den werver. IV contractanten mogen liet in een nieuw vaderland veetal beter lebben dan iri het oude lmis, do lage praktijken en dwinge landij van vide handlangers hebben de bevol king reeds lang liet vertrouwen doen verlie zen in ren goede hiekomst, door hun bemid deling ie verkrijgen. De werver en een booze geest zijn onaf scheidelijk geworden in het gcduciitenleven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 10