Koloniën.
EEN HON DENOOI 1 01' EES MAN
OVERGEBRACHT,
VOOR DAMES.
Y00R KINDEREN.
pon,"- f1 I
HimmiiMwi iiii—wmBmanw—d—ia
iGcle 'eeuw1 waren zij' zóó algenvcen go
worden, dat men zo overal plaatste togen
korkon, openbare gebouwen en kasteelen,
en zij in geen tuin mochten ontbreken,
kien besteedde in de 17do en 18de eeuw
veel zorg aan hun fabricage, en de kunst
werd door meesters op de voornaamste
schoten onderwezen.
Gedur.ende langen tijd werd aan zonne
wijzers sl,echts weinig aandacht gevrijd als
tuinversimng on betrekkelijk weinige wer
den opgericht. Gelukkig koincn zij nu weer
in do gunst, ven mon ziet er weer vele
in tuinen o£ tegen do muren van bui-
tenhuiaon. In Engeland plaatst men ze
voel in het midden van een wiskunstige
figuur, op het kruispunt van lanen ot' in
h'ot midden. van oon grasperk. Waar men
zo ook trouupns neerzet, nergens schij
nen z» niet op hun plaats.
Een nipuw soort van zonnewijzer heeft
men -uitgevonden in do btoemenklokken,
waarvan de cijfers bestaan uit een andere
kleur van planten of bloemen dan de
wijzerplaat. Dikwijls zijn deze echter geen
eigenlijke zonnewijzers meer, maar klok
ken, die door een verborgen uurwerk aan
den gang worden gehouden. 1
WANNEER IS EEN MAN OUD?
Zeer amusante antwoorden kwamen in
pp een prijsvraag, uitgeschreven door een
courant te Madrid over liet onderwerp:
b,Tot op welken leeftijd kan een man
jong genoemd worden?"
Do lezers van da courant vormden de
jury, en 28.250 stemmen werden uitge
bracht op den mededinger, die dit ant
woord'inzond, en hiermee don pi ijs won;
„Een man is jong, zoolang hij vrou
wen jaloemcli kan maken."
Een ander inzender meende, dat een
man jong was, zoolang hij bukken kon
om den knoop te leggen in den schoen
veter van een mooie vrouw; terwijl een
vrouw meende, dat iedere man jong was,
zoolang hij aan trouwen dacht.
„De man is oud," zoo schreef een. an
dere mededinger, „als de jonge. rouw hem
met koude lippen kust," en liet was de
meéning van oen pasgebouwd tnau, dat
een man oud begint, te worden Je week
nadat hij' m't huwelijksbootje gestapt is."
Dat een man, die. van de gebooite af
door pphthalmjh (oogontsteking) geheel
blind is, ziende gemaakt kan worden, dooi-
het aanbrengen van Oen gedeelte van liet
oog van een hond, was de opzienbarende
mededeel ing, onlangs gedaan door I)r.
Boisch, een Amerikaaiiscli oculist, opeen
vergadering van de Frnusche Ophthaimo
logischo Vereeniging.
Dr. Borlfjh legde uit. dat, als een ge
volg van blindheid door ontsteking, en nog
enkele andere oor/aken, het horenvlies,
dat liet doorschijnend vlies is voorin hel
oog, troebel woult, en in zulk een geval
is do «enige kans om het gezicht te her
stellen, hel defecte iiorenvlies door een
gezond te vervangen.
Om dit teil uitvoer te biengen, opereert
Dr. fit»seli eerst een hond, en haalt uit
diens oog de conjunctiva, of huid van
den oogbal, die het lioreuvlies oingeelt.
Rij verwijdert een gedeelte van het laat
ste en legt liet in bloed-serum. Hij vol
brengt dan dezelfde operatie op het oog
van den mem.seh, door een deel van bet
voorgcdeelto van het oog weg te nemen,
van dezelfde grootte als liet hrnvuvTies
van het dier.
Het horeuvlies van dun hond wordt nu
in het nienschelijk oog aangebiaeht en
bevestigd met een zeer fijnen zijden draad
do omringende hukt, die weggelegd is,
wordt over het hoornvlies aangebracht en
eveneens vastgenaaid.
Het nieuw aangebrachte deel vereenigt
gebeurde lachen. Zij hielden deze geschie
denis voor een grap, daar zij door de duis
ternis den Ijei'ijder niet herkenden.
..Allo goede 'geesten mijn lieve men-
sclien zoo riep do dikke dienstmaagd
van Werner, toen de vuuiTuiter den tuin
kwam imlraven en daar, na nog heel wat
bnkkesprongen van zijn paard, en na nog
menige vuurpijl afgeschoten te hebben, zich
van zjjn paard liet glijden. Ghristiaan en
ll.ms, do bedienden van den houtvester,
hadden inmiddels hun heer herkend. Zij
zorgden er voor, dat hij spoedig naar den
put kou gaan, waar hij zijn klceren kon
blusscheu. Ook de dienstmeid kwam met
een grooten emmer met water aandraven.
Doch haar hulp was niet meer noodig,
alleen nep hij haar toe, dat als zij, hij
bedoelde daarmee zijn vrienden, kwamen,
zij dan moes! zeggen, dat hij ziek was.
Maar neen. dat toch ook maar niet, zeg
maar, dat ik naar tie stad gereden hen,
en dat zij mij daar niet behoeven op te
zoeken. Zorg er toch in henuJmaain voor,
dat ze mij niet te zien krijgen. Wat heb
ik toch een pech! Wat zullen die kerels
laclicn."
Werner had zijn paard intussehen een
plaatsje op -lal bezorgd en had tevens
zijn luH-duif toegegrende'.d om het zieh
daarna gemakkelijk p maken. Nauwelijks,
wa- bij echter uislig en wel in zijn ka
mer ge/eleii of daar werd op een luide
wijze aan de deur geklopt. Ifij hoorde luid
roepen en dan weer lachen.
Men klopte maar steeds op de deur
en vroeg naai den „vnurruiter". Toen
men de deur geopend had en aan de
baitenstaaiulen medegedeeld hadden, dat
zich' met liet oog 'in een paar dagen,
geholpen door een tijdelijke glazen be
dekking, om alles in don juislen vorm
to houden, en inspuitingen met serum om
de levenskracht op1 te wekken.
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
Het jaarlijkseh' inkomen van den Paus
is meer dan 7 millioeu gulden, behalve
do talrijke „dank-offers", die hij uit alle
dcelen der wereld ontvangt.
De hertogin van Albany (zuster van onze
Koningin-Moeder) is de beste whistspeel-
stor van do leden der koninklijke familie.
Op het putd van kaarten is whisten du
meest geliefde koninklijke uitspanning.
De bevolking yan Dritsch-Columbia, dat
een oppervlakte heelt veel grooter dan
hel Duitsclie keizerrijk, bedraagt slechts
'00,000 zielen.
In Califomiö is Het niets ongewoons, to
eten of te dansen in den stam van
den een of anderen reusachtige» boom,
die daar zoo talrijk zijn. Sommige dezer
zijn 500 voet hoog en 50 voet in mid
dellijn.
De vreemdsoortigstc presse-papier ter
wereld behoort aan kerning George van
Engeland. Het is de opgezette hand van
een der dochters van Farao.
Kubelik, do yrooto violist, speelt op de
beroemdste en kostbaarste Stradivarius
van de wereld.
Koningin Miuy is de eerste der Eu-
gelsehe vorstinnen, die ooiL oen voet ge
zet hebben op Indisch grondgebied.
James Thomas Wells, drie en zeventig
jaar, en Emma Coster, een en zeventig
jaar, trouwden onlangs te Esling, ut En
geland. Vroeger Tuulden zij elkaar lief
gehad. maar hun engagement was verbro
ken. Zij trouwden heiden en ieder bracht
een grooto familie voort. Nu ontmoetten
zij elkaar weer, en, heiden viij zijnde,
zijn ze getrouwd.
Lord Roberts, de bekende Engelsclie
generaal, is hen bekwaam schaakspeler,
maar hecR een afkoer van alle kaartspe
len. Schaken kan werkelijk zijn grootste
uitspanning genoemd worden.
ANEC'DOTEN.
ylieel veel nien-chen hebben hun leven
aan dien dokter te danken," sprak K.
„Is hij dan zoo knap?"
„Dat wil ik juist niet zeggen. Hij is
nooit Thuis als men hem noodig heeft."
Bezoeker: ,,Zeg eens, kellner, deze kip
is vreesclijk Taai."
Kellner: „Het spijt, ma, mijnheer, maar
toen we do kip wilden dimden, konden
we ze niet vangen, zoodat we ten laat
ste het dier moesten doodschieten toen
het op het huis vloog."
Bezoeker: „Dan begrijp ik het, kellner,
je hebt bij vergissing een weerhaan ge
selleden."
„Hebt. uw naaslo lief als .uzelt," sprak
de dominee met grooten ern-t.
„Thomas," fluisterde een dame tot haar
echtgenoot, die naast een mooie jonge we
duwe zat, „ga mee, 't is hier geen plaats
voor je."
Dame des huizes: „Dus ju wil' ons
verlaJe.il, Jan, en wat is wel de reden?"
Huisknecht; ..De reden is, mevrouw, hm I
lun! omdat u equipage houdt. Ik hen
bang, dat ik de elegante manier, om van
den hok te springen, verleuren zul."
de lieer houtvester niet thuis was, was
men zeer teleurgesteld. Zijn vrienden, die
n.l. het spoor van den vnurruiter gevolgd
hadden, luidden van do ïiienschon. die ze
zoo nu en dan waren t.egongekomeu, van
een ruiter gehoord, die maar steeds vuur
pijlen afgestoken had. en iul wilden ze
van Werner eens gaarne een verklaring van
het voorgevallene liooren. Ze stoorden
zich dan ook niet aan do verklaringen van
de bedienden, en stormden door de thans
geopende deur naar binnen. Doch toen
zij hij d e huiskamer kwamen vonden zij
deze op slot. Toen zo vandaar 'naar den
stal gingen, vonden zij ook deze geg ren
deld. Men was echter niet zoo spoedig
tevreden tc stelten. Van de eene plaats
in het lmis liep men naar het andere.
Men maakte halfluide opmerkingen onfijne
spotternijen. Men had het maar voortdu
rend over den held van den dag. En 't
was steeds over den „vnurruiter", dat zij,
die daar iri groepjes om liet huis ge
schaard stonden, spraken. Geen wonder
dan ook, dat hot een en atulei den lach
lust wel moest opwekken. Daar word de
zijdeur kalm geopend en stormden plot
seling een paar woedende honden, op de
vroolijke menigte. Zij stoven, zoo gauw
als het kon, uit elkander, en zochten,
hun heil in een overhaaste vlucht. Doch
een van het gezelschap wist zich niet
zoo spoedig te redden. Hoe dat kwam?
Wel, een van de hoeren had gemeend den
vnurruiter te kunnen bereiken door op
het dak en zoo door een luik naar bin
nen to kunnen gaan. Dan had hij zich
zoo in do woonkamer van den houtvester
kunnen, laten glijden. Dat was hem ceh-
Viiend„Dus de oude Willens mankeert
eigenlijk niets?"
Doktor: „Welueen, hij i,s volmaakt ge
zond."
Vriend„Maar waarom "raad je hem dan
een kuur te Karlsbad aan?"
Dokter: „Omdat zijn vrouw hot noo
dig h'ceft"
Geestig passagier: „Mijnheer, u hebt iets
achtergelaten."
lieer (zich haastend om' den anderen
trein to halen): „0, dank M, wat?"
Geestig passagier: „De afdruksels van
twee natte schoenen."
„Hapa, ik wou, dat a trio een klap gaf."
„Een klap, ïniju jongen, waarom zou
ik je slaan?"
„Omdat, als u ine Maat, 'mama, mij een
flikje igcoft."
Notaris: „Ja, mevrouw, hot is noodig,
dat we in de akte uw waren leeftijd'ver
nielden."
Dame: „Nu, als het dan zoo moet, zei
dan maar -15, maar schrijf het als 't u
blieft zoo onleesbaar mogelijk."
Mevrouw A.„Daar is een slijper aan
de deur, Ferdinand. Is ca' ook' iets, dat
je geslopen wensoht lo hebben?"
Mijnheer A.„Neen, lieve, ik niet. Maai
zeg hem, naar onzen huurman B. te gaan
lk wilde morgen zijn grasknippcr van hem
kenen, on die was de.ii vorig en keer zoo
erg hot." i
MISLUKT COMPLIMENT.
Professor: „U hebt in de liefhebberij
comedie de rol van heldin uitstekend ge
speeld."
Vrouw des huizes (bescheiden) „Nu, 't
was maar zoo, zoo! De rol moest eigenlijk
door een mooie, jonge da,me gespeeld
worden."
ZICH VERSPROKEN.
Vrouw: „Je hebt vamiacht hardop ge
drootnd, en voortdurend sprak ja van een
zekere Adelgun.dc. Wie is tocli die Adel-
gurule?"
Man: „Dat o, dat is mijn zuster."
Vrouw: „Je zuster, maar die heet toch
Mnrie?"
Man: „Ja, dat is wel zoo, maar kort
heidshalve noemden we haar altijd Adel
gunde."
TWEEËRLEI HAZEN.
Rechter: „Gij wordt beschuldigd van in
uw tuin hazens frikken gelogd te hebben."
Beklaagde (restaurateur)„Neen, de
strikken waren vocxr diefachtige katten."
Rechter: „Nu, nu, het zal ja toch stel
lig niet kunnen scholen, je gasten ook
eens een enkelen keer oen echten haas
voor le zetten."
KINDERLIJK.
„Ben je niet blij, Hansje? Nichtje Ella
komt logeeree.
„0 ja, die mot de lange vlechten; dan
kunnen wo heerlijk paarüje-spelen."
SPEELGOED EN FANTASIE.
Het is een neiging van den nieuwen
tijd, en wel ecu zeer verkeerde, kinderen
met speelgoed te overladen. ,Dit is des
te meer to betreuren, daar men juist door
een verstandige keuze van het speelgoed,
zooveel kan bijdragen tot (le ontwikkeling
van het kind.
Dit moet zoodanig zijn, (lat zij do hui
taaie en uitvindiugsgeest prikkelen. f)e fan
tasie van het kind is zijn kostbaarste goed.
Door middel daarvan verandert hij de meest
gewone, alledaagsehe voorwerpen in dat
gene, wat hem voor den geest zweeft. En
ter niet gelukt. En zoodoende zat hij op
het dak. Maar wat nu to doen? Hij pro-,
beerde om naar beneden te klimmen. Maar
al zijn bewegingen werden met het ver
woed geblaf der honden gatiegtwhigeïi. De
honden hieven waar zo waren en hij moest
zicli dan maar met hetzelfde lot tevreden
stellen, en den nacht op het dak van
do lioutvesp'rwoning blijven doorbrengen
Het was beneden reeds stil geworden en
niemand kwam meer naar buiten, om de
honden naar binnen to halen, dus gaf liet
hem niets, hij moest wel blijven waar
hij was.
- Toen de dageraad aanbrak, verscheen
de houtvester in de deur, riep zijn hon
den, en begaf zich met ben in liet woud.
De gevangene, daar hoven on het dak,
maakte van die gelegenheid gebruik, om
zich, naar hij' dacht, ongezien te verwij
deren. Daar had hij zich echter deerlijk in
vergist. Hij had daarbij niet op den ouden
houtvester gerekend. Aan den zoom van
het woud trad de houtvester den. pas
verloste tegemoet en vroeg hem met een
veelbeteckeiieiid lachje op zijn lippen, fee
hij geslapen had.
En wanneer onze houtvester later van
zijn vrienden zoo nu en 'dan eens wat hoo
ren moest over zijn avontuur als „vuur-
niiu-r"! dan wist hij steeds de lachers
op zijn zijde te krijgen, wanneer hij maar
begon tc vertellen, van hel voorgeval
lene met de honden, die aan iemand nacht-
logies bezorgd hadden.
do mot een lap .omgewikkelde stok wordt
hem de wonderbaarste pop, een steen, een
stukje kool tot eon lokkernij.
Het normale kind bézit een buitengewone
verheeldingskracht, om zich illusion tc
scheppen, gedurende den geheolen tijd van
zijn spel leeft hij in oen denkbeeldige we
reld, een droomwereld, waarvan hij zelf
de schepper is.
Een klein meisjo en haar broertje spelen
„visite". De broer is buiten, do zuster zit
op haar laag stoeltje, nonchalant achter
over geleund on wacht bezoek.
Daar zegt zij eensklaps: „Er wordt ge
beid, er komt iemand 1" Zij staat op, de
kleine broer, die op dit oogenblik binnen
komt, verandert in oen dame, een vriendin,
zij biedt liaar, d. w. z. hem, een stoel
aan (die inderdaad een kleine, houten bank
is) en begint een gesprek met do visite.
Men ziet het, de schepping dezer inge
beelde wereld duurt voort.
Vooral treedt dit schcppingsinstinct op
bewonderenswaardige wijze te voorschijn in
de betrekkingen van liet kleine meisje lot
de pop. Do pop is haar werkelijk een we
zen, waarin het kind leven geblazen heeft.
Als men het spel van een meisje met
haar pop aanziet en vooral toeluistert als
het kind zich alleen gelooft, dan is T,
of men in een feoönrijk blikt. Men hoort
uitroepen a's
„Och hemel! mijn pop wordt altijd dik
ker; men kan haar 'taille niet eens meer
toeknoopen," of:
„Mijn pop schijnt werkelijk verkouden le
zijn; haar zakdoek is 'door en door nat."
En tal van dergelijke opmerkingen, die
het volle licht werpen op het zieleleven
van het kind, zooals liet zich geleidelijk
ontwikkelt.
Over het algemeen kan 'men zeggen
Spelen is voor een "kind in illusion, leven,
spelen heet voor ecu kind, zich een eigen
wereld scheppen.
liet rijk der jeugd is in God's sclioone
natuur en kon ieder kind opgroeien op het
land, wat zou liet dan veel spelend loeren
wal liet in de school tc zwaar viel.
Hoo vele kinderen kunnen hun ondenvij
zors op school hij het onderricht niet di
noodige aandacht schenkenI
Kon men zoo'n kind in de vrije nalum
brengen, dan zou men zich over zijn on
oplettendheid spoedig niet meer te bekla
gen hebben.
Op zijn zwerftochten door woud en veld
leert het geheel van zelf den grondslag
der hotaniek.
De spelen der kinderen kunnen ook zoo
ingericht worden, dat zij al spelend vele
belangrijke dingen voor het latere leven
aanlooien.
"Wij zagen reeds, hoe het meisje met haai
pop in inenig opzicht haar verhouding tol
haat' moedor heter zal begrijpen,
In het bezit van een poppenkamer legl
het kind reeds van jongs af den grondslag
voor de latere flinke huishoudster.
De jongen, die zijn scheepje iu het watei
plasje laat varen, leert onbewust de wis
sehverking van weer en wind kennen.
In geen kinderkamer mag een groote we-
reldglohe ontbreken, want kinderen hebben
er verbazend veel pleizier in op den bul
rivieren, bergen, steden te zoeken, reizen
te maken, en prenten zich aldus zonder eeni
ge moeite vele aardrijkskundige bizoiulev
heden iu het hoofd.
Een groote kaart van Nederland moei
er ook hangen, dan geven de kinderen o!
kander een haven op en gaan dan aan
het zoeken tot zij het vinden. Die 'den juislen
naam vindt, krijgt een bewoning: dit is
niet alleen een aardrijkskundige les, maai
een voortreffelijk middel om hot geheugen
te scherpen. Maar hoe wij ook de spo
leti leiden van onze kinderen, de hoofd
zaak is, zooals wij zooeven opmerken, hun
fantasie vrij spel te laten.
HOE HET GEERT LOMP EN HANS
DOM OP REIS GING.
(Vervolg en slot.)
„Dnar is liet," zei Hans. „Zie je wel
dat ik liet goed onthouden heb? Ja, il.
wist wel, lat het de grintweg was. En dan
zeggen ze nog, dat ik dom ben." Tooi:
zij aan liet huis gekomen waren, zagen zi
al heel spoedig, dat het geen station, maai
een boerenplaats wa.
„Waar is tiet station?" riep Geurt dei.
hoer toe.
„Wal blieft?" zei de hoer, die zich hield
of hij het niet verstaan had.
„Waar het station is?"
„Hier niet," zei de boer, zich om
draaiende.
Hans wilde nu gaan vragen, maar cr lag
een groote bulhond aan den ketting, en
heel moedig was hij niet. Alzoo besloten
zij maar weer terug le wandelen.
„Ik geloof toch, dat ik mij vergist heb,"
zei Hans, ,,het zal de grintweg geweest
zijn."
„En we zijn op den grintweg. Ik geloof
dat je nog niet «eet, dat je leeft."
„Ja. dat weet ik wel."
Spoedig waren zij weer hij den molen
terug, en sloegen maar op goal geluk al
den steenweg in. Na twee uur leopens
kwamen zij zeer vermoeid aa het station,
blij hun eerste doel bereikt te hebben.
De eerste bel ging, er kwnu een man
in de wachtkamer, die luide riep: „Kaar
tjes nemen, hoeren 1" Geert zou voor beiden
plaats nemen. Hij drong evenwel zoo onbe
schoft door do menigte heen, t'rap te bo
vendien dezen en genen zoo gevoelig op
do tecn.cn, dat een politic-agent, die daarbij
stond, zei: „Wacht even, jouw vlegel; dat
gaat zoo niet." Geert ging verschrikt do
wachtkamer weer binnen, en daar hij vrees
de, niet mee to zullen komen, en toch
ook bang was Yoor ,den agent, zei hij tegen
Ham „Neem jij kaartjes."
„L il," zei Hans,
Hans wachtte bedaard tot pllon kaartjes
hadden, nam toen zjjn pet in do handen)
en zei: „Mijnheer, zon u me als 't u blieft
twee kaaltjes willen goven?"
„Waarheen vroeg de klerk, .niet weinig
verbaasd over do ongewone pn ook over-
bodigc vriendelijkheid.
„Dat weet ik niet, jnijnheer. Ik moest al.
leen twee kaartjes nemen."
„Maar waar naar toe?" yroeg de klerk
ongeduldig. „Gauw, want de frein is op 't
punt van vertrekken,"*
„Dat hebben ze er yiiut hij gezegd, miju-
heer. Maar ik zal ,lict oven gaan vragen."
Vóór hij nog in ,do wachtkamer was,
hoorde men reeds het fluitje van den hoofd
conducteur, ook de locomotief floot en de
trein zette zich in (beweging.
„Waarheen, waarheen?" riep Hans, jlo
wachtkamer binnenstormende.
„Waar zijn ze?" zei .Geert; „gauw, of
't is te laak'!
„Wie?" vroeg Hans weer.
„De kaartjes 1 Maar 't is al te laat. Daar
voor hebben we nu ruim zes uur geloo-
„Maar waarheen?" zei Hans.
„Wat, waarheen, uilskuiken dat je bent!
„Wel, dat vraagt die mijnheer, die de
kaartjes afgeeft."
Hans en Geert luidden pr de pret af. Zij
gingen maar weer stilletjes naar huis. Of
Hans slimmer is geworden, betwijfelen we,
maar wo hopen, dat Jiet ,voor Geert een
goede les is geweest.
De anti deel beweging.
In lui jongste nummer van liet „Ind.
Militair Tijdschrift" is de volgende brief
aan den kapitein II. Kcramnms opgenomen;
Ik heb de eer uwedclgestrenge mede te
doelen, dut ik geheel instem met de door u
geleverde beschouwingen over „liet duel en
de anti-duclbcweging", voorkomende in liet
gedmkt verslag van de op den 28en Fe
bruari j.l. door de Indische Krijgskundige
Vereeniging gehouden vergadering en liet
dankbeeld om een Nedcrlandsch-Indische af
deel ing op te richten van den Internationa
len Boud tegen hut duel en voor de bescher
ming der eer ten zeerste toejuich.
De commandant van het leger en chef
van het dopaitemcnt van oorlog
in Nedeiiandsch-indie,
(w.g.) VAN DAALEN.
Wat de Chineesoho wijkmeesters willen.
liet schijnt dat de Chiueeselie wijkmees
ters zich gekrenkt achten, doordat er ook
buiten hun tegenwoordigheid huiszoeking iu
hun wijk gedaan wordt. Zij willen liet ver
zoek doen, dat hierin verandering worde ge
bracht en dat niemand in hun wijk worde
geartcMeerd buiten hua voorkennis liceJe-
maul niet vecloiechcnd
(„Java Bode")
Straaitoonccl.
Men sc 1 jft aan de „Preanger Bode"
Den ilden Juni een hoop volk aan den
grooten weg op Tjiijadas, even voorbij Tji-
koedapateuh. Men keek nieuwsgierig naar
twee opgewonden mannen, waarschijnlijk
Javanen van middelbaren leeftijd. Beidon
wjicn gewapend met een knoestigen knup
pel, welke onder het gesprek telkens drei
gend in de hoogte werd gestoken.
Aan ieder, die het maar hooren wilde, ver
telden de twee, dat een inlandscli meisje uit
Madjakengka een dag tc voren was vonnist,
En nu waren haar vader en diens oudero
broer op zoek. Men wist pertinent, dat het
meisje dezen weg passceren moest en dat
ze door weivers was opgelicht.
Pu pa en oom hadden geloopen wat ze loo-
pen konden, écu dag en één nacht hadden
/c onophoudelijk gesjouwd, van Madjakenga
tol Tjitjiula.-»!
Het geval vim interessant, het volk wacht
te iu spanning.
En ziet, na eenigen tijd kwam een kuhar
ballon aanrijden, waarin een man, een vrouw
en het vermiste muisje zaten.
De sukkelende knollen Lij de leidsels to
grijpen, du geschaakte prinses met één ruk
op dun grond te sleuren, was voor de beide
mannen het werk van een oogenblik.
IV mannen zwaaiden uitdagend mel de
knuppels, maa| de wervers gaven geen kik,
keken met vulsella blikken mi ar de ontkomen
prooi en vei der trok de kalinr ballon, voot'l-
geliokken door de sukkelende knollen.
Hel is een toon vit ie uit vele, maar nog
- ooi talrijker zijn do gevallen, waarin de
familie niet zoo krachtig durft optreden en
de weners de Imit Indamden.
Want uit de angst voor de geslepen stro-
bon dei' wervers i- ec nieuwe bcozo kracht
gegloeid in ae gee.-ieiivvei'cld, welke de dessa-
/,t)il bijgeloof zieh denkt, lil. een sa-
lelliet van den wener, aan dezen geheime
macht gevemie. Werkelijk, e, is angst in de
ile.-srs voor den werver.
IV contractanten mogen liet in een nieuw
vaderland veetal beter lebben dan iri het
oude lmis, do lage praktijken en dwinge
landij van vide handlangers hebben de bevol
king reeds lang liet vertrouwen doen verlie
zen in ren goede hiekomst, door hun bemid
deling ie verkrijgen.
De werver en een booze geest zijn onaf
scheidelijk geworden in het gcduciitenleven.