ALLERLEI. VOOR DAMES. VOORKINDEREN. niets doen of zeggen zonder dat de so- oiaal-deinocralen. daa.rovee een ongunstig motief weten aan te voeren, en daarom moeten zij er maar in berusten clat hij ze niet aL te dacht tegen liet hart drukt. Do heer Goslinga kan niet spreken namens zijn medeleden, maar doel dit en kel voor zichzelf. De heer de Bruin is lid geweest van Gemeentewerken ,en kan hij ontkennen dat hij in een openbare vergadering heeft me degedeeld wat door den heer v. d. Vel den ia die commissie eens is gezegd? Dal was toch geom bewijs van een streven naar goede samenwerking, „Ieder moet voor zichzelf zorgen", zou do lieer v. d. Velden daar hebben, ge zegd- 1 i i i j Als man in een commissievergadering jels zegt, dan moet dal niet daarbuiten gebracht worden, omdat het publiek niet kan beoouleelen in welk verband de woor den zijn gezegd. In een commissieverga dering spreekt men wel eens anders dan men in liet publiek doel; men let daar niet altijd, zoo precies op zijn woorden. Daar spreekt men vrijer uit on flat is ook goed, omdat het gemakkelijker over leg brengt. Maar juist daarom behoort men, wat daar gesproken is. niet naar buiten te brengen. Is de heer de Bruin, daarvan bewust en wit hij daarvoor amende honorable doen, dan beeft spr. daar vrede mede. Als men in een commissie een ge.hasar. deeuie uitdrukking doet, dan mag men die, al kan men daaruit nog zooveel politieke munt slaan, niet in het publiek bren gen en dus daarvan misbruik maken. Spi .heeft ook in commission zitting en daarin worden tie zaken wat meer van andere zijden bekeken, maar dat moetniel publiek gemaakt worden. Boor dun lieer v. Westendorp is gezegd: zeg uw meoning; spr. heek dat nu gedaan en de heer l)e Bruin kan nu zeggen of het waar is wat spr. herri ten laste legt, De heer Ivlein heeft gezwegen en waar om? Hij vindt het hier niet de plaats om te debatteeren. Waarom hij den heer De Bruin niet stemt voor lid oener Commissie? Om dat hij hut vertrouwen in dezen verloren heeft. Al.- mm hier in den Baad zit zooals >pr. verkozen is, dun is dam* reden voor. Toen spr. hier kwam, kwam hij naast den heer De Bruin zitten en toen vroeg ik hem Wie is li? Ik ben De Bruin, keu je ine niet? Ik zeide, neen, ik ken u niet, al moet ik er den dood op ingaan. Later trad de heer Do Bruin op liet Hoofd in een vee gade-ring op en toen vertelde de heer De ibtun dat spr. gezegd zou hebben: ik ken je niet, ik zal doodvallen als liet waar is. Daarmede heeft de lieer De Bruin do eer van spr. aangetast. Ham' de heer De Bruin is zoo kwaad niet. Lavnter zegteen man met een rund hoofd s zoo kwaad niet. Maar de lieer Dc Bi nin moot zich niet laten verleiden door harlbtocht. Spr. heelt liet legen den persoon van den heer De Bruin, waar hij zich niet sclnlamt 0111 iemand met naam en van over de straat te halen. Bit dan nog iets. Gestekt dat men om 9 uur in Gemeente wei kon zitting heeft. Men vergadert dat geen zuchtje door de hekken waaitom hall negen gaan we er heen en tot 1 uur dimif die; en als men dan nog de breed sprakigheid van den heer De Bruin heeft, ktm men wel zeggen: breng mijn eten er immr. De iaaste maal was het nog: hoe staat liet mot liet- Ziekenhuis? Daar moest 2l pa gina'- over vol gepraat worden. Ilij -preekt voor dc tribune en niet voor de Gemeente belangen. De heer v. d. Drift merkt op dat de lieer De Bruin heeft gezegdals ge de notu len naslaat, zult ge het woont klassenstrijd niet'dikwijls vinden. Voor spr. was de opmerking die hij mank te, geetl gekheid, daarvoor zitten we ook niet hier. Al heeft de lieer De Bruin hot voord klassenstrijd niet gebruikt, door al z-ijn woorden klinkt liet been, hij zit bier voor het belang van een zekere groep van pnsoneu, niet vota- liet algemeen belang. De V o o v zilt cr wil er op wijzen dal het debat behoort te gaan over dc motie. De heer De Bruin hooft misschien zijn zin dat hel debat in deze richting is gegaan. Er worden grieven getiil, muur spr. meent dal men mi in het stadium is dat die moeten vmden onderzocht. Een verdere redeneering gooit nu immers niets als de beweringen niet onderzocht worden. Daarom vraagt spr. den heer Dc Bruin of deze dc behandeling zijnet* motie niet vd uitstellen totdat is nngegmm of de grie ven werkelijk waar zijn of niet en of er mui- leiding ho-taat om aan den lieer De Bruin veer zijn slem te geven. Dc grieven blijven nu bestaan, welke ook het lot der motie is. Laat .spa*, hein den crustigen raad mogen geven breng uw motie ouder deze omstan digheden niet in slcrnming. De heet* D e B r u i n vvenscht nog iets te '•eggen, De lieer Wittknmpf schijnt te meenen dat spr. wordt aangegeven hoe en wat hij spreken moet. Spi*. heeft zich wel eens ver stout warm te loopen hij de behandeling var» een onderwerp en dat is toch niet mogelijk wanneer men oen lesje opzegt. Met het zelfde besef van verantwoordelijk heid als andere raadsleden heeft spr. zijn Woorden en daden hier ingericht en naar zijn overtuiging en overeenkomstig zijn belofte, mor nig< legd, gehandeld. Maar elk vogeltje z'ugl zooals hij gebokt is. Dat Tak een «tandje geluid heeft, wat doet dat er toe? Is het schelden een mono polie der sociaal-democraten, zoonis dc heer WiUkanipf schijnt te willen la ton bestaan? Maar deze zullen toch nog lang moeten stu- dteren om het te tuilen bij de katholieken. Door den lieer Wittkampf is ook gezegd dal do soeinal-democratcn slaan tegenover den godsdienst en dit beweerde hij, zooals hij zeide, op grond van de socialistische geschriften. Deze zou aan spi'. die geschrif ten overleggen, maar tot heden heeft deze die belofte nog niet vervuldOmdat hij het niet kan Spr. tart den hoer Wittkampf tegenover de katholieke „Leidenaar" een sociaal-demo cratisch geschrift to leggen dat maar in de verte een gescheld bevat als dat katholieke blad. Spr. hoeft dit punt niet in het dehnt ge bracht. Hij antwoordt slechts op ivnl de heer Wittkampf geliefde te zeggen. Spr, weet wol dat zijn pnrtijgenooten niet allen engeltjes zijn, maar dal zijn zo in de andere partijen ook niet. Door den hier Goslinga ia eindelijk ge zegd waarop het staat. Spr. zou een llit- diukking, die de heer v. d. Velden in de ('<mimissie voor de Gemeentewerken ge bruikt heeft, in een openbare vergadering hebben medegedeeld. Alen moet wel lioele- maal niet meer weten hoe er uit te komen urn zulke dingen te zeggen. In tie warme dagen van strijd over Volkshuisvesting beeft -pi', die voorden medegedeeld, niet in een openbare vergadering, nmnr bier, in den Baad, waar ook de heer v. d. Velden was. De heer Goslinga: Was dat geen openbit re verga dering De heer Dc Bruin: In die dagen kantte de lieer v. d. Velden zich tegen de plannon van Volkshuisvesting in de Com missie van Gemeentewerken. Tegen de eer -te plannen bad bij zieli niet verzot, die de den hem geen kwaad. Maar voor het tweede voorschol waren plannen gemaakt, waarbij de heer v. d. elden concurrentie voor zich vreesde. Do lieer Goslinga: Dus u erkent liet? Dc heer De Bruin: Ik zou die woorden niet medegedeeld hebben, wanneer ze niet mijn verontvvaaidiging hadden opgewekt, en ze blijk gaven hoe de algemcene belan gen werden achter gezet bij de persoonlijke belangen. Dat plan mocht om die reden niet uit gevoerd worden! Spr. heeft de woorden van den heer v. d. Velden in deze vei-gadering ter sprake gebracht, om in het openbaar te laten uil komen, waarom de plannen van Volkshuis vesting moesten duikelen. Do heer Goslinga: Dus u erkent het? De heer De Bruin: Dat erken ik. Ik deed dat in het belang van de publieke moraliteit. Wat spr. aan den heer Klein moet ant woorden, weet hij niet. Als iemand aan het openbare leven deelneemt, weet hij, dat hij in bet openbaar zal worden be sproken. Doen de andere partijen dat ook niet? Heeft de antirevolulionnaire partij ook niet altijd ciitiek geoefend? Zou men dat recht ons óók wilton ontnemen? Maar bet is gelukkig niet overal een Raad. In Gemeentewerken schijnt het zoo druk, dat vergaderd wordt van 9 tot. 1 uur. Spr. herinnert zich, dat, toen hij in die Com missie zitting had, men om 9 uur begon en meermalen om 11 uur klaar was. Spr. zou zeggen, dat met zijn vertrek Gemeente lvorken er niet beter op geworden is. Ilij zou willen vragen: wie is daar zoo breed sprakig? Men verwijt spr., dat hij hier veel spreekt, maat' hij zit hier alleen. De ande ren kunnen elkaar afwisselen, maar npr. moet voorloopig nog alles alleen zeggen; zoodra hier een paar partijgenoolen zul len zijn, kunnen deze een gedeelic over nemen van wat gezegd moet worden, dan zal ook bij niet meer zoo breedsprakig behoeven te zijn. Nu kan spr. niet aan een ander vragen om een gedcol-le van zijn lesje op le zeggen. De heer Klein verwijt ook aan spr. dat hij voor de tribunes spreekt. Als oen ander dan deze dit zeide, zoo spr. boos worden; nu de heer Klean dit zegt, niet. De Voorzitter sluit de discussie. Alvorens de motie in stemming te bren gen, leest hij die nog eens voor. De motie wordt daarna in stemmng ge bracht en verworpen mei 12 tegen 7 stem men. Vóór simmen, de boeren Koopmans, de Jong, Houtman, Bis, v. Westendorp, Ger- lach en do Bruin. Tegen stemmen de heeren v. d. Meer, Evers, Wittkampf, Nolet, Sc.hreuder, v. d. Volden, Lagcrwcij, Goslinga, Klein, Beu kers, v. d- Drift, en de Graaft. Iiierna wordt overgegaan tot behande ling der artikelen, te beginnen met de uitgaven. faculteit in Marburg haal' Dr. Med. diploma haalde, en eindelijk prinses Karin, de ver dienstelijke leidster der patriotische ver- eeniging van aristocratische dames, gelden als zeer bekoorlijke wezöns. Van iïanako wordt o. a. geschreven, dat zij een begenadigd wezen is, een fijn be snaarde vrouw, die met dwepende smachl- oogen in do wereld blikt en altijd zoo vol aandoenlijke bevalligheid rondgaat, dat alle harten van gevoelige en zachtzinnige rnen- schen haar tegemoet snellen. Hoe echter do .Tapansche, thans een der ijverigste voorvechtsters van de internatio nale vrouwenbeweging, toch de toovcr- kracht der schoonheid ondervindt, en deze verzorgt daarover gaf eerst vóór korten tijd Tagi-Ko, ook een leerling der .Muzen, b el ang wokken do bij z onderbeden Tagi-Ko verhaalt van de Japansche vrouw, dat zij voor do ontwikkeling harer schoonheid denzelfden grondregel heeft ge had als do Griekinncn van de klassieke tijden. De schoonheid der meeste vrouwen is echtor niet een afglans dor natuur, die weer tot natuur wordt, maar een wille- keurigo verandering der reeds bestaaatde vormen van het lichaam. Een corset is de dood van alle licha melijke schoonheden. De Japansche bloeit als een bloem op het veld. Haar zin is niet geticht op zeldzame, buitengewone din gen, maar eenvoudig gevoed door de schoonheid van alle dingen, die haar om ringen, Ook houdt de Japansche zicli ver van het opwindende en zenuwinspnnnende le ven van den dag. Haar volgzaamheid aan de natuur bepaalt elk harer handelingen. Zij vermijdt leelijko en onschoone gedach ten, om zoo de schoonheidsverzorging van binnen naar buiten te bewerken. Uiterlijk stieeft zij et' niet minder naar. overeenkomstig den schoonheidsgeest van baar land te handelen. Zelfs de armste vrouw in Japan heeft een kapster. Verwaar loosd haar geldt als een teek-en van zedelijke en lichamelijke venvoiding. Den avoneï te voren wordt het haar me! den Kushi, den sierkam van zwart geaderd palmhout me! paarlemoeren m'laxsein, gekamd en met het afkooksel van den bast eener klisplant ge reinigd. Het spreekwoord „Zwart haar heeft de mensch, licht het vee en de aap," zegt reeds voldoende, dat alleen zwarte haren voor schoon gelden. Eenigo gedeelten van liet kapsel worden den volgenden dag met het slijmerige sap der kadrunabessen stijf gemaakt; andere mot paardoharen onder legd. Het kapsel richt zich in Japan naar ouderdom en stand. Men kent meer dan vijftig verschillende kapsels Deze zorgvul dige haarbcwerking komt natuurlijk ook overeen met de zorg der handen, de kosme- tieken, de verpleging van, het lichaam behalve met de zorg voor de tanden, want het zwart verven der tanden door de Ja pansche bruiden, kan voor ons waarlijk niet als bekoorlijk doorgaan. Intusschon,,'s Lands wijs, 's Lands cerv. Bedfordshire is een Galvariën-bosch, en in Dorsetshire een Jordaan-heuveh- Tol dc laatste nieuwigheden le Parijs be lmoren visitekaartjes voor honden. Schoot hondjes, die met hun eigenaressen mee gaan om visites te maken, laten hun kaartje achter in de huizen, welke zij bezoeken. Zij hebben twee soorten van kaartjes; op hel eene staat de ware naam van den hond met zijn stamboom, op het andere den naam. waarbij ze altijd genoemd worden met den familienaam der eigenares. Deze hondjes dragen buiten meestal jasjes, die nu van een zakje voorzien worden voor de kaartjes. 3APANSCHE SCHOQNIIEIDSZORG. Bij do steeds aangroeiende voorliefde tot. bet land van den Mikado en zijn vrouwen leven is het niet oninteressant, ook eens wat van verklapte toileigeheimen der Ja pansche schoonheden te hoorert. Om dadelijk drie types van deze beauté's to vortoonon, maken wij er op attent, dat deze drie dames doorgaan als schoonheden van haar eilandenrijk. Zoowel llanako, de beroemdste Japansche toonoelspcclster van onzen tijd, dio als uitstekende leerlinge van Sada Yacci, in het Theiitrc Moderne schit terend succes behaalde, als ook juffrouw Tada Urato, uit Kunamato, een dienares der wetenschap, dio aan do geneeskundige VROEG VOORJAAR. Ten allen tijde schijnt de weersgesteld heid in Europa zeer wisselvallig te zijn geweest. In 1172 was de temperatuur zoo hoog, dat de boomen in Januari reeds uit liepen en de vogels in Februari hun nest jes bouwden. In 1289 was de winter ook zeer zacht, want de meisjes droegen met Kerstmis bouquetjes van viooltjes on koren bloemen. In 1131 bloeiden de boomen in Maart en do druivenwingerd in April. Do bessen worden in dezelfde maand rijp, en de druiven een maand later. In 1572 wa ren de boomen tn Januari van bladeren voorzien en do vogels hadden jongen in Februari, evenals in 1172. In 1585 her haalde zich hetzelfde geval, en men voegt erbij, dat er met Pasclicn al koren In de aren was. In 16G2 hebben lot zelfs in bet noorden van Duitse hl and den gehee- len winter geen kachels gebrand, en de boomen bloeiden in Februari. NIEUWTJES VAN UIER EN DAAR. In Frankrijk is eou nieuwe bond gesticht onder den naam: „Bond tegen liet uillecnen van boeken". Het programma van een concert, geg ven door het Maidstone archest, voor een auditorium, bestaande uit 260 gevangc nen uit de Maidstone-gevangenis, bevatte werken van Mendelssohn, Grieg cn 'Schu bert. Do eerwaarde dominee W.ood, die on langs op twee-en-negentig-jarigen leeftijd te Lancashire, in Engeland, stierf, had van do zoven-en-zestig jaar, dat hij het predik ambt vervulde, slechts twee Zondagen ver zuimd. Eierschalen als gasglazen is een nieu wigheid, uit Duitschland afkomstig. De in houd wordt or uitgetrokken of uitgebla zen, do uiteinden er voorzichtig algesne- den, on de schaal op de gewone wijze op het gas geplaatst. Aldus verkregen licht is heel goed, Ier wijl de nieuwe vorm van glas duurzamer is. Engeland kan erop bogen, het land to zijn, dat de meeste plaatsnamen heeft, ont leend aan de „Heilige Schrift". Zoo komt de naam Jericho driemaal voor, Paradijs vijfmaal, en Ninoveh, Berg Zion, berg Ara rat, cn borg Ephraïin ieder drie keer, In ANECD07EN. Schuldeischer„Nu vraag ik je voor de laatste maal„Zal je me nu hol geld terug geven, dat je me schuldig bent?" *V Schuldenaar: „Goddank dat er nu een 'eind is aan dat gezeur." Kiespijnlijder: „Ik heb vrceselijke kies pijn, en zou er graag wat voor doen." Vriend: „Neem toch vooral geen medi cijnen in. Ik had gisteren ook zoo'n kies pijn, en ik ging naar huis, waar mijn lief vrouwtje mij kuste c.n troostte, zoodal de pijn spoedig over was. Waarom probeer je dat ook niet?" Kiespijnlijder: „Ik zal het stellig doc-n. Donk jo, dat jo vrouw nu thuis zal zijn Twee vrouwen bespraken, wie van baai beiden wel het meest verkwistend was. Eerste vrouw: „Zie je die beur.-? Nu, zij is mijn eerste, en zij is nog net zoo mooi als op den dag dat ik haat kocht. Kan je op zoo iets roemen?" Tweede vrouw: ,,'t Mocht wat. Ken je Smid, mijn man?" „Ja, stellig; wat heeft die er mee le maken?" „Wel, hij is mijn eerste man, en jij bent al aan jo derde. Spreek mij dus niet van verkwisting." „Dus uw zoontje draagt een bril, me vrouw „Ja, zijn arme overleden vader had er een, en ik vond het zonde, die te laten liggen." Agent van huwelijksbureau (aarzelend): „Ja, mijn waarde lieer, ik geloof dat het moeilijk zal zijn, voor u een vrouw te vin den." Bezoeker: „Ileb je er niet een in voor raad, die wat bijziende is?" Een Duitsche schoenmaker liet op ze- keien avond de gaskraan in zijn winkel open, en den volgenden morgen zijn win kel betredend, stak hij een lucifer aan, om licht te maken. Hierdoor ontstond na tuurlijk een vreeaolijko ontplof 1 inct, waarbij de arme schoenmaker door de deuiope ning been midden op straat geslingerd werd. Een voorbijganger snelde hom te hulp en nadat hij hem op do been geholpen had. vroeg hij, of hij zich niet bezeerd had. De kleine schoenmaker keek naar zijn werkplaats, die nu in lichte laaie stond, en sprak: „Nee, bezeerd heb ik me niet; maar ik was er net bijtijds uit, hé?" „Dinges heeft me zoo juist een scha vuit genoemd." „Net iets voor hem, om zoo ronduit de waarheid to zeggen. Ilij heeft toch in 'l minst geen tact." Twee krantenjongens vochten. Jan wie- er heel slecht afgekomen, cn verwijderde zich al schreiend, toen hij een modeljj- donden heer ontmoette, die hem oen kwavljo gaf, hem troostte, cn hom zei, niet meer te huilen. Toen dc heer zich verwijden! had, kwam Piet aangeloopen, zeggend„Jan. ik moet de helft van je kwartje hebben, want als ik je niet geslagen had, had je in 't geheel niets gehad." „Dokter," sprak een patiënt, „ik lijd et» aan slapeloosheid, bij het minste leven woid ik wakker, zelfs als de kat hij de heining zit to miauwen." „Dan zal deze poeder wel helpen," sprak do dokter, nadat, hij een recept, geschre ven had, „Wanneer moet ik die innemen, dokter?" „U moet die niet innemen, ti geeft ze aan de kat In wat melk," reclame, die er voor gemaakt weid. toch in hel oog der dame» geen genade vond. De vrouwen van den tegenwoordigen tijd laten zich maar niet zoo gemakkelijk iet- op den hals schuiven, cn dc moderne vrou wen, van welke misschien 75 proecnl haar eigen kostje moeten verdienen, vragen niet alleen wat mode is, maar ook in de oei- ste plaats wat practisch is, wat goed staat en wat het beste bevalt. Zoo hebben we bijv. den nauwen japomuk, niet dien, waarin het haast onmogelijk is om vooruit te komen, maar den rok, die van onder 2 M. breed is. Deze is volstrekt niet ongemakkelijk le noemen en mits het zadel niet to laag gesteld is, is hij ook voor op de fiets aanlxwelenswaaidig. Bij regenachtig weer en hijgevolg vuile straten, loopt men met de nauwe tokken geen kans de laarzen zoo vol modder te hebben, als vroeger hij onze plooirokken zoo dikwijls hei geval was; teiwijl men ook op de fiets geen last heelt van hei weinig elegante opwaaien van den rok. En daar nu die korte, nauwe rokken ver 't algemeen jeugdig slaan, practisch .in in het dragen en zuinig in stol'verbruik, zullen ze nog wel niet zoo spoedig van het tooneel voidwijnen. Al aai we moeten toch hij het aan-chatfen maar wat voor zichtig zijn en niet te veel tegelijk koopeu, want van modezaken is nooit iets met ze- keiheid te zeggen, want. niets i« verander lijker dan de mode en de mensch. MODE. Van verschillende zijden hoort men mom pelen, dal dc „crinoline" weer in dc modi zal komen; zells zijn er berichten, dal men to Parijs werkelijk al voorboden gezien heeft, die- op de nadering van de crino line wijzen. '1 Is dan ook waar, dal een bekend modemaker te Parijs in zijn atelier toilellcn gemaakt lieett in welker rokzoom een slappe hoepel was genaaid; en wan lieer men nu nagaat, dat de mode ei «leeds op uil is van het eene uiterste in het andere te vervallen, dun kan het wel eens wezen, dat «o in plaats van den nauwen rok van gepasseerdeu /omet, den hoepelrok te zien kregen. Mant' we kunnen onze lezeres-en ook direct weer gerust «tellen, met de mede dceling, dat van de nieuw gemaakte mo dellen voor hol aanslaand seizoen mui wclijks één procent met hoepelrok was in gorich bovendien vindt niet iedere nieuwe mode maar dadelijk ingang, getuige de broekrok, die, niettegenstaande de groote DE KLEINE SCHOENPOETSER. Als hut hier m liet land regent, krijgt men vuile schoenen, maar als het een regenachtige dag in Londen is, is het vuil cn dc* modder dooi liet bizonder drukke veikeer zoo erg, dat men genist elk oogeiihlik zijn schoenen kan latéil poet sen. Zoo riep ik ook nu weet oen kleim n schoenpoetser aan, die rkh met zijn hakje had gepo-teord in de nabijheid van een standbeeld. „Hoe heet je?" vroeg ik. „Jack," klonk het antwoord. ,.Je zmidt zeker ook lievei bij je moe der bij de wa.une kachel kiuipen," gmg ik vooit. Er kwam evenwel get-n antwoord op mijn vraag. „Waarom kun je mij geen antwoord ge ven?" vroeg ik weer. „Ik kan U wel uulwmnd geven. nnl.u* het maakt me zoo bedioMd. ik hel» een moedei moei, ze i«* al jaren geleden go- sleuven." ..En je vader dan dien heb je Inch zeker nog wel?" Jack lnekl een opgeiiblih op met poe* sen; toen wierp hij een wantiouwenden blik op mij en zei. „Ja maar ik \vi*et niet -eens of hij dood is. of dat hij nog leeft 1" En toen begon hij te vei tellen, hoe rijn vader vóór twee jaar vertrokken was, ver, heel ver weg, en hoe hij sinds dien tijd nooit meer iels van hem gehoord had. Ik kon niet nalaten den jongen eens van ter zijde aan le zien en kwam toen tot de ontdekking, dat hij een ouwelijk ge zichtje had, ve< te oud voor zijn jaren. 'I Was voor mij dan ook zeker, dat hij, niettegenstaande zijn jeugd, reeds wist hoe moeilijk het leven dikwijls is. Ik kreeg dus werkelijk medelijden met hem cn gaf hem als loon wel hel drie dubbele van wat ik hem eigenlijk .schuldig was. Alleen meikte ik niet op. dat ik hem inplaats van een Engelschen een Deen se hen munt gaf. daar ik die veel had, aan gezien ik zeil uit Denemarken afkomstig hen. „Die deugt niet," zei Jack onmiddellijk. „Ja, dat is waar ook, daar dacht ik zoo gauw niet aan; in Kopenhagen is dat dan ook anders, daar zou een schoen poetser zich geen tweemaal bedenken om zulk een loon aan te nemen voor zijn werk." „In Kopenhagen?... Komt u uit Kopen hagen?" vroeg Jack; en zijn oogen spalk ten zich zoo wijd mogelijk open. ,,U moet weten, daar is vader ook heengegaan!" En zijn blik werd opeens kinderlijk «meckend, alsof hij nog heel wat op lrel hart had, toen hij dat hooide, „Wat is je vader gaan doen in Kopen hagen?" vroeg ik. „Vader was monteur en men had hem. een goede betrekkin» aangeboden in Ko penhagen," antwoordde het kind. „Maar toen het er op aan kwam, hield de eige naar van de fabriek zijn woord niet en de aanstelling bleef uil.... Dat heelt vader nog geschreven en ook dat Hij weer ecu andere betrekking kreeg op een fabriek; maar hoe het Item toen verder gegaan is, daar heb ik nooit meer iets van te weten gekomen, want vader is plotseling opge houden met schrijven. „lloe heet je vader. Jack?" „Jolin Lechler. mijnheer." „John Lechler?" vroeg ik. en kon niet nalaten vair verbazing de handen ineen te slaan. „Maar dan Imef je je ook niet ongemsl over hem te maken, Jack. John Lechler ken ik heel goed en dien gaat het best." Jack gaf mij niet eens den tijd om uisii» uil te spreken, nmnr li ij vroeg ver takte „Zou ik vader niet eens kunnen op zoeken?" „Wel zeker, dat dunk ik wel!" antwoord de ik kalm. „Je kunt dan met mij men gaan, ik ga toch ook terug naar Kopen hagen," (Slot volgt.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 11