Dienaren van Se openbare zaal BINNENLAND. Kerk en Sohool. Gemengd Mieuws, niet toleden met gewoon, liet woord le voeren, het woord voor een persoonlijk feit; en hij betuigde, dat het niet aanging, dat, als hij de 'Itegeering waarschuwde voor een.gevaar, dat ze liep, deze zich daarover gebelgd te toouen, zonder meer; als het ministerie oorlog wilde met de anti-revo lutionaire fractie, dan bad bet dit slechts te zeggen. Men kan begrijpen wat geweldige sensatie dit in de Kamer maakte. Zou de Regcering den moed hebben dit heele kabaal .van zich af te schudden en te blijven staan? Zij, die met ons op dat oog.enblik er aan dachten, dat „ons Christenvolk", als lipt heeft fe kiezen tussehen Ileemskuitk en Kuyper, het zonder aarzelen voor den laat ste, den profeet, den machtigen, bezieling gevend,en redenaar, paitij trekt, zullen wel niet andcis verwacht hebben, dan dat liet Ministerie onder deze geweldige stratpredi- catie geheel in zijn schulp zou kiuipon,. En aldus geschiedde; droever termed heb ben wij nimmer in de Tweede Kamer bij gewoond. i I I Minister De Waal Malefijt, wien wij m een vorig overzicht nog allen loi konden brengen voor zijn mannplijkcn tegenstand tegen een onberaden kerstening van ludie, die ten siotto op een godsdienstoorlog met den Mohamcdaanschen inlander zou uit- loopen, haalde geheel bakzeil en retireerde als do papegaai uit de familie Kegge, die door cle schoono Henrietta bedreigd werd met een slag met haar naaldenkoker. Het is alles afschuwelijk misverstand, zeide de Minister de Waal Malefijt op schier weo- nendon toon; hij had er niet aan gedacht op te staan tegen l)r. Kuyper, die in alles zijn meerdere was, en als deze maar goed na wilde lezen wat hij had geantwoord, dan zou zijn toom wel wat bedaren; dan zou hij zien, dat zijn vriend en broeder, die met de portefeuille van koloniën belast was, net zoo over de zaken dacht ids de leider der anti-revolutionaire partijdan zou Hij zien, dat deze voor do toekomst hetzelfde 'wilde, al kon hij in liet tegen woordige nog niet bereiken wat wen- scheiijk was. Het was eenvoudig weerzin wekkend, en al deed de heer Heeniskeick hetzelfde in luchtigen toon over, hier en daar zelfs niet een klein grapje, de in houd van de speech was hetzelfde en kwam hierop neei wees niet boos, grooto heer; wij zijn alle negen ministers, zooals u ij daar zitten, in onze ziel overtuigd, dat, zoodra gij ons den rug toekeert, onze dagen als minister geteld zijnzeg wat wij doen moe ten om u te believen, en liet zal geschie den. Op 8 December 1911 heelt het. Mi nisterie eetbiedig de Toeten van L>r Kuyper gekust, en al wio zich mocht verbeeld heb ben, dat Dr. Kuyper, al zien wij er ni"t in, dat hij ooit weer minister zou kunnen worden, zich met een tweede tol op liet politieke tooneel zou tevreden stellen, is bedrogen uitgekomen. Trouwens, daar is Dr. Kuyper dc man niet naar, en het zou ons veel minder verwonderd hebben, als hij vandaag of morgen zich uit bet politieke leven had teruggetrokken, 'dau als hij zich op den duur 'zoti tevreden gesteld hebben met de inderdaad zeer bescheiden rol, die hij ginds 1909 in de Tweede Kamer ver vulde. Hij kan sinds gisteren juichen: ,,lk heb mijn oude jxisitie weer geheel terug, en al zit ik niet achter cle Miuisterstafel, Nederland weet nu, 'dat ik liet geheele Mi nisterie beheerseh; dat ik maar evenals Zeu.s heb te. 'fronsen om den ganschon mmisterieeien Olympus den schrik op het lijf te jagen, out hen deemoedig het hoofd te doen buigen en te doen vragenwad wilt. gij, machtige, dat ik doen /.al'" f I ,i I r I Wat i-> er toch oene buitengewone geest kracht in dien man. In 1900 enl hii ge wikkeld in do decoratie/aak, die, om er niet professor Belmont, nam hem mede. naar de plantage en hoeft later geheel verge ten naar hom om te zien." „Toch niet professor Belmont, de Egyp toloog? Dien ken ik wel, maar ik denk niet, dat hij mij nog zal herkennen." „Vader heeft een zeer slecht geheugen," zeide liet jonge meisje glimlachend, „Daar door heeft hij Quick ook verloren. U weet niet, hoe blij ik was, toen ik zoo straks uw schrijven ontving. Ik was ge heel alleen thuis; en daar ik erg verlang de naar mijn lieven Quick, ben ik dade lijk hierheen gegaan. Uit uw schrijven had ik tevens opgemaakt dat u en goedige oude heer waart" „Dat is grappig," hernam Moor, „want ik dacht dat u een oude dame was. Ik ge- doof dat het kwam door den naam waarmede, u uwe advertentie oiulerteeketi de." „Maar ik heel werkelijk .Minerva," zei de zij. „Mijn vader heeft mij dien naam gegeven, in de hoop, dat ik zeer verstan dig zou opgroeien. Ik vrees evenwel, dat hij daarin teleurgesteld is, want hij noemt mij nu maar eenvoudig Minnie." „Ik heb Quick vanmorgen aan verschei dene kenners laten zien," merkte Moor op, „en zij vonden het allen een bijzonder niooien hond." „Ik geloof dat hij van echt ras is," her nam mejuffrouw Belmont. „Maar hoe dat ook zij, u hebt er toch maar een gedach ten last moe gehad; hoewel ik ter oero van Quick moet zeggen, dat hij zich nooit vuil maakt." Moor kon een glimlach niet weernou- den, toen hij er aan dacht, hoe innig vuil de hond er deu vorigen avond had uit- meer van te zeggen, dozen staatsman zoo geweldig compromitteerde, dat men algemeen kan verwachten, dat het eind van zijn poli tieke loephaan gekomen was. Ëene verwach ting, die niet alleen gekoesterd werd door zijne tegenstanders van Links, maar blijkbaar ook door zijne eigen geestverwanten. Hoe toch is hel anders te verklaren geweest, dat de Resreering hem bij die gelegenheid, waar bij oene steunende hand voor hom van on schatbare waarde zou geweest zij 11, zich zorg vuldig onthield van elk woord, van elke uit drukking, dat voor haar althans de schuld van den oud-Minister niet vaststond, om er niet van te spreken, dat Dr. Kuyper toch zeker wel aan meer dan een lid van de Ke- geuing verdiend had, dal hij niet geheel in den steek werd gelaten. Dit ziet niet on den lieer Heemskerk, wien-. schitterende gaven hem carrière heli- her doen maken geheel huiten Dr. Kuyper om, en van wien het hekend is, dat hij in 1901 er stichtelijk voor bedankt heeft eene poitefeuille in liet ministerie-Kuvpcr te aan vaarden. Maar, afgezien van de bekwaam heden van de heeren 1 doubling, De. Waal Malefijt en Taltna, uuaiop wij niets wenschcn af te dingen, zouden wij toch we! dc vraag willen stellen: Wat ronden deze menschen zijn, nis Dr. Ivuyper hen niet naar voren gebracht had, als hij hun niet, wat toch in de wereld liet meeste waard is, do gelegen heid had geschonken, te toouen wat z.e kon den. Dan zzm, naar nienschelijke berekening, de lieer ïdenbiirg zijne carrière geiuiligd heb ben als generaal bij de artillerie van het In dische, leger; Talmn het hoogloormuwchap aan de Vrije Universiteit als baton de 111a- réclnil hebben gaan beschouwen, en de Waal Malefijt zich gelukkig geacht hebben, dat hij van eerzaam steenbakker was opgeklom men tot burgemeester, en KnnierK.d Ts het wonder, dat een iiinii van de krachtige na tuur van Dr. Kuyper eindelijk oen eind heeft gemaakt aan zijne .secundaire jiositie; dat hij als Sim-am te Gaze al z.ijne krachten hoeft ingespannen, maar niet aks deze om te gelijk te sterven en onder te gaan, maar om een nieuw en krachtiger leven dan ooit te beginnen. Waarlijk, liet was belachelijk, dat hel. ministerie deed alsof Dr. Kuvnev poli tiek had afgedaan, wetende, dat hii de dui zenden C'nh inistDehe kiezers achter zich heeft, en cle zoete slaan, waarin de heeren te dien opzichte waren verzonken, is al te wieed verstoord door het gebrul van 'den ge- tergden leeuw. Nog eens, wat een geestkrachtGeen on zer politieke nmnueii zouden de kracht en do tmiilieid hebben geluid om rustig te door staan, wat Dr. Kuvjicr in de decoratiezaak heeft meegemaakt. Maanden lang is hij het voorwerp geweest van de besprekingen, en zeker niet milde besprekingen, van een ge heel volk. In de Kamer en buiten de Ka- me- is geen enkel heftig verwijt, geen enkel vlijmend sarcasme hem gespaard, hii was de man, die in de spotliederen van lal vari too- mokernuften omlaag werd gehaald. ITij heeft dat alle.s blijkbaar kunnen doorstaan, omdat hij niet zag naar het heden, het on aangename heden, maar naar de toekomst, omdat hii wist, 'dat ook aan deze, voor hem z.oo bitteren lofz.angen een einde z.oti komen. Eu dat einde is gekomen. Mocht men eerst in de beëindiging der dororatioz,aak in de Kamer eene zeer gereserveerde houding hij de leden van Links hebben ontwaard, moge het den opmevkz.anien tooluisternar niet zijn ontgaan dat in den eersten tijd na die zaak diezelfde leden van Tanks weinig of geeno notitie namen van do redevoeringen door don grachten afgevaardigde uit Ommen gehou den, zulks aversies zijn, voor wie de Kamer kent, uit den aard der zaak slechts tijdelijk, en het trok reeds in de laatste maanden de aandacht dat Dr. Kuyper niet meer anders in de Kamer stond dan eeni.g ander van z,ïjn partijgenooten. Nog in het begin van deze week zagen wij hem in druk gesprek gewik- gezien. Maar dat was een geheim tus sehen hom en Quick. ,,'t Is mij een grooto eer, dat Quick mij als zijn pleegvader heeft aangenomen," z.cido hij, ,,en ik hoop, dat onze vriend schap, die z.oo onwillekeurig is ontstaan, niet voor goed zal worden afgebroken. Ik z.al vragen of professor Belmont mij wil toestaan dat ik nu en dan eens naar mijn kleinen vriend kom infonneeren." „Ja, dat moet u doen," hernam mejuf frouw Belmont levendig. „Daar doet u Quick en mij zeer veel genoegen mede. Maar nu moet ik heengaan, anders zal vader zich misschien nog ongerust maken of Hij mij ook evenals Quick hier of daar heeft achtergelaten." Toen het rijtuig wegreed, had Minerva haar arm om don hond geslagen. Moor volgde dat bekoorlijk groepje, tot dat hel rijtuig een hoek omsloeg. Dan zijn lniis binnentredende, mompel de hij glimlachend: „Dat is inderdaad een ruime helooning. Wat een bijz.onder lief meisje is dat, en daarbij zoo hoogst eenvoudig,"] „Onze hond," z.ooais de heer en me vrouw Moor Quick noemen, heeft na dien tijd nooit meer in de schuur behoeven te slapen. Hij geniet integendeel alle voor rechten, die men een hond maar kan ge ven. En hij draagt zijn voorspoed met de noodigo waardigheid, maar iedereen erkent ook dat hij het voDtn recht heeft om trotsch lo zijn op de wijze waarop hij den heer en mevrouw Moor niet elkaar in kennis heeft gebracht keld met ecnigen van do eerste mannen der Linkerzijde. Welnu, het blijkt, dat deze slimme politicus zijn tijd zeer goed gekozen heeft, dat hij weet te wachten. En nu is hij bij deze begrooting onverhoeds op dit mi nisterie los gesprongen en heeft het voor de keuze gesteld zijn meesterschap te erkennen, of zijne oorlogsverklaring te aanvaarden, en verschrikt en deemoedig heel't de llegee- ring de sleutels der stad op gouden kussen aan den triumphator aangeixxlen, die thans over de geheele lijn zegeviert. Wij hebben nimmer behoord tol de be- wonderaars quand mème van Dr. Kuy per, maar ook nooit tot zijn belagers, daarvoor hebben wij te grooten eerbied voor het machtige en veelzijdige talent, dat dit menschonkind is geschonken, al zouden wij dan ook willen dat hij dit ta lent anders had gebruikt. Maar het feit dat dez.e staatsman, zoo diep veniedeid in 1909, enkel aangewezen up eigen kracht, alleen elixir het geloof in zichzelf, en zijn onbreekbare energie gezegevierd heeft over hinderpalen, die ieder ander men schonkind, die er tegen in wilde gaan, zouden hebben verplet, vervult ons met bewondering, al is die niet zonder huive ring. Er is in den Calvinistischer], leider iets van dat Mohammedaansch fatalisme, dat zich door niets laat ter neer slaan, of wie het liever anders wil hooreri, het Luctor et Emergo van de Zeeuwse he wa tergeuzen is zijn lijfspreuk. En Nederland zou nog heel wat van Dr. Kuyper kunnen ondervinden, ware het niet, dat hij het jarental, dat de psalmist als het normale voor den niensch aangeeft, reeds lang had overschreden. Dr. Kuyper krijgt dus de leiding, en als iets waar is, dan is het wel dit go- zegde van den heer Heemskerk, dat de van God gegeven leider een bezieling weet te wekken, waartoe hij, de minister van Binnonlandsehö Zaken, niet in staat is. En volgens zijn aankondiging zal in 1913 op het klavier der volksconscientie hel lied ven de anti-these aangeslagen worden, in den hoogsten diapason gezet; dez.e be proefde strijder begrijpt blijkbaar, dat, waar hij geen kracht zal kunnen putten uit den vei richten socialen, arbeid van dit ministerie, hij niet beter kan doen dan dc oude beproefde godsdienstige leuze, waarmede zoovele onnoozcleii om den tuin worden geleid opnieuw aan te heffen. Zal het hikken; de tijd zal het loeren. Misschien krijgt de anti-these nieuw leven uit den nieuwen naam, waarmee Di. Kuy- jier ze heeft versierd, n.l, de nnio mystica, hetwelk overgezet zijnde, beleekent vor eeniging op godsdienstigen grondslag. Te recht mocht Brielle's afgevaardigde vragen of er geen reden was, om eerder te spre ken van uniö mystificans, (bedriegende voreeniging), nu er een aanschrijving van de Nedcrlandsche bisschoppen is gekomen, dat het den katholieken arbeiders verbo den is zich gezamenlijk met pratestant- sche arbeiders te organiseeren, ook al zijn die van Calvinistische huize; do aanra king niet dez.e broeders van den zelfden geloofswortel zou hen leiden tot het diep ste verderf. De verdere behandeling van de begroo ting van Justitie geeft ons geen aanleiding tot bijzondere beschouwingen. En de be grooting voor Baiteiilandscho Zakon in iets meer dan één avondzitting afgehandeld, deed opnieuw' het beleid van den heer van Swinderen in zeer gunstig licht ver schijnen, en het gaat van hem, zooals van de meeste menschen die hun taak good vervullen; er is niet veel van te vertellen. De Kamer heeft zich Woensdagavond en Vrijdagavond van deze week met do be grooting van Waterstaat bez.i» gehouden, waarbij het de, gewone strijd is tussehen de Kamerleden en den Minister, waarbij do eersten zooveel mogelijk voor hun dis trict trachten ios te krijgen, en de laat ste probeert de koorden der beurs zoo nauw mogelijk toe te houden. II. In een vorig artikel hebben wij betoogd, dat de gemeenschap hoe langer hoe hooger eisclion gaat stellen aan wie de openbare zaak dienen door veiTulling van een ambt a's het lidmaatschap van den raad, van het dagelijksch bestuur eener groote gemeente of vut: de Tweede Kamer. Hun t-uik wordt bij den dag drukker en onaangenamer, steeds meer loopen zij ge vaar persoonlijk in het debat betrokken te mm den, voor wie niet minister of wethou- di r is of worden wil, M'ordt de taak hoe lan ger hoe vervelender en onbevredigender. Een richtigc vervulling van dio taak kan men op den duur -- het is gc.ukkig nog lang niet moral en niet met allen zoo alléén verwachten van menschen met een buitengewoon plichtsbesef, van gei'ortuncor- den en van de zeer iidelea en de be roepspolitici. De eeretgenoemden z.ullen wol altijd heel weinig talrijk zijn. De ontwikkeling der maatschappij drijft ons dus in de armen der zeer ijdclen en der beroepspolitici. Trouwens in jongere of meer bewegelijke landen is die evolutie al veel verder en zit men al met het bedoelde euvel. Do z,eor iidelen 1. \v. z. de monschen, die een z.oo buitenge vono ijdelheid hebben, dat die hen alleen over alle bezwaren doet heenstappen zijn niet de meest gc wenschten. Doch de beroepspolitici coneti- tueeren het ergste euvel. Yoorloonig kunnen zii ten aanzien' van de Tweede Kamer in twee soorten verdeeld worden: in hen, voor wio de schadeloos stelling vnn 2000 (en het presentiegeld in den raad) betere verdiensten oplevert dan hun gewone verdiensten en in die anderen, die met hun lidmaatschap indirect iets .wil len verdienen. Van deze twee soorten ken nen wij in Nederland alleen nog maar de eerstgenoemde soort. Zoo er enkele typen van cle tueede soort zijn binnen onze grens- steenen, zijn het uitzonderingen. De eerste soort is het minst gevaarlijk. Het is natuurlijk niet gewenscht, dat men voor zijn levensonderhoud is aangewezen op een kamerlidmaatschap, terwijl men voor do verkiezing dan bovendien nog geheel af- hangelïjk is van een partij. Doch het is moeilijk hier een andere oplossing te vinden en is liet zoo toch zeer zeker boter dan dat deze leden geen betaling erlangden. En in elk gevaldie 2000 bewerken, dat iedere werkman elk oogenblilc als volks vertegenwoordiger naar Deii Hang kan gaan zonder een vermindering van levensstandaard te ondergaan. Dut ia nu juist een voordcel, hetnelk alle menschen, die van 1G00 toL 4000 in komen hebben en alle menschen, die door hun persoonlijke inspanning en vlijt meer verdienen, missen. Zij kunnen niet iemand uit hun midden benoemen tenzij in zeer bi- zor.dere uitzonderingsgevallen. Ziedaar .zeker niet liet minst energieke deel van het volk, dat een groot aandeel heeft in de econo mische ontwikkeling van ons volk, buiten gesloten. Willen zij een vertegenwoordigcr, dan kunnen zo alleen terecht bij de meer go- fortiiueerden, bij monschen, die niet leven van eigen inspanning, of bij gehecl-onbemid- dolden. Wat is rui de uitweg uit al deze moeilijk heden? Wat is verder de methode om te vei mijden dat ook in ons land dat treurigste uitwas vim het parlementaire stelsel de po liticians, die in Frankrijk en Amerika vooral bloeien binnenkort zal worden aangetrof fen? Een eenvomlge verhooging van „schade loosstelling'' of presentiegeld brengt ons niet Mïuir wij wezen willen. Afgezien van cle moeilijkheid om het bedrag goed vast te stel len, heft z.ulk een verhoognig niet de her haaldelijk genoemde ethische bezwaren op, brengt het z.elf zeer sericuse nieuwe bezwa ren mee (het kamerlidmaatschap wordt dan voor allen een geldwinning) en verandert het niets aan het absenteïsme onzer kamerleden, dat ook een euvel is. Onder de tegenwoor dige omstandigheden is het vrijwel onmoge lijk geworden, clut de kamerleden buiten de provincies Holland wonen. En al blijft er ook zonder dat. het kamerlid er woont wel eenigo voeling tussehen liet- excentrische district en z.ijn vertegenwoordiger, de on misbare directe inwerking van hun omgeving op de kamerleden verdwijnt hoe langer hoe meer. Hoe meer men redeneert, demon streert, getuigt, groote debatten voert, hoe meer artikel 78 der Grondwet: „De Statcn- Generaal vertegenwoordigen hot geheele Ne- derhmdsche Volk" een onwaarheid wordt. Volgens de Iij«t van 1911 wonen er van dc 100 Kamerleden -1 G in Den Haag en onmid dellijke omgeving, 08 in do provincie Zuid- IIollnnd en Noord-Holland ten zuiden van het kanaal, fn Groningen Moont er niet één, iu Friesland t, in Drenthe niet één, in Overiisel 2. Ook dat is c-on heel ernstig euvel, waar af n. bij de tegenwoordige inrichting niets te doei. is, 7.cer zeker niet van de Noordelijke provinciën. Er laat zich dan ook maar één middel denken om èn aan de ethische èn aan dc fimmcieele èn aan de geografische en drukte- bezwaren te ontkomen èn om tevens de erge beroeps-politici er buiten te houden: de werkzaamheden- van de vertegem\oordigeiide lichamen zooveel mogelijk in te perken. Ook hier z.ijn bezwaren. In de eerste plaats is het héél moeilijk aan te geveri hoe dat in de praktijk mogelijk zal zijn. En dan loopt men altijd het gevaar door zulk een verandering de ontwikkeling der democratie tegen te houden en den invloed der Kamer te ver minderen. Doch het moet toch mogelijk zijn deze bezwaren te ondervangen en tegelijk al cle goede resultaten te bereiken, die van zulk een maatregel liet gevo'g zouden kun nen zijn. Wij hopen er binnenkort nog eens op te rug te komen. Het tarief en de middenstand. Een vlugschriftje van cle voreeniging liet vrije ruilverkeer bespreekt de motie, in de vergadering van den Middenstands bond te Utrecht, tegen het ontwerp ta rief aangenomen. t De conclusie daarin is: De wijdvertakte middenstandsbond, met zijn groot aantal leden, heeft welbewust, vrij van vreemde inmenging, zijn oordeel over het tarief-ontwerp uitgesproken. "Wel verre van een verwijt, dat daardoor een politiek standpunt zou zijn ingenomen, kwalijk te vereenigen met de politieke neutraliteit die iedere vakvereeniging be hoort in te nemen om kracht naar buiten te ontwikkolen, zal ieder onpartijdig Ixioor deelaar, lettende op de algemcene poli tieke richting van bet meerendeel der le den, moeten 'erkennen, dat de Bond zich aan politieke nevenbedoelingen ontwor steld heeft en in volle onafhankelijkheid zijn votum gaf. AI moge de Bond geleid zijn door* overwegingen van eigen belang, zoo kan niet betwist worden dat nergens met meer kennis van zakon een oordeel geveld kan worden over de koopkracht en de eischen van het publiek -en dat in dit opzicht dc belangen van vorkoopers en koopers samenloopen. Het oor to slui ten voor het votum te Utrecht gevallen, zou niet getuigen van goed staatkundig beleid, zou zijnonpolitiek. Ned. Hekv. Kerk, Beroepen t,e Oos ter-Nijkerk (Fr.) ds. F. de flidts, te Goedereede; to Heen- vliet (Z.-H.) de hieer A. Triester, cand. te Leiden. A a n g e u o m e n het beroep te Barchom ds. M. C. van Wijhe, te Engejum. B.-K. Kerk. Dr. J. Drehmans. Naar „De Tijd" verneemt, is pater cTr. J. Drchmanns -— hoogleraar in cle theologie in het klooster der eerw. paters Redemp toristen te Wittiem benoemd tot secre taris van zijn eminentie kardinaal Van Ros- sum. Dr. Drehmanns vertrekt a.s Dins dag naar ltome. Hooger Onderwijs. Universiteit te Leiden. Bevorderd tot doc tor ,iti de scheikunde' op proefschrift „In- tramolcculaire atoomverschuiving bij a-gly- kolc-n", de heer S. A. Koopal, geboren te Dongjum (gemoorde Franekeradeel). Te .Leiden is bevorderd tot arts de heer J. II. F. Rassers Universiteit te Leiden. Doctoraal examen, rechten de heeren J. C. Heyning en L. J A. F. M. Lips Eind-examen Nederl.-Irul. adm. dienst de heeren S. Bouman en 0. Hors'. Te Utrecht zijn bevordenl tot arts de hee ren J\ ,1. A. Nuijsink en S P. Nicolai, Universiteit te Groningen. Bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap de heer F. van Calcar, geboren te Ez.inge, op stellin- gen, ,en de heer li. J. E. Engelken, gebo ren te /uidbroek, eveneens op stellingen. Het uitwerpen van postzakhen. Bij sommige stations, waai* de sneltrein in volle vaart voorbijschiet, worden de voor die plaats en omstreken bestemde brieven en couranten in een zak gebonden den wachtenden brievenbesteller toegeworpen. Dat uitwerpen geschiedt niet altijd even. han dig. Het is al gebeurd, dat de zak door den- zelfden trein word overreden. Nu is, volgens cle „Leeuwarder Courant", hij IJlst tie zak ui plaats van in handen van den postambtenaar, op een aldaar stil- staandpn trein, die naar Leeuwarden terug ging, terechtgekomen. Hier hebben cle amb tenaren dus blijkbaar wat erg hoog aange legd bij 't uitgooien. Na bijna 2 dagen zoe ken is de zak ongeschonden weer te IJlst teruggekomen. Griezelige vondst. Men meldt aan do „Tel." uit Heerlen d.d. 7 Dec.: Hedenmiddag werd door dr. Beckere al hier de lijkschouwing verricht op het Dins dag in het dennenbobch van Ileyhof gevon den lijk. Tune brigadiers der marechaussee en een groote menigte waren aanwezig. Dr. Ik okers constateerde, dat het geraamte on geveer anderhalf iaar oud was. Na schou- ning werden de overblijfselen in het boscli begun en. In de vestzakken werden nog ge vonden drie rijksdaalders, eenig kleingeld eu een horloge, zonder ketting. Bij het op ruimen vond men nog in de nabijheid van de rechterhand een revolver met zes gela den patronen en bij de linkerhand stak een mes in den grond. Men vermoedt thans met eenige zeker heid, dat de vondst de overblijfselen zijn van den voor ongeveer anderhalf jaar spoor loos verdwenen mijnwerker K., daar deze volgens verklaringen vail z.ijn vroegere hos pita een zonderling was, die altijd van een revolver was voorzien en die in dien tijd .■-choeneu droeg, welke veel overeenkomst vertoonden met cle bij het lijk gevondene. Algemeen is men van nieening, dat hier geen misdaad in het sjiel is, maar dat de ongelukkige K. in moedeloosheid een eind aan zijn leven maakte, liet verdwijnen van het hoofd wordt aan een roodfier toegeschre ven. Een valsche munter Te Ulram (Gr.) is iemand aangehouden, die, werkzaam op een fabriek aldaar, ver dacht wordt van hel maken van valsche rijksdaalders, waarvan er ten zijnen huize vijf stuks werden gevonden. Hij is ter be schikking van do justitie gesteld. Hoenderziekte", To Veessen (Gelderland) heersctil onHei cle hoenders een besmettelijke ziekte, waar aan vele bezwijken. Deze ziekte heeft een zeer snel verloop. Sommige kippenhouders hebben soms op één dag 20 en meer doodc dieren. Een moderne Hugo de Groot. Toen Donderdagmorgen, aldus deelt men aan do „N. Gr, Cf." mee, een spoorweg beambte in de goederenloods van het sta tion to Leer, in Oost-Friesland, aan het werk was, werd z.ijn aandacht getrokken door een vvasehmand, waarin zich iets scheen te bewegen. Hij liet zijn werk slaan, g"!B op de mand af en lichtte het deksel op. En daar zag hij voor zich een jongmensen,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 6