Dienaren van Se openbare zaal
BINNENLAND.
Kerk en Sohool.
Gemengd Mieuws,
niet toleden met gewoon, liet woord le
voeren, het woord voor een persoonlijk
feit; en hij betuigde, dat het niet aanging,
dat, als hij de 'Itegeering waarschuwde voor
een.gevaar, dat ze liep, deze zich daarover
gebelgd te toouen, zonder meer; als het
ministerie oorlog wilde met de anti-revo
lutionaire fractie, dan bad bet dit slechts
te zeggen.
Men kan begrijpen wat geweldige sensatie
dit in de Kamer maakte. Zou de Regcering
den moed hebben dit heele kabaal .van
zich af te schudden en te blijven staan?
Zij, die met ons op dat oog.enblik er aan
dachten, dat „ons Christenvolk", als lipt
heeft fe kiezen tussehen Ileemskuitk en
Kuyper, het zonder aarzelen voor den laat
ste, den profeet, den machtigen, bezieling
gevend,en redenaar, paitij trekt, zullen wel
niet andcis verwacht hebben, dan dat liet
Ministerie onder deze geweldige stratpredi-
catie geheel in zijn schulp zou kiuipon,.
En aldus geschiedde; droever termed heb
ben wij nimmer in de Tweede Kamer bij
gewoond.
i I I
Minister De Waal Malefijt, wien wij m
een vorig overzicht nog allen loi konden
brengen voor zijn mannplijkcn tegenstand
tegen een onberaden kerstening van ludie,
die ten siotto op een godsdienstoorlog met
den Mohamcdaanschen inlander zou uit-
loopen, haalde geheel bakzeil en retireerde
als do papegaai uit de familie Kegge, die
door cle schoono Henrietta bedreigd werd
met een slag met haar naaldenkoker. Het
is alles afschuwelijk misverstand, zeide de
Minister de Waal Malefijt op schier weo-
nendon toon; hij had er niet aan gedacht
op te staan tegen l)r. Kuyper, die in alles
zijn meerdere was, en als deze maar goed
na wilde lezen wat hij had geantwoord,
dan zou zijn toom wel wat bedaren; dan
zou hij zien, dat zijn vriend en broeder,
die met de portefeuille van koloniën belast
was, net zoo over de zaken dacht ids de
leider der anti-revolutionaire partijdan zou
Hij zien, dat deze voor do toekomst
hetzelfde 'wilde, al kon hij in liet tegen
woordige nog niet bereiken wat wen-
scheiijk was. Het was eenvoudig weerzin
wekkend, en al deed de heer Heeniskeick
hetzelfde in luchtigen toon over, hier en
daar zelfs niet een klein grapje, de in
houd van de speech was hetzelfde en kwam
hierop neei wees niet boos, grooto heer;
wij zijn alle negen ministers, zooals u ij daar
zitten, in onze ziel overtuigd, dat, zoodra
gij ons den rug toekeert, onze dagen als
minister geteld zijnzeg wat wij doen moe
ten om u te believen, en liet zal geschie
den. Op 8 December 1911 heelt het. Mi
nisterie eetbiedig de Toeten van L>r Kuyper
gekust, en al wio zich mocht verbeeld heb
ben, dat Dr. Kuyper, al zien wij er ni"t
in, dat hij ooit weer minister zou kunnen
worden, zich met een tweede tol op liet
politieke tooneel zou tevreden stellen, is
bedrogen uitgekomen. Trouwens, daar is
Dr. Kuyper dc man niet naar, en het zou
ons veel minder verwonderd hebben, als
hij vandaag of morgen zich uit bet politieke
leven had teruggetrokken, 'dau als hij zich
op den duur 'zoti tevreden gesteld hebben
met de inderdaad zeer bescheiden rol, die
hij ginds 1909 in de Tweede Kamer ver
vulde. Hij kan sinds gisteren juichen: ,,lk
heb mijn oude jxisitie weer geheel terug,
en al zit ik niet achter cle Miuisterstafel,
Nederland weet nu, 'dat ik liet geheele Mi
nisterie beheerseh; dat ik maar evenals
Zeu.s heb te. 'fronsen om den ganschon
mmisterieeien Olympus den schrik op het
lijf te jagen, out hen deemoedig het hoofd
te doen buigen en te doen vragenwad
wilt. gij, machtige, dat ik doen /.al'"
f I ,i I r I
Wat i-> er toch oene buitengewone geest
kracht in dien man. In 1900 enl hii ge
wikkeld in do decoratie/aak, die, om er niet
professor Belmont, nam hem mede. naar
de plantage en hoeft later geheel verge
ten naar hom om te zien."
„Toch niet professor Belmont, de Egyp
toloog? Dien ken ik wel, maar ik denk
niet, dat hij mij nog zal herkennen."
„Vader heeft een zeer slecht geheugen,"
zeide liet jonge meisje glimlachend, „Daar
door heeft hij Quick ook verloren. U
weet niet, hoe blij ik was, toen ik zoo
straks uw schrijven ontving. Ik was ge
heel alleen thuis; en daar ik erg verlang
de naar mijn lieven Quick, ben ik dade
lijk hierheen gegaan. Uit uw schrijven
had ik tevens opgemaakt dat u en goedige
oude heer waart"
„Dat is grappig," hernam Moor, „want
ik dacht dat u een oude dame was. Ik ge-
doof dat het kwam door den naam
waarmede, u uwe advertentie oiulerteeketi
de."
„Maar ik heel werkelijk .Minerva," zei
de zij. „Mijn vader heeft mij dien naam
gegeven, in de hoop, dat ik zeer verstan
dig zou opgroeien. Ik vrees evenwel, dat
hij daarin teleurgesteld is, want hij noemt
mij nu maar eenvoudig Minnie."
„Ik heb Quick vanmorgen aan verschei
dene kenners laten zien," merkte Moor op,
„en zij vonden het allen een bijzonder
niooien hond."
„Ik geloof dat hij van echt ras is," her
nam mejuffrouw Belmont. „Maar hoe dat
ook zij, u hebt er toch maar een gedach
ten last moe gehad; hoewel ik ter oero
van Quick moet zeggen, dat hij zich nooit
vuil maakt."
Moor kon een glimlach niet weernou-
den, toen hij er aan dacht, hoe innig vuil
de hond er deu vorigen avond had uit-
meer van te zeggen, dozen staatsman zoo
geweldig compromitteerde, dat men algemeen
kan verwachten, dat het eind van zijn poli
tieke loephaan gekomen was. Ëene verwach
ting, die niet alleen gekoesterd werd door
zijne tegenstanders van Links, maar blijkbaar
ook door zijne eigen geestverwanten. Hoe
toch is hel anders te verklaren geweest, dat
de Resreering hem bij die gelegenheid, waar
bij oene steunende hand voor hom van on
schatbare waarde zou geweest zij 11, zich zorg
vuldig onthield van elk woord, van elke uit
drukking, dat voor haar althans de schuld
van den oud-Minister niet vaststond, om er
niet van te spreken, dat Dr. Kuyper toch
zeker wel aan meer dan een lid van de Ke-
geuing verdiend had, dal hij niet geheel in
den steek werd gelaten.
Dit ziet niet on den lieer Heemskerk,
wien-. schitterende gaven hem carrière heli-
her doen maken geheel huiten Dr. Kuyper
om, en van wien het hekend is, dat hij in
1901 er stichtelijk voor bedankt heeft eene
poitefeuille in liet ministerie-Kuvpcr te aan
vaarden. Maar, afgezien van de bekwaam
heden van de heeren 1 doubling, De. Waal
Malefijt en Taltna, uuaiop wij niets wenschcn
af te dingen, zouden wij toch we! dc vraag
willen stellen: Wat ronden deze menschen
zijn, nis Dr. Ivuyper hen niet naar voren
gebracht had, als hij hun niet, wat toch in
de wereld liet meeste waard is, do gelegen
heid had geschonken, te toouen wat z.e kon
den. Dan zzm, naar nienschelijke berekening,
de lieer ïdenbiirg zijne carrière geiuiligd heb
ben als generaal bij de artillerie van het In
dische, leger; Talmn het hoogloormuwchap
aan de Vrije Universiteit als baton de 111a-
réclnil hebben gaan beschouwen, en de Waal
Malefijt zich gelukkig geacht hebben, dat
hij van eerzaam steenbakker was opgeklom
men tot burgemeester, en KnnierK.d Ts het
wonder, dat een iiinii van de krachtige na
tuur van Dr. Kuyper eindelijk oen eind
heeft gemaakt aan zijne .secundaire jiositie;
dat hij als Sim-am te Gaze al z.ijne krachten
hoeft ingespannen, maar niet aks deze om te
gelijk te sterven en onder te gaan, maar om
een nieuw en krachtiger leven dan ooit te
beginnen. Waarlijk, liet was belachelijk, dat
hel. ministerie deed alsof Dr. Kuvnev poli
tiek had afgedaan, wetende, dat hii de dui
zenden C'nh inistDehe kiezers achter zich
heeft, en cle zoete slaan, waarin de heeren
te dien opzichte waren verzonken, is al te
wieed verstoord door het gebrul van 'den ge-
tergden leeuw.
Nog eens, wat een geestkrachtGeen on
zer politieke nmnueii zouden de kracht en do
tmiilieid hebben geluid om rustig te door
staan, wat Dr. Kuvjicr in de decoratiezaak
heeft meegemaakt. Maanden lang is hij het
voorwerp geweest van de besprekingen, en
zeker niet milde besprekingen, van een ge
heel volk. In de Kamer en buiten de Ka-
me- is geen enkel heftig verwijt, geen enkel
vlijmend sarcasme hem gespaard, hii was de
man, die in de spotliederen van lal vari too-
mokernuften omlaag werd gehaald. ITij
heeft dat alle.s blijkbaar kunnen doorstaan,
omdat hij niet zag naar het heden, het on
aangename heden, maar naar de toekomst,
omdat hii wist, 'dat ook aan deze, voor hem
z.oo bitteren lofz.angen een einde z.oti komen.
Eu dat einde is gekomen. Mocht men eerst
in de beëindiging der dororatioz,aak in de
Kamer eene zeer gereserveerde houding hij
de leden van Links hebben ontwaard, moge
het den opmevkz.anien tooluisternar niet zijn
ontgaan dat in den eersten tijd na die zaak
diezelfde leden van Tanks weinig of geeno
notitie namen van do redevoeringen door don
grachten afgevaardigde uit Ommen gehou
den, zulks aversies zijn, voor wie de Kamer
kent, uit den aard der zaak slechts tijdelijk,
en het trok reeds in de laatste maanden de
aandacht dat Dr. Kuyper niet meer anders
in de Kamer stond dan eeni.g ander van z,ïjn
partijgenooten. Nog in het begin van deze
week zagen wij hem in druk gesprek gewik-
gezien. Maar dat was een geheim tus
sehen hom en Quick.
,,'t Is mij een grooto eer, dat Quick mij
als zijn pleegvader heeft aangenomen,"
z.cido hij, ,,en ik hoop, dat onze vriend
schap, die z.oo onwillekeurig is ontstaan,
niet voor goed zal worden afgebroken.
Ik z.al vragen of professor Belmont mij
wil toestaan dat ik nu en dan eens naar
mijn kleinen vriend kom infonneeren."
„Ja, dat moet u doen," hernam mejuf
frouw Belmont levendig. „Daar doet u
Quick en mij zeer veel genoegen mede.
Maar nu moet ik heengaan, anders zal
vader zich misschien nog ongerust maken
of Hij mij ook evenals Quick hier of daar
heeft achtergelaten."
Toen het rijtuig wegreed, had Minerva
haar arm om don hond geslagen.
Moor volgde dat bekoorlijk groepje, tot
dat hel rijtuig een hoek omsloeg.
Dan zijn lniis binnentredende, mompel
de hij glimlachend: „Dat is inderdaad
een ruime helooning. Wat een bijz.onder
lief meisje is dat, en daarbij zoo hoogst
eenvoudig,"]
„Onze hond," z.ooais de heer en me
vrouw Moor Quick noemen, heeft na dien
tijd nooit meer in de schuur behoeven te
slapen. Hij geniet integendeel alle voor
rechten, die men een hond maar kan ge
ven. En hij draagt zijn voorspoed met de
noodigo waardigheid, maar iedereen erkent
ook dat hij het voDtn recht heeft om
trotsch lo zijn op de wijze waarop hij
den heer en mevrouw Moor niet elkaar in
kennis heeft gebracht
keld met ecnigen van do eerste mannen der
Linkerzijde. Welnu, het blijkt, dat deze
slimme politicus zijn tijd zeer goed gekozen
heeft, dat hij weet te wachten. En nu is hij
bij deze begrooting onverhoeds op dit mi
nisterie los gesprongen en heeft het voor de
keuze gesteld zijn meesterschap te erkennen,
of zijne oorlogsverklaring te aanvaarden,
en verschrikt en deemoedig heel't de llegee-
ring de sleutels der stad op gouden kussen
aan den triumphator aangeixxlen, die thans
over de geheele lijn zegeviert.
Wij hebben nimmer behoord tol de be-
wonderaars quand mème van Dr. Kuy
per, maar ook nooit tot zijn belagers,
daarvoor hebben wij te grooten eerbied
voor het machtige en veelzijdige talent,
dat dit menschonkind is geschonken, al
zouden wij dan ook willen dat hij dit ta
lent anders had gebruikt. Maar het feit
dat dez.e staatsman, zoo diep veniedeid
in 1909, enkel aangewezen up eigen kracht,
alleen elixir het geloof in zichzelf, en zijn
onbreekbare energie gezegevierd heeft
over hinderpalen, die ieder ander men
schonkind, die er tegen in wilde gaan,
zouden hebben verplet, vervult ons met
bewondering, al is die niet zonder huive
ring. Er is in den Calvinistischer], leider
iets van dat Mohammedaansch fatalisme,
dat zich door niets laat ter neer slaan,
of wie het liever anders wil hooreri, het
Luctor et Emergo van de Zeeuwse he wa
tergeuzen is zijn lijfspreuk. En Nederland
zou nog heel wat van Dr. Kuyper kunnen
ondervinden, ware het niet, dat hij het
jarental, dat de psalmist als het normale
voor den niensch aangeeft, reeds lang had
overschreden.
Dr. Kuyper krijgt dus de leiding, en
als iets waar is, dan is het wel dit go-
zegde van den heer Heemskerk, dat de
van God gegeven leider een bezieling weet
te wekken, waartoe hij, de minister van
Binnonlandsehö Zaken, niet in staat is. En
volgens zijn aankondiging zal in 1913 op
het klavier der volksconscientie hel lied
ven de anti-these aangeslagen worden, in
den hoogsten diapason gezet; dez.e be
proefde strijder begrijpt blijkbaar, dat,
waar hij geen kracht zal kunnen putten
uit den vei richten socialen, arbeid van
dit ministerie, hij niet beter kan doen
dan dc oude beproefde godsdienstige leuze,
waarmede zoovele onnoozcleii om den tuin
worden geleid opnieuw aan te heffen.
Zal het hikken; de tijd zal het loeren.
Misschien krijgt de anti-these nieuw leven
uit den nieuwen naam, waarmee Di. Kuy-
jier ze heeft versierd, n.l, de nnio mystica,
hetwelk overgezet zijnde, beleekent vor
eeniging op godsdienstigen grondslag. Te
recht mocht Brielle's afgevaardigde vragen
of er geen reden was, om eerder te spre
ken van uniö mystificans, (bedriegende
voreeniging), nu er een aanschrijving van
de Nedcrlandsche bisschoppen is gekomen,
dat het den katholieken arbeiders verbo
den is zich gezamenlijk met pratestant-
sche arbeiders te organiseeren, ook al zijn
die van Calvinistische huize; do aanra
king niet dez.e broeders van den zelfden
geloofswortel zou hen leiden tot het diep
ste verderf.
De verdere behandeling van de begroo
ting van Justitie geeft ons geen aanleiding
tot bijzondere beschouwingen. En de be
grooting voor Baiteiilandscho Zakon in iets
meer dan één avondzitting afgehandeld,
deed opnieuw' het beleid van den heer
van Swinderen in zeer gunstig licht ver
schijnen, en het gaat van hem, zooals van
de meeste menschen die hun taak good
vervullen; er is niet veel van te vertellen.
De Kamer heeft zich Woensdagavond en
Vrijdagavond van deze week met do be
grooting van Waterstaat bez.i» gehouden,
waarbij het de, gewone strijd is tussehen
de Kamerleden en den Minister, waarbij
do eersten zooveel mogelijk voor hun dis
trict trachten ios te krijgen, en de laat
ste probeert de koorden der beurs zoo
nauw mogelijk toe te houden.
II.
In een vorig artikel hebben wij betoogd,
dat de gemeenschap hoe langer hoe hooger
eisclion gaat stellen aan wie de openbare
zaak dienen door veiTulling van een ambt
a's het lidmaatschap van den raad, van het
dagelijksch bestuur eener groote gemeente of
vut: de Tweede Kamer.
Hun t-uik wordt bij den dag drukker en
onaangenamer, steeds meer loopen zij ge
vaar persoonlijk in het debat betrokken te
mm den, voor wie niet minister of wethou-
di r is of worden wil, M'ordt de taak hoe lan
ger hoe vervelender en onbevredigender.
Een richtigc vervulling van dio taak kan
men op den duur -- het is gc.ukkig nog
lang niet moral en niet met allen zoo
alléén verwachten van menschen met een
buitengewoon plichtsbesef, van gei'ortuncor-
den en van de zeer iidelea en de be
roepspolitici.
De eeretgenoemden z.ullen wol altijd heel
weinig talrijk zijn. De ontwikkeling der
maatschappij drijft ons dus in de armen der
zeer ijdclen en der beroepspolitici. Trouwens
in jongere of meer bewegelijke landen
is die evolutie al veel verder en zit men al
met het bedoelde euvel.
Do z,eor iidelen 1. \v. z. de monschen,
die een z.oo buitenge vono ijdelheid hebben,
dat die hen alleen over alle bezwaren doet
heenstappen zijn niet de meest gc
wenschten. Doch de beroepspolitici coneti-
tueeren het ergste euvel.
Yoorloonig kunnen zii ten aanzien' van
de Tweede Kamer in twee soorten verdeeld
worden: in hen, voor wio de schadeloos
stelling vnn 2000 (en het presentiegeld in
den raad) betere verdiensten oplevert dan
hun gewone verdiensten en in die anderen,
die met hun lidmaatschap indirect iets .wil
len verdienen. Van deze twee soorten ken
nen wij in Nederland alleen nog maar de
eerstgenoemde soort. Zoo er enkele typen
van cle tueede soort zijn binnen onze grens-
steenen, zijn het uitzonderingen.
De eerste soort is het minst gevaarlijk.
Het is natuurlijk niet gewenscht, dat men
voor zijn levensonderhoud is aangewezen
op een kamerlidmaatschap, terwijl men voor
do verkiezing dan bovendien nog geheel af-
hangelïjk is van een partij. Doch het is
moeilijk hier een andere oplossing te vinden
en is liet zoo toch zeer zeker boter dan dat
deze leden geen betaling erlangden.
En in elk gevaldie 2000 bewerken,
dat iedere werkman elk oogenblilc als volks
vertegenwoordiger naar Deii Hang kan gaan
zonder een vermindering van levensstandaard
te ondergaan.
Dut ia nu juist een voordcel, hetnelk
alle menschen, die van 1G00 toL 4000 in
komen hebben en alle menschen, die door
hun persoonlijke inspanning en vlijt meer
verdienen, missen. Zij kunnen niet iemand
uit hun midden benoemen tenzij in zeer bi-
zor.dere uitzonderingsgevallen. Ziedaar .zeker
niet liet minst energieke deel van het volk,
dat een groot aandeel heeft in de econo
mische ontwikkeling van ons volk, buiten
gesloten. Willen zij een vertegenwoordigcr,
dan kunnen zo alleen terecht bij de meer go-
fortiiueerden, bij monschen, die niet leven
van eigen inspanning, of bij gehecl-onbemid-
dolden.
Wat is rui de uitweg uit al deze moeilijk
heden? Wat is verder de methode om te
vei mijden dat ook in ons land dat treurigste
uitwas vim het parlementaire stelsel de po
liticians, die in Frankrijk en Amerika vooral
bloeien binnenkort zal worden aangetrof
fen?
Een eenvomlge verhooging van „schade
loosstelling'' of presentiegeld brengt ons niet
Mïuir wij wezen willen. Afgezien van cle
moeilijkheid om het bedrag goed vast te stel
len, heft z.ulk een verhoognig niet de her
haaldelijk genoemde ethische bezwaren op,
brengt het z.elf zeer sericuse nieuwe bezwa
ren mee (het kamerlidmaatschap wordt dan
voor allen een geldwinning) en verandert het
niets aan het absenteïsme onzer kamerleden,
dat ook een euvel is. Onder de tegenwoor
dige omstandigheden is het vrijwel onmoge
lijk geworden, clut de kamerleden buiten de
provincies Holland wonen. En al blijft er
ook zonder dat. het kamerlid er woont wel
eenigo voeling tussehen liet- excentrische
district en z.ijn vertegenwoordiger, de on
misbare directe inwerking van hun omgeving
op de kamerleden verdwijnt hoe langer hoe
meer. Hoe meer men redeneert, demon
streert, getuigt, groote debatten voert, hoe
meer artikel 78 der Grondwet: „De Statcn-
Generaal vertegenwoordigen hot geheele Ne-
derhmdsche Volk" een onwaarheid wordt.
Volgens de Iij«t van 1911 wonen er van dc
100 Kamerleden -1 G in Den Haag en onmid
dellijke omgeving, 08 in do provincie Zuid-
IIollnnd en Noord-Holland ten zuiden van
het kanaal, fn Groningen Moont er niet één,
iu Friesland t, in Drenthe niet één, in
Overiisel 2.
Ook dat is c-on heel ernstig euvel, waar
af n. bij de tegenwoordige inrichting niets te
doei. is, 7.cer zeker niet van de Noordelijke
provinciën.
Er laat zich dan ook maar één middel
denken om èn aan de ethische èn aan dc
fimmcieele èn aan de geografische en drukte-
bezwaren te ontkomen èn om tevens de
erge beroeps-politici er buiten te houden: de
werkzaamheden- van de vertegem\oordigeiide
lichamen zooveel mogelijk in te perken. Ook
hier z.ijn bezwaren. In de eerste plaats is het
héél moeilijk aan te geveri hoe dat in de
praktijk mogelijk zal zijn. En dan loopt men
altijd het gevaar door zulk een verandering
de ontwikkeling der democratie tegen te
houden en den invloed der Kamer te ver
minderen. Doch het moet toch mogelijk zijn
deze bezwaren te ondervangen en tegelijk
al cle goede resultaten te bereiken, die van
zulk een maatregel liet gevo'g zouden kun
nen zijn.
Wij hopen er binnenkort nog eens op te
rug te komen.
Het tarief en de middenstand.
Een vlugschriftje van cle voreeniging
liet vrije ruilverkeer bespreekt de motie,
in de vergadering van den Middenstands
bond te Utrecht, tegen het ontwerp ta
rief aangenomen. t
De conclusie daarin is:
De wijdvertakte middenstandsbond, met
zijn groot aantal leden, heeft welbewust,
vrij van vreemde inmenging, zijn oordeel
over het tarief-ontwerp uitgesproken. "Wel
verre van een verwijt, dat daardoor een
politiek standpunt zou zijn ingenomen,
kwalijk te vereenigen met de politieke
neutraliteit die iedere vakvereeniging be
hoort in te nemen om kracht naar buiten
te ontwikkolen, zal ieder onpartijdig Ixioor
deelaar, lettende op de algemcene poli
tieke richting van bet meerendeel der le
den, moeten 'erkennen, dat de Bond zich
aan politieke nevenbedoelingen ontwor
steld heeft en in volle onafhankelijkheid
zijn votum gaf. AI moge de Bond geleid
zijn door* overwegingen van eigen belang,
zoo kan niet betwist worden dat nergens
met meer kennis van zakon een oordeel
geveld kan worden over de koopkracht en
de eischen van het publiek -en dat in
dit opzicht dc belangen van vorkoopers
en koopers samenloopen. Het oor to slui
ten voor het votum te Utrecht gevallen,
zou niet getuigen van goed staatkundig
beleid, zou zijnonpolitiek.
Ned. Hekv. Kerk,
Beroepen t,e Oos ter-Nijkerk (Fr.) ds.
F. de flidts, te Goedereede; to Heen-
vliet (Z.-H.) de hieer A. Triester, cand. te
Leiden.
A a n g e u o m e n het beroep te Barchom
ds. M. C. van Wijhe, te Engejum.
B.-K. Kerk.
Dr. J. Drehmans.
Naar „De Tijd" verneemt, is pater cTr. J.
Drchmanns -— hoogleraar in cle theologie
in het klooster der eerw. paters Redemp
toristen te Wittiem benoemd tot secre
taris van zijn eminentie kardinaal Van Ros-
sum. Dr. Drehmanns vertrekt a.s Dins
dag naar ltome.
Hooger Onderwijs.
Universiteit te Leiden. Bevorderd tot doc
tor ,iti de scheikunde' op proefschrift „In-
tramolcculaire atoomverschuiving bij a-gly-
kolc-n", de heer S. A. Koopal, geboren te
Dongjum (gemoorde Franekeradeel).
Te .Leiden is bevorderd tot arts de heer
J. II. F. Rassers
Universiteit te Leiden. Doctoraal examen,
rechten de heeren J. C. Heyning en L. J
A. F. M. Lips
Eind-examen Nederl.-Irul. adm. dienst de
heeren S. Bouman en 0. Hors'.
Te Utrecht zijn bevordenl tot arts de hee
ren J\ ,1. A. Nuijsink en S P. Nicolai,
Universiteit te Groningen. Bevorderd tot
doctor in de rechtswetenschap de heer F.
van Calcar, geboren te Ez.inge, op stellin-
gen, ,en de heer li. J. E. Engelken, gebo
ren te /uidbroek, eveneens op stellingen.
Het uitwerpen van postzakhen.
Bij sommige stations, waai* de sneltrein
in volle vaart voorbijschiet, worden de voor
die plaats en omstreken bestemde brieven
en couranten in een zak gebonden den
wachtenden brievenbesteller toegeworpen.
Dat uitwerpen geschiedt niet altijd even. han
dig. Het is al gebeurd, dat de zak door den-
zelfden trein word overreden.
Nu is, volgens cle „Leeuwarder Courant",
hij IJlst tie zak ui plaats van in handen
van den postambtenaar, op een aldaar stil-
staandpn trein, die naar Leeuwarden terug
ging, terechtgekomen. Hier hebben cle amb
tenaren dus blijkbaar wat erg hoog aange
legd bij 't uitgooien. Na bijna 2 dagen zoe
ken is de zak ongeschonden weer te IJlst
teruggekomen.
Griezelige vondst.
Men meldt aan do „Tel." uit Heerlen d.d.
7 Dec.:
Hedenmiddag werd door dr. Beckere al
hier de lijkschouwing verricht op het Dins
dag in het dennenbobch van Ileyhof gevon
den lijk. Tune brigadiers der marechaussee
en een groote menigte waren aanwezig. Dr.
Ik okers constateerde, dat het geraamte on
geveer anderhalf iaar oud was. Na schou-
ning werden de overblijfselen in het boscli
begun en. In de vestzakken werden nog ge
vonden drie rijksdaalders, eenig kleingeld
eu een horloge, zonder ketting. Bij het op
ruimen vond men nog in de nabijheid van
de rechterhand een revolver met zes gela
den patronen en bij de linkerhand stak een
mes in den grond.
Men vermoedt thans met eenige zeker
heid, dat de vondst de overblijfselen zijn
van den voor ongeveer anderhalf jaar spoor
loos verdwenen mijnwerker K., daar deze
volgens verklaringen vail z.ijn vroegere hos
pita een zonderling was, die altijd van een
revolver was voorzien en die in dien tijd
.■-choeneu droeg, welke veel overeenkomst
vertoonden met cle bij het lijk gevondene.
Algemeen is men van nieening, dat hier
geen misdaad in het sjiel is, maar dat de
ongelukkige K. in moedeloosheid een eind
aan zijn leven maakte, liet verdwijnen van
het hoofd wordt aan een roodfier toegeschre
ven.
Een valsche munter
Te Ulram (Gr.) is iemand aangehouden,
die, werkzaam op een fabriek aldaar, ver
dacht wordt van hel maken van valsche
rijksdaalders, waarvan er ten zijnen huize
vijf stuks werden gevonden. Hij is ter be
schikking van do justitie gesteld.
Hoenderziekte",
To Veessen (Gelderland) heersctil onHei
cle hoenders een besmettelijke ziekte, waar
aan vele bezwijken.
Deze ziekte heeft een zeer snel verloop.
Sommige kippenhouders hebben soms op
één dag 20 en meer doodc dieren.
Een moderne Hugo de Groot.
Toen Donderdagmorgen, aldus deelt men
aan do „N. Gr, Cf." mee, een spoorweg
beambte in de goederenloods van het sta
tion to Leer, in Oost-Friesland, aan het werk
was, werd z.ijn aandacht getrokken door
een vvasehmand, waarin zich iets scheen
te bewegen. Hij liet zijn werk slaan, g"!B
op de mand af en lichtte het deksel op.
En daar zag hij voor zich een jongmensen,