64"" Jaargang
Ao,naag 24 December 191'i
Mo. 13799
Berde Blad.
Het oog van Lloyd George.
Haar laatste Kerstlied.
FRANSCHE BRIEVEN.
Deze courant verschijnt d a g el k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
per kwartaal: Foor Schiedam en VJaardingen fl.1.25 franco
per post tl. 1.65.
Prqa per week: Voor Schiedam enVlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het Bureau bezorgd zjjn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
i[:iUHART
Ergs der Adverteatiëm ,Van 1—6 regels fl.0.92; iedere ïegel meer
16 cents. Reclames 80 cent per kegel. Groote letters naai do plaats die zij
Innemen.
Advertentiën bg abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zgn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond,
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prjjs
van 40 cents per advertentie, bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
Men weet wat er Zaterdag te Londen
gebeurd is. Do minister van buitenland
sche zaken, sir Edward Grey, en do po
pulaire kanselier van de schatkist, de heer
Lloyd George, hadden in een vergadering
van een vrijzinnige vrouwen vereen iging
redevoeringen gehouden. Bij het verlaten
van hut gebouw kreeg men do gewone
schandaaltjes, die de zoogenaamde suffra
gettes ,dc kiesrechtvroiiwen overal verwek
ken, waar dat maar in haar kraam ic pas
komt. En in deze opgewonden stemming
werpt een mannelijke aanhanger dozer tur
bulente dames een metalen lrus naar Lloyd
George, zoodat deze aan zijn mond en
onder hot oog gewond werd. liet heette aan
vankelijk dat minister Lloyd George het
licht van een zijnor oogen zou moeten
missen. Doch dit schijnt gelukkig nietwaar
te zijn.
Op zichzelf zal deze daad natuurlijk wei
nig verdedigers vinden. Zij is lai. Minister
Lloyd George is een sympathiek man. Ook
al is men niet zijn politieke partijgenoot,
dan moot men nog eerbied hebben voor
dezen gccstigen, bekwamen parlementariër,
die tijdens den Bocron-oorlog bewijzen heeft
gegeven van een on,ge wonen zedelijken
moed en ecu sterk rechtvaardigheidsgevoel.
Eindelijk is Lloyd George overtuigd voor
stander van vrouwenkiesrecht. De bus was
dus niet noodig als middel tot over
tuigen. Het was alleen een middel om
te getuigen.
En nu vreezen wij, dat er niet weinigen
zijn, die dit nu niet zoo heel erg zullen
vinden, ot zoo zij deze daad a laöccu-
ren toch gelijksoortige, schoon minder
ergo dingen op staatkundig gebied goed
keuren als middelen, wier gebruik goedge
maakt wordt door het doel waarvoor zij
worden toegepast.
En toch behoort elk beschaafd en voor
de gemeenschap gevoelend burger tegen
dergelijke praktijken in de politick ten
sterkste op te komen. liet is niet waar,
dat onlreboorlijke middelen niet meer onbe
hoorlijk zijn, wanneer zij maar voor ee,n
goed doel' gebruikt worden. Men zou voor
deze leer nog iets kunnen gevoelen, wan
neer het mogelijk ware een doel te vinden,
dat door iedereen goed genoemd werd. Doch
waar dit onmogelijk is, moet de geciteerde
regel dus worden: „pk geef mijzelf het recht
„onbehoorlijke middelen ter bereiking van
„een (looi te gebruiken als ik voor me-
„zelf maar overtuigd ben, dat het doel
„goed is."
En dat, deze regel onjuist is, zal wel geen
betoog behoeven. Als men overtuigd re
publikein is, zijn niet alle middelen om
tot een republiek te komen goed, ook al
zijn niet alle revoluties per se verwerpe
lijk. De koningsmoord kan men niet goed-
pra'en met dit doel, maar evenmin belas-
tingweigering, vernieling van ministers-
oogen of openbaro gebouwen, En dat zeer
zoker niet als dit alles alleen maar bedoeld
is om to getuigen.
En natuurlijk is de regel eerst recht on
juist, wanneer er een volstrekte onevenre
digheid bestaat tusschc doel en middel
Men kat geen courant in de lucht vliegen,
Wij bevinden ons in een klein, stil ver
trek van het groote ziekenhuis.
Bij een bed zit een moeder, die geko
men is om haar kind to bezoeken, dat,
ver van het ouderlijk huis, ziek' en dood
zwak daar verpleegd wordt. Daar ligt ze, do
armo zieke, de jonge, mooie meisjesge
stalte met het lieve gelaat, hetwelk in
die lange weken zoo bleek geworden is,
stil en rustig ter neder al die lange (lagen
<m draagt geduldig en zonder klacht het
geen haar is opgelegd.
Zij is al tevreden, nu haar moeder bij
haar zit, dankbaar, o, zoo dankbaar voor
de goede verpleging, die haar ten deel valt
on bij alle smart zoo geduldig cn vrien
Jclijk,
Allen hebben haai' lief, do doktoren on
do verpleegsters.
Hoe konden zij ook anders?
omdat zij een zekere meoning verkondigt.
Men kat geen trein deraillceren, omdat
men wenscht dat dergelijke treinen in een
gegoven station zullen stoppen. Men maakt
geen oproer, omdat een regcerïng een ad-
ministralieren maatregel genomen heeft
om de grenzen van zoker wijndislricl vast
te stellen.
Doch helaas zelfs het gemis aan oven-
edigheid lusschen het doel en het middel
ontgaat, voor het openbare leven althans,
eten heden ten dage. Want de drie voor
beelden, die wij noemen, zijn voorbeelden
ut het clagelijk.seh leven, zij zijn achter
eenvolgens voorgevallen in Los Angeles in
Californië, in oen klein plaatsje in Fiank
rijk en in Champagne. En nu spreken wij
nog niet eens van een honderdlal dyna
mic (aanslagen, die van Maart 1910 tot Sep
tember 1911 in geheel A'oOrd-Amerika ge
pleegd zijn, alleen omdat men de patroons
wilde dwingen uitsluitend werklieden, die
iid van een zekere vakorganisatie waren,
aan te stellen. Deze feiten staan nog niot
vast genoeg om daaruit conclusies te trok
ken, al is aan hun juistheid in verband
met den aanslag te Los Angelos haast
niet to twijfelen.
Nu kan men toegeven, dat een zoo mon
sterachtige onevenredigheid als in deze ge
vallen, niet bestaat in het geval der Engel-
sclie kiesrochtvrouwen.
Afgezien van do vraag of men voor haar
doel gevoelt of niet, behoort te worden
toegegeven, dat het een groot doel is en
dat hier dus do onevenredigheid niet zoo
onmiddellijk tastbaar is als in de andere
gevallen.
Toch dooi ook zulk een, groot doel do
onbehoorlijkheid der middelen zeer zeker
met te niet, zeer zeker niet als het al
leen is om te getuigen. Als alle partijen,
die groote doeleinden nastreven, dergelijke
praktijken bij het „getuigen" gingen toepas
sen, zon de moderne samenleving onmo
gelijk worden. Zij, 'die des ondanks zulke
maatregelen in practijk brengen, bewijzen
dus daarmee maatschappelijk onmondig le
zijn.
Ook dit kunnen wij door een voorbeeld
toelichten, dat vrijwel voor iedereen vast
staat. Men denkc eens aan de anarchisti
sche aanslagen, gepleegd om propaganda
door het feit to maken.
De anarchie, gelijk zij door de geleerdste
en bekwaamste anarchisten wordt begre
pen ,is een groot ideaal, dat do menseh-
hcid in verre verten in een of anderen
vorm steeds voor oogen zal bljjven scho
oieren de menschen zóó goed, dat er geen
macht en geen wetten meer noodig zijn om
hen van het kwade af te houden. Men
kan begrijpen, dat hot los gemaakt van
den leelijken naam een groot ideaal,
een groot doel A's. Doch het js volgens
iemand, die met twee beenen in do wer
kelijkheid staat, in do eei-ste on in de volgen
de honderden jaren niet te verwezenlijken.
Dus heeft, wie propaganda mankt voor
dit doel, oen zeer groot doel in bet oog,
over welks verhevenheid en grootheid wij
het altijd los van het woord in
den grond wel allen eens zullen zijn, na-
dcmaal dit ideaal ook het groote ideaal van
de Christenheid is. En "toch iemand
die daarvoor krachtige propaganda wil ma
ken door ministers hot licht hunner oogen
te benemen of vorsten te dooien, noemen
wij er ivoudig en zeer tcrech! een misda
diger iyma"d die gevaarlijk Ts voor do
gemeenschap. En dat terwijl wij niot over
(te goedheid van zijn dool doch slechts over
liet tempo van invoering een zeer diojr-
gaand meeningsverschü hebben.
In dat geval blijkt dus, dat naar aller
meening ook een zeer groot goed doel
nooit Meelde middelen hij het getuigen
daarvoor goed maakt.
Slechte middelen zijn dan ook in den
regel niet goed te maken .door hot doel.
Propaganda, getuigen, het is al mooi, mits
men ook daarbij jnaat houde, mits men
zorge nooit tot op zichzelf verwerpelijke
middelen zijn toevlucht te nemen. Want be
gint men eenmaal met glazen-stukslaan, mi
msters-aaimillen, binnendringen, dan loont
men onvoldoenden gemeenschapzin te heb
ben, onvoldoende te begrijpen, dat derge
lijke methodes, werden zij algemeen, een or
delijke samenleving onmogelijk zouden ma
ken. En bovendien loopt men, zoo han
delende, het gevaar dat gcëxalteerden op
den eens ingeslagen weg verder zullen jaan
cn daden zullen doen ,dio het nuttig e if eet
van de propaganda geheel Vernietiger
PARIJS, 16 December 1911.
Voor hen, die sinds jaren als verplicht
toeschouwer de niet altijd rechte paden der
Fransche politiek volgen en zoodoende liet
Palnis Boyibon van binnen en buiten, in
rust en in beweging hebben lecrcn kennen,
biedt een Kamerzitting, zelfs een heel ge
wichtige, weinig verrassends. Van zelf zijn
zij aan de gebruiken, uan het ceremonieel en
ann den vaak sceptische» cn, nog vaker, on-
gegeneerden toon, die er in zwang zijn, ge
vend geraakt. Dc journalisten (de buiten-
buuteche, die er een eigen, zij liet ook niet
Zvor ruime en gunstig gelegen tribune bczit-
ton, niet uitgesloten) zien op het schouw-
spe' der „politique en action" met kalmte
neer en zij, die van dc bom van Vaillanr,
van de oonijg van Syveton en liet vuistge
vecht van X, P en Z te veel of te onbekend
om te citeeren) getuigen geweest zijn, ver
wonderen zich over niets meer. De vreemde
lingen echter cn bepaaldelijk de Hollander,
die. hoewel buiten de politiek staande, aan
(te deftige rust, dc bedaarde welsprekend
heid en den in toom gehouden hartstocht
van liet Haagscbo Binnenhof gewend is,
kijken vreemd op, wanneer zc \an de gele
genheid gebruik maken om een blik te
slaan in den bijenkorf (anderen zullen zeg
gen het wespennest) welke cte Fransche
„Tweede Kamer" is.
Vooral op een dag als verleden Donderdag,
toen het debat over het traktaat met Duitseh-
innd een. aanvang zou nctnen, zou een bui
tenlander, denk ik, heel vat er voor over .ge
had hebben de zitting bij te wonen. Waren
reeds een weck tevoren hïjrut alle beschik
bare plaatsen op de tribunes weggegeven,
zoo hoopten ?«lfs veel Parii/onaars noch op
hun goed gesternte om te elfder jur een
hoekje machtig to worden. Bij den ingang
van de voor het publiek bestemde irilnmo
luidden betel vroeg in den morgen tal van
mme drommels queue gemaakt, in de ver
wachting hun plaats (in die queue) e\enate
bij kosfclooze voorstellingen in de Opera of
hij recepties in de Académie Frnneatee, aan
(ten een of anderen riehard te verknopen.
Een tdlrijko politiemacht en een heir van
integralen stond op de Quai d'Oisny aan het
hek. de eerste om de orde te bewaren, de
Inatsten om de binnengaande beroemdheden
te kieken. In den Salon de Ia Paix, do
wacht- cn habhelvc-.tihule vooi dépuléV, jour
nalisten en hooge personaliteiten, was het een
uur voor den aanvang der zitting al
stampvol. Doch toen de president Biis^m
klokslag 2 uur. gevolgd door liet IIiutmu
der Kamer en het per-oneel der Ptv-idenee,
door de dubbele rij .-oblaten onder bet ge
wone tromgeroffel door dien ..Salon" vu.- ge
lrokken om zich naar de zitting/aal le be
geven, spoedde. vvic maar ecu plaats luid, zich
naai boven om bij de opening present 1e zijn.
Op zijn estrade aangekomen, wachtte do
President evenwel nog een weinig met die
opening. Alleen de Solve-, was, xan de Mi
nisters, op bun bank. L'aillaux, de President
du Consoil, liet eenigo minuten op zich
wachten cn zonder bet Hoofd der Regeering
voegt het (althans bij een hoogst belangrijk
debat) niet te beginnen. Het publiek had
aldus gelegenheid de zaal oenigszins te mon
steren. Het eeiv-t richtten de blikken zich
naar de loge der diplomaten, waar op> de
eerste rij de ambassadeurs van Duitechlnnd,
Spanje, Engeland en Italië gezeten waren.
In clc andere loges zag men vooraan meestal
chimes in uitgezochte wandeltoiletten, waar
onder de meeste min is ter» vrouwen en ook
Mevrouw Caillaux, die nog niet lang ge
leden Mevrouw Léo Claretie heetto en dus
een aangetrouwde nicht van den Admi
nistrateur der Comódio Fran^aiso cn aeadé-
micien is. Voorts de meeste vertegenwoor
digers en vertegenwoordigsters van de ea-
tcgorio der Parijzenaars, die bij alles wil
tegenwoordig zijn, hetzij ze belang in een
zaak stellen of er van afweten, hetzij niet.
De eerste spreker, die in de Congo-dis-
cussic het woord zou voeren, was de ronde
Albert de Man. Dc veiwachting, was der
halve hoog gespannen. De Muil, voorzeker
do beste redenaar van het Palais Bourbon,
was namelijk sinds tien jaren niot op het
spreekgestoelte verschenen. Spoodn; na de
discussiën over de Vet Waldeck tte ver
drijving der monnikenorden m 1901) was
hij door een keelziekte aangetast, ten ge
volge waarvan de genoesheeren hom bet
spreken in het openbaar ten Mreng-te ver
boden hebben. Voor deze bijzondere gele
genheid had de dokter iiet hem echter toe
gestaan. Maar zou hij zich nog even schit
terend van zijn taak kwijten, als toen hij
de eerste rol speelde in don strijd tegen
Wahteck-Rousseau en allo partijen met be-
wondering voor zijn talent vervuld had?
Dat vroeg men zich, niet zonder eenigo
ongerustheid, af. Men behoefde, toen hij
aan hel woord gekomen was, niet lang le
wachten op het antwoord. De Muil had
niets var. zijn brio, niets van zijn gemakke
lijkheid, niets van zijn klaarheid en (om
met zijn tegenstander Janrès tc spreken)
niets van zijn verheven eenvoud verloren.
Met groot en algemeen applaus hij zijn
optreden begroet, werd hij onder algemcene
stilte (iets zeldzaams in de Kamer) aange
hoord cn was hij, toen hij cgëindigd hart,
het voorwerp van een ovatie, die liuker-
zoo goed als rechterzijde, hem in alle op
rechtheid en meegesleept door zijn groot
talenl bereidden. Hel was een uur van zeld
zaam genot geweest voor hen, dit, afgezien
van a'lle mogelijke politieke voorliefde of ge
zindheid, van mooie, verinnen, onberispe
lijk voorgedragen baal houden.
Albert de Mun is bovendien, wat tot de
bewondering van het algemeen medewerkt,
een bijzonder sympathieke verschijning.
Oiid-cavaleiïeofficier (als zoodanig mankt.
„Het gaai mij aan hel hart het goede
kind zoo te zicir lijden!" sprak do ge
neesheer; „maar zij zal spoedig beter wor
den," troostte hij cle moeder.
„Een kleine operatie, zooals een dok
ter dio zoo honderdmaal doen moet, cn
zij zal weldra genezen zijn."
„Binnen korten tijd is alle leed geleden:
Slechts hopen en moed houden."
Hopen en moed houden?
Het ouderlijk hart slaat in bange zorg
bij de gedachte aan een operatie; hoe
vaak was niet de afloop geheel anders
dan men aanvankelijk gemeend zou heb
ben.
Maar het moot gebeuren, het moei
Do zieke zelf is kalm, o zoo kalm.
„Het is alles in Gods hand en ik hen
niot bevreesd," schrijft zij, nog zeer kort
voor den bepaalden dag aan een vriendin.
Zij heeft geen angst en zo verheugt zich
over het feil, dat ze nog oeist het Kerst
feest zal mogen vieren.
Zij heeft er al die lange weken, dat
ze daar ziek terneer lag, zoo naar ver
langd. i
Op den Kerstavond zelf moei moedor
de kamer donker maken cn ze verheugt
zich als een kind in haar kerstboompje.
Met een van blijdschap stralend gelaat
pakt zij do vele geschenken uit, haar door
familie en vrienden toegezonden;, en spreidt
zo uit op het sneeuwwitte laken van haar
bed.
In dien tusschenlijd kijkt zij mol schit-
ierendo oogon naar do lichtjes van haar
kerstboompje.
„O, moeder," zegt zo verheugd. „Kerst
mis is toch wol het heerlijkste van alle
feesten, Paschen en Pinksteren haten ei-
niet. bij; ik ben erg blij, dat ik het eerst
nog heb kunnen vieren."
En nu, kort na hot blijde feest, breekt
do gevreesde dag aan.
„Het is spoedig gebeurd," verzekert de
dokter nog eenmaal aan de zorgvolle
ouders, „hebt u maar geen vrees," en dan,
na een uur van bang wachte mengt hij
hun de boodschap: „liet gelukt".
Afgetobd en doodsbleek, ligt de zieke
neder op haar legerstede, maar dal
te hij den oorlog van 1870 mee), is Hf,
in manieren en optreden, door zijn. welwil
lendheid en gematigdheid, in allo opzichten
het type van den Franschen edelman,
baler weet dat do volksvertegenwoordigers
in een Republiek (wat trouwens ook ab
normaal zou zijn) daarvan niet overvloeit.
Niettemin verklaart het de algemeenc sym
pathie, die voor hem bestaat. En deze laat
st)' is een factor, die in de poLitiek (ik
spreek altijd van dc Fransche) een groo
te re rol speelt dan men wel zou denken.
De President du Conseil, Caillaux, bijv.
is, in weerwil van zijn groote, vooral fi-
nancicele bekwaamheden, volstrekt geen
sympathieke verschijning. Zijn bijzonder
kleine gestalte en erg in het oog springende
kaalhoofdigheid zijn daaraan waarschijnlijk
minder schuld dan zijn altijd eenigszins
autoritair optreden en zijn koel-trotsche
(in het Franseh gebruikt men daarvoor
het adjeclies„cassant", brekend, d. i. te-
riigslootencte) manieren. Ook ,nu Mordt er
dan ook reeds over zijn aanstaande! val
als Minister gesproken, zonder dat iemand
recht weet waarom.
Briand daarentegen heeft hel, in weerwil
van den groolen tegenstand, dien hij van
zijn vroegere vrinden en geestverwant' i,
ondervond, juist zoolang als Hoofd er re'
geering kunnen uuithouden, omdat hij iaj
de groote politieke menigte sympathiek
was, en zijn aangenaam en prachtig orgaan
een groote aantrekkingskracht uitoefende.
Hij wordt tiouwens reeds op het cogenblik
genoemd als deelhebber aan de volgende
minislevieelc combinatie. Doch dit tor loops.
Om bij de zitling van verleden Donder
dag te blijven, denk ik niet dat a.llo voor
name toehoorders en. sohoone loehoorde-
ressen gekomen waren uit. pure liefde tot
de redenaarskunst. Doorgaans loopen er
oncter de niel-habitué's van het Palaiv
Dom bon (ten massa ,die er alleen heenga:
ui do hoop van groot mmoer en heftig,,
incidenten getuigen te zijn. Ook deze laat
stee nu. zijn op bedoelde zitting niet ge
heel cn al teleurgesteld geweest.
De tegenstelling toch van de Man's ver
schijning cn het optreden van den Minister
van Lhiitenlandsche Zaken kan niet grooter
kunnen zijn Jan zij gewee&t is. Had men
onder de Mun's rede een speld kunnen
hooien vallen, zoo kon de Selves bijna
geen woord uitbrengen zonder van alle kan
ton door uitroepen gestoord te worden. Zelfs
ontstond er een paar malen een echt tu
muli, als de spreker zich een minder geluk
kige uitdrukking liet ontvallen of een onhan
digheid beging. Want de inhoud van zijn
rede, hetgeen hij mededeelde over hel ver
loop der onderhandelingen met Duitsch-
land, was niet zoo slecht of onjuist. Het
eentonig en dor relaas, zonder eenigo ver
heffing van gedachten of oratorisch beeld
(waarop dc Fransclunan zoo verzot is),
feheen de dépulé's zoo zenuwachtig te
rnaken, dat zij zoowaar vergaten dat het een
der gewichtigste zaken betrof die in het
Erausehc Parlement ooit behandeld waren,
en (lat de Duitsche on Spa an sche Ministers,
om zoo te zeggen partijen in het geding,
oj> (ten eersten rang zaten en aanhoorden
hoe Erankrijk's Minister van Buitenlandscho
Zaken door Frankrijk's yolksvertcgeirwoor-
digers werd uitgekreten on bestreden. Soms
moest men beslist medelijden hebben met
den man, die eonigc weken geleden door
ging voor een zeer waarschijnlijk opvolger
van President Fatlièces. Vooral toen hij,
zal alles immers spoedig voorbij zijn, want
ze zal spoedig beter zijn. Maar helaas
ze wordt niet heter, zc krijgt koorts,
de zwakte neemt toe, en als cr een paar
dagen verloopcn zijn, weten de ouders
dat er geen hoop meer is.
Of de zieke hot zelf voelde?'
Ze klaagde nimmer en zc doet het ook
nu niet Maar op zekeren dag, dat de
pijn zeer herig was, zuchtte ze tot haar
moeder: „Ach moeder, was ik toch maar
beter."
En nu spreekt dc moeder haar voor do
eerste maal van hetgeen ze haar tot
heden heelt kunnen verzwijgen: van een
mogelijk niet, beter worden. De zieke is niet
verschrikt. Alleen kijkt ze haar moeder
ernstig aan en vraagt: „Denkt n dat?"
Men bemerkt bij haar niets van vrees ot
zorg voor don dood,
Eén vrensch heeft ze echter nog, on
wel om haar kerstboompje nog eens in
zijn volle glorie te zien.
„Steek lie! nog eens mui?" vraagt zo,
liet is den ouders onmogelijk hun ster
vend kind dat verzoek lo weigeren en met
oen bloedend hart maakt de vader nieuwe
lichtjes in den boom, cn op een avond,
als de pijn niet zoo hevig is, steekt, hij
zo aan en brengt het boompje bij haal
bed.
Zij doet moeite zich op te richten,
waarin ze, door moeder ondersteund, ein
delijk slaagt, en met groote, schitterende
oogen kijkt zo lang en onafgebroken in
liet kaarslicht.
Toen, zonder er vooruit ook maar met
een enkel woord op te zinspelen, klink'
plotseling doer het kleine, stille vertrek'
„Stille nacht, heilige nacht".
Zwak en bevend is de eens zoo heldere
meisjesstem en den ouders krimpt het bait
le zumen van weemoed en droefenis.
Haar laatste lied
Zij heeft niot de kracht het ten einde
le brengen en liet gezang gaat weldra in
een zacht kreunen over.
Maar voor de oudors zal liet onverge
telijk blijven, dat Kerstlied in het zieken
vertrek dat laatste lied van hun nu
reeds lang ontslapen kind.