64"" laargang, Zaterdag 3 Februari 19/2 No. 13832 Berde Blad I jl lil .1 TA •fe I rf 4 NI H II if ft Deze courant verschijnt d a g e 1 |j k a, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.85 franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingea 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor bet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór oen aar aan hot Bureau bezorgd zjjn. Bureau: Lange Havon No. 141 (hoek Korte Faven). FRANSCIIij BRIE VEN. PARIJS, 27 Januari 1012, lijk de individuen, zoo hebben licha men of collectiviteiten soms plotselinge aanvechtingen om hel een of ander te doen. Parijs verkeert, bij voorbeeld, op het oogenblik in een periode van ziri voor zindelijkheid en netheid. Op eens is de stad lot liet inzicht gekomen, (kul ze tot nu toe niet erg proper was wat haar uiterlijk betreft, en ziatdaar een prefecto rale verordening geboren, waarbij ten strengste verheden wordt niet a'leen vuil nis, maar allerlei soort van dingen, die men gewoon was achteloos op straat te latten vallen, weg te werpen. Werkelijk was een week geleden, gedurende de eer ste dagen dat de verordening gepronuü- geeid was, in het drukke gedoellc van Parijs do straat iets schooner dan ge woonlijk .Dit wil zeggcij, men zag op de moeste kruispunten niet meer de talrijke snippers papier en prospectussen of ic- clamebiljctten van allerlei grootte en kleur, welke er voorheen over uitgezaaid lagen. Tegen die, door de cametol's uitge deelde, prospectussen, toch, is bedoelde verordening voornamelijk gericht. Doch ze bestrijdt tevens het wegwerpen van groenten- en vruchtenafval, waaronder de te recht zoo befaamde sinaasappelschil, die onder den naam van peiurc d'orange" zelfs in het Palais Bourbon bij .de mi ll's kas talloózo onheilen aangericht heelt. Ze treft daarenboven nog een massa an dere dingen, Want de verorJeningsweL gever is genoodzaakt geweest le genera lised en en heeft ook eiken plantaardigen afval" met zijn banbliksem bedreigd. Van daar dat Clément Vaulel in do Matin" vraagt: „Hoe moot ik hot stellen als ik mijn eindje sigarel of sigaar wil weg gooien Het is d v( r-u den ine, slacht(jffi rs mooi maken onder do men'gte, die haar onwillekeurig noodzakelijkerwijs zal overtreden. Zij. die er inmiddels mods dadelijk onder gele den liehbenzijn de ronddceiers van pro spectussen, een categorie van arme drom mels, die vooral in den winter welig op het Parijsche asfalt vertegenwoordigd is en thans zoo goed als geboycot wordt door den voorbijganger. Deze immers wen sell t het kosteloos reclamegeschenk niet meeer te aanvaarden, uit vrees zich aan een proces-verbaal bloot le stellen, uil ook shong te voorzien dat do torg"pa-t e n massa grooto en bijna DE TAART. Juffrouw Neteiroos zag dadelijk, dat T met meneer Paanders iets aan de hand was. De altijd bedaarde, de altijd effen-kijken de, maar in den grond goede man, dee vandaag zoo raar of-ie in een of ander kroegje luid aangelegd. En dat nou net vandaag, nou Neteiroos er nie was. Zo zag 'm al in Me verte aankomen stappen, met z'n stokje zwaaitjes tikkend of-ie muggen of wespen van zich wou koeren. Z'n gezicht leek ook heel anders. Hij lachte, bij mummelde. Daag slak-ie den sleutel in do huisdeur. „Goeie middag! goeie middag!" riep-ie haar tegen. „Waar is Neteiroos?" „Kom u binnen," zei ze gul, maar iets angstigs beefde in baar op. Wat dee-ie gek, wat koek-io vroolijk, veel te vroolijk voor zijn doen. Zoo opgenomon tord-pleizierig as Neteiroos wel eens keek, niet dikwijls, gelukkig, na op 'n goed kar wei te zijn geweest, na ecu of ander buiten kansje op 'de fabriek als meneer verjaarde en ieder 'n pop kreeg om op mynheers gezondheid te drinken. Siddertjes overvielen 'r handen, toen ze hem opeens op 'n stoel zag ploffen, ze hem hoorde roepen: ,,Dat 's voor 'tlaatst, moeder, dat 'k "hier kom! ik heb eerst m'n oogen nie kunnen gelooven, 'k heb nog ge twijfeld maar het is zoo zeker as de zon aan den hemel schijnt. Je kan me feli- citeeren en waar is Jan en waar zijn de kinders Pardoes sprong-ie op, liep naar cle wieg, zoodat juffrouw Neteiroos 'n gilletje liet. Maar hij lette er niet op, pakte inct 'n zenuwachtig wegstommolen van 't (lekje 'I slapende Hcrmientje, z'n petekind, er uit. Eifa da* A'dveltentiëni Van 16 regels f 1.0.92; iedere regel meer 16 cents. Reclamea 80 cent per tegel. Grootc letters naar de plaate die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan rp gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond versehpen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. wanneer hij, na een oog op het stuk papier geworpeen te hebben, het op den openbaien weg laat vallen, of hei aan den dwarse!wind pi ijs geeft. 1 De bezitters of geleiders van bonden en hondjes zijn evenmin op hu.n gemak. Ze zijn aansprakelijk voor het gedierte, dat aan hun geleide toevertrouwd is en dat. onbewust van do voorschriften van d.-n Prefect van Politie, er zoo gemakkelijk toe kan komen iets le laten ontglippen, wat ten volle tot de rubriek \an het corpus delicti „dierlijken afval" gebracht kan worden. Edoch, na verloop van eeni- ge maanden zal alles waarschijnlijk ,avel weer tot deen ouden stand van zaken icruggekecid zijn. Zeer vee! verordeningen, en zelfs wet ten, worden in Frankrijk, wanneer ze ceuigen tijd bestaan hebben, in het ge heel niet meer of slechts bij uitzondering tocgr-pasl. Het onderhavige zindelijkheids- (1-cicc'tje mag gerust tot die soort, ge rekend worden. Over een paar weken Dooft de Prefect bovendien misschim een ander stokpaardje, hetwelk dat, wat hij thans met zooveel animo berijdt, zonder veel moeite in het vergeetboek zal du wen. Ileel erg is de maatregel ter bevorde ring der openbare zindelijkheid dus niet. Alleen is het jammer, dat de prefectorale tijd eu de aandacht der gerechtsdienaren, zij hot dan ook slechts voor een poos, in beslag genomen worden, terwijl er zoo'n massa dingen te Parijs zijn, die in veel hoogeren graad dan een blanke straatweg, behoefte hebben aan beider aan houdende zorgen. Zoo bestaat er een ver ordening, waarbij het aantal staanplaatsen in den metropoli tainspoonveg beperkt wordt, ten einde de wagons op sommige oogcnblikken niet. al le vol te maken. In dien de vreemdeling in Parijs denkt, dat de conducteurs zich aan die verordening houden, zou hij zich deerlijk vergissen. Op enkele oogcnblikken van den dag,,wanneer het verkeer op zekere Lijnen,; waai van vooral werklui en bedienden- gebruik.''ma ken liet drukst is, staan (Lereizigers, die geeen zitplaats machtig hebben kun nen worden, zóó tegen elkaar gedrukt, dat ze er onpasselijk door kunnen worden. De verordening wordt door de Metro-beamb ten eenvoudig mei voeten getreden en de overheid doet niets om de door haar ge troffen maatregelen te sanctionnceron. Hot publick van zijn kant, draagt dien toestand zoo geduldig mogelijk. Het is nog altijd hetzelfde publiek, dut zeven eeuwen en langer de heerschappij der Bourbons ver droeg. Worden er mopperaars onder gevon- 51 et *n schreeuw schrok 't kind wakker. „Maar, meneer!" „Niks, niks, ik zal 'r geen kwaad doen, hoor Miontje, hoor poezeltje, en hij kuste 't kraaiende meisje op 'r wangetjes. De moeder zag een oogenblik met schrik en beven toe. Zóó bad ze meneer nog nooit zien doen. Ze voelde veel lust op 'm te grommen, hem 't schreiend kind uit de armen te ruk ken, hem af le snauwen over die drouke- manskuren, maar zij durfde niet; 't was toch meneer Paanders, hun commensaal, hun voortreffelijke commensaal, die altijd stipt beloalile, die altijd zoo goed voor hen en voor do kinders was en zóó niet 'thuis houden óén, dat-io zelfs peter van de jong ste was, 't dotje van een jaar, dat geboren was, terwijl-ie bij hen al drie jaar in huis z'n kamers en z'n kost had. Hij kittelde 't kind, dat nu bedaard was, Jat nu met haar oogjes in zijn oogen staar de, met den vinger in 'r wangetje, terwijl-ie haar toelachte: „Jij. jij, m'n schatjo, m'n dotje, m'n diertje, jij zult er niet 't slechtst mee zijn, neen, nee, waarachtig nieL" „Maar wat is er dan. meneer? Wat is er toch?" „Eerst je man en dan zal ik 'f je zeg gen," on hij gaf zijn petekindje aan haar over, „Jan is er niet," zei ze, hem met altijd nog 'n tikje argwaan in al z'n buitenge wone bewegingen volgende, want hij zótte z'n hoed weer op, nam 't stokje, zwaai- stapte of-ie te .paard steeg over een stoel mat. Maar toen-ie wou beginnen bcdacht-ie zich. 5Vat hadden ze 'r eigenlijk mee te maken. Was 't wel slim van 'm om aan de groote klok to gaan hangen, dat-io vandaag in 't bezit was gekomen-van dien bom geld ,de voor hem zon enorme som, do hoogste den, dan krijgen zij doodgewoon ten ant woord: „Als men zooveel noten oj> zijn zang heeft, moet men van geen vol-ksver- vcennidde'. gebruik maken, maar een taxi auto nemen of equipage gaan houden". De raad is kostelijk, doch moeilijk te vol. gen. Inmiddels blijft „publiek'" het kind van do rekening en per saldo is liet zijn eigen schuld. Krachtige organisatie tot verzet of tot verbetering- van openbare misstanden komt niet in zijn hoofd op. Dergelijke misbruiken van maatichappe- 1 ij ken aard maken er het leven iu een wereldstad voor den arbeider, den be diende. den kleinen burgerman, en, in het algemeen, voor ieder, die geen fortuin bezit, niet aangenamer op. En Voorbeelden als bet boven aangehaalde zijn nog van betrekkelijk onschuldigen aard. In waar heid zijn er vrij wat ergere te citeeren. In de eerste plaats behooren daaro*" de moeilijkheden, die een gewoon r m re Parijs ondervindt, bij het zoeken na/u een woning. De woningnood is er namelijk nog booger gestegen dan de alom tekende duurte der levensmiddelen. Natuurlijk staan er tal van appartementen te huur, doch de prijzen er van. gaan de draag, (yacht te boven van. iemand, die geen inkomen van ten minste 1000 francs in de maand heeft. Men mag gerust aanne men. dat, niet. te ver buiten het centrum der stad, een appartementje bestaande uit drie kleine vertrekjes en een keukentje, voor het minst van 1000 tot 1200 francs 's jaar kost. Heeft men kinderen, dan is men dus gedwongen, in de byiurt der barrière te zoeken, of wel in de, buitengemeenten, waar het wonen gepaard gaat met taj van ongemakken en onkosjea van allerlei aard. Voor den yverkman en den handels bediende, die een .geznq heeft en natuurlijk niet meer verwonen,/ kan dan 4 A 600 francs, wordt op die wijze het Leven bin nen de stad, op niet al te_grooien afstand van de plaats, waar,-hijyjzij n* g he den heeft, bijna .onmogelijk.^ j^fSpjkcrheid, hoe „radikaal" of - -,rso«afeUstV'*^- van kleur, doet niels om verbetering te brengen in dien toestand. Toch toont de statistiek duidelijk m, dat de bevolking eik jaar met 25.000 zielen toeneemt en dat het aantal woningen slechts met ongeveer 2700 venneerdert. Daar de vraag naar woningen dus in veee! grooter evenredig heid stijgt dan het aanbod er van. is de stijging der huurprijzen een gewoon, economisch verschijnsel, waartegen het staatsgezag, evengoed als tegen andere ver schijnselen van zuiver cconomischen aard. behoorde te agc-ereti. Doch het Staatsgezag in Frankrijk heeft heel wat anders te doen. Hel heeft zich in de eerste plaats met de politiek te bemoeien en de handen vul met do zoogenaamd „sociale wetgeving", welke voortvloeit uit den verkiezingsstrijd" en uit de kronkelpaden, bewandeld door volks vertegenwoordigers, die a.!s de wrange viuehtcn beschouwd kunnen worden van hot nooit vol prezeen Algemeen Stem recht". Het valt niet moeilijk to begrijpen, dat onder die omstandigheden, misnoegde huurders sotns de handen ineenslaan, «ui. zjj het op vrij onpractische manier, ge zamenlijk eeen actie op touw zetten, welke, niet geheel terecht, gericht is tegen de eigenaars der huizen, die tenslotte bij het. stellen hunner voorwaarden, de al- gemeene economische wet ondergaan. Van daar de incidenten, die in den laatsten tijd het aanbreken van den „terme" ver gezeld hebben. („De terme" is, gelijk men weet, de vervaldag der huurpenningen en tevens het tijdstip, waarop nieuwe wo ningen betrokken worden en waarop men verhuist). Vandaar de liga's vair huurders, die verhuizen willen zonder hun hum- te betalen en de daaruit geboren schermut selingen met de Politie. Vandaar tevens de treurige Odyssée van meer dan één, met een Jialf dozijn kinderen gezegende arbeidersfamiliën, welke nergens onderko men kunnen vinden, om de eenvoudige reden, dat de huiseigenaars, ter wille van goede huurders, die het' rumoer "van kinderen niet verdragen willen,weigeren aan talrijke gezinnen te verhuren. Is het wonder, dat de eenvoudige werk man den Staat aansprakelijk stelt voor zulk een toestand? Denzelfden Staat, waarvan hij dagelijks het „Leitmotief" moet aanhooren, dat Frankrijk ten onder gang gedoemd is, indien het er niet voor zorgt, dat zijn bevolking, wat vermeen dering betreft, gelijken tred hóude met die der andere mogendheden? Van den anderen kant is hel waar. dat een vierde der bevolking van Parijs er niet zon wonen, indien het zich niet had aangetrokken gevoeld door liet. zooveel ijdele. verwachting opwekkende Licht", dat er van uitstraalt. In zoover behooren do Paiijzenaars. die geen rentenier" zijn.' hun lot met. wat meer geduld te dragen. Men bedenke dus wat men doet, voor men, naar die Stad des Lichts emigreert. Het „Paris, gai séjonr" is alleen waar, zoo lang men zijn zakken gevuld heeft met louis d'Or of met hel papier der Banqtia de France. JUVENIS. ALLERLEI. premie van een zijner vijf Theis-loten, du allerhoogste, die er op vallen kón, een be drag. dat-io al begin April in de courant had zien staan met zijn eigen lief, mooi, goddelijk nummertje, serie zooveel, als bus kloppend, er bij, wat ie eerst nog ge wantrouwd had, vree zend, dat 'n vergissing hem soms met 'n dooie museh zou blij- maken, doch wat-ie op alle lijsten had ge zien, dieic bij kassiers kon bemachtigen, en wat dan ook op 't end den eigen dag van vandaag hem in dc schoot gegooid was, in echte, deugdelijke, Nederlandsehe bank biljetten 1 „Zoo," zei-ie. „is Jan niet thuis. Waar is-ie dan?" „Ja," antwoordde juffrouw Neteiroos. weer op 'r gemak nu hij weer keek zooals altijd, etfen en ernstig, „dat zal ik u zeg gen, dat gebeurt nooit. Hij is ondermc-estcr- knecht op de fabriek, zooals u weet. maar daar is mot, zeggen ze, met 'n filiaal er gens in Qveryssel, en daar most-ic naar toe met een der reizigers. „Zoo," zei Paanders, en hij begon te flui ten. „Maar, meneer," sprak ze brandend- nieuwsgierig, „mag ik uie weten, wat er is, want toen straks dee u 'k mag 't toch wel zeggen, nie waar? of u..." „Nou, zog 't maar, moeder, ik kan alles verdragen." „0, nou kijkt u weer zoo." ..Hoe zoo! nou?" „Of u 'n beetje bent aangeschoten." Paanders begon te schateren, te schate ren, klaterend hard, of er hagel tegen de ruiten kletterde. Julfrouw Neteiroos bekroop weer 'n angsljeze begon toch werkelijk te gelooven dat er iets niet pluis was met 'm, want iemand zooals hij, altijd uitgestreken, altijd afgemeten, altijd deftig, al was-ie maar 'n boekhouder, kon zich zóó niet aanstellen VORSTEN EN BLOEMEN. Weinig burgers hebben zulk een eenvou dige lievelingsbloem als wijlen Keizer Wil helm I. Do oude Duitschc vorst zag het liefst de korenbloem, die hem dierbare en tegelijkertijd treurige herinneringen voor den geest riep. Ze deed Jiem terugdenken aan den tocht naar Memel, toen koningin Louise met hem en zijn zusje voor de Franschen naar die stad vluchtte. De koningsvrouw, uitgeput van zwakte en vermoeidheid, had de oude reiskoets verlaten, om een oogen blik langs den weg te zitten om wat uit te rusten. Prins Wilhelm, nog te jong om het verdriet der ouders te beseffen, juichte op het zien van de vele blauwe bloempjes, di zich op wiegelende stengeltjes tussehen het goudgele koren verhieven. Hij kon zich niet verzadigen aan het plukken ervan, en deed er een heelen oogst van op. Nu aan het vlechten van een krans voor de blondlok- kige moeder, die zoo stil langs den weg zat. De kinderhandjes hadden lang werk. maar ze hoopten ook de moeder heel blij te maken met het mooie geschenk. De kleine prins ontwaarde evenwel slechts tranen en geen glimlachend gelaat, toen hij met de mooie bloempjes voor de koningin stond, en dikke druppels vielen op den blauwen krans. Deze gebeurtenis maakte een die pen indruk, op. het kindergemoed; de ko renbloem werd de lievelingsbloem van den1, volwassen prins.'dn later grijzWn Vorst Tiet .Duitsche .volkr- dat zoo -'dauw meevoelt.1 zag"* graag de liefde van zijtf-soeverein voor" de eenvoudige veldbloênf. Als kéizè'r Wil helm een stad bezocht, bestond de bloemen- hulde meest uit korenbloemen. De tegenwoordige keizerin heeft de voor liefde voor deze bloem overgenomen van den grootvader haars gemaals. Ook bij haar staat de korenbloem meer in de gunst dan eenige andere wilde of veredelde dochter Flora's. - Keizer Wilhelm H heelt' geen bepaalde lievelingsbloem. Nu eens sier! bij zijn knoopsgat met oen Marcchnl-Xiet-roos. dan weer met een viooltje, maar schijnt overi gens geen bijzondere liefhebber van bloe inenl te zijp.1 1 Keizer Friedrieh warilêift altijd Marechal- - Niel-rozéu rTi 'vergenbrnijinietjes' iöüigebu ilcii, want gé el" en hemelsblauw waren 'det kleuren Van 's keizers lievolingsregim.ini7 dragonders. Toen hel bericht van het over- lijden des-keizers kwam, konden de B«r!ijn- sche bloemisten op verre na niet voldoen aan de groote aanvraag van deze bloemsoor- ten, en de zaal, waar het lijk van den of er was eensklaps é.én van de vijl op den looj). „Nou," sprak-ie geruststellend, daar ie nu eerst zag hoc-io ze overstuur maakte met z'n hém, zoo vreemde luidruchtigheid „ik zal 't je maar zeggen: ik g«i m Den Haag wonen. .,ln Den Haag?" vroeg verwonderd en zeer teleurgesteld juffrouw Neteiroos. „Dus liet is toch waar wat u strakkies zei. ik dacht dal 't maar 'n grappie was.'' „Ik kom vandaag voor 't laatst eten. Mor gen ga ik al, en nou mol je is precies zeggen hoeveel dat ik nog in je schuld sta en dat geef je goed op, vergeet niks, denk... ha, ha, ha! daar heb je Fran»' Frans, jongen, kom creis hier. ja. kom ere is en hij pakte 't ventje van zes jaar, tilde 't op z'n knie; „kerel, je heb je var kon toch nog? en er zit tóch nog heel wat in, niet? Maar er is toch nog wel 'n klein plaatsje, 'n heel kleintje - - kijk zus (lag zus!" 'n Blond meisje van vijf jaar kwam in de kamer getippeld, parmantig-wijs as 'u nufje van 'n goede tien. „Ja, ja, jij hoort 'r ook bij jij hebt geen varken, is wel?" „M'n varken, meneer Jozef, is 'n trom," zei zo grappig-naïef. „Precies 'n trom, daar heb 'k al eens 'n kwartje ingegooid. Maar haal ze nou is, allebei, jij je varken en jij je trom." Toen de kinderen met blije gezichten terugkwamen, schoof Paanders in cle sleuf van icderen spaarpot 'n goud-tientje. üe moeder, hoewel onprettig gestemd om 't plotseling vertrek van hun meneer, zag met "n vroolijk gokijk naar 't binnenglijden der schitterend-gele schijfjes. Maar wat schrok ze toen Paanders eens klaps, alsof-io 't wichtje, dat op haar schoot met 'r beentjes in de lucht trapte, 'n ram meling wou geven, do kleine weer bcvï p:ikte. „En nou is 't jou beurt,- Mienlje. ja kraai maar is, kraai maar is," en hij schud de 't kind, dat 'i luid begon to giechelen. Jan Neteiroos stond, toen-ie drie dagen later terugkwam want in dat filiaal moest alles geïnventariseerd en 'r was aan dien houder 'n steekje los, zoodat er de politie nog bij to pas had moeten komen Jan stond, nog geheel onder den indruk van de lammigheid, daar in Zwolle ondervon den. suf te kijken, of-ie met 'n knots be is erkt wasMeneer Paanders vertrokken, uit zijn huis wég. uit de stad "wég, en Frans en Li na ieder tien gulden in "r spaarpot en vod Hcrmientje "t lapje groezelig pa pier, dal z'n vroiuv uit 'r portemonuaie haalde, ontvouwde, en. do plooitjes er -uit strijkend, vóór hem neerlei dat is vooi Mieritje, hoeft-ie me gezegd. F.n as ze 'r eerste Communie doei, dan komt ie over. en as-ie 't holeven mag, zei-ie, as ze trouw.t..." „Daar heb ik toch donderdags spijt van," verklaarde Neteiroos, en" hij herhaalde nog eens: „donderdags spijt, 't is heel mooi. heel mooi maar zoo'n puike, tevreje beer krijgen we nooit weer, moeder." „Ja." beaamde de juffrouw, „die was nou altijd content, as-ie z'n pijpje maar roe ken kon en met jou 's winters 's Zondags achter cle kachel kon kletsen." „Ik heb nooit," sprak- de ondermeester- knecht, „zoo'n tevreje mensch gezien, altijd eender van humeur, altijd praat, en goeie praat, en al lachte-ie weinig, hij kon toch zoo leutig iets zeggen hij had iets leuks van luimen -- nou, 'k gun 't au hij heeft, zeker geërfd." Zij spraken nog dagen over 'm en als ze 's middags aan tafel zaten, was het hun of er "n familielid gestorvem was, die een voor allijcl ledigen stoel naliet. I? té fl B, «fó t-Z ■>k i' J«V f.4 Ut ij pb bi i!' It '3 - 1' - i"t-~» -• SCH1IEDAMSCHE COURANT. tfï %-t Ij Sï Si te! N-' F* t' i fii; i ,r i i. i v \M Hj n? 1 d*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 9