64"" laargang,
Zaterdag 3 Februari 19/2
No. 13832
Berde Blad
I
jl
lil
.1
TA
•fe
I
rf
4
NI
H
II
if
ft
Deze courant verschijnt d a g e 1 |j k a, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.85 franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingea 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor bet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór oen
aar aan hot Bureau bezorgd zjjn.
Bureau: Lange Havon No. 141 (hoek Korte Faven).
FRANSCIIij BRIE VEN.
PARIJS, 27 Januari 1012,
lijk de individuen, zoo hebben licha
men of collectiviteiten soms plotselinge
aanvechtingen om hel een of ander te
doen. Parijs verkeert, bij voorbeeld, op
het oogenblik in een periode van ziri voor
zindelijkheid en netheid. Op eens is de
stad lot liet inzicht gekomen, (kul ze
tot nu toe niet erg proper was wat haar
uiterlijk betreft, en ziatdaar een prefecto
rale verordening geboren, waarbij ten
strengste verheden wordt niet a'leen vuil
nis, maar allerlei soort van dingen, die
men gewoon was achteloos op straat te
latten vallen, weg te werpen. Werkelijk
was een week geleden, gedurende de eer
ste dagen dat de verordening gepronuü-
geeid was, in het drukke gedoellc van
Parijs do straat iets schooner dan ge
woonlijk .Dit wil zeggcij, men zag op de
moeste kruispunten niet meer de talrijke
snippers papier en prospectussen of ic-
clamebiljctten van allerlei grootte en
kleur, welke er voorheen over uitgezaaid
lagen. Tegen die, door de cametol's uitge
deelde, prospectussen, toch, is bedoelde
verordening voornamelijk gericht. Doch ze
bestrijdt tevens het wegwerpen van
groenten- en vruchtenafval, waaronder de
te recht zoo befaamde sinaasappelschil,
die onder den naam van peiurc d'orange"
zelfs in het Palais Bourbon bij .de mi
ll's kas talloózo onheilen aangericht heelt.
Ze treft daarenboven nog een massa an
dere dingen, Want de verorJeningsweL
gever is genoodzaakt geweest le genera
lised en en heeft ook eiken plantaardigen
afval" met zijn banbliksem bedreigd. Van
daar dat Clément Vaulel in do Matin"
vraagt: „Hoe moot ik hot stellen als ik
mijn eindje sigarel of sigaar wil weg
gooien
Het is d
v( r-u den ine,
slacht(jffi rs mooi maken onder do
men'gte, die haar onwillekeurig
noodzakelijkerwijs zal overtreden. Zij. die
er inmiddels mods dadelijk onder gele
den liehbenzijn de ronddceiers van pro
spectussen, een categorie van arme drom
mels, die vooral in den winter welig op
het Parijsche asfalt vertegenwoordigd is
en thans zoo goed als geboycot wordt
door den voorbijganger. Deze immers
wen sell t het kosteloos reclamegeschenk
niet meeer te aanvaarden, uit vrees zich
aan een proces-verbaal bloot le stellen,
uil ook
shong
te voorzien dat do
torg"pa-t e n massa
grooto
en bijna
DE TAART.
Juffrouw Neteiroos zag dadelijk, dat T
met meneer Paanders iets aan de hand
was.
De altijd bedaarde, de altijd effen-kijken
de, maar in den grond goede man, dee
vandaag zoo raar of-ie in een of ander
kroegje luid aangelegd. En dat nou net
vandaag, nou Neteiroos er nie was. Zo zag
'm al in Me verte aankomen stappen, met
z'n stokje zwaaitjes tikkend of-ie muggen
of wespen van zich wou koeren.
Z'n gezicht leek ook heel anders. Hij
lachte, bij mummelde. Daag slak-ie den
sleutel in do huisdeur.
„Goeie middag! goeie middag!" riep-ie
haar tegen. „Waar is Neteiroos?"
„Kom u binnen," zei ze gul, maar iets
angstigs beefde in baar op.
Wat dee-ie gek, wat koek-io vroolijk, veel
te vroolijk voor zijn doen. Zoo opgenomon
tord-pleizierig as Neteiroos wel eens keek,
niet dikwijls, gelukkig, na op 'n goed kar
wei te zijn geweest, na ecu of ander buiten
kansje op 'de fabriek als meneer verjaarde
en ieder 'n pop kreeg om op mynheers
gezondheid te drinken.
Siddertjes overvielen 'r handen, toen ze
hem opeens op 'n stoel zag ploffen, ze
hem hoorde roepen: ,,Dat 's voor 'tlaatst,
moeder, dat 'k "hier kom! ik heb eerst m'n
oogen nie kunnen gelooven, 'k heb nog ge
twijfeld maar het is zoo zeker as de
zon aan den hemel schijnt. Je kan me feli-
citeeren en waar is Jan en waar zijn de
kinders
Pardoes sprong-ie op, liep naar cle wieg,
zoodat juffrouw Neteiroos 'n gilletje liet.
Maar hij lette er niet op, pakte inct 'n
zenuwachtig wegstommolen van 't (lekje 'I
slapende Hcrmientje, z'n petekind, er uit.
Eifa da* A'dveltentiëni Van 16 regels f 1.0.92; iedere regel meer
16 cents. Reclamea 80 cent per tegel. Grootc letters naar de plaate die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan rp gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
versehpen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
wanneer hij, na een oog op het stuk
papier geworpeen te hebben, het op den
openbaien weg laat vallen, of hei aan
den dwarse!wind pi ijs geeft. 1
De bezitters of geleiders van bonden
en hondjes zijn evenmin op hu.n gemak.
Ze zijn aansprakelijk voor het gedierte,
dat aan hun geleide toevertrouwd is en
dat. onbewust van do voorschriften van
d.-n Prefect van Politie, er zoo gemakkelijk
toe kan komen iets le laten ontglippen,
wat ten volle tot de rubriek \an het
corpus delicti „dierlijken afval" gebracht
kan worden. Edoch, na verloop van eeni-
ge maanden zal alles waarschijnlijk ,avel
weer tot deen ouden stand van zaken
icruggekecid zijn.
Zeer vee! verordeningen, en zelfs wet
ten, worden in Frankrijk, wanneer ze
ceuigen tijd bestaan hebben, in het ge
heel niet meer of slechts bij uitzondering
tocgr-pasl. Het onderhavige zindelijkheids-
(1-cicc'tje mag gerust tot die soort, ge
rekend worden. Over een paar weken
Dooft de Prefect bovendien misschim een
ander stokpaardje, hetwelk dat, wat hij
thans met zooveel animo berijdt, zonder
veel moeite in het vergeetboek zal du
wen.
Ileel erg is de maatregel ter bevorde
ring der openbare zindelijkheid dus niet.
Alleen is het jammer, dat de prefectorale
tijd eu de aandacht der gerechtsdienaren,
zij hot dan ook slechts voor een poos,
in beslag genomen worden, terwijl er
zoo'n massa dingen te Parijs zijn, die in
veel hoogeren graad dan een blanke
straatweg, behoefte hebben aan beider aan
houdende zorgen. Zoo bestaat er een ver
ordening, waarbij het aantal staanplaatsen
in den metropoli tainspoonveg beperkt
wordt, ten einde de wagons op sommige
oogcnblikken niet. al le vol te maken. In
dien de vreemdeling in Parijs denkt, dat
de conducteurs zich aan die verordening
houden, zou hij zich deerlijk vergissen. Op
enkele oogcnblikken van den dag,,wanneer
het verkeer op zekere Lijnen,; waai van
vooral werklui en bedienden- gebruik.''ma
ken liet drukst is, staan (Lereizigers,
die geeen zitplaats machtig hebben kun
nen worden, zóó tegen elkaar gedrukt, dat
ze er onpasselijk door kunnen worden. De
verordening wordt door de Metro-beamb
ten eenvoudig mei voeten getreden en de
overheid doet niets om de door haar ge
troffen maatregelen te sanctionnceron. Hot
publick van zijn kant, draagt dien toestand
zoo geduldig mogelijk. Het is nog altijd
hetzelfde publiek, dut zeven eeuwen en
langer de heerschappij der Bourbons ver
droeg. Worden er mopperaars onder gevon-
51 et *n schreeuw schrok 't kind wakker.
„Maar, meneer!"
„Niks, niks, ik zal 'r geen kwaad doen,
hoor Miontje, hoor poezeltje, en hij kuste
't kraaiende meisje op 'r wangetjes.
De moeder zag een oogenblik met schrik
en beven toe. Zóó bad ze meneer nog
nooit zien doen.
Ze voelde veel lust op 'm te grommen,
hem 't schreiend kind uit de armen te ruk
ken, hem af le snauwen over die drouke-
manskuren, maar zij durfde niet; 't was
toch meneer Paanders, hun commensaal,
hun voortreffelijke commensaal, die altijd
stipt beloalile, die altijd zoo goed voor hen
en voor do kinders was en zóó niet 'thuis
houden óén, dat-io zelfs peter van de jong
ste was, 't dotje van een jaar, dat geboren
was, terwijl-ie bij hen al drie jaar in huis
z'n kamers en z'n kost had.
Hij kittelde 't kind, dat nu bedaard was,
Jat nu met haar oogjes in zijn oogen staar
de, met den vinger in 'r wangetje, terwijl-ie
haar toelachte: „Jij. jij, m'n schatjo, m'n
dotje, m'n diertje, jij zult er niet 't slechtst
mee zijn, neen, nee, waarachtig nieL"
„Maar wat is er dan. meneer? Wat is
er toch?"
„Eerst je man en dan zal ik 'f je zeg
gen," on hij gaf zijn petekindje aan haar
over,
„Jan is er niet," zei ze, hem met altijd
nog 'n tikje argwaan in al z'n buitenge
wone bewegingen volgende, want hij zótte
z'n hoed weer op, nam 't stokje, zwaai-
stapte of-ie te .paard steeg over een stoel
mat.
Maar toen-ie wou beginnen bcdacht-ie
zich.
5Vat hadden ze 'r eigenlijk mee te maken.
Was 't wel slim van 'm om aan de groote
klok to gaan hangen, dat-io vandaag in 't
bezit was gekomen-van dien bom geld ,de
voor hem zon enorme som, do hoogste
den, dan krijgen zij doodgewoon ten ant
woord: „Als men zooveel noten oj> zijn
zang heeft, moet men van geen vol-ksver-
vcennidde'. gebruik maken, maar een taxi
auto nemen of equipage gaan houden". De
raad is kostelijk, doch moeilijk te vol.
gen. Inmiddels blijft „publiek'" het kind
van do rekening en per saldo is liet
zijn eigen schuld. Krachtige organisatie
tot verzet of tot verbetering- van openbare
misstanden komt niet in zijn hoofd op.
Dergelijke misbruiken van maatichappe-
1 ij ken aard maken er het leven iu een
wereldstad voor den arbeider, den be
diende. den kleinen burgerman, en, in
het algemeen, voor ieder, die geen fortuin
bezit, niet aangenamer op. En Voorbeelden
als bet boven aangehaalde zijn nog van
betrekkelijk onschuldigen aard. In waar
heid zijn er vrij wat ergere te citeeren.
In de eerste plaats behooren daaro*"
de moeilijkheden, die een gewoon r m re
Parijs ondervindt, bij het zoeken na/u een
woning. De woningnood is er namelijk
nog booger gestegen dan de alom tekende
duurte der levensmiddelen. Natuurlijk
staan er tal van appartementen te huur,
doch de prijzen er van. gaan de draag,
(yacht te boven van. iemand, die geen
inkomen van ten minste 1000 francs in
de maand heeft. Men mag gerust aanne
men. dat, niet. te ver buiten het centrum
der stad, een appartementje bestaande
uit drie kleine vertrekjes en een keukentje,
voor het minst van 1000 tot 1200 francs
's jaar kost.
Heeft men kinderen, dan is men dus
gedwongen, in de byiurt der barrière te
zoeken, of wel in de, buitengemeenten,
waar het wonen gepaard gaat met taj
van ongemakken en onkosjea van allerlei
aard. Voor den yverkman en den handels
bediende, die een .geznq heeft en natuurlijk
niet meer verwonen,/ kan dan 4 A 600
francs, wordt op die wijze het Leven bin
nen de stad, op niet al te_grooien afstand
van de plaats, waar,-hijyjzij n* g he den
heeft, bijna .onmogelijk.^ j^fSpjkcrheid, hoe
„radikaal" of - -,rso«afeUstV'*^- van
kleur, doet niels om verbetering te brengen
in dien toestand. Toch toont de statistiek
duidelijk m, dat de bevolking eik jaar
met 25.000 zielen toeneemt en dat het
aantal woningen slechts met ongeveer
2700 venneerdert. Daar de vraag naar
woningen dus in veee! grooter evenredig
heid stijgt dan het aanbod er van. is
de stijging der huurprijzen een gewoon,
economisch verschijnsel, waartegen het
staatsgezag, evengoed als tegen andere ver
schijnselen van zuiver cconomischen aard.
behoorde te agc-ereti.
Doch het Staatsgezag in Frankrijk
heeft heel wat anders te doen. Hel heeft
zich in de eerste plaats met de politiek
te bemoeien en de handen vul met do
zoogenaamd „sociale wetgeving", welke
voortvloeit uit den verkiezingsstrijd" en uit
de kronkelpaden, bewandeld door volks
vertegenwoordigers, die a.!s de wrange
viuehtcn beschouwd kunnen worden van
hot nooit vol prezeen Algemeen Stem
recht".
Het valt niet moeilijk to begrijpen, dat
onder die omstandigheden, misnoegde
huurders sotns de handen ineenslaan, «ui.
zjj het op vrij onpractische manier, ge
zamenlijk eeen actie op touw zetten, welke,
niet geheel terecht, gericht is tegen de
eigenaars der huizen, die tenslotte bij
het. stellen hunner voorwaarden, de al-
gemeene economische wet ondergaan. Van
daar de incidenten, die in den laatsten
tijd het aanbreken van den „terme" ver
gezeld hebben. („De terme" is, gelijk men
weet, de vervaldag der huurpenningen en
tevens het tijdstip, waarop nieuwe wo
ningen betrokken worden en waarop men
verhuist). Vandaar de liga's vair huurders,
die verhuizen willen zonder hun hum-
te betalen en de daaruit geboren schermut
selingen met de Politie. Vandaar tevens
de treurige Odyssée van meer dan één,
met een Jialf dozijn kinderen gezegende
arbeidersfamiliën, welke nergens onderko
men kunnen vinden, om de eenvoudige
reden, dat de huiseigenaars, ter wille van
goede huurders, die het' rumoer "van
kinderen niet verdragen willen,weigeren
aan talrijke gezinnen te verhuren.
Is het wonder, dat de eenvoudige werk
man den Staat aansprakelijk stelt voor
zulk een toestand? Denzelfden Staat,
waarvan hij dagelijks het „Leitmotief"
moet aanhooren, dat Frankrijk ten onder
gang gedoemd is, indien het er niet voor
zorgt, dat zijn bevolking, wat vermeen
dering betreft, gelijken tred hóude met
die der andere mogendheden?
Van den anderen kant is hel waar. dat
een vierde der bevolking van Parijs er
niet zon wonen, indien het zich niet had
aangetrokken gevoeld door liet. zooveel
ijdele. verwachting opwekkende Licht",
dat er van uitstraalt. In zoover behooren
do Paiijzenaars. die geen rentenier" zijn.'
hun lot met. wat meer geduld te dragen.
Men bedenke dus wat men doet, voor
men, naar die Stad des Lichts emigreert.
Het „Paris, gai séjonr" is alleen waar,
zoo lang men zijn zakken gevuld heeft
met louis d'Or of met hel papier der
Banqtia de France.
JUVENIS.
ALLERLEI.
premie van een zijner vijf Theis-loten, du
allerhoogste, die er op vallen kón, een be
drag. dat-io al begin April in de courant
had zien staan met zijn eigen lief, mooi,
goddelijk nummertje, serie zooveel, als
bus kloppend, er bij, wat ie eerst nog ge
wantrouwd had, vree zend, dat 'n vergissing
hem soms met 'n dooie museh zou blij-
maken, doch wat-ie op alle lijsten had ge
zien, dieic bij kassiers kon bemachtigen, en
wat dan ook op 't end den eigen dag van
vandaag hem in dc schoot gegooid was,
in echte, deugdelijke, Nederlandsehe bank
biljetten 1
„Zoo," zei-ie. „is Jan niet thuis. Waar
is-ie dan?"
„Ja," antwoordde juffrouw Neteiroos.
weer op 'r gemak nu hij weer keek zooals
altijd, etfen en ernstig, „dat zal ik u zeg
gen, dat gebeurt nooit. Hij is ondermc-estcr-
knecht op de fabriek, zooals u weet. maar
daar is mot, zeggen ze, met 'n filiaal er
gens in Qveryssel, en daar most-ic naar toe
met een der reizigers.
„Zoo," zei Paanders, en hij begon te flui
ten.
„Maar, meneer," sprak ze brandend-
nieuwsgierig, „mag ik uie weten, wat er
is, want toen straks dee u 'k mag 't
toch wel zeggen, nie waar? of u..."
„Nou, zog 't maar, moeder, ik kan alles
verdragen."
„0, nou kijkt u weer zoo."
..Hoe zoo! nou?"
„Of u 'n beetje bent aangeschoten."
Paanders begon te schateren, te schate
ren, klaterend hard, of er hagel tegen de
ruiten kletterde.
Julfrouw Neteiroos bekroop weer 'n
angsljeze begon toch werkelijk te gelooven
dat er iets niet pluis was met 'm, want
iemand zooals hij, altijd uitgestreken, altijd
afgemeten, altijd deftig, al was-ie maar 'n
boekhouder, kon zich zóó niet aanstellen
VORSTEN EN BLOEMEN.
Weinig burgers hebben zulk een eenvou
dige lievelingsbloem als wijlen Keizer Wil
helm I. Do oude Duitschc vorst zag het
liefst de korenbloem, die hem dierbare en
tegelijkertijd treurige herinneringen voor den
geest riep. Ze deed Jiem terugdenken aan
den tocht naar Memel, toen koningin Louise
met hem en zijn zusje voor de Franschen
naar die stad vluchtte. De koningsvrouw,
uitgeput van zwakte en vermoeidheid, had
de oude reiskoets verlaten, om een oogen
blik langs den weg te zitten om wat uit te
rusten. Prins Wilhelm, nog te jong om het
verdriet der ouders te beseffen, juichte op
het zien van de vele blauwe bloempjes, di
zich op wiegelende stengeltjes tussehen het
goudgele koren verhieven. Hij kon zich niet
verzadigen aan het plukken ervan, en deed
er een heelen oogst van op. Nu aan het
vlechten van een krans voor de blondlok-
kige moeder, die zoo stil langs den weg
zat. De kinderhandjes hadden lang werk.
maar ze hoopten ook de moeder heel blij
te maken met het mooie geschenk. De kleine
prins ontwaarde evenwel slechts tranen en
geen glimlachend gelaat, toen hij met de
mooie bloempjes voor de koningin stond,
en dikke druppels vielen op den blauwen
krans. Deze gebeurtenis maakte een die
pen indruk, op. het kindergemoed; de ko
renbloem werd de lievelingsbloem van den1,
volwassen prins.'dn later grijzWn Vorst Tiet
.Duitsche .volkr- dat zoo -'dauw meevoelt.1 zag"*
graag de liefde van zijtf-soeverein voor"
de eenvoudige veldbloênf. Als kéizè'r Wil
helm een stad bezocht, bestond de bloemen-
hulde meest uit korenbloemen.
De tegenwoordige keizerin heeft de voor
liefde voor deze bloem overgenomen van
den grootvader haars gemaals. Ook bij haar
staat de korenbloem meer in de gunst dan
eenige andere wilde of veredelde dochter
Flora's. -
Keizer Wilhelm H heelt' geen bepaalde
lievelingsbloem. Nu eens sier! bij zijn
knoopsgat met oen Marcchnl-Xiet-roos. dan
weer met een viooltje, maar schijnt overi
gens geen bijzondere liefhebber van bloe
inenl te zijp.1
1 Keizer Friedrieh warilêift altijd Marechal- -
Niel-rozéu rTi 'vergenbrnijinietjes' iöüigebu
ilcii, want gé el" en hemelsblauw waren 'det
kleuren Van 's keizers lievolingsregim.ini7
dragonders. Toen hel bericht van het over-
lijden des-keizers kwam, konden de B«r!ijn-
sche bloemisten op verre na niet voldoen
aan de groote aanvraag van deze bloemsoor-
ten, en de zaal, waar het lijk van den
of er was eensklaps é.én van de vijl op
den looj).
„Nou," sprak-ie geruststellend, daar ie nu
eerst zag hoc-io ze overstuur maakte met
z'n hém, zoo vreemde luidruchtigheid
„ik zal 't je maar zeggen: ik g«i m Den
Haag wonen.
.,ln Den Haag?" vroeg verwonderd
en zeer teleurgesteld juffrouw Neteiroos.
„Dus liet is toch waar wat u strakkies zei.
ik dacht dal 't maar 'n grappie was.''
„Ik kom vandaag voor 't laatst eten. Mor
gen ga ik al, en nou mol je is precies
zeggen hoeveel dat ik nog in je schuld sta
en dat geef je goed op, vergeet niks,
denk... ha, ha, ha! daar heb je Fran»'
Frans, jongen, kom creis hier. ja. kom ere is
en hij pakte 't ventje van zes jaar,
tilde 't op z'n knie; „kerel, je heb je var
kon toch nog? en er zit tóch nog heel
wat in, niet? Maar er is toch nog wel
'n klein plaatsje, 'n heel kleintje - - kijk
zus (lag zus!"
'n Blond meisje van vijf jaar kwam in
de kamer getippeld, parmantig-wijs as 'u
nufje van 'n goede tien.
„Ja, ja, jij hoort 'r ook bij jij hebt
geen varken, is wel?"
„M'n varken, meneer Jozef, is 'n trom,"
zei zo grappig-naïef.
„Precies 'n trom, daar heb 'k al eens
'n kwartje ingegooid. Maar haal ze nou is,
allebei, jij je varken en jij je trom."
Toen de kinderen met blije gezichten
terugkwamen, schoof Paanders in cle sleuf
van icderen spaarpot 'n goud-tientje.
üe moeder, hoewel onprettig gestemd om
't plotseling vertrek van hun meneer, zag
met "n vroolijk gokijk naar 't binnenglijden
der schitterend-gele schijfjes.
Maar wat schrok ze toen Paanders eens
klaps, alsof-io 't wichtje, dat op haar schoot
met 'r beentjes in de lucht trapte, 'n ram
meling wou geven, do kleine weer bcvï
p:ikte.
„En nou is 't jou beurt,- Mienlje. ja
kraai maar is, kraai maar is," en hij schud
de 't kind, dat 'i luid begon to giechelen.
Jan Neteiroos stond, toen-ie drie dagen
later terugkwam want in dat filiaal moest
alles geïnventariseerd en 'r was aan dien
houder 'n steekje los, zoodat er de politie
nog bij to pas had moeten komen Jan
stond, nog geheel onder den indruk van
de lammigheid, daar in Zwolle ondervon
den. suf te kijken, of-ie met 'n knots be
is erkt wasMeneer Paanders vertrokken, uit
zijn huis wég. uit de stad "wég, en Frans
en Li na ieder tien gulden in "r spaarpot
en vod Hcrmientje "t lapje groezelig pa
pier, dal z'n vroiuv uit 'r portemonuaie
haalde, ontvouwde, en. do plooitjes er -uit
strijkend, vóór hem neerlei dat is vooi
Mieritje, hoeft-ie me gezegd. F.n as ze 'r
eerste Communie doei, dan komt ie over. en
as-ie 't holeven mag, zei-ie, as ze trouw.t..."
„Daar heb ik toch donderdags spijt van,"
verklaarde Neteiroos, en" hij herhaalde nog
eens: „donderdags spijt, 't is heel mooi.
heel mooi maar zoo'n puike, tevreje beer
krijgen we nooit weer, moeder."
„Ja." beaamde de juffrouw, „die was
nou altijd content, as-ie z'n pijpje maar roe
ken kon en met jou 's winters 's Zondags
achter cle kachel kon kletsen."
„Ik heb nooit," sprak- de ondermeester-
knecht, „zoo'n tevreje mensch gezien, altijd
eender van humeur, altijd praat, en goeie
praat, en al lachte-ie weinig, hij kon toch
zoo leutig iets zeggen hij had iets leuks
van luimen -- nou, 'k gun 't au hij
heeft, zeker geërfd."
Zij spraken nog dagen over 'm en als
ze 's middags aan tafel zaten, was het hun
of er "n familielid gestorvem was, die een
voor allijcl ledigen stoel naliet.
I?
té
fl
B,
«fó
t-Z
■>k
i'
J«V
f.4
Ut
ij
pb
bi
i!'
It
'3
- 1' - i"t-~» -•
SCH1IEDAMSCHE COURANT.
tfï
%-t
Ij
Sï
Si
te!
N-'
F*
t' i
fii;
i ,r
i i.
i v
\M
Hj
n?
1 d*