65"" Jaargang.
No. 13885
Derde Blad
Zaterdag 6 April 1912
Een eindje naar de Pool,
De Pierrette er de Peer,
i
in.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, n ét uitzondering van Zon-"en Feestdagen,
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V. 1 a a r cl i n g o n fl, 1.25, franco
per post II. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en'VlaardingenlO cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen. "i
Advertentiön voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs der Advertentiön: Van 1—6 regels fl.0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiön b'ij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan hot Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advortentiën opgenomen tot den prijs
van. 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
Voelt de lezer als wij, dan zijn wij
h'euscli al een eirul naar do Noordpool)
in Kopenhagen. Doch de Kopenhagenaarè
zijn hel absoluut .niet niet u eens. 'Zij
verzekeren u om strijd, dal heit hier
heuscliniet kouder is dan in Nederland.
F.n gij doet den beminnelijke!!, gemakke
lijk levende mcnstlien, gaarne het pleizicr
van niet te vinden dat het zao kond is,
al zingt hel ook in u „Kern im Süd das
scliöno Holland" en al rilt gij van tijd
tot tijd mei de gedachte: „Hé, nu zou
het in Holland toch warmer zijn!"
Slechts op één punt erkennen zij cvn
tekortkoming: zij hebben geen lente. Het
is hoer]ijk, zacbt, aangenaam weer en dat
heet zomer, of het is guur, koud, regen
achtig, waaierig en dat alles te samen
heet winter.
Anne Deen se lm dichtere. Gij hebt dus
nog minder gelegenheid de. lente voor u
te laten „zitten" dan do Hóllandsche. En
do hemel weet met hoe weinig zitdagen
die Lel al móeten doen!
Intusschen wij hebben niet te kla
gen. Een Zondag op het platteland te
Halte, waar onze bekwame hulpvaardige
en beminnelijke consul-generaal woont, was
voor ons onvergetelijk. Dat was Noordsche
muziek, daar was het smeltende, hot zach
te, hel-„zuidelijke", dat ons in deze mu
ziek zoo vreemd aandoet. Prachtige licht
effecten en luchten, somberder, minder ge
nuanceerd, maar in liet. sooi't even mooi
als de Zuid-Hóllandsche, boven een land
schap vol variatie, een Gcldersch land
schap, maar met prachtige meren, wijde,
blijde vergezichten en zonder de moderne,
poenige cottages, waaraan me nzich in
Holland te builen gaal. Hd is waar. de
bergen boren er hun toppen niet in de
wolken, het staat veer beter in Meijringeai
clan in Röskikle geweest te zijn, doch in
veel opzichten is Denemarken ten minste
even mooi en in zoo heel veel opzichten is
het nieuw en interessant. En daarenboven
bizonder aantrekkelijk voor ons Nederlan
ders, die daar niet alleen veel herinneringen
uil onze vroegere gesciiiedenis vinden, maar
bovendien zon heel weel dingen die aan
huis herinneren, die daar hetzelfde zijn,
die ons ei dadelijk (huis doen gevoelen.
liet is er alle-, zno gezellig en zoo knus,
zonder' dat hel gezellige en liet knusse et
het groote uitsluit. Wij hebben dat alles
zoo bizonder leeten apprecieeren, omdat
wij nn Denemarken met Zweden hebben
kennisgemaakt. Hel is een opmerkelijkste
gensteHing, tusschen Zweden en Denemar
ken. tusschen' het groote, sombere Noord
door
EMERIE IWUfH B RAMAN.
De Pierrette begon juist te z.ingon toen
de Peer, een hoog adelijk Engelseh edel
man, op eon leegeii stoel aan clo achterst'
lij plaats nam en toen zij eindigde met,een
alleraardigst,-coquet glimlachje, dat hel pu
bliek opgewonden maakte van .ge» t drift en
de aandacht trok van den Peer, streek lu;
over zijn snor en fronste ecu weinig d<
wenkbrauwen, liet trof hem dat de uitdruk
king van haar gezichtje niet geheel in du
omgeving paste en dat hel cosluum van oer
Pierrotte, hoe aardig hol mocht slaan als
vermomming, zeer veel te. wenschen óvoi
liet.
Toen hel concert was afgeloopen, begaf
hij z.ich naar de trap waarlangs dc metL-
woi'ker.s moesten afdalen en toen de Pier
rotte beneden kwam, ging 'hij rodelrocht op
haar af en nam zijn hoed af,
„Goeden avond I" zei hij.
De Pierrette schrikte, 't was of zij zich
schuldig gevoelde, zij bleef even op do
trap staan.
„Lieve hemel!" riep z.ij, „Is u daar?"
„.la, dat geloof ik wel. Mag ik u feli-
citeeren, U heeft een allerliefste stem."
„Dank u," fluisterde zij zedig. „Hel is
natuurlijk heel aardig van u, maar"
Zij zweeg eensklaps en wierp een vluclitigeU
blik om zich heen.
De Peer lachte, „Wat heeft u J?8;
sclie en Russische Zweden, dut in elk op
zicht wat ruim in zijn kleerai z.il, en het
gezellige, eenvoudige, haast-Nedei Umdsché
Denemarken, Is hel ons du» vergund onze'
indrukken van Denemarken nog wat nader
pjee te doelen, dan moeten wy onze lezers
verzoeken in 's hemelsnaam maar mei ons
de boot te bestijgen die ons over de Sorul
zal brengen, waar wij te Malmü Idea nacht
trein mi,ar Stockholm zullen m-men.
Daar gaan de lichten van het lichtende
Kopenhagen al schuil, op He boot waren
zwijgende vierkante gestalten rond, die ons
met al hun bonten jassen in de gewenschtfe
Xooidpoolreis-stermniflg brengen wij
gaan noordwaarts.
In MaJmö is het provinciestad-duister en
aan liet station vinden wij in hef halfduister
de groote Zweerlsche slaapwagens van den
Stocktioimeiire-in klaar staan. Om 10.10 zal
die affluiten en om 4.42, O1/-' uur laf er, zal
die voor het eerst weer stoppen te Linkü-
ping, dat Lintsjóppiug wordt uitgesproken.
Dan nog oens stoppen te Norrfsjöpping
(Norrköping) en dan zijn wij om S.ö.'l te
Stockholm.
Bijna elf uur in die slaapwagens, dat
maakt indruk op de reizigers. En dezen
drentelen rond niot het zonderling onrus
tige gevoel van nienscJien, die ten minste
zeer onzeker zijn, hoeveel oogen zij wel zul
len dichtdoen. Eindelijk daar is het tijd,
de trein gaat. weg, het onbekende Noor
den in.
De wagens zien er potig uit, al is het
wat vreemd, dat zij geen harmonica's heb
ben en men in de zijgangen dus van tijd
tot tijd niet zeer zachtmoedige lucht, uit do
voor opengedane deur krijgt. Doch al spoedig
verdwijnen db reizigers, de een na den an
der, in hun hokken. Wij behoo.ren tot de
bevoorrechten in onze halve coupee is
maar één.bed. Men kan zich dus betrekke
lijk rustig uitkleeden als in een hotelslaap-
kamerlje, al blijft de beweging vreemd. In
do wand tegenover het bed zit een uil-
slaande waschgelegenheid (en daaronder
een uitslaand nachtkastje) waardoor het ge
weld van 'hjot tremgestommel met extra
kracht naar binnen komt.
Zoo goed 'en zoo kwaad het gaat kan men
zich wasschen, 'dan het licht neer, de deur
nog weer verzekerd, de luchtverversching
geregeld en men kruipt in het heldere lin
nen van het becl.
En nu gelukkig hij, die er niets vreemds
in vindt om zoo slapende voortgereden te
worde.n, om daar maar door "onbekend land
naar 'do Noordpool gekruid te worden. Ge
lukkig bij. die van hel stoppen niet wak
ker wordt en evenmin gestoord wordt door
leven op 'de stations, wat trouwens op
deze lijn weinig voorkomt, daar de stati
ons bijna alle onbelangrijk zijn en de trei
nen niet liet lawaai maken, zonder hetwelk
men zich iu Holland een goed-ingerichten
trein niet 'kan denken.
teide? Dat wist ik niet. Ik hoopte dat u
mij deeer zou aandoen mijn geleide aan
te nomen - ten minste voor'vanavond.'
De Pierrede merkte het ironische in zijn
stem op en zij fronste eon weinig het voor
hoofd.
„Als u van plan is onaangenaam te we
zen,"
„Dat ben ik niet. Integendeel, ik ben
liet tegendeel van plan; zeer aangenaam.
Beschouw mij, als u zoo goed wilt zijn,
als iemand die in mi totaal nieuwe rol
voor u optreedt dat is geloof ik de ge
ijkte term voor. het tooneel. Maar pardon
mag ik u eveni'vragen, waar'hij naar toe
gaan?"
T)e Pierrotte stond even stil. „Ja, 'ik won
naar huis gaan."
„Als wij eens naar .hel eind van do pier
wandelden en daar wat gingen zitten. Dan
kunnen wij gezellig 'praten zonder ge
stomal te worden en later kan ik u
naar huis brengen. hm"
de Pierrede volgde hem met een gebaar
van 'beilisting.
„indien u er op gesteld is."
„Ja, dat hen ik." En de Poor wees naar
een beschut plekje.
Do Pierrette draaide haastig het lioofd
om, keek adder zich, en ging zitten. Haar
metgezel hielde zachtjes.
„Ja," merkte hij op, alsof, hij haar on
uitgesproken gedachte beantwoordde: „Ik
dacht ook dal ik een voetslap achter ons
hoorde; maar ik zie niemand."
Zij trok haar avondimudo! o,,i haar
schouders en ging op liet puntje van de
bank zitten, terwijl de Peer een nieuwe
sigaar opstak,
Stoppen doel 'de trein telkens. Het is
enkel spoor en dus moet hij telkens wade
ten, terwijl Vermoedelijk ook du locomotief
nog al 'eens wat noodig zal bobben.
Maar slapen! Ho maar! Telkens als do
tie.invaai'1 mindert, of slofl, woidt gij weer
heelemanl wakker, als gij nog geslapen hebt!
En «lan gaal het .gedreun weer "beginnen)
al maar verder van huis, in dat onbekende,
Eindelijk dan komt de morgen. Door
le reien van gordijnen kruipt liet trage
licht. Nu wilt gij toch wel eens weten',
waar gij zijl.
Een blik naar builen, .'fa het is Noorde
lijker. Al ma,ar dun bosch, met de witte
plekken van nog bevroren meertjes of plas
sen, al maai' beiken cn dennen, zoo nu cn
clan een buisje, geschilderd in dof onder
wereld-rood, magere veertjes met heel veel
steonjrn en hekken op de Alpenweiden, liet
heele landschap voortdurend licht golvend,
zonder groote hoogten of laagten en daarbo
ven dc Hieste grijze, druilluchten, waarin
een raar, wit schemerlicht. Het is het ge
droomde barre Noorden. Weer ligt gij, weer
duurt het een pa(ar uur, weer kijkt gij eens
uit én weer herken on dennen en bruinen
ondergrond en witte plekken en droef, droef
licht.
Daar kond men wekken. Stockholm gaat
naderen. Gij krijgt koffie, liet gaat sneeuwen
buiten, daar komt meer water en dan
ineens een paar tunnels, paleizen, kasten
van 'huizen, water, weer paleizen, kleur-
armc Luizen, een provinciaal „lation
Stockholm. Wij zijn er nn inderdaad
heel wat dichter bij de Pool.
Het is huiverig koud, ei- valt natte
sneeuw, gij zijt moe en zwaar in liet hootd
van den doorwaakten nacht. Nu eer-ri in
een hotel en eens flink uitgeslapen, al
vorens gij u een moenlng gaaf vormen over
dit gure land.
IV.
Stockholm oen van de mooisle sleden
der wereld, heel hel in de aardrijkskund#
boekjes. En wie er gewee-d zijn, zingen
odes op de slad, die haar paleizen spiegelt
in dc wateren van liet Malatmeer en van
de zeemuien, die dit meer met dc zee
verbinden.
Maar wie er geweest zijn, hebben Stock
holm in den regel in den zomer gezien,
in den Xomdschon zomer, die voor ons
Zuideilingen een bizondere aan]rekkelijk
heid moet hebben.
Wij hebben de mooie stad nn eig in
negligé gezien, liet was er-geweldig guur.
Er viel telkens een st Inii.ii, valst h, haul
licht, wij gevoelden zoo de nabijheid van
Petersburg, zno miel van Sjiitsbergen. Wij
werden er den cc Sen April op sneeuwbui
en getiacteenl, gelijk wij ze in Pallia nief
meer in Februari hebben Pieren daar lag
het ijs nog in de fjoidmi ofschoon liet den
laatslen .Maart tot drie uur bepankl waun
op bliaat was. En zoo konden wij niet onder
,.lloo heeft u uilgevonden dal wij
dat ik hier was?" vroeg zij plotseling.
„Bij toeval," luidde lief antwoord; dc
Peer zwaaide daarbij met zijn sigaar door
de lncht hetgeen beduiden nmesl, dat hij
alle verantwoording van zich af wilde wer
pen. „Hel toeval, en een onbedrieglijke
ingeving," 'ging hij voort, terwijl hij naast
haar plaats nam. liet is juist een geschikte
tijd Van 'l jaar om naar Eastbourne te
gaan. Een jonge dame van góede maat
schappelijke positie, die van huis wegloopt
om een rondreizende zangeres te worden,
zoude zulk een plaats bij voorkeur uit
kiezen. Ik ging dus eens naar Eastbourne,
dineerde en wandelde naar de pier warn,
z. oo als ik vooraf geïnformeerd had,
een uitstekend muziekgezelschap je hooren
zoju wezen. U ziet die verklaring is zoo
eenvoudig mogelijk."
De Pierrette zweeg een oogenblik, dt
Poer rookte stilzwijgend door; toon zeidc
zij:
„Ik begrijp niet waarom u mij opzoeken
wou ik begrijp niet waarom iemand zich
met zulko zaken wil bemoeien!"
De Peer nam langzaam zijn sigaar uit
zijn mond ,en keek met aandacht naar liet
gloeiende puntje.
„Ook die verklaring is doodeenvoudig,'
merkte hij na eonig stilzwijgen op „Toen
ik uw goede ouders aan het verstand bracht
dat er van een huwelijk tusschen u cn mijn
buitengewoon koppigen zoon Charlie geen
sprake kon wezen, daar Charlie geen cent
bez.il en ik zelf" voegde hij er bij met
een zucht „mij ten naastenbij ia den
zelfden toestand bevind, waren zij deze
zaak volkomen met mij eens, deden zelfs
de bekoring raken. Wij voelden ons erg
Xmks, wij deden ons best niet zoo kri
tisch te zijn. Maar het hielp niet. Het woord
van een svmp'athieken Kopenhagenaar, dal
Stockholm den naam en Kopenhagen de
daad heeft van mooiheid, wilde ons niet
uit don zin.
Maar spiegelen zich dan niet de Stnek-
holtnselie paleizen in de fjorden? Imloiduad
- maar de paleizen zijn wat grnol en de
fjorden zijn wat klein.
Op zichzelf is zoo'n fjoid mooi. Mooi wa
ter, een witte Looi erop, steeds nieuwe
grillige bochten, inderdaad het schilderijtje
is klaar. Doch zij zijn eentonig niet aan de
oevers 'dezelfde beplanting van berken en
dennen en 'de hoogtelijn is al even eentonig.
Er is niet voldoende hoog en laag, gelijk er
in heel Zuid-Zweden onvoldoende hoog en
lang is. Hel is alles eentonig gegolfd, van
een eentonigheid, die ons op den duur veel
meer verveelt dan de strakke verten der
vlakke landen.
En nu heeft de Zweed daar vlak bij die
fjorden oen stad gezet van reuzenhuizen,
een paleis dat. wel gemaakt schijnt om
een maximum aantal raamkozijnen onder
één gevel te brengen. En vlak daarbij Maal
een groot Rijksdagsgebnuw en heel vee!
andere groote gebouwen staan er in de
btnul zich te spiegelen: maar de spiegel
is te klein tegenover de reuzen gebouwen,
die weer te groot ook zijn voor de berg
jes in de buurt.
Trouwens groot doen, wil de Zweed
klaarblijkelijk altijd. Hij verkeert, onder de
suggestie van de geografische grootte van
zijn vaderland. Hij neemt het den Noren o.a.
zoo kwalijk, dat zij door htm afscheiding
het der Zweedsche regeering onmogelijk
hebben gemaakt haar gezanten tol ambas
sadeurs te doen verheffen. Vertelt men
hein dat liet zoo'n vel schrikkelijk lang eind
is van Malmö naar Stockholm dan luidt
het antwoord: gij kunt. nog twee, driemaal
zoo lang naar hel Noorden sporen uitslui
tend op Xweedschen grond.
Het is waar er wonen op dien gewel
dig gvonteii grond minder menschel dan
zelfs in Nederland en Zweden heelt imzc
koloniën niet, Doch zelfs dal krijgl de
Zweed niet klein Er zijn wel drie millioen
Zweden in Nooid-\merika, die Zweden
blijven. Zweden is groote mogendheid.
Er is wat raars in dien natioualen bots.
Maar toch ook goeds. De Zweed kan zich
verdedigen, hij heeft heel wal, over oor
zijn vaderland, hij gevoelt mitiomiKn
dan sommige inwoners van andere kleine
staten. En al vergelijkt hij zijn marine ten
onrechte met die van Duitschlaiul of Frank
rijk, hij gevoelt zich toch volk, stoer, zich
zelf,
Intussrhen heeft dat groot-doen alleriei
zondeilinge consequenties. Een daan an is
wol de lust om al die mooie gebouwen
neer to zetten. Dan zijn ook de woonhuizen
in Stockholm niet gezellig-klein als in Ko
penhagen of Nedetiaiul maar allemaal echte
huurkazernes van een groote Duitsche stad,
in straten, die aan de bekende Uuitscne
straten herinneren. Overal verdieping wo
ningen, overal liften, die men zeil bestunit
'de Zweed is zeer zeker Amerikaansch-
inodern op technisch gebied en telkens
groote breede straten, die er veelal slechts
wat kaal gegarneerd met men-chun uitzien.
Merkwaardig, ook Ameriknaiisch is te
toestand der wegen zoodia men de stad rit
is. Vermoedelijk ten gevolge van de vele
sneeuw win en de wegen Luiten bcpaajd heel
slecht. Eu zóó noimaal schijnt die Hechte
toestand te zijn, dat men houten trottoirl-
jes gelegd heeft naast de landwegen in de
wat meer bewoonde plaatsjes buiten Stock
holm en dat er een afzet van overschoenen
is om alle Noderlandsche sohoenwinkeliers
jaloersch te maken. Iedereen draagt over
schoenen: de eliefs der vele kleine, gore,
houten stationnetjes, die zoo weinig variatie
bieden op dat lange eind MalmöStock
holm, de kinderen en de werklui en de
nndere mcuschen en iedereen, zoodat de
Zweedsche vestiaire niet compleet is als
er onder niet rijen bakjes zijn voor de
overschoenen.
De Zweed is dan vorder heel modern.
Wal dc telefoon in hut Zweedsche kven
bcteekent, is haast niet duidelijk te maken.
Iedereen telefoneert voortdurend. Op elke
hotelkamer, op een schip dat pas vastge-
rneerd is, overal telefonen, die druk ge
bruikt worden. F.n overal op de groote
straten grappige telefooncellen, open van
onder, die blijkbaar in een algemeen ge
voelde behoefte voorzien.
Hier trouwens reiken Kopenhagen en
Stockholm elkaar do hand. gelijk in 1 eiJe
steden een overmatig gelmiik van huurau
to'» gemaakt wordt, die er vei bazend goed
koop en goed zijn. Heelt met een Kopen»
haagsclu: automaatschappij aan alleriei ho
tel» en cnEé's ap.ul tdelooi.,nestellen aan-
gobrachl, die uitsluitend uclmiikl worden
om. auto's te bestellen? En zoo wijst men
dan ook in Kopenhagen al» in Stockholm
een mulctw ot»eh aapje na als een mens
waardigheid, bestemd om nu heel spoedig
in een ol' ander open-luclit-mu»oiun als his
torische inetkwaatdigheid lu worden rond
gereden.
Dit is een punt van overeenstemming.
Doch hoe geweldig veel punten van ver-
schil tusschen het losse, gmeieuse, vlugge,
werold-ehe en wereldsloedschc Kopenha
gen mei bet blije liehtgescbitler zijner vr ,o-
lijke winkel-Haten, en het stille-, provinci
ale sombere, groot- en -ongenaakbaardoende
Stockholm, waai de kunst om wol te leven
alleen beoefend wordt ver van de str at,
aclitei de dubbele, vensters der groote, man*
kaïaklei'looze en gemeenplaatsige huutka-
zurnes of in één hm*], heel giool ho'-ri,
eön stad in een stad, waar wij onze lereis
hun best, zoo als ge zult weten, eeuigen
drang Dij u uit to oefenen, opdat go uw
hart en hand aan een ander zoudt suhen
ken."
„Aan een predikant!" zoi Perrielle met
een verachtelijke beweging van hel hoofd.
„In ernst, vindt u mij' eejj meisje om met
een predikant te, „trouwen?"
De Peer zag l«É;ur eeuigc oogeublikken
nadenkend aan.
„Neen, eerlijk gezegd, neen, of hij moest
zeer gevanceerd zijn in zijn begrippen.
Eigenlijk gezegd .kan ik ook niet zeggen
dat u een jong meisje is om met iemand
te trouwen die geen cent 'bezit. Daaren
boven beschouvije ik het als een nood/.akc
lijkhcid dat Charlie een rijke vromv trouw
de; dat drukte ik hem voortdurend op het
hart. Ik heb meer gedaan clan dat. Ik heb
een rijke vrouw voor hem gezocht en go-
vonden een Amerikaanselie erfdochter
met 40.000 pond inkomen 's jaar». Ik bracht
haai' (overdrachtelijk gesproken") aan zijn
voeten en hij vertrapte haar (eveneens in
overdrachtelijken zin) die dwaze jongen!
Waarom 1 Omdat hij besloten luid met een
ander te trouwen."
„Verbaast u dal?" vroeg de Pieuelle met
een uitdagendon blik.
•Do Peer zag baar aan en boog.
„Neen," zeide hij langzaam, „dat niet.
Do eenige goede eigenschap, die t'h.ulio
van mij geërfd schijnt le hebben, is een
lastig schoonheidsgevoel. Ongelukkig gaat
het bij bom niet gopaard met hetgeen men
noemt gezond verstand. Hel is niet mo
gelijk met bom le redeneoren. En toen ver
maningen geen uitweiking hadden, bel) ik
mijn vaderlijk gezag gebruikt. Hij weigerde
mij te gehoorzamen!"- r
„Lieve jongen!" fluisterde de Pierretle.
„Ik beh hem bevel gegeven met de rijke
erfgename'"te^.trouwen. Hij is mijn huis
uifgeloupen." x
De Pierrette knikte vroolijk. „.Ta, dat wist
ik."'
„Daar twijfel ik niet aan. Veertien da
gen geleden is hij het huis uilgeloopen
daar hij verzuimd heeft mij zijn adres .op.
te geven, ben ik niet in staat hem te silvij-
ven. Ken paar dagen geleden heb ik cen
ter van uw vader gehoord, dat u ook ligt
lm is was uilgeloopen en een briefje tot
verklaring had achtergelaten. Dit briefje be
helsde hel bericht, dat u van plan was u
bij een muziekgezelschap aan te sluiten
voor dezen zomer cn uw ouders vriendelijk
verzocht zich niet verder om u te bekom
meren. Wat dit betreft, bet doet mij ge
noegen in staat te wezen u tc zeggen, dat
uw ouder» getracht hebben strikt aan uw
verlangen tc,voldoen.
„Dat is afschuwelijk van hen!" riep de
Pierrette uit. „Verbeeld u, dat ik mij zelf
was gaan verdrinken !"-
„Uw vader heeft mij verzekerd, da! hij
een te hoogon dunk had van uw waarheids
liefde om ceu dergelijk vermoeden to koes-
leren. Hij scheen zich in 't geheel niet over
uw veiligheid le verontrusten."
De Pierretle beet zich op de lippen.
„Ga voort," zeide zij.
„Ik ga voort. Toen ik hoorde, dat u
uw ouderlijk huis liadt verlaten on u bij een
muziekgezelschap Piorrol aangesloten, kreeg
ik ceu soort van ingeving. „Charlie is met
haar meegegaan", riep ik uit, „Ze zijn ze
ker samen woggoloopen