65"" Jaargang. No. 13885 Derde Blad Zaterdag 6 April 1912 Een eindje naar de Pool, De Pierrette er de Peer, i in. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, n ét uitzondering van Zon-"en Feestdagen, Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V. 1 a a r cl i n g o n fl, 1.25, franco per post II. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en'VlaardingenlO cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. "i Advertentiön voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiön: Van 1—6 regels fl.0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiön b'ij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan hot Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advortentiën opgenomen tot den prijs van. 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. Voelt de lezer als wij, dan zijn wij h'euscli al een eirul naar do Noordpool) in Kopenhagen. Doch de Kopenhagenaarè zijn hel absoluut .niet niet u eens. 'Zij verzekeren u om strijd, dal heit hier heuscliniet kouder is dan in Nederland. F.n gij doet den beminnelijke!!, gemakke lijk levende mcnstlien, gaarne het pleizicr van niet te vinden dat het zao kond is, al zingt hel ook in u „Kern im Süd das scliöno Holland" en al rilt gij van tijd tot tijd mei de gedachte: „Hé, nu zou het in Holland toch warmer zijn!" Slechts op één punt erkennen zij cvn tekortkoming: zij hebben geen lente. Het is hoer]ijk, zacbt, aangenaam weer en dat heet zomer, of het is guur, koud, regen achtig, waaierig en dat alles te samen heet winter. Anne Deen se lm dichtere. Gij hebt dus nog minder gelegenheid de. lente voor u te laten „zitten" dan do Hóllandsche. En do hemel weet met hoe weinig zitdagen die Lel al móeten doen! Intusschen wij hebben niet te kla gen. Een Zondag op het platteland te Halte, waar onze bekwame hulpvaardige en beminnelijke consul-generaal woont, was voor ons onvergetelijk. Dat was Noordsche muziek, daar was het smeltende, hot zach te, hel-„zuidelijke", dat ons in deze mu ziek zoo vreemd aandoet. Prachtige licht effecten en luchten, somberder, minder ge nuanceerd, maar in liet. sooi't even mooi als de Zuid-Hóllandsche, boven een land schap vol variatie, een Gcldersch land schap, maar met prachtige meren, wijde, blijde vergezichten en zonder de moderne, poenige cottages, waaraan me nzich in Holland te builen gaal. Hd is waar. de bergen boren er hun toppen niet in de wolken, het staat veer beter in Meijringeai clan in Röskikle geweest te zijn, doch in veel opzichten is Denemarken ten minste even mooi en in zoo heel veel opzichten is het nieuw en interessant. En daarenboven bizonder aantrekkelijk voor ons Nederlan ders, die daar niet alleen veel herinneringen uil onze vroegere gesciiiedenis vinden, maar bovendien zon heel weel dingen die aan huis herinneren, die daar hetzelfde zijn, die ons ei dadelijk (huis doen gevoelen. liet is er alle-, zno gezellig en zoo knus, zonder' dat hel gezellige en liet knusse et het groote uitsluit. Wij hebben dat alles zoo bizonder leeten apprecieeren, omdat wij nn Denemarken met Zweden hebben kennisgemaakt. Hel is een opmerkelijkste gensteHing, tusschen Zweden en Denemar ken. tusschen' het groote, sombere Noord door EMERIE IWUfH B RAMAN. De Pierrette begon juist te z.ingon toen de Peer, een hoog adelijk Engelseh edel man, op eon leegeii stoel aan clo achterst' lij plaats nam en toen zij eindigde met,een alleraardigst,-coquet glimlachje, dat hel pu bliek opgewonden maakte van .ge» t drift en de aandacht trok van den Peer, streek lu; over zijn snor en fronste ecu weinig d< wenkbrauwen, liet trof hem dat de uitdruk king van haar gezichtje niet geheel in du omgeving paste en dat hel cosluum van oer Pierrotte, hoe aardig hol mocht slaan als vermomming, zeer veel te. wenschen óvoi liet. Toen hel concert was afgeloopen, begaf hij z.ich naar de trap waarlangs dc metL- woi'ker.s moesten afdalen en toen de Pier rotte beneden kwam, ging 'hij rodelrocht op haar af en nam zijn hoed af, „Goeden avond I" zei hij. De Pierrette schrikte, 't was of zij zich schuldig gevoelde, zij bleef even op do trap staan. „Lieve hemel!" riep z.ij, „Is u daar?" „.la, dat geloof ik wel. Mag ik u feli- citeeren, U heeft een allerliefste stem." „Dank u," fluisterde zij zedig. „Hel is natuurlijk heel aardig van u, maar" Zij zweeg eensklaps en wierp een vluclitigeU blik om zich heen. De Peer lachte, „Wat heeft u J?8; sclie en Russische Zweden, dut in elk op zicht wat ruim in zijn kleerai z.il, en het gezellige, eenvoudige, haast-Nedei Umdsché Denemarken, Is hel ons du» vergund onze' indrukken van Denemarken nog wat nader pjee te doelen, dan moeten wy onze lezers verzoeken in 's hemelsnaam maar mei ons de boot te bestijgen die ons over de Sorul zal brengen, waar wij te Malmü Idea nacht trein mi,ar Stockholm zullen m-men. Daar gaan de lichten van het lichtende Kopenhagen al schuil, op He boot waren zwijgende vierkante gestalten rond, die ons met al hun bonten jassen in de gewenschtfe Xooidpoolreis-stermniflg brengen wij gaan noordwaarts. In MaJmö is het provinciestad-duister en aan liet station vinden wij in hef halfduister de groote Zweerlsche slaapwagens van den Stocktioimeiire-in klaar staan. Om 10.10 zal die affluiten en om 4.42, O1/-' uur laf er, zal die voor het eerst weer stoppen te Linkü- ping, dat Lintsjóppiug wordt uitgesproken. Dan nog oens stoppen te Norrfsjöpping (Norrköping) en dan zijn wij om S.ö.'l te Stockholm. Bijna elf uur in die slaapwagens, dat maakt indruk op de reizigers. En dezen drentelen rond niot het zonderling onrus tige gevoel van nienscJien, die ten minste zeer onzeker zijn, hoeveel oogen zij wel zul len dichtdoen. Eindelijk daar is het tijd, de trein gaat. weg, het onbekende Noor den in. De wagens zien er potig uit, al is het wat vreemd, dat zij geen harmonica's heb ben en men in de zijgangen dus van tijd tot tijd niet zeer zachtmoedige lucht, uit do voor opengedane deur krijgt. Doch al spoedig verdwijnen db reizigers, de een na den an der, in hun hokken. Wij behoo.ren tot de bevoorrechten in onze halve coupee is maar één.bed. Men kan zich dus betrekke lijk rustig uitkleeden als in een hotelslaap- kamerlje, al blijft de beweging vreemd. In do wand tegenover het bed zit een uil- slaande waschgelegenheid (en daaronder een uitslaand nachtkastje) waardoor het ge weld van 'hjot tremgestommel met extra kracht naar binnen komt. Zoo goed 'en zoo kwaad het gaat kan men zich wasschen, 'dan het licht neer, de deur nog weer verzekerd, de luchtverversching geregeld en men kruipt in het heldere lin nen van het becl. En nu gelukkig hij, die er niets vreemds in vindt om zoo slapende voortgereden te worde.n, om daar maar door "onbekend land naar 'do Noordpool gekruid te worden. Ge lukkig bij. die van hel stoppen niet wak ker wordt en evenmin gestoord wordt door leven op 'de stations, wat trouwens op deze lijn weinig voorkomt, daar de stati ons bijna alle onbelangrijk zijn en de trei nen niet liet lawaai maken, zonder hetwelk men zich iu Holland een goed-ingerichten trein niet 'kan denken. teide? Dat wist ik niet. Ik hoopte dat u mij deeer zou aandoen mijn geleide aan te nomen - ten minste voor'vanavond.' De Pierrede merkte het ironische in zijn stem op en zij fronste eon weinig het voor hoofd. „Als u van plan is onaangenaam te we zen," „Dat ben ik niet. Integendeel, ik ben liet tegendeel van plan; zeer aangenaam. Beschouw mij, als u zoo goed wilt zijn, als iemand die in mi totaal nieuwe rol voor u optreedt dat is geloof ik de ge ijkte term voor. het tooneel. Maar pardon mag ik u eveni'vragen, waar'hij naar toe gaan?" T)e Pierrotte stond even stil. „Ja, 'ik won naar huis gaan." „Als wij eens naar .hel eind van do pier wandelden en daar wat gingen zitten. Dan kunnen wij gezellig 'praten zonder ge stomal te worden en later kan ik u naar huis brengen. hm" de Pierrede volgde hem met een gebaar van 'beilisting. „indien u er op gesteld is." „Ja, dat hen ik." En de Poor wees naar een beschut plekje. Do Pierrette draaide haastig het lioofd om, keek adder zich, en ging zitten. Haar metgezel hielde zachtjes. „Ja," merkte hij op, alsof, hij haar on uitgesproken gedachte beantwoordde: „Ik dacht ook dal ik een voetslap achter ons hoorde; maar ik zie niemand." Zij trok haar avondimudo! o,,i haar schouders en ging op liet puntje van de bank zitten, terwijl de Peer een nieuwe sigaar opstak, Stoppen doel 'de trein telkens. Het is enkel spoor en dus moet hij telkens wade ten, terwijl Vermoedelijk ook du locomotief nog al 'eens wat noodig zal bobben. Maar slapen! Ho maar! Telkens als do tie.invaai'1 mindert, of slofl, woidt gij weer heelemanl wakker, als gij nog geslapen hebt! En «lan gaal het .gedreun weer "beginnen) al maar verder van huis, in dat onbekende, Eindelijk dan komt de morgen. Door le reien van gordijnen kruipt liet trage licht. Nu wilt gij toch wel eens weten', waar gij zijl. Een blik naar builen, .'fa het is Noorde lijker. Al ma,ar dun bosch, met de witte plekken van nog bevroren meertjes of plas sen, al maai' beiken cn dennen, zoo nu cn clan een buisje, geschilderd in dof onder wereld-rood, magere veertjes met heel veel steonjrn en hekken op de Alpenweiden, liet heele landschap voortdurend licht golvend, zonder groote hoogten of laagten en daarbo ven dc Hieste grijze, druilluchten, waarin een raar, wit schemerlicht. Het is het ge droomde barre Noorden. Weer ligt gij, weer duurt het een pa(ar uur, weer kijkt gij eens uit én weer herken on dennen en bruinen ondergrond en witte plekken en droef, droef licht. Daar kond men wekken. Stockholm gaat naderen. Gij krijgt koffie, liet gaat sneeuwen buiten, daar komt meer water en dan ineens een paar tunnels, paleizen, kasten van 'huizen, water, weer paleizen, kleur- armc Luizen, een provinciaal „lation Stockholm. Wij zijn er nn inderdaad heel wat dichter bij de Pool. Het is huiverig koud, ei- valt natte sneeuw, gij zijt moe en zwaar in liet hootd van den doorwaakten nacht. Nu eer-ri in een hotel en eens flink uitgeslapen, al vorens gij u een moenlng gaaf vormen over dit gure land. IV. Stockholm oen van de mooisle sleden der wereld, heel hel in de aardrijkskund# boekjes. En wie er gewee-d zijn, zingen odes op de slad, die haar paleizen spiegelt in dc wateren van liet Malatmeer en van de zeemuien, die dit meer met dc zee verbinden. Maar wie er geweest zijn, hebben Stock holm in den regel in den zomer gezien, in den Xomdschon zomer, die voor ons Zuideilingen een bizondere aan]rekkelijk heid moet hebben. Wij hebben de mooie stad nn eig in negligé gezien, liet was er-geweldig guur. Er viel telkens een st Inii.ii, valst h, haul licht, wij gevoelden zoo de nabijheid van Petersburg, zno miel van Sjiitsbergen. Wij werden er den cc Sen April op sneeuwbui en getiacteenl, gelijk wij ze in Pallia nief meer in Februari hebben Pieren daar lag het ijs nog in de fjoidmi ofschoon liet den laatslen .Maart tot drie uur bepankl waun op bliaat was. En zoo konden wij niet onder ,.lloo heeft u uilgevonden dal wij dat ik hier was?" vroeg zij plotseling. „Bij toeval," luidde lief antwoord; dc Peer zwaaide daarbij met zijn sigaar door de lncht hetgeen beduiden nmesl, dat hij alle verantwoording van zich af wilde wer pen. „Hel toeval, en een onbedrieglijke ingeving," 'ging hij voort, terwijl hij naast haar plaats nam. liet is juist een geschikte tijd Van 'l jaar om naar Eastbourne te gaan. Een jonge dame van góede maat schappelijke positie, die van huis wegloopt om een rondreizende zangeres te worden, zoude zulk een plaats bij voorkeur uit kiezen. Ik ging dus eens naar Eastbourne, dineerde en wandelde naar de pier warn, z. oo als ik vooraf geïnformeerd had, een uitstekend muziekgezelschap je hooren zoju wezen. U ziet die verklaring is zoo eenvoudig mogelijk." De Pierrette zweeg een oogenblik, dt Poer rookte stilzwijgend door; toon zeidc zij: „Ik begrijp niet waarom u mij opzoeken wou ik begrijp niet waarom iemand zich met zulko zaken wil bemoeien!" De Peer nam langzaam zijn sigaar uit zijn mond ,en keek met aandacht naar liet gloeiende puntje. „Ook die verklaring is doodeenvoudig,' merkte hij na eonig stilzwijgen op „Toen ik uw goede ouders aan het verstand bracht dat er van een huwelijk tusschen u cn mijn buitengewoon koppigen zoon Charlie geen sprake kon wezen, daar Charlie geen cent bez.il en ik zelf" voegde hij er bij met een zucht „mij ten naastenbij ia den zelfden toestand bevind, waren zij deze zaak volkomen met mij eens, deden zelfs de bekoring raken. Wij voelden ons erg Xmks, wij deden ons best niet zoo kri tisch te zijn. Maar het hielp niet. Het woord van een svmp'athieken Kopenhagenaar, dal Stockholm den naam en Kopenhagen de daad heeft van mooiheid, wilde ons niet uit don zin. Maar spiegelen zich dan niet de Stnek- holtnselie paleizen in de fjorden? Imloiduad - maar de paleizen zijn wat grnol en de fjorden zijn wat klein. Op zichzelf is zoo'n fjoid mooi. Mooi wa ter, een witte Looi erop, steeds nieuwe grillige bochten, inderdaad het schilderijtje is klaar. Doch zij zijn eentonig niet aan de oevers 'dezelfde beplanting van berken en dennen en 'de hoogtelijn is al even eentonig. Er is niet voldoende hoog en laag, gelijk er in heel Zuid-Zweden onvoldoende hoog en lang is. Hel is alles eentonig gegolfd, van een eentonigheid, die ons op den duur veel meer verveelt dan de strakke verten der vlakke landen. En nu heeft de Zweed daar vlak bij die fjorden oen stad gezet van reuzenhuizen, een paleis dat. wel gemaakt schijnt om een maximum aantal raamkozijnen onder één gevel te brengen. En vlak daarbij Maal een groot Rijksdagsgebnuw en heel vee! andere groote gebouwen staan er in de btnul zich te spiegelen: maar de spiegel is te klein tegenover de reuzen gebouwen, die weer te groot ook zijn voor de berg jes in de buurt. Trouwens groot doen, wil de Zweed klaarblijkelijk altijd. Hij verkeert, onder de suggestie van de geografische grootte van zijn vaderland. Hij neemt het den Noren o.a. zoo kwalijk, dat zij door htm afscheiding het der Zweedsche regeering onmogelijk hebben gemaakt haar gezanten tol ambas sadeurs te doen verheffen. Vertelt men hein dat liet zoo'n vel schrikkelijk lang eind is van Malmö naar Stockholm dan luidt het antwoord: gij kunt. nog twee, driemaal zoo lang naar hel Noorden sporen uitslui tend op Xweedschen grond. Het is waar er wonen op dien gewel dig gvonteii grond minder menschel dan zelfs in Nederland en Zweden heelt imzc koloniën niet, Doch zelfs dal krijgl de Zweed niet klein Er zijn wel drie millioen Zweden in Nooid-\merika, die Zweden blijven. Zweden is groote mogendheid. Er is wat raars in dien natioualen bots. Maar toch ook goeds. De Zweed kan zich verdedigen, hij heeft heel wal, over oor zijn vaderland, hij gevoelt mitiomiKn dan sommige inwoners van andere kleine staten. En al vergelijkt hij zijn marine ten onrechte met die van Duitschlaiul of Frank rijk, hij gevoelt zich toch volk, stoer, zich zelf, Intussrhen heeft dat groot-doen alleriei zondeilinge consequenties. Een daan an is wol de lust om al die mooie gebouwen neer to zetten. Dan zijn ook de woonhuizen in Stockholm niet gezellig-klein als in Ko penhagen of Nedetiaiul maar allemaal echte huurkazernes van een groote Duitsche stad, in straten, die aan de bekende Uuitscne straten herinneren. Overal verdieping wo ningen, overal liften, die men zeil bestunit 'de Zweed is zeer zeker Amerikaansch- inodern op technisch gebied en telkens groote breede straten, die er veelal slechts wat kaal gegarneerd met men-chun uitzien. Merkwaardig, ook Ameriknaiisch is te toestand der wegen zoodia men de stad rit is. Vermoedelijk ten gevolge van de vele sneeuw win en de wegen Luiten bcpaajd heel slecht. Eu zóó noimaal schijnt die Hechte toestand te zijn, dat men houten trottoirl- jes gelegd heeft naast de landwegen in de wat meer bewoonde plaatsjes buiten Stock holm en dat er een afzet van overschoenen is om alle Noderlandsche sohoenwinkeliers jaloersch te maken. Iedereen draagt over schoenen: de eliefs der vele kleine, gore, houten stationnetjes, die zoo weinig variatie bieden op dat lange eind MalmöStock holm, de kinderen en de werklui en de nndere mcuschen en iedereen, zoodat de Zweedsche vestiaire niet compleet is als er onder niet rijen bakjes zijn voor de overschoenen. De Zweed is dan vorder heel modern. Wal dc telefoon in hut Zweedsche kven bcteekent, is haast niet duidelijk te maken. Iedereen telefoneert voortdurend. Op elke hotelkamer, op een schip dat pas vastge- rneerd is, overal telefonen, die druk ge bruikt worden. F.n overal op de groote straten grappige telefooncellen, open van onder, die blijkbaar in een algemeen ge voelde behoefte voorzien. Hier trouwens reiken Kopenhagen en Stockholm elkaar do hand. gelijk in 1 eiJe steden een overmatig gelmiik van huurau to'» gemaakt wordt, die er vei bazend goed koop en goed zijn. Heelt met een Kopen» haagsclu: automaatschappij aan alleriei ho tel» en cnEé's ap.ul tdelooi.,nestellen aan- gobrachl, die uitsluitend uclmiikl worden om. auto's te bestellen? En zoo wijst men dan ook in Kopenhagen al» in Stockholm een mulctw ot»eh aapje na als een mens waardigheid, bestemd om nu heel spoedig in een ol' ander open-luclit-mu»oiun als his torische inetkwaatdigheid lu worden rond gereden. Dit is een punt van overeenstemming. Doch hoe geweldig veel punten van ver- schil tusschen het losse, gmeieuse, vlugge, werold-ehe en wereldsloedschc Kopenha gen mei bet blije liehtgescbitler zijner vr ,o- lijke winkel-Haten, en het stille-, provinci ale sombere, groot- en -ongenaakbaardoende Stockholm, waai de kunst om wol te leven alleen beoefend wordt ver van de str at, aclitei de dubbele, vensters der groote, man* kaïaklei'looze en gemeenplaatsige huutka- zurnes of in één hm*], heel giool ho'-ri, eön stad in een stad, waar wij onze lereis hun best, zoo als ge zult weten, eeuigen drang Dij u uit to oefenen, opdat go uw hart en hand aan een ander zoudt suhen ken." „Aan een predikant!" zoi Perrielle met een verachtelijke beweging van hel hoofd. „In ernst, vindt u mij' eejj meisje om met een predikant te, „trouwen?" De Peer zag l«É;ur eeuigc oogeublikken nadenkend aan. „Neen, eerlijk gezegd, neen, of hij moest zeer gevanceerd zijn in zijn begrippen. Eigenlijk gezegd .kan ik ook niet zeggen dat u een jong meisje is om met iemand te trouwen die geen cent 'bezit. Daaren boven beschouvije ik het als een nood/.akc lijkhcid dat Charlie een rijke vromv trouw de; dat drukte ik hem voortdurend op het hart. Ik heb meer gedaan clan dat. Ik heb een rijke vrouw voor hem gezocht en go- vonden een Amerikaanselie erfdochter met 40.000 pond inkomen 's jaar». Ik bracht haai' (overdrachtelijk gesproken") aan zijn voeten en hij vertrapte haar (eveneens in overdrachtelijken zin) die dwaze jongen! Waarom 1 Omdat hij besloten luid met een ander te trouwen." „Verbaast u dal?" vroeg de Pieuelle met een uitdagendon blik. •Do Peer zag baar aan en boog. „Neen," zeide hij langzaam, „dat niet. Do eenige goede eigenschap, die t'h.ulio van mij geërfd schijnt le hebben, is een lastig schoonheidsgevoel. Ongelukkig gaat het bij bom niet gopaard met hetgeen men noemt gezond verstand. Hel is niet mo gelijk met bom le redeneoren. En toen ver maningen geen uitweiking hadden, bel) ik mijn vaderlijk gezag gebruikt. Hij weigerde mij te gehoorzamen!"- r „Lieve jongen!" fluisterde de Pierretle. „Ik beh hem bevel gegeven met de rijke erfgename'"te^.trouwen. Hij is mijn huis uifgeloupen." x De Pierrette knikte vroolijk. „.Ta, dat wist ik."' „Daar twijfel ik niet aan. Veertien da gen geleden is hij het huis uilgeloopen daar hij verzuimd heeft mij zijn adres .op. te geven, ben ik niet in staat hem te silvij- ven. Ken paar dagen geleden heb ik cen ter van uw vader gehoord, dat u ook ligt lm is was uilgeloopen en een briefje tot verklaring had achtergelaten. Dit briefje be helsde hel bericht, dat u van plan was u bij een muziekgezelschap aan te sluiten voor dezen zomer cn uw ouders vriendelijk verzocht zich niet verder om u te bekom meren. Wat dit betreft, bet doet mij ge noegen in staat te wezen u tc zeggen, dat uw ouder» getracht hebben strikt aan uw verlangen tc,voldoen. „Dat is afschuwelijk van hen!" riep de Pierrette uit. „Verbeeld u, dat ik mij zelf was gaan verdrinken !"- „Uw vader heeft mij verzekerd, da! hij een te hoogon dunk had van uw waarheids liefde om ceu dergelijk vermoeden to koes- leren. Hij scheen zich in 't geheel niet over uw veiligheid le verontrusten." De Pierretle beet zich op de lippen. „Ga voort," zeide zij. „Ik ga voort. Toen ik hoorde, dat u uw ouderlijk huis liadt verlaten on u bij een muziekgezelschap Piorrol aangesloten, kreeg ik ceu soort van ingeving. „Charlie is met haar meegegaan", riep ik uit, „Ze zijn ze ker samen woggoloopen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 9