§5"" laargang. Zaterdag 5 October 1912. Wo. 14037 Derde Blad V Tegen de protectie in de Veree- nigde Staten. Ho© baas [Peter aan zijn vrouw kwam. ALLERLEI. Deze courant verschijnt d a g e I rj k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Klaardingen fl. 1.25,- franco per poat fl. 1.66. Prijs per week: Voor Schiedam en Ylaardingen IQ cent. 'Afzonderlijke nummers 2 cent. I 'Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Adverfentiën Voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Havon No. 141 (hoek Korte Haven). Brjjs der A d v e 11 e n ti nVan 1—6 regels fl. 0.92 j iedere ïegel meer: IS cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Adyertentiën gij abonnement op yoordeelige yoorwaarden. Tarieven hietïan zijn gratis aan het Bureau te. gekomen. In 'de. nummers, 'die Dirts'dag-, Donderdag- èn Zaterdagavond Slrschqnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs £an ftents pes advertentie, gij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. Wij, Nederlanders, zijn gowoon wat ach teraan te komen. Onze voorzichtigheid brehgt dit mee. Niet altijd moge het in ons voordeel zijn, in éón geval is hot dit nu toch wèl. Wij bedoelen bij het volgen van do lichting, door andere, groolerc naties dan wij, ingeslagen in de handelspolitiek. Door ons achleraankomen in dezen ver- kcereu wij in de gelukkige^omstandigheid, dat wij ons voordeel kunnen doen mot hetgeen tot ons komt op grond der er varingen, opgedaan in de landen, welker tarief-muur het hoogst is opgetrokken, en waar de strooming onder de ingoslotenen het krachtigst wordt ,oin zich van de be knelling te ontdoen. Wij willen ditmaal niet over Duitsch land spreken, na al hetgeen in de laatste maanden reeds van daar is vernomen, doch eens den blik richten na.ir de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, waar de Pre- sidents-verkiezing staal in het teeken der tarief-herziening. Alle drie de p;utijen beloven verlaging dor invoerrechten, do Republikeinen en Democraten nochtans in geringer mate en minder van harte clan de Progressisten. Algemeen wordt erkend, dat de oplossing van het arbeidsvraagstuk ten nauwste sa menhangt met het stelsel, dat kunstmalig omhoog houdt alle prijzen de loonen, maar ook do uigtaven voor de eerste le vensbehoeften. Dat ei' een breede schaar van inwoners der Vereenigde Staten is, die meer lijdt door do hooge prijzen dan geniet van do hooge loonen, kan niet worden ontkend, als men weet, dat er bijv. in de mijnen dagloonen worden betaald van 65 doll, centen. Henry George, een bekend Amerikaanse!: schrijver over economische onderwerpen, heeft het vraagstuk „Protectie of Vrijhan del" beschouwd van het standpunt van den arbeid, het behandeld in verband met de sociale vraagstukken. Hij heeft daarbij in de eerste plaats nagegaan, hoe hel mo gelijk is, dat 't beschermend, stelsel hij een deel van het volk zoo weinig tegenstand vindt, ofschoon het misleidend karakter der protectie reeds zoo vaak is aangetoond. De schrijver vergelijkt dc groote menigte bij een stier met een ring door den neus en met een lang louw vastgebonden aan een paal. Al grazende, heeft de stier hel touw om de paal gewonden, zoodat hij zich geheel heeft vastgewerkt, niet meer kan eten van liet weelderige gras, dat hem aan alle kanten omgeeft, en niet meer in staat is zich te ontdoen van do vliegen, die zich op zijn breede schoft hebben ge zet en zijn bloed zuigen. Nu en dan wor stelt liet dier tevergeefs, ten einde zich to bevrijden, om ten slotte, na oen smar telijk geloei, Ie vervallen in een stom be rusten in zijn lot.. Die stier, de verpor- Baas Peter is geen zonderli/ig; hij is oen gewoon men&ch; hij werkt vlijtig en tracht op eerlijke wijze wat ie verdienen. Toch heeft hij' een eigenaardigheid. Tel kens namelijk als er een reizend hand werksman hij hem aanklopt, moot Peter's vrouw het werk staken om voor den vreemdeling een lekkere struif te bakken. En menig handwerksgezel staat verbluft,, als hij1 een reispenning vraagt, daarvoor ln do plaats een heerlijke eierkoek te krij sen, Heerlijk gesmaakt hebben die eier koeken iedereen, maar niemand lieic ft ooit de reden geweten, waarom hij zoo heerlijk werd onthaald. Onze lezers zullen geen struif krijgen, uiaar zij' zullen toch weten, waarom op de hoeve van baas Peter dit kostelijk1 gerecht aan iederen handwerksgezel wordt voor- gediend. Be koekepan, waarin de struiven ver- ^en gebakken, is namelijk dc oorzaak ge weest, dat haas Peter zijn lieve on schoone "larie en haar mooie hoeve heeft gekregen, cn dit gebeurde juist, zooals wij het hier zullen - verhalen. Jaren geleden ging de oude boerin op soonlijking der massieve kracht, kan niei vrijkomen, omdat hij niet genoeg veisland heeft, ntn le begrijpen hoe. Gelijk die stier is de groote menigte, in afwachting van de onkelen, die haai den weg moeien wijzen. Want het zijn niet de koningen, noch de aristocraten, noch de grondbezitters, noch do kapitalisten, die in werkelijkheid do massa tot slavernij zou den kunnen brengen, doch dal kan uil- sluitend de onwetendheid van de groote menigte zelf. En dit springt het meest in het oog in die landen, waar het algc- mcen kiesrecht bestaat cn liet volk dus fle règecting, de wetgevende en de rech telijke macht feitelijk zelf in handen heeft. Henry George zegt zijn geheels boek door van die aardige, rake dingen, eenvoudig als iedere waarheid. Zoo bijv. als hij zich in engeren zin tot de bestrijding van hot protectionistische stelsel bepaalt zegt doze uitnemende menschenkenner, dat de genen, die persoonlijk belang hebben hij beschermende rechten, het 't gemakke lijkst vinden le gelooven. dat protectie in het algemeen belangd is. De nabijheid van hun eigen belang, op zoo korten af stand, maakt 1lat zij niet verder zien. Vrijhandel komt, in tegenstelling met pro tectie, niet ten goede aan eenig bijzon- d or belang, en dat wij de bctcekcnis daar van niet zoo sterk beseffen komt, omdat wij in den legenwoordigen stand der sociale moraliteit, voouleelcn of nadoelen, die ons mot onze medomenschen in het algemeen treffen, niet zoo intens gevoelen als die, welke zich aan ons in het bijzonder voor doen. Dit beteekent nu wel niet, dat de finnncioele voordeden van protectie vol doende zouden zijn, om de groote ver breiding dor theorie en do hardnekkigheid,- waarmede zij wordt aangehangen, te ver klaren, doch het is duidelijk, dat de gehate belangen een macht vormen, die krachtig haar invloed doet gevoelen bij het vestigen van een opinio en op do wetgeving, en die de oorzaak is, dat de velen, die gewoon zijn niet zelf te onderzoeken, do vaak ge hoorde lofliederen op do protectie ten slotte gaan nazingen. Opmerkelijk is ook, dat men in Noord- Amerika de Vrijliandelstheorie uit chau vinisme verwerpt als een uitvinding van Engelschen oorsprong, terwijl Amerika juist de protectie uit Engeland overnam, vóór dit land in 1846 den Vrijhandolskoers uitging. De Vrijhandel behoefde in Engeland trou wens evenmin tc worden uitgevonden als ergens anders. Immers Vrijhandel is de n a t u u r 1 ij k e handel de handel zonder kunstmatige beperking. Uitgevonden daarentegen moest worden de protectie. En zij is uitgevonden in En geland, lang vóór men aan do Vereenigde Stillen dacht. Toch is het tegenwoordige lolslehel van dit land naar de meening van don Ame rikaan, geen waie Vrijhandel. Ook binnen' landsehe tolheffingen zijn onbestaanbaar bij wei'kelijkcn vrijen handel, omdat zij noodig maken een cordon van tolbeambten, kust- bewakers en bagage-doorzoekers, en in Engeland aan invoerrechten toch nog opbrengen honderd millioen dollars. Ook hij een fiscaal tarief bestaat er dus geen werkelijke Vrijhandel. Voor den echten Vrijhandel moet ook in Engeland de strijd worden gestreden. Zoo ongeveer de Amerikaan. Hen ziet, hoe consecpient freetraders als de Amerikaansche progressisten fle Vrij liandelstheorie willen doorvoeren en in welke richting zij hun stier willen drij ven om hem vrij te maken van zijn paal. Laat die paal ons tot waarschuwing zijn. Peter's hoeve aan het struiven hakken. En toon zij een flinke hoeveelheid (dei hoedanigheid, was uitmuntend) gebakken had, klaar had, deed zij ze weer in do pan, plaatste deze op de gedekte tafel on ging de deur uit om familieleden, die aan het maaien waren, uit te noodigen, het middagmaal te komen gebruiken. Nauwelijks had de oude boerin lieL huis verlaten of cr traden twee reizende hand werksgezellen binnen, die een aalmoes kwamen vragen. Zij zagen niemand, doch worden do pan mot struiven gewaar. Of schoon hun geweten hen aan het zevende gebod herinnerde, zei de een: „Do menschen zijn her zeker allen ge storven, en do over' even den zijn de erf genamen." i Daarna namen zij de pan met eierkoe ken en vluchtten cr mee het bosoh in, plaatsten haar op het zachte mos en deden zich aan het heerlijk gerecht te goed. Zij aten zoo lang als zij konden. Do een was een kleermaker, hij at lang; de ander was schoenmaker en at nog langer. Eindelijk echter moesten zij het werk sta ken. ,llun magen waren geheel gevuld. Daar kwam een aardige blonde jonge man aanloopen, mot oen slok in de band cn con valies op den rug cn hij floot een vroolijk wijsje. „Kijk eens," zei dc snijder tot den schoenlapper, „dat is een collega van ons.,J' „Die kan ons mogelijk' uit den nood hel- BIJGELOOF BIJ AUTISTEN. Bijna alle schouwliurgartisten zijn in meerdere of mindere mate bijgeloovig, In 't bijzonder speelt hoi hoefijzer ook hij hen pen groote rol. Velen der aan den Theater- hemel schitterende sterren zijn van mee- ning, dat zij hun, vermaardheid voor een groot deel te danken hebben aan het feit, dat zich op den drempel van hun kleed kamer een zelf gevonden en eigenhandig vastgespijkerd hoefijzer bevindt. Hoe groot evenwel do vrees voor do mooie en toch ongelukbrengende pauweveor is, bewijst een voorval, dat zich kort geleden to Ber lijn afgespoeld heeft. Een jonge tooneel- speelster, die er zich op beroemde, in 't geheel niet bijgeloovig'te zijn, ontving kort voor de première van oen stuk een pracht- tigen waaier van panweveeren, en zij be sloot hem nog denzclfden avond te gebrui ken. Hoewel haar collega's haar smeekten don waaier tocii niet mee to nemen, luisterde zij niet naar hen en het stuk viel. Natuurlijk kregen de p au we vee ren daarvan de schuld. Dat begreep ook de jonge actrice, en zij verbrandde den volgenden morgen den kostbaren waaier, opdat hij haar geen verder onheil zou aanbrengen. Tot do vele andere bijgeloovighedcn, waar door dc sciiouwburg-arlisten zich sterk la ten beïnvloeden, behoort ook de mcening, dat oen stuk geen opgang zal maken, wan neer hij de repetities de slotwoorden reeds worden uitgesproken. Dc medewerkende peisoon, van wiens lippen dc laatste zin moet komen, zorgt er dus wijselijk voor, het ongeluk niet uit te lokken, en gewoon lijk worden de laatste tien of twaalf woor den dooi' den schrijver zelfs niet neer geschreven, maar eerst op den avond der uitvoering van zijn stuk op een kaartje don acteur tor hand gestold. Dat men met natte handen geen deuren openmaakt noch met was geboende meube len aanpakt. Dat men vóór het opmaken der bedden do handen wascht en een schoon schot t voordoet. Dat men in de keuken geen schoenen poetst of kleeren uitborstelt, maar daar mee naar een afzonderlijke ruimte gaat of naar buiten. Dat de bodems van de pannen ook van buiten schoon moeten gehouden worden, daar er zich anders bij het koken een on aangename geur verspreidt. Dat melkpannen nooit tegelijk met an dere vette pannen mogen wox'dcn schoon gemaakt, dat ze dikwijls met soda moeten uitgekookt en met frisch water uitgespoeld moeten worden. Dat, nadat de spijzen uit de pannen zijn gedaan, dadelijk warm water in de ledige pannen wordt gegoten, opdat de resten beier loslaten. Met dit water mag echter nooit worden orngewasschen; reuk en smaak zou den dan den volgenden dag nog te bomer ken zijn. Dat men de messen nooit met de heiten in het water mag leggen; de lijm zou zich dan oplossen en het mes uit het heft gaan. Dat men zilver nooit met andere voor werpen, vooral niet met scherpe blikken lepels, gewone messen en vorken in het zelfde waschwater doet. Dat men bij fijn porselein het water niet ai te heet neemt, daar anders het glazuur te lijden heeft. Hot dienstmeisje moot verder weten, dat 't niet aan de deur luisteren mag en niet met de keukenschort in de kamer mag komen. WAT ELK DIENSTMEISJE WETEN MOET. Dat men iederen morgen, goed gewas- schen, mot glad gekamd haar, mot niel- krakende schoenen, netjes aangekleed aan liet Werk gaat. Dat men. don heer en de vrouw des huizes vriendelijk „goeden inoigen" zegt. Dat men bij het werk zoo mogelijk geen gemisch maakt, niet mot deinen slaat, niets op den grond laat vallen of hard neerzet. pon", antwoordde de lapper, op liet restant der struiven kijkende, 't welk nog in de pan was. i i „(Hola, broeder", riep de snijder, „je bent zeker een rentenierende zadelmaker en ge hebt waarschijnlijk honger ?V „Ik ben een schrijnwerkersgezel,'' ant woordde de jonge man. „Nu, dan heb je nog meer honger. Ge- lukskerel, kom hier, we vieren vandaag feest. Laat ik u vertellen, edele kasten maker, cm boer van gindscho hoeve heeft vandaag om kalf mot twee koppen gekre gen en uilouter vreugde over deze zleld- zamc gene uiten is, heeft hij ons een feest iel. Zie maai' eens, welk een heerlijk eten in die koekepan. Ais jc Just hebt, eet dan maar toe." De schrijnwerker, die nog niet gegelen had, ging dus op het mos zitten en begon dapper de overgebleven eierkoeken to ver orberen. i i ,,'t Js vandaag do vierde dag, dal ik op reis lien, maar de eerste, dat ik wat goeds te eten heb gekregen. Ik dank u icr hartelijk voor." „Te danken hebt ge liet tweehoofdige kalf, edele ridder van den lijmpot," zei do snijder. j,Als go genoeg gegeten hebt, neem dan do pan cn breng zij hij den boer in huis, dan kimt ge daar je dank baarheid luchten; wij bobben het al ge daan." „[Heel graag,'' antwoordde de schrijj'u- NAPOLEON ALS CONCERT-DIRIGENT. Bij een concert in do Tuilcrieën te Darijs zat Napoleon eens mismoedig in zijn stoel en stak gedachteloos met zijn lepeltje in het vrachtenijs, dat hij in een schoteltje in de hand hield. 5,Het concert schijnt zijne majesteit te vervelen, ik zou maar niet verder laten spelen," fluisterde maarschalk Duroc den kapelmeester in het oor. Dus was het concert afgeloopen. Napoleon stond op en liep naar madame Brocliu toe,- die een diepe buiging maakte Inplaats evenwei van haar een paar vrien delijke woorden toe te voegen, zei hij „Laat jo keel gelijkschaven," en hij deze woorden draaide hij haar den rug ioc. De zangeres, een ster van de opera, was een onmacht nabij. Maar reeds wendde de keizer zich weer tot haar, terwijl hij tot haar en haar even eens geschrikte collega's zei: 7,Ik verlang, dat ge het koor uit de „Nina' zingt." De keizer bedoelde de opera 7,Nina", of T,do waanzinnige uit liefde", van Mansolher, op muziek gezet door Dolayrac, oen sue- ceswerk uit dien tijd. j,Pardon, Sire, maar wij kunnen liet koor niet zingen," waagde een der zangers te zeggen. Doch de keizer viel hem dadelijk in de ede „Je inoet liet kennen, iedereen zingt het." In den zanger werd de kunstenaarstrots opgewekt, en hij zei: „Sire, de koristen zingen het, wij zijn eerste loden." Napoleon luisterde niet naar de veront schuldiging, maar riep: 7,Je moet liet koor uit de „Nina" zingen, ik wil het lioorcn." ,\Vij hebben geen muziek," riepen de zan gers steeds meer verschrikt. „Dan moet je het uit hel hoofd zingen," beval de keizer. De zanger wees op dc leege stoelen en de lessenaars der muzikanten. 7,Het orkest is al weggegaan, de instru menten zijn ook niet moer hier." Ook dat was voor den keizer geen ver ontschuldiging. 7,Er is tocii een piano hier," zei hij. 7,Sire, niemand kan de begeleiding spe len." Napoleon lachte en sprak: 7,Nu, dan zal ik begeleiden." Tot verbazing van alle aanwezigen zei te. de keizer zich aan den vleugel en deed zijn vingers over do toetsen glijden. 7,Nu, zal je dan eindelijk beginnen?" vroeg hij, toen de zangers niet naar be lmoren inzetten. En toen commandeerde hij„Helder op en wol gebonden. Neen, lictor in de maat, beter in do maat." Op goed geluk cn niet zonder herhaal delijk valsch to zingen,zongen do zangera, en de handen des keizers, die wel met don degen,- maar minder goed met den vleugel wist te spelen, sloegen geducht op de toetsen. Toen het koor uit was, stond Napoleon op en zei: 7,Ik ben tevreden; ziet ge 1111 wel, dat men alles kan." En met deze woorden verliet hij de zaal. werker, „ik dank u inliisschen, dat ge mij ten eten hebt genoodigd. Ik zal do pan te rug brengen." Terwijl in het boseh dit idyllisch tooneol plaats vond, word er in do hoeve ecm dra ma opgevoerd. Toen do boer met do gc- heelo familie in do kamer kwam, kon men achtereenvolgens waarnemen: ver wondering, verbazing en ten slotte lievi- gcii toorn. Terwijl de boerin zich naai den haard begaf om nieuwe koeken te hakken, nam de boer een knuppel ter hand, om den misdadiger, zoo hij hem vinden mocht, tc straffen. 1 Iu dit onzalige oogenblik kwam dc jonge Peter met de ledige koekepan bin nen, wondde zich tot den boer eu de boerin en zoido met liet onschuldigste go zicht ter wereld: „Hier is do pan terug, ik feliciteer u met liet tweehoofdige kalf eu dank u hartelijk voor do heerlijke slrui ven, want ze hebben verrukkelijk go- smaakt.'' 1 1 Een minuut na deze toespraak bereikte do niet meer grappige historic haar hoog tepunt.. De snijder en de schoenlapper hoorden nog de jammerkreten van den blonden jongen man en maakten zich ijlings uit'de voeten, zeker niet in liet bewust zijn een edele daad te hebben verricht Do arme Peter had al heel wat stok slagen van den ouden hoer ontvangen, vóór hij dezen aan, het verstand had kun nen brengen, dat hjj het slachtoffer yvag DE MAROKKAANSCHE POSTBODEN. Er zijn maar weinig mensclien, die we ten, hoe en door wie de nieuwstijdingen Uit het binnenland van Marokko naar 'Dan ger worden gebracht. Dit geschied! door een cenvoudigcn brief drager, die „rekas" genoemd wordt; want zelden wordt er in Marokko een bode to paard gebruikt. Dank zij zulk een „rekas", die eiken dap 60 K.M. aflegt,- wordt»* ons de geheimen van Fez geopenbaard. Zulk een „rekaj" is "ver 't algemeen een; eerlijk man,- ook, als hij niet vennoord wordt onderweg, of in oen vlaag van onaf hankelijkheidszucht, hehvolk lieel zelden voorkomt, zijn vracht achter haag of heg wegwerpt,- mag er op hem gerekend worden. Eiken dag staat er een troep -„rekas" vóór hot postkantoor van Tangor te wach ten op het uitdeden der brieven. Ternau wernood gekleed; door de zon verschroeid, en overdekt met stof, duwen zij him pak papieren in een grooten, lederen zak, en vertrekken daarmede al loopendo. Snel doorkruisen ze de wildernis of be- van een paar brutale dieven. Ten slotte kreeg hij medelijden met Peter en hjj weid zelfs uitgenoodigd eenigc dagen op de hoeve te blijven logecren. 't Zou hem aan niets ontbreken, en als hij werk wilde hebben, dan was daarvoor ook gelegenheid. Do boer had een broeder, die schrijnwer ker was en een Hinken werkman noo- dig had. Peter ontving van de schoone en mede lijdende dochter des huizes, do lieve 'Ma rie, oen zakdoek, om zijn tranen af te drogen. Jljj gaf hot doekje dankend terug, ging naai' den schrijnwerker, trad daar in dienst en kwam, zooaJs men begrij'pen kan, meermalen ,op do hoeve van den ouden hoer. En liet einde van de historie kan do lezer wel raden. Na verloop van een jaar was dc bravo Peter, want braaf was hij' cn Bleef hij, lueziltcr van de lieve Mario en van de groote boerderij. 1 Peter is, en met recht, dankbaar voor zijn geluk cn daarom heeft, hij 't gebruik fn zijn huis ingevoerd, dat aan iederen rei zenden handwerksgezel een lekkere struif moet voorgediend worden, wat nog 't voordeel aanbiedt, dat geen onkel hand werksgezel in dit I11Ü3 er een hoeft te stelen. 1 j I s SCHIEDIMSCHti i lURAHT j i l

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 9