AL~LE BIE l7~ De Albaneesclie haven Durazzo. is, wanneet* er andere middelen zijn om geschillen te hol ellen. Een wel van het ge- meonebest bedreigt zelts een boete van 1000 pond tegen menschen, dio willen slaken of uitsluiten of daartoe aanzetten. Aanstokers kunnen zelfs een gevangenisstraf van twaalf mturnden krijgen. Houdt men een vergade- ling voor een staking of uitsluiting, die een noodzakelijke levensbehoefte of verkoels- middelen betreft, dan loopt men gevaar die zelfde Stral to krijgen. Voor het beslechten van industrieele ge schillen in eerste instantie of in beroep hebben nu verscheiden staten gedwongen arbitrage,-hoven ingericht. Men wil zoowel vrijwillig en verzoenend optreden als in geval van nood dwang toepassen, ja in een der staten heeft men de (betrekkelijk) vi ij- willige arbitrage zelfs sterk op den voor grond geschoven en daarmee vrij wat suc ces gehad. In Victoria, waar men de vak vereniging niet zoo op den voorgrond plaatst, hebben vooral de loonraden uitste kend gewerkt. Intussolum ondanks de wettelijke af schaffing der stakingen enz. zijn deze niet afgeschaft en is de wet herhaaldelijk gelijk het in een rapport kec' bijna eon doode letter gebleven. Men kan de uitspra ken der arbitragehoven vaak niet doen eer biedigen. En men hoort veel redenecringen al§ deze: ;,Als wij met ons 60Lj staken,, kan de regeering de wet toch niet tegen, ons toe passen 1" Voorwaar geen aanlokkelijke toestand. Toch heeft de strafwetgever herhaaldelijk ;,met succes" vonnis gewezen om de in breuk op de nnti-stakingswet te wraken, waar tegenover dan weer staan allerlei uitingen van leiders van werklieden, die van de gedwongen arbitrage niets willen weten. De nlgemcene indruk is dan ook deze, dat men in Australië zelfs voor de minder gecompliceerde verhoudingen er nog niet is. De wetten ontmoeten nog veel tegen stand en blijven te vaak doode letter. Doch een partij van gezag, die ze ernstig wil af schaffen, is er ook niet. En er is wel een krachtige overtuiging, dat men er ten slotte langs dezen weg ^.gerechtelijk vaststellen van loonen, straffen van stakingen enz. en gedwongen arbitrage" komen zal. In elk geval is het een interessante proef neming, die meer aandacht verdient dan ze gemeenlijk trekt. GEDAANTEVERWISSELING. Het is bekend, dat kleine hondjes zeer gezocht zijn, vooral door rijke adellijke da mes. De voorliefde voor die kleine diertjes ontaardt echter vaak in een passie, die de daaraan lijdenden wel eens duur te staan komt. Dat laatste moest een Fransehe ba rones, die bekend stond om haar buiten gewone voorliefde voor de allerkleinste schippertjes, ondervinden. Op teen goeden dag zag zij iemand voorbij haar kasteel komen met een allerliefst klein schippertje op zijn arm. Onmiddellijk liet zij den man binnen roepen en vroeg hem. of het hondje te koop wras. Daarvan wilde de man echter niets weten, doch na lang gesmeek overwon de barones on werd voor 1000 frs. eige nares van het lieve, kleine hondje. Dade lijk ging zij in den tuin haar vriendin roe pen, om haar het diertje te laten zien. Toen zij echter terugkwam was het hondje vei- uwenen, dat na lang zoeken werd terug gevonden boven op een kast, waar het kon. Elk blad werd als vuur en smaragd, de vallende vlierbloesems fonkelden als vergulde sneeuwvlokken en de geur werd zoo sterk, de roke zoo zoet „Kom, Zuidenwind, en blaas door on zen tuin, dat de geur zich verspiedden kan!" Do twee jonge menschen moesten el kaar aanzien en glimlachen. De doodon- akkor werd de hof van hot Hooglied. Nergens daalden de kleine bloesemster retjes zoo dicht, nergens leken zij zoo wit als in Esther's zwarte haar. Daai vormden zij een krans m een sluier. En Isahc dacht dan, dat, wanneer een ko ning, evenals Ahasverus, wilde trouwen en alle vrouwen van de wereld bij zich liet komen, hij er geen enkele vinden zou zoo schoon als Esther. Doch Esther verlangde geen koning h trouW nu. Zij wilde onder den baldakijn staan met een van haar eigen vervolgd geplaagd volk. Liefst met een, die geleeid en veistandig zou zijn als luuu* vadei was, oni do menschen voor te gaan op de paden van wijsheid en deugd. En zou Isaac niet eenmaal zóó woiden? Maar dan verdween liet zonnegoud wee1 uit den tuin. Ife hemel werd koel er. groen ach tig-bleek, de bladeren van dovlie zwart, en de bloemen lijkwit. Bevend sterre licht flikkerde op, verdween, kwam woei tloor de stille lucht weerklonken to nen, die kwamen uit de naastbij gelegen synagoge. Het was de voorzanger, wiens stem opwekte tot „Maarif"1, het avond gebed. Eens op een, dag, toen Isaac thuis kwam uit de school van Beth-Ilanndraiiseh, die ge sticht was door den grooten rabbi Jehudr ben Bezadel Löwc, en waar hij sorter! zijn 13o jaar geleerd had, ontmoette lib zijn vader op do straat voor hun huis Hij wees aan twee voorname vreemdelinge! den weg een man en 'een vrouw. Tom Isaac's rader hem zag, wenkte hij hem scheen opgeklauterd to zijn. Het was ech ter go heel van gedaante verwisseld"de prachtige, zwartglimmende huid, was door midden gescheurd on toonde een vaal-grijze onderhuid. JJet bleek n.l., dat bet schippertje niets anders was geweest dan een vermom de ren zen rot. De barones kreeg, toen bij de gedachte zoo te zijn beetgenomen en op het Zien van een vateen zenuwtoeval. DRAADLOOZE TELEGRAFIE AAN IEDER HUIS. Op den Eifeltoren te Parijs bevindt zich een station voor draadlooze telegrafie, dat precies om 12 uur 's nachts een tijdsein geeft, opdat de aangeslotenen er hunne uur werken naar kunnen regelen. Ook worden er de weeibeiichten draadloos verzonden. Een Fransehe fabriek (Ducietet en Roger, te Parijs) biengt nu kleine draagbare toe stellen in den handel die men slechts aan een water- of gasleiding of aan een balcon-ballustrade hoeft vast te maken om in staat te zijn al die seinen direct op te vangen. Ieder kan zoo met weinig moeite een ontvangststation maken en nut trekken van do mededeelingen die de Eifeltoren rondom zich uitzendt. DE CHINEESCUE MARSEILLAISE. Do Chineesche revolutionnairen trokken het vorige jaar ton strijde onder het zingen van hun Marseillaise. Men zou kunnen be weren, dat het fraaie lied sinds den val van het keizerschap zijn actualiteit verlo ren heeft. Toch niet; nog steeds is de Fran sehe vnarscillaise, ofschoon een gelegen heidsgedicht, waarin toenmalige toestanden bezongen en beschreeuwd werden, populair en actueel. De Nederlanders blijven den „Koninck van Hispanié" tot in den dood getrouw; de Belgen hebben nog steeds hun Braban?onne. En daar de C-hineezen, op zijn minst even Chineesachtig zijn als de Franschon, Nederlanders en Belgen, zal ook hun lied de eeuWen wel tarten. Wij geven een vertaling van het eerste couplet: „0 vrijheid, een der grootste gaven des homels Vereenigd met den vrede zult gij op deze aarde Tienduizend nieuwe won deren wrochten. Komt ernstig als een geest, groot als een reus Die tot in de wolken reikt Met de wolken als stuur- wagen, met den wind als klepper De aarde rogeeren. Kom uit medelijden voor ons, die lijden in de zwarte hel onzer slavernij, Ons met een zonnetje ver lichten." In het tweede couplet wordt Europa be nijd omdat bet allés in overvloed lieeft. Het derde vers bezingt de harmonie van den wind, de schittering van den dauw en de geur van de bloemen, om vervolgens de verdorvenheid van den keizer te laken, en het ongeluk van Azië te beweenen. Het vierde en laatste couplet gelooft in den hernieuwden geest der 20e eeuw, in Washington en Napoleon, „zonen der vrij heid", krijgen het vriendelijke verzoek zich te reine,-traceren in de leiders van het mo derne China. Het épos eindigt met de aan- ïoeping van twee beroemdheden en wel llin Van, „onze voorouder", en de „Genius der Vrijheid". Die llin Van zou in China ■waarschijnlijk even'verbaasd staan te kij ken als de „Genius der Vrijheid" in Fumk- lijk en de Vereenigde Stalen! EEN AUSTRALISCHE I1AAG. China heelt of had zijn „muur"het nageslacht zid ook met ecibied en bewonde ring spieken van de „Australische haag",, bi het Oosten van het vijfde werelddeel en zeide, dat hij de vreemden naar de ri vier moest brengen. Do voorname dame was van meening, dat de oude synagoge wel heel merkwaar dig wezen moest. Denk eens, die moet hier al duizend jaar gestaan hebbent Maar de voorganger der synagoge bood niet aan, ze haar te laten zien. Zij zeide„Vooral zou ik graag den gou den kandelaar willen zien. Waar staat die? En is hij werkelijk drie el hoog?" ■Even zag Isaiic een minachtenden trek op zijns vaders gelaat komen over zooveel on wetendheid bij de christin. Maai' daar werd zijn blik somberder en meer omfloersd dan gewoonlijk, en hij zeide met grooten ernst: „De zevcnannigc kandelaar is het Eeuwige Licht, en zjjn plaats is in den tempel. In de synagoge is hij niet te yin- den." Do jonge vrouw lachte verlegen over haar onwetendheid. En daarna bracht Isaac de vreemdelingen naar de rivier. Zijn vader had goed geantwoord. Wat had hij anders kunnen zoggen? klaar terwijl Isaac daar zoo stond en ,de reizigers na keek, begon hij te peinzen. „Daar gaat nu die vrouw, en. zegt hij zichzelf, neen, dat is volkomen juist, in do synagoge moet men hot Eeuwige Licht niet zoekenI 'En waar is nu hun tempel? En tot haar man zou zij zeggen: de joden moeten het immers zelf toegeven, dat zij hot Eeuwige Licht niet moer bezitten I" Als Isaiic hu nog hij hen was, zou hij hen antwoorden, „dat Monorail (de heilige kandelaar) slechts een symbool was. Het Eeuwige Licht hadden wij, vóór wij hom bezaten, en wij hebben het gehouden, nu wij hem verloren hebben." Doch dan zou de Christen het woord ne men: „Wat moet dat zinnebeeld dan boteo- kenca? Als het een botcekcnis had, toon ge het bezat, dan wil liet ook iets zoggen, dat ge het niet meer hebt!" En dan zou Isaac maar zwijgen. Wat gaf liet, om met een christen te rede- een goede maatregel, maar voor hoo lang? Zouden do dieven, opeens dommer zijn g0. worden dan voorheen? Durazzo, in de prov. Albanië aan de Adrialische Zee, de stad, die de Serviërs in hun buit wcuschen, heeft een roemruch tige geschiedenis achter zich. Het is nu een ellendig nest van 2000 inwoners, mot verzande haven en bouwvallen van vroe gere grootheid. Maar eens bloeide deze 25 eeuwen oude stad. Eens lagen in haar haven schepen van heel do toenmaals beschaaf de wereld. De ligging tegenover Italië is bijzonder gunstig. Nog heden zou 'de stad tot haar vroegeron bloei terug te voeren zijn, indien men daar pogingen toe in het werk stelde. Durazzo, vroeger Epidamos, is do oor zaak geweest van den bekenden Polopon- nesiscben oorlog: twee partijen voor 'tbe stuur der stad zochten steun bij Korinthe, en bij Korfoe. Achter de Korinthen stond Sparta, en achter do oude Ivorkyreën stond Athene. Zoo ontstond uit oen klein geschil de dertigjarige krijg tusscben de toenmalige grootniogendheden in Griekenland. De be schrijving van Thueydides hierover herin nert aan een tegenwoordig politiek conflict. Toen later de Romeinen zich aan de Oostkust van de Adriati&cho Zee ves tigden, werd Epidamos veranderd in do kolonie Dyrhachium, waarvan Du razzo is afgeleid. De llomeinsche le gers scheepten zich in te Brindisi en kwamen in Durazzo aan wal, waarvan zo langs de Tlomeinsche heirbaan naar Saloniki oprukten. Menig vluchteling uit Italië sloeg zijn tenten op in Durazzo, roe ook Cicero. Nog in de middeleeuwen bleef Durazzo ecu plaats van beteekenis. Ze behoorde tot bet Oost-Romeinscho rijk en was hoofd stad van Albunië. In hun krijg tegen do Grieken veroverden do Bulgaten tot twee maal toe deze stad, maar moesten haar beide kecren weer ontruimen. De Alba- neezen hebben nooit eon eigen staat ge vestigd, maar behoorden afwisselend tot de Grieken en de Slaven. De Noormannen, onder Robert Guiscard, veroverden op 1G Januari 108*2 de stad, maar moesten haai na drie jaar weer aan de Grieken terug geven. In 120-1, toen de Fransehen onder den naam kruisvaarders, in Konstantinopol binnentrokken, handhaafden de Grieken zich aan de Adriatischc Zee. Durazzo werd de hoofdstad van den nieuwen Griekschen staat Epirus. In 1257 verviel do stad door een ver drag aan Napels en behoorde gedurende anderhalve eeuw aan dezen Italiaanschen staat. Toen kwam ze in handen van Vene tië, dat toenmaals de Adriatischo Zee be- heerschte, tot de Turken haar in 1501 ver overden. Sedert is de bloeiende stad ver vallen en nog enkele ruïnen herinneren aan haar oude grootheid. richten de konijnen zoo groote verwoestin gen aan, dat men besloten heeft een haag aan te leggen, welke, het goheele land van noord naar zuid doorsnijdend, een lengte van 2000 K.M, krijgt. Van afstand tot afstand worden vallen gespannen om den vijand, zoo hij een aanval in den zin heeft, een warme ontvangst te bereiden. DE KRANT ALS OPVOEDER IN DE i GEVANGENIS. Het probleem van de behandeling en ver betering van gevangenen qii verpleegden in opvoedingsgestichten telt, onder de meest brandende vraagstukken. Theoretisch is reeds lang uitgemaakt, dat moraalpreken geen succes hebben. Practisch echter volgt men de oude methode hij gebrek aan een nieuwe. In Amerika is men, op hot gebied van gevangenisopvoeding ver vooruit. In het ge sticht te Concord Junction (Massachusetts) verschijnt bijvoorbeeld wekelijks het tijd schrift ,,0ur Paper" van 12 bladzijden. ,He! bevat nieuwtjes van buiten, geen politieke berichten, maar allerlei, waar jongelui van 1421 jaar belang in stellen; verslagen van gehouden voetbal- on andere wedstrijden, een rubriek geestigheden. Verder berichten van door jongens betoonden, moed, voor beelden uit het leven v.an groote mannen, wat alles Fijn invloed piet zal missen. Ook wprdt de preek van Zondags besproken en bevat het gesticht-nicuWb, o. a. over de cleba ttee rav ondon Ongetwijfeld oef-ent deze krant een heil- zanien invloed op de jongens uit en wor den hun geesteljfke eigenschappen opgewekt en niet gedood, zooaJs' dat.maar al te vaak ip het eentonige ge van g enisl e ven gebeurt. TEGEN DIEVEN. In Parijs meent een juwelier een practisch middel gevonden te hebben om de politie in staat te stellen een dief, die in een ma gazijn gestolen voorwerpen te koop aan biedt, te arresteeren. voor liij de gelegenheid heeft zich uit de voeten to maken. Daartoe zon hij tot den dief zeggen: Excuseert u mij even, ik moot nog een kennis telefo- neeren, dat ik verhinderd hpn bij hem te komen. Vervolgens zou hij het commissa riaat van politie opbellen en den gehoor- gevenden ambtenaar een overeengekomen wachtwoord noemenb.v. zijn eigen naam en hieraan toevoegenMijnheer ik kan niet bij u komen, enz. Op deze wijze is de politie dan gewaarschuwd. Wellicht is dit twisten f Het leidde tot niets goeds mis schien zelfs was het verkeerd. Maar onder het naar 'huis gaan scheen het hem toch toe, dat zijn vader anders had behooren te antwoorden. Had hij maar gezegd: „Do zevenarmige kandelaar hoort niet thuis in do synagoge," dan had hij den christenen geen vat op zich gegeven. Hoe komt het toch, dat woorden, die tvij zoo vaak gehoord hebben, dat wij or niet meer bij denken, plotseling nieuw voor ons worden, en ons geheel anders, na drukkelijk in de ooren klinken? Het waren twee bekende woorden, die nieuw werden voor Isaac, en hem niet meer los lieten na don dag, dat zijn va der ze tegenover de vreemdelingen had uitgesproken. Het eene was de Tempel Had hij daar dan vroeger niets hij ge dacht? }Vas het dan niet altijd in hem geweest als een onvergetelijke klacht. Bad hij niet met de anderen, dat het den Heer toch macht behagen, zijn huis weder op tc bouwen? Ja, zeker, dit woord sloot voor hem, als voor geheel Israël alle verlangens in. Maar nu werd werd het lot iets geheel persoon lijks, tot een heimwee in eigen ziel: de Tempel de Tempel. Hij zag hem in don geest voor zich, hoe bij oprees boven den berg Mor ia, met zijn muien van blank graniet en marmer, die wel door do zon boschenon zeegolven ge leken en zijn groote, dreunende koperen poort, waaronder alles weerklonk,, zopdat hot ver over de stad gehoord werd mot zijn raclyen,sters, zijn goud en'edelgesteenten. Mot meer meer Wat was alle goud en juweelen der wereld tegenover dit eene do onuitsprekelijk heerlijke nabijheid. DnAr, daar was d e godsdienst. Niet enkel gezang en voorlezing en lippengeprevel, 'dat bleekc schaduwspel, dat toch nooit kern, hoofdzaak wezen kon neen, hier was handeling. Hier gebeurde iets. Hier werd het verhond bezegeld tussclien hem el on aarde, levend, vlammend, bloedwarm van dat de priesters van do tinnen des tempels den dageraad aankondigden af, als het morgenoffer, het stille lam gebracht werd, totdat de zon onderging, en do rook van het laatste offer zich verspreidde in de avondnevelen. liet andere woord, dat Isaiiac geboeid hield, was „het Eeuwige Licht". Diep in zijn binnenste riep het geen beeld te voor schijn, het gleed enkel zijn ziel binnen als een verblindende lichtstraal. Maar hol symbool, do gouden kandelaar, was hem voortdurend in de gedachte zooals het stond üi Hekal (het Heilige in den Tem pel) met zijn zeven gewijde lampen, dio het duister van dein nacht verlichtten, als waren het do oogen van den Allerhoogste zelf. Dan smolten die woorden tot éón geheel voor .hem samen werden tot een ont roering in zijn ziel. En dat was goed, want het verlangen, dat zij te voorschijn riepen, was het innigste en hoste kian- teeken van den vromen, waren Israëliet. Toch het Eeuwige Licht werd in geen enkele synagoge gevonden, had zijn eigen vader gezegd. Maar danjiad hij daar tevens mee te kennen, gegeven, dat men daar niet vond, wat man behoefde. Dan had men geen plaats, waar men rust kon vinden en was de ziel erger banneling, dan het lichaam tot nu toe geweest was. Geen plek, waar de Allerhoogste woonde, waar Zijn oog, Zijn hart was waar men zijn gemoed, tegenover Hem lucht kon ge ven, waar men Zijn licht voelde stroomen door do duisternis geen wijkplaats voor do ziel! Simon Abeles wat had die ook weer gezegd? Zijn eigen vader had er hem om gedood. Hier in Praag was het gebeurd, twintig jaar nauwelijks geleden. Hoe was het ook weer? „De Tempel moet er nog zijn, anders kon do we reld er niet wezen, Want hij is de le vende ziel der wereld. Hij is herrezen als do yogel Phoejüx uit zijp aach,; en heeft EEN KWESTIE VAN SMAAK. Een van do laatste afleveringen va,n ,,Do Navorscher'- vertelt typisch rechtzaak- je uit het NieuW-Amsterdam dor 17c eeuw (het tegenwoordige Now-York). Een bier brouwer zag zich door omstandigheden niet in staat een schuld van elfhonderd gulden af te betalen, doch kivam met zijn schuld- eischer overeen, dezo te voldoen in hier en sterken drank. Zoo gezegd, zoo gedaan. Maar do crediteur vond hel geleverde hier niet, goed en Wjegierde hot in ontvangst te nemen. Hierdoor ontstonden verwikkelin gen, Welke ten Slotte door deu rechter zou den ontward w,orden. Daar' de brouwer echter op do terechtzitting geen monster van het bier ha,d meegebracht, noodigdo hij den rechter uit persoonlijk naar do brouwerij lo 'komen om daar het bier te proeven. Hieraan Word gevolg gegeven. En zoo trokken na, afloop der zitting de getoga- do hoeren met Matigen tied, voorafgegaan door den met hot zWaard geavapenden deur waarder, naar de brouwerij, waar het bier met eenige ceremoniën wjerd, geproefd en herproefd. En volgens den smaak der leden van het gerecht werd het bier plechtig goed gekeurd en hel geschil aldus beslecht ten gunste van den brouwer. tiet Nedcrl. Itoode Kruis en de Balkan-oorlog. De leden van de ambulances naar Tur kije en Bulgarije en van de aanvulling wel ke naar Griekenland gaat, zijn gistermid dag in het Pageshuis aan het Lange Voor hout te 's-Gravenhage in dienst gesteld. Daaromtrent meldt de „N. R. Ct.": In de groote zaal kwamen tegen 3 uur de hoeren en dames de eersten in khaki, de laatsten in de ploegzustersuni- form hijeen. Nadat ieder zich den of- ficieelen band met het Roode Kruis om den arm gebonden had, las de secretaris, jhr. Mazel, de instructie voor, die door allen geteekapd werd. De leden verbinden .zich daarbij het Roode Kruis op zijn minst 3 maanden te dienen en elkanders overtuigingen en eigenaardigheden te eer biedigen. Aan elk werd hierna een enve loppe met zijn aanstelling, oen exemplaar van do instructie, paspoort en, oen, iden titeitsbewijs uitgereikt. Op de binnenplaats poseerden /achter eenvolgens de „Turken", „Grieken" en, „Bulgaren" voor een aantal fotografen, om zich na afloop hiervan weer in. de groot© zaal te vereenigen, waar thee gediend werd. Do leden van het hoofdbestuur, generaal Quanjer en schout-hij-nacht Hummo wate,u mode aanwezig. Do ondervoorzitter, generaal do Waal, deelde mee, dat het in het voornemen vrui de Koningin-Moedor gelegen had, hij de installatie aanwezig te zijn, om den ledon een vaarwel toe te roepen. Door een niet- enustige ongesteldheid kon II. M. echter tot haai- leedwezen niet uitgaan. H. M. had luit.-generaal de Waal, ondervoorzitter van, het hoofdcomité, daarom verzocht, den leden van de ambulances uit Haar naam een goede reis te wonschen. Dr. Lingbeek, de leider van de ambulan ce naar Turkije, bracht daarop uit naam van alle ambulances dank aan het perso neel van het Roode Kruis voor alles wat in do jongste dagen .verricht is, speciaal zijn hooggewelven uitgestrekt over alle lan den." „Wat bedoel je daarmee?" had zijn vader met strakken blik gevraagd. „Verklaar je nader. Wat zou, dat idan voor een Tempel moeten zyn?" Simon Alleles had niet geantwoord alleen gewezen maai- dat was zijn dood geweest. Want hij had op een, toren ge wezen, wiens spits eindigde in een kiuïs. Hoo komt het toch, dat een enkel woord zulk een macht over ons kam, krijgen, klinkt en weerklinkt in do ziel, gestadig, zonder ophouden, als de druppel, dio lang zamerhand vermag den s'teen uit to bollen? Dit alles heeft de sage niet, verklaard zij verteld ons alleen, dat het zoo ging' met Isaiic. Hoog op de heuvelen ligt do Domkerk van St. Veit Boven in den toren zingt de machtigste klok van heel het Boheeni- sche land haar lied, zoodat het over de hcele stad Praag weerklinkt. Binnen, onder de dreunende, hooge ge welven schittert hot van zilver, goud en edelgesteenten. Maar de grootste schat, dio er verbolgen is, dat is de onzichtbare aan wezigheid van don Allerhoogste, die dit huis tot een wijkplaats der ziel maakt»-, lederen morgen wordt liet st'lle offer door gewijde hand opgedragen, en het verhond des harten tusschen aarde en hemel op nieuw bevestigd. Door de boogvensters stroomt het dag licht naar binnen ia b'loedroodo, goudgele, violotblauwe verven, speelt op het mar mer van den vloer met den zevonvoudi- gen gloed van den regenboog, en omhoog langs do slanke pijlers, zoodat net is als do stralen van den gouden Monorail Tehorah zelf met zijn zeven heilige lam,- ]fen. Ja, hier is hij mot zijn Eeu'vvig Licht. Maar het is niet langer een onbclzickla kandelaar. Allen, die, hier knielen, ypten Wie het is, die hot Licht des Levens te Zijn- uitgestrekte ai-men draagt, 4 meauev.watjsMuatBr w!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 10