ziekelijkheid 'der maag oE van don slok darm, wolke van! ouders op kinderen over erft, do aanleiding: Over het algemeen komt hot herkauwen by do menschön, tamelijk zelden, voor; maar toch hooft men gevallen geconstateerd op eiken leeftijd; echter komen do moeste gov al! en voor bij jongere personen. AUTOMATEN. Hoewel do moeste menschen zullen don- kon, dat do automaten 'n vinding zijn van don memveron tijd,, is dit toch niet, zoo. In boel oudo tijden roods trachtte men na melijk automaton to maken. Anehytos, een bekwaam wiskundige, maakte een duif, die .volgons mededeel ing van Plinius een oogenblik vliegen kon. Iemand uit Alexan dria was reeds 120 jaar vóór Christus zoo vindingrijk, dat hij een vogel maak te, dio floot, zoolang eou in' zijn nabijheid zittende uil hem den rug toekeerde, maar plotseling zweeg, als dezo zich omdiaaide en hem aankeek. Hoe meer men zich in de middeleeuwen op mechanica en uijr- Werkkunst toelegde, des to mooier auto matische kunstwerken werden er gemaakt. Een van do geniaalste werkers op dit ge bied was do Italiaan Tarianio, uurwerkma ker van keizer Karei 'V en na diens dood do ingenieur van. Philips II van Spanje. Zijn grootsten roem dankte Tarianio aan den vernuftig uitgedachten hevel, waarmee hij het water van de Taag.in de Alcazar wist te brengen. In de l?e.ebuw wekte Da niël Neu berger, dio zich in de gunst van keizer Ferdinand III mocht verheugen, do bewondering zijner tijdgenooten, doordat hij er in slaagde, mooie gekleedo en beweeg bare wassen beelden als 't varo geheel levend te maken. Vooral een levensgroot beeld van den keizer moet hem goed ge lukt zijn. Door middel van oei\,verborgen uurwerk kon het gaan zitten, weer op staan, het hoofd draaien en de oogen bewegen. In het begin van do 18e eeuw zag iemand uit Frankfort in ons land een Neurnberger pop, welke sclireien en oen automaat, die als een mensch ademen en een pijp tabak rooken kon. In do borst zat een blaasbalg en een; uurwerk. Zoo is ook op dit gebied de Weg naar den voor uitgang met rassche schreden afgelegd. NOOIT GEDACHT." Ten tijde dat Napoleon in on» land verblijf hield, maakte hij de opmerking, dat op een der groote wegen in de pro vincie Utrecht veel' groote buitenverblijven, ea voornamelijk welvarende boerenplaat sen, een opschrift droegen op de posten der deur of op het hek. Hij informeerde naar de beteekenis ervan en men deelde hem mee, dat daarmede de naam vau de woning werd aangeduid. Toen nu do naam .„Nooit gedacht" meermalen voor kwam, werd hem uitgelegd, dat do be- Woner dparmee wilde te kennen geven, dat hij in het bezit gekomen was van zijn eigendom, zonder dat hij het ooit had kunnen denken. Bij dezo explicatie lachte de keizer hartelijk over een zoo sprekend uithangbord. Natuurlijk deed dit verhaal do rondo in alle kringen, en zoo kwam het ook tor oore van baron van P., een der grootste tegenstanders van de Fransche heerschap pij hier te lande, dio het van een eter officieren uit 's keizers gevolg vernomen had. Genoemde baron v. P. schreef na do gebeurtenissen van 1815 een brief mm generaal Bertrand, die zijn meestor in diens ballingschap gevolgd had> en gaf hem daarin in overweging om, als zijn keizerlijke majesteit nog geen' naam ge vonden' had voor zijn nieuwe woning op St. Helena, die, in herinnering aan zijn nes de Longimpine heette. Zij bracht haar leven door met kwaadspreken en schan daaltjes verwekken. Toen, op het oogenblik, dat vrouw Di ehard terugkwam om de deur van het badende dametje (hut no. 13), te openen, ging de barones, onder voorwendsel iets over de vischvangst te willen hooren, rond, om zich op de hoogte te stellen van de „praatjes". De twee kinderen der baclvrouw, een jongentje en een meisje, die haar bij de badkoetsen behulpzaam waren, kwamen juist aangeloopon. De moeder, bezig een warm voetbad te bereiden, dat altijd )ia het baden in Maréville genomen wordt, zegt tot hen: „Breng dit naar hut 13, je weet, do dame, die eergisteren is aangekomen." „Maar moeder, antwoordt het meisje, „het is geen dame, die in 13 is, daar is een meneer.- „Och, dwaasheid, ik zelf ben de dame de deur gaan openen, kind, en zij is vóór mij erin gestapt „Het is toch heusch een meneer, hoor," zegt op zijn beurt de jongen, „ik was sa men met zusje en wij hebben het ge zien." „"Welnu, hij zal zich vergist hebben en hij zal er dadelijk weer uitgegaan zijn." „Neen, hij is er niet uitgegaan, want wij hebben hier allen tijd gezeten, met het gezicht zijn kant uit." „Dat lijkt toch al te gek," hervatte de moeder; „dus jullie wilt me doen geloo- jven, dat in hut 13 een heer èn een dame zijn! Dat ontbrak*er nog maar aan, maar Wij zullen gaan zienl" Tenvijl dit gesprek plaats greep, stak do barones haar nagels reeds als klauwen uit, als een kat, die een muis wil vau- Verblijf ia Holland, „Nooit gedacht" te noemen, een benaming, waarom hij vroe ger zoo hartelijk gelachen had, .Wij vinden, deze ruwo bespotting vau dezo gevallen grootheid allcsb'elialve fijn, maar iu dio dagen: van opgewondenheid mocht, liet misschien eenige verschooning verdie nen. KAARTENHUIZEN. AVat is oen kaartenhuis? Wat zijn do plannen en Wat zijn do lioop- vollo verwachtingen, die de mensch van do toekomst afhankelijk maken? Gelijken zij niet op een' spel kaarten, dat de kinder hand op elkander tot een huisje hoeft ge- stapcld en do zachtste aanraking tot in storten brengt? Do mensch, die zich met illusies voedt, welke geeu voldoende reden van bestaan hebben, gelijkt zulk: een kind, dat zich over zijn kaartenhuis verheugt en niet moe de wordt, do huisjes telkens wow op el kander te plaatsen, wanneer zij omgeval len zijn. O, konden toch allen, die door zulk een zoete hoop zich zalig voelen, inzien, dat zij eed droombeeld vervolgeul Hoeveel nutteloos verspilden tijd konden zij win nen, hoeveel ontgoochelingen bleven hun bespaard. Ecu mensch, die de maat zijner krach ten kent, verlangt nooit iets onmogelijks in do onzekere en omsluierde toekomst. Hij weet nauwkeurig wat hij hopen kan en werpt alles, wat daaroverheen gaat. met cein licht hart overboord. Hij heeft er geen verdriet van. Hoe mooi is het gezegde: Wil toch niet iu do verte dwalen, zie-, het goede ligt vlak bij u! Het is een feit, dat niets den menschen zoozeer in do uitoefening hunner plichten hindert, als het uitzien en smachten naar onverhoopt geluk. Een geluk, dat men zooken wil, blijft dus verborgen. Het geluk gaat zijn eigen weg en met moeite zoekt het degenen op, die in het geheel niet aan zijn weg den keu. Hoo talrijk zijn niet de teleurstellingen die ons de hoop op geluk brengt! Dat maakt echter zenuwachtig en stompt den geest on do lichamelijke krachten meer cn meer af. Maar zooals de verdrinkende zich aan een stroohalm vastklampt, zoo hcudt do mensch nog hot laatste over blijfsel van bcdriegi'jXO hoop vast en gaat ten slotte met haar onder. Daarom, maken wij ons los van alles! Een heldere blik, gestaald door juiste er kenning der omstandigheden, bewaart ons voor het najagen van dwaze plannen. Een werkzaam leven! De arbeid geeft lust en ten. is lo-tto het volle recht om 't geluk af to wachten, dat wij onder andere omstandigheden vergeefs zouden hebben gewacht i NIEUW|TJES VAN IIIER EN DAAR. Een Japansche bruid geeft de huwelijksge schenken, die zij ontvangt, aan haar ouders, als ecu klcino belooning voor de vele zor gen, die haar opvoeding hen gekost heeft. John Eastop, te Runcorn, in Cheshire, heeft in verschillende deelen van zijn huisje bijna 12,000 gulden gevonden, welke daar verstopt waren door zijn vrouw, die een paar weken tevoren stierf. Eastop wist dat zijn vrouw- zeer spaarzaam was, en na de begrafenis begon hij zijn huis te doorzoeken. In een kast vond hij een. kom met vele honderden 3-penny-stukken; in een were kast lag een stapel halve kro nen, - onder een stoen van den' kelder gen, en zij broedde behoedzaam haar plan nen uit. Zij deed, alsof zij de baclvrouw tegen wilde houden, sprak van bescheidenheid en welwillendheid, etc. „Ja, j,u heeft mooi praten," ant woordde de hadvrouw met verheffing van stem, „maar ik mag dat niet toestaan; ik zou er boete door oploopen, en wat dan? Ik zal ze wel, die brutale luiI" „Ga den burgemeester en deu veldwach ter halen," beval zij haar kinderen. Bij die woorden gleed de barones weg om dit kostbare nieuwtje rond te vertel len. Een groot aantal nieuwsgierigen draai de daarop in de richting van hut no. 13 road. De oude dame genoot van het schandaal: „anno menschen,"- zeide zij, „maar Maréville zou haar goeden naam verliezen, als iets dergelijks ongestraft werd toegelaten 1" Woldra verscheen ook do burgemeester. Hij stapte haastig in de richting waar hut no. 13 stond. Nooit had Maróvillo dergelijk schouw spel beleefd 1 De nieuwsgierigen, geen maat houdende, vormden een halven cirkel, gre tig ziende naar het deurtje, waaruit wel dra de schuldigen te voorschijn zouden komen. Do burgemeester liet zich daarop door den veldwachter zijn driekleurig lint go- ven, dat hij als sjerp om zijn heupen trok. Eenig geluid van achter do deur der hut werd gehoord. Het was zeker de grendel die los werd getrokken. De burgemeester, beste man, rlic hij eigenlijk was, liet do tweo slippen van zijn sjerp vallen. Zijn hart bonsde hij het. denken aan het arme kind daarbinnen. Een minuut gleed voorbij, Niels dan de vloer werd een jampot ontdekt, gevuld mot 552 souvcreiucn. Do hoor Pierro Scluunel-Roy, die nu bijna 106 jaar oud is, zal wel do eenige persoon in loven zijn, die ooit mot Napo leon gesproken heeft. Ily werd in het pa leis to Versailles geboren en was oen van do speolmakkers van don koning vair Rome (Napoleon's zoon). Onder zijn schatten is een popje, dat eons aan den koning van Rome behoorde, en het is in den zelfden toe stand, als toon hot uit de handen van het kind kwam, i Men hooft opgemerkt, dat het aantal ooie vaars in Zwitseiland sterk verminderd is, sedert men met vliegen is begonnen. Dezo vogels schijnon bijzonder 'bang te zijn voor aéroplaus. Men zegt, dal van de Europeesche vor sten keizer Frans Jozef do grootste ken nis heeft van 'talen. Hij spreekt Duitsch, Fransch, llongaarseh, Czeoiiisch, Poolsch, Servisch, Croatisch, Ualmatiseh, Ru- meenseh en ïlaliaanseli. Hij heeft ook eeni ge kennis van het Hebrecuwscb. Koning Ferdinand van Bulgarije is het Fransch, Engelsc.h, Duitsch, Russisch en alle Slavische dialecten meester. Doczaar kent Russisch, Fransch, Engelsch en Duitsch en verschillende Slavische dialec ten, Do Dtiitscho keizer kent, behalve Duitsch, Engelsch, Fransch, Russisch Poolsch en Latijn. Het natuurlijk voedsel van een paard is gras; van niets anders groeit het' zoo flink, blijft het zoo gezond en leeft het zoo lang. Onlangs werd te Chitlagone, in Engelsch- Indië, het tweede huwelijk gesloten van -de dertienjarige dochter van Haricharan Chakabarty, de eerste IHndoe-weduWe, die ooit hertrouwde. Haar eerste echtgenoot stierf toen zij zes jaar oud was. VOOR DAMES. OOK EEN KUNST. „Ben je reisvaardig, Gretha, is je kof fer gepakt?" „Och, daarvoor is het morgen tijd ge noeg.. Hoe spoedig zijn miju paar dingen in den koffer gegooid. Ik ga toch met den trein van elven. Maar leuk, dat je geko men bent; nu kunnen wij den laatsten' mid dag vóór onze vijfweeksche scheiding nog eens gezellig samenzijn. Macht, ik zal een kopje thee zotten." „Laat ons samen netjes en correct je koffer pakken,"- viel do vriendin in, „Greetje, Greetje, dat zou wat moois wor den als je eerst morgen vroeg aan hot werk ging. In do haast, alles in den koffer gooien. O, jij, luchthart." „De thee zal ik je niet schenken, maar na gedanen arbeid 1 Eerst onderwijs ik je in de hoogedele kunst van het pakken." „Maar Lien, ik ben toch geen gansje," pruilde Greta, „ik ben toch reeds menig maal er uitgefladdcrd en heb mijn. bundeltje gepakt." „Maar vraag nu niet hoe?'- -viel Eve lien lachend in. „Wie was het, die den vorigen zomer bij het uitpakken iu Wies- baden allerlei verfomfaaide, verkreukelde blouses to betreuren had, en die het on beschadigde te voorschijn komen van mijn toiletten uit den koffer zoo bewonderde? Wie moest het jjlampunt van haar garde robe, den kostbaren hoed, die mensche- lijke schepping van chiffon, kant en ver- geet-mij-nietjes, heelemaal nieuw laten gar neeren, daar het zich in een betreurens- golven hoorde men. Een ander geluid hoorde men opnieuw: inen deed het deurtje open. De arme burgemeester, was een en al agitatie en keerde het hoofd af, maar alle anderen, dc halzen rekkende, doden een paar passen voorwaarts Do deur opende zich langzaam, cn liet baadstertje, mooi als een frissche lente dag, kwam op den drempel te voorschijn, waar zij bleef stilstaan, een oogenblikje, om het schouwspel in zich op te nemen. - Het was ellendig, wat ze zag; op aller gezichten lag een honger naar een te ont dekken schandaal; de menschen leken op een koppel honden, gereed zich op het edel wild te werpen. Do jonge, mooie vrouw wierp een onhe schrijfeüjken blik vol rninariiting op allen, terwijl zij het trapje afkwam. „Wat een brutaliteit 1" gilde de baro nes, haar slachtoffer luilf verscheurende met haar blikken. En zij holde de badkoets in om den m a n erin te ontdekken I Maar met groote ontsteltenis en verras sing schrok ze terug: de man was er niet 1 Haar wangen werden groen, haar lip pen blauw eu zij stikte bijna van woede 1 Do mooie baadster, ziende al de men schen rondom haar hut, vroeg wat dit alles te beteekenen had. Niemand wilde antwoorden, waarop zij zich tot den bur gemeester wilde wenden; maar vrouw Di ehard bracht luiar twee kinderen naderbij, die hun verklaring opnieuw den burgemees ter overbrachten. Gp dat oogenblik verscheen hun vader, die, van niets wetende, zijn vrouw'vraagt, naar dien meneer van badkoets no. 3. Niemand is meer in «eo, wel zijn de klce- waardigon toestand bevond? Wie..'?'i „Houd jo stil, Eef! Jo bont wreed met je herinneringen. In elk geval had ik pechl Mijn koffer was bepaald onderwog op een allerschandelijkste manier door olkaar ge host." i „Hot lot van elk' stuk bagage. Maar dat een goed en regelmatig gepakte koffer zulk een ramp onbeschadigd kan doorstaan, dat zal jo de manier bewijzen, waarop do jouwe dezen koer aan hot dool vau zijn tocht komt. Dus schat, laat ons dadelijk be ginnen. Wij halen eerst alles bijeen, wat jo moe moot nemen. Houd je gedachten bij elkaar, opdat je niets vergeet. Jo koffer staat klaar, een mooie moderne koffer, met ruimte genoog om do noodigo toiletten voor oen paar weken op to nomen." „Let nu op, Margarethn, wij pakkou eerst den ondergrond, en wel met de zwaarste voorwerpen, als muziek, boeken, linnen goed,- schoenen, enz1. Het hoofddoel is daar bij een gelijkmatige, gladde oppervlakte te krijgen, men zorgt or voor, dat alles heel vast ligt, door de openingen te vullen met kleine dingen, die druk verdragen. Do schoenen wikkelen wij ieder afzonderlijk in; om het fatsoen er in te houden, vul len we ze p met saamgcrolde kousen. Alle dingen, die gemakkelijk beschadigd wor den, zooals bijv. deze sierlijke handschoen doos, trachten wij door inwikkelen te be schermen, „Alle fijn gekleurde zaken verdragen geen bedrukt papier dus moet je do witf" laarsjes in sriioon vloei leggen; kleine, fijne voorwerpen, als dassen, kragen cn man chetten, linten cn zoo meer, pakt men nicl afzonderlijk, maar legt ze in een kartonnen doos, die eveneens hier plaats vindt. „Zie je wel, nu hebben we alles, wat hier hoort, een plaats gegeven. Wat kan er toch veel in zoo'n kleine ruimte worden bijeengebracht, als men het goed overlegt. En nu zijn. er geen hergen of dalen meer, alles glad cn effen, muurvast. Dan ver mag geen schudden en rammelen, geen om vergooien den koffer uit zijn rust te sto ren. En zoo moet het zijn. Nu komen de hoeden aan do beurt. Het inpakken van een hoed vereiseht groote zorg. Daar bloemen en voeren door den geringsten druk of sloot schade lijden, is de hoofdvoorwaarde, dat de hoed stevig ligt, wat mca door een vaststeken met hoedespelden tor zijde in het vilten kleedje gemakkelijk kan verkrijgen; ook helpt hel den hoodraml mot soepel garen even vast te naaien." „Doe geen moeite, Lien," zei Margaretha', en haalde uit de naaste kamer een groote, moderne hoededoos; „door schade wordt men wijs. Na de ongelukkige geschied- nis, het vorige jaar met mijn hoed, heb ik mij dit exemplaar aangeschaft. Daarin kan ik meerdere hoeden onder dak bren gen. „Nu, dan gebruiken wij de hoedenruimte in den koffer op een andere manier," anl wooidde Eveline, „bijv. voor een paar lichte onderrokken, die men zonder schade kan samenvouwen, of voor een paar blouses, die eenigen druk verdragen, zonder te kreukelen, zooals die van voile of wollen mousseline. Zijden blouses mogen we niet vertrouwen in deze ruimte, ook geen ka toenen, die akelige kreukels daarvan krij gen; die hooien in den inzelbak, waaraan wij nu onze aandacht zullen wijden. „Het eerst pakt men natuurlijk de zware kleederen. Om een rok er netjes in te leggen, sluit men den band en vouwt hem, wat het boste op een zindelijk bed gebeuit, volgens lengte en breedte van den kof fer tezamen. Men Iaat voor do gelijkmatig heid het bovenste en onderste gedeelte der rokken met elkaar afwisselen. „Bij het inleggen, der blouses cn tailles ren in de badkoets, maar van hemzelf is nergens een spoor te vinden. „Hemel! wat een dag," klaagt de vrouw. „Hoe zag hij eruit „Zijn badkostuum was rood met groote zwarte streepen. Hij had een muls op, ook rood cn zwart gestreept." „Dc man, dien wij in die hut binnen zagen gaan, droeg dat kostuum," zeiden de kinderen. „Dat was do geest van een verdron kene 1" gilde de badvrouw. Bij dit nieuwe bericht veranderde alles. Iedereen rende naar do plek van het mo gelijke onheil, terwijl onze heldin, nadat zij steelsgewijzo een blik naar haar eigen hut had geworpen, zich langzaam verwij derde. Na een paar uren van nasporen, kwam het reddingsbootje terug; men had niets' gevonden en ook bleef hut no. 3 steeds leeg. Men lei toen beslag op enkele voorwerpen van den doode; men vond een kaartje, zonder adres, waarop alleen de naam van Gaston do Rochekern stond, en de burge meester zette .zich aan 't werk om een proces-verbaal op te stellen. Gedurende den geheclen avond sprak men van de gebeurtenissen van dezen gedenk- waardigen dag, cn op het oogenblik, dat de dokter Destombes zijn gehoor bezig hield over dc echtheid van hallucinaties en do onechtheid van de mogelijke waar heid, klom Gaston de Rochekern, die niet dood, maar begraven was, als een kat de laatste tree van do loopplank op cn het gelukte hem, zonder ontdekt te zjjn, zijn buitenhuisje, dat hij alleen bewoonde, bin nen to komen. Hij dacht voor een groot deel van den nacht na,, voïzuimt men niet aan de mouNvon. byzojft dero zorg te besteden. Het in aanraking komen van knoopen en haken mot aridoro kleodingstukkon moot men onmogelijk ma ken, door liet tusschcnieggon vau zakdoe-: ken of wit papier. Voorzichtig moet jo ook zijn met gesloven linnen. Toon ik nog niet zoo goed pakken kon, had ik' eens een gestoven blouse iu te dichte nabuurschap gebracht met een nieuwe zijden, dio dooi den stijven kraag on de manchetten leelijka scheuren kroeg. Dat kan vermeden wor< den, als men heide van olkaar afhoudt. „Last not least, leg je nooit eert licht kleedingstuk op een donker, een' iüeuw op een oud, een niet meer onbo- rispelijk exemplaar, zonder een scheiding,, hetzij van vloeipapier, zakdoeken, witte rokken, hemden of andere schoono stukken.; Door hot op elkaar drukken, loopen do kleeren licht gevaar vuil te worden. Zoo, nu zijn wij aan het laatste stuk gekomen cn daarmede is do koffer ook .precies ge vuld; maar waar is jo rose zijden blouse, (1 reetje, heb jo dio volgoten?" „Neen, ik heb zo opzettelijk er niet hij gelegd, omdat ik overtuigd was, dat zij geen plaats meer zou vinden, want ik heb nog nooit zoo vele kleeren kunnen b'or- gen als jij dezen keer en toch was mijn kol'for altijd heel vol gopropt.'- „Zie je nu wel, meidlief, dat er tusschcu pakken cn pakken een hemelsbreed verschil bestaat? Haal nu gerust je rose blouse, die vindt nog wel plaats. Zijn de kleeren maar accuraat er in gelegd, dan schaadt een beetje gedrukte ligging niet. Ter be schutting van stof is een lichte, schoono doek er bovenop raadzaam. Nadat jij jo nu verzekerd hebt, dat het deksel gemakkelijk sluit, laat je den koffer tot jo vertrek nog geopend. Dadelijk na aankomst ga je uit pakken en zult ploizier hebben in den toestand van je garderobe. Ja zeker, in pakken is ook een kunst, en een zeer nut tige ook." RECEPTEN. Zandtaart. Smelt 4 ons boter, giet ze van het b'c-i zinksel, laat ze koud Worden en klop zo tot schuim. Klop door de schuimende bo ter 3 ons suiker en daarna één voor één acht groote eierdooiers, verder de geraspte schil van één citroen, een ons bloem met een ons aardappelmeel, dooreengemengd. Laat het zoo een half uur staan en roer er dan naar volgorde door het sap van een citroen, een paar lepels siroop van punch of een lepel rum, des verkiezende een lepel gesnipperde sucade er. eindelijk het geklopte eiwit. Doe het in een vorm, die eerst met boter besmeerd en met fijne beschuit moet zijn bestrooid en bak het in den Iioeten oven, één uur of vijf kwartier; soms zachtjes den vorm draaien, maar vooral niet stooten. Tulband. Besla vier ons gewarmde bloem met vier geklutste eieren, een paar lepels gestript perde sucade, een half pond goed gewas-- schen en gekookte krenten, een halE ons gist, en zooveel gesmolten boter, dat het beslag de dikte heeft, om er een lepel in te laten staan. Laat het deeg op een warme plaats, goed toegedekt, 2 uur rijzen, doo het dan voorzichtig in den met boter be smeerden en met beschuit bestrooiden vorm en laat het in den heeten oven ongeveer een uur gaar bakken. Den vorm soms draaien, maar niet stooten. Bij het krieken van den dag, voordat iemand op was, trok hij opnieuw, zijn bad kostuum aan, -hij, ging op het strand lig gen cn wachtte af. Na een uur werd hij door ecu vroeg- tijdigen visscher ontdekt; het lovenloozo lichaam werd op een brancard naar het Casino gebracht, waar dokter Destombes hot geluk had hein tot het leven terug to brengen1 i Gaston vertelde toen van den vorigert dag, hoe hij, door kramp aangegrepen, bij na verdronken was een echt, mooi verzonnen, bijna geloofwaardig verhaag waartegen niets in te brengen viel. En wilt ge nu weten, hoe hij ont snapte? Het was nogal eenvoudig: met eenklcer- haak, dien hij uit den wand had getrok ken, was het hem gelukt twee plankjes van de vloer los to maken. Hot behulp zijner metgezellin had hij onder dien vloer een groot gat gegraven, waarin hij Zich had verstopt, en dc dame, dc plankjes er overheen leggende, had niets anders te doen dan met do hak van haar schoen zonder eenig geluid de spijkers erin te duwen, daar Gaston do openingen tevoren nog had kunnen verwijden. Vanuit zijn gat had hij alles, kunnen volgen van wat er voorviel. Tot den nacht was hij verborgen gebleven en daarna had hij zijn hoofd zacht bevrijd en liet terrein in zich opgenomen. Bijna zwemmende door het zand had hij do trap welen te bei reiken. "Wat daarna gebeurd is, weet ik biet; maar, óf de schoono baadster was erg on dankbaar, öf zij heeft hem kranig beloond! -----fitciifra i I s=i i i i i fr—I fc— 1 I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 10