m 66"° Jaargang Zaterdag 6 December 1913 Wl0< 143S5 OPERAJNIOOD. Berde Blad, SLECHTE MOPPEN. Deze courant verschijnt d a g ol ïj k s, mot uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per kwartaal1: %oor ISchieda in en Vjlaardingen tl. 1.25,-franco por post 1.65. ^«05. Prijs per week: Voor Schiedam en Vjlaardingen "10 cent, Afzonderlijke nummers 2 cent- Abonnementen worden dagelijks aangenomen.- 'Advertentiön voor bot eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn,. Bureau: Lange ÏÏaven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der AdvertsntiSnl Van 1—6 regels fl. Ö.92; iedere regel meer 15 cents. Beclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die 'zij innemen,- Advertentiön bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers die Dinsdag-,- Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen,- worden zoogenaamde kleine advertentiön opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie,- bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.- Intercommunale Telefoon No. 103. Er wordt voel geklaagd over den ach teruitgang van do zedelijkheid in onze dagen. Dat 'is altijd in allo „dagen" gebeurd. ,Wij Willen niet hopen, dat het altijd Waar "is geweest 'en hebben wol eenige aanleiding om te gel00ven, dat do vroegere beoor deelaars fevonals die van nti ©enigszins m onjecnviteit zijn te kort geschoten. En zoo mogen wij wellicht aannemen, dat niet elk volgend 'geslacht oen verminderde editie is Van het voorafgegane. Er Is dus allo aanleiding om op zijn hoedo 1c zijn voor de ongeluksprofeten., die ons fz'oo heel erg zwart maken en overal verklaringen rzien van onzen steeds toene- menden achteruitgang. Doch dit toegegeven, moet inen nu toch aan den anderen kant niet per se vooropstellen, dat alle aanmer kingen, 'die deze sombere profeten op onzen tijd maken, geheel ongegrond zijn en dat van 'hun aanmerkingen niets juist is. Er is b.v. een campagne tegen spotbla den hier en daar in hot buitonland en tegen het lo-oneel ten onzent, waarbij' men zich aan 'de wonderlijkste overdrijvingen schuldig maakt. Maar omdat men dit doet, is niet alles wat men zegt dwaasheid. Er is een nobel, verheven tooncel, dat verheft en de kunst populair maakt. Voor het popularisecrcn van de literatuur ten onzent 'kan naar onze vaste overtuiging het tooneel hog heel veel doen. Doch cr is ook een tooneel, dat alleen op pikanterie leeft 'en dat alleen door het publiek steeds meer peper bij de spijzen aan te bieden do menschen aan het eten kan houden. Op heel veel menschen hebben de flauwe "moppen, die men aldus in den schouwburg 'te hooren krijgt, weinig vat. Zij worden er niet beter en niet minder van. Zij schatten die op hun juiste waarde en zij maker, zich geen beeld van do wereld uit wal zij gezien hebben op de plan ken, die de wereld verbeelden. Edoch er 'z'ijn ook anderen. En voor dezen zijn die moppon zeker wol schadelijk. En zulke 'tooneelmoppen zijn zeker nog iets meer schadelijk dan de moppen uit de spot bladen. Zij zijn nog reëel er, men houdt er zich 'een heolon avond moe bozig. Een Van de dankbaarste bronnen voor moppen ligt blijkbaar in hot gebied van echtbreuk en wat daaraan annex is. Veelal wordt een milieu, waar huwelijkstrouw on bekend is, als hot normale voorgesteld. Nu woten 'de meer beschaafden natuurlijk wel, dat dit malligheid is, dat zulke milieu's gesteld zij zijn er, in één stad vara de we reld en daar ook nog slechts bij uitzonde ring Voorkomen. Doch do anderen, de heele- maal niet ontwikkelden en de half-ontwik- kelden, moeten, als zij trouwe schouwburg bezoekers zijn, bij dergelijke stukken, wol langzamerhand to-t de mecning komen, dal hun opvattingen toch wel wat verouderd zijn en dat de op de planken gehuldigde moraal toch meer de normaio is. Het ligt voor de hand, dat het zeer on- gewonseht is riilko opvattingen in de hand to werken en .dat er dus wol degelijk ern stige bedenkingen zijn in te brongen tegen een tooneel, dat al te veel zulke begrip pen verspreidt. Datzelfde bezwaar nu wordt niet zon der reden ingebracht legen veel spotbladen. Met name moet Simulicissimus het telkens ontgolden. Dat is ongetwijfeld een van do beste en meer artistieke spotbladen. Doch rijn spot is van een zeer apart soort, is venijnig en bitter. Bij boel veel spotbladen gevoelt men te staan tegenover een indus trie, die met alles en nog wat den spot drijft,- maar ook zichzelf niet au serious neemt. Men krijgt het voldoende gevoel, dat er geen ondergrond van ernsl is, dat Mies gekheid is. Hot gaat in zulke spot bladen als in sommige operottende ac teurs steken met bun eigen karakter, met hun eigen rol den g'ek. Doch de Simplicissi- mus is on blijft ernstig. Hij is overtuigd, dat hij de zaak der waarheid enz. voor staat. Hij gaat er plat op, dat hij alle misstanden in oven erge mate hekelt waar hij dio ook vindt. En zoo gaal het dus tegen koningen en officieren, priesters en dominees, fabrikanten en Redelijke men schen en zelfs ook wol legen arbeiders, die liever lui dan 11100 zijn. - Het door de Simpücissiimts gevolgde sys- fcenpmaakt natuurlijk, dat men de moppen eigenlijk al-heelemaal niet meer beschouwt als dwaasheden, cpiiproquo's, onschuldige grappighoidjes, maar als venijnige, korte, scherp inslaande artikelen, die niet argu- mentc-eren doch eenvoudig beweren en dan beweren met een alles doordringende kracht, dat liet gesproken of geschreven woord niet kan hebben. En vandaar dat men niet ten onrechte opkomt tegen de methodes van dit spot blad en dat men de menscher. waarschuwt voor het toegeven aan de generaliscerings- woedo, die zulke ernstig opgezette moppen- bladen over bet land brengen. Do minder- beschaafden hebben toch al zoo'n neiging 0111 oen bizondcr goval tot regel to maken, hoe moet bet dus wel worden als zulk een blad hun week na week komt voorhouden, dat alle officieren leeghoofden en mondaine gekken zijn, alle geestelijken lui lovende en schijnheilige egoïsten, enz., enz. En zoo'n ernstig moppenblad staat voor niets. Speciaal oen zeer recent geval hoeft een prent met als veelal zeer knap geteekonde en in oen gnedc atmospheer gezette leeraarsfiguren. Behalve deze hoe ren staat er een sukkel van een joggle op het prentje. En daaronder heet het dan, dat de eene onderwijzer tegen den ander zegt: „Och, ik vind het niet zoo verkeerd, „dat mijn jongens door allerlei droevige „omstandigheden en afkeurenswaardige ge- „woontcn zichzelf slapper en zwakker ma- „ken.-Dan rijn ze in de les niet zoo las- Dal is afschuwelijk. Zeker,- er zullen wel opvoeders zijn die liever lui dan moe zijn. En misschien komt er op elke 1000 wel eens oen voor, die de afschuwelijke gedachte heeft gehad, die hier staat aangegeven. Nu werpt deze voorstelling een scherp licht op Hot verkeerde in do gemakzïicht dor paodagogon. En als zoodanig kan zij' ecu goede strekking bobben. Doch staat daar niet in hooge mate tegenover, dat vele gc- dachicnlooze menschen de opinerking aan hel aclre» dor onderwijzers zullen overne men en dio zullen gaan beschouwen als zoo afschuwelijke wezens als het spotblad 7,0 hier toekent. Inderdaad ebt gevaar schijnt ons groot. Door 'zulke extra frequente beweringen wordt heel veel misverstand geschapen en zoo geloovcn wij, dat dergelijke moppen veel kwaad kunnen. Hopen wij, dat het voor de vermindering van do nndeelige werking van zulke mop pen. op tooncel- en (ijdschriflgcbicd voldoen de is om op dit ongewilde resultaat eens met oxtra-nadrnk te wijzen. Wat is toch de reden, dat wij in Neder land bij de beoefening van de kunst zoo eenzijdig zijn? Wat is de verklaring, dat wij in vergelijking met hot buitenland, bui tengewoon veel over hebben voor orkest muziek en daarentegen maar heel weinig voor dramatische muziek? Wij hebben in Nederland niet minder clan vijf op den voor grond tredende symphonioorkesten. liet. 'Am- sterdamsche is zelfs vrijwel weergaloos in zoover als een dergelijk vast oorkesf, dal uitsluitend een paar hooggestemde con certen per weck geeft, in bet buitenland baast niet voorkomt. En ook de andere orkesten leveren wol zóó serieus werk, dat de meeste baitenlandscho steden daar tegen niot op kunnen. Wij gevoelen dus boel veel voor orkest muziek on dat pleit zeker voor onzen artistieken smaak, in zoover als dit een afgesloten en zoor hoogstaande kunstvorm is; tcnviji b.v. dc dramatische mu/.ick in baar normalen vorm (de opera) iets zeer hybridisch heeft. Daarbij komt dan nog, dat wij dit hybri discbo karakter van het muziekdrama club bol gevoelen door onzen zin voor de reali teit en onze michlerhoid. Die zingende of op muziek rcciteerendc helden kunnen wij maar niet nu sórieux nemen. In andere' landen gaat dal. nog wol, als zij maar on moderne kleeding, dus hoest.evollon of exoti scbe pakjes of heel -erg historische cosl.uunis aan hebben. Had Waguer de Meistcrsinger in de 19e eeuw laten zingen en ware dus Walthor von SLolzing in rok en witte das opgei reden, dan zouden ook onze Duitscbe noven hen niet kunnen genieten. Doch nu Hans Sachs heel veel jaren geleden geleefd heeft en Brünhildo noch Wotan met gewone menschenmaal gemeten kunnen worden, schijnen Duitschers Meistcrsinger on do Trilogie te kunnen aanvaarden, terwijl wij, Hollanders, klaarblijkelijk ook tegenover, dergelijke voorstellingen te nuchter staan. Het pleit dus niet bepaald tegen onzen artistieken zin, dat wij meer voor zuivere orkestmuziek, dan voor het muziekdrama gevoelen Maar toch is het weer heel op merkelijk, dat wij zóó weinig voor die mu ziek gevoelen, dat hot nagenoeg onmogelijk is tegenwoordig in Nederland oen opera te hooren. Dat is nu heel jammer en werkt op do kunstontwikkeling van ons volk eenzijdig. Lag Nederland in Duitsohland, dan zouden wij hier Ion minste vijf of zes opera's bob ben-. drie in de groote steden en dan ver moedelijk nog ccn telkens in Utrecht, Gro ningen en Arnhem. Vair do sleden boven 50.000 inwoners hebben toch verreweg tie meeste in Duitsrhland een opera. De werkelijke toestand lijkt hierop nu zoo weinig mogelijk. In ons land hebben niet alleen de kleinere sleden geen opéra- trnepen, doch ook in dc groote^ is geen enkele opera-troep, die in staat is de groote opera's van hot moderne repertoire l -v halve dan dc Italiaanscho te geven. Dat is nu betreurenswaard, omdat zoo doende een rijke muziekliteratuur voor Ne derland ontoegankelijk blijft, omdat hier een kuunslgebied ligt, dat ten onzent in het ge heel nicl gecultiveerd wordt. Ons ontgaat bier heel wat groot genot. De voornaam ste werken van mannen als Gliick, Mozart, Weber en Wagner kan men hier to lande niet leeren kennen. Wal, is nu toch do verklaring van dit raadsel Men zal allicht onze veel tal lig heid als bezwaar noemen. En inderdaad hebben de vele pogingen om een Nederlandsch opera- inslihmt in het leven leroepen deze zaak wel wat in discredict gebracht, teifwij) zij ioch niet die winste op nationaal gebied gebracht hebben, die sommigen daarvan verwachten. Wij zouden clan ook miel op herhaling van dergelijke pogingen willen aandringen, hoe- zoor wij ook bet belang van elk slroven inzien om ons nationale gevoel te verster ken. Want oen dergelijk nationnatl stroven, bij de opera schijnt ons weinig 1e betee- kenen, omdat een goede vertaling ongeloo- felijke moeilijkheden meebrengt, zoo ze al mogelijk is, en omdat de expoilatiekansen voor een Nederlandscho opera slecht zijn. Immers het spreekt vanzelf, dat men gemak kelijker komen kan tot een goed ensemble, wanneer men zich aan een der drie groote operalalen (Duitsc.b, Fransch of Italiannsch) houdt en dus allo artiesten, die in die talen,1 zingen, eventueel kan aanstellen, dan wan neer men don menschen don oisch stelt, dat zij er een andere taal bij leeren en ver volgens loeren 'in die (aal hun rol te zingen, nu afgezien nog van de moeilijkheden met gastrollen. i Het ligt dus voor de bgnd dal., w'jl men hier een goede ppera hebben, men dit nationale moment niet op den voorgrond moet plaatsen. En verder schijnt het ons ook- haast van zelf sprekend te zijn, dat, men in Nederland een Duitscbe opera ves tigt, omdat hei vooral op de grootero wer ken in die (.aal aankomt. Wij zeggen dit zonder de Franschc componisten gering te achten, zonder (e onikennon, dat met name werken als Faust on Carmen van groote Lo- tcokonis rijn. Doch de heteekenis van d e Duitsrho Opera is voor ons, Noorder lingen allhnjnsj groo'ter ten hot Ha-» liaansch is zeer zeker veel minder geschikt, ■omdat slochis weinigen die taal vcrsLaaïi on dc lialiaansühe school, hoe mooi op zich zelf, we! liceL ver van ons afstaat Wc zien daarbij niet over hot hoofd, dat vele oudere opera's llaliaansch tot eersten tekst heb ben. Want verscheidene van die opera's zullen toch over hel algemeen door een Duitschon Iroep beier in slijl gegeven wor- den dan door een modernen Italiaanschon. Onze conclusie is dus, dat bel voor do normale kunstontwikkeling van ons volk wcnschelijk zou zijn, dat wij een goede Duit scbe opera in ons land hadden. Wij weten wel, daL men ons daarij mei. financieelo bezwaren zal komen. En inderdaad wil men een troop met beroemde namen, dan zal dat werkelijk boel moeilijk gaan. Dio zijn duur, en moeilijk vast te houden. Doch wil men een redelijk goeden troop, dio serieus werk'Invert on waarbij allo rollen goed bezet zijn, dan zien wij niet in, dat aan boel Nederland niot zou kunnen gelukken, wat aan vrijwel elke stad van een honderd duizend inwoners in Duitschland wel ge lukt: een zoodanigen troep samen te stel ten, dat men ook van d groote werken op hot gebied van hol muzwM-ame geregeld goede uitvoeringen in ons land zal kun nen bijwonen. ALLERLEI. STjEMMINGEN. Niets is verkwikkender voor oud cn jong dan een gelijkmatig, blijmoedig gestemd mensch, die doordrongen is van het. g.-luk van zijn bestaan en daarvan onbewust aan zijn omgeving mededeelt Zulke onbezorgdo vroolijkbeid weikt in derdaad aanstekelijk, daarom zijn deze zon nige menschen ook zoo geliefd. Een ieder heeft zijn zorgen; is men met anderen te zamen, dan verlangt men er naar zo te kunnen vergelen en de tegenwoordigheid of aanwezigheid van tevreden, blijmoedige naturen is voor ons een weldaad. Integen deel daarvan zijn do steeds klagende, mis noegde en mopxjorendo menschen niet ge zocht. Vooral gevreesd worden de nukkigen, do stemmingmenscben, dio vandaag over dreven vroolijk, ja uitgelaten, morgen treu rig zijn, die spoedig week, spoedig hard, dan warm, dan koud zijn en op wie men zich eigenlijk nooit verlaten kan. Menschen, die zich dermate door hun stemming laten beheerschen, zijn vooral voor hun naaste omgeving dikwijls een kwelling. Do echtgenoot, die zich dikwijls tevvergeefs afvraagt, of hij de schuld is van de slechte luim, lijdt er onder. De kinderen lijden er onder, als een der ouders haastig, heftig en mot norsch gezicht rondloopt, zonder dat zij cr aanleiding toe gegeven heb ben, dat komt op hen als eon drukkende last. Juist 'hierdoor kan veel nadeel toe gebracht worden. Eon kind is zeer gevoelig voor een onrechtvaardige, ongelijkmatige behandeling. Het bemerkt, dat er soms groote tekortkomingen en ondeugendheden door dc vingers gezien worden, omdat d'' stemming goed is en dat het een anderen keer voor oen klein vergrijp terstond ge straft wordt, omdat men slecht geluimd is. Daardoor komt zeer spoedig do auto riteil van ouders in gevaar, omdat hel kind niet precies weet, hoe het cr aan toe is. Een blijmoedige, gelijkmatige stemming in huis is de besle voeding voor do kin derziel. Daardoor ontwikkelen zich haar opgeruimdheid, -al die kinderlijke eigen schappen, die ons in gezonde en gelukkige kinderen zoo treffen kunnen, hcL host. Juist hierdoor behoudt het ook lang het ware kin dergemoed en wordt het voor vroege rijpheid bewaard. Onislemdheld der ouders of van een hunner maakt de kinderen uithuizig; zij zijn dan liever bij anderen en daardoor wordt, de familieband langzamerhand losser. Ook op de dienstboden werken dergelijke stemmingen zoor onaangenaam. Daar zij toch weten, dat zij niets goed kunnen doen als mijnheer, maar voornamelijk mevrouw slechts geluimd is, geven zij zich dikwijls niet eens de moeite, die zij anders zouden doen om baar werk naar belmoren te ver richten en zoodoende zullen in derge lijke huishoudens de dienstboden niet lang blijven. Men zegt dat vrouwen bijzonder door zulke stemmingen beïnvloed worden, doch kond het niet met do waarheid overeen, dal iedere opmerkzame waarnemer zeker «vin zooveel mannelijko als vrouwelijke nuk kige, humeurige menschen kent'? Groo tendeols zijn welzwakko of overspannen zenuwen de oorzaak van dozen toestand; doch een ieder is toch v'orplichl zich niel door dergelijke stemmingen telalen beheer schen, maar moet men integendeel met alle ten dienste staande middelen daartegen in werken. Tal van middelen beslaan cr tegen, waar- ouder dat van zelfbeheersching wel bet, voornaamste is. Is men hiertoe niet in staat, dan grijpe men naar andere hulp1, vooral de arbeid zij hier genoemd, deze geeft bcvre diging en verstrooiing. Wie een zoogenaam de „lievelingsbezighid" heeft, zal minder onder stemmingen te lijdon hebben. Dikwijls is echter overwerken oorzaak der over spannen zenuwen en hier is dan natuurlijk eenige ontspanning bet geschikts!, bijv. oen wandeling, vóór alles sport onder wolken vorm, maar steeds matig uitgeoefend, daar zij anders meer schaadt dan goed doel. Mu ziek, een goed bock, vroolijk gezelschap of oen reis zijn andere middelen, die elk naar behoefte en naar de mogelijkheid ervan kan aanwenden. In geval kinderen aan dergelijke stemmin gen onderhevig zijn, laat hun gezondheid meestal te wenschen. over; men moet hol dan vroeg naar bed zonden, goed voeden en veol bewoging in do frisscho lucht laten nomen; en dan ook'mag men geen onrede lijk humeur, geen ongegronde nukkighoid door de vingers zien, maar men werke hier met een der gegeven middelen beslist tegen in. Roods een kind moot men leeren zich te boheerechen en om zijn eigen omgeving tie denken. Hoe vroeger en beter bet dil Icorl, zooveel te zekerder kan men er van zijn, dat het in zijn latere jaren niel tol do „stemmingsmenschcn" belmoren zal. STERKE MANNEN. Niet lang geleden trad er een man op, die met een enkelen nik een spel van 52 kaarten doorscheurde en een staaf van staal op zijn knie rond boog. „Do man met de ijzeren handen," zoo noemden de aanplakbiljetten hein, on terecht Van Hercules en Simson af is cr in dc geschiedenis steeds melding geweest van sterke mannon. Do legende verhaalt \an Roland, den neef van keizer Karei don, Groote, die zijn vijanden mei één slag van het hoofd Lot de voeten kliefde on met zijn zwaard Burandol de rots llnnkeval uiteensloeg. Do Fransche geschiedschrijver liotstand verhaalt van een Spaanwhen edelman Er- noulLai-, die zich eens in hot kasteel Foin bevond in, gezelschap wan andere hoeren, met wie hij dapper dror'-. Dezen klaagden over de koude, want 'L vuur in den haard was slecht van hout voorzien. Onze Span jaard ging naar den hof, waar hij een met hout beladen ezel had zien staan, nam het dier met zijn last op de schouders cn droeg hel de vier en twintig treden hooge' trap op, in dc zaal en wierp het hout op het vuur. Van don uil den srtijd der Sakser-. en Gel- derschcn bekenden Fuescben boer „Groote i'oer" heet hei, dat hem, terwijl hij op zijn huid te Kimsweril aan lief ploegen v.xw, door een troop Seksers naar zijn eigen woning werd gevraagd. „Groote Peer?" zei hij, „wel, die woont daar." Mot zijn ééue hand slak Lij den ploeg uil in de lichting van zijn woning De Sek sers, die hem 'aan die verlooiiing van kracht herkenden, namen ijlings dc vlucht Zeer bekend om zijn lichaamskracht was ook do konn mst van Saksen, tevens kon g van Poien, August de Sterke. Op een feestmaal, dat hij aan oenigo personen gaf, waren geen kurkelrekkers aanwezig. De gastheer Het zich een langen spijker bren gen, draaide dien lussdien zijn vingers, tot een spiraal cn ontkurkte daarmede ue wijnflesschen. Eens trad hij een smederij binnen, om zijn paard te laten heslaan. „Sterke ijzers?" vroeg hij den smid cn toen deze bevcstgiend antwomddo, nam hij hol, eene na het andere en brak ze, alsof het houten staafjes waren. Eindelijk hield hij zich, alsof, hij er een gevonden had, dat sterk genoeg was en liet dal onder een pool van zijn paard slaan. Om te belalen wierp hij een geldstuk op hel aanbeokl. Do smid nam hot op, bekeek helen zei: „Neem wij niet kwalijk, meneer, maar voor een goed ijzer vraag ik een goed geldstuk!" jllij nam hot tusschen duim en wijsvinger van beide handen en lnak het midden door, bctzclldo deed hij ach tereen volgens mot een ander, dat do koning hem gal'. August had, zoo niet zijn meester, dan iocli zijn gelijke gevonden. Do Japansche tandentrekkers hebben, om hun kunst uit to oefenen, geen "instrumen ten noodig, zooals hun confraters bij ons. Om zich voor 't vak lo bekwamen, oefenen zij zich op de volgende wijze: Zij slaan bouten pennetjes in een plank van weck hout en trekken die er met duim en vinger uit. Do plank wordt steeds harder en do pennen cr steviger ingedreven, totdat deze eindelijk in eikenhout worden bevestigd. Eerst als do Japanner dio pennen met vinger en duim cr uit kan (rekken, is hij een „gediplomeerd" tandentrekker, die voortaan zijn vingervaardigheid op dokaken der lijdende mcnschbeid mag toepass n. EEN GEMAKKELIJK - EN RENDE ER END VROU WENB AANTjJE. Staan do Fransche ambtenaren bekend voor luilakken, Engeland heeft zijn haan tjes, waar, om zoo te zeggen, geen werk aan vast is. Zoo oefent een dame te Jjonden het beroep uit van Lady Official Time keeper, dat haar ongeveer 4800 gulden por jaar opbrengt, en waarvoor ze nioLs hoeft te doen dan zich 's Maandagsmorgens naar Greenwich te bogovon en vervolgens SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 9