66* Jaargang
Zaterdag 20 December 1913
407
m
Tweede Blad
Uit de Tweede Kamer.
Het kind van haar droomen.
&ff
W
Doze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen,
Prijs per kwortaah Voor Schieda m en Ylaardingen fl. 1.25, franco
per post fl 1-65.
Prjjs per week: Yoor Schiedam en Ylaardingen 10 cent, -
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen,
'Advertentiën voor hot eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
nur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No, 141 (hoek Korte Haven).
Frijs der Advertentiën! Van 16 regels fL 0.92; iedere regel meor
15 cents. Reclames 80 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen,
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taxieven
hiervan zijn gratie aan het Bureau te bekomen,
In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen,- worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen lot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
En 7.oo is het nu alles peis en vree.
Na den heer Lobman is ook de heer Loeff
gekomen, cn die heeft namens de Roomsch
Katholieke Kamerfractie zoo onomwonden
verklaard, dat, na de verklaringen van de
llegeering, voor haar alle reden om geen
zitting in de Staatscommissie te willen no
men,"was vervallen, dat van Links luide
bravo's hem tegemoet kwamen. En wat ook
zeer veel zegt, door geen van de fracties
van Links is de houding van den Minister
gedesavoueerd, zoodat de zaak er gunstig
voorstond.
liet werd in de gegeven omstandigheden
voor den heer Van der Voort van Zijp
een uiterst moeilijke positie om vol te hou
den dat voor de anti-revolutionnairen het
zitting-nemen in do Staatscommissie heslist
onaannemelijk was; maar kon hij andci.s,
waar Dr. Kuvper den dag te voren, d. i.
Vrijdag 13 December in het interview met
den Haagschen redacteur van „De Tijd"
verklaard had, dat hij van geen toegeven
weten wilde. Op dien gedenkwaardigen dag
kregen wij van den leider der anti-revolu-
tionnaire partij te hooren, dat hij niets
toegaf, dat hij zijn volle recht vroeg en
dat, om dit te kennen, geen Staatscornjnis
sie noodig was. Hij bleef bij zijn meening,
dat Rechts niet tot de Commissie kon toe
treden, e^n compromis sloot toch volgons
hem altijd in: een gedeeltelijk toegeven
van heide zijden, en daarin kan de anti-
revolutionnaire partij niet treden. Het vei-
baasde dan ook niemand Zaterdag 1.1., dal
de voorzitter der anti-revolution na ire Ka
merfractie nog allerlei bezwaren opwierp,
die voor de heeren lobman en Loeff
niet meer bestonden, maar men kon hooren
en voelen dat het niet van harte ging.
Tot
Maandag 1.1. ineens do tijding kwam, dat
de anti-revolutionnaire Kamerfractie na af
loop der Kamerzitting had vergaderd, en
besloten zich wèl voor de Staatscormnis
sie beschikbaar te stellen. En 's avonds
kwam Dr. Kuyper in „De Standaard" zijn
draai annonceeren. Na eerst een pluimpje
te hebben gegeven aan den heer Van der
Voort van Zijp, die van zooveel beter po
litiek inzicht had blijk gegeven dan de
heeren Lobman en Loeff, daar dezen den
wede hadden geteckencl vóór moeite was
gedaan het uiterste te verkrijgen wat te
bereiken was, wordt als reden voor
volte-face opgegeven, dat do president-Mi
nister in tweeden termijn iets meer be
loofd zon hebben dan in zijn eerste rede.
En wel dit, dat ook het vraagstuk of er
gelijkstelling zal wezen ook.wat de Gemeen
tekas betreft, niet buiten de discussies zal
staan.
We hopen, dat dit een vergissing is,
want anders zou het opzettelijke misleiding
wezen. Minister Gort van der Linden kon
in tweeden termijn niet nog een of ander
onderwerp tot de discussie toelaten, dat bi]
in eersten termijn had geweigerd, en wel
om deze eenvoutige reden, dat hij van
meet af aan de Staatscommissie geheel
vrij heeft gelaten, zoowel in de bepaling
van haar veld van onderzoek als in liet
nemen van haar conclusies.
Het wit ons dan ook vporkomen, dat
de vollc-face van den hoer Kuyper slechts
noodgedrongen geseh.cdt; dat de houding
van de heeren Lobman en Loeff hem ge
steld heeft voor de keuze: zich onderwor
pen of de coalitie verbroken Of hij in dm
positie is gebracht, doordat hij verzuimd
hoeft overleg te plegen mot do leiders der
bondgenooten, of doordat hij den invloed
van het door hem gegeven parool over
schat heeft, is ons natuurlijk onbekend
En wie het slechtst er afkomt is zeker
de heer Van der Voort van Zijp; hel is
werkelijk geen benijdenswaardige positie
voorzitter van de anti-revolutionaire Ka-
mordub te wezen met den geweldigen lei
der achter zich, en vooral, als die leider u
dan niet op de hoogte houdt van zaken
l!at is toch wel zeker, dat de heer Van
der Voort van Zijp Zaterdag i. nog niet
met de wetenschap gewapend was, waarvan
Dr. Kuyper het eigenlijk van liet afhangen
of ook de antirevolutionaire Kamerclub
in de Staatscommissie zitting zou nemen,
want anders had hij natuurlijk na do .slot
rede van den Min. even nog 't woord hebben
moeien nomen, om te verklaren, dat ook de
bezwaren van zijn partij waren opgeheven.
En dat heeft hij niet gedaan, en het ergste
is, dat om het ongelukkige figuur, dat de
president van de antirevolutionaire Kamer
fractie in deze maakt, niemand zich zal
bekreunen, daar in zijn partij alle eer is
voor Dr. Kuyper.
I
Enfin, dat alles is eigenlijk water, dat
onze deur voorbij gaat; van oneindig meer
belang is het, dat nu de eerste stap, en
een llinke ook, gezet is op den weg, die
voert naar beëindiging van den schoolstrijd.
In dat opzicht zal de 11de December een
van de gedenkwaardigste data blijven in de
geschiedenis van het Nederlandscho volks
onderwijs. We beliooren riiel tot die lieden,
die al hei roepen vóór zo de brug heb
hen; wij zeggen niet, dat we er met de
Staatscommissie al zijn, daarvoor zijn we
ons te zeer bewust, dat het vraagstuk haar
ter oplossing geboden, tal van moeilijk:
kanten heeft, al willen wij cr dadelijk aan
herinneren, dat ook hier de weg het gemak
kelijkst zal gevonden worden door hen, die
ernstig willen.
blaar zelfs als onverhoopt de hemel
behoede ons daarvoor echter de Staats
commissie liet gewenschto doel niet mocht
hereiken, dan is er loch veel verkregen.
De heer Lohman heeft het zoo juist gezegd
Zij lag doodstil, met half gesloten oog
leden staarde zij voor zich uit'.
Wat was dat vreemde schijnsel toch
Heel lang geleden, toen ze nog een kind
was, had ze eens een groote gouden ster
van datzelfde licht aanschouwd. Om haat-
heen hing een zwoele lucht van geurende
kamperfoelie, evenals toen. Misschien was
het wel dezelfde ster, misschien.
Even kwam er nu een zacht gedrui.sch.
Tusschcn haar en do ster gleed een vrou
wengestalte door. Zij begreep opeens; de
ster was de door een kap getemperde nacht
lamp .in haar kleedkamer, de vrouw was
haai- verpleegster.
Langzaam liet zij haar oogleden zinken
tot op haai- bleeke wangen. Zij voelde dat
haar verpleegster naar haar koek; zij bleef
niettemin onbewegelijk. Zij hoorde de deur
opengaan en hoorde een mannenstem,
- vreemd gedempt,
„Hoe staat het er mee, miss Stone?"
„Zij ligt nog in bezwijming, dokter, se
dert middernacht."
„Zoo!"
Zij voelde koele vingors haar pols om
vatten, maar zij gaf geen levensteeken. Zij
lachte binnen in zichzelve. Men dacht, dat
Z1.f bewusteloos was, maar haar geest was
7-oo helder als de hunne, helderder mis
schien wel. Zij voelde wonder licht en luch
tig, alsof zij, ontdaan van 't lichaam, alléén
maar geest was, die abnormaal duidelijk
1 en helder, alle geluiden in de kamer be
greep.
De gedempte stem van den man brak
haar gedachten af, toen hij sprak:
„Mocht zij vóór den morgen haar be
wustzijn terug hebben, dan is er nog hoop
Naar alle waarschijnlijkheid komt er geen
verandering binnen hot eerste uur. Het zou
goed zijn
De verpleegster en de doktor verdwe
non in de naaslbijgelegon kamer. Voor een
oogenblik nog hoorde zij hunne zachte stem
men even na-klinken; toen volgde de dofte
slag van een toegetrokken deur.
Langzaam sloeg zij haar oogen op. l)i
zacht-hrandendc lamp glansde als een gou
den ster. De verpleegster zat er naast, haai
hoofd rustte in haar hand.
Opnieuw glimlachte de vrouw zwakjes,
zonder haar lippen ook maar oven te ver
roeren. Men geloofde, dat zij nog weg was,
in het verre land van schaduw en duister
nis, waarin zij nu zoo laag reeds had
rondgetast, liet schenen jaren, voordat zij
den roep: had verstaan om terug te gaan.
Zij herinnerde zich die lange, donkere heu
vols met den koudon wind, striemend haar
gezicht, en den klank van snikken in haar
oor den klank van haar eigen snikken,
als zij terug ijlde, naar huis terug. Toon
plotseling had zij een slem in de donkerte
gehoord en zij had haar oogon geopend om
do lamp te zien, do verpleegster, cn het
groo'.o, witte bed.
Zij gevoelde zich merkwaaulig helder cn
gespannen, alsof zij op iels wachtte, iemand
verwachtte. Maar de sterke geur dor kam
perfoelie drukte loodzwaar op haar; hel
licht verdoofde cn opnieuw voelde zij zich
do heuvels opklimmen, voelde den schei
pen wind haar gezicht striemen, biet alk
inspanning worstelde zij om den terugweg
te vinden, toen z'ag zij opnieuw het licht
en het knikkende hoofd der verpleegster.
Zij moet nog even wachten misschien
mot zoo heel lang moer. Zij draaide haar
hoofd wat op zij, totdat zij een. warm,
,0ok voor de Rechterzijde zal het misschien
van groot belang zijn, dat een Linksch
Kabinet dat uitdrukkelijk gezegd heeft de
vrijzinnige beginselen te zijn toegedaan, een
Kabinet dat samengesteld is ik zeg hot
met eerbied uit vogels van diverse plui
mage, hier openlijk verklaart, dat de wensch
dien wij koesteren is een rechtmatige
wensch. Reeds dit alleen is c-en reden, waar
om wij dit Kabinet dank kunnen zeggen.
Ook wanneer niets anders tot stand kwam
zou ik nog zoggen, dat wij daarin vee!
gewonnen hebben, dat dit van die plaats
door die mannen is gezegd." Zoo is het,
het plan tot finale oplossing wm do school
kwestie ligt thans op de tafel der natie,
on of het lang zal duren of kort zal duren
dat dit plan werkelijkheid wordt is slechts
een kwestie van tijd, en is thans na het
gestelde precedent geen regeering meer mo
gelijk, die daarmee geen rekening zou hou
den.
Door de goeden afloop van de zaak is
zeker het Kabinet Gort van der Linden aan
merkelijk steviger in zijn grondslag. Ook
Rechts heeft er thans belang bij dit minis
terie niet zonder zeer geldige reden het
loven (e verkorten, en naar het ons voor
komt z-tl ook deze overweging Dr. Kuyper
huiverig gemaakt hebben zich neer te leg
gen Lij een beslissing-, die pais en vree
allemt. De leider der Anti-revolutionairen
toch is een bekwaam man, laten wij ge
nist zeggen een geniaal man, aan wiens
buitengewone gaven wij gaarne alle recht
laten wedervaren, maar de eenheid van de
Kodcrlandsche natie wil hij zeker niet, hij
wil de antithese op politiek gebied eer
der verscherpen dan verzachten; al zijn
geschriften getuigen er van.
Wij hebben \uor ons liggen zijn Depu-
talenrccl-e „Wij Calvinisten" op 22 April
1909 te Utrecht gehouden, waarin hij liet
volhouden van de anti-tlicscpolitiek ten
sterkste bepleit, aldus positie kiezende tegen
den heer Heemskerk, die zeker gematigd
ware blijven regeeren, als Ljj niet voor
Dr. Kuyper do vlag had moeten strijken.
En dan treft hot, dat de tweedracht, dooi
de anti-these gezaaid, door hem goed ge
praat wordt met con beroep op den Chris
tus zelf, op diens woord „dat hij geko
men was niet om deij vrede te brengen,
maar hel zwaard." Eu dan wordt er nog
ado nadruk opgelegd, dat hiermee niet al
leen strijd in het hart, maar wol waar
lijk ook in het leven bedoeld is, en daar
voor een beroep gedaan op een ander woord
van .Tezus: „Van nu aan zullen er vijf
in één huis vergaderd zijn, drie tegen twee
en twee tegen drie."
behngelijk putje in haar kussen vond. Toen,
toen wist zij -waarom, zij was teruggeko
men.
Wat was zij blij! Een overstelpend ge
voel van intens geluk doortrilde haar heele
zijn en biacht glans van bijzondere schoon
heid op ha.u- smal gezichtje, want op den
drempel van haar deur stond: het kind,
dat zij zich altijd in haai' droomen liad
gewensclit.
Zij had hem nooit tevoren nog gezien,
maar haar hart had altijd hem gekend. Dat
leed geen den minsten twijfel. Zij wist
precie^, dat hij geen andere dan zulke
donkere krulletjes, zulke ernstige, blauwe
oogen moest hebben. Zij wist ook, dat toctp
hij tot haar glimlachte, hij in zijn wangetjes
kleine kuiltjes zou vertoonen.
En zij lag nu maar naar hom lo kijken;
do lange, eenzame jaren, die achter haal
lagen, de jaren, waarin, hij slechts in liaar
droomen had geleefd, trokken langzaam aan
haar gee.-desoog voorhij.Toch voelde zij
nu geen bitterheid over zijn late komen
tol haar, slechts groolo zaligheid dat hij
gekomen was eindelijk 1
TT ij kwam haastig op haar af on in een
snelle aandoening van tecderhcid omsloot
zij zijn fijne, krachtige gestalte. '0, dat het
nog niet lo Iaat mocht zijn, dat zij hem
nog mocht zien volwassen worden I Zij
smoorde de opkomende spijt, cn haar oogen
waren klaar en mooi, toon hij, tegen haar
hod aangeleund, haar aanzag.
,,Je riep me terug waarom?" vroeg
zij hem, terwijl zij met haar hand door
zijn kruikkopje streek; zij had verlangen,
naar zijn slem.
„Weet je," antwoordde hij met zonder
lingen ernst, haar hand togen zijn van-
gc:je aandrukkende, „weel je, de heuvels
waren zoo donker en koud cn ik had be
hoefte om je te steunen voor goed."
Waarlijk, wie er zoo over denkt, maakt in
de Nederlandsche natie nog a'tijd onder-
selieid tusschen kinderen Gods en kinderen
der mensdien, en bekreunt zich uit den
aard der zaak weinig om de vraag, of door
het op de spits drijven van verschillen m
levensbeschouwing, ons volk niet beroofd
wordt van samenwerking van bon, die in
politiek en godsdienst verechillemte, tecli
in de brcede, zeer breede neutrale zóne de
handen kunnen ineen slaan.
liet is daarom dat wij van de nnli-ievo
lutionaire partij, gegeven haar blinde ge
hoorzaamheid aan dr. Kuyper, zeer weinig
verwachten in zake medewerking aan de
finale oplossing vim den schoolstrijd. Als
Wij on-5 hierin vergissen, zal het on« hij-
zonder aangenaam zijn, maar wij kunnen
niet vergeten, dat al is dr. Kuyper nu
bijgedraaid, dit niets veranderf aan zijn
uiting, dat hij niet wil weten van eenig com
promis, dat is van een overeenkomst, waar
bij heide partijen iets van haar wenschen
laten vallen. Gelukkig, dat de katholieken
en de chistehjkhistorischen heel wat loya
ler houding aannamen.
Het ministerie G'ort van der Linden staat
zeker ook sterk door de mannen, die er
in zitting hebben. Maar ook hier moeten
wij een reserve maken, en wel voor den
heer Bertling, minister van financien, die
Maandag 1.1 zeker geen gelukkige dag
heeft gehad. Het ging om de verhooging van
den post salarissen van de beambten der
Rekenkamer, op welke verhooging de heer
ter Laan had aangedrongen, liet bleek dien
bewindsman toen onbekend te zijn, dat c-en
minister het recht heeft zijn begroeting»-
posten ook gcklureude de discussie te wij
zigen en te verhoogen, en dat moest hem
door den altijd wehvillendpn heer Van By-
landt, die vlak bij de ministerstafel stond,
duidelijk gemaakt worden. Dat is nu alles
zoo hel erg niet, en wij schrijven dat alle-
gaarne op gemis aan parlementaire rou
tine. Maar vnl ons niet zonder bedenking
voorkwam was, dat deze bewindsman zoo
mir nichts dir nicht? rian het zaakje terug
werkende kracht zou liehhen gegeven, als
de lieer Do Meester hem niet gered had
uit den strik, die de heer Ter Laan hem
spande, al maar door lofziagende op liet
„rechtvaardigheidsgevoel" van den minis
ter, die daardoor meegesleept, alleszins
geneigd bleek hel hoofd ia den strik te
steken. 1
i
En in het algemeen mankeert er aan de
zen minister het „ick en weet niet wat
dat ons doet afvragen of dat nu de figuur
is die in dit ministerie wel de zwaarste
portefeuille torscht, en wel die van finan-
„Ivendo je me dan?"
„O ja," antwoordde hij eenvoudig, „ik
zag je 'van 'den overkant. Ik zocht jou
voor mij uit, lang voordat jij iets vermoedde
over mijn mogelijk bestaan." Hij lachte teer,
zijn lipjes streelden haai- hand. „Ik hen
nu al twaalf!"
Twaalf! Dus zoolang had zij' al van hem
gedroomd! Hij was reeds bijna een man
geworden en in staat om voor haar lo
Zorgen! En 'hoe- goed deed hot niet om
verzorgd te 'wordenWat al lange jaren van
eenzaam vooruit-moeien kende zij, waarin
zij slechts gehad had haar eigen, eenzame
droomen; waarin,,..
„Denk daar niet aan," zeido do kleine
jongen uit hel droomenland. „ïk ben er nu,
dat is genoeg. Kom met mij mee, 'tis bijna
ochtend. Komt"
Hij glimlachte toen hij zijn stevigen arm
onder haar hoofd schoof.
Langen tijd was zij lo moe geweest om
zich ook maar iets to bewegen; soms zelfs
was de inspanning haar te groot om de
oogleden open te doen. Maar nu, nu voelde
zij zich licht en luchtig en vol opgewekt
heid, alsof haar lichaam haar ontvlodeil
was en haar ziel als een heldere vlam
brandde. Zij voelde zich zoo jong en sterk
als op dien avond, lang geleden, toen zij,
als klein meisje, de gouden ster had aan
schouwd. Zij was blij, blij dat do jaren
voorhij waren gegaan, dat zij nu was een
passend kameraadje voor het kind, den
„kleinen jongen", die eindelijk was geko
men!
Met zijn hand in do hare, stond zij op.
llnnd in hand gingen zij1 naar de deur. Daar
hield zij stil cn keek terug. In do kamer
gloeide do overkapte lamp flauwtjes, do
verpleegster zat erbij, nog met gebogen
hoold. i
„Het is bijna morgen," herhaalde het
ciën. Minister Cort van der Linden en Mi
ni-ter Troub hebben ook een taak, die
niet wjr de poes is, de cerate m do lei
ding van de algemeene politiek, de Luttele
in de sociale voorzieningen, maar dat zntt
nu euimaal bekende mannetjes putter» eer
ste klasse. Maar de heer Iteming, welk is
loep ook van hem moge uitgaan als kun
dig financier, een roep die wol alle-zri»
verdiend zal wezen, gaf oru tol heden te*
nog met de overtuiging, dri tij re at A
zal zijn met klem van redenen zijn pin
nen van achter de groene tafel te vei Ie li-
gen. We hopen natuurlijk dat we on» blei-
in vergissen, do portefeuille toch, die dezm
bewindsman is loeverfiouwd is rooi al in
deze omstandigheden vart zoo buitengewoon
verf gewicht, d: t ook een eerste klas-e vn-
dediging buitengewoon gewensclit is van
hetgeen op financieel gebied zil moeien
worden vei richt. Wc hebben in h"t vorige
Kabinet aan Generaal Cool gezien, boe men
prima vakman kan wezen zonder nu puM
voor liet ambt van ïnnnslei m de wieg
gelegd te zijn, en toen de heer II" ute-
kerk dat in de gaten kreeg, druilde lmt met
lang of de Coalitie hielp hem den heer Cuol
door den lieer Galijn te ervingen. "Waar
in ze toch maar schoon gelijk had.
Wie wel een groote kracht v urn hel
ministerie is, dit is natuurlik de hwr Leiy,
die met al de gemakkelijkheid m den nn-
nistersstoel zit van iemand, dm aan den
zetel gewend is; hij te dan nuk voor do
derde maal mfntetei, den er-reten keel v, da
hij Minister van Wak-istaat in hot Kabi-
j net van Tionhuven Tak van 18911891;
i den tweeden keer bekleedde hij liulzeltdu
ambt in het ministerie Dn r-mu Bmgesius
j van 1S97—189-1; is het wonder dat de
i heer Cort vart der Linden, (he in dat
zelfde Kabinet Mmirfu- van üu-iitio was
en dus alle gelegenheid heelt gehad do
I liooge bekwaamheden van den heel Lely
le loeren kennen en waardeeren. als Ka-
i hinulsformalour zich direct gehaast heeft
de portefeuille van Waterstaat aan den,
oud collega aan [e bieden.
En al is er nu continuïteit van be
kwaamheid aan dit Departement, daar ook
de lieer L II. W. Regout een limit van
buitengewone gaven was. met den geest
die ei aan lie! Repos temen t wan t, ïsgun-ch
andere koers ingeslagen Hel is nu ml met
emilaiies aan de postdirecteuren, dat er
een voldoend aan'al roomselie brievenbe
stellers moei wotden aauge-teld, en inge-
Irokken is de ukase, waarbij nachtarbeid
aan de vrouwelijke ambtenaren bij de poste
rijen veibodui werd, ell w aanlooi de «.ol-
lici'alie m vete betrekkingen hij ilo po-t
vooi de vrouw onmogelijk weid gemaakt.
Dr. Nolens probeerde bij motie, wal de
kleine jongetje uil haar* droomen „Wij moe
ten gaan!"
Zoo, nog hand in hand, daalden zij »aam-
jijes dc breede trappen af. De dour uer
hall stond half aan, waardoor de kamper
foelie haar gom en naar boven kon zenden.
Buiten, in den tuin, brak zwak licht van
den komenden morgen door en Je lucht
scheen vol van duizenden trilh-ncte, teers
geluiden.
De morgendauw steeg ijlings op, toch toef
don de twee een oogenblik voor een open
deur. Up den drempel stomkn zij RU, heel
stil. Bij een lange tafel zal eon man, het
hoofd op do horst gezonken; de vingein
van zijn eene hand omknelden een leeg
wijnglas. De vrouw schokteDe lange,
eenzame jaren...-
Toen grejicn stevige vingers de hare vast
cn zij onlmoeLto de ernstige, lieve oogen
van het kmd uit haar droomen. Hoe goed
was het om verzorgd te worden, nul Samen
gingen zij vertier, de liall uit.
De verpleegster stond op en ging naar
hol groote, witte bed, wraar zij stil aan
schouwde
,,lloe mooi is zij toch," mompelde zij
zacht. „Te denken, dat zij nog zóó kan
glimlachen i"
Toen It of hanr plotseling iets in do hou
ding van do mooie vrouwenfiguur. Zij boog
zich over baar heen. Het geluk op .e! witte
gezichtje deed baar ontstellen, maar zij
weerhield den uitroep, die in haar opwelde..
Builen in den geurenden tuin zcide het
kleine jongetje uit het droomenland acht-
jes, toen zij beiden den morgendauw tege
moet gingen: j
„Ik zal altijd voor u blijven zorgen, lief
droo-nimoedertjel"
SCHIEDAMSCHE
vaiMurKXssxir.ïitvtiTain?. mga^iweM>«Ofcaaw»oa»Ma»^