VOOR DAMES. Koloniën. gUfgm IWMMMMMWMMWM—WW— «ij zag in, dat bezuiniging i^h dringende, eisch wen!hij trachtte even wo! dit Joel te bereiken, op wn wijze, die velen onaan genaam w.n, want hij ontnam aan lijken en grooten, die toelagen en pensioenen uit do .staatska- genoten, doze roordMfje», .wat zoer zeker nL. eon 1iowijw van /ijn zedelijken mocil kon gelden. Imewel hot oro niet beluvft te verwonderen, dat dit hem de vijandschap op den hals haalde \an een aantal aanzienlijke personen, die hun hest deden om hem zoo spoedig mogelijk te wippen. F.en der middelen, waardoor ztj dit doel trachtten te hereiken. w;re «qn>l en belachelijk maken. Aten noemde in die dagen in 1'.trijs alle» jv.ll zeer schriel en zeer oemoinUg en zeei goedkoop wa», ,.a la Silhouette.' Ho mt zwart papier geknipte pmtreilen kwamen toen j'nist in zwang, en daar ze voel goed kooper waren dan de geschilderde qf ge- teekende, de miniaturen of pastels, waien het misschien wel de schilders, die uil depit over de concurrentie, welke de knippeis hun aandeden, voor dit procédé den spot naam uitvonden van silhouet", wat i rije lijk overgezet zeggen wilde: „een pm (tel op een koopje, maar liet is er dan ook een portret naar!" Deze naam nochtans, hoe onvriendelijk ze ook bedoeld was, sloeg in. en hielp mede, ovenals bij de fotografie bet geheimzinnige jvoordje „kiek", waarvan niemand de oor sprong weef, om het geknipte portret po pulair te maken. Zóó schitterend was het succes ,van dit woord, evenals van do soort portretten, waarvoor het de benaming werd, dat de Fransche Académie, die, ge lijk bekend is, zicli schrap zette tegen volks woorden en neologismen, zich genoodzaakt zag het te adopteeren on het in 1835 reecis in den zesden druk van de dictionaire op nam. Sedert maakte het ongestoord zijn Wereldreis en verkreeg bijna in alle lan den burgerrecht. Niet minder schitterend was, ondanks den spot van de kunstenaars, liet succes van het schaduwbeeld zelf. Het beroep van knipper werd voor velen een broodwinning en evenals tegenwoordig de photografie^ was de knipkunst in het eind van de 18o en het begin van de 19e eeuw liet procédé, waardoor de burgerefand zich een „AJuiengaierie" schiep. De schilders, die de geheel aparte kunst van het knippen niet verstonden, zagen zich zelfs genoodzaakt ook op hun kunde- n aars pro gramma een planks in le ruimen aan de silhouet. En zoo ontstond naast de geknipte, de geteekende silhouet. De?.e introductie in hel kunstenaarsgemoed kwam natuurlijk aan hel genre ten gocile, want de artistiek-govoelenclen wisten beter dan de beroepsknippers, waarvan sommigen hun arbeid gedeeltelijk machinaal verrichtten, door het nateekeneu en verkleinen van een schaduw op oen wit doek, de eigenaardig heden van deze aparte kunst tb door gronden en er partij van te trekken. Zelfs de meest beroemde knippeis, die, gelijk We nog wet op tentoonstellingen zien, uit de vrije hand knipten, hadden de silhouet 'geheel au sêrioux genomen en niets bemerkt van de vis eoinica, die.o p zichzelf reeds van het zwarte profiel- heeld uitgaat. De kunstenaars echter ge voelden spoedig genoegzaam du lachwek kende .werking van het oogenlooze por tret en onder hun handen werd binnenkort de geteekende silhouet een procédé voor het vervaardigen van geestige en rake cari- caturen. Nu beperkten ze zich niet meer alleen tol de afbeelding van het menscho- lijk gelaat of lichaam, maar ook andere figuren en zelfs geheel e tafereelen wer- d enin zwarte schaduwomtrekken op het pa pier gezet. In het midden van de 19de slapende als zij is, meevoeren in mijn huis, haar in mijn lied leggen.... En ik zal haar opvoeden, ik zal haar aannemen, ik zal haar liefhebben als mijn dochterljoj en ik zal haar verzorgen, altijd, altijd! Maai' de pendule sloeg één uur, sloeg kwartier, sloeg half, sloeg kwart voor tweeen Lumen zat uog steed* aan de speeltafel. Eindelijk, één minuut voor twee, stond de chef der hank onverwacht op en riep met luide stem: ,,Do bank is gesprongen, hoeren...., genoeg voor vandaag." Met één «prong stond Lucien overeind. Hij schoof met cenige brutaliteit de sjie- lers, die om hem stonden, en hem met jaloersche bewondering volgden, op zij, en vertrok haastig; hij vloog de trappen af en 'rende naar de bank. In de verte, bij liet licht van een lantaarn, onldekte hij liet kleine meisje. „De hemel zij gejirezen," riep hij uit. „Zij is er nog." Hij kwam dicht op haar toe en greep haar handje O, wat is zij koud! Arm kleintje! Hij nam het onder de armen vast om het weg te dragen. Hot hoofd van liet kind viel naar achter, zonder dat bol wakker jverd „Wat een slaap hebben die kleintjes op dien leeftijd 1" Hij drukte het tegen zich aan om het le verwarmen, en aangegrepen door eeu vage onzekerheid, wilde hij, om het heele- maal wakker te krijgen, haar oogjes kussen. Toen onldekte bij met ontzetting, dat de oogleden van het kind half open waren en de pupillen uilgebluscht, onbewegelijk stonden. Eueien, in wiens brein een ont zettend vermoeden oprees, voelde, door eeuw werd deze kunst, evonal* zoovele audeie kuilden, een weinig vergeten, maar later het leefde ze woei; en tegenwoordig kunnen we in ons land ook enkele kunste naars aanwijzen, die het in liet maken van silhouetten zeer ver gebracht hebben. 11AAULEYERANCIERS EN HAAR- Kl'NSTlES. lloewel volgens de groole ïiaaikoupluï, wegens de pest, het verbod van den invoer van (Tiinoesch haar een vermindering van he| gehinik maken van valseh baar zou tengevolge hebben, ziet men er niet veel au. AI,tar ('hineesch haar wordt ook niet gedragen door toonaangevende dame*,; liet i» veel te lecbjk. Al beeft een Pa rij zo r haar- kuu-denuar hel middel gevonden om een haai tan eeu ('hineesch in lieren te kle ien, het blijft toch maar gemeen goed. dat grof en ruw en zonder glans is en waar van tinon een boete slecht hebben kan ioor drie of vier gulden. .Mooi haar levert Europa. De Slavische landen on Italië, België en Duit*chland leveren een goed deel. Frankrijk levert weinig. En toch vinden daar ongeveer 3000 mensehen den kost in het opsporen on koopen van vrouwenhaar. Deze opkoopers gaan de dorpen en jaarmarkten af en be zoeken de eenzaam gelegen hoeven, die ze jiiet verlaten vóór ze één of meer der vrouwen hebben overgehaald, zich voor eenige guldens haar mooisten tooi, haar haardos, te laten afknippen. fn de arme gedeelten van Auvergne en Bretagne bestaat nog het gebruik, dat een meisje, dat beur haar verkoopen wil. op de markt met loshangende haren op een vat gaat staan. De prijs ervan bedraagt van twee tot tien gulden en voor die paar geld stukken koopt zich het gesehoren wezen dan met een vtui vreugde stralend gelaat een zijden doekje of een goedkoop zilveren of gouden borslsierraad. Haar wordt lusschen handelaars per gram verkocht. Hel kost naar gelang van fijn heid, Jengte en kleur van 3 renten lot 45 gulden per gram. Het min»l duur zijn de kastanjebruine, want die vindt men liet meest; vervolgens komen de blonde, zwarte, mode, grijze en wille. De laatsten zijn liet duurst, want ze zijn natuurlijk zeer zeld zaam. Ongelooflijk hooge prijzen Worden ef som» voor gevorderd. Alen beeft dan ook van alles uitgedacht, om blonde haren in witte te transformee- ien en om er een surrogaat voor 1e vinden. Hel eerste is zoo moeilijk niet, maar heb wilte baar, alsdan verkregen, leeft niet den zilverglans van het echte. Een jrlants- vervanger van wil vrouwenhaar heeft een tiental jaren geleden een geitensoort in Thibet geleverd. Het haar had het zilver achtige eens eerbiedwaardigen grijsaard^ en liet was zoo fijn en dus als zijde, maar hit wa» ongelukkig tekort "en daarenboven brak het dadelijk af. Het haar, dat afgeknipt wordt om hel aan den hoarsjaclieraar af te staan, dekt tc Parij* maar voor een klein gedeelte het verbruik. Hel overgroote gedee'te levert het uitgevallen haar op, dat te Parijs door een voddenraper bijeengegaard wordt uit de gioole ijzeren bakken, waai' de zes, zeven U't'diepiugen haar vuil in werpen on die 's morgens in de vroegte door den portier worden buiteugezol voor den reinigiiigs- dient. Vóór deze is er met zijn zwaren wagen, maakt de voddenraper de ronde met een ijzeren baak. Daar haalt hij den kwalijk riekenden inhoud weer om en bergt in zijn zak. wat van zijn gading is. De P.irijsehe haarkooplui rekenen op on geveer 150 K.tr, toevoer van het vodclen- iapersgiido. Zooal» de haren uit den vuil nisbak worden opgediept, worden ze van zijn mond vlak aan den mond van het kind te brengen, geen simpel adem tochtje meer. Terwijl hij met de gestolen louis van liet meisje een fortuin had veroverd, Was het kind, zonder onderdak, gestorven, ge storven van koude Hij dacht te zullen slikken in zijn opkrop pende ellende. Gevoelens, hij wilde gil len en, in de poging daartoe, werd hij van zijn nachtmerrie wakker op de loeren bank van de club, waarop hij even voor middernacht was ingeslapen en waar de beUiter, die het laatste tegen vijf uur wegging, hem rustig had laten liggen, uit goedheid des harten om den geruïneerde. Eeu rozige Decern,bernevel gaf een grijze tint aan de ruiten. Lucien vertrok, verpande zijn horloge, nnnt een bad, ontbeet en ging naar het bureau van aanwerving, waar hij zich als volontair bij de jagers voor Afrika liet inlijven. Thans is Lucien de Hem luitenant: hij heeft niet anders dan zijn soklij als mid del van beslaan, maar hij redt zich; hij is een gezien officier en hij raakt nimmer een kaart aan. Het schijnt ze'fs, dat hij nog kans ziet over te sparen; den vorigen dag li.h, in Algiers, zag een der kameraden, die op eenige passen afstand* gevolgd was, hem in een opgaande straat van de Kasba, een aalmoes geven aan een kleine Spnanscho, die in do schaduw van een groole deur wa* ingeslajxni. Hij hart de onbescheidenheid om te ontdekken, wat Lucien liet arme stakkertje had gegeven. Do nieuwsgierige man was erg verbaasd over de vrijgevigheid van den armen luitenant. Lucien de Hem, had een twintig-frankstuk, een louis, in het handje van het kind, gedrukt een rijksdaalder tot vijf gulden per pond betaald door den meester-voddenraper. Deze reinigt het gevonden haar smet het door zaagsel te rollen en (verkoopt hel nu met een behoorlijke win»! aan den groot handelaar, die liet naar kleur en lengte sorteert en liet verkoopt aan den pruiken maker, dien ,,chéri des dames". Want jvat zouden, vooral in den tegenwoordigen tijd, de meeste vrouwen er kaal uitzien zonder val*ch haar! BRIÏ8CH.IND1SCHE HUWELIJKEN. Bij de jongste volkstelling in Britseh- Indiè is gebleken, dal zich daar niet min der dan 250 000 getrouwde vrouwen be vinden, die nog geen vijf jaar oud zijn; twee millioen zijn er nog geen tien jaar, zes mil- tioen zijn tusschen de tien en de vijftien jaar en negen millioen tusschen de vijftien en twintig jaar oud. Deze kinderhuwelijken zijn natuurlijk een voudig handelstransacties, daar de zede van het land wil, dat een vader zoo spoe dig mogelijk voor zijn dochter, al is ze ook nog zoo jong, een echtgenoot koopt. Wie zich aan dit gebruik onttrekt, stelt zich bloot aan de algemeene minachting in deze, en aan de zwaarste- straffen en kwellingen in de andere wereld. Als het huwelijk van het kind heeft plaats gehad, keert het in den schoot van zijn familie terug om wordt eerst als het twaalf of dertien jaar oi!<d is, aan den rechtmatigen echtgenoot overgegeven. Op die manier zijn er in Britsch-Indië millioenen moeders, die pas dertien en grootmoeders, die pas vijf en twintig jaar oud zijn. Benijdenswaardig is overigens het lot van die Indische vrouwen niet. De geboorte van elke dochter wordt als een ongeluk be schouwd, daar do verplichte bruidschat grooto onkosten meebrengt, en zoo valI het te begrijpen, dat de kindermoord in Britsch- Indié „welig tiert". Als gehuwde vrouw leidt de Indische het leven van een slavin, maar a'» weduwe is zij nog ongelukkiger, daar, naar het volksgeloof, de overledene des ,te zaliger is, naarmate zijn weduwe meer (e verduren heeft. In Britseh-lnidië zijn er, volgtens de jongste volkstelling, 26 millioen weduwen, van wie er 10 dui zend nog geen vijf jaar oud zijn; vijf duizend zijn jonger dan tien en 275 jonger dan 15 jaar. HOUD DEN RUG WARM. De nieren zijn, zooals men Weet. zeei gewichtige organen van het lichaajm en door de natuur bestemd, om zooveel moge lijk warm gehouden ie worden. Daarom zijn ,zc in cezonden toestand door een laag vet omgeven. A Van neer men koude op de nieren vat, heeft er een stilstand in den bloedsomloop der kleine bloedvaten plaats, zoodat liet bloed zijn eiwit verliet. Het eiwit is een der belangrijkste levenselementen,) waarvan' heel de instandhouding onzer lichaamskrachten afhangt. Zoodra het eiwit afgescheiden wordt, dan is bet voor het lichaam verloren en de menseh vermagert zichtbaar. Derhalve is bel vooral voor oudere monsciien van groot belang altijd den rug warm le houden. Tusschen do schouderbladen zitten de longen. Een ieder weel? hoe Jicht een koude wind cp den rug een verkoudheid ten gevolge heeft. Het zitten met den rug tegen een raam of deur is, c' >or den tocht, welke door de reten en spleten blaast, niet zelden oorzaak van een catarrh. Daarom moet men de plek tusschen do schouderbladen bij slecht of koud weder vooral beschutten en menschen van 50 jaar en degenen, die aan pijnlijkheid of belemmering der ademhalingsorganen lijden, moeten er een lap flanel op dragen, om de lichaamswarmte er in, en de in werking de koude van huilen, er af te houden. De meeste longlijders meenen reeds genoeg gedaan te hebben, wanneeer zij de borst slechts warm houden, terwijl toch de heschulting van den rug even gewich tig, zoo niet gewichtiger is. NIEUWTJES VAN I1IER EN DAAR. ïn China was 2000 jaar vóór Christus de zijdeleell reeds hekend, cn op zware straf was de uitvoer van zijderupsen ver boden. In de 18e eeuw kwam de zijdeteelt in Spanje, in de 12e eeuw in Italië, in de 15c eeuw in Frankrijk. Iedere groente heeft haar eigen vader land. 'De aardappel komt uit Chili, dp tomaat uit Peru. de komkommer uit Indië, de spinazie uit Azië, de peterselie van de kusten der Aliddollandsche Zee, de snij boon uil Amerika. De raap, koolraap en asperge waren altijd in Europa, evenals de selderij en de kropsalade. In de 17de eeuw waren de spinnen nog vrij wat meer an trek dan tegen woordig. Koning Bodewijk XIV van Frank rijk kreeigj eens cadeau een heel' statiege waad, uit sjrinneweb geweven. De hertogin van Bourgondië een paar spinnewebkousen en de keizerin van Duitschland een piaar dito handschoenen. Alarie Schwahnclier, een aardig Ant- wcrpsch naaistertje, werd het hof gemaakt door twee broeders, beloofde den winner van een spel kaarten te zullen trouwen) maar ging op den loop met dengeen, die verslagen werd. In de afgeloopen tien maanden zijn er vijf leden gestorven van de firma Coats, de beroemjdo garenfabrikanten. Zij lieten zulke reuzenfortuinen na, dat er meer dan 12 millioen aan successie-rechten betaald moest w;orden. Een slager in Engeland vond onlangs bij het slachten in de maag van een koe een 'stuk ijzer, dat een deel was va,n een maaïniachinc. Twee jaar geleden ont dekte dezelfde slager 30 shilling-stukken in de maag van een beest. De „Imperator" bracht op zijn laatste ueis over de Atlantische Oceaan 4981 men schen over, waarvan 3645 passagiers en 1332 man equipage. ANECDOTEN. Jonge vrouw: „AVel man, je maakt be paald vorderingen in het dansen. Weet je nog, dat je, vóór we getrouwd waren, dik wijls op mijn japon trapte?" Hij: „Zeker, maar toen hoefde ik liet nog niet te betalen." Jantje, die op school les in de plant kunde gehad heeft, heeft o. a. geleerd, hoe de vergiftige van de goede paddestoe len te onderscheiden zijn. Hier volgt, in zijn eigen taaltje, hoe hij het verschil uitlegt: „Als ige vreeselijke pijn en kramp in de buik hebt, zwellingen aan de voeten, met gedeeltelijk verlies van het gezicht* eindigend in krankzinnigheid en dood dan waren het geen goede paddestoalien." Als getuige in een rechtzaak werd ge hoord een oude boerenvrouw, die op elke vraaa, die men haar stelde, antwoordde- „Ik denk hel." Ten slotte begon dal den rechter te vervelen. „Luister ,eens," sprak hij, „houd nu op mei over de zaak tc denken, en beantwoord mijn vragen." „Alaar, mijnheer, neem me niet kwa lijk," .sprak het oudje, „ik ben niet zooals de Jieeron rechters, ik kan niet praten zonder er bij 1c denken." Vrouw,,lk heb gelezen dal de giralfe een tong heeft, die wel veertig centimeter lang is." Alan„Ben je er niet jaloersch op?" Een heer, die op zekeren dag in de stal kwam, vind daar zijn zoontje zitten op een paard, met een lei en griffel in zijn hand. „Alaar jongen," riep hij uit, „Wat doe je nou?" „fk maak een opstel, vader," was hob antwoord. „En waarom maak je dat dan niet in de leerkamer?" „Omdat de meester gezegd heeft, dat We een opstel moesten maken over een paard." Jaap was ziek en kreeg bezoek van zijn vriend Kees, die voor hem een flesch brandewijn meebracht, waarvan hij den zieke een glas gaf. „Alorgenochtend krijg je er weer één,j" sprak Kees. Er waren ongeveer vijf minuten ver- loopen, toen Jaap plotseling zei: „Je zou me dat andere beter nu kunnen geven, Kees, je hoort in den laatsten tijd van zooveel plotselinge slergevaUen," Een Engelsehman maakte eens een Veis door de afgelegen deelen van Ierland en werd overvallen door een stortbui, zoo- dnt hij zich genoodzaakt zag te vluchten in een hut, waar hij tot zijn verwondering verscheidene groole gaten in het dak zag, Waardoor de regen in stroomen binnen kwam. „Waarom maak je die gaten niet?" Vijoeg hij- t „Zoudt 'u dan willen, dat ik m,et dit weer naar buiten ging om zo te maken?" vroeg de hutbewoner. „Neen, maar je kondt het doen als liet mooi weer is." „Zeker, mijnheer," was het antwoord,, „maar -dan is het niet noodig." VROOLIJKE KINDEREN. Beide woorden belmoren eigenlijk hij el kaar. ATeugdo en jeugd moeten óén zijn. Aienige droge pjiiloloog der oude tijden zou wol antwoorden: „De jeugd is om te loe ren, niel om vroolijk te zijn." Alaar éér de tijd daar is, dat het kind loeren moet, vóór dien moet het zich zelf en anderen slechts vreugde verschaffen. Is zulks dan mogelijk? Zeker, overal, waar een recht schapen nmeder zichzelf tot waakster en beschermster van haar kind aanstelt. En da! is het juist, wat den meesten z'oo moeilijk valt. Zij ondernemen veel eerder het xien of andere zware werk in de huishouding en sturen de kleine met een meisje, »f met iemand, die men er voor betaalt, tie straat op; dan dat zij zelf met het kind uitgaan. En hoeveel tranen vloeien niet uit jonge oogen. die niet gestoft moesten wor den Het meisje, zelfs het trouwste, is toch slechts een huurling; haar ont breekt de liefde, welke de herder voor zijn kudde heeft. Dikwijls genoeg iszulk een meisje nauwelijks den kinderschoenen ont wassen en waar liecft zij' geduld en zacht moedigheid geleerd om een waarachtige be waakster en beschermster te zijn I Hoe licht valt haar de tijd niet lang; de onrustige geest en natuur ziet rond, om zich met anderen wat te onderhouden. En ft kind, het hulpelooze kind, moet daaronder lijdenHet wordt wakker, is hongerig en hoopt, dat zich iemand met hem liezighouclt; het (meisje heeft np (ial oogenbhk wel wat nnders en Mors te doen en baby begint te schreieneerst gedempt, dan luid, bonder .ophouden. Als nu een scherpe wind de tcedere ademhalingsorganen doordringt, dan is een verkoudheid onvermijdelijk. En de moedor verwondert er zich over, hoe het loch mogelijk is, 'dal bij zulk een goede verzorging haar kleintje loch nog zulk een leelijke hoest opdeed, of zelfs een long ontsteking kreeg. „Het zit zeker in de lucht",' dit voorwendsel moet dan tot verontschul diging dienen. Arroolijke kinderen zijn ge zonde kinderen en die vindt men slechts daar waar de zorgende moederliefde zelf over de eerste jaren waakt, tot haar jona ste reeds een weinig zijn recht opvordert. Een gezond kind moet wanneer niet een straffe noordenwind waait bij alle weer de lucht in; de koude winterdagen, zijn de onberekenbaarste, daarom mag juist dan de ware moeder niet verzuimen wanneer haar gozlondlieid het toelaat haar eigen kindermeisje te zijn. Lachende oogen en vroolijk gejuich beloonen er haar voor. En hoe heerlijk Is het voor een moe der, het geestelijk ontwaken van den klei nen wereldburger gade le slaan. AVelke ge waarwording evenaart Vel die, welke een moeder ondervind!, als zij voor de eerste maal een bewijs van versland en ontwikke ling bij haar kind waarneemt, 1 Daarom, wanneer zij zich niel van de heerlijkste^ de gelukkigste uren in den omgang met haar kind berooven wil, wanneer zij vanaf de prilste jeugd het kleine hartje onverdeeld bezitlen wil, dan moet zij er zooveel mo gelijk zelf over waken; zij zal een vroo lijk, blijmoedig kind grootbrengen en opi- vocden, wiens oogen niet onnoodig tranen gestort hebben. GLACÉ HANDSCHOENEN Hoe dikwijls vind! men hij hef oprui men der kast oude glacéhandschoenen, die men dan achteloos wegwerpt, zonder er aan te denken, dat men daaruit gemakke lijk aardige dingetjes kan maken. Alet een weinig handigheid kunnen jonge meisjes voorwerpen zelf vervaardigen, die als ver- jaars en andere cadeautjes zeer welkom zul len zijn, bijv. een boekomslag. Men neemt een stuk bordpapier en bekleedt het met bruin leder, dan koopt men een poppetje; bijv. een kinderfiguur uit Zweedsch wit of geel leer en kleurt het gezicht, handen en kleederen in natuurlijke kleuren en plakt het op het boekblad. Dan kan men een aardig spiegeltje ma ken om aan de ceintuur te hangen, daar voor knipt men een rond stuk carton,, over trekt het met leder en vormt zoo de achter zijde van het spiegeltje, dat men omlijst door een ring van bordpapier, eveneens met le der bekleed. Op den ring naait men ko» ralen, schuift het spiegeltje tusschen ring en achterzijde en naait ze met een kruis naad aan elkander. 'Men hangt het spiegeltje aan een ketting van koralen. Een steeds welkom geschenk voor moe ders, zusters en vriendinnen is een naal denboekje; het is gemakkelijk te maken en heel aardig. Alen neemt daan-oor een rond stuk bordpapier, bekleedt het aan heide •kanten met lichtbruin leder en werkt in liet midden een klein patroon van witte en blauwe koralen. Langs den rand komt een rij1 groole blauwe koralen en men ver siert alles met een lichtblauw lint. Een. ka'ender is van met nij'groen Zsvcedsch leder bekleed bordpapier en beschilderd met een bloemguirlande van waterverf of met het brandstilt. Een datumblekje wordt op het schild geplakt. Ten slofte een brillenétui, gemaakt uit de manchet ran een mousquetairen hand schoen en een bordpapieren vorm. Ilier! word I, ook een bouquetje op'geschilderdme't linten voorzien kan men het brillenhuisje ophangen. De Sarikat Islam. De propaganda van de Sarikat Islam is den laatsten tijd krachtiger pn doeltref fender dan tevoren. Nieuwe afdeelingen jvor- den thans gesticht. De actie gaal van het centraal-coimité uit. Or. Rinkes steunt de propaganda, die een pro-Hollandsch karak ter draagt. (Sum. P.ost.) i Pestbestrijdlng. De hoofdredacteur van liet Soer. .Nbld.f lezen wij in de Delibladen, doorreisde de kusttreken cn kreeg een trooateloozen in druk van die plaatsen. De maatregelen lot de pestbestrijding werken de verspreiding in de hand. De doktoren werken alleen voore de studio cn de statistiek en behandelen geen zieken. De toestand is hopeloos fou tief en de misstanden zijn legio*. Langs den we van Kreb'et naar Toeren, flrie kwar tier oer auto, vond de heer Web'er alle aam?< «gesloten kampongs verlaten. In jhet Malangsche worden 15.000 personen in ob'- servatóebarakken verpleegd. Te Gandjaran alleen teil een loods 3000 zieken. In cïezet buurt overtrof liet sterftecijfer van 1913. dat der geboorten met ongeveer 4000., t Uit 'Malang d.d. 19 Januari aan de Deli bladen i De Malangsche doktere-dwaja zijn onte vreden over het weric biji de pestbestrijding^ Allerwege is men van oordeel, dat de te genwoordige wijze der bestrijding "absoluut onvruchtbaar is. j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 10