VOOR DAMES.
Koloniën.
gUfgm IWMMMMMWMMWM—WW—
«ij zag in, dat bezuiniging i^h dringende,
eisch wen!hij trachtte even wo! dit Joel
te bereiken, op wn wijze, die velen onaan
genaam w.n, want hij ontnam aan lijken
en grooten, die toelagen en pensioenen
uit do .staatska- genoten, doze roordMfje»,
.wat zoer zeker nL. eon 1iowijw van /ijn
zedelijken mocil kon gelden. Imewel hot
oro niet beluvft te verwonderen, dat dit
hem de vijandschap op den hals haalde \an
een aantal aanzienlijke personen, die hun
hest deden om hem zoo spoedig mogelijk
te wippen. F.en der middelen, waardoor
ztj dit doel trachtten te hereiken. w;re «qn>l
en belachelijk maken.
Aten noemde in die dagen in 1'.trijs alle»
jv.ll zeer schriel en zeer oemoinUg en zeei
goedkoop wa», ,.a la Silhouette.' Ho mt
zwart papier geknipte pmtreilen kwamen
toen j'nist in zwang, en daar ze voel goed
kooper waren dan de geschilderde qf ge-
teekende, de miniaturen of pastels, waien
het misschien wel de schilders, die uil depit
over de concurrentie, welke de knippeis
hun aandeden, voor dit procédé den spot
naam uitvonden van silhouet", wat i rije
lijk overgezet zeggen wilde: „een pm (tel
op een koopje, maar liet is er dan ook een
portret naar!"
Deze naam nochtans, hoe onvriendelijk
ze ook bedoeld was, sloeg in. en hielp mede,
ovenals bij de fotografie bet geheimzinnige
jvoordje „kiek", waarvan niemand de oor
sprong weef, om het geknipte portret po
pulair te maken. Zóó schitterend was het
succes ,van dit woord, evenals van do
soort portretten, waarvoor het de benaming
werd, dat de Fransche Académie, die, ge
lijk bekend is, zicli schrap zette tegen volks
woorden en neologismen, zich genoodzaakt
zag het te adopteeren on het in 1835 reecis
in den zesden druk van de dictionaire op
nam. Sedert maakte het ongestoord zijn
Wereldreis en verkreeg bijna in alle lan
den burgerrecht.
Niet minder schitterend was, ondanks
den spot van de kunstenaars, liet succes
van het schaduwbeeld zelf. Het beroep van
knipper werd voor velen een broodwinning
en evenals tegenwoordig de photografie^
was de knipkunst in het eind van de
18o en het begin van de 19e eeuw liet
procédé, waardoor de burgerefand zich een
„AJuiengaierie" schiep.
De schilders, die de geheel aparte kunst
van het knippen niet verstonden, zagen
zich zelfs genoodzaakt ook op hun kunde-
n aars pro gramma een planks in le ruimen
aan de silhouet. En zoo ontstond naast
de geknipte, de geteekende silhouet. De?.e
introductie in hel kunstenaarsgemoed kwam
natuurlijk aan hel genre ten gocile, want
de artistiek-govoelenclen wisten beter dan
de beroepsknippers, waarvan sommigen hun
arbeid gedeeltelijk machinaal verrichtten,
door het nateekeneu en verkleinen van een
schaduw op oen wit doek, de eigenaardig
heden van deze aparte kunst tb door
gronden en er partij van te trekken.
Zelfs de meest beroemde knippeis, die,
gelijk We nog wet op tentoonstellingen
zien, uit de vrije hand knipten, hadden de
silhouet 'geheel au sêrioux genomen en
niets bemerkt van de vis eoinica, die.o p
zichzelf reeds van het zwarte profiel-
heeld uitgaat. De kunstenaars echter ge
voelden spoedig genoegzaam du lachwek
kende .werking van het oogenlooze por
tret en onder hun handen werd binnenkort
de geteekende silhouet een procédé voor
het vervaardigen van geestige en rake cari-
caturen. Nu beperkten ze zich niet meer
alleen tol de afbeelding van het menscho-
lijk gelaat of lichaam, maar ook andere
figuren en zelfs geheel e tafereelen wer-
d enin zwarte schaduwomtrekken op het pa
pier gezet. In het midden van de 19de
slapende als zij is, meevoeren in mijn huis,
haar in mijn lied leggen.... En ik zal
haar opvoeden, ik zal haar aannemen, ik
zal haar liefhebben als mijn dochterljoj
en ik zal haar verzorgen, altijd, altijd!
Maai' de pendule sloeg één uur, sloeg
kwartier, sloeg half, sloeg kwart voor
tweeen Lumen zat uog steed* aan
de speeltafel.
Eindelijk, één minuut voor twee, stond
de chef der hank onverwacht op en riep
met luide stem:
,,Do bank is gesprongen, hoeren....,
genoeg voor vandaag."
Met één «prong stond Lucien overeind.
Hij schoof met cenige brutaliteit de sjie-
lers, die om hem stonden, en hem met
jaloersche bewondering volgden, op zij, en
vertrok haastig; hij vloog de trappen af
en 'rende naar de bank. In de verte, bij
liet licht van een lantaarn, onldekte hij
liet kleine meisje.
„De hemel zij gejirezen," riep hij uit.
„Zij is er nog."
Hij kwam dicht op haar toe en greep
haar handje
O, wat is zij koud! Arm kleintje!
Hij nam het onder de armen vast om
het weg te dragen. Hot hoofd van liet kind
viel naar achter, zonder dat bol wakker
jverd
„Wat een slaap hebben die kleintjes op
dien leeftijd 1"
Hij drukte het tegen zich aan om het
le verwarmen, en aangegrepen door eeu
vage onzekerheid, wilde hij, om het heele-
maal wakker te krijgen, haar oogjes kussen.
Toen onldekte bij met ontzetting, dat
de oogleden van het kind half open waren
en de pupillen uilgebluscht, onbewegelijk
stonden. Eueien, in wiens brein een ont
zettend vermoeden oprees, voelde, door
eeuw werd deze kunst, evonal* zoovele
audeie kuilden, een weinig vergeten, maar
later het leefde ze woei; en tegenwoordig
kunnen we in ons land ook enkele kunste
naars aanwijzen, die het in liet maken van
silhouetten zeer ver gebracht hebben.
11AAULEYERANCIERS EN HAAR-
Kl'NSTlES.
lloewel volgens de groole ïiaaikoupluï,
wegens de pest, het verbod van den invoer
van (Tiinoesch haar een vermindering van
he| gehinik maken van valseh baar zou
tengevolge hebben, ziet men er niet veel
au. AI,tar ('hineesch haar wordt ook niet
gedragen door toonaangevende dame*,; liet
i» veel te lecbjk. Al beeft een Pa rij zo r haar-
kuu-denuar hel middel gevonden om een
haai tan eeu ('hineesch in lieren te kle
ien, het blijft toch maar gemeen goed. dat
grof en ruw en zonder glans is en waar
van tinon een boete slecht hebben kan
ioor drie of vier gulden.
.Mooi haar levert Europa. De Slavische
landen on Italië, België en Duit*chland
leveren een goed deel. Frankrijk levert
weinig. En toch vinden daar ongeveer 3000
mensehen den kost in het opsporen on
koopen van vrouwenhaar. Deze opkoopers
gaan de dorpen en jaarmarkten af en be
zoeken de eenzaam gelegen hoeven, die
ze jiiet verlaten vóór ze één of meer
der vrouwen hebben overgehaald, zich voor
eenige guldens haar mooisten tooi, haar
haardos, te laten afknippen.
fn de arme gedeelten van Auvergne en
Bretagne bestaat nog het gebruik, dat een
meisje, dat beur haar verkoopen wil. op
de markt met loshangende haren op een
vat gaat staan. De prijs ervan bedraagt van
twee tot tien gulden en voor die paar geld
stukken koopt zich het gesehoren wezen
dan met een vtui vreugde stralend gelaat
een zijden doekje of een goedkoop zilveren
of gouden borslsierraad.
Haar wordt lusschen handelaars per gram
verkocht. Hel kost naar gelang van fijn
heid, Jengte en kleur van 3 renten lot
45 gulden per gram. Het min»l duur zijn de
kastanjebruine, want die vindt men liet
meest; vervolgens komen de blonde, zwarte,
mode, grijze en wille. De laatsten zijn
liet duurst, want ze zijn natuurlijk zeer zeld
zaam. Ongelooflijk hooge prijzen Worden
ef som» voor gevorderd.
Alen beeft dan ook van alles uitgedacht,
om blonde haren in witte te transformee-
ien en om er een surrogaat voor 1e vinden.
Hel eerste is zoo moeilijk niet, maar heb
wilte baar, alsdan verkregen, leeft niet
den zilverglans van het echte. Een jrlants-
vervanger van wil vrouwenhaar heeft een
tiental jaren geleden een geitensoort in
Thibet geleverd. Het haar had het zilver
achtige eens eerbiedwaardigen grijsaard^
en liet was zoo fijn en dus als zijde, maar
hit wa» ongelukkig tekort "en daarenboven
brak het dadelijk af.
Het haar, dat afgeknipt wordt om hel
aan den hoarsjaclieraar af te staan, dekt tc
Parij* maar voor een klein gedeelte het
verbruik. Hel overgroote gedee'te levert het
uitgevallen haar op, dat te Parijs door een
voddenraper bijeengegaard wordt uit de
gioole ijzeren bakken, waai' de zes, zeven
U't'diepiugen haar vuil in werpen on die
's morgens in de vroegte door den portier
worden buiteugezol voor den reinigiiigs-
dient. Vóór deze is er met zijn zwaren
wagen, maakt de voddenraper de ronde
met een ijzeren baak. Daar haalt hij den
kwalijk riekenden inhoud weer om en bergt
in zijn zak. wat van zijn gading is.
De P.irijsehe haarkooplui rekenen op on
geveer 150 K.tr, toevoer van het vodclen-
iapersgiido. Zooal» de haren uit den vuil
nisbak worden opgediept, worden ze van
zijn mond vlak aan den mond van het
kind te brengen, geen simpel adem tochtje
meer.
Terwijl hij met de gestolen louis van
liet meisje een fortuin had veroverd, Was
het kind, zonder onderdak, gestorven, ge
storven van koude
Hij dacht te zullen slikken in zijn opkrop
pende ellende. Gevoelens, hij wilde gil
len en, in de poging daartoe, werd
hij van zijn nachtmerrie wakker op de
loeren bank van de club, waarop hij even
voor middernacht was ingeslapen en waar
de beUiter, die het laatste tegen vijf uur
wegging, hem rustig had laten liggen, uit
goedheid des harten om den geruïneerde.
Eeu rozige Decern,bernevel gaf een grijze
tint aan de ruiten. Lucien vertrok, verpande
zijn horloge, nnnt een bad, ontbeet en ging
naar het bureau van aanwerving, waar hij
zich als volontair bij de jagers voor Afrika
liet inlijven.
Thans is Lucien de Hem luitenant: hij
heeft niet anders dan zijn soklij als mid
del van beslaan, maar hij redt zich; hij
is een gezien officier en hij raakt nimmer
een kaart aan. Het schijnt ze'fs, dat hij
nog kans ziet over te sparen; den vorigen
dag li.h, in Algiers, zag een der kameraden,
die op eenige passen afstand* gevolgd
was, hem in een opgaande straat van
de Kasba, een aalmoes geven aan een
kleine Spnanscho, die in do schaduw van
een groole deur wa* ingeslajxni. Hij hart de
onbescheidenheid om te ontdekken, wat
Lucien liet arme stakkertje had gegeven.
Do nieuwsgierige man was erg verbaasd over
de vrijgevigheid van den armen luitenant.
Lucien de Hem, had een twintig-frankstuk,
een louis, in het handje van het kind,
gedrukt
een rijksdaalder tot vijf gulden per pond
betaald door den meester-voddenraper. Deze
reinigt het gevonden haar smet het door
zaagsel te rollen en (verkoopt hel nu
met een behoorlijke win»! aan den groot
handelaar, die liet naar kleur en lengte
sorteert en liet verkoopt aan den pruiken
maker, dien ,,chéri des dames". Want jvat
zouden, vooral in den tegenwoordigen tijd,
de meeste vrouwen er kaal uitzien zonder
val*ch haar!
BRIÏ8CH.IND1SCHE HUWELIJKEN.
Bij de jongste volkstelling in Britseh-
Indiè is gebleken, dal zich daar niet min
der dan 250 000 getrouwde vrouwen be
vinden, die nog geen vijf jaar oud zijn; twee
millioen zijn er nog geen tien jaar, zes mil-
tioen zijn tusschen de tien en de vijftien
jaar en negen millioen tusschen de vijftien
en twintig jaar oud.
Deze kinderhuwelijken zijn natuurlijk een
voudig handelstransacties, daar de zede
van het land wil, dat een vader zoo spoe
dig mogelijk voor zijn dochter, al is ze
ook nog zoo jong, een echtgenoot koopt.
Wie zich aan dit gebruik onttrekt, stelt
zich bloot aan de algemeene minachting
in deze, en aan de zwaarste- straffen en
kwellingen in de andere wereld. Als het
huwelijk van het kind heeft plaats gehad,
keert het in den schoot van zijn familie
terug om wordt eerst als het twaalf of
dertien jaar oi!<d is, aan den rechtmatigen
echtgenoot overgegeven. Op die manier zijn
er in Britsch-Indië millioenen moeders, die
pas dertien en grootmoeders, die pas vijf
en twintig jaar oud zijn.
Benijdenswaardig is overigens het lot
van die Indische vrouwen niet. De geboorte
van elke dochter wordt als een ongeluk be
schouwd, daar do verplichte bruidschat
grooto onkosten meebrengt, en zoo valI het
te begrijpen, dat de kindermoord in Britsch-
Indié „welig tiert". Als gehuwde vrouw
leidt de Indische het leven van een slavin,
maar a'» weduwe is zij nog ongelukkiger,
daar, naar het volksgeloof, de overledene
des ,te zaliger is, naarmate zijn weduwe
meer (e verduren heeft. In Britseh-lnidië
zijn er, volgtens de jongste volkstelling,
26 millioen weduwen, van wie er 10 dui
zend nog geen vijf jaar oud zijn; vijf duizend
zijn jonger dan tien en 275 jonger dan
15 jaar.
HOUD DEN RUG WARM.
De nieren zijn, zooals men Weet. zeei
gewichtige organen van het lichaajm en
door de natuur bestemd, om zooveel moge
lijk warm gehouden ie worden. Daarom
zijn ,zc in cezonden toestand door een
laag vet omgeven. A Van neer men koude op
de nieren vat, heeft er een stilstand in den
bloedsomloop der kleine bloedvaten plaats,
zoodat liet bloed zijn eiwit verliet. Het eiwit
is een der belangrijkste levenselementen,)
waarvan' heel de instandhouding onzer
lichaamskrachten afhangt. Zoodra het eiwit
afgescheiden wordt, dan is bet voor het
lichaam verloren en de menseh vermagert
zichtbaar. Derhalve is bel vooral voor
oudere monsciien van groot belang altijd
den rug warm le houden. Tusschen do
schouderbladen zitten de longen. Een ieder
weel? hoe Jicht een koude wind cp den
rug een verkoudheid ten gevolge heeft. Het
zitten met den rug tegen een raam of deur
is, c' >or den tocht, welke door de reten en
spleten blaast, niet zelden oorzaak van
een catarrh. Daarom moet men de plek
tusschen do schouderbladen bij slecht of
koud weder vooral beschutten en menschen
van 50 jaar en degenen, die aan pijnlijkheid
of belemmering der ademhalingsorganen
lijden, moeten er een lap flanel op dragen,
om de lichaamswarmte er in, en de in
werking de koude van huilen, er af te
houden. De meeste longlijders meenen reeds
genoeg gedaan te hebben, wanneeer zij de
borst slechts warm houden, terwijl toch
de heschulting van den rug even gewich
tig, zoo niet gewichtiger is.
NIEUWTJES VAN I1IER EN DAAR.
ïn China was 2000 jaar vóór Christus
de zijdeleell reeds hekend, cn op zware
straf was de uitvoer van zijderupsen ver
boden. In de 18e eeuw kwam de zijdeteelt
in Spanje, in de 12e eeuw in Italië, in de
15c eeuw in Frankrijk.
Iedere groente heeft haar eigen vader
land. 'De aardappel komt uit Chili, dp
tomaat uit Peru. de komkommer uit Indië,
de spinazie uit Azië, de peterselie van
de kusten der Aliddollandsche Zee, de snij
boon uil Amerika. De raap, koolraap en
asperge waren altijd in Europa, evenals
de selderij en de kropsalade.
In de 17de eeuw waren de spinnen
nog vrij wat meer an trek dan tegen
woordig. Koning Bodewijk XIV van Frank
rijk kreeigj eens cadeau een heel' statiege
waad, uit sjrinneweb geweven. De hertogin
van Bourgondië een paar spinnewebkousen
en de keizerin van Duitschland een piaar
dito handschoenen.
Alarie Schwahnclier, een aardig Ant-
wcrpsch naaistertje, werd het hof gemaakt
door twee broeders, beloofde den winner
van een spel kaarten te zullen trouwen)
maar ging op den loop met dengeen, die
verslagen werd.
In de afgeloopen tien maanden zijn er
vijf leden gestorven van de firma Coats,
de beroemjdo garenfabrikanten. Zij lieten
zulke reuzenfortuinen na, dat er meer dan
12 millioen aan successie-rechten betaald
moest w;orden.
Een slager in Engeland vond onlangs
bij het slachten in de maag van een koe
een 'stuk ijzer, dat een deel was va,n
een maaïniachinc. Twee jaar geleden ont
dekte dezelfde slager 30 shilling-stukken
in de maag van een beest.
De „Imperator" bracht op zijn laatste
ueis over de Atlantische Oceaan 4981 men
schen over, waarvan 3645 passagiers en
1332 man equipage.
ANECDOTEN.
Jonge vrouw: „AVel man, je maakt be
paald vorderingen in het dansen. Weet je
nog, dat je, vóór we getrouwd waren, dik
wijls op mijn japon trapte?"
Hij: „Zeker, maar toen hoefde ik liet nog
niet te betalen."
Jantje, die op school les in de plant
kunde gehad heeft, heeft o. a. geleerd,
hoe de vergiftige van de goede paddestoe
len te onderscheiden zijn.
Hier volgt, in zijn eigen taaltje, hoe hij
het verschil uitlegt:
„Als ige vreeselijke pijn en kramp in
de buik hebt, zwellingen aan de voeten,
met gedeeltelijk verlies van het gezicht*
eindigend in krankzinnigheid en dood
dan waren het geen goede paddestoalien."
Als getuige in een rechtzaak werd ge
hoord een oude boerenvrouw, die op elke
vraaa, die men haar stelde, antwoordde-
„Ik denk hel." Ten slotte begon dal den
rechter te vervelen.
„Luister ,eens," sprak hij, „houd nu op
mei over de zaak tc denken, en beantwoord
mijn vragen."
„Alaar, mijnheer, neem me niet kwa
lijk," .sprak het oudje, „ik ben niet zooals
de Jieeron rechters, ik kan niet praten
zonder er bij 1c denken."
Vrouw,,lk heb gelezen dal de giralfe
een tong heeft, die wel veertig centimeter
lang is."
Alan„Ben je er niet jaloersch op?"
Een heer, die op zekeren dag in de stal
kwam, vind daar zijn zoontje zitten op
een paard, met een lei en griffel in zijn
hand.
„Alaar jongen," riep hij uit, „Wat doe je
nou?"
„fk maak een opstel, vader," was hob
antwoord.
„En waarom maak je dat dan niet in de
leerkamer?"
„Omdat de meester gezegd heeft, dat We
een opstel moesten maken over een paard."
Jaap was ziek en kreeg bezoek van
zijn vriend Kees, die voor hem een flesch
brandewijn meebracht, waarvan hij den
zieke een glas gaf.
„Alorgenochtend krijg je er weer één,j"
sprak Kees.
Er waren ongeveer vijf minuten ver-
loopen, toen Jaap plotseling zei: „Je zou
me dat andere beter nu kunnen geven,
Kees, je hoort in den laatsten tijd van
zooveel plotselinge slergevaUen,"
Een Engelsehman maakte eens een Veis
door de afgelegen deelen van Ierland en
werd overvallen door een stortbui, zoo-
dnt hij zich genoodzaakt zag te vluchten
in een hut, waar hij tot zijn verwondering
verscheidene groole gaten in het dak zag,
Waardoor de regen in stroomen binnen
kwam.
„Waarom maak je die gaten niet?"
Vijoeg hij-
t „Zoudt 'u dan willen, dat ik m,et dit
weer naar buiten ging om zo te maken?"
vroeg de hutbewoner.
„Neen, maar je kondt het doen als liet
mooi weer is."
„Zeker, mijnheer," was het antwoord,,
„maar -dan is het niet noodig."
VROOLIJKE KINDEREN.
Beide woorden belmoren eigenlijk hij el
kaar. ATeugdo en jeugd moeten óén zijn.
Aienige droge pjiiloloog der oude tijden zou
wol antwoorden: „De jeugd is om te loe
ren, niel om vroolijk te zijn." Alaar éér
de tijd daar is, dat het kind loeren moet,
vóór dien moet het zich zelf en anderen
slechts vreugde verschaffen. Is zulks dan
mogelijk? Zeker, overal, waar een recht
schapen nmeder zichzelf tot waakster en
beschermster van haar kind aanstelt. En da!
is het juist, wat den meesten z'oo moeilijk
valt. Zij ondernemen veel eerder het xien
of andere zware werk in de huishouding
en sturen de kleine met een meisje, »f
met iemand, die men er voor betaalt, tie
straat op; dan dat zij zelf met het kind
uitgaan. En hoeveel tranen vloeien niet uit
jonge oogen. die niet gestoft moesten wor
den Het meisje, zelfs het trouwste,
is toch slechts een huurling; haar ont
breekt de liefde, welke de herder voor zijn
kudde heeft. Dikwijls genoeg iszulk een
meisje nauwelijks den kinderschoenen ont
wassen en waar liecft zij' geduld en zacht
moedigheid geleerd om een waarachtige be
waakster en beschermster te zijn I Hoe licht
valt haar de tijd niet lang; de onrustige
geest en natuur ziet rond, om zich met
anderen wat te onderhouden. En ft kind, het
hulpelooze kind, moet daaronder lijdenHet
wordt wakker, is hongerig en hoopt, dat
zich iemand met hem liezighouclt; het (meisje
heeft np (ial oogenbhk wel wat nnders
en Mors te doen en baby begint te
schreieneerst gedempt, dan luid, bonder
.ophouden. Als nu een scherpe wind de
tcedere ademhalingsorganen doordringt, dan
is een verkoudheid onvermijdelijk. En de
moedor verwondert er zich over, hoe het
loch mogelijk is, 'dal bij zulk een goede
verzorging haar kleintje loch nog zulk een
leelijke hoest opdeed, of zelfs een long
ontsteking kreeg. „Het zit zeker in de lucht",'
dit voorwendsel moet dan tot verontschul
diging dienen. Arroolijke kinderen zijn ge
zonde kinderen en die vindt men slechts
daar waar de zorgende moederliefde zelf
over de eerste jaren waakt, tot haar jona
ste reeds een weinig zijn recht opvordert.
Een gezond kind moet wanneer niet
een straffe noordenwind waait bij alle
weer de lucht in; de koude winterdagen,
zijn de onberekenbaarste, daarom mag juist
dan de ware moeder niet verzuimen
wanneer haar gozlondlieid het toelaat
haar eigen kindermeisje te zijn. Lachende
oogen en vroolijk gejuich beloonen er haar
voor. En hoe heerlijk Is het voor een moe
der, het geestelijk ontwaken van den klei
nen wereldburger gade le slaan. AVelke ge
waarwording evenaart Vel die, welke een
moeder ondervind!, als zij voor de eerste
maal een bewijs van versland en ontwikke
ling bij haar kind waarneemt, 1 Daarom,
wanneer zij zich niel van de heerlijkste^
de gelukkigste uren in den omgang met haar
kind berooven wil, wanneer zij vanaf de
prilste jeugd het kleine hartje onverdeeld
bezitlen wil, dan moet zij er zooveel mo
gelijk zelf over waken; zij zal een vroo
lijk, blijmoedig kind grootbrengen en opi-
vocden, wiens oogen niet onnoodig tranen
gestort hebben.
GLACÉ HANDSCHOENEN
Hoe dikwijls vind! men hij hef oprui
men der kast oude glacéhandschoenen, die
men dan achteloos wegwerpt, zonder er
aan te denken, dat men daaruit gemakke
lijk aardige dingetjes kan maken. Alet een
weinig handigheid kunnen jonge meisjes
voorwerpen zelf vervaardigen, die als ver-
jaars en andere cadeautjes zeer welkom zul
len zijn, bijv. een boekomslag. Men neemt
een stuk bordpapier en bekleedt het met
bruin leder, dan koopt men een poppetje;
bijv. een kinderfiguur uit Zweedsch wit
of geel leer en kleurt het gezicht, handen
en kleederen in natuurlijke kleuren en plakt
het op het boekblad.
Dan kan men een aardig spiegeltje ma
ken om aan de ceintuur te hangen, daar
voor knipt men een rond stuk carton,, over
trekt het met leder en vormt zoo de achter
zijde van het spiegeltje, dat men omlijst door
een ring van bordpapier, eveneens met le
der bekleed. Op den ring naait men ko»
ralen, schuift het spiegeltje tusschen ring
en achterzijde en naait ze met een kruis
naad aan elkander. 'Men hangt het spiegeltje
aan een ketting van koralen.
Een steeds welkom geschenk voor moe
ders, zusters en vriendinnen is een naal
denboekje; het is gemakkelijk te maken
en heel aardig. Alen neemt daan-oor een
rond stuk bordpapier, bekleedt het aan heide
•kanten met lichtbruin leder en werkt in
liet midden een klein patroon van witte
en blauwe koralen. Langs den rand komt
een rij1 groole blauwe koralen en men ver
siert alles met een lichtblauw lint. Een.
ka'ender is van met nij'groen Zsvcedsch leder
bekleed bordpapier en beschilderd met een
bloemguirlande van waterverf of met het
brandstilt. Een datumblekje wordt op het
schild geplakt.
Ten slofte een brillenétui, gemaakt uit
de manchet ran een mousquetairen hand
schoen en een bordpapieren vorm. Ilier!
word I, ook een bouquetje op'geschilderdme't
linten voorzien kan men het brillenhuisje
ophangen.
De Sarikat Islam.
De propaganda van de Sarikat Islam
is den laatsten tijd krachtiger pn doeltref
fender dan tevoren. Nieuwe afdeelingen jvor-
den thans gesticht. De actie gaal van het
centraal-coimité uit. Or. Rinkes steunt de
propaganda, die een pro-Hollandsch karak
ter draagt. (Sum. P.ost.) i
Pestbestrijdlng.
De hoofdredacteur van liet Soer. .Nbld.f
lezen wij in de Delibladen, doorreisde de
kusttreken cn kreeg een trooateloozen in
druk van die plaatsen. De maatregelen lot
de pestbestrijding werken de verspreiding
in de hand. De doktoren werken alleen voore
de studio cn de statistiek en behandelen
geen zieken. De toestand is hopeloos fou
tief en de misstanden zijn legio*. Langs den
we van Kreb'et naar Toeren, flrie kwar
tier oer auto, vond de heer Web'er alle
aam?< «gesloten kampongs verlaten. In jhet
Malangsche worden 15.000 personen in ob'-
servatóebarakken verpleegd. Te Gandjaran
alleen teil een loods 3000 zieken. In cïezet
buurt overtrof liet sterftecijfer van 1913.
dat der geboorten met ongeveer 4000., t
Uit 'Malang d.d. 19 Januari aan de Deli
bladen i
De Malangsche doktere-dwaja zijn onte
vreden over het weric biji de pestbestrijding^
Allerwege is men van oordeel, dat de te
genwoordige wijze der bestrijding "absoluut
onvruchtbaar is. j