66"* Jaargang
Zaterdag 21 Februari 1914
No! 14458
Derde Blad
Achter papieren muren.
Het twintig-frankstuk.
Dega ecraraaJ nï dagel3k»i mat uitiondering ran Zoo- bq
Eqp piep kwartaal! Ebor Schieda m oc Elaardingon £L 1.85* franco
obt poet ft,- 1.65;
Pry» per week: Koor Schiedam m ïjlaar dingen'10 wnt,
Afzonderlijke nununsrs 9 ©atfti
Abonnementen worden dagelijks aangenomen;
Mvartentifin toot hst eersteolgaad nummer moetaa de» middag» rOfisr tan
nor aan het Sureatf bezorgd zip,
JJnrean: lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Er?B der SdvBrtBOtlIm Ean 1—6 regels HL ieders regel meat
15 «nota» Ree&tmm 9Q cent ger regel,- Groote lettere naar de plaats die g$
Advertentiën bf aEonnsment op rooideeügB voorwaarden, Tariggea
btervaa ÈJn gratis aan het Bureau tel bekomen,
Zn da nummers dia Dinsdag-; Donderdag- en Z&tErdag&rond
msch^neo; worden Eoogenaamde kleine adrertentiën opgenomen tot dm grip
van cents per advertentie* bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoe
Intercommunale Telefoon No. 108.
Het is opmerkelijk, dat in de tijdschrif
ten en bladen van al-gemeencn aard nog
200 bizonder weinig geschreven is over
de ondenvijsvoorstellen, die, in een wets
ontwerp belichaamd, op behandeling lig
gen te wachten. Het is opmerkelijk
maar zéér verklaarbaar. In de eerste plaats
omdat er geen ka,ns is, dat de ontwerpen
zoo héél spoedig zullen worden belian-
deld. Maar dan, omdat het rapport der In-
emschakelingscommissie als rijstenbrijberg
ligt voor het Lui kikkerland dezer wets
bepalingen. Ware de ineensohakelingscom-
missie een verzameling leuke, handige
practici geweest, die hadden willen ver
hinderen, dat hun werid a! te veel be
sprekingen en dus critiek zou hebben te
verduren gehad, zou zij geen beter middel
dan deze ernstige schoolmannen gevonden
hébben om de critici buiten de veste te
houd eneen geweldig dik, geweldig lang
en moeilijk te doorworstelen rapport te
maken.
„Verdedigt u achter papieren muren".
Zoo heeft ongetwijfeld een moderne tem
pel van Delphi hun geraden. En de raad
is voortreffelijk gebleken. Achter hun pa
pieren muren zitten do mannen der staats
commissie veilig. En zij, die zich een oor
deel over dit werk' of over het door jde
regeering daarop gebaseerd wetsontwerp
willen vormen, verliezen dadelijk „ogni
speranza" (alle hoop) als zij aan de poorten
karnen dezer papierhél.
En toch' is het van veel belang, dat
men dit wetsontwerp en dus h'et rapport, al
thans de hoofdlijnen, daarvan leert ken
nen. Want in haar samenstelling geelt de
ineenschakelingscominissic aller-, aller
minst de waarborgen, dat zij tot een voor
geheel Nederland bevredigend resultaat is
gekomen is. Ja men zou bijna de stel
ling kunnen omdraaien en betoogen, «lat
do regeering die deze ineenseliakeli ngrewii-
missie heeft samengesteld, daarmee de be
wijzen heeft gegeven van kortzichtigheid
en eenzijdigheid.
Immers gaat «sen zoo'n commissie
samenstellen, dan behoort men toch in
de eerste plaats te overwegen, dat daarin
niet uitsluitend de school (schola) maar
pok de praotijk (vita) verlegenwoordigd is.
Want in de eerste plaats belioort toch een
nieuwe regeling rekening te houden m<*t
die geweldige waarliieid, dat wij vitae, non
sdholea discimus (voor het leven, voor de
praotijk niet voor de school leeren).
Heeft men genreend, dat de mensdh zich
in dit opzicht boven, zijn omgeving kan
verheffen, dan is men zeker in de keuze
zoo gelukkig mogelijk geweesit. Als men van
schoolmannen zou kunnen verwachten, dat
zij zich' aan den invloed van hun vakken
kunnen verwachten, dat zij zich aan den
yrij naar F. .Coppée.
Toch L'ncien de Hem zijn Laatste Bank
biljet van honderd frank weggegrist zag
onder de grijpitanden van de hark van
den croupier en hij van de speeltafel was
opgestaan, waaraan hij de resten van zijn
fortuintje, die hij voor dezén allerlaatsten
strijd nog had bijeengegaard, zich had zien
verliezen, voelde hij iets als bezwijming
over hem komen en meende hij te zullen
neerstorten.
Met duizeligen kop en knikkende beenen
wierp hij zich neer op de groole leeren
sofa, die om de speeltafel heen stond. Ge
durende eenige minuien zag lijj schemerig
vóór zich de clandestine knip, waarin hij de
mooiste jaren van zijn jeugd verdaan had,
herkende hij in het brutale licht der abat-
jours', de verboemelde gezichten der spe
lers,'duisterde hij naar het eigenaardige ge
klik der goudstukken op het groene laken,
Bedacht hij rich,- dat hij geruïneerd was,
verloren, en herinnerde hij zich toen, dat
hg thuis, in een la, de pistolen van zijn
vader,- den generaal van Hem, had liggen;
eindelijk, ten leste, uitgeput van vermoeid
heid,- viel hij in een z'waren slaap.
Toen hij Wakker werd, met droge keel,
zag hg, door een blik naar de klok) dat hij
nauwelijks een half uurtje had geslapen;
hg voelde een hevig verlangen naar de fric-
sche nachtlucht hui ten. De. wijzere der
pendule ■wezen kwart voor twaalf aan. Op
staande en zijn armen even lekker uitrek
kende, bedacht Lucien zich, dat het de
avond vóór Kerstmi» was ep, door ©en iro-
kunnen o-ntworstelcn, dan zou da,t zeker
van mannen als Woltjer, Drudcer, De
Groot, Nolens en Sijmons to verwachten
zijn.
Doch wij meenen, dat de ervaring iede-
ren dag leert, dat dit niet tel geval is,
dat dus een commissie, die over belang
rijke wijzigingen in ons onderwijs heeft
te beslissen weliswaar- niet in laatste
instantie maai- dan toch' voor een belang
rijk deel samengesteld had moeten zijn
èn uit beschaafde mannen uit de prat -
rij* in velerlei positie, dus niet uit 7
professoren, waarvan er twee geestelijken
zijïi en uit nog een geestelijke. Zooals
de commissie nu was samengesteld, moet
men een schoolsc-h rapport vervrachten,
een rapport ook dat staat onder den in
vloed van het feit, da,t deze mannen noch
kooplieden, noch medici, noch "indus-
trieelen, nocht landbouwers, noch (met één
uitzondering) filozofen zijn maar uitslui
tend menschen ran het gymnasium, af-
deeling a: litteratoren, juristen en theo
logen (met één uitzondering).
En dien invloed nu speuren wij ia wat
wij van het rapport weten en zeker in
het wetsontwerp heel erg.
Wat is de hoofdinhoud van het wets
ontwerp wij hébben in het papieren la
byrinth, dat voor dit ontwerp ligt, tot
gids den voortreffelijken oud-directeur van
de Dordtsehe Hoogere Burgerschool, dr.
A. S. van Oven, die in de Gids van Fe
bruari een artikel over dit ondenveip ge
schreven heeftj
Men wil de H. IB. S. tot driejarige school
maken en allerlei voorbereiding voor de
universiteit onderbrengen in een lyceum,
dat eerst twee jaar algemeen ondeifwip1
geeft met heel wat Latijn en daarna in
drie vierjarige oureussen wordt gespitst.
(A. als hét gymnasium A, R Latijn, /net
wat meer exacte wetenschappen, C exacte
wetenschappen.)
Het Middelbaar Onderwijs wordt dus on
geveer hetzelfde als het meer uitgebreid
lager onderwijs en loopt na drie jaar dood.
En alle ^universitaire opleiding wordt ge
concentreerd op hét lyceum, waar zelfs
de toekomstige bruggenbouwers en mijn
ingenieurs Latijn moeten leeren. Alles dus
geconcentreerd in de klassieke ppvoeding,
liet Latijn vooruit, alles opgeofferd aan
eenvormige opleiding voor héoger onderwijs
en het middelbare onderwijs afgemaakt.
Net precies dm> wat men van een com
missie van Gymnasium A menschen
(mei één uitzondering), waarin 7 van de
8 led m professoren zijn, mocht verwach
ten eu net het tegenovergestelde van wat
de ,/iactijk van het leven in veel geval
len naar onze meening noodig maakt
Men ziet h'oe liet M. U. L. O, en het
M. O. bloeien, men ziet, dat Ijier een
aansluiting aan de praotijk van h'et le
ven is, die slechts -ontwikkeld behoefde te
worden. Doch de staatscommissie weet be-
{ter: h'et M. 0. moet achteruit £a een
nieuw bedenksel van de staatscommissie
kome grootendeels in Kaar plaats, waarbij
nischen gril van zijn herinnering, zag hij
hg zidizelve plots als heel klein kind,
dat-, vóór het naar bed gaan, de schoen
tjes voor den schoorsteen zette.
In dit oogenblik kwam de oude Dronski
vaste klant van het speelhuis op
Lucien tóe en mompelde eenige woorden
in zijn smoezeligen grijzen baard.
„Leen mij asjeblieft even eon vijffrank
stuk, meneer. Ik zit nu al twee voIIq dagen
hier in de s-ocieteil, en sedert die twee da.-
gen, is „17" niet uitgekomenLach mij
maar uit, als u wilt, maar ik geef mijn
hand ervoor, dat aanstonds, op hel slaan
van middernacht,, het nummer uit zal ko
men."
Lucien de Hem trok 3e schouders op,
hij luul zelf geen voldoende geld meer
bij zich om straks de belasting te b'etalen,
ds|e den spelers wordt opgelegd. Hij ging
naar de kleedkamer, trok zijn pels aan, zette
zijn hoed op en liep de trappen met oen
vaartje af, zooals menschen, die de koorts
hebben, soms plegen te doen.
Gedurende vier uren was Lucien opge
borgen gebleven in het speelhuis; inmid
dels had het zwaar gesneeuwd, en de straat
een straat, middenin het groote Parijs,
tamelijk nauw en door hooge huizen in
gesloten lag stil wit, verlaten. De he
mel, kalm, strak cn do-nker-blauw, vertoonde
koud-fonkelende sterren.
De geruïneerde speler huiverde in zijn
bont en zétte den pas erin, ondanks dat
hij gedachten aan zelfmoord opriep en meer
dan ooit aan het foudraal met pistolen
dacht, dat thuis in de 1.1 op hem wachtte;
nadat hij ieenigc schreden gedaan liad, bleef
hij plotseling stilstaan bij con aandoenlijk
toopceltje vóór zich.
Op pen steenen Bank, volgens oud ge-
brui^ jjetet dichtbij' de gto'otsche ingangs;
zij dan gauw wat Latijn binnensmokkelt.
„Hoe meer men tracht door te dringen
„in den geest van h'et rapport van de
„Staatscommissie waarvan deze wetsont-
„werpon h'et uitvloeisel zijn. zoo schrijft
„dr. A. S van Oven des je sterke!'
„wordt de indruk', dat alle gezonde begrip-
„pen van onderwijs-organisatie ten offer
„gebracht zijn aan het idéé fixe om
„niemand tot cenig h'ooger onderwijs toe
„te laten, die niet, ten minste gedurende
„twee jaar, zes uur 's weeks Latijn ge-
„leerd heeft.'*
„Non vitae §ed sch'olae" woidt dus de
opleiding.
Het is geen Wonder hij deze samenstel
ling der staatscommissie. Doch nu is het
dan ook ,aan de jfraetijk, aan h'et vita,
om deze deskundigen uit hun papieren
muren te lokken en om hen in de fris-
sche landouwen der practijk te brengen.
V
IVij hebben dus pan de hand .van bet
opstel van dr. A. S. ,van jOven in de
„Gids" gezien, dat de plannen tot reor
ganisatie van ons onderwijs te veel plan
nen zijn van schoolmannen, op de school
en niet op het leven aangelegd,
en dat bet hoog tijd wordt dat de prac
tijk die tot n,u toe door de onjuiste
opvatting van de regeering en door de
dikte van papieren wallen zich met
deze kwestie wat weinig heeft ingelaten,
zich eens met Je zaak gaat bemoeien.
Stellen wij ons dus op het standpunt van
het practische leven, dan zouden wij wil
len vooropstellen, dat die „middelbare en
hoogere" opleiding de beste is, die hel
minst uitsluitend in één richting gaat, dio
de vakkeuze zoo lang mogelijk uitstelt en
zoo weinig mogelijk de zeer geleerde bok
ken in-spe van de schapen scheidt, die
onderweg willen uitstappen.
Wij zouden dus de II. B. S„ die tegelijk
voldoende practisch weten en een goede
voorbereiding voor latere studie geeft om
die reden al schoon niet geheet ongewij
zigd als de voornaamste opleidings
school willen beschouwen. 'Want wat wij
in dit verband tegen h'et gymnasium heb
ben is, flat liet de ongelukkige jongens
en meisjes, die eenmaal met mensa zijn
begonnen, alles of niets geeft: zij hebben do
keuze tusschen hel afrennen van den ge-
b'eelen weg, die via de „Rellum GalLi-
cum" en de Melamorphiosen tot Hpratius
en de universiteit leidt of onderweg uit
scheiden en dan heelemaal achterop raken
omdat zij met Nepos of zelfs Caesar en
Xenopbon nergens terecht kunnen.
Nu zou men hierop kunnen antwoor
den: Men gaat toch niet een opleiding in
richten voor de krukken. Men moet toch
vóór al les. naar een goede, afgeronde op
leiding van de univcrsileits-leerlmgeu stee-
ven. 1
Doch deze tegenwerpingen schijnen ons
dooddoeners. In de eerste pla lijkt ons de
eerste stelling niet zoo per se juist. Het is
o. heel erg de vraag of inderdaad hel
hoofddoel universitaire studie moet zijn en
deur- van oen af ander hotel, zat een klein
meisje, zes of zeven jaar oud misschien,
sa de sneeuw, met een armzalig zwart jurkje
aan, dat aan flarden om haar hing, Daar,
op die plaats was zij ingeslapen, ondanks
djê hevige kou, in een zielige bonding van
uitputting m afmatting, haar kleine kopje
en haar teer schoudertje schenen als neer-
gesmakt in den hoek van den muur en
steunden tegen do bevroren steenen. Een
der pla Igeloopen schoentjes was van haar
roetje afgegleden, dat nu droevig van de
hank naar heneden hing.
Atel een machina Ie handbeweging testte
Lmeten de Hem in zijn vestzak; maar hij
herinnerde zich hoe, nog heel kort gele-
d|en, hij zelfs geen twintig-stuiverstuk luid
gevonden, waardoor hij ook den, bediende
in «te soos geen fooi had kunnen geven.
To-ch, gedreven door een -instinct ran groot
medelijden, naderde hij dicht het kleine
mpiisje, en misschien had hij het wél in
zijn arrrapn opgenomen om het onderdak
voor den nacht te verleenen, toen hij, in
den afgegleden schoen in de sneeuw, iets
zag blinken.
Hij buide zich. Het was een twintig-
franks luk
Een barmhartig iemand, zonder twijfel
de' een of andere vrouw, was hier voorbij
gekomen en luid gezien, in dezen Kerst
nacht, dit schoeisel vóór liet slapende
kindje, en zich herinnerende de aandoen-
lijkc legende, had zij daar. met schuchtere
hand, een prachtige gave uitgedeeld, op
dat het kleine verlatene schepseltje nog zou
gelooven aan. geschenken van het Kerslkïn-
dekc en zou behouden, ondanks haar ui
tende, eenige verte ouwen en eenige hoop
in de goedheid der Voorzienigheid.
Een twantigfranksiukdat beteekende
meerdere dagen van rust ea rijkdom roe#
of de verdere schoolontwikkeling er vooral
op moet zijn aangelegd om de baan naai
de universiteit zoo glad mogelijk te maken.
En dan valt nog altijd te bewijzen, dat
de oude telen als middel tot ontwikkeling
preferabel zijn boven andere rakken.
Wat de eerste kwestie aangaat n> Let
zeker niet gewenscht den toegang tol de
universiteit al te gemakkelijk te m iU-n.
Reeds nu komen veel te veel mejist h--n
studeeien, die veel liever wat andere ur-p-
ten gaan doen en voor wie geen voldo -nd
lucratieve betrekkingen meer opeirelaan.
Wanneer men met name eens nagaat hoe
veel vrouwen aan de universiteit bezig zijn
te mislukken, hoeveel ei zenuwziek wor
den en hoeveten solhci toeren naar aller
lei sleefUbetaalde baantjes, dan zoude men
wel wensdhen, dar men den toegana tot
d© universiteit niet te gemakkelijk maakte.
Studeeren moet uitzondering blijven en al
leen voor de meer intelligeorten en de men
schen met studiegeschiktheid bereikbaar.
De vele krukken, die onze universiteiten af
leveren, kunnen wij best missen, terwijl
zij als tuinlieden, als verpleegsters of a's
winkeliers wellicht nuttig werk hadden kun
nen doen.
Wij zouden dus den toegang niet zoo
glad willen makén als hét tegenwoordige
gymnasium dien maakt. Maar bovenal zou
den wij ook wensdhen, dat men de ge
legenheid liad onderweg uit te stappen
en in andere richting voort te gaan. Het
ontbreken van deze gelegenheid werkt in
dubbele richting verkeerd. In de eene
richting, omdat zij, wie zich eenmaal in
het Latijn en Grieksdi heeft begeven dwingt
door te aaan. op straffe van „anders ver
scheiden levensjaren te verliezen. En in
de andere richting, omdat deze fout de
leerapen aan de gymnasia niet mij ge
noeg maakt. Wie niet bepaald geschikt is
voor wetenschappelijke studie diende uil-
gezeefd te worden. Doch' de leeraren zul
len dat niet heel gauw doen, zoo-lang zij
weten, dat de leerlingen, die wonden afge
wezen, door die afwijking een groot, een
haast onherstelbaar nadeel lijden.
Vpndaar dat do tegenwoordige en ook de
door de staatscommissie voorgestelde op
leiding ons niet in hét belang van het volk
en de universitaire opleiding schijnt te
zijn en dat de laatstgenoemde zeer zeker
ook niet Is in het belang van de velen,
die zonder universitaire studie te nullen,
toch een zoo ruim mogelijke ontwikkeling
wenschen.
En tegen deze liezwaren weegt, dunkt
-ons, niet hét bezwaar op, dat geen rak zoo
geschikt is voor goede ontwikkeling ate
•de oude falen.
Wij zouden bereid zrjii om te zeggen
In 's Hemels naam', dan maar iets min
der geschikte vakken.
En jvij zijn daartoe dubbel bereid, mi
wij in hel artikel van Dr. van Oven, ren
ervaren en succesvol paedagoog, gelijk er
niet vele zijn, lezen:
„Voor de ontwikkeling van hét verstand
„boteekent de leerstof weinig, de metho-
hel anno kindLucien, op het punt staande
het land wakker te maken, hoorde plot
seling als een hallucinatie, dicht aan zijn
oor een stem, de stem van den Pool, met
zijn zeurigen en dikken tongval, die
deze woorden heel zacht mompelde:
At twee volle dagen lang zit ik hier
in de sociëteit, en sedert die twee dagen
is „17" niet uitgekomen... ik geef mijn
hand ervoor, dat aanstonds, op hei, slaan
ran middernacht, het nummer uit zal ko
men."
Een gruwelijke gedachte flitste op in
bet brein van dien jongen man van oven
twintig jaar, gesproten, uit een ras van
eerlijke liodcn, drager van een mooien mi
litairen naam en die nooit aan de eer
te kort had gedaan; hij werd aangegrepen
door een milde, monsterlijke, overweldigen
de begeerte. Met óén blik overtuigde hij
zich, dat hij volkomen nlleeu Was in de
verlaten straat; toen, voorzichtig, half knie
lend op den grond, mot vooruitgeschoven,
trillende hand, stel hij het twintig-fra nik
st uk uit het, neergeplofte schoentje! Daar
op rende hij weg, op bet spoelhuis toe, stoof
de gewatteerde deur van Tiet verwenschto
lokaal open, drong precies op het oogen
blik, dal. de pendule do eerste slagen van
middernacht aansloeg binnen, zette het
goudstuk op het groene laken en riep:
„Alles opi zeventien."
„Zeventien" won.
Mei den rug van zijn hand zette Lucien
de zles- en dertig >,louis" op rood.
Rood won.
Hij liet de twee en-zeven tig „louis" _/p
dezelfde kleur staan.
Rood kwam opnieuw uit.
Opnieuw deed hij dezélfde proeven, twee,
drie keer, steeds mei hetzelfde suecès. Hij
had nu een stabel goudstukken en bank;-
„de en de persoonlijkheid van den leeraar
„zeer veel. Welke wetenschappen voor
„de voorbereiding der univerrsiteitestudie
,g,©kozen worden is voor de algemeene
„vorming vrij wei onverschillig; hoe en
„door wie zij onderwezen worden is de
,.tuoo!e kwestie."
leder, die middelbaar en lioogor school
onderwijs genoten heeft, weel hoe waar dat
is. weet dat de doode talen zoo dood
mogelijk blijven, als niet een goed pae-
dagoog zich van dit instrument bedient.
En precie-. ditzelfde is waar ran de meer
levende vakken.
Doch zijn die doode talen zoo geschikt?
Hebben wij die afgerondheid, die andere
gedachtenatmospheer, die evenmatigheid
vel noodig? Richten zij den geest niet
te veel op liet velleden, te weinig op de
toekomst? I.s het leven lang genoeg om
onze jongelieden zes jaar uit wandelen te
«turen in de dreven van een mooi maar
ver velleden? Is het niet te veel philo-
logie, te veel geschiedenis, die wij op deze
wijze den toekomstigen leiders der natie
voorzeilen? En zijn de men&dien, dio
zicli* het yeist iu dat verleden verdiept
hebben de aangewezen personen om de
uitstekende leiders en vormers der jeugd
to zijn in de 20ste eeuw?
Allemaal belangwekkende vragen, die al
honderduit behandeld zijn en door zeen
deskundigen in twee richtingen beantwoord
werden.
Er is dus in allen gevalle reden lot
gegronde» twijfel aan het uit een opvoe
dingsoogpunt alleen-zaiigmaJckende van het
Latijn en Griek'sch.
En is die twijfel er, dan zouden v ij
abstinentie willen aanpreeken, omdat er
zoo heel veel positieve bezwaren zijn te
gen al dat Latijn en Grieksch' bij do lap-
voeding onzier jongens, tegen de neiging om
de opleiding van de universiteit lot iets heel
bizonders en heel aparts te maken.
ALLERLEI.
DE SILHOUET.
„SchattenbiM" noemt de Duitscher het
eigenaardige, pelioflooze profielbeeld, dat
den naam vereeuwigt van een merkwaar
dig Fransehman, die eenmaal de .wereld
m rep en roep bracht.
Etienne de Silhouette, in 1709 „Contro
leur gènéral des Finances", .Was niet, gelijk
men vermoeden zo-u, de uitvinder der sil
houet, en oefende op de ontwikkeling van
de silhouetfonfcun-4 zelfs niet den minsten
invloed uit. Toch kreeg ze door oen won
derlijken samenloop van omstandigheden
van hem den naam, waarmee ze do wereld,
veroveren zou, en dien ze alleen in Duitsch-
land om puristische redenen verloor.
Silhouette was namelijk geroepen tot het
beheer van de staatskas in een tijd, toen de
bodem van deze duidelijk zichtbaar Was.
biljetten voor zich on begon op gejaagde
wijze op alle kansen van het spel te zetten.;
Hij had een ongoloofelijke y, vei no"alles
lukte. Men zou gezegd hebben, dat de kleine
ivoron hal, huppelende in de vakjes der
roulette, gemagnetiseerd, Boheksd werd door
don blik van den speler en hem moest
gehoorzamen. In een twaalftal slagen had
hij herwonnen do enkele lapjes van dui
zend frank, zijn laatste restje gelds, dat hij
bij bet begin van den avond zag verloren!
gaan. Nu, bij één inzet twee of drie iïoa«
derd „louis" winnend, en geleid door zijn.
wondere „veine", ging hij weldra over
winnen, zelfs zijn geërfd kapitaal, dat hi|
«n zoo korte jaren er door gemaakt hadj
herstelde hij Weer als zijn oud fortuin.;
In zijn haast om zich aan het spel over
te geven, had hij zijn zware pels niet uitge
daan, reeds had hij de diepe zakken meti
liassen bankhiljelten en rollen goudstukken
gevuldniet meer wetende waar al de
verdienste te bergen, propte hij do hinnen-
en buitenzakken van zijn kleedjas vol, dé
vestzakken, de zakken van zijn pantalon,-
zijn sigarenkoker, zijn zakdoek, alles watt
maar als zak kon dienen. En steeds bleef!
hij door spelen, en steeds "bleef hij win
nen ab> een liehekste, als een bezetene!
en hij wierp zijn handvol goudstukken op
tafel neer, op goed geluk, met een gebaar
van zekerheid en van minachting!
Doch, in zijn hart, als een rood brandend
ijzer, stak zijn herinnering aan het kleinö
bedelaarstertje, in do sneeuw, waaraan hij
niet ophield te denken, aan liet meisje,
dat hij bestolen had.
Zij zal nog op dezelfde plek gebleven'
zijn I Zeker, zij moet er nog wezen
Aanstonds,' jazoodra er eenig uur
geslagen heeft, ik zweer hetik vlieg
dan Van hier -. i ik zal haar opnemen -1