N. V. DE PHOENIX
JULIUS WEINBERG,
De vergeefsche strijd,
Luchtvaart»
ïngezontien Mcgodeeljggeg.
I
ST00M¥EHVERÏJ
UITSTOÖMERIJ
CHEM. WASSCHERtJ
Gratis afhalen
en bezorgen.
ROTTERDAM.==
- Grootst gesorteerd
Buis in Wollen- vu
zijden STOFFEN. -
Mousseline de laine
en fijne Katoenen. -
Rugpijn is nierpijn.
Gemengd Nienws.
Ingezonden.
Het kasversïng van den heer B ronk horst
wordt goedgekeurd. Ue kaseornmis.-,ie, ]je-
staande uit de hoeren Wijnmalen, Raucli
en Lindner, wordt in zijn geheel herkozen.
Do ïeiegraafbeker wordt aan de vereeni-
aing Volharding overhandigd, een feit, dal
.weliswaar iets eerder had kunnen plaats
liebhen.
Het bestuur V7idt dit keer niet, zooals
andere jaren, bij acclamatie herkozen. De
efficieeic stemming had evenwel hetzelfde
resultaat, zoodat het bestuur als volgt blijft
samengesteld: Lssbrücker, voorzitter; A. de
Haan Azn-, vice-voorzitterGrootlioff, secre
taris; Bronkhorst, penningmeester; Van
Bcoven, Van Wijck, Van Lier on J. D.
Bijleveld, commissariaten. In plaats van
den heer Holdert Jr., die bedankt had, werd
de hoer Bijleveld gekozen.
De indeeling der 2e klasse-competitie zal
nog nader geregeld worden.
Een Zuidelijke en Noordelijke afdeeling
is niet uitgesloten, daar 'de verocnigingdn,
V. 0. C. en Ilermes II waarschijnlijk ook
zullen spelen. (Ilhld.)
Ongelukken.
Het 5-jarig zoontje van Van der H. uit
de Lombards teeg te Haarlem, is Donderdag
middag, bij liet stekeltjes vangen in de
Bake nesse rgracht gevallen. Gistermorgen
half 12 is liet lijkje opgehaald.
Een der personen, die Domiei dagavond
gewond weid bij het ongeluk aan den Noord-
wal te 's-Gravcnhage, n.l. de 1 G-jarige -Tink,
wonende in de Jan Steenstraat aldaar, is
in het Gemeenteziekenhuis overleden.
Vliegongelukken.
Reuter seint uit Ifalberstadt, dat gister
morgen do vliegoffieieren luitenant Nic-
meier, van het Saksische infanterie-regi-
ment no. 178 als bestuurder, luitenant
Mayer, van liet Luflschiffbataljon I, als
begeleider, te Dóberilz in een tweedekker
van de Luftvorkel ïr gesel 1 scbalt zijn opge
stegen. Des middags zijn ze op een hoogte
van 20 M.boven het vliegterrein te Hal-
berstadt door een onweersbui verrast. Het
toestel werd ter aa -pen en geheel
vernield. Slayer w a (lelijk dood, Nie-
mcier is zwaar gewond.
NOOKDBLAAK 1»,
hoek NIEUWSTRAAT,
Iemand met gezonde nieren zou haast
vergeten, dat liij een rug heeft, maar zij,
die een nieraandocning hebben, zijn altijd
lijdend. Zij staan 's morgens steeds met pijn
in den rug op. Wanneer zij zich bukken o£
iets zwaars optillen, trekt een scherpe pijn
door de lendenen. Hetzelfde 's avonds en
's nachts, hun rug gunt liun geen rust.
Pijnlijkheid in den rug en de zijden moet
onze aandacht vestigen op de nieren. Zij
liggen onder het smalle gedeelte van den'
rug, en wat als rugpijn beschouwd wordt
is gewoonlijk nierpijn. Daarom wordt rug
pijn spoedig gevolgd door andere verschijn
selen van een nioraandoening, zooals wa
terzuchtige zwellingen onder de oogen of
der voeten, bowolktheid, hranderigheict van
het water, bezinksel. Nierzand, jicht, rlicu,-
matielc, ontsteking dei' blaas, niersteen
(nierkoliek), zijn andere gevolgen van hot
verwaarloozcn der nieren.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen dienen
enkel voor het genezen der nieren en blaas.
Zij herstellen deze organen en bewerken,
dat zij het bloed behoorlijk filtrecren en do
onzuiverheden daaruit afvoeren.
Te Schiedam verkrijgb. bij de hh. Kap-
pelhoff Hovingh. Toezending geschiedt
franco na ontv. v. postwissel A f 1.75 voor
één, of f 10.voor
zés doezen. Eischt de
echte Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, weigert
elke doos, .die niet
voorzien is van
nevenstaand handels
merk.
Het spoorwegongeluk bij Hooghalen.
Juffrouw de Boer, sedert Kerstmis na het
spoorwegongeluk tc Groningen verpleegd,
heeft vandaag! "het ziekenhuis aldaar ver
laten om thuis verder te worden behan
deld- I
Aardappelsap tegen jicht.
In „The Brit. Med. Journal'" verzekert
Heaton C. Howard, dat het sap in rauwe
aardappelen, verkregen door deze uit te
persen, een belangrijken invloed ten goede
uitoefent bij .jicht, spder-rheumalisme en
acute gewrichtsontstekingen'. De werking is
das te gunstiger, naarmate het ingedikte
sap vroeger wordt toegepast. Hen ge-ft dit
extract uitwendig in den vorm van omsla
gen, van zalven en linnnenten.
Met opneming wordt geen instemming der Re
dactie bedoeld. Copy wordt nimmer teruggegeven-
Mijnheer de Redacteur,
Mag ik u beleefd een plaatsje in uw
geëerd blad verzoeken?
Met belangstelling hebben ongetwijfeld
velen met mij ,het ingezonden stuk in uw
geëerd blad van Zondag 1.1. gelezen. Be
langstelling gepaard aan medelijden met
die honderden stadgenoolen, die de ge
woonte hebben om, na volbrachte dagtaak,
afleiding en verpoozing te zoeken te mid
den van dat heerlijk brokje natuur, dat
binnenkort met ondergang bedreigd wordt 1
Zijn de inlichtingen die men ook mij
van meerdere zijden verstrekt, juist, dan
zullen onze eenig-mooie „Laantjes" met
daaraan grenzende weilanden en zelfs onze
schilderachtige „Diefhoek", met zijn hoog
opgaand geboomte en ook de reuzeniepen
langs den Hoofd dijk, eerstdaags verdwijnen
om door zand van een te maken haven
in dorre vlakten te worden omgezet!
Treuriger lot zou voorzeker die heerlijke
natuur niet kunnen treffen!
Waar andere steden, in het bezit van
natuurschoon, alles aanwenden om dit, zoo
veel mogelijk, ongerept te laten, 'dreigt onze
stad datgccn wat haai' nog aan natuur-
schoon overblijft, in een zandwoestijn te
herschapen
Een hoogst ernstige vraag waar hier zulk
een groot belang op het spel staat: Zoude
aan het zand van den nieuw ontworpen
haven met geen m o g e 1 ij k h e i d, al
zoude dit ook meerdere kosten met zich
meebrengen, een andere bergplaats kunnen
worden toegewezen dan juist dit door de
natuur zoo rijk-bevoorrecht plekje?
Eerst wanneer alle andere middelen be
proefd zijn, maar ook dun alleen, zal m.i.
de overheid mogen besluiten tot een daad
zoozeer te betreuren door allen die liefst
niet hun wandelingen zullen verkiezen te
midden van kale vlakten en voetbalvelden.
U, mijnheer de redacteur, dankzeggend
voor de verleende plaatsruimte, verblijf ik
Hoogachtend Uw dw.
E. M. BEUKERS.
Schiedam, 2 Mei 1914.
door
M. II. VAN CAM PEN.
(Nadruk verboden.)
Tiet publiek tot een queue-vormig klitje
saamgedrongen, was juist in dat stadium
van ongeduld geraakt, waarin men, 't on
derling wisselen van beteekenisvolle wenk
jes en 't klagelijk of spottend elkaar-aan-
kijken ook alweer vervelend vindend, niet
ver van een loszinnige en geeuwerig-ner-
vcuse oproer-uilbundigbcid pleegt te zijn.
Die begon zich al te uiten bij een meneer,
die, als laatste van dc queue, zich de
meest gefolterde martelaar voelend, de ar
men, in de eene hand een afgekloven eindje
sigaar, in de andere de parapluie, rekkerig
omhoog strekte en daarbij zulk een demon
stratief „hc" uitgaapte, dat niet alleen liet
rijtje wachtenden, blij met 't relletje, lijd
zaam glimlachte, maar dat de chef, die in
de diepte van het kantoor op 'n tien meter
afstands aan 't telegraaftoestel zat to tik
ken, een gène-blos kreeg en aarzel-bewegin-
gen van opstaan en zitten blijven maakte,
welke evoluties, daar zij helaas niet het
door do wachtenden gehoopte gevolg had
den, een slagersjongen, die in z'n gebogen
loophouding, de blank-witte vleeschmand
aan den linkerarm gehaakt, wel een perso
nificatie van tot stilstand gebrachte haast
leek, zooals hij daar nijdig met zijn post
zegel-centen stond te rammelen en te tik
ken op hot marmer voor het loket, deden
brommen, dat 't cheffie daar zeker vastge
kleefd zat op z'n stoel. Do bedaagde dienst
bode, wier spaarbankboekje nu reeds tieu
minutcn-als-eeuwen behandeld werd, bad
op 't hoogrood gezicht onder de matrozig-
verzakle muts zulk een niet te miskennen
uitdrukking van pijnlijke verlegenheid, trok
zulko mummelende peulemondjes van ner-
veuse gegeneerdheid, dat zelfs do meest
jaloersche ziel haar niet had kunnen ver
donken, van zich te verhoovaardigen op
het feit, dat ze de zéér benijde heldin
was van 't oogenblik. Met, de linkerhand
telkens aan 't touw trekkend, waaraan ze
t in de diepte onderzoekerig-snuffelende
mopsje in bedwang hield, dat ze, tegen
alle postkantoorlijke reglementen in, had
meegebracht; in de kromming van den rech
terarm, wier waterroode werkhand een ge
weldige ouderwetsclien huissleutel vast
hield, de boodschappenmand, waarin een
goudbruin knipbrood en een cartonneljo
gerookte zalm of zooiets fees tel ijkten, tegen
zich aangedrukt; kéék ze, kéék ze, met
heel 'r ziel, naar den grijslinnen werkjas-
rug van den beambte, die aan het bureautje
voor de triestige ramen haar boekie aan 't
bepoetelen was. „Nou, moeder", zei de
slagersjongen, wien het revolulionnair-uit-
bundige nu heelemaal had ingenomen, met
broinmerig-harde keelstem, „jij geeft ons
toch wel van 'n happie, as we hier de
geehonger krijge!" Maar ze antwoordde niet,
had slechts een angstige wellevendheids-
glimlach, trok maar weer aan 't kooidje.
Doch de rekkerige en oproerige meneer
bukte zich nu. om zijwaarts van den be-
bontpluimden rug eener stil-aandachtige, ge
distingeerde dame, door het loketje te kun
nen kijken, en toen hij nog altijd niets an
ders zag dan hot magere rugje, de zich
door de jas heen hockigende schouder
tjes, het armzalig spichtige aebterhoofdje
en de stokkige vingers, die nog aldoor tas
tend in het boekje bladerden, toen werd 't
hem toch al te machtig en zich weer op
richtend, riep hij' heerig-forseh door het
traliewerk, tot dc chef: „Meneer!... Zou
't u misschien wel zoo goed willen zijn,
even te komen helpenWe kunnen hier
toch moeilijk de heele ochtend blijven
staan". De chef bloosde weer lichtelijk door
dien onverwachter; en als dreigenden aan
roep, stond haastig op van z'n toestel
tafeltje en kwam, z'n gezicht hoos èn ver
legen, op z'n korte pootjes driftiglijk aan
gestapt „Zoo meneer," zei-ie als verbaasd
den vertoornde aanziende, ,,u kunt toch
niet verlangen vóór uw beurt te worden
geholpen."
„Pardon", antwoordde de ander, zich op
windend, „er is hier geen sprake van voor
mijn beurt te willen worden ge'holpen, er
is hier alleen sprake van, dat die meneer
driemaal zoo lang over alles doet als 'n
ander11c begrijp niet waarom juist aan
dit kantoor, waar maar één beambte is,
het publiek voor proefkonijn moet worden
gebruikt."
„Maar meneer Druksema," joviaalde nu
plotseling intiemer de chef, en in "n gulle
lach boog hij de volbloedige kop een weinig
achterover, „wat overdrijft u nou toch
natuurlikde een helpt wat vlugger dan
de andermaarEn zachter, gcaf-
faireerd„Maar wacht u even'k zal
wel even zien Juist toen keerde de
beambte zich om. Zijn cadavcreus gelaat,
onder het droog-doffe, steile haar, met het
lage, smalle voorhoofd, de ingezonken bol
lige wangen, den beenigen vleeschloozen
neus, de smalle, bloedlooze lippen en dunne
ooren, reageerde in niets op het voor hem
beleedigende. dat hij toch moest hebben
gehoord. Hij kleurde niel. hij scheen niet
hoos, hij keek zelfs niet in dc richting)
van den meneer, toen hij voorzichlig-naden-
kend met zijn mager-blauwige handen het
spaarbankboekje overgaf en het geld neer
telde. De dienstmeid bleef even star daar
op neerzien, vroeg dan vreezig-aarzolend
of meneer zich misschien niet vergiste:
zo had emmers nog vijf postzegels voor 'n
kwartie gehad, dat had-ie 'r niet afge-
houdcfi, niet? Hij knikte weer even kalm
van dat ze gelijk liad en nam 'n kwartje
terug, maar de dienstmeid, 't toch eigenlijk
niet begrijpend dat zoo-icmand-van,-'(.-post
kantoor, die toch rekenen kon as-god-zelf,
door haar terecht moest worden gehol
pen, wantrouwde plots eigen rekenkunst;
bang voor 'r geldje, treuzelde ze nog, vroeg
dan nog even, bedeesd, met 'n beangst ge
zicht tot hem opziende,,'t Is toch wel
zoo?"
„Ja," zci-ic zacht on impassible, en keerde
zich naar den slager.
„Kom," hoffelijkto dc chef tot de dame
met 't bont, „laat mij u nu maar even weg
helpen
„Wol ja," meende de slager bemoeierig,
z'n roode knuist naast de poslzegelcenten,
die hij den beambte had toegeschoven en
z'n komphanensnuit naar den chef gekeerd,
„dan srhicte we tenminste allemaal op
Toen 't lokaaltje vóór het loket dan ein
delijk geheel verlaten was, bleef dc chef
nog even treuzelen, en met gebogen hoofd
voor zich uitstarend, scheen hij fo overleg
gen. Peinzend kcok-io naar z'n beambte,
die met den rag naar hem toe voor 't bu
reau te cijferen stond. Dan smakte-ie, kneep
de lippen op elkaar, schudde '1 hoofd en
'm op den arm tikkend„Zeg de Groot,"
zei-io gceiïg, terwijl hij, klein als hij was,
joviaal-gemocdeüjk den elleboog op don les-
senaarsrand steunde en met wijs- en mid
denvinger de gladgeschoren kin bcwrecf,
„zou je nou niet 'ns wat vlugger kunnen
werken Zie je, kerel't loopt toch
ééns spaak op die manier... als 't d'r
mm "ns een in z'n kop krijgt naar den
directeur-generaal te schrijven, dan ben jo
zuurEn zooals daar non met die meid,
met dat kwartjeGod-nog-toe kerel, zei-
io plots heftiger en zich in de zware,
blonde kuif graaiend, ,,'t is zoo bclache-
lik Als zoo iets telkens gebeurt op zoo'n
klein kantoor als hierwaar iedereen
je keritjo wordt do risée'je krijgt
stukkies in do krantenDe Groot had
z'n pen neergelegd, do skelettigc handen
hoven elkander tegen den horst gedrukt,
keek-ie star voor zich, door de ramen naar
buiten. Op z'n gezicht was droefheid noch
gêne. In een strakke uitdrukkingloosheid
geelde 't onder het triestig druillicht van
den winterdag. Dor-Iang stond hij roer
loos naast den chef en keek hem niet aan.
„Zón je nou nietzei die met 'n ener
gieken hoofddruk en met z'n dikke vuist,
maakte hij telkens, vóór z'n horst, bij elk
beklemtoond woord een inliamerende be
weging: „zóu je je gedachten nou met
zoo kunne con-céntréére, dat je al die
dingo niét gebeur*?...? En dan werk je
van zelf ook vluggerIk denk, dat je
telke'ns "an wat anders denkt, dat je je laat
üfleije... Want beste kerel," zei-ie ten
slotte, met 'n pathetisch gebaar de han
den op elkaar slaand, „hoé mót dat ein
dige! Ik
De Groot zag hem nu aan. In de fletse,
vlakke, als niet-gewelfde, als lichtlooze
oogen leefde geen vrees, geen schaamte
geen smart. Het gelig, bleeke gelaat bewoog
met. Als stil-en-zeker-noodlottig scheen hij
heen te zien óver de hartelijkheid, óver
de ontevredenheid, óver alles en alles dat
maar zijn en hem gebeuren kon. Zijn dunne
lippen weken nauwelijks van elkaar. „Ik
kan niet anders," zei hij.
Des chefs gelaat, tot nu toe vet-glanzend
van meerderheids-welwillendheid en 'thalf-
onb wust behaaglijk-voelen van het con
trast lusschen eigen gewikstheid en dié
stumperigheid, verstrakte zich plotseling on
der dien starren blik en na die armzalig-
eenvoudige woorden. Een gêne waasde er
over cn-ic zag den ander knipperend aan.
Over zijn mcerderheidsvoelen, 't gelukkige
en zelfvoldane in hem was een ontglo-
riéndc ontnuchtering gegaan. Als kinderach-
tig-klein in z'n joviaierigheid, als met heel
z'n grootdoener!ge en onderwijzende har
telijkheid terecht en zonder één aarzeling
en bagatelle behandeldzóó voelde-ie zich
even staan tegenover... ja hetr-in-den-he
mel die stumper tochHij moest er
zich zelf om uitlachen, dacht telkens kij-
vend-vragerig legen zichzelf: 'n stumper,
'n stumper toch En toch, hij wist niet
waarom, maar-ie voelde zich vernederd, op
*n afstand gehouden... verhéél je: op 'n
afstand gehouenl... De Gioot begon weer
te cijferen, toen de chef niets meer zei.
En die, geërgerd door eigen niet begrijpen,
en zich mid-geïntimideerd voelend, maak
te een, toch ingehouden, gebaar van mach
teloosheid en ging weer naar zijn plaats.
De middag scheen stil, met wat onbedui
dende bezigheidjes te zullen voorbijgaan,
'n Kind, dat een postzegel van vijf cent
kwam halen Een dienstmeid met 'n post
pakket even wegen voor alle zeker
heid een aangeteekende brief, allemaal
gelukkig van geen belang Maar om vier
uur kwam er 'n heer, die een buitenland-
schen wissel moest verzendendie was
niet goed ingevuld, lie1 gaf 'n gereken cn
en gestrijmaar gelukkig bleek hij gelijk
te hebben En daarna wi-rd 't weer zoo
afschuwelijk druk, en juist in die drukte
kwamen er 'n paar giechelende bnkvischjes
aanzetten met 'n pak brieven, die verschil
lend gefrankeerd moesten worden, en druk
werk, binnen- en buitenland Zeker 'n
verloving of 'n ondertrouw of zoo iets
.Mei kleine gilletjes cn prcestlachjes ston
den ze bijkans enveloppe na enveloppe na
te zien wat d'r op moest Rn hij gaf [maar
waarom zci-ie nou niel, dat-te daar geen
tijd voor had hij deed z'n best alles Ie
onthouden, op te tellen, terwijl-io overgaf
maar middenin raaktc-ie weer de klus
kwijthield ie nou aan con vijfentwin
tig of een vijfenzeventig?... En d'r kwa
men nou maar voortdurend meer meusehen
binnen Die stonden |\\eer te mopperen
Niet z'n vreemde impassihilileit, z'n doode
kalmte vaar blindc-en-doove blcof-ie de meis
jes helpen. Intussrhen, hij merkte 't aan
liet voctegschuifel achter zich, werd de
chef weer e igeduldig. Eindelijk hoorde-ie
'in met 'n -rsoluu l-stool-och teruit-scliuiven
opstaan. Zo der een woord te zeggen be
halve het telkens herhaalde gewoonte-
vraagje En u En u hiclp-io nerveus
haastig met een door het bewustzijn van
't contrast zich nog onwillekeurig aandik
kende routine-gewikstlieidIn z'n centje
voor zijn werktafel, had-ie dien middag
zitten opschroeven Wat had 'ni geman
keerd, dal ie zich door dat. „ik kan niet
anders" had laten afschepen Was dat
'n antwoord Makkelek hoe hadden
ze 'm ooit door z'n klerkcnexamen gela
ten Ilij zat d'r hier mee opgescheept
Kon voor twee werken cn als 'r iets ge
beurde jawel, zo wisten 'tmaar dan
toclihad erover gerapporteerd 1d'r was
niks met die jonge aan Ie vangen'n
dóód brók 'n muur... Ziezoo klaar!
mot ut die mensdienHij maakte zich
wat. to doen aan de middentafel, grab
belde onder de aangeleekende slakken, die
daar klaar lagen, om te worden afgehaald.
De meisjes giechelden nog. Hoor, verdui
veld, weer dat aarzelen„Als ik me niet
vergis, is 'f twee gulden zestig... niet
waar?" En do meisjes, in "n stikbui: „O,
ik weet niet meneert" Daarop die lummel
weer: „Janou... 't zal wel in orde
zijn." Hei je nou ooit zóó'n stom stuk vont
gezien! Het geld rinkelde op het marmer.
Met 'n ruk keerde de chef zich oro. „Par
don, dames," snerpte-ie, het hoofd rood,
de oogen glanzend van boosheid, cn loor-
nig-hoffelijk„Wilt u even wachten, ik 'zou
wel leventjes willen zien." De meisjes, door
die onverwachte en heftige inmenging ver
schrikt, keken 'ni plots verstild en bedeesd
aan. Dan, zich herstellend en dat conlro-
lecrcn eon beleediging voor zich zelf voe
lend, zei de oudste hautain en uitdagend:
„Gaat uw gangals 't maar niet te lang
duurt." Hij antwoordde niet, was al bezig,
terwijl de Groot, gelaat cn lichaam roerloos,
toekeek. Vlug bladerden zijn vingers door
den stapel, in 'n paar minuten was 't af-
geloopcn. ,,'t Is drie gulden vijftig; da
mes Wilt u u even overtuigen zei-ie
op 'n toon van ingehouden voldoening,
een rancuneuse spotfonkeling in de oogen.
„O. nee," fluisterde de oudste, nu veer
bedeesd, en diep blozend tastte ze in haar
j beursje, betaalde nog... Maar hij hetopen-
j maken van de deur joelden de nerreuse
gillachjes al weer op. „Mispunten", scha-
teide er een, c-n tetterend sloeg de deur
heen en weer tegen het kozijn.
„Hoor 'ns de Groot," zei de chef dan
klaarscherp in de wachtende stilte: „Jij
mag d'r niks an kunnen doen, ik moet
d'r an doen... Wil de Directie je hier
handhaven... Goed. ik vind 't prachtig...
maar mij moeten ze later niks kunnen ver
wijten... ja, natuurlik, 'k weel 't, hij 't op
maken van je kas had je 't d'r bijgelegd,
j zooals je... och, vertel me maar niks.,.-
al zoo dikwijls hebt gedaan... klaar je ver
geef, dat al die menschcn zich thuis 'n
hult lachen om de janboel hier en jou gekke
manier van doen... Ik dank je wel... Als
ik niet klaag, klaagt d'r 'n ander, cn dan
wor ik mee de weg uitgenomen..." En na
eren stilte, vaarin-ie, 't hoofd gebogen,
peinzend met z'n nagels knipperde, keek
hij nu, na 't uitgesproken vaste besluit ge
kalmeerd, weer op en den ander annzién-
die, zei-ie Warm„liet spijt me jonge...
het spijt me verduiveld.want, och, als
mensch... maar..."
...Maar toen zag hij daar iets gebeu
ren. iels Weer van dat vreemde, dat kil-
raadiClachiige in die jonge... dat je zoo'n
vreesachtig onaangenaam gevoel gaf.voor
dingen die je niet kende. waai- je eigen
natuur hang voor was.„Dat holle, bleeke,
van duister U-roetend kniezen, verteerde ge
zicht, daf-ie nooit had zien lachen, vanrop-
ie nooit 'n glans van blijheid had gezien,
dat lachte nu, maar 'twas een lach als "n
grijns van (pijn... 0, afschuwelijk... afschu
welijk... om 'te zien... En de stem zei effen,
toonloos als altijd, als behooiden die stem
cn dat gelach niet hij elkaar, als kwam
die stem niet uit dat gelaat, dat wezenloos
maskerachtig als versteend leek in z'n
grijnslach„Nee... dat gebeurt me toch
anders nietmaar och... u bent toch ook
jong geweest." Do chef keek hem a's ver
wilderd verbaasd aan. Toen-ie eindelijk be
greep, steeg 'in 'n heeto schaamte naar
't hoofd, een schaamte over zichzelf, over
die jonge, lover alles, alles... een soort
van weeë walg van 't mensch-zijn... op dat
oogenblik... o, de afschuwelijke zelfverne
dering van dat gepijnigde loven, dat nu
plots hel en voor-goed-vexklaa,rd vpor hem
open lag, dat worstelde en worstelde tegen
eigen onmacht en eigen misdecld-zijn en
nooit had kunnen genieten, benauwd en
verteerd als het 'Word door zijn alle» op
slokkende, geweldige inspannmg die
jonge... die nou... met die lach,,, om
zich te redden... zijn machteloosheid wil
de volbergen achter een jcugd-gevocl, dat-
ie> natuurlijk benijdend in anderen had go-
zien, maar zelf nooit had kunnen nade
ren, gelijk geen enkele levensvreugde... om
dat hij zich dood werken moest, hij, die
nóóit geestelijk Work had moeten doen,
voor wat voor andoren iets gewoons was...
omdat io eerst 'geblokt en geblokt had en
daarna, in een eeuwige vrees voor tekort
komingen, voor schande z'n jaren door
leed, zich duo doodsche onverschilligheid
tot 'n tweede natuur makend, om zicli
de pijn van anderer leedvermaak en mee
lij te sparen en alles, alles minder (c voe
len.
De chef voelde 't diept in z'n borst...
't was eerst als 'n weeë misselijkheid, maar
daarna golfde een groot medelijden, een
wijd erbarmen in hem op... Hij wilde wat
zeggen... ja, maar wat... hij kón toch
niet... Maar 'goddank, van den Brink, die
do Groot moest aflossen, kwam binnen...
nu hoefde 't niel... uu kón 't niet... „Nou",
zei-ie stil ingehouden en als antwoordde hij
daarom niet, „Wo zulle... we zulle nog
wel zien." En 't gezicht congestueus, wend-
de-ic zich af, ging gedempt-luid, "n vreemd-
schrille klank in do st< n, den ander ka
pittelen over hot ontbreken van een pa
raaf, die-ie vergeten had op 'n Fran
sdien postwissel te zetten.
'f Ud8s
AMSTERDAM, 1 Mei.
Lijnolie. A'liogend £27, f 2f>T|Mei £26,
f26%, f 2GVt- Jnni-Augustus £27. Sept.-De
cember £28, Jan.-April 1233/8,
PARIJS, 1 Mei.
Spiritus gedrukt; per Mei fr, 40.75 ;'i
II, Juni fr. 41.25 a 41.50, 4 nul. van
Mei fr. 41.50 betaald, Juli-Aug. fr. 42 a
41.75 betaald, 4 laatste nul. fr. 41.75 a
42, 3 md. van Oct. fr. 41.75 betaald, 4
eerste md. fr. 41.75 a 42.
HAMBURG, I Mei.
Spiritus vast. Mei rak, 31. Juni-Juli rak.
31,
BUDAPEST, l Mei.
TarweStemming lusteloos.
NEW-YORK, 1 Mei.
■Mei Juli Sopt
Tarwe: lORy's 94-Vs 93
Mei Juli Sept.
Mais:
Hoogwater te Schiedam.
Mei 2 vrn, 8, nm, 8 52
f3 913 - 9.59
f4- 10.34 U22
s 5: 11.57
SoegSe van liet water op de rivieren-
perichtgn van I Mei.,
f IB5.7 H, 3u.fi.in. 11.22 G>v 0.00 M
iOBLSN?.. 8 v. 's Hsc-rg 2 52 CR v. 0.02 M
éRÏER, 9 u. 0 71 Gew 0.01 M
KEULEN, 11 n a 2 51 Gov. 0 03M
aUHRORT, Six, 1-76 Gev 0.02 M
Zon en Maan.
lo ecve. Mei 3: 4.26 vm ond 7.28 nm."
t 44 24 7 30
t 5' 422 i> 732
3 Mei E. K. 9 Mei V. Kt