Ossian's geboorte,
Handel eo Bedrijf,
stand, door (To schuld ran <mn bamMc
veroorzaakt.
Het record verbeterd.
Wij ontleenden gisteren aan de D«rdt»rh<'
Courant hel geval van een mevrouw, die m
4 jaar tijd» 43 dienstboden had versleten".
Een Amsterdammer deelt nu aan het flbi.
mede. dat hem een geval bekend is van een
Amsierdamsche dame, die in drie maanden
tijd-.... 10 dienstboden versleet!
Oneerlijke postbeambte.
De Nieuwe Venlosche Ct. meldt omtrent
het aanhouden van een brievenbesteller te
Ven!o, wegens hel verduisteren van een aan-
gefceekenden brief het volgende:
.Maandag jh werd op1 vere.oek van den
postdirecteur te dezer stede door .ie politic
een onderzoek ingesteld naar het zoekraken
van een brief met geM-w mrde, die op 23
April van dit jaar uit Weenen zou zijn
verzonden en geadresseerd aan een inwoon
ster te dezer stede.
Het resultaat van dit onderzoek was, dat
een brievenbrsteltel werd aangehouden, en
Wcensdagiuorgeii naar de strafgevangen.-
te Roermond is overgebracht.
De aangehoudene wordt verdacht den
brief te hebben geopend en zich den >n
houd, nl. 10 kronen, le hebben toeaeiugend.
Toen de afzendster dezer dagen uit A\ce
nen in V'enlo terugkeerde, weid haar incdc-
gedeeld, dat bedradde brief met door ham
lmi«geirooten wits ontvangen, waarna zé
ziidi direct persoonlijk tot cm dei linken
alhier wendde, waarvan een iter bedien lm
kon verklaren, dat door hem op 25 Aj.rd
wn soortgelijk biljet werd verzilverd aan
een postbode. Hij confrontatie van de I"
stellers met de bankbedienden werd de aan
gehouden besteller als de persoon herkend,
die op 25 April lm! biljet ter verzilvering
had aangeboden.
Neder meldt men dat de besteller gi-lei -u
weer in vrijheid is gesteld.
Kunstzinnige raadsleden,
lil een Raadsverslag van De .Maas en W i
ter het. gaat over het dorpje B. in .te
bum t van Wychen komt het volgen 1
voor:
De voorzitter zegt, dat er een schrijven
is ingekomen van den Minister van Bin
nenlandsche Zaken, adviseerende om iten
ouden toren te behouden, daar deze dn
teert uit de 15e eeuw en van kunstwerk
voorzien is.
Het Raadslid v. K. oordeelt nu. ,.daf ei
niet vélen naar dien ouden toren zullen
komen omzien en hij het voordeeliger vindi,
dat deze afgebroken wordt".
Het lid A. is nog prozaïscher.
Hij zegt„dat er vele slechte wegen zijn
die met de afbraak' van den toren in orde
gemaakt kunnen worden."
Woning ingestort.
Gisteimiddag te ongeveer halltwee is te
Dieien ingestort het achterhuis van een wn
ning, gelegen aan het begin van den Doe-
burgseheii dijk on bewoond door den klom
pon maker 0, H. At., terwijl de steenhouwer
C. S. er zijn werkplaats in heeft. Persoon
lijke ongelukken kwamen gelukkig nie'.
voor. De Woning zou juist dezer dagen on
bewoonbaar worden verklaard.
Vossen.
Het jachtveld te Winterswijk heeft tegen
woordig veel to lijden van de vossen. In
het voorjaar- zijn vele drijfjachten gehou
den om een of meer Heintjes op to rui
men, doch steeds zonder resultaat. Thans
hebben de vossen jongen, waarvan bet gr
volg is, dat de rooflust van die dieren vc
bazend is. Op klaarlichten dag worden tte
kippen bij de hofsteden weggehaald. Van
daar, dat er door jagers, jachtopzieners en
boeren ijverig gezocht wordt naar de holen.
Dezer dagen had men er een gevonden ach
ter ïlatum over- de Du.ii.scbe grens. Duit
sellers en Hollanders werkten broederlijk mi
men om de jongen uit te graven. Men
ving er slechts twee, ter grootte van een
groote kat.
Waarschuw ng.
Het is gebleken, dut enkele in Engeland
wonende personen, die weinig vertrouwen
verdienen, werk ervan maken, om aan te
bieden Nedeiinndsche ondernemingen in Etv
gelsche maatschappijen om 'Ie zetten. Met
liet oog hierop wordt belanghebbenden aan
bevolen, om, alvorens op dergelijke aanl.u'
dingen in te gaa.n. deugdelijk naar de uolrsk
ken personen te infontroeren, en wordt hun
voorts medegedeeld, dat de consul-generaal
te Londen steeds gaarne bereid is, zooveel
mogelijk inlichtingen te verstrekken.
Bel
oordeel van een aanzienlijk en geleerd
Franschman over Rotterdam in 1707.
In de 18e eeuw werd ons bind hezooht
door een groote menigte aanzienlijke vreeni
delingen, onder wie zich ecu Fran-cb
man. Cé sar te Tellier, markies van t'onr-
temviuvx, hertog van ]>>udoa,uvir.e, mut-ka-
pitein-kiolonel 'van de Zwitsers, in het bij
zonder onder scheidde. Hij luid de Igenomen
aan verscheidene veldtochten in Beieren
en Boihemen en werd huilendien op si oud
van zijn diensten, der wetenschap1 bewezen,
in 1764, lid der Akademie van Wetenschap
pen te Parijs. Deze noodigde hem 3 jaar
later pit tot het maken Van een reis
ter bestudeering van de verschillende
werktuigen, die in hei. buitenland bij de
(marine en do astronomie in gebruik walen
Men begrijpt, dat Nederland dadelijk een
bezoek van den markies do Courtanvaux
ontving. Dat hij geen spijt had van deze
reis, blijkt uit een „Journal de voyage",
dat hij in 1768 .uitgaf, waarin geen einde
komt aan zijn loftuitingen voor ons land en
zijn bewoners.
Viooral Rotterdam, >vaar de markies
eenige dagen verbleef, maakte een diepn
indruk op hem en hij noemde hot „een
juweel van een stad" en was niet uitgepraat
over de wornter-xdioone rivier, waarop zoo
vele boutjes, jachten, sloepen, groote en
kleine vaartuigen als het ware een tweede
drijvende stad vormden. Hij schreef „do
wegen zijn er van een buitengewone zin
dclijkheid en in het midden met klin
kers geplaveid voor de paarden en wa
gens. Over het algemeen worden, de koop
waren niet op wagentjes vervoerd, maar
op sleden. Aan de voorzijde is op deze-
sleden een tonnetje met water aangebracht,
waarin zich twee gaten bevinden; hef uit
kmpende water bevochtigt den weg en
verhindert, dat de slede vuur vat door de
wrijving". Ook aan do zindelijkheid der
huizen met haar breede ram m en fri-sclu-.
groengeverfde deuren wijdde de schrijver
i enige waardeerende woorden en na.'.unr
lijk vergat hij niet onze typisch .Holland
sche spionnetjes" te noemen
Het journal van den mark ie- de Cour
ifanvaux g«eft een aardiger, kijk op on
land en haar bewoners in die dagen en
zijn opivchle sympathie maakt het, lezen
er van voor on- duhlrd aangenaam.
Roosevelt's ontdekkingsreis,
Roo.-evelt i- na zijn langduriger, en ge
vaarlijken tocht in het Rraziliaan-che oer
woud, t<> Para aangekomen. Hij heeft dmv
in een interview nmegcxteeld, dat de ox-
pcditie een besii-l suae- is geweest. De
u.Utira]i-t"ü hadden oen verzameling bij
'('iigebnvh! van 2100 vogel?, zoogdieren,
vi-sclien en kmijK'iide dieren, vooral uit ge
bieden. die voor dezen nog niet door blan
ken herei-d waren. Verscheiden oxernpia
ren van tof du-ver onbekende .-oor,en In-
vinden zich bij deze collecties.
Room vel! vertelde ook nog, dal de be
langrijfcste resultaten van den. tocht op geo
grafisch gebied liggen.
„Wij hebben - zeide de ex-president --
een rivier over een. lengte van 1000 Eng.
mijl op de kaart gebracht, van w elke riviei
op de bestaande kaarten, geen aanduiding
voorkr mt. De bovenloop was totaal on
bekend, behalve aan wilde Indianen, ter
wijl de benedenloop enkel bekend was aan
enkele rubber-verzamelaars. Zjj ontspringt
op het hoogplateau in westelijk Ma.lloGro-
so, tusschen 59 gr. en 60 gr. W.L.
Wij scheepten on- op de rivier iu op
122 gr. I' Z.B. en 60 gr. 15' W.L. De
rivier loopt met verscheiden splitsingen en
kronkelingen bijna recht noordelijk enston
zich in de Madeira, waarin zij op ongeveer
5 gr. 30' Z.B. uitmondt. Onze kanotocht
duurde 60 dagen. Op 7 gr. Z.B. passeer
den wij de laatste stroomversnellingen, op
36 uur van Manaas, Op 10 gir. 58'Z.B.
passeerden wij de monding van een groote
rechter-zijrivier; op 9 gr. 48' de monding
van een groote linker-zijrivier. De Duvida
rivier is, wal zijn watermassa, betreft. Ie
vergelijken bij de Rhone, de Elbe of de
Hudsonmaar er komen fe veel versiie'
lingen in voor, dan dat zij - behalve dan
in bnar benedenloop - van jjelang zou
zijn voor de scheepvaart. In 7 gr. 30' vej-
eeriigf zij zich met een andere, bijna evn
groote rivier, die van rechts komt. Do Du
vida is een bijna onafgebroken reeks stroom
versnellingen. Geen dag ging voorbij, zon
der dat wij op versnellingen stootten: en
dat maakte de rei- zoo moeilijk. Zes we
ken lang hebben wij ons geleidelijk een
weg moeten banen, niet meer dan een
paaT mijl daags vorderend. De laatste helft
van den tocht moesten wij het met half
rantsoen doen.
Van onze zeven kano's zijn er vijf in de
stioomversnellingen verloren gegaan. Een
van onze mannen is verdronken; twee an
doren, o. w. mijn zoem Kijnnif, zijn ternau
wernood aan den dood door verdrinking
ontkomen. Onder den druk der gevaren en
ontberingen werd een der mannen krank
zinnig en vermoordde een makker. Hij
vluchtte de wildernis in. Wij hebben geen
Indianen gezien, maar tweemaal hoorden
wij hen.
Terwijl kolonel Bondon, de leider der
Brnziliaangche afdoeling bij de expeditie,
alleen op de jacht was, doodden de In
dianen een van zijn honden met pij!
scholen. Waarschijnlijk dankt Bondon daar
aan liet behoud van zijn leven. Zelf heb
ik een zwatvn koortsaanval gehad: ook
heb ik pij het werken met de "kano's in
een versnelling mijn been gekneusd. Dat
gaf aanleiding lot een Ieelijk abcesnu,lo
op bet ongenblik ben ik feitelijk weer Tiee-
lemaa! in orde."
door
A. ROLAND HOLST.
(Nadruk verboden.;
Ik las kort geleden een oud Jnpansrh
volksverhaal. Hel vertelde van een vi—
-rhersjongen, die met zijn bootje op zee
dreef, en door de schoone dochter van
den Diakenkoning der Zee werd gelokt naar
oen eiland, waar het altijd joiner was.
En daar leefde hij een zalig leven met
bnar, tot hij darht, dat e-' drie jaren voorbij
waren. Toen vcriangde hij zijn ouders nog
eens terug te zien, en weer te toopou door
hot dorpje aan zee. waarin hij geboren wa-
en opgegroeid. Hij sprak zijn geuefde van
zijn verlangen en zeide haar, dat hij wilde
gaan. maar zeker terug zou koeren. Zij
werd zeer bedroefd. „Het is mij of v ij
eikaar nooit weer zullen zien,"' sprak zij.
Maar omdat zijn plan vast stond, liet zij
hem gaana.lleen gaf zij hem een doosje
mee, een klein Japanse,h doosje, met rm
zijden koord dichtgebonden. Zoo'aug hij dat
""behield en nimmer opende, zou hij steeds
terug kunnen koeren, maar als hij het
eens opendeed, zou hij hot eiland, waar
hef altijd zomer is, nooit wve» vinden. En
met dat doosje in zijn band ging hij weer
over zee. tot hij do ijle, blauwe bergen
van Japan weer zag en landde iu do haven
van zijn dorpje. Maar daar was alle- anders
geworden; hij herkende geen enkele woning
meer en geen enket menschen ook de
tempel was er niet meer, n aar wel een
nieuwe, «n gebouwd oj> «-en andere plek.
Toen vroeg hij een oud man naar zijn
ouders en hij noemde zijn naam. Eu hij
hoorde, dat er in rle oude tijden men-ohen
van dien. naam geweest waren, en ook waar
hun graf was. Hij ging er heen, en kon er nog
maar nauwelijks de namen van zijn ouder-
lezen. Zoo bad de tijd de graf-lamen ver
weerd. Toen ging bij be-effen, dal. bij ondei
een betoovering geleefd bad, en jjeinzend
(Iwaa'de bij tol hij de zee, vu daar bleef
bij staan, en hij werd er zeer bedroefd.
Hij hield hel doosje, dal de dochter van
dm Diakenkoning der Zee hem mee bad ge
geven, in zijn band. en piot-ding darht
bij: ..hierin i- de verklaring van dit vreemde
wmkLw." En voor hij verder kon deuken,
had hij led doosje geopend. Een witte damp
v oog eruit op. en het bleef teeg in zijn
banden. Toen hij opkeek, zag hij een wit
wolkje, dal siml naar bet Zuiden over de
z->o wegwoei. En hij wist, dat nu alles
verloren wa=. en dat hij het eiland, waar
het altijd zomer i-, nooit weer zou kunnen
vinden, en dat hij nooit meer zou zijn
bij de schoone jonge vrouw, die daar
leefde en ook dal zij hem altijd en ver
geefs zou wachten.... Toen brak vijn
groote droefheid in tranen. Plot-eling schok
te een ijskoude -clink door zijn gebeelo
lichaam, en hij viel neer. Toen hij met
moeite weer overeind kwam, wa- hij een
afgeleefd oud man, mager, bevend, en
wankelend, oud al- ha/l hij geleefd sinds
lang vergane tijden. En hij zag uit over
de zee en in de stille, blauwe hemel, en
staande gebogen in het warme licht, dacht
hij aan lang geleden, aan dien dag, toen
hij als knaap met zijn bootje op zee dreef
om te visschen, en toen het ook warm
,was geweest en stil.
Dikwijls heeft het mij geschenen, alsof
die vreemde, altijd zelf- in hun vreugden
.weemoedige verhalen, waar niemand de
oorsjyrong van weet, en die niet iu èt-n
enkel mensch ontstaan zijn, alsof zij de
droomen zijn van een volk. Zij hebben
zoozeer de sfeer van den droom, dat ijle
en verre, als van een leven, dat wij soms
vermoeden, maar nooit bereiken. En waar
om zou een volk niet even goed als een
enkel men-eli zijn droomen hebben? Een
mensch kan soms even verdeeld zijn als
ccii volk, maar in veel opzichten kan een
volk ook weer zijn als één enkel groot
mensch. En zooals Iwc men-ciieu soms
in hoofdzaak ilenzelfden droom kunnen
hebben, elk in de eigen -feer van leven,
zoo is 't ook met de volkeren. Hun groot
ste droomen zijn in hoofdzaak dezelfde.
Ik wist di.t wei. maar toch wn- ik ver
wonderd. toen ik dit vreemde verhaal las,
dat zoo vol is van een -til, zacht licht,,
to zien hoe het in groote lijnen gelijk
is aan een o.ul verhaal van het Feltisolm
ras. waarin verteld wordt van den held)
Ossian, den krijger en zanger, en van zijn
leven op een eiland van gelukzaligheid en
.zijn tenigk/mi-f in Ierland. Vreemd, hef
zelfde verhaal, ontslaan ju lijden, waar
niemand meer van weel, in Japan en
in Ierland. In Japan a,Is een prent van lichte,
sierlijke lijnen en ijle kleuren np> zacht,
zijde-aclilig papier, in Ierland als een
vreemd, \orlaten lied ergens ver in do
waaiende schemering, vaag, maar I iele o ve
rend door raadselvoller) weemoed. En toch
iielzetfne verhaat.
Maar bia' ik beginnen u van ().--ian's ge
boorte Ie vertellen.
Een- le."f'lc in Ierland he.t krijgcr-ge-lncht
der Fianna. De oudste overlevering ver-
lelt, dal zij huurt roepen waren van de
Jvfiimgon van Ierland, en voornamelijk van
Vermar. Mac Art. en dat zij leefden in de
2e cu 3o eeuw na Christus. Wij zien hen
zoodoende In een historisch verhand, maar
van hen lezende, voelen wij, hoe dil zijn
oorsprong heeft in de begeerte dier eerste
kroniekschrijver- hun dikwijl- al te vage
sl.of stelselmatig te rangschikken, Want
nooit heeft, iemand kunnen weten wie de
Fianna waren, noch vanwaar zij kwamen.
Zij zijn menschon, maar verarmde men-
sche.it,, en hun zonen hebben moeders en
geliefden onder liet zonnige godengeslacht
der Tuatha de Da.naan.'en de verhalen
over he.n worden heheeriseht door de Hel
echt' zekerheid van liet bovennatuurlijke.
Hun grootste opperhoofd \vu- Fingal,
die met zijn krijgers woonde binnen de
witte muren van Alvin. gebouwd lang voer
zijn geboorte door een dier zonnige goden
der Tuatha de Danaail. Dn vandaar had
hij uitzicht over de vlakten van Leïnster,
waar hij jaagde. Eens nu, toen hij met
zijn mannen terugkeerde van de jacht,
en zijn witte wening Alvin al jn zicht
was. sprong een zeer schoon jong hert.
voor hem op uil het hooge gras, en vluchtte
weg, zóó snel, dal weldra allo krijgers en
hun honden de vervolging, op moesten
geven,, pil en, behalve Fingal zelf en zijn
twee liefste jachthonden Bran en Sceolan.
En deze waren van men.-chelijke oorsprong,
'want zij waren geboren uiteen der schoon
ste vrquwsm der Fianna, die eens dour de
zwarte magie van een jnioer.-r lie Jialfgodin
was w.«gelokt en veranderd jn een "hond.
Toen het. snelle hert door Bran en See,elan
werd ingehaald, zag Fingal ho,o hot zich
jn hel zachte gra- neerlegde, en hoe zijn
twee jachthonden er vroolijk blaffend heen
liepen, en het likten en streelden met hun
koppen. Groot was F inga I's verbazing, en
terugkeerend naar Alvin werd hij gevolgd
door zijn honden en liet vreemde, &-hoone
herf, dat met lien speelde. En 's avonds,
toen bij alleen lag en de wind hoorde over
de vlakten van Lei roder, kwam cm -choone
jonge vrouw in rijk gewaard vooi hem
staan, en zeide hem, dat zij het tn-r: wn-,
di<*n middag door hem opgejaagd,
„ik tien Saba. en bet i- omdat ik de
liefde weigerde van den zwarten Druïde van
de mannen van Dea", sprak zij. ..dat ik
in (li« gedaante werd bofooverd". En zij
vertelde hoe zij drie jaren lang als oen
bert had geleefd in een ver gedeelte van
Ierland, en boe eindelijk een dienstknecht
van den zwarten Druïde mede lijden roet
haar kreeg, en haar zeide. dat de tiöveri-
macht gebroken vjui zijn. zoo gauw zij
binnen de muren wu- van Alvin. waar
Fingal van de Fianna woonde. „En toen ik
dal wist ben ik gegaan. zoo snel ik kon.
en heb den geheel en dag lang nie» geiu-h
lot ik de .witte muren van Alvin zag, en
niemand mij meer volgde, dan alleen gij
C-n uw houden Rrari en Jvvolam want bij
hen was ik veilig, mulat zij wi-P-n, dat
ik v a- gelijk zij /elven."
En Fingal zag haar aan, en z-mi da'
zijn liefde v c baar grod wa-, en den
volgenden morgen zagen de Fianna. -laan-
de in het veld. >.p de witte eoumini van
Alvm een jonge vrouw aan Fingal'- zijde
verschijnen, en boven hen sprak de -tem
van hun hrmidman. en zeid<*. da! hij liimr
als zijn vrouw tot. zich had genomen. En
zoo lief was zij hem, en zoozeer verloui hij
zichzelf in haar, .lat hij al zijn uren van
haar vervuld liet zijn, i*n alk-s opgaf wat
vroeger zijn lust wa-, zelfs het jagen niet
zijn krijgers over de vlakten en heuvelen
van Loin ster. Maanden lang kenden deze
heide mensch,?n het geluk der onsterfelij-
ken.
„Fingal leeft in de schaduw van haar
gouden haar", zeiden de Fiannamaar hun
liefde voor hern was sterk, en zij voelden
geen wrevel.
Dit duurde tol oen- op een dag de deur
van het vertrek, waar Fingal met Saba
wa-, openging, en een dor Fianna op den
drempel verscheen en sprak
„Fingal, een boodschapper is voor de
p-oort gekomen, en heeft geroepen, dat de
kustbewoners vele zeilen van over zee zien
naderen, en dat het de krijger- van Loch
ia nu zijn, die een inval kornen (hoen. in
Ierland."
Toen stond "Frugal np van haar zijde,
gordde zijn zwaard aan. verhief zijn rroun
naast zich en verscheen niet haar op den
voormuur van Alvin. En daar legde hij
haar gouden hoofd aan zijn borst, en nam
afscheid van haar. En over de vlakten
zag zij hem heengaan met zijn mannen
naar den strijd.
Fingal versloeg de mannen van Lovhlann.
en wierp hen terug tot aan zee. waai zij
vluchtten op hun schejienen na zeven
dagen naderde hij weer snel over de vlakte
naar Alvin, Impend dat zijn gehelde op
den muur xmi staan uit te zien naar hem
Maat' hij zag haar niet, en tien zijn dien-t.
mannen hem "tegemoet kwamen vroeg hij
hen: „Waar i- de bloem van Alvin?"
Kn zij zeitien hem: „Een morgen, heer,
toen gij heen waart, zagen wij uw gn-dalte
gevolgd door Hran en Sceolan "de poort
.van Alvm naderen. Saba. die al langen
tijd op den uitkijk stond, ging rul vreugde
door de poort naar huilen, en wij zagen
hoe zij uw gelijkenis tegemoet liep. Maar
dichtbij gekomen gilde zij van schrik, en
de verschijning hief de la.k van een hazelaar
op, en -loeg er haar mee. Toen wa- zij ver
dwenen, en waar zij geslagen was zagen
wij een jong hert, dat naar de poort wilde
vluchten, maar de twee "honden sleurden
het terug, tot driemaal foe. Toen grepen
wij naar onze wapenen, en liepen ijlings
naai' huilen; maar allen waren veidwenen,
en wij zagen geen verschijning, en geen
henden en geen hert meer, alleen hoorden
wij links en rechts en voor en achter ons
geluid ,van blaffen en van snol toepende
voeden, en daarna niets meer dan den wind.
Wij zagen elkaar aan, en geen wist Wat te
doen en wij keerden terug. En zoo ver
dween de goede, schoone Saba, o, Fingal."
En met zijn gesloten hand sloeg Fingal
zich driemaal op de horst, en sprakeloos
trad hij door de poort zijn woning bin
nen. Zijn krijgers zagen hem niet weer
lot den volgenden moigen.
En gedurende de jaren, die toon kwa
men, sprak hij met niemand over Saba,
en hij trok aan het hoofd der Fianna uit als
er gestreden moest Worden, en was sterker
en moediger dan ooit, maar zijn oogon
stonden somber on zijn mond was strak
getrokken, en hij was zeer zwijgzaam ge
worden. De dagen, dat hij1 niet jaagde of
streed, zwierf hij overal Ierland door, en
men wis], dat hij dan Zocht naar de ver
dwenen Saba En oj> d« jacht nam hij
alleen zijn vertrouwde honden Bran on
Sceolan mee, opdat er voor haar geen
gevaar zou zijn als hij haar ooit op liet
spoor kwam.
Zoo gingen zeven jaren voorhij, en Fin
gal verloor alle hoop.
Eens dat hij al? van oud- weer met al
zijn honden uit. was gaan jagen, hoorde
hij hun luid geblaf, en ijlend naar de plek
vanwaar het klonk, zag hij en de enkelen,
die met hem waren, hoe tiran en Sceolan
de andere honden afhielden hi een wijden
kring. Kn in liet midden lag een jonge
knaap, edel van bouw en gelaat, naakt en
met bingo haren. Hij scheen zonder v'rees
en keek zelfs niet haar de honden, maar
slecht.- naar "FingaI en zijn metgezellen.
Toen hot blaffen, en vachten door .de ja
ger- was geëindigd, begonnen Eran en
Sceolan het knaapje te likken en te -troe
len. en het «cheen of zij hun mee-tes
vergeten waren. Hef kind werd meegeno
men terug naar Alvin. en Fingal sprak
niet met de anderen over deze vreemde
vondst, maar In-p alleen, en. keek telkens
naar liet gelaat v in hm naakten knaap,
die cvnig (j«.or h<-t liooge gra- met hen
m x.m 'angc hmen waaiend op dm
'vml, tenujl fi'riii e o Sceolan vroolijk blaf
fen i om bern hm u -peelden. En telken- zaï
bij een gruoter geüjkeni- inet de lang vr r-
dwenen Saba in dat jonge gelaat, en ten
laatste ging luj naa-t den kÜLap loopen. en
nam zijn kleine, koele hand, zacht iu zijn
greote strijler-crec-p. En zoo tiaden zij de
pom i van Alvin binnen.
En langzamerhand, toen ib; knaap irg-er
en meer leerle sjuvlten. vertelde hij Fin
gal rijn herin neringen. Hij bad geloefd, met
oen hert, waar hij wel van gehouden had,
en dat voor hom rade en hem bewaakte.
En in het Jand. v.aar zij geleefd hadden,
waren heiive'en, süoonien en w u Ion. maar
nveiaJ v\a- het inge-loten door hooge rot-
-en. zon lat het nim mogelijk wa- uit dat
land heen te gaan. In den zomer ha/1 hij
zich gevoed met vruchten, en wortelen,
en winter- wa-, wat hij noodig had. voor
hem gebracht iu een grot. En dikwijl- was
reit man met een -omber gelaat naar het
bert gekomen. ,.En het hert wa- mijn moe
der," .-piak de knaap. „Ik weet het." zei
Fingal zacht, „vertel maar verder." ,.En
die man -prak tot haar ,-om- zacht en
vriendelijk, en -om- kortaf en vertoornd,
maar a'tijd zag ik hoe mijn moeder hem
vree-de en voor hem terugweek. En eens
kwam hij weer en sprak lïiet haar langen
tijd, eor-r zacht, maar langzamerhand lui
der en meer en meer in woede, tot hij
plotseling een hazelaar-dak ophief, en haar
een -'ag gaf. Toen wa.- zij ma' hteloo- en
moest hem volgen, on ik zag. hoe zij
heenging en steed- omzag naai' mij. En ik
wild-- volgen, maar ik kon niet; ik kon
mij niet van de plaats bewegen, en ik zag
haar verdwijnen, waar ik -tond, luid roe
tiend van verdriet en woede. En toen zij
gehord verdwenen wa-, viel ik neej in
het gras, en ik weef niet wat daarna ge
beurd is tot ik ontwaakte, en lag op de
helling, waar Bran en Sceolan mij vonden.vi
En Fingai wist, dat dit zijn zoon wa-, en
samen zochten zij langen tijd muu dat
land, waar hij geleefd had met het hert.
Maar nooit hebben zij het kunnen vinden,
noch werd Saba ooit weergezien door hen.
En de zoon van Fingal werd door de
Fianna genoemd O-.-ian, hetgeen w ii zeg
gen hel kleine hert. F.n hij werd m-u van
hun grootste -triplets- maar hoven alles
werd hij geëeul om 'zijn .-ehm.n." zangen ent
heldendichten. Want hij alle groote ver
halen over de Fianna heeft men gezegd:
Zoo i-, hel gezongen door 0-sian, den .zoon
van Fingal.
Pallllseementna'
Uiige eprok en:
B. Weinberg, handelende «mier de firma
AYeinberg Co.. agentuur- en commissie
handel. te Rotterdam: curator: mr. G. H.
Lambert.
A. F. Hoekstra en D, van der Wolf,
beiden fe Wnddinxveen, beboerende en aan
sprakelijke veimoolen van de than- ont
bonden en in liquidatie verkeerendc hnn-
delsvennooi-iliap, onder de firma Iloekslia
v. d. Wolf, gcve-figrl geweest te AVrid-
dinxvren; curator- mr. W. J. L. van Es.
Reeliter-erumiu— ari- in beide fail!i--e-
iiiciiien mr. AL Folak. ,,N. R .F
.1. 'A. Verheyden Jr., banketbakker en
winkelier, le Budel. Rechterrrmunis-aris:
mr. F. J. A. Vos de AVnelcurator: mr.
Haul Tripels. („Stel.").
W. Stam, hakker, te 's-Giaveland, Rech-
ler-commissarismr. G. T. .1. de .longh;
curator: mr. F. J. Heemskerk.
E. R. F. Haaiman, handelende onder de
firma .T. E. Haaiman, koopvrouw. Rechter-
ertmmissari,-: mr. G. T. .1. de .Tonghcurn-
trice: mevr. nu. Al van Woudenberg IJain-
stra— Bouw. C.IIbld.").
Geëindigd:
A. C. H. Pi—er, koopnifln te Apeldoorn.
J. L. Kleyn, koopman 1e Streefkerk.
Hoogwater te Schiedam.
Mei vm. 3.9 nm. 3.27
10: 3.53 - 4.12
11-4.37 5.4
125.23 5.53
Hoogte van het water op de rivieren.
Bencht«D van 8 Mei.
OB1TR, 2 u. n.Hi, 11.34 Gew 0,08 M
xOBLENZ, 6 ii. 's atorg. 2.73 Gev. 0.07 té
'RIEB, 6 a. 102 Gew 0.11 M
TSULEN, Hu. 2 70 Gew.0.04M
«4UHR0RT, 8 a. 1.88 Gew 0.02 M
Zon en Haitn.
fooB'ipg, Mei 104.15 vin. ond.g, 7.38 nm.
11414 7.39
v 12413 s 7.40
9 Mei V. M. 16 Mei L. K.
Familieberichten.
(Uit eenige couranten.)
Getrouwd: 7 Mei: A. }T. Dros Jr. en
B. v. Nierop, Amsterdam. .Tklir. L. F.
A. v. d. Brandeler en Jkvr. J. S. den Beer
Foorhigael, Amm-foort. J. G. Kerkhof
en M. E. de Joing, Amsterdam.
Bevallen: 6 AleiBrandsma-Bakhuy-
zen, Bnssum. 7 Alei: Grootkerk-Zei;
denrust, z„ Watergraafsmeer.
O v c.r I e d c n0 MeiA. J. Staring-Stem
berg, 56 j., Zuiphcn. H. B. ter Haar,
57 j„ Geldermal-en. J. C. Oosthout,
54 j.. Den Haag.