De oorlog. 67* Jaargang; Vrijdag 7 Augustus, f914 No. 14597 De Fransche hoeve. Kennisgeving. Duitschlaiid in België. Deze courant vetrschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Pnjjft {per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl, 1.25, frane» per poet fl. 1-65- SPrija per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten dee middags yóér een nar aan het Bureau bezorgd zijn. Boraan: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) Prijs der Advertentiën: Van 1"6 regeis fl. 0.92; iedere regel mee® 15 cents. Reclames 30 cent p«r regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bï} abonnement op voordelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers "die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon Np. 103. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kannen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schie dam; Gezien het verzoek van de N. V. DISTIL LEERDERIJ van J. J. MELCHERS Wz. voor haar firma A. BERKELAAR ZOON om vergunning tot het uitbreiden van de stoomzagerij en kuiperij door bijplaatsing van een stoomketel van 90 M2. verwar- mingsoppervlak, ter vervanging van dien van 38 M2. verwarm ingsoppervlak, in hei pand staande Noordvestsingd 115, krukte ter Sectie II, nos. 098 cn 654; Overwegende, dat het deskundig onder zoek met betrekking tot die aanvraag-nog niet geëindigd is; Gelet op arL 8, 2e alinea der Hinder wet; Besluiten de beslissing over genoemde aanvraag te verdagen. Schiedam, 7 Augustus 1914. Burgemeester en Wethouders van Schiedam M. L'. HONNERLAGE GRETE De Secretaris, V. SICKENGA, BUITENLAND. Schiedam 7 Augustus, Bet gevecht bij Visé, Aan de verhaten van ooggetuigen, die den dag van Woensdag aan den linker Maas oever, dus aan den kant der Belgische forten, die tegenover den door de Duit- sehers bezetten rechter Maasoever liggen, hebben meegemaakt, ontleenen we nog het volgende Het was aan dezen kant goed te zien, dat de Duitsc-hers op verschillende plaatsen, met bootjes, maar vooral met houtvlotten, waar de paarden naast zwommen, de Maas overstaken, 't Geschiedde op misschien een half dozijn plaatsen, in vaste en geregeld orde; om het vuur uit de forten en het; geweervuur 'der op den berg versprei tv." Belgische troepen schenen de Duitschors niet veel te geven, hoewel het hun nogal verliezen moet berokkend hebben, llun mi trailleurvuur, op de Belgische tirailleurs ge richt, hield dezen in bedwang. Roman naar het Duitsch, van LUISE WESTKIRGH. 52) •Neen, het was niet iets gerings, waarvan hij moest scheiden. „Maar jij zult niet van je vordering afzien. Annmarei; je hebt nooit zelfs een stipje van. een i goedwillig prijsgegeven. Ik ken je, deerne." Brinkmeier moest lachen, een onnoozel. krampachtig lachje. Wat was het vreemd dat hij Annmarei nu voor zich zag met koude oogen en roodc wangen, terwijl toch door haar gevulde gestalte en haar unto kleeren het groen des- velden heen sche merde en dat hij hardop redeneerde tegen iemand, die al dertig jaren dood was. Hij was toch bij zijn verstand en had ook feeen koorts. Hij was volmaakt gezPmh Wanneer hij maar had kunnen ademhalen Op zijn borts lag een gewicht een groote zak vol rogge was-, daarbij vergeleken zoo licht als dons. Het zweel parelde hom in dikke druppels op het voorhoofd. Ach, Hie ondankbare SpVeckliolmers, die dit van hem hadden gemaakt! Die Lucrke Vos, die haar 't gerecht liep! Het was oni te lachen. Hem kon geen mensch wat doen geen levend wezen. Alleen maar, dat hij hier jammerlijk stikken moest. Een vrevselijke angst maakte zich van hem meester. Alles in 't rond draaide, hij hoorde allerlei ge luiden. „KrisjanAlheid i". Langzamerhand geraakte de heele h$u- volglooiïng met Duitse!ie jagers bezet. De Belgische schutters trokken langzaam ach teruit. Op den weg van Eben naar Visé kwam een auto aangemft; vijf IMgi-che burgerwachten slapten - uit. Toen zij dooi de Duitsehe pos Ion vu, den aangeroepen, namen zij ijlings de vluchl. Er werd op heri geschoten. Vier konden ontkomen; een werd door rer^ehillende koceis getroffen en bleef, zwaar verwond, in het veld liggen. Duitsehe ulanen, die langs reden, dreigden als zij zoo straks terugkwamen, hem af te maken. De gekwetste burgerwacht een Vlaming uit Hasselt die onzen zegsman verze korde in 't geheel nog geen schot gelost te hebben, word door hem en ecnige vrienden vervoerd en per a> naar Maastricht ge bracht, waar hij in een der hospitalen opgenomen is. Om 5 uur was reeds een zoo groote macht Duitsehe cavalerie op den linker oever, pal ze begon op te rukken in do richting van Eben, De Belgische tentjes in den berg boven hen hadden langen tijd getracht onder de aan de overzijde uit Fouron-le-Comte, Frixhes en Bomiby aan rukkende kolonnes cavalerie door het in schieten van granaten verwarring te bren gen. Maar het lukte hun niet. Ten leste Waren ze gaan zwijgende bezetting is op Boira teruggetrokken. Uit de eerste huizen langs den weg vlucht te het Volk vol ontzetting. Jn het dorp Ebon zelf echter waren de bewoners goedsmoeds gebleven en keken het passceren van den eindeloozen stoet vreemd krijgsvolk ver baasd aan. Er geschiedde hun niet het minste ieed. De tocht werd in de richting van Luik- voortgezet, terwijl ook aan den Viséschen kant reeds geruimen tijd te voren Duitsehe afdeelingcn die richting waren ingeslagen. Langs beide Maasoevers werd alzoo op Luik aangerukt. Visé 6 Augustus. Dat de Duitsehe voorhoeden bij Luik zware verliezen hebben geleden, wo-rdt dooi de Ihiitschers toegegeven. Zij zeggen echter, dat zij, 't koste wat het kosten moge, in elk geval Luik willen nemen. Het fort Pontisu, in de Luiker slellïne, moet een geweldige bestorming te verdu ren hebben gehad. De Belgen hebben een aantal spoorbruggen in de wegen van hun stoomtranrwegnot TongerenBilsen enz. doen springen, na al de locomotieven der Vficinaux in de stelling Luik te hebben ver- eenigd. Maastricht, 6 Augustus Uit het feit, dat verschillende Duitsch- gekwetsten schotwonden- van oorlogskogels in den rug hadden, is gebleken en bij navraag onder de gewonden is dit beves tigd dat er bij krijgsoperaties in en om Visé een verwarring onder de Duitsch.» troepen is voorgekomen. Een troep heeft bij vergissing op eigen volk geschoten en daardoor 12 dooden en 26 gewonden ge maakt. i Was er dan niemand bij do hand om hem te helpen? j Daar stond zijn huis, nauwelijk lum-' d-örd schreden verwijderd. Met inspanning van al zijn krachten liep hij daarop aan als op een toevluchtsoord. Jan, de knecht, zag hem komen 'en riep de meid. „Gesehe heeft dp boerjiu op don middag al een borrel op Die waggelt immers, alsof De meid slaakte een gil. Als een boom dien de 'laatste bijlslag bij het omhakken wordt toegebracht, viel Hinnerk Brinkmeier voor zijn tuinhek neer. Zij sleepten hem in huis en Inahlen meester fOverdiek, die versland van ziek ten had. Die trok de klocron van den boer los, legde zijn hoofd hoog en natte doeken Op zijn voorhoofd. Op zijn aan wijzing Svcrd Brinkmeier niet in zijn bed stede 'gebracht, maar maakten zij midden op de deel eon bed voor hem in orde.' waar de frissrhe lucht'om heen kon strij ken en men hem bij het verplegen van alle kanten Icon naderen. Krisjan Werd naar Scharmbeck om den dokter gezonden. „Pan is 'hij uit den weg," zei Jan en haakte meteen het. gezangboek voor den dag, waar uit 'hij halfluid een lijkzang begon to le zen, terwijl Gesc.bc vier kaarsen aan «lo vier 'hoeken van de sponde aanstak, op dat 'het schijnsel daarvan de arme -zie! zou voorlichten, als zij binnenkort bel zie ke 'lichaam verliet om haar weg naar den hemel te zoeken of ergens anders heen. Do ''kaarsen brandden om den zwijgen den man, toen de raderen van den wagon, die 'Albeid van Stcllichle terugbracht, over do 'brug ratelen. Vrouwen en kinderen ver drongen 'zich voor de deur van het huis en riepen de boerin de treurmare toe. Al- Visé, 6 Augustus. De Duitsohers zijn er in geslaagd, de Maas over te komen. Op verschillende pun ten zijn zij de rivier overgetrokken en ant woordden weinig op 't vuur der Belgische forten, dat hun nogal ecnige verliezen be zorgde. Toen een groote Duitsehe troepen macht w-as overgezet, zweeg het vuur der forten, en ook het geweervuur minderde gaandeweg. De- Belgen trokken terug op Bows, Ook zij hadden verschillende gc- kwclsten. De Düitschcrs, versterkt door aanhouden den aanvoer van troepen uit de richting Aken, trekken in groeten getale met cava lerie, infanterie en artillerie langs Eben in de richting Luik, als noordelijke aanvals- kolone. Een correspondent van do „N. R. Ct." meldde gistermorgen uit Maastricht: Vannacht, tusschen 1 en 3 uur, heeft men hier zeer hevig kanonvuur gehoord; daarna nam het af en dezen morgen hoort men niets meer. Bern eau, enkele kilometers over de grens, ziel er vreeselijk uit. Gefusileerde inwoners zag ik er bij dozijnen langs den weg liggen. Andere inwoners zitten in kel ders opgesloten, krankzinnig van angst. Langs verscheiden landwegen zag ik boe ren dood op den weg liggen. Do Düitschcrs trekken over de M a a s. Van Uenzelfden correspondent: De Duit- schers zijn er in geslaagd een brug te leg gen over de Maas vlak bij de Nederland- sclie 'grens, Waar zij Dinsdag met bootjes overvoeren. Een ganscli legerkorps trekt er nu over. Do correspondent heeft dien opmarsch aanschouwd nabij een grenspaal, waar de groote heerweg slechts op enkele meters afsiands langs voert. Hij seint daarover gisteravond: „Ik ben, mi ik dit schrijf, zoo juist teruggekeerd van h,et dorpje Mesch, aan do Nederiandsch- B.elgische grens, waar ik een der machtigste tconeclen aanschouwd heb van mijn gan- sche leveneen groote Duitsehe troepen macht, di,e zich daar gereed maakte om, even ten zuiden van Lixho, niet ver van Eysden, de Maas over te trekken, op weg naar Luik. M.osch ligt op Nederlandse!) gebied aan den grooten heerweg, die van Aken over Fouron lc Comte, in het Bol- lands'ch Voeren genaamd, naar het Maas dal Voert. „Van d(en grenspaal af had men het volle gezicht op het Duitsehe kamp, dat in een wel zeer liefelijk landschap gele gen 'is. ,,Fen haar de Maas afhellende vlakte bouwland, door l\eboschte heuvels om ringd en op deze vlakte een bonte opeen- hooping van een overstelpend aantal paar den, wagens, manschappen. Hol zijn do Roepen, die opgaan naar Luik en andere vestingen, en die de Mans over moeten, beid begreep do boteekenis niet van die woorden, maar wel begreep ze, dal iels heel droevigs baar wachtte. En zij sprong uit den wagen, duwde de omstanders öp zij, vloog het huis in en zag haar imtn tusschen de kaarsen. .Buiten zichzelf wierp zij zich op hem. „Hinnerk! Mijn Hinnerk De smart verslikte den jammerkreet, zoo dat hij in een gefluister overging. Maar de zachte stem drong door den scheidsmuur hoon. die Hinnerk Brinkmeior van de Ier Venden scheidde. Een rilling ging door zijn lichaam, de oogleden begonnen te trillen en worden opgeslagen. De oogen bewogen zich, zochten, keken plotseling met be wustzijn, en hieven op de naast hem ge knielde vrouw rusten. En do lippen be- wogen zich, trachtten woorden te vormen. Nauwelijks hoorbaar en toch vol namelooze teederheid spraken zij eindelijk haar naam: „Alheid In dat óène woord lag de dank voor de nooit falende trouw van een geheel le ven en de schuchtere liefde van een haul man. Alheid boog, zich ver over haar man hoen, opdat hij het licht der kaarsen maar niet zou zien, die vreeselijke kaarsen! Hei melijk beduidde zij lien, die 't dichtst bij stonden, om ze uit te blazen, ze weg je nemen. Brinkmeier zag nu de kaarsen en be greep baar bedoeling. Zoo iets als een glimlacht vertrok zijn lippen, het vergoe lijkend lachje van iemand, die rich go» borgen weet. Met voel moeite reikte hij zijn vrouw de linkerhand. Vandaag betaalde hij aan de andere, de donkere, zijn schuld. Nu behoorde hij ge heel aan de geduldige, de lieve, de lichte 1 Met zijn hand in de hare fluisterde Al- wat over de noodbrug slechts langzaam gaan kan. Men zou aan manoeuvres op reusachtige schaal kunnen denken, zoo niet telkens achter een verren heuvelketen ge weervuur 'ratelde zoo men niet wi-d. dat er oorlog was en men den eriret niet: zag, die op de gezichten der manse happen te lezen staat. Want wij zijn vlak bij de Duitsehe troepen, wij spreken met hen. „Links van den hoogen kant der afhel lende vlakte drommen steeds nieuwe troe pen aan. „Steeds meer ruiters verechijnen boven aan den heuvelrand; machinegeweren wor den Voortgereden op een terrein, dat nog zooevcn een welig bietenveld was en dat ik 'voor mijn oogen door tallooze paard en - pooten 'tot een arena zie vertrappen. De aanrukkende ruiterij baant zich een weg dwars door korenvelden waarvan de hal men «vergeefs gewassen zijn. Dit graan zal niet 'geoogst worden. Een vrij groot stuk land 'met prikkeldraad afgezet, misschien werden er daags de koeien gemolken, wordt in een oogwenk van het draad ontdaanvoor de met bijlen en scharen gewapende sol daten 'is dat een oogenblik werks. Landers en ulanen zijn in hoofdzaak- deze 'troepen. De eerste dragen de doodendc lansen met de 'roodgele vlagjes, de anderen hebben Me aardig 'platte helmbedekking; en steeds meer 'ruiters naderen van over den heuvelkling. Zij fiebben allen de hel men met hoesen bedekt. Tallooze troswa gens hotsen den weg af. Er zijn er met zes paarden hespannen en 'ordelijk, zonder dat men veel commando's hoort, weet dat alles 'wagens en kanonnen en duizenden tnen- schen en paarden zijn plaats te vinden. „Onder -de jongere officieren hoe jong lijken velen vallen ettelijken door de zeer gunstige gezichten op, mager en ener giek. Een jong officier nadert de dichte haag Maastrichtenaren, die uitgeioopen zijn, en vraagt om een courant. Iemand biedt een Hollandsch blad aan, en dan buigt de officier zich met een vriend over het. blad. Beiden lachen en de een roept, dat hij liet niet kan lezen. En intusschen wor den zwaar geschut en houwitsers door de welig bebouwde velden aangereden. „Ik 'zie nu de Holsteiner dragonders aan rukken. Zij dragen ook bevlagde lansen; en op het vaandel, dat in een loeren foedraal wordt 'meegevoerd, lees ik het jaartal 1870 '71, Dan, plotseling, in dezen chaos van tienduizenden 'menschen. die allen in bet gramv-grijsgroen gekleed zijn, van paarden en wagens en kanonnen, dreunt een stoet van auto's aan. Men zegt, dat de kroon prins komt met 80O00 man om op Vcr- viers-aan te rukken. „Achter de auto's een nieuwe strijd macht hel is voetvolk in pakken van de zelfde kleur, verzorgd en in de puntjes als alles wat wij zien. Maar wat zie ik voor hen uit gaan. een vijftiental burgers, boeren of dorpsdie handwerkslieden de lam heid dicht Jnj zijn oor: „Onze Enno, Hin nerk ik kom van hem la ate je zeggen, adt hij berouw heeft van elk verkeerd would, dat hij jou toegevoegd heeft, dat hij zijn vader meer hoog acht dan iemand anders up de wereld. Vergeef hem - Hinnerk! Hoor je mij?" Zijn oogen wendden zich' van haar ge laat af en vestigden zich op de deur. Zoo iels als ingespannen luisteren lag daarin. Ook degenen, die om de sponde heen sloil den, hoorden nu het geklots van zware voetstappen op «le kanaaibrug. Een mas sa mensehen kwam over het voldpa/l aan zetten, men zag blinkende knoopeu en tressen. Als eerste naast den gendarm, dien bijna terug/duwend in zijn onbedwingbaar on geduld, drong Lucrke Voss zich door de denr en stond als door den bliksem ge troffen bij 't zien van den man tusschen de brandende kaarsen, dien hij nog dien zelfden dag buiten in het zonlicht had zien staan. Rustig, met hoonenden blik, beschouw de Brinkmeic'r zijn vijand en den gen darm, waa'rna hij langzaam zijn oogen over de vier kaa'rsen liet dwalen. „Mij krijg je niet te pakken..." Hadden zijn lippen die woonden uitge sproken Of spraken zijn oogen die slechts Nog eens koerde hij zich met een uitdrukking van hartelijke torderheid naar de geknielde vrouw. Toen trok er een waas over de blauwe oogappels zooals een dunne ijslaag over oen water spiegel heentrekt - Hel lichaam 'rekte zich uit. De longen vergaten den uilgtv stoeten adem weer in te halen. Zacht: kind- terend flikkerden de kaarsen. Hinnerk Brinkmeii'r's ziel had hpav tocht aan vaard, Lucrke Voss pakte den gendarm woe den op den rug en het hoofd gebogen- Het zijn krijgsgevangenen uit een of an der Belgisch dorp, welks bewoners zich l waarschijnlijk tegen de Düitschcrs verzet hebben. Ik moet plotseling onweerstaanbaar aan Rodins Burgers van Calais denken; liet hart klopt mij heftig als ik die sorn- beie hoen-koppen voorbij zie trekken. „Maar daar roept lachend een officier mij in het JSttgelsch aan en vraagt of ik een oorlogscorrespondent ben. Boven den heu velkam langs welken de Duitsehe troepen blijven tafdalen in eindeloozen stoet, komt, tegen den diepblauwen zomerhemel, een zwarte regenwolk opzetten en eensklaps is daar tegen liet nog heldere stuk hemel een zwart vliegtuig zichtbaar. Als een on heilspellende, sombere roofvogel, drijft hij heel 'hoog en heel langzaam, hoven de troepenmacht. -Is hij eén Duit.seher of oen Belg die hommen Pal uitwerpen „Ui! de toeschouwers loopen velen weg, maar de Duitsehe 'legermacht werkt rustig voort en heeft inmiddels voor onze oogen lang» de in den grond geplante lansen een veldtelefoon aangelegd. Hot machtige schouwspel boeit mij zoo sterk, dat ik niet bemerk boe rond mij plotseling velen te- rugloopen. Dichtbij mij hoor ik een com mando en de woorden „geladen pistolen". Dan spring ook ik achteruit tot bij het ver trouwde grenspaaltje. waar mijn fiets tegen aan leunt. „Maar een Duitsch officier, het pistool op mij gericht, roept mij toe: „Kom u even hierl" Ik kom en hij neemt mij mijn uantoekenhoekje uit de hand en zegt dat wij over de grens zijn gekomen. Hij studeert mijn Jtellandsehc krabbels door en vraagt mij wat bet beduidt. Inderdaad waren wij het veilige grcnspaallje ecnige meters voor bij geschoven. Eerst als er ecu tweede officier nadeilnj komt en bet blijkt de- geen te wezen, die mij aangeroepen had krijg ik mijn boekje terug met het ver zoek. op ons eigen grondgebied te willen blijven." Later seint de „N. R. Ct."-correspon- dent nog uit Maastricht: Wij zijn zoo dicht bij den strijd en toch zoo ver af, «want we weten niets beslist; De vlammen echter die we van op do Maasbrug in de richting van Lu i k zien op stijgen, doen do geruchten haast tot zeker heid Worden dat tBassenge en Luik in brand staan. Hot is vreeselijk, en dat de strijd) niet ver af is, bewijzen de gewonde Duit sehe maar bok Belgische soldaten, die nog steeds binnengebracht worden. Een 20-tal Düitschcrs, die bij Monlnn- ken de Nederlandsche grens overschreden, zijn gevangen genomen en naar hier ge bracht. LUIK, 6 Aug. Gister slaagde een afdee- ling ulanen er in. tusschen het vuur der forten door, Luik binnen te dringen tot aan de me Ste Foi, waar do Belgische s'taf demi Lij den arm. „Doe je plicht Maar die nam zijn helm af. „Hier valt niets voor mij te doen. Do man staat vpolr zijn Ilecliter. Nu 'begon' Voss te gillen en te schreeu wen, te lachen en zich de haren uit hot hoofd te rukken. „Hij is mij de» baas Hij Ls mij waarachtig' wee'r de baas!" Met geweld trokken de omstanders hem uit het, sterfhuis en brachten den van woe de schuimbekkende» man naar zijn eigen hoeve. Nadenkend, uit bun gewone evenwicht gerukt, verlieten de andere kolonisten zwijgend do Fransche hoeve, in een ont roeide stemming, die li'un anders vreemd' was. Himstedl sprak hun meening uit, toen hij bedachtzaam tot grootvader Schlct- ten naa,st hem zei: „Wal er geweest is met Anntna'rci Rafle- makor, dat weet ik niet. Mogelijk, dat c'r niks is geweest cn 't kan ook anders zijn. Maar ik zou zeggen, dat de'rtig jaren van zoo'n leven, als Hinnerk Hriniuneier geleid heeft, 'n betere voorspraak bij Onzen Lieven Heer zijn dan dertig in het lucht buis uitgezeten jaren." Enno kwam door zijn moeder geroepen, voor de lieg'rafenis over. Hij kwam vi'oqg in den morgen, toen de kist nog niet ge sloten was. En de van buiten geleerde Woo uien van het gebed, dat hij wilde uit spreken, veranderden, hem zelf onbewust, in een zwijgende samenspraak met den doode. Bij de gedachte aan wat die in rijn laatste levensdagen had ondervonden smolt het overblijfsel van bitterheid weg, dat nog in zijn gemoed schuilde en voor den. dag wilde komen bij het zien van de ouder lijke hoeve, waarvan zijn vader hem hard vochtig had onterfd. (Slot volgt.) SCHIEDi COURAMT. fllï I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 1