De oorlog.
67"" Jaargang.
Woensdag 3 Maart 1915
No. 14772
Be weldoenster,
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per kwartaal: Voor 'Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25 franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor bet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 {hoek Korte Haven).
Prijs der Advertentiën: Ven 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoeu.
Intercommunale Telefoon No. 103.
BUITENLAND
Van het Westelijke front.
Fransoh legerberieht
Het officieele Fransche communiqué van
gistermiddag 3 uur luidt:
De vijand deed gisteren een aanval ten
zuidoosten van St Eloy, maar werd door
de Engelsche troepen teruggeslagen.
Reims is opnieuw, beschoten.
Ondanks een bestorming door den vijand
hebben wij! onze aanwinsten tusschen Per
thes en Bieau-Séjour gehandhaafd.
,Wij zijn in het bezat van de voornaamste
posities, evenwijdig met ons front
De Duitsche garde heeft Zondagnacht bij
een tegenaanval zware verliezen geleden.
iWij hebben ons gehandhaafd op het ge
wonnen terrein bij Vauquois.
Blij Chapelotfce in de Vogezen hebben wij
300 M. herwonnen.
Het rapport van generaal
French.
De Engelsche legercommandant, veld
maarschalk French, bericht dd. gisteren:
Het optreden van den vijand in de buurt
van Yperen is tot staan gebracht.
De Engelschen hebben in den vroegen
ochtend van gisteren een aanval op hun
linies afgeslagen.
Een detachement Canadeesche infanterie
heeft op scliitterende wijze een loopgraaf
der Duitschers genomen, na elf man van
de bezetting gedood en de rest op de
vlucht te hebben gejaagd.
De Engelschen betoonden zich de meer
deren van de vijandelijke tirailleurs, terwijl
onze artillerie de vijandelijke batterijen op
verschillende punten noodzaakte van positie
te veranderen en langzaam overwicht ver
krijgt op de Duitsche,
"Van het Oostelijke front.
Oostenrijksch. legerberieht
Het Oostenrijksche hoofdkwartier meldde
gistermiddag
In het westelijk gedeelte van de Karpa-
then werden verschillende aanvallen der
Russen afgeslagen en de in vroegere go-
vechten veroverde stellingen en hoogten
gehandhaafd, I
Ten zuiden van den Dnjester duren de ge
vechten voort. 1 i
door de schrijfster van
„Elizabeth and her German Garden".
63)
Klutz was een gewoon jongmensch en be
reikte het begin van den mannelijken leef
tijd even hongerig als zijn lotgenooten. Maar
zijn vader was predikant, zijn grootvader
was predikant geweest, zijn ooms waren
allen predikant en daar het Noodlot hom
wreedaardig naderde in het sombere gewaad
van de Luthersche Kerk, hadden zijn aan
geboren dwaasheden geen gelegenheid ge
had zich te uiten en te ontwikkelen en
to verdwijnen, maar hieven opgesloten in
zijn hart, waar zij zich tot zijn grooten
last amuseerden met onophoudelijk op te
borrelen, terwijl de goede predikant, bij
wien hij aan huis was, tot hem sprak van
do toekomstige wereld.
„De toekomstige wereld," dacht Klutz,
hongerende en dorstende naar de dingen van
do wereld, waarin hij was, „moge op haar
manier zoo goed wezen als ze maar wil,
maar die manier is niet de mijne." En
hij hoorde de uitweidingen vaar Mansfee
aan' mot een stilzwijgen, dat men beschou
wen kon zoowel als eerbied of als ver
veling. Manske nam het natuurlijk op als
eerbied. „Onze jonge hulpprediker," zei
hij tot zijn vrouw, „denkt veel na. Hij is
meer dan gewoon ernstig en nadenkend
voor zijn leeftijd. „Hij is niet een man
voor vele en ijdele woordenWaar
op zijn vrouw slechts antwoordde met een
snuivend geluid van ongeloof.
Zij had geen directe bewijzen, dat Klutz
niet ernstig en naidenktemd. Wa&, maar den,
eersten winter, dat hij bij hen in huis ge
weest was, was hij bij haar in ongenade
feevallen door een zekere onkiesche wiaar-
deerende houding tegenover haar appelge
lei. Niet dat zij hem haar appelgelei in
gepaste hoeveelheid niet gunde; haar man
Ook gisteren werden aanvallen van den
vijand bloedig afgeslagen. Het daarbij op
een dikwijls veel talrijker vijandelijke le
germacht veroverde gebied, bleef in onze
handen. t i
In Polen en West-Galicië hebben slechts
artillerie-gevechten plaats.
In do Boekowina is het rustig. i
In de Karpathen,
Uit het Oostenrijksch-Hongaarsche oor-
logsperskwarlier wordt gemeld:
Ondanks de aanhoudende aanvallen der
Russen staat de slag aan de Dnjestr voor
ons gunstig. Voortdurend verliezen de Rus
sen terrein.
In de Karpathen, met name ten westen
van den Uzsok-pas, wordt met taaie ver
bittering gestreden.
De Oostenrijksch-Hongaarsche troepen
hebben belangrijke voord celen behaald,
waarvan de vruchten weldra merkbaar zul
len zijn.
De Russische berichten over gevechten
bij Munkacz zijn verzonnen; de oprukkende
Russische troepen staan reeds geruimen
tijd weder aan de Galicische zijde der Kar
pathen.
Uit Boedapest: Ondanks de menschen-
massa's, die de Russen in het veld bren
gen, is onze positie in de gevechten ten
noorden van Wyskow en ten Noorden van
Uszok uitstekend.
Zondag -wierp een Russische vliegma
chine twee bommen op den Doekla-pas
zonder eenige schade ain te richten.
De strijd bij Prasnycz.
De Petersburgsche correspondent van de
„Daily Telegraph" meldt:
De overwinning bij Prasnycz is, ofschoon
van plaatselijken aard, van groote beteeke-
nis, omdat zij het laatste offensief der
Duitschers, waarover men te Berlijn zoo
zeer de trom heeft geroeid, in een volsla
gen fiasco heeft doen verkeeren. De invloed
ervan doet zich reeds gelden op de aan
grenzende sectoren, waarvan de vijand is
begonnen troepen weg te trekken.
Het bestuur in Russisch-Po 1 en.
Het bestuur in de Russisch-Poolsche dis
tricten Czenstochau, Petschof, Laski en No-
wo-Radomsk as in Oostenrijksche handen
overgegaan. Een proclamatie belooft den
inwoners dat gerechtigheid en welwillend
heid zullen worden betracht; alle princi-
pieele bepalingen betreffende het burger
lijke- en eigendomsrecht en de rechtsnor
men blijven van kracht, voorzoover geen
en zij waren er beiden dol op en het
eten van genoemde gelei was gelukkig een
van die onschuldige genoegens, waaraan
men zich mag overgeven. Maar er zijn gren
zen, waar buiten gelei zelfs verkeerd is,
en deze grenzen werden door den heer
Klutz pteeds te buitengegaan. lederen herfst
maakte zij oen voldoend aantal potjes, om
ex n^et bescheiden eetlust het ge heek jaar
genoeg aan le hebben. ,Er was altijd een
hulpprediker bij hen aan huis geweest en
er iwas nog nooit gebrek aan appelgelei ge
weest. Maar dit jaar waren er reeds met
Paschen nog maar twee potjes over. Zij kon
zo niet wegsluiten en niet meer geven,
want dan kregen zij en haar man ze ook
niet; daarom had zij den heelen winter
door het eene potje voor en het andere,
na zien verdwijnen en hoe smaller het
rijtje in haar provisiekamer werd, hoe ster
ker werd haar overtuiging, dat de vroom
heid van Klutz er maar boven op zat.
Een jongmensch, dat zich zoo onbeteugeld
kon gedragen, kon niet werkelijk vroom
zijn; er was iets verdachts in dat gedrag,
iets, dat getuigde van zwakheid des
vleesehes, waar de duivel achter zat. Groot
was dus haar verbazing, toen het voorlaat
ste potje met Paschen op tafel gezet werd
en Klutz er zich afkeerig van afwendde.
En hij keek de appelgelei nooit meer aan;
en evenmin andere levensmiddelen; hij at
niet meer dan noodig was om zich in
het Jeven to houden. Hij, die zoo gulzig
geweest was, vergat, de maaltijden en moest
geanimeerd worden, om iets te eten. Hij
zat steeds to schrijven in zijn vrijen tijd,
zat soms den heelen nacht op er» gebruikte
kaarsen, even verkwistend als hij vroeger
gelei gegeten had; en toen tegen de maand
Mei haar man weder uitweidde over zijn
ernstige stemming, veroorloofde mevrouw
Manske's geweten haar niet meer te snui
ven.
„Je bent zeker niet wel," zei ze eindelijk
tot hem op een dag, dat hij stilzwijgend aan
tafel gezeten had en in 't geheel niet had
willen pten.
„Niet wel?" barstte Klutz uit, wiens
bijzondere redenen bestaan voor wijziging.
Daarentegen zijn uitvoerverbodsbepalingen
uitgevaardigd voor graan, aardappels, hooi.,
stroo, dierenhuiden, petroleum, alle soorten
van levensmiddelen, paarden en vee, en
van legermateriaal.
Aan de Dardanelles
De opvattin g i n Bfulg arij e.
Uit Sofia wordt aan do „Kölnische Zei-
tung" bericht, dat men het in Bulgaarsche
militaire kringen niet waarschijnlijk acht,
dat de Engelsch.Fransche vloot er in zal
slagen de Dardanellen te foreeeren, omdat
de aanvoer van de noodige landingstroepen
moeilijk te verwezenlijken is. De aanvallen
hebben tot dusverre niet veel om het lijf
gehad. In het ergste geval zouden de Tur
ken, als de vlojOt onder groote verliezen
mocht doorbreken, haar den terugtocht kun
nen afsluiten.
DeTu.rkschestrijdkrach.ten.
In bevoegde kringen te Athene schat men,
naar van daar aan de Engelsche bladen
wordt geseind, de sterkte van Je Turksche
troepen op het schiereiland Gallipoli op
ongeveer twee legercorpsen, elk bestaande
uit zes divisies. Eén dezer corpsen staat
onder bevel van Essad pasja, den verdedi
ger van Jannina. In Thracië, Adrianopel
en Konstantinopel schat men de sterkte der
Turksche troepen op twee of drie divisies1.
Bfovenciien zouden een 40.000 man in en,
om Smyrna liggen.
Zuid-Afrika.
De Engelsche voorstelling
van den opstand.
De regeering te Kaapstad heeft een Wit-
boek uitgegeven, Waarin zij een uiteenzet
ting geeft van den jongston opstand. Deze
voorstelling van zaken waarbij wel in
het oog dient te worden gehouden, dat zij
van do Engelschgezinde regeering der Unie
ui (gaat bevat gegegevens, die zich uit
stekend zouden leenen voor een roman.
Gebleken is, zoo Wordt in het boek gezegd,
dat de z.g. profeet van Rensburg grooten
invloed b'ij1 het verwekken van den opstand
heeft gehad, vooral in het district Lichten
borg. Hij1 verklaarde viziocnea te hebben
gehad, welke zeer geschikt waren om de
godsdienstige geesten van de bewoners van
hot Veld te beïnvloeden. Van Rensburg.
verklaarde n.]., dat bij in een vizioen eens
zeven stieren zag vechten, waarbij één
grijze stier, Welke dan Duitschland zon
lichaam en ziel beide in een gloeienden
koortsgloed schenen te verkeeren „ik
ben ziek, doodziek."
En hij voelde zich ook ziek. Het was
nog maar twee dagen geleden, dat hij An
na's .vers gekregen had, en hij was er door
gekomen in een oproerige stemming van
genot en zegepraal; de ontmoediging of
weigering, die het bevatte, had hem des te
meer aangemoedigd, want dit scheen slechts
de gepaste zelfonderscliatting te wezen van
een vrouw tegenover hem, die door de
natuur is aangewezen om haar lieer en
meester te zijn. Hij was volkomen bereid
do hinderpalen tot hun echtvereeniging,
waarop zij doelde, over het hoofd te zien.
Zij Jcon het niet helpen, dat zij ouder was;
zij ,was zeker ouder dan liij gewcnscht had,
maar gelukkig kou men haar heur jaren
niet aanzien op haar lief gezicht. Wat zijn
stand betreft, hij vermoedde, dat zij meen
de, dat hij niet adelig was, maar bij
een .vrouw vergeleken, dacht hij, is een
man altijd adelig, wat zijn naam ook
mag wezen, adelig door zijn meer ver
heven en odeier natuur. Hij had dadelijk
naar Kleinwaldc wilde loopen; maar zijn
leerling en vertrouwde had gezegd: „Doe
dat niet," en ze had dat met zulk oen na
druk gezegd, dat hij het v.oor dien dag ten
minste had gelaten. En nu, op den morgen
van den dag, dat mevrouw Manske hem
gevraagd had, of hij ziek was, had hij
een kort briefje gekregen van miss Leech,
met de mededeeling, dat Freule Letty Es-
court voorloopig haar Duitsche lessen niet
meer zou voortzetten. Wat was er ge
beurd? Zelfs het gedicht, dat warm rustte
op zijn hart, was niet in staat zijn vrees
to verdrijven. Hij was dadelijk naar Klein-
walde gevlogen, want hij vond het belache
lijk de inspraken van zijn hart niet te
volgen en zich persoonlijk neer te wer
pen aan de voeten van Anna, die hem»
zonder twijfel verwachtte. En de deur werd
hem voor zijn neus dichtgeworpen door
een dienstmeisje, wier manier van doen
hem zoo razend gemaakt had, dat hij haar
bijna de dierbare versregels had laten zien,
voorstellen, de overwinning behaalde. In
een ander vizioen zag hij, dat 40.000 Duit
schers door Londen marcheerden. De ver
halen van deze vizioenen werden met be
hulp van generaal Bleyers en Kemp. door
geheel Transvaal verspreid. En op 3 Au
gustus had de proleet zijn vrienden aan
gezegd, dat de „Vierkleur" binnenkort ge-
hesehen zou worden en had 800 gewapende
burgers bijeengeroepen voor een vergadering
te Treurfontein.
Do eerste minister Botha ontbood toen
De la Rey te Pretoria en haalde hem over
om de opgewonden Lichtenbergers tot
kalmte te brengen. De la Rey hield toen een
rode te Treurfontein, waarmede bij be
reikte, dat de Boeren kalm naar hnn haard
steden terugkeerden.
De eerste poging tot opstand was dus
mislukt.
De tweede poging werd bepaald op 15
September. "Generaal Beyers had toen de
leiding van do samenzwering en hij be
schouwde het als een zaak van het grootste
belang, om zich van den steun van De la
Rey te verzekeren.
De la Rey kwam op 15 September aait
Kaapstad te Pretoria aan. 's Avonds reed
Beyers met De la Rey per automobiel naar
Potchefstroom, blijkbaar met de bedoeling
om hem voor een fait accompli te plaatsen
en hem dan misschien over te halen. Door
dat De la Rey b'ij ongeluk te Witwatersrand
werd doodgeschoten, mislukte ook deze
tweede poging tot opstand.
Uit een onderzoek is gebleken, Jat De
la Rey geheel on al stond, builen den op
stand, die door Beyers, Maritz en anderen
in het grootste geheim op touw was gezet.
De sarnonzweerders durfden blijkbaar De
la Rey niet in hun vertrouwen nemen, pit
vrees, dat hij hen zou aangeven.
Een derde poging om een opstand op
touw to zetten werd. gedaan door Maritz. Er
schijnen verschillende aanwijzingen te zijn,
dat Maritz in verraderlijke verbinding
stond met de Duitschers, zoowel voordat de
oorlog begon als daarna.
In het b'oek wordt verder aangetoond,
dat de regeering, ton einde eenbïulger-
oorlog te vermijden, alles in het werk
stelde om de leiders van uiterste stappen
te weerhouden.
Het werd duidelijk, dal De Wet's dor1
was de regeering op oen dwaalspoor W
brengen, terwijl hij zijn commando's bijeen
bracht. De Togeeringstroepon hadden inius-
sclien order ontvangen niet op te t.rcdei>
teneinde bloedvergieten te voorkomen, by
een afgesproken bijeenkomst tusschen Do
,Wet en Colin Steyn, zoon van den oud-
president
om haar te overtuigen van zijn gewichtig
heid in dat huis; het eenige, wat hom
echter teruggehouden had, was zijn over
tuiging van haar onbekendheid met de En
gelsche taal.
„Wou je den dokter laten halen?" vroeg
mevrouw Manske, die schrikte van zijn blik
ken en woordenmisschien had hij de
een of andere besmetting opgedaan; een
hulpprediker in huis met een besmettelijke
ziekte zou vreeselijk zijn.
„Den dokter!" riep Klutz, en hij haalde
dadelijk de Duitsche vertaling nun van de
zes regels, die aldus beginnen
„Canst thou not minister to a
mind diseased."
Mevrouw Manske was ernstig ongerust.
Zij was zich niet bewust, dat hij den regel
van een gedicht aanhaalde en schrikte, toen
zij hem D u tegen haar hoorde zeggen, een
voorrecht, weggelegd voor minnaars, echl-
gonooten en naaste familie-betrekkingen, en
vragen hoorde doen, die een fatsoenlijke
hulpprediker niet hoort te doen aan. do
achtenswaardige moeder van een gezin:
daar was zij zeker van. „Ik denk zeker,
dat je den doktor moest laten komen," zei
ze zenuwachtig, en zij stond haastig op en
liep naar de deur.
„Neen, neen," zei Klutz, „er beslaat geen
dokter, die mij kan helpen."
Zijn hand ging naar den borstzak, die
het gedicht bevatte en hij greep er koorts
achtig naar. Hij wou het zoo graag aan
mevrouw Manske laten zien, om het voor
haar le vertalen en haar te toonen, hoe
de jonge vrouwe van Kleinwaldc, patrones,
met den beer Yon Lohm, die patroon was
van de predikantsplaats van haar man, over
hem dacht.
„Ik zal met mijn maai over den dokter
spreken," hield mevrouw Manske vol, ter
wijl zij ongewoon haastig in huis verdween.
Als zij een minuut langer gebleven was, had
hij haar het gedicht laten lezen.
Klutz wachtte niet sf, wat de predikant
zei, hij duwde zijn vilten hoed op zijn hoofd
en ging een. geweldige wandeling doen'. Hij
.was van plan door Kleinwalde to loopen,
Toen de regeering overtuigende bewijzen,
in handen had van De Wet's huichelarij,
nam Botha iiet bevel op zich voor de ope
raties in het noorden van den Vrijstaat en
op de verpletterende nederlaag, die hij de
rebellen toebracht in Mushroom Valley,
volgden toen de militaire maatregelen,
waardoor aan de rebellie een einde werd
gemaakt.
De liandelsoorlog
De A merikaanschc nota aan
Duitschland.
Uit Berlijn wordt thans de inhoud mee
gedeeld van de op 22 Februari j.l. aan de
regcefingen van Duitschland en Engeland
gerichte Amerikaansehc nota.
In deze nota wordt de hoop uitgesproken,
dat Duitschland en Groot-Brittannië door
wcderzijdsche tegemoetkoming een grond
slag zouden mogen vinden voor een over
eenstemming, die tot resultaat zou hebben
dat de neutrale schepen, die vreedzamen
handel uitoefenen, zouden worden bevri|d
van de ernstige gevaren, waaraan ze bloot
staan hij hel varen door de kustwateren
der oorlogvoerende landen.
Het aanroeren van dat punt moot geens
zins worden opgevat als een voorstel der
Amcrikaansche regeering, die natuurlijk
niet bevoegd is voorwaarden van zulk een
overeenkomst voor te stellen, hoewel de
aanhangige kwestie haar zelf cn het volk
der Vorecnigdo Staten onmiddellijk een zeer
diep belang inboezemt Zij waagt het alleen
de vrijheid te nemen, die naar ze meent,
een oprechten vriend mag worden inge
ruimd, die bezield is door den wensch
geen van beide natiën onaangenaamheden
te beemden en zooveel mogelijk de gemeen
schappelijke belangen en de humaniteit
wil dienen.
Do opwekking bedoeltDuitschland en
Groot-Brittannië komen overeen:
1. dat drijvende mijnen van geen zijde
afzonderlijk zullen worden gelegd, dat ver
ankerde mijnen uitsluitend voor verdedi
gingsdoeleinden binnen schootsafstand der
kanonnen van de haven worden gelegd cn
dat alle mijnen het merk van (de regeering
dragen door welke ze zijn gelegd en dat ze
zoo geconstrueerd zijn, dat ze onschadelijk
worden, als ze van de verankering zijn los
geraakt;
2. dat onderzeesche booten door geen
van heide regeeringen tot den aanval op
handelsschepen van cenigerlei nationaliteit
zullen worden gebruikt, behalve voor de uit
oefening van het recht tot aanhouding en
onderzoek
3. dat do wcderzijdsche handelsschepen
niet als krijgslist of om onherkenbaar te
zijn van neutrale vlaggen zullen gebruik
maken
hot huis voorbijhij wou in de bosschen
dwalen, hij wou in de buurt wachten. Het
was een warme, winderige namiddag in
Mei; de wind, die zich zoo lang bedaard
gehouden had, blies hel stof in wolken op;
maar Klutz rende voort, hij lotte niet op
hitte cn wind en stof, hij liep voort, met
een kracht, die men niet verwacht zou
hebben van iemand, die den heelen dag
nog niets gegeten had. De liefde was met
veel geweld lol hom gekomen. Ihj had haar
steeds venvacht, van het oogonblik af aan,
dat hij de school had verlatenmaar zijn
zorgzame ouders hadden hem op eenzame
plaatsen laten vertoeven stille, onbe
woonde plaatsen, evenals Lohm plaat
sen, waar de predikantsdochters öf ge
trouwd wiren, óf nog vastgebonden ophot
kussen der kindsheid. Somtijds werd hij als
een groote gunst op de Zondagavondpar-
tyljes bij de Delhvig's geïnviteerd; ook daar
had hij naar liefde uitgekeken. Maar het
gezelschap lies lend uit stevige pachtersvrou
wen, dames van dertig, veertig, vijftig jaar,
dat wil zeggen, nxenschen van oen duize-
lingwekkenden leeftijd, en zij praatten over
het maken van boter en worst en gaven
in 't geheel niet om de liefde. „O Liefde,
Liefde, Liefde, waar zal ik u vinden?"riep
hij na zulk een avondje lot de sterren, op
zijn weg door het bosch naar huis; maar
de sterren flonkerden k'oud, blijkbaar vol
komen onverschillig, of hij de Liefde vond,
ja of neen. Zijn latafel was vol van de
gedichten, waarin lnj de aandoeningen had
uitgestort, de aandoeningen en verlangens,
die weldoorvoede jongelingen van twintig
jaar, die niets tc doen hebben, verkeerde
lijk aanzien voor een ziel. En toen was
do Engelsche gekomen, plotseling had zij
zich voor zijn blik vertoond, in haar rij
tuig, gezeten, op dien stormachtigen dag
in Maart; van het eerste oogonblik af aan,
had zij hem toegelachen, zijn hart door
boord met oogen, die door velen, behalve
Klutz bewonderd werden, en zoo had hij
do Liefde gevonden en voor altijd zijn be
langstelling in appelgelei verloren.
(Wordt vervolgdl