Tusschen de rails,
„Die Jahreszeiten",
In Engeland wordt thans ijverig ingeza
meld voor Servië. Er is geld noodïg om te
helpen de vloed van den tvphus te stuiten,
heet het in. de oproeping.
Ongelukken.
De heer C. R. te Noordscharvoude is
gisteren te Water geraakt en verdronken
Gisteren, is te Uden een stokeisjongen
van de stoo> dram den QoschHelmond
tusschcn twee wagens van de tram dood-
gediul-t
Enkhuizeri.Stavoren.
De eerste der beide nieuwe groote veer-
Loo! en voor den dienst StavorenEnk-
huizen en omgekeerd zal einde Juni e.k.
in do vaart worden gebracht.
De booten, die geheel modem ingericht
worden, bieden ruimte voor 1000 a 1500
passagiers en zijn voorzien van twee dek-
ken; een promenadedek met kajuiten le,
2e en 3e klasse en een gewoon dek met
restauratiezalen, rooksalons cn/. liet be
nedengedeelte is ook van kajuiten voor
zien.
De oorlog t*r see.
De kapitein van het s.s. „Theseus", ïdie
dezer dagen te Liverpool aankwam, deed
een verhaal van een opwindend© jacht op
zijn schip door een. onderzeeër in de Noord
zee. Op 29 klaart, ongeveer 401 mijlen Z.W.
van den vuurtoren van Bishop rock, iWcrd
een onderzeeër waargenomen op 3 mijlen
afstand. De kapitein liet met volle kracht
stoomen, doch geleidelijk haalde de onder
zeeër op de „Theseus" in, en jseinde het
schip te stoppen. Van dit sein |Werd geen
nota genomen; toen werd sein gegeven: de
stoppen, anders zal gevuurd worden. Het
vuur werd geopend met een machinegeweer
bn een kanon van 7.5 cM. Opnieuw gaf hij
een sein om het schip te (Verlaten, maar de
„Theseus" stoorde er zich niet aan jen voer
zoo hard zij kon naar de kust. De duikboot
trachtte nu ter zijde van het istoomschip
te komen, klaarblijkelijk met het doel iom
een torpedo af te schieten, maar ide „The
seus" veranderde onophoudelijk van koers,
en ten slotte gaf de duikboot, (die te loevert
van het stoomschip in vuil water ,was ge
raakt, do vervolging op. v r
De „Theseus" was aanmerkelijk bescha
digd. I
Kunst en Wetenschap.
Een Rembrandt ontdekt.
Een schilderij, dateerende van 1631, voor
stellende de aanbidding van Je heilige drie
koningen en in het bezit van Jen inten
dant Gramberg te Stockholm, is thans door
Zweedsche deskundigen voor een echte
Rembrandt uitgemaakt.
Sport.
Cricket.
Het a-s. seizoen.
Aan de verschillende toegetreden vereeni-
gingen werd het volgende schrijven gezon
den
„Namens het bestuur verzoek ik U be
leefd, mij uiterlijk 21 April a s. te willen
berichten, welke de plannen van uwe ver-
eeniging voor het komende seizoen zijn.
Het ligt ml. in de bedoeling ook dit sei
zoen com; titie-wedstrijden te organiscoren,
doch alvorens omtrent deze competitie eenig
besluit te nemen, zou hetJ>esluur het op
prijs stellm Ie vernemen, van welken in
vloed de mobilisatie op uwe vcreeniging is.
Aan de hand van de ontvangen inlichtin
gen zal het bestuur, op een in do tweede
helft van April te houden bestuursvergade
ring, nadere voorstellen voor de spoedig
d-oxma te houden algemeene vergadering
ontwerpen." 1 i
Zij greep zich beangstigd aan hem vast.
„Schei uit met die grappen," sprak ze
heesch.
Zij zag hem met vlammende oogen aan
en zei kwaardaardig
„Zoo, zoo, wij warden dus nu weer
deugdzaam; de burchtvrouw op den trans
zou kunnen uitkijken
„Praat niet over mijn vrouw
„Wees-zonder zorg, waarde vriend, deugd
spreekt voor zichzelf."
Hel karretje joeg de lindenallee op van
het buitengoed.
Trillend en snuivend hield het paard
stil op de binnenplaats. De rijknecht ver-
scheen.
„Laat Pluto" wat omstappen en wrijf
hem daarna droog."
Zij klommen beiden uit het wagentje
en liepen zwijgend naar de verandatrap.
Lili was woedend. Zij mocht Rudolf dol.
graag en ergerde zich nu dood, dat zij
zich even tevoren door hem had laten
overmannen, waarna hij zich weer terug
had getrokken.
Gewetenswroeging voelde zij heelemaal
niet, hoewel zij zich nu geplaatst zag tegen-
over de vrouw van Rudolf.
„Nu, hoe voldeed Pluto? Is het niet
een prachtdier
„Buitengewoon, mevrouw. Toen wij er
zoo hard vandoor gingen, heeft het maar
weinig gescheeld of ik had lust gehad uw
man en gebieder te ontvoeren. Maar hij
is even deugdzaam als u zelve is, hij wilde
nieti
Met een hoonend glimlachje tfënvijdende
zij zich.
„Wat bedoelde zij daarmee, Rudolf?"
„O, niets, een grapje, kindje I Maar
luister eens, na tafel gaan wij samen van
avond naar de torenkamer om. de Paasch-
vuren op de heuvels te zien gloeien. Zij
hebben mij vandaag maar wat een flinke
hoeveelheid slakken uitgebrand!"
Ingezonden Mededeelingen.
Ouden van dagen.
Ouden van dagen vooral dienen acht te
slaan op de goede werking hunner nieren,
want met het vermeerderen der jaren worden
de organen zwakker, en daardoor hebben
menschen op leeftijd meer last van kwalen
als rugpijn, stijfheid en rheumatische pijnen
in de spreien en gewrichten, duizeligheid,
vlekken voor de oogen, slapeloosheid, hart
kloppingen, pijnlijkheid der ledematen, moei
te bij het loozen of ophouden der urine,
enz
Voor mensehen op leeftijd zullen Foster's
Rugpijn Nieren Pillen van uitstekende hulp
blijken, want dit geneesmiddel heeft een
versterkende en opwekkende rutwerking op
de tl age nieren, het helpt haar om het
bleed te filtreerên van de schadelijke he
standdeelen als urines tof, urinezuur en het
overtollige water, welke als urine liet
lichaam verlaten.
Te Schiedam verkrijgbaar bij de h.h.
Kappelhoff Hovingh. Toezending geschiedt
franco na ontv. v. post
wissel h 11.76 voor één,
of i 10.voor zes
doozen. Eischt de echte
Foster's Rugpijn Nieren
Pillen, weigert elke
doos, die niet voor
zien is van nevenstaand
handelsmerk.
Koloniën.
Een zwaar vonnis.
Uit Batavia d.d. 4 Maart aan de
,,Deli Ct.": 1
De Raad van Justitie te Soerabaja ver
oordeelde den hecr v. G, hoofdredacteur
van het „Soer. Handelsblad", onder aan
neming der meest verzachtende omstandig
heden tot drie maanden gevangenisstraf
wegens het pubiioeeren van de bewegingen
van de „Emden" te Sabang.
De Bataviasche pers spreekt hedenavond
algemeen haar verontwaardiging uit
Het „Bat. Nbl." zegt, dat de straf ons
rechtsgevoel kwetst en noemt ze exhorbi-
tant. Het blad doet een dringend beroep op
den rechtvaardigheidszin van den land
voogd.
De „Javabode" noemt het een barbaarsche
straf en gelooft niet, dat die door het hof
zal worden bekrachtigd.
Het „Handelsblad" spreekt van machls-
overdaad. Het vonnis wekt den schijn, dat er
van do gelegenheid geprofiteerd is om den
heer van Geuns eens fiks te pakken te
nemen. t
Wij onderschrijven, zegt de „Deli Ct.",
geheel liet afkeurende oordeel over dit zware
vonnis. Inderdaad wordt de indruk gewekt,
dat de raad de kwestie niet volkomen objec
tief heeft beoordeeld. De overtreding was
toch inderdaad niet zoo groot, terwijl de
gevolgen nihil waren.
Ingezonden.
Met opneming wordt geen instemming der Re
dactie bedoeld. Copy wordt nimmer teruggegeven.
Mijnheer de Redacteur,
Vol verwachting een stroom van ingezon
den stukken in uw blad te vinden, heb
ik de gansche week, avond op avonid, op
uw courant zitten wachten, en werd ik
even zoovele malen teleurgesteld als ik
dan telkens bemerkte ho© niemand zich
er om schijnt te bekonuneren, dat ons kook-
gas 1 ct. _per kub. M. is verhoogd.
Nadat ik uw laatste raadverslag met aan
dacht had gelezen, heb ik me er over ver
baasd dat geen der raadsleden èn prin
cipieel èn breed-zakelijk op deze kwestie
wat dieper is ingegaan.
De tijd is er niet naar, M. de ItL, dat
wij, winkeliers en middenstandei's, maar
zonder eenig protest ons de duimschroeven
laten aandraaien, en waar in bedoelde
raadszitting zelfs een oogenblik het gevaar
dreigde dat we ook voor ons lichtgas één
cent per kub. M. meer hadden moeten
afschuiven, verzoek ik u vriendelijk mij
eenige plaatsruimte te willen afstaan om
eens uiteen te zetten waarom de genomen
beslissing in hooge mate onbillijk is.
Onze gasfabricatie heeft altijd een zoet
winstje algeworpen, en dit zoet winstje,
hetwelk hoofdzakelijk uit onze Iaden
kwam, kwam ten goede aan alle belasting
betalers.
Daaraan zijn we gewend geraakt, we
vonden het een kwaad, niet een nood
zakelijk kwaad, en we mopperden wel,
maar we stelden ons met de volgende drog
reden tevreden„we betalen zoo en zooveel
aan lichtgas, wel erg veel, maar als 't
minder was, zouden we misschien ook meer
Inkomstenbelasting moeten betalen."
Suma sumarum: er waren batige sal
do's, er was vrede en wij hadden er
gewapenden vrede mee.
Maar er kwam oorlog. De grondstoffen,
de producten en de levensbehoeften stegen
enorm in prijs, en in verhouding hiervan
daalde de koopkracht van het publiek. Onze
belasting en huur hadden we te betalen,
onze andere onkosten bleven evenhoog als
voordien, '(indien we geen voldoend licht
in onze winkel hebben komt er immers
geen publiek i-aax binnen), ons crediet stond
zelfs een oogenblik stil, we gingen dus
met Verlies werken, evenals, nu ja, even
als onze gasfabriek.
Logisch geredeneerd zou men zoo zeggen,
dat de Gemeente, die altijd flink aan ons
verdiend had in dagen van gouden regen,
nu, in dagen van regen van lood en staal,
ook wel iels bij de tekorten mocht bijpas
sen uit dezelfde kas waarin altijd het batig
saldo, ons batig saldo kwam, want op
het lichtgas is thans immers zelfs nog
geen verlies!
ITet verlies werd geleden op het gas
dat voor -ft/s cent per kub. M, toegemeten
werd.
En volgens de verklaringen van onzen
wethouder kwam zulks omdat onze in
dustrie zich van ons gas ging bedienen,
omdat dit voor haar, nu alle brandstof
fen zoo duur geworden zijn, het voor
deel igst was.
Die industrieele ondernemingen, die uit
voordeel voor haar bedrijven ons gas ver
bruikten ten koste van de periodieke ba»
tige gassaldo's behoefden dus slechts wat
meer te gaan betalen voor het te gebruiken
gas, en de zaak had gezond geweest, meen
ik, maar neen, volgens onze gas-commissie
en het mecrendeel onzer raadsleden moes
ten zij alleen niet meer gaan betalen, ook
de Xookgasverbruikers, ook zij dus die óók
het gas verbruikten waaraan wy wat over
gehouden wordt.
"Wij middenstanders-winkeliers staan dus
wel in stiefmoederlijke conditie tot onze
Gemeente. Wordt cr verdiend, zoodat er
flinke saldo's en tantièmes overblijven, wij
betalen het leeuwen-aandeel daaraan; wordt
er verloren op het verbruik van anderen,
ook dan is 't voor ons: betalen, betalen!
Uit het oogpunt van billijkheid en recht
wenseh ik voor de middenstanders-winke
liers daartegen te protesteeren, het betref
fende besluit is wel genomen, maar er be
staat nog een spreekwoord„beter ten halve
gekeerd, dan ten heele gedwaald."
Zoo zij hett
„Een middenstander-winkelier".
Handel en Bedrijf.
AMSTERDAM, 9 April.
Lijnolie. Vliegend f 571/4, f57; Mei f53,
f 56 VaMei/Augustus £54, £56, f 553/i.
f0614. 1 - j.
NEW-YORK, 8 April.
Mrt. Mei Juli
Tarwe: I6O1/2 130V2
Faillissementen.
Ui tgesproken:
R. do Vries, te 's-Gravenhage. Rechter
commissaris: mr. dr. J. van Gelein Vitr'inga;
curator: mr. R. V. Bakker te 's-Gravenhage.
N. Vj. Haagsehe Meubelfabriek te 's-Gra
venhage. Rechter-commissarismr. C. W.
Schlingemarm; curator: mr. J. C. Witteveen
te 's-Gravenhage.
J. J. Verbeek Wolthuis, boekhandelaar,
te 's-Gravenhage. Rechter-commissaris: mr.
A. S. de BJécourt; curator: mr. A. O. H.
Tellegen te 's-Gravenhage.
W. van der Harst, voerman, te Scheve-
ningen. Rechter-commissarismr. A. H. du
Mosch; curator: mr. E. Ilymans te 's-Gra
venhage.
N- V. iBehangerij en Stoffeerderrj v. h. A.
van Hattem Jr., te Delft Rechter-commis
saris mr. J. JE. v. Rh ede v. d. Kloot; cura
tor: mr. Th. J. M. A. Westenvoudt te Delft.
Cl. P. Adams, winkelierster te Delft.
Riechter-oommissarismr. E. Jeitinghaus;
curator: mr. W, van der Chijs, te Delft.
L. Erodes, te Leiden. Rechter-commis
saris: mr. J. G. Gratama; curator: mr. E.
A. Cosman te Leidea.
Naaml. Venn. Fabriek! van Chocolade,
Suikerwerken ,en aanverwante artikelen,
voorhoen A. Verlaan en Co., te Amsterdam.
Rechter-commissaris: mr. G. T. J. deJongh;
curator: mr. F. W. C. ,H. öldewelt.
N. Morell, boekhandelaar, te Amsterdam.
Rechter-commissaris: mr. G. T. J. deJongh;
curator: mr. A. Fockema,
'Opgeheven het faillissement Wegens ge
brek aan actief van H, W. Mijnders, te Am
sterdam.
Geëindi gd:
J. G. van Veen, te 's-Gravenhage.
J. M. Yardin Millond, commissionair te
Rotterdam.
Hoogwater te Schiedam.
Apr. 10 vm 1.34 nm. 152
,11: 2.31 2.43
123.12 s 3 24
,13: 3.6 357
Hoogte van hot water op de rivieren
Berichten van 9 April
KOBLENZ, 6 u. vm. 3:61 Cew.0 47M
TRIER, 9 u 2 56 Gew, 0.3! M
KEULEN 11 u 3.74 ürw 0.56 M
DUiSBIJiiG, 8 u 'smorg. 2.70 Gew 0.47 M
L0B1TH, 11 u v m, 12.15 G- w 0.32 M
Zon en Maan,
tonsopg Apr.ll 513 vm. ond^. 6 50 non
,12 511» 6 53
,13: 5.9 6.55
14 April N M. 22 April E. K
van
CAMILLE DEBANS.
Laurent was wisselwaehter dicht by een
dorp en bewoonde met zijn vrouw Céline
en hun dochtertje Aimée een lief boeren
huisje. 1 -
Hij was een gelukkig man, want hij was
gelukkig met zijn vrouw en gelukkig met
zijn betrekking, hoe verantwoordelijk deze
ook was, en hoogst gelukkig met zijn kind,
de kleine Aimée, hun zonnetje in huis.
's Avonds zaten zij vóór het huisje op
de bank en Laurent vertelde van de vele
vreemdelingen, die op zijn treinen door de
oneindige vlakten voortjaagden,
Toen hij op zekeren avond naar huis terug
keerde, had het gerucht zich reeds in het
dorp verbreid, dat er op het naaste station
een ongeluk gebeurd wasoen der beambten
heette door den trein overreden te zijn
geworden. Bij het avondeten vroeg Céline
haar man:
„Is het waar, dat Simon overreden is?"
„Neen," luidde Laurent's antwoord.
„Maar men vertelt het toch!"
„Het is een feit, dat Simon in groot ge
vaar verkeerd heeft, maar dank zij zijn
koelbloedigheid, is hij behouden. Hij is noch
dood, noch zelfs gewond, hoewel de trein
over hem heen is gegaan."
„Over hem heengegaan?"
„Ja, dergelijke gevallen komen vaker voor
dan je wel denkt. Toen Simon plotseling
bemerkte, dat de trein vlak bij hem ttas,
wierp hij zich plat op den grond, tusschen
de rails. Het was nog juist bijtijds; de
trein raasde voorbjj en Simon stond onge
schonden weer op."
„Hoe vreeselykl"
„Och, hoe zoo? Hij heeft mij de ge
schiedenis zelf verteld. Toen de locomotief
over zijn hoofd rolde, kreeg hij het welis
waar duchtig benauwd, maar daarna werd
bet hem taai en vervelend genoeg I Je weet,
Simon is niet voor een kleintje vervaard.
Het scheen mij zelfs toe, dat hij nóg wel
eens het stukje wou uithalen!"
V
Eenige weken na dit verhaal, moest Cé
line naar het naburige station om naar de
stad te gaan voor eenige boodschappen.
Haar man had nachtdienst; Aimée zou zoo
lang bij haar vader blijven. Binnen een
uur kon Céline terug zijn. De vader nam
dit uurtje waar om eens gezellig met zijn
dochtertje te spelen, Aimée was uitgela
ten, haaide allerlei kattekwaad uit, trok
hem aan zjjjn baard, zijn neus, wipte op
zijn knie of kroop hem op den rug, als
een lenig aapje. Plotseling rukte zij zich
van hem los en rende het tuintje in, ter
wijl zij hem tartend toeriep:
„Je krijgt me toch niet, vader 1 Pak me
dan!" i
„Wacht, kleine deugniet, ik zal je!"
„Maai- krijg me dan," lachte zij dol, be
hendig de uitgestrekte prmen van haar vader
ontglippend.
De vader genoot, misschien nog meer
dan de kleine, van haar zonnige pret. Hij
had alles vergeten en hoorde alléén haar
stemmetje, haar parelenden lach, haar uit
dagend spotten.
Plotseling sprong Aimée op de rails en
wilde ze schuin oversteken. Laurent riep
haar snel toe: „Neen, neen, daér niet,
kleintje!" 1
„U krijgt me toch niet, pak me dan
toch!" herhaalde zij opnieuw.
Het was reeds donker geworden en het
viel moeilijk door het schelle licht der
lantaarns de omringende voorwerpen dui
delijk te onderscheiden. Hij riep onwillekeu
rig angstig
„Aimée, kind, wéér ben je?"
„Zoek mij maar," klonk het met inge
houden lach.
„Ik speel niet meer met je, Aimée, en
ik ben boos, als je nu niet onmiddellijk
bij me komt," sprak Laurent streng.
„0, dat zegt u maar, omdat u mij niet
pakken künti"
„Kom nu, kindje," smeekte hij, „je krijgt
een koekje, als je komt."
„Nu zeg jo maar wat, vader! Wij heb
ben er thuis heelemaal geen!"
„Kind," riep hij toen driftig, „kind, nu
zul je komen, de sneltrein is onderweg!"
„O, vadertje, die is al lang voorbijI"
„Maar er komt er dadelijk weer een!"
Als eenig antwoord klonk het opnieuw:
„Pak me danl Sliep uit!"
Laurent begreep, dat hij het kind nu
moést vangen. Hij zocht haar in den val
lenden schaduw, liep in de richting van
waar het geluid kwam. Hij vond haar niet
direct in de heesters nabij <^e rails; zijn
angst nam toe. Hij' wist, dat er binnenkort
een trein zou aankomen, elk oogenblik ver
wachtte hij het signaal.
Laurent spande al zijn krachten in om
haar te vinden; zijn stem was heesch en
droog geworden van het roepen, steeds
klonk het wederantwoord: „Pak me dan!
zoek maari"
Plotseling weerklonk het gedempte ge
luid van het signaal, het bloed stolde hem
in de aderen. Wanhopig zocht hij naar
bezinning: moest de trein dan twee offers
hebben, wanneer bij niet zijn koelbloedig
heid terugvond? Wat? Twee offers?Neen,
een onberekenbaar onheil wachtte, want
een andere trein stond reeds vóór hot sta
tion; als hij den wissel-niet omwierp, zou
den beide treinen op elkaar instorten, elkaar
vermoiselenDeed hij het wél, dan zou de
eeno trein de rails volgen, waartusschen
zijn kind misschien liep, en zou het doo-
den.
De schrik, die hem een oogenblik neer
had geveld, weerde hij met een wild ge
baar van zichnog eens brulde hij„Aimée,
Aimée, kind!"
„Ja, vadertje, hier, kom maar!"
„Kind, daar komt de treinHet Mad
antwoordde met een overmoedig lachje, dat
schril en valsch overstemd werd door het
gefluit van den naderenden trein. Het was
meer het instinct van plicht dan eigen
wil, die den man naar zijn post dreef en
hem den handgreep deed vatten die den
wissel moest overgooien.
„Maar neen, neen!" riep hij wild, „neen,
ik kan mijn kind toch niet laten sterven! Ik
moet het redden!" En met zijn oogen de
donkerte doorpriemend, schreeuwde hij nog
eens: „Aimée, Aimée, kind, waar ben je?"
-Jssajjjj
„Zoek mij toch, zoek mij!" weerklonk
opnieuw het schrijnende lachen.
De wissel wachter voelde nu één begee-
ren; zichzelf onder den trein werpen! Maar
opeens bedacht hij zich, dat Aimée ten
slotte misschien niet meer op de rails zou
zijn! Wederom doorboorde hij de om
geving met zijn blik. Toen opeens ontdekte
hij zijn kind! Ja, daér stond het, mid
den op do rails, de armpjes omhoog ge.
heven! Hij behoefde slechts onbewege
lijk te blijven op 2ijn post, niet de hand
uit te strekken naar den hefboom; zijn
kind zou gered zijn. Wel zouden er doe-
den vallen, dooden en gewonden. Men zou
hem gevangen nemen, maar Aimée was
gered! f i
De trein naderde; men zag de lichten
als een slang don weg opkruipen. Aimée
kon zichzelvo nog redden, maar zij stond
onbewegelijk, als verlamd door een drei
gend gevaar. ^Aimêe!" riep Laurent met
slikkende keel, „Aimée, kom, kom!"
Eindelijk moest het kind toch bemerken,
dat de vader niet schertste. Daar dofeen
de beide lantaarns van de locomotief op.
De man voelde een rilling als in koorts,
zijn oogen zagen niets meer. Maar wild
jaagden de gedachten hem door het brein.
Duizelingwekkend vlug lichtten beelden
uit vroeger dagen aan zijn geestesoog voor
bij. Ook meende hij reeds 't ineenstorten van
krakende wagens te boo ren, wanhoops
kretenAl dichter staken de gloeiende
oogen van het monster hem in zijn ziel,
dat zonder erbarmen van hem het offer
eischte: zijn kind of de anderen. Andere
oplossing was niet mogelijk, of er moest
een wonder gebeuren
Steeds machtiger werkte in hem het ge
voel van plicht; mechanisch greep hij naar
de metalen stang, en toen snuivend en dreu
nend de trein ter plaatse was, overwon de
trouwe beambte den vader. Hij wierp den
wissel om en rustig gleed de trein in het
andere spoor, het station voorbij, voorbij
aan den wachtenden trein; een schel ge
fluit als een vreugdegil, sneed in den nacht
door de lucht.
Ademloos, bevend en onzeker, met uit
gedoofde oogen en verlamden mond slond
Laurent op zijn post, steeds nog met de
hand aan den vervloekten handgreep, waar
mee hij zijn kind gedood had. Eindelijk
maakte hij zich vrij en mompelde:
„Nu is het aan mij te sterven.
Een andere trein was spoedig in aan
tocht. Hij deed een paar schreden voor
waarts en wachtte. Zonder beweging, zon
der eigenlijke gedachten wachtte hij af
Plotseling daverde als juichende muziek
een vroolijke lach in zijn ooren.
„Vader I vader, wilt u heusch niet meer
spelen? Is u echt boos op uw kleine
Aimée?" En met haar mollige armpjes om
vatte het kind de 'knie van haar vader.
Met een breed gebaar greep hij het kind
omhoog, barstte in luid snikkenuit en
rende met haar naar zijn huisje. Daar legde
hij het meisje voorzichtig op den grond,
nam een lamp en bekeek het met groot©
zorg. Ja, ja, zij was het! AiméeI Hij kon
de vreugde niet venverken; hij viel naast
haar neer en snikte, snikte.
Céline kwam juist thuis. Zij had buiten
kreten gehoord, verhaastte haar pas, te
meer, omdat Aimée haar tegemoet was ge-
loopen, uitroepende: „Moeder, moeder, ik
ben zoo bang! vader...I"
„Waarvoor, wat is er gebeurd?"
„Vader, vader is gevallen!"
Céline vond haar man bewusteloos op
don grond liggen. 1
Toen Laurent na eenigen tijd zich weer
herstelde, zag Céline hem met hevige ont
roering aan. Een grauwe, bleeke kleur dekte
zijn anders zoo frissche gezicht; zijn blond
haar, zijn blonde baard, was plotseling
aschgrauw geworden. Céline veraam onder
tranen het vreeselijke, wat haar man had
doorstaan. Dreigend hief zij den vinger tegen
Aimée op, haar ernstig verwijtend haar on
gehoorzaamheid.
Op haar vraag: „Maar kleine, hoe is
het mogelijk, dat je niet overreden bent,"
klonk het antwoord: j
„O, ik heb gedaan net zooals Simon.
ADVERTENTIES.
„GEMENGD KOOR".
Directeur: A. Orobio de Castro, Den Haag.
Uitvoering: van
Oratorium van Joseph Haydn.
Met medewerking van een uitgebreid strijk
kwintet, gevormd door leden
v.h. Residentie-Orkest uit Den Haag.
Op Donderdag 15 April 1915,
des avonds 7 uur,
In „OUEOS"
Solisten
Mevr. J. OROBIO DE CASTROvan Loenen,
Martinet, Sopraan. Den Haag.
De Heer P. J. M. VAN ELDIK, Tenor,
Rotterdam.
TH0M. DENIJS, Bas, Berlijn.
Aan den Vleugel de heer J. WERNER,
Rotterdam.
Toegangsbewijzen f 1.(parterre)
en k f O (galerij) verkrijgbaar by J. A
DE HEER's Boekhandel (C. A. Renier), Dam
10, J. A. ULLERS, Hoogstraat 19, G. ODE's
boekhandel (J. F. Dupom) Groote Markt, de
sigarenhandel W. MAK, Hoofdstraat 235 en
op den avond der uitvoering aan de zaal.
Plaatsbespreking op den dag der uit-
yoermg van. 1—2 uur ft f 0.10. .7060 33-