Tusschen de rails, „Die Jahreszeiten", In Engeland wordt thans ijverig ingeza meld voor Servië. Er is geld noodïg om te helpen de vloed van den tvphus te stuiten, heet het in. de oproeping. Ongelukken. De heer C. R. te Noordscharvoude is gisteren te Water geraakt en verdronken Gisteren, is te Uden een stokeisjongen van de stoo> dram den QoschHelmond tusschcn twee wagens van de tram dood- gediul-t Enkhuizeri.Stavoren. De eerste der beide nieuwe groote veer- Loo! en voor den dienst StavorenEnk- huizen en omgekeerd zal einde Juni e.k. in do vaart worden gebracht. De booten, die geheel modem ingericht worden, bieden ruimte voor 1000 a 1500 passagiers en zijn voorzien van twee dek- ken; een promenadedek met kajuiten le, 2e en 3e klasse en een gewoon dek met restauratiezalen, rooksalons cn/. liet be nedengedeelte is ook van kajuiten voor zien. De oorlog t*r see. De kapitein van het s.s. „Theseus", ïdie dezer dagen te Liverpool aankwam, deed een verhaal van een opwindend© jacht op zijn schip door een. onderzeeër in de Noord zee. Op 29 klaart, ongeveer 401 mijlen Z.W. van den vuurtoren van Bishop rock, iWcrd een onderzeeër waargenomen op 3 mijlen afstand. De kapitein liet met volle kracht stoomen, doch geleidelijk haalde de onder zeeër op de „Theseus" in, en jseinde het schip te stoppen. Van dit sein |Werd geen nota genomen; toen werd sein gegeven: de stoppen, anders zal gevuurd worden. Het vuur werd geopend met een machinegeweer bn een kanon van 7.5 cM. Opnieuw gaf hij een sein om het schip te (Verlaten, maar de „Theseus" stoorde er zich niet aan jen voer zoo hard zij kon naar de kust. De duikboot trachtte nu ter zijde van het istoomschip te komen, klaarblijkelijk met het doel iom een torpedo af te schieten, maar ide „The seus" veranderde onophoudelijk van koers, en ten slotte gaf de duikboot, (die te loevert van het stoomschip in vuil water ,was ge raakt, do vervolging op. v r De „Theseus" was aanmerkelijk bescha digd. I Kunst en Wetenschap. Een Rembrandt ontdekt. Een schilderij, dateerende van 1631, voor stellende de aanbidding van Je heilige drie koningen en in het bezit van Jen inten dant Gramberg te Stockholm, is thans door Zweedsche deskundigen voor een echte Rembrandt uitgemaakt. Sport. Cricket. Het a-s. seizoen. Aan de verschillende toegetreden vereeni- gingen werd het volgende schrijven gezon den „Namens het bestuur verzoek ik U be leefd, mij uiterlijk 21 April a s. te willen berichten, welke de plannen van uwe ver- eeniging voor het komende seizoen zijn. Het ligt ml. in de bedoeling ook dit sei zoen com; titie-wedstrijden te organiscoren, doch alvorens omtrent deze competitie eenig besluit te nemen, zou hetJ>esluur het op prijs stellm Ie vernemen, van welken in vloed de mobilisatie op uwe vcreeniging is. Aan de hand van de ontvangen inlichtin gen zal het bestuur, op een in do tweede helft van April te houden bestuursvergade ring, nadere voorstellen voor de spoedig d-oxma te houden algemeene vergadering ontwerpen." 1 i Zij greep zich beangstigd aan hem vast. „Schei uit met die grappen," sprak ze heesch. Zij zag hem met vlammende oogen aan en zei kwaardaardig „Zoo, zoo, wij warden dus nu weer deugdzaam; de burchtvrouw op den trans zou kunnen uitkijken „Praat niet over mijn vrouw „Wees-zonder zorg, waarde vriend, deugd spreekt voor zichzelf." Hel karretje joeg de lindenallee op van het buitengoed. Trillend en snuivend hield het paard stil op de binnenplaats. De rijknecht ver- scheen. „Laat Pluto" wat omstappen en wrijf hem daarna droog." Zij klommen beiden uit het wagentje en liepen zwijgend naar de verandatrap. Lili was woedend. Zij mocht Rudolf dol. graag en ergerde zich nu dood, dat zij zich even tevoren door hem had laten overmannen, waarna hij zich weer terug had getrokken. Gewetenswroeging voelde zij heelemaal niet, hoewel zij zich nu geplaatst zag tegen- over de vrouw van Rudolf. „Nu, hoe voldeed Pluto? Is het niet een prachtdier „Buitengewoon, mevrouw. Toen wij er zoo hard vandoor gingen, heeft het maar weinig gescheeld of ik had lust gehad uw man en gebieder te ontvoeren. Maar hij is even deugdzaam als u zelve is, hij wilde nieti Met een hoonend glimlachje tfënvijdende zij zich. „Wat bedoelde zij daarmee, Rudolf?" „O, niets, een grapje, kindje I Maar luister eens, na tafel gaan wij samen van avond naar de torenkamer om. de Paasch- vuren op de heuvels te zien gloeien. Zij hebben mij vandaag maar wat een flinke hoeveelheid slakken uitgebrand!" Ingezonden Mededeelingen. Ouden van dagen. Ouden van dagen vooral dienen acht te slaan op de goede werking hunner nieren, want met het vermeerderen der jaren worden de organen zwakker, en daardoor hebben menschen op leeftijd meer last van kwalen als rugpijn, stijfheid en rheumatische pijnen in de spreien en gewrichten, duizeligheid, vlekken voor de oogen, slapeloosheid, hart kloppingen, pijnlijkheid der ledematen, moei te bij het loozen of ophouden der urine, enz Voor mensehen op leeftijd zullen Foster's Rugpijn Nieren Pillen van uitstekende hulp blijken, want dit geneesmiddel heeft een versterkende en opwekkende rutwerking op de tl age nieren, het helpt haar om het bleed te filtreerên van de schadelijke he standdeelen als urines tof, urinezuur en het overtollige water, welke als urine liet lichaam verlaten. Te Schiedam verkrijgbaar bij de h.h. Kappelhoff Hovingh. Toezending geschiedt franco na ontv. v. post wissel h 11.76 voor één, of i 10.voor zes doozen. Eischt de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, weigert elke doos, die niet voor zien is van nevenstaand handelsmerk. Koloniën. Een zwaar vonnis. Uit Batavia d.d. 4 Maart aan de ,,Deli Ct.": 1 De Raad van Justitie te Soerabaja ver oordeelde den hecr v. G, hoofdredacteur van het „Soer. Handelsblad", onder aan neming der meest verzachtende omstandig heden tot drie maanden gevangenisstraf wegens het pubiioeeren van de bewegingen van de „Emden" te Sabang. De Bataviasche pers spreekt hedenavond algemeen haar verontwaardiging uit Het „Bat. Nbl." zegt, dat de straf ons rechtsgevoel kwetst en noemt ze exhorbi- tant. Het blad doet een dringend beroep op den rechtvaardigheidszin van den land voogd. De „Javabode" noemt het een barbaarsche straf en gelooft niet, dat die door het hof zal worden bekrachtigd. Het „Handelsblad" spreekt van machls- overdaad. Het vonnis wekt den schijn, dat er van do gelegenheid geprofiteerd is om den heer van Geuns eens fiks te pakken te nemen. t Wij onderschrijven, zegt de „Deli Ct.", geheel liet afkeurende oordeel over dit zware vonnis. Inderdaad wordt de indruk gewekt, dat de raad de kwestie niet volkomen objec tief heeft beoordeeld. De overtreding was toch inderdaad niet zoo groot, terwijl de gevolgen nihil waren. Ingezonden. Met opneming wordt geen instemming der Re dactie bedoeld. Copy wordt nimmer teruggegeven. Mijnheer de Redacteur, Vol verwachting een stroom van ingezon den stukken in uw blad te vinden, heb ik de gansche week, avond op avonid, op uw courant zitten wachten, en werd ik even zoovele malen teleurgesteld als ik dan telkens bemerkte ho© niemand zich er om schijnt te bekonuneren, dat ons kook- gas 1 ct. _per kub. M. is verhoogd. Nadat ik uw laatste raadverslag met aan dacht had gelezen, heb ik me er over ver baasd dat geen der raadsleden èn prin cipieel èn breed-zakelijk op deze kwestie wat dieper is ingegaan. De tijd is er niet naar, M. de ItL, dat wij, winkeliers en middenstandei's, maar zonder eenig protest ons de duimschroeven laten aandraaien, en waar in bedoelde raadszitting zelfs een oogenblik het gevaar dreigde dat we ook voor ons lichtgas één cent per kub. M. meer hadden moeten afschuiven, verzoek ik u vriendelijk mij eenige plaatsruimte te willen afstaan om eens uiteen te zetten waarom de genomen beslissing in hooge mate onbillijk is. Onze gasfabricatie heeft altijd een zoet winstje algeworpen, en dit zoet winstje, hetwelk hoofdzakelijk uit onze Iaden kwam, kwam ten goede aan alle belasting betalers. Daaraan zijn we gewend geraakt, we vonden het een kwaad, niet een nood zakelijk kwaad, en we mopperden wel, maar we stelden ons met de volgende drog reden tevreden„we betalen zoo en zooveel aan lichtgas, wel erg veel, maar als 't minder was, zouden we misschien ook meer Inkomstenbelasting moeten betalen." Suma sumarum: er waren batige sal do's, er was vrede en wij hadden er gewapenden vrede mee. Maar er kwam oorlog. De grondstoffen, de producten en de levensbehoeften stegen enorm in prijs, en in verhouding hiervan daalde de koopkracht van het publiek. Onze belasting en huur hadden we te betalen, onze andere onkosten bleven evenhoog als voordien, '(indien we geen voldoend licht in onze winkel hebben komt er immers geen publiek i-aax binnen), ons crediet stond zelfs een oogenblik stil, we gingen dus met Verlies werken, evenals, nu ja, even als onze gasfabriek. Logisch geredeneerd zou men zoo zeggen, dat de Gemeente, die altijd flink aan ons verdiend had in dagen van gouden regen, nu, in dagen van regen van lood en staal, ook wel iels bij de tekorten mocht bijpas sen uit dezelfde kas waarin altijd het batig saldo, ons batig saldo kwam, want op het lichtgas is thans immers zelfs nog geen verlies! ITet verlies werd geleden op het gas dat voor -ft/s cent per kub. M, toegemeten werd. En volgens de verklaringen van onzen wethouder kwam zulks omdat onze in dustrie zich van ons gas ging bedienen, omdat dit voor haar, nu alle brandstof fen zoo duur geworden zijn, het voor deel igst was. Die industrieele ondernemingen, die uit voordeel voor haar bedrijven ons gas ver bruikten ten koste van de periodieke ba» tige gassaldo's behoefden dus slechts wat meer te gaan betalen voor het te gebruiken gas, en de zaak had gezond geweest, meen ik, maar neen, volgens onze gas-commissie en het mecrendeel onzer raadsleden moes ten zij alleen niet meer gaan betalen, ook de Xookgasverbruikers, ook zij dus die óók het gas verbruikten waaraan wy wat over gehouden wordt. "Wij middenstanders-winkeliers staan dus wel in stiefmoederlijke conditie tot onze Gemeente. Wordt cr verdiend, zoodat er flinke saldo's en tantièmes overblijven, wij betalen het leeuwen-aandeel daaraan; wordt er verloren op het verbruik van anderen, ook dan is 't voor ons: betalen, betalen! Uit het oogpunt van billijkheid en recht wenseh ik voor de middenstanders-winke liers daartegen te protesteeren, het betref fende besluit is wel genomen, maar er be staat nog een spreekwoord„beter ten halve gekeerd, dan ten heele gedwaald." Zoo zij hett „Een middenstander-winkelier". Handel en Bedrijf. AMSTERDAM, 9 April. Lijnolie. Vliegend f 571/4, f57; Mei f53, f 56 VaMei/Augustus £54, £56, f 553/i. f0614. 1 - j. NEW-YORK, 8 April. Mrt. Mei Juli Tarwe: I6O1/2 130V2 Faillissementen. Ui tgesproken: R. do Vries, te 's-Gravenhage. Rechter commissaris: mr. dr. J. van Gelein Vitr'inga; curator: mr. R. V. Bakker te 's-Gravenhage. N. Vj. Haagsehe Meubelfabriek te 's-Gra venhage. Rechter-commissarismr. C. W. Schlingemarm; curator: mr. J. C. Witteveen te 's-Gravenhage. J. J. Verbeek Wolthuis, boekhandelaar, te 's-Gravenhage. Rechter-commissaris: mr. A. S. de BJécourt; curator: mr. A. O. H. Tellegen te 's-Gravenhage. W. van der Harst, voerman, te Scheve- ningen. Rechter-commissarismr. A. H. du Mosch; curator: mr. E. Ilymans te 's-Gra venhage. N- V. iBehangerij en Stoffeerderrj v. h. A. van Hattem Jr., te Delft Rechter-commis saris mr. J. JE. v. Rh ede v. d. Kloot; cura tor: mr. Th. J. M. A. Westenvoudt te Delft. Cl. P. Adams, winkelierster te Delft. Riechter-oommissarismr. E. Jeitinghaus; curator: mr. W, van der Chijs, te Delft. L. Erodes, te Leiden. Rechter-commis saris: mr. J. G. Gratama; curator: mr. E. A. Cosman te Leidea. Naaml. Venn. Fabriek! van Chocolade, Suikerwerken ,en aanverwante artikelen, voorhoen A. Verlaan en Co., te Amsterdam. Rechter-commissaris: mr. G. T. J. deJongh; curator: mr. F. W. C. ,H. öldewelt. N. Morell, boekhandelaar, te Amsterdam. Rechter-commissaris: mr. G. T. J. deJongh; curator: mr. A. Fockema, 'Opgeheven het faillissement Wegens ge brek aan actief van H, W. Mijnders, te Am sterdam. Geëindi gd: J. G. van Veen, te 's-Gravenhage. J. M. Yardin Millond, commissionair te Rotterdam. Hoogwater te Schiedam. Apr. 10 vm 1.34 nm. 152 ,11: 2.31 2.43 123.12 s 3 24 ,13: 3.6 357 Hoogte van hot water op de rivieren Berichten van 9 April KOBLENZ, 6 u. vm. 3:61 Cew.0 47M TRIER, 9 u 2 56 Gew, 0.3! M KEULEN 11 u 3.74 ürw 0.56 M DUiSBIJiiG, 8 u 'smorg. 2.70 Gew 0.47 M L0B1TH, 11 u v m, 12.15 G- w 0.32 M Zon en Maan, tonsopg Apr.ll 513 vm. ond^. 6 50 non ,12 511» 6 53 ,13: 5.9 6.55 14 April N M. 22 April E. K van CAMILLE DEBANS. Laurent was wisselwaehter dicht by een dorp en bewoonde met zijn vrouw Céline en hun dochtertje Aimée een lief boeren huisje. 1 - Hij was een gelukkig man, want hij was gelukkig met zijn vrouw en gelukkig met zijn betrekking, hoe verantwoordelijk deze ook was, en hoogst gelukkig met zijn kind, de kleine Aimée, hun zonnetje in huis. 's Avonds zaten zij vóór het huisje op de bank en Laurent vertelde van de vele vreemdelingen, die op zijn treinen door de oneindige vlakten voortjaagden, Toen hij op zekeren avond naar huis terug keerde, had het gerucht zich reeds in het dorp verbreid, dat er op het naaste station een ongeluk gebeurd wasoen der beambten heette door den trein overreden te zijn geworden. Bij het avondeten vroeg Céline haar man: „Is het waar, dat Simon overreden is?" „Neen," luidde Laurent's antwoord. „Maar men vertelt het toch!" „Het is een feit, dat Simon in groot ge vaar verkeerd heeft, maar dank zij zijn koelbloedigheid, is hij behouden. Hij is noch dood, noch zelfs gewond, hoewel de trein over hem heen is gegaan." „Over hem heengegaan?" „Ja, dergelijke gevallen komen vaker voor dan je wel denkt. Toen Simon plotseling bemerkte, dat de trein vlak bij hem ttas, wierp hij zich plat op den grond, tusschen de rails. Het was nog juist bijtijds; de trein raasde voorbjj en Simon stond onge schonden weer op." „Hoe vreeselykl" „Och, hoe zoo? Hij heeft mij de ge schiedenis zelf verteld. Toen de locomotief over zijn hoofd rolde, kreeg hij het welis waar duchtig benauwd, maar daarna werd bet hem taai en vervelend genoeg I Je weet, Simon is niet voor een kleintje vervaard. Het scheen mij zelfs toe, dat hij nóg wel eens het stukje wou uithalen!" V Eenige weken na dit verhaal, moest Cé line naar het naburige station om naar de stad te gaan voor eenige boodschappen. Haar man had nachtdienst; Aimée zou zoo lang bij haar vader blijven. Binnen een uur kon Céline terug zijn. De vader nam dit uurtje waar om eens gezellig met zijn dochtertje te spelen, Aimée was uitgela ten, haaide allerlei kattekwaad uit, trok hem aan zjjjn baard, zijn neus, wipte op zijn knie of kroop hem op den rug, als een lenig aapje. Plotseling rukte zij zich van hem los en rende het tuintje in, ter wijl zij hem tartend toeriep: „Je krijgt me toch niet, vader 1 Pak me dan!" i „Wacht, kleine deugniet, ik zal je!" „Maai- krijg me dan," lachte zij dol, be hendig de uitgestrekte prmen van haar vader ontglippend. De vader genoot, misschien nog meer dan de kleine, van haar zonnige pret. Hij had alles vergeten en hoorde alléén haar stemmetje, haar parelenden lach, haar uit dagend spotten. Plotseling sprong Aimée op de rails en wilde ze schuin oversteken. Laurent riep haar snel toe: „Neen, neen, daér niet, kleintje!" 1 „U krijgt me toch niet, pak me dan toch!" herhaalde zij opnieuw. Het was reeds donker geworden en het viel moeilijk door het schelle licht der lantaarns de omringende voorwerpen dui delijk te onderscheiden. Hij riep onwillekeu rig angstig „Aimée, kind, wéér ben je?" „Zoek mij maar," klonk het met inge houden lach. „Ik speel niet meer met je, Aimée, en ik ben boos, als je nu niet onmiddellijk bij me komt," sprak Laurent streng. „0, dat zegt u maar, omdat u mij niet pakken künti" „Kom nu, kindje," smeekte hij, „je krijgt een koekje, als je komt." „Nu zeg jo maar wat, vader! Wij heb ben er thuis heelemaal geen!" „Kind," riep hij toen driftig, „kind, nu zul je komen, de sneltrein is onderweg!" „O, vadertje, die is al lang voorbijI" „Maar er komt er dadelijk weer een!" Als eenig antwoord klonk het opnieuw: „Pak me danl Sliep uit!" Laurent begreep, dat hij het kind nu moést vangen. Hij zocht haar in den val lenden schaduw, liep in de richting van waar het geluid kwam. Hij vond haar niet direct in de heesters nabij <^e rails; zijn angst nam toe. Hij' wist, dat er binnenkort een trein zou aankomen, elk oogenblik ver wachtte hij het signaal. Laurent spande al zijn krachten in om haar te vinden; zijn stem was heesch en droog geworden van het roepen, steeds klonk het wederantwoord: „Pak me dan! zoek maari" Plotseling weerklonk het gedempte ge luid van het signaal, het bloed stolde hem in de aderen. Wanhopig zocht hij naar bezinning: moest de trein dan twee offers hebben, wanneer bij niet zijn koelbloedig heid terugvond? Wat? Twee offers?Neen, een onberekenbaar onheil wachtte, want een andere trein stond reeds vóór hot sta tion; als hij den wissel-niet omwierp, zou den beide treinen op elkaar instorten, elkaar vermoiselenDeed hij het wél, dan zou de eeno trein de rails volgen, waartusschen zijn kind misschien liep, en zou het doo- den. De schrik, die hem een oogenblik neer had geveld, weerde hij met een wild ge baar van zichnog eens brulde hij„Aimée, Aimée, kind!" „Ja, vadertje, hier, kom maar!" „Kind, daar komt de treinHet Mad antwoordde met een overmoedig lachje, dat schril en valsch overstemd werd door het gefluit van den naderenden trein. Het was meer het instinct van plicht dan eigen wil, die den man naar zijn post dreef en hem den handgreep deed vatten die den wissel moest overgooien. „Maar neen, neen!" riep hij wild, „neen, ik kan mijn kind toch niet laten sterven! Ik moet het redden!" En met zijn oogen de donkerte doorpriemend, schreeuwde hij nog eens: „Aimée, Aimée, kind, waar ben je?" -Jssajjjj „Zoek mij toch, zoek mij!" weerklonk opnieuw het schrijnende lachen. De wissel wachter voelde nu één begee- ren; zichzelf onder den trein werpen! Maar opeens bedacht hij zich, dat Aimée ten slotte misschien niet meer op de rails zou zijn! Wederom doorboorde hij de om geving met zijn blik. Toen opeens ontdekte hij zijn kind! Ja, daér stond het, mid den op do rails, de armpjes omhoog ge. heven! Hij behoefde slechts onbewege lijk te blijven op 2ijn post, niet de hand uit te strekken naar den hefboom; zijn kind zou gered zijn. Wel zouden er doe- den vallen, dooden en gewonden. Men zou hem gevangen nemen, maar Aimée was gered! f i De trein naderde; men zag de lichten als een slang don weg opkruipen. Aimée kon zichzelvo nog redden, maar zij stond onbewegelijk, als verlamd door een drei gend gevaar. ^Aimêe!" riep Laurent met slikkende keel, „Aimée, kom, kom!" Eindelijk moest het kind toch bemerken, dat de vader niet schertste. Daar dofeen de beide lantaarns van de locomotief op. De man voelde een rilling als in koorts, zijn oogen zagen niets meer. Maar wild jaagden de gedachten hem door het brein. Duizelingwekkend vlug lichtten beelden uit vroeger dagen aan zijn geestesoog voor bij. Ook meende hij reeds 't ineenstorten van krakende wagens te boo ren, wanhoops kretenAl dichter staken de gloeiende oogen van het monster hem in zijn ziel, dat zonder erbarmen van hem het offer eischte: zijn kind of de anderen. Andere oplossing was niet mogelijk, of er moest een wonder gebeuren Steeds machtiger werkte in hem het ge voel van plicht; mechanisch greep hij naar de metalen stang, en toen snuivend en dreu nend de trein ter plaatse was, overwon de trouwe beambte den vader. Hij wierp den wissel om en rustig gleed de trein in het andere spoor, het station voorbij, voorbij aan den wachtenden trein; een schel ge fluit als een vreugdegil, sneed in den nacht door de lucht. Ademloos, bevend en onzeker, met uit gedoofde oogen en verlamden mond slond Laurent op zijn post, steeds nog met de hand aan den vervloekten handgreep, waar mee hij zijn kind gedood had. Eindelijk maakte hij zich vrij en mompelde: „Nu is het aan mij te sterven. Een andere trein was spoedig in aan tocht. Hij deed een paar schreden voor waarts en wachtte. Zonder beweging, zon der eigenlijke gedachten wachtte hij af Plotseling daverde als juichende muziek een vroolijke lach in zijn ooren. „Vader I vader, wilt u heusch niet meer spelen? Is u echt boos op uw kleine Aimée?" En met haar mollige armpjes om vatte het kind de 'knie van haar vader. Met een breed gebaar greep hij het kind omhoog, barstte in luid snikkenuit en rende met haar naar zijn huisje. Daar legde hij het meisje voorzichtig op den grond, nam een lamp en bekeek het met groot© zorg. Ja, ja, zij was het! AiméeI Hij kon de vreugde niet venverken; hij viel naast haar neer en snikte, snikte. Céline kwam juist thuis. Zij had buiten kreten gehoord, verhaastte haar pas, te meer, omdat Aimée haar tegemoet was ge- loopen, uitroepende: „Moeder, moeder, ik ben zoo bang! vader...I" „Waarvoor, wat is er gebeurd?" „Vader, vader is gevallen!" Céline vond haar man bewusteloos op don grond liggen. 1 Toen Laurent na eenigen tijd zich weer herstelde, zag Céline hem met hevige ont roering aan. Een grauwe, bleeke kleur dekte zijn anders zoo frissche gezicht; zijn blond haar, zijn blonde baard, was plotseling aschgrauw geworden. Céline veraam onder tranen het vreeselijke, wat haar man had doorstaan. Dreigend hief zij den vinger tegen Aimée op, haar ernstig verwijtend haar on gehoorzaamheid. Op haar vraag: „Maar kleine, hoe is het mogelijk, dat je niet overreden bent," klonk het antwoord: j „O, ik heb gedaan net zooals Simon. ADVERTENTIES. „GEMENGD KOOR". Directeur: A. Orobio de Castro, Den Haag. Uitvoering: van Oratorium van Joseph Haydn. Met medewerking van een uitgebreid strijk kwintet, gevormd door leden v.h. Residentie-Orkest uit Den Haag. Op Donderdag 15 April 1915, des avonds 7 uur, In „OUEOS" Solisten Mevr. J. OROBIO DE CASTROvan Loenen, Martinet, Sopraan. Den Haag. De Heer P. J. M. VAN ELDIK, Tenor, Rotterdam. TH0M. DENIJS, Bas, Berlijn. Aan den Vleugel de heer J. WERNER, Rotterdam. Toegangsbewijzen f 1.(parterre) en k f O (galerij) verkrijgbaar by J. A DE HEER's Boekhandel (C. A. Renier), Dam 10, J. A. ULLERS, Hoogstraat 19, G. ODE's boekhandel (J. F. Dupom) Groote Markt, de sigarenhandel W. MAK, Hoofdstraat 235 en op den avond der uitvoering aan de zaal. Plaatsbespreking op den dag der uit- yoermg van. 1—2 uur ft f 0.10. .7060 33-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 6