68'" laargang. Zaterdag 1 Mei 1915. No. 14821 Tweede Blad Uit de Tweede Kamer. Deze courant verschijnt d a g e I ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1 25 franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor-het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). De afgeloopen week was die van den heer Aalberse, die reeds zoo lange jaren de wakkere paladijn van den middenstand kan Worden genoemd, en die er in. ge slaagd is aan zijn wetsontwerp op de on eerlijke concurrentie de aanneming dooi de Tweede Kamer te verzekeren. Nu, het onderwerp zelf is er een waaraan de afge vaardigde voor Almelo reeds jarenlang veel studie heeft gewjjti; in 1897 promoveerde hij toch op een dissertatie: „Oneerlijke con currentie en haar bestrijding volgens het Ne- derlandsche recht". Het ontwerp, dat de heer Aalberse, ge bruik makende van zijn recht van initiatief, ter bestrijding van de „oneerlijke mededin ging", zooals het heet, hij de Tweede Ka mer indiende is zeker niet groot van om vang, want het bevat maar óén artikel, dat als artikel 326bis in ons wetboek van Strafrecht zal worden ingevoegd, en dat aldus luidt: „Hij, die, om zijn handelsdebiet te vesti gen, to behouden of uit te breiden, eenige handeling pleegt tot misleiding van het publiek of van een bepaald persoon, wordt, indien daaruit eenig nadeel voor zijn con currenten kan ontstaan, als schuldig aan oneerlijke mededinging gestraft met een ge vangenisstraf van ten hoogste één jaar, of geldboete van ten hoogste negenhonderd gulden. Het systeem, dat hier gevolgd Wordt is een ander dan het Duitsche, zooals men weet bestaat er bij onze oostelijke naburen een. wet op de oneerlijke concurrentie. In Duitschland toch worden bepaalde trucs, die al zoo worden gebezigd om koopers te lokken, met name in de wet genoemd, verboden en met straf b'edre;gö. Waar dit stelsel tot enorm veel chicanes aanleiding heeft gegeven, heeft de heer Aalberse één anderen weg ingeslagen. Zooals men ziet laat hij bij iedere ingebrachte klacht vrijwel de zaak geheel aan het gezond oordeel des rechters over, die zal hebben uit te maken of de handeling, die gepleegd is inderdaad het doel had om te „misleiden", en daar naast of er uit die handeling nadeel voor de concurrenten kan ontslaan. Bevat het wetsontwerp dus slechts één artikel, het bestrijkt zeker een legio van verkeerde han delingen, een schat van misdaden, .zooals de heer v. Doorn hot in zijn geestige rede, waarin hij het ontwierp bestreed, uitdrukte. En daarnevens had de afgevaardigde voor Gouda zeker geen ongelijk, toen hij het afkeurde, dat als het ontwerp-Aalberse wet Wordt geen winkelder of welke verkooper ook precies weet wat hiji mag doen cn wat hij niet mag doen. Mag, zoo vroeg do heer v. Doorn, als dft nieuwe artikel 3261>i's ia de wet komt, de cacaofabriek van Houten nog Pad verloeren„van Houten's cacao is de beste en goedkoopste in het gebruik", waar toch zeker de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat er andere cacao's bestaan, 'even goed en niet duurder. Nu gelooven wij voor ons, dat men door het stellen van-zulke vragen, èn het ge zond verstand onzer rechters èn de bedoe ling van het wetsontwerp--Aalberse tekort doet. In reclame zit natuurlijk altijd een stukje humbug, anders zlon het geen reclame meer zijn. Maar het is niet daartegen, dat het we t son two rpu A al be ree te velde trekt. Het wil die handelingen beletten, die thans -niet gemakkelijk te achterhalen zijn, en die toch feitelijk' niet anders zijn dan bedrog, zoools het aannemen van een iirmanaam, die den schijn wekt, dat men één van ouds her Welbekende gevestigde zaak is, of liet nabootsen van het fabrieksmerk op zulk een wjijze, dat do wet er geen vat op heeft, omdat het niet geheel nagebootst Wordt, en toch het doel dor nabootsing geheel wordt bereikt, dat is om den kooper in den waan te brengen, dat hij een gerenommeerd en lang geaccrediteerd artikel koopt En wie van deze materie kennis heeft genomen, Weet dat het uiterst moei lijkten zelfs ge vaarlijk is voor den benadeelde om daar over een piroecs te beginnen en dat wel om deze eenvoudige rede, dat hij niet de minste zekerheid hoeft, dat zijn vordering zal wor den toegewezen, en dan is hij nog veel verder van honk. En dat zit hem natuurlijk niet daarin, dat de Nederlandsche rechter niet geneigd zou zijn mee te werken tot voorkoming van bedrog, maar hierin, dat de vraag: Is er zóó nagebootst, dat er ui etgenoeg kenmerkend verschil over bleef, zoo uiterst moeilijk is te beantwoor den. De meerdere bevoegdheid die hetont- Weïpt.Aalberse den strafrechter geeft is dan ook zeer zeker reeds daarom goed, omdat handelingen, die zeer zeker het doel had den om bedrog te plegen, thans hunne gerechte straf niet zullen ontgaan. Een heel andere vraag is het echter of de Middenstand niet wel wat dwaas han delt, om nu te doen alsof met het verheffen van dit Wetsontwerp voor hen den gouden tijd zal aanbreken. Er is een berg rekesten van allerlei middenstandsvereenigingeïi bij de Tweede Kamer ingekomen met de smeek beden dit ontwerp lot wet ie verschaffen en de Hanzevereenigingen uit alle oorden des lands stonden daarbij vooraan. Maar wie de adressen leest, ziet meteen, dat door dit ontwerp niet alleen de concur rentie, die den naam van „oneerlijk" ver dient, uit de wereld zal raken, maar ook He „lastige" concurrentie. En nu is iedere con currentie min of meer lastig; d. i. Le zeggen voor den leverancier, die zonder deze heel wat rustiger zijn bedrijf zou uitoefenen, maar tevens ook groot gevaar zou loopen daarin in te slapen; voor het publiek is ze een 'waarborg, dat het goed bediend zal worden, waar ze den leverancier prikkel is om op de hoogte van zijn vak te blijven. Van die begripsverwarring hij den midden stand gaven b.v. de adressen, die er op aandringen het verkoopen van kruideniers- én grutterswaren met hijvoeging van ca- deau's te verbieden, waarvan, zooais nien weet de Maatschappij „Albino", in hare meer dan 250, over gansch den lande ver spreide filialen, haar werk maakt. Volgens adressanten is zulks misleiding van het publiek, omdat die cadeau's moeten betaald worden uit het leveren van andere kwaliteit waren. Waartegen genoemde maatschappij natuurlijk is opgekomen, en van haar kant vraagt deze hcele wet maar liever te laten rusten, maar de oneerlijke concurientie in etenswaren onmogelijk te maken, door eene I!:ijfcskeuringsdienst in te stellen, die dan zal moeten zorgen, dat er alleen prima waar geleverd wordt, een onderzoek, dat zij voor zich met de grootste gerustheid afwacht. De begripsverwarring is hier inderdaad verbijsterend en dat aan alle kanten. Er is hoegenaamd niets oneerlijks in, den kooper te lokken, door hij het door hen gekochte een cadeau toe te geven. En nu zijn twee dingen mogelijk. In de eerste plaats, dat zoo'n maatschappij, door haar kolossalen omzet, zonder iets aan de kwaliteit van het ge leverde te kort te doen, in staat is, daarbij een cadeau te geven. In do "tweede plaats, dat, door dc hijvoeging van het cadeau, iets minder kwaliteit moet worden geleverd, maar dat zal de kooper wel bemerken, en dan kan hij zich troosten met zijn cadeau, waarvan hij bij eenig nadenken toch zal in zien, dat het uit de lengte of uit de breedte moet komen. En is zijn tong van zoo weinig fijnen aard, dat hij niet proeven kan of zijn erwtjes cn boontjes eerste of tweede kwali teit zijn, 'dan is cr heelemaal niets voor hen verloren. In alle gevallen zit er in dat geven van cadeau's niets, waarop de naam van oneerlijke concurrentie toepasselijk is. En de Maatschappij „Albino" vergat, van baal kant geheel, dat het Rijk er wel mede te maken heeft, of cr voor de volksgezondheid schadelijke eetwaren worden verkocht, maar dat hot heelemaal niet opi zijn weg ligt te onderzoeken of alle waren wel zoo prima zijn als in de desbetreffende reclame wordt aangekondigd. Trouwens, niet iedereen is op prima kwaliteit aangewezen, de tweede kwaliteit moet ook verkocht worden. Als de Middenstand zoo te hoop liep ter aanbeveling van het ontwerp, en als hij daarin gesteund werd door gansch de Roomsche pers, dan ligt het zeker wei voor een groot deel daaraan, dat niemand minder dan Mr. J. A. Levy in een reeks artikelen de wet-Aalbcrse zeer hard is te lijf gegaan, en zijn ontwerp als een echt Roomsch, in den zin van onvrijheidlievend wetsontwerp heeft gestigmatiseerd. De serie dagbladartikelen, door dezen liberalen ve teraan aan het ontwerp gewijd, en door hem later in brochurevorm uitgegeven, zijn zeker een bewijs voor den nooit verouder den geest van dezen geleerde, maar bezien het "ontwerp door zoo'n eenzijdige bril, dat ze het doel, waarmede ze geschreven zijn, geheel zijn voorbijgeschoten. Zoo b.v. het beweren dat de heer Aalberse van de stel ling uitgaat, dat het gemis aan waarheids liefde den handel ondermijnt, maar dat hij daarbij vergeet, dat als men alle kooplie den, Idcin en groot, niet van ons land, ook niet van Europa, maar van heel de wereld op één rij plaatst, er niet één is, die niet deemoedig op de horst zich klop pen en vol wroeging uitroepen moet: pec- cavi ook ik heb, zwijgend of sprekend, de zonde van. gemis aan waarheidsliefde begaan. En het grappigste is, voegt de heer Levy er hij, dat na het afleggen dier bekentenis, zij er bij konden voegen: bijal dien alzoo, naar de Kanonieke Kerkleer, waar en prijs precies gelijk waren, had den wij producenten niet te eten en de consumenten ook niet. Gezamenlijk hadden wij alsdan den tijd voor een hymne op de waarachtigheid en om de partituur op te dragen aan den heer Aalberse. Dat is zeker verbazend geestig gezegd, maar Mr. J. A. Levy vergeet, dat het Mr. Aalberse niet te doen was om onze pro ducenten en winkeliers tot verbazend waar heidlievende menschen te maken in deze onwaaiheidlievcnde wereld, maar den wet gever meer gelegenheid dan vroeger te ge ven tegen bepaald bedrog, dat den concur rent beoogt te benadeelen, op te treden. De algemeene beschouwingen werden ge opend met een uitnemende rede van den heer Schim van der Loeff, die met het ontwerp zou meegaan, al deed het hem leed dat de strafrechter nu reeds te hulp werd geroepen in een aangelegenheid, waar in de civiele rechter het naar zijn meening wel af zou kunnen, mits we een goed handelsregister hadden, cn behoorlijk in ons Burgerlijk Recht omschreven werd, wat er onder „onrechtmatige daad"- moest wor den verslaan. De afgevaardigde voor Dor drecht gaf den over dit ontwerp zoo opge wonden middenstand den heilzamen raad de verwachtingen niet te hoog te span nen, en vooral niet te vergeten, dat het ook een ontwerp was tegen den midden stand, daar het zijn leden waren, die in deze terecht zouden staan. Op hem volgde mr. Men-dels, die er ook op wees, dat dit ontwerp e- een was, dat evenmin excés d'honneur ai.s indignité ver diende, en dat de sociaal-democraten tegen over dit ontwerp zoo koel stonden, dat ze elkander in hun eindstem daarover gansche- lijk vrij lieien. Een mededeelmg die veel gelach veroorzaakte, naartlemaal het bekend is dat ontwerpen, waar tegenover de so ciaal democraten ganscholijk niet koel staan, zooals do oorlogscredieten, voor hen, na hun Congres, ook „vrije" onderwerpen zijn geworden. De spreker trok verder uit het noodzakelijk worden van strafbepalingen te gen do oneerlijke concurrentie de meer speciaal sociaal-democratische conclusie, dat deze inhaeront was aan de kapitalistische maatschappij, maar ten slotte kwam ook de ervaren advocaat in hem aan hot woord, en deze gaf zijn hoop te kennen, dat do rechter met het nieuiwe artikel 326bis zijn versland zou gebruiken. I En loon kwam de heer de Savornin Lehman, die, benijdenswaardig jong als hij blijft, al hopen wij hom over twee jaar met zijn 80s ton verjaardag geluk te kunnen wen- sohon, dadelijk in het geweer komt, ais hij meent, dat de rechtszekerheid of de vrijheid der burgers gevaar loopt. En dat was vol gens hem het geval hij dit wetsontwerp, zooals hij zeer gedocumenteerd uiteenzette, waar aan do persoonlijke opvatting van den rechter was overgelaten wtit misleiding was, zoodat het een puzzle werd voor den han delaar of liet reclamemlddel, waarvan hij zich wil bedienen, al of niet door den rech terlijken heugel kan. Wij hebben zoo eindigde de afgevaardigde voor Goes zijn belangrijke rede in ons Strafwetboek gepoogd zooveel mogelijk elk soort van bedrog to omschrijven, maar het bedrog zelf, do bedrieglijke handeling, is een te uitgebreid begrip, omdat het bijna alles omvat, en wij moeten zorgen, dat wij niet teruggaan naar den ouden tijd, toon. men eenvoudig alles overliet aan het oordeel des redders en zich zelfs niet bemoeide met do preciesc omschrijving van diet mis drijf. De geheele ontwikkeling van het straf recht gedurende de geheele vorige eeuw- heeft juist hierin bestaan, dat steeds meer gepoogd is de prcciese grens te vinden, waarbinnen do strafrechter zich mag be wogen. Maar wanneer wij' dat loslaten en wanneer wij algemeene bewoordingen in onze wetten opnemen, ton emde de rech ter meer bevoegdheid te geven om tc hande len naar omstandigheden, gaan wij niet naar een rechtsstaat maar gaan wij terug naar den staat van willekeur van persoonlijk inzicht van rechter en overheid. Daar ligt zeker in deze waarschuwende woorden van den heer de Savornin Lobman Wat alleszins de moeite waard is om ter hario genomen te worden, maar daar stuit toch tegenover, dat deze stelregel van de oude rechtsschool niet a tort et k travers kan gehandhaafd worden, daarvoor is het maatschappelijk leven te gecompliceerd ge worden; in het practische Enge!and laat men dan ook nogal het een en ander over aan hot oordeel des rechters, en vaart er wel bij. t De lieer van Doorn liet zich in eeno rede, die door haar geestigheid do Kamer zeer boeide, vrijwel in denzelfden geest uit Niet onaardig nam hij een loopje mot de hoeren van Hamel, Limburg en de voorsteller zelf, die zich weinige weken geleden, toen do voorwaardelijke veroordeeling in de Kamer aan de orde kwam, daarvan zoo warme voorstanders betoonden, onder meer op don grond, dat er veel te veel gestraft werd in Nederland, en die nu het hosanna zingen over een ontwerp, dat eeno zee van straf vervolgingen zal doen losbreken over onzen geboortegrond. Den voorsteller in gebreke Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iede iw regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden, zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau Ie voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. stellende, omdat hij verzuimd had genoeg zaam feitenmateriaal aan te dragen, waar door de noodzakelijkheid van de aanvulling van het Strafwetboek als een paal boven water kwam te staan, wees hij er op, dat 'het toch niet aanging de waarheidlievendheid in de wetgeving voor één bepaalde stand, d.i. den handelaarsstand te derret-oren, en en alle anderen in dat opzicht aan bun eigen geweten over te laten. Reden waaro-m luj dan ook tegen het ontwerp zou stemmen. We zullen over do discussie verder niet meer zeggen, dan dat de heer Aalberse, toen hij aan het woord kwam, zich in alle opzichten berekend toonde voor de niet ge makkelijke taak, die hij op zich genomen had. Zonder opgesmuktheid werd nu toch waarlijk aangetoond, dat er piactijken in den handelstand beslaan van zeer bedenke]ijken aard, waartegen de rechter onmachtig stond. Maar wij kunnen natuurlijk niet zoenen, dat zijne rede de wet heeft gered, want het pleit was vooraf gewonnen. En dat is nu juist geen bewijs, dat deze wet buitengewone waarde heeft, do Kamer legt zich daarom zoo goed als m haar geheel bij de zaak meer. omdat ze van het nieuwe artikel 32Cbis mi juist geen groote gevolgen veruaehl. Er stemden ten slotte dan ook slechts 6 leden tegen; de Vrije Liberalen de Beaufort, Tyde- man, Drion en ter Spill, de Unie-Liberaal van Doorn en de Katholiek de Stuers, de heer de Savornin Lohman was bij de stem ming weggebleven. Het tegenstemmen van don heer de Stuers, die na lange afwezig heid, en helaas nog niet geheel hersteld, de Kamer was bmnengestrompeld, was voer de Katholieke Kamerclub blijkbaar eene on aangename verrassing. Het leek ons toe, dat men in dien hoek de komst van den af gevaardigde voor Weert had opgeval als eene beleefdheid, die hij aan den heer Aal berse wilde liewijzcn, door vóór zijne wot te stommen, en nu viel het zoo bitter tegen. Ten slotte werd door den Voorzitter aan de plichten voldaan, die hel Reglement hem oplegt, om den voorsteller aan te u ijzen als verdediger van de wol in de Eerste Kamer. Hij maakte geen gebruik van zijne bevoegd heid om aan don voorsteller voor die ver dediging andere loden loc te voegen, hij achtte dit na de uitnemende verdediging van liet ontwerp door don lieer Aalberse niet noodig. Beter compliment kon de afgeraar- digde van Almelo niet worden gemaakt. En toen kiegen v.-iij dc interpellatie-Alben]a over do 1 andbouwver 1 ovenwaarhij deze in een uitnemende rede uiteen zette hoe de belanghebbenden zijn teleurgesteld in dc uitwerking van de toepassing van den Minister op 26 Januari 1.1. gegeven, dat er geen sluk grond onbebouwd zal blijven. Want do zaak is zóó geleopen, dat alleen verlof is toegestaan aan lien, die één hec tare of meer gro.nd gebruiken, numx dat het niet is gegeven aan hen die een slak land voor liet eigen gezin bebouwen. En dat tenvSjl de groote landeigenaars zich zeer gemakkelijk kunnen laten vervangenvoor hen is dat in hoofdzaak slechts een ijuaestie van geld, maar Bij do kleine landbouwers hangt alles van hun eigen aanwezigheid af, en dal geldt nog sterker voor de land arbeiders, die op hun eigen grond hun levensmiddelen bebouwen, en zij zijn niet minder dan 8G.000 in getal. En dit alles heeft zóó groote ongerustheid onder de be trokken personen ge'wekt, dat spreker over deze zaak op 18 Maart 1.1. een vraag tot den Minister bad gericht, cn eerst op 12 April Kwam daarop hot antwoord, en... afwijzend. En dal in den lijd, dat iedere dag er één is, omdat do grond gereed gemaakt moet w'ordon, door omwerking cn wieding van onkruid, om bet go Was te ontvangen. Spreker beklaagde zich dat de Minister geantwoord had, dat wanneer bij aan de land arbeiders op .gelijke schaal verloven verleende als .aan do landeigenaars, hij te veel schade zou doen aan den sterkte van de irocp, want daaruit bleek dat dit argu ment der verzwakking wel geldt tegen de verloven Van arbeiders en niet oor die aan land- en tu inbomverspa troons, terwijl do laatstee dubbel zoo s'teik m aantal zijn dan do eersten. Eindelijk protesteerde hij tegen de bewering van den .Minister dat 4 dagen verlof genoog waren voor het beoogde doel, zich met verwondering afvragende hoe zijn adviseurs met een dergelijk' advies hadden kunnen aankomen, cn spreker las tal van getuigenissen voor uit den land bouwenden stand gegeven, waarin die 4 dagen als geheel on voldoende weiden afge schilderd. En Waar hot, al was cr veel tijd verloren gegaan, nog niet le laat was om aan vele billijko wtenschen tegemoet te komen, hoopte hij dat do Minister daartoe bereid zou worden gevonden; in het tegenover gestelde geval zou de interpellatie een uitspraak van de Kamer uitlokken, waarbij zij ver- klaait. dat zij de verantwoordelijkheid niet wil dragen voor de door den Mini-ter getroffen regeling. Do .Minister, die direot, zooals het hoort, na den interpellate, liet woord kreeg, deelde mede. dat, al had hij alle hart voor de landarbeiders, met het oog op de defensie, door hein slechts iandbouwverloven kon den worden toegestaan, aan hen wier be drijf is een algemeen belang, omdat allen, van den kapitalist tot dea arbeider, daarvan hun eten moeten krijgen. En die scheidslijn is met gelrokken dan na ge pleegd overleg met iandhouwspecwliteiten. En waar gebleken is, dat er zelfs Iand bouwverloven aangevraagd zijn door men schen die geen vierkante duim gronds be zitten, was de oprichting van hemiddelings- bureau's noodig geweest om de aanvragen te onderzoeken, en die werden samenge steld uat afgevaardigden van Boerenbonden, van de Maatschappijen van Landbouw en van enkele andere landbouworganisaties, liet late antwoorden op de vraag van den. heer Albania excuseerde den Minister door de lawme papier, die iederen dag z'iju De partement binnen komt. En het einde was, dat Z.Exc., ntecneikte, dat de gewone ver- Roven voldoende waien voor het bearbeiden van den gcziiisgrond bij zijn systeem bleef. Deze weinig tegemoetkomende houding maakte echter terdege alle tongen los. De heeren Wijekerslooth de Wecrdesteijn, Fmeengo, Duymaer van Twist en Teenstra kwamen den interpellate krachtig te hulp en op alle wijzen werd den Minister aan liet versland gebracht, dat zijn systeem reeds daaioin niet goed was; omdat het ook wel degelijk een algemeen belang is, dat de kleine man op liet land in deze lijden in staal wordt gesteld dien ai beid te verrichten, waardoor hij aanstaanden herfst en winter m zijn eigen onderhoud zal kim men voorzien. En er bleek van een alge- niecnen wenseh in de Kamer, dat de Mi nister zijn stelsel zou hei zien, en met name de heeren Troelstra en Tydemim, honden hem, ieder op zijn wijze, op hel hart, dit alsnog te doen. De Minister bleek wezenlijk niet van kwa den wil; hij zegde toe, dat hij nog deze week een vergadering met de Beinidde- lingscominissios zou houden, om te zien of er nog niet wat in de goede richting te doen was, waarop do heer Albania zijn motie, die onderlusselicn geheel van ka rakter veranderd was, en een motie was geworden, waarin werd aangedrongen op liet verlecnen van land hou werlo ven aan den kleinen man, introk. De Minister deed ech ter geen enkele toezegging, want, zoo zeide bij terecht, de zaak van 's Lands defensie is en blijft no. I, en hij moest met leed wezen conslateereii, dal de Kamer niet altijd in het oog hield, dat er nog oor logsgevaar was. Licht ons dal dan nader toe, riep £ie lieer Schaper, met volkomen miskenning van de waarheid, dat dergelijke toelichtingen niet kunnen gegeven wor den. Of het nieuw overleg van den Minister met de Bemiddelmgcommissics veel geven zal? Wij moeien bet helaas betwijfelen. Want men fluistert, dat de Munster wel gaarne gioote uitbreiding aan de Iandbouw verloven had. willen geven, maar dat dit is afgestuit op liet absoluut verzet van den opperbevelhebber. En nu kan men wel zeg gen: de Minister is haas, en dal is ook zoo, maar hij staat in een zeer verantwoor delijke positie. Waar de opperbevelhebber do man is, die de ltegeeririg aangewezen acht voor den moeili|ksten pust in dezen eriücken lijd, kan men hein natuurlijk niet afnemen wat hij beslist zegt noodig te hebben. En nu gelooven wij gaarne, dal de opperbevelhebber uit den aard van zijn betrekking enkel de de f e n si e behangen van de natie ziel, en voor haar econo mische belangen weinig oog heeft, maar dan zal men dat helaas als één van dc oorlogsweeën moeten dragon. Tenzij ook luitenant-generaal Snijders van de debat ten in de Tweede Kamer kennis neetnt en daaruit iels leert. Zeker zijn wij druil van echter niet, en heel genist dnaiop ook niet. Hel. is toch lang niet ongewoon, dat de volbloed mili tair zoo weinig begrip heefl ran «onze eon- stitutioneele instellingen, dat hij het onge past vindt dal de Tweede Kamer zich met de aangelegenheden van hel leger durft be moeien. STADSNIEUWS. Steuncomité Sohledam. D,e boste steun. Het Steuncomité to Schiedam heeft nog altijd oen groot aantal werkloozen te hel pen en moet wekelijks nog een groot be drag uitkoeren. Wie iets voor het Steuncomité wil afstaan, kan dat ook doen met wekeljjksche of maandebjksche bijdragen. i i r OJRAPiT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 5