De oorlog.
68"° Jaargang.
Woensdag 5 Mei 1915
No. 14824
In Noordpoolduisternis,
Deze courant verschijnt d a e e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen dagelijks aangenomen. i
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs der Advertentiën: Van '1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 80 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
Verstrekking van on gebuild
tarwebrood tegen vermin
derden prijs.
In deze Gemeente zal met ingang van 11
Mei as., ingevolge de daartoe door de Re
geering geopende gelegenheid, de volgende
maatregel worden toegepast:
Ieder, hetzij hoofd van een huisgezin of
alleen loopend persoon, die dit ver
klaart te verlangen., kan een brood
kaart verkrijgen, waarop hij of zij bij een
door hem of haar aan te wijzen bakker, kan
verkrijgen brood van uitsluitend on-
gebuild tarwe meel, tot een maximum
van 0.5 K.G. per dag, per lid van het gezin,
(kinderen heneden den leeftijd van twee
jaar niet inedegerekend) en wel voor den
prijs van f 0.06 per 0.5 K.G.
Op Donderdag a s., 6 dezer, zullen bij
de ingezetenen inschrijvingsbiljetten tot ver
krijging van een broodkaart worden rond
gebracht
Zij, die een broodkaart ivenschen te ont
vangen, worden verzocht dat biljet in te
vullen en te onderteek enen en nauwkeurig
het aantal leden van het gezin daarop te
vermelden. t
De kaarten zullen Vrijdag a.s. 7 dezer
worden opgehaald.
Daarna wordt door bemiddeling van een
aangewezen bakker de broodkaart verstrekt.
Schiedam, 5 Mei 1915,
Burgemeester enWelhoudersvan Schiedam,
M. L'. HONNERLAGE GRETE
JD« Secretaris,
V. SICKENGA.
MILITIE.
Vrijstelling van Geeste
lijken enz. t
De Burgemeester van Schiedam;
maakt bekend, dat omtrent de hieronder
genoemde ingeschrevenen voor de militie,
lichting 1916, dezer gemeente, op hun aan
vrage om vrijstelling van den dienst, wegens
het bekleeden van een geestelijk of gods-
dienstig-menschlievend ambt of het opge
leid worden tot zoodanig ambt, door Ge
deputeerde Staten dezer provincie de achter
ieders naam vernielde uitspraak is gedaan:
Martinus Petrus Aalsma, Student in de
Godgeleerdheid; Joseph Feijen, R. K. Orde
broeder; Jacob Hoek, Student in de Godge
leerdheid; Johannes de Koning, Adrianus
Martinus Meeder, Wilhelmus Fredericks
Neid, Joris Martinus van Noort, allen R. K.
Ordebroeder; Johannes Antonius Joseph
Scheffers, Dirk Antonius Jozef Smits, Rei-
nier Steens, allen Student in de Godge-
van Ovre Richter Fiich.
Uit het Noorsch vertaald door M. A, Z.
„Maar wiij hadden het toch zoo goed",
zei Frida, „ja, dat heb ik aan u en professor
Marmont te danken gehad. Herinnert ge u
die avonden, toen hij ons een kijk gaf op
de vreemd© -ontwikkelingsgeschiedenis van
Spitsbergen? Tweemaal lag het land onder
de zee, tweemaal Is het daaruit verrezen.
Het heeft een tropisch klimaat gehad, toen
een als in Midden-Europa, is daarna door
een vulkanische massa bedekt geweest, en
nu ligt het onder een vreeselijk dikke ijs
korst, die misschien langzamerhand weg
smelt".
„Ja, het is een wonderlijk land, dat Spits
bergen," zei Bratt, „en de mannen, aan vie
de eer toekomt het wetenschappelijk ont
dekt te hebben, zijn wsel in de eerste plaats
tie Zweden. De Geer, Forel 1, A. E. Nordens-
kiold en Nathorst hebben voor eeuwig hun
namen verbonden aan de geschiedenis van
dat land. Het is nu al bijna een halve
eeuw geleden, dait de Z,w|eden wetenschappe
lijke expedities naar deze gebieden be
gonnen uit te rusten, die toen in woestheid
®n ontoegankelijkheid niet onderdeden voor
andere nog niet onderzochte deelen der
aarde. Met de mannen der geologische we
tenschap gingen vele specialisten mee.
Ik, die zelf aan dierkunde gedaan heb,
kan zoo goed inkomen in de geestdrift en
de blijdschap van het onderzoek, die deze
«tennen moeten gevoeld hebben toen ze
ieerdheid; Theodoras Johannes Trouwborst,
R. K. Ordebroeder, allen voor één jaar vrij
stelling van den dienst bij de militie ver
leend.
Van deze uitspraken kan gedurende tien
dagen, te rekenen van den datum dezer be
kendmaking, bij de Koningin in beroep wor
den gekomens
lo. door den ingeschrevenen, wien de uit
spraak geldt, of door zijn vader, moeder,
voogd of curator;
2a. door elk der overige voor de gemeente
ingeschrevenen of door zijn vader, moeder,
voogd of curator;
3o. door den Commissaris der Koningin
in de provincie.
De personen, onder lo. en 2o. bedoeld,
moeten het verzoekschrift, waarbij in be
roep wordt gekomen, behoorlijk met redenen
omkleeden en ter secretarie dezer gement,
afdeeling Militie, inleveren.
Verzoekschriften,niet ingericht of niet
ingeleverd op de hierboven aangegeven
wijze, kunnen geen gevolg hebben,
Schiedam, den 5den Mei 1915. i
De Burgemeester voornoemd,
M. li HONNERLAGE GRETE.
Drankwet.
B ureemees ter en Wethouders van Schie
dam;
Gelet op artikel 12 der Drankwet;
Brengen ter openbare kennis dat bij hen
is ingekomen een verzoek van JOANNHES
PIETER PLOOS VAN AMSTEL, om ver
gunning voor den verkoop van sterken
drank in het klein voor gebruik ter plaatse
van verkoop in de benedenlocaliteit van
het pand Breedstraat 1.
En herinneren dat binnen 2 wekten na
deze bekendmaking tegen het verleenen
van de vergunning schriftelijk Wij hun Col
lege bezwaren kunnen worden ingebracht
Schiedam, 5 Mei 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. Ii HONNERLAGE GRETE
De Secretaris,
V. SICKENGA'.
BUITENLAND.
Tan het Westelijke front
Duitsch legerbericht.
Het Duitsche groote hoofdkwartier meld
de gisteren:
In Vlaanderen zetten wij onze aanval
len van het noorden en oosten met groot
succes voort. Hedenmorgen vielen Zeven-
kothe, Zonnebeke, Westhoek, behoorende
tot den veelhoek tusschen Veld en het
Nonnebosch, alle plaatsen, waarom sinds
kwamen in het klassieke land voor hun
navorsc hingen.
Zie die rotsen hier, bijv. ze dragen
geen mantel van mos, geen geboomte
ze staan naakt en schoongespoeld en ge
tuigen luid van do Vireeselijk groote krachten
der natuur. Zie, hoe die lagen in het ge
bergte verschoven zijn. Er behoort sterkte
toe met die enorme rotsmassa's zóó te werk
to gaan. Zie hoe de benedenlagen honder
den meter over de bovenliggende zijn heen-
geschoven. En dat gesteente bewaart sche
dels van visschen en zeedieren, die mil-
lioenen jaren geleden hier leefden, toen de
golven sloegen, waar wij nu loopen.
Vermoedelijk heeft het water die rots daar
zoo uitgehold, kom, laten we daarheen gaan,
misschien vinden iw|e er een slaapplaats."
Langs do rats stroomde een kleine
waterval, de eerste dien ze zagen op hun
langen tocht. Die klaterde en bruiste en
bracht loven mee.
Het gebraden berenvleosch smaakte voor
treffelijk mei een dronk van dat heldere
koude water.
Toon sleepten ze de zakken naar een be
schutte plek in de rots en violen doodmoe
in slaap.
Den volgenden morgen werd Frida wak-
kor door dat er aan haar arm werd ge
trokken, 't Was een vos, een mooie wit-
vos, die met hen scheen te willen ont
bijten. Ze gaf een gil van schrik', zoo hard
dat Bratt er wakker van werd, en de vos
wegliep eer ze nog een van beiden in hun
slaperigheid besef hadden om hun geweer
te grijpen. Boy was ver weg, die jaagde
op eigen gelegenheid tusschen de hergen.
Na een ontbijt zetten ze goedsmoeds
hun moeilijken wandeltocht voort. Ze lie
pen, liepen, door sneeuwjacht, regen en
vele maanden heftig gestreden is, in onze
handen. De terugtrekkende vijand bevindt
zich onder flankvuur van onze batterijen
noordelijk en oostelijk van Ypcren.
ïn de Argonnen trachtten de Franschen
ten noorden van Four-de-Paris tevergeefs
de door ons op 1 Mei veroverde loopgraven
terug te nemen.
Tusschen Maas en Moezel werd gisteren
de artilleriestrijd voortgezet
Fransch legerbericht
Het officieele Fransche communiqué van
gistermiddag 3 uur luidt:
In België, ten noorden van Yperen, zijn
drie aanvallen op het Engelsche front af
geslagen. Een in den nacht van 1 op 2
Mei, de tweede in den nacht van 2 op 3
Mei, de laatste den 3den 's avonds.
In Argonne hebben wij bij Bagatelle ter
rein gewonnen.
In {len nacht van Zondag op Maandag
is een aanval in het Bois-le-Prêtre afge
slagen.
Engelsch legerbericht.
In een gister gepubliceerd communiqué
van veldmaarschalk French worden de door
den Duitschen generalen staf hierboven ver
melde Duitsche vorderingen ten Oosten
van Yperen als volgt weergegeven:
Het terrein, dat de vorige week verloren
werd door het onverwacht gebruikmaken
van verstikkende gassen, vereischte een ver
betering van de linie aan het front bij
Yperen. Dit "is in den afgeloopen nacht
met succes geschied. De nieuwe linie loopt
nu Westelijk van Zonnebeke.
Gedurende de laatste 24 uur was de toe
stand normaal over het geheele front; al
leen werd door den vijand ten Noord-Oos
ten van Yperen een aanval ten halve door
gezet, welke gemakkelijk werd afgeslagen.
Bommen op Duinkerken.
Duinkerken is in den ochtend van 2
Mei, volgens Fransche berichten, ook door
Duitsche vliegtuigen gebombardeerd. Een
luchteskader van 5 of 6 vliegtuigen nam
hieraan deel. Door het vestinggeschut wer
den 2 vliegtuigen gedwongen terug te kee-
ren, de andere vlogen over de stad heen
naar Gravelines en Calais en wierpen op
beide plaatsen bommen. In Gravelines is
nogal schade aangericht. Alle vliegtuigen
zijn waarschijnlijk onverlet naar de Duit
sche linies teruggekeerd.
Nog eens de vergiftige
gassen.
In een telegram van veldmaarschalk
French wordt omtrent, liet gebruik van de
vergiftige gassen door de Duitschers nog
gemeld, dat ze worden uitgeworpen uit pij-
peil, die in de loopgraven zijn gelegd en ook
voortgebiacht door de ontploffing van gra
naten, die speciaal voor dit doel vervaardigd
zijn.
mist. De machte grojncl, die deinde bij iederen
stap, Was bijzonder lastig te begaan.
Overal Waren sporen van rendieren. Maar
do rendieren zelf wlaren niet te zien. Bratt
trachtte Frida op1 te vroolijken door haar
jachtverhalen van Spitsljcrgen te doen.
„Toen ik hier voor 't eerst kwam, was
het niets Waard een rendier te schieten; ze
kwamen zonder eenig .telken van angst. na
derbij, en als wij schoten, kwamen de
andere nojg dichter bij1 om te zien, Wat het
was.
*t Is gebéurd, dat ze de menschen heel
ver volgden, ze zijn in 't minst niet
schuw. Het rendier van Spitsbergen is klei
ner dan de rendieren in Noorwegen, het
beweegt zich sierlijk! en vlug, heeft een dikke
speklaag onder de huid, daar leeft het zeker
op gedurende zijn lange zwerftochten
Het is bewezen, dat het rendier over het
ijs is gelooperi van Nova Zembla tot Spits
bergen een lange reis zonder eten, niet
waar? Dat zouden zelfs wij niet klaar
spelen. derild u wiel, freule?"
Frida trachtte opgewekt te kijken, ze
was vreeselijk moe. Kaar voeten waren
gezwollen en bezeerd. Ze hadden nu 16
uur achtereen geloopen en waren dicht
bij het Eskerdal.
Eindelijk hield Bratt rustpauze bij een
huppelend beekje. Het frissc.be water en wat
eten bracht hen Weer op krachten.
Maar wat hen ophield was de spanning
of ze menschen zouden aantreffen. Bratt
wUt dat er dicht aan zee een hut stond,
maar Was die bewoond? of zouden ze bij
vier naakte muren komen op een kaal
j tauid v
Een paar uur sliepen ze, en loan gingen
ze verder. Ze zagen nu verschillende vogels,
een paar snippen kwekten droevig, een troep
De Duitsche troepen, die een aanval de
den onder bedekking van deze gassen, waren
voorzien van speciaal daarvoor vervaar
digde respiratoren, in gestempelde foudra-
len. Dit wijst op een langdurige, stelselma
tige voorbereiding op groote schaal.
Herhaaldelijk hebben de Duitschers in
den laatsten tijd van deze gassen gebruik
gemaakt, zoo vertelt de Engelschopper
bevelhebber. Het effect ervan i-> niet alleen,
dat de tegenstander buiten gevecht wordt
gesteld, of dat hij pijnloos sterft, zooals
in de Duitsche pers wordt beweerd. De
slachtoffers, die niet op het veld worden ge
dood en naar het hospitaal kunnen worden
gebracht, lijden hevig en sterven in vele go-
vallen een langzamen dood. Die het te bo
ven komen zijn er al niet veel beter aan
toe, daar hun longen "voorgoed aangedaan
schijnen te zijn, zoodat zij in een toestand
komen, die er op wijst, dat zij steeds invali
den zuilen blijven. "Deze uitwerking moet
wel bekend zijn aan den Duitschen geleerde,
die het nieuwe wapen aan de hand deed en
aan de militaire autoriteiten, die het goed
keurden.
In het Britsche Lagerhuis verklaarde gis
teren de onder-minister van oorlog, Tennant,
dat de dood van een groot aantal Engelsche
soldaten veroorzaakt is door vergiftiging.
De vraag of men de'n vijand wel kan laten
doorgaan met dit strijdmiddel, zonder tegen
hem als maatregel van vergelding dergelijke
middelen toe te passen, wordt overvragen,
zoo zeide hij.
Tan het Oostelijke front
De doorbraak in West-Gal icië.
De Duitsche en Oostenrijksche officieele
berichten van gisteren verzekeren, dat de
aanval op de terugtrekkende Russen nog
steeds wondt voortgezet, en het reeds tot
30.000 man geklommen gevangenencijfer
geeft al een hetere illustratie van het he
haalde succes.
De „Times" schrijft, dat er geen twij
fel kan bestaan of de overwinning van
de Duitschers en Oostenrijkers in de Kar-
pathen is van het grootste belang. Een blik
op de kaart leert de ernst van deze tij
ding van strategisch standpunt, ook al
mocht zij slechts bij benadering waar zijn.
Het Duitsche groote hoofdkwartiei
meldde gistermorgen:
Ons offensief tusschen de Woud-Karpa-
then en den Boven-Wjeichsol neemt goeden
voortgang.
De buit van den eersten dag Instaat uil
21.500 gevangenen, 16 kanonnen, 47 ma
chinegeweren en een tot dusver niet te
overzien© hoeveelheid ooriogsmatericel.
Het Oostenrijksche hoofdkwartier
rapporteerde gistermiddag:
In trouwe wapenbroederschap hebben de
verhonden troepen der Duitschers en Oos
ten rijk-Hongaren een nieuwe overwinning
op de Russen behaald. Na onze overwin
ning bij Linuinowa werd het krachtig ver-
aanzen vloog hoog in de lucht. Dat waren
Spitsbergcrganzen, de mooiste vogels van
het eiland. Een ijsmeeuw was druk bezig
een oud rendiervel stuk te bijten, dat met
een paar takken van het gewei uil den
leemigen grond opstak. Een weinig mos ver
toonde zich al, en met jubel begroetten ze
dat teeken van den komenden zomer.
„In geen geval zullen we hier honger
lijden," zei Bratt, „hier zijn vogels genoeg,
zooals u ziet maar is dat niet de
hut?"
„Ja, ja, dat is de huter stijgt rook
op,ik zie iets bewegenwe zijn ge
red, we zijn gered I
En ze liepen er heen door water en mod
der, verdriet en moeheid werden vergeten,
en die armoedige hut met de vreemde men
schen scheen hun een paradijs, dat hen
wenkte
Maar de afstand was groeier dan ze had
den gedacht. In de heldere, lichte lucht
schijnt alles dichter bij dan het werkelijk
is. Het is geheel onmogelijk een afstand te
berekenen, het gebeurt b.v, dat zelfs ge
oefende schutters hun doel stellen op 100
meter, waar later de afstand het dubbele
blijkt te bedragen.
Door het dal bewoog zich de Sassenrivier
langzaam en majestueus als de Nijl.
Er is geen strooming in. Telkens verdeelt
ze zich in breede delta's en maakt groote
bochten door het doodsche woestijndal,
vcortkruipend als een groote langzame zec-
shing.
Aan beide zijden van het dal verhieven
zich hooge rotsen. Dat warén de Colorado-
borgen en de Marmierrotsen, En verder
noordelijk zag men de "besneeuwde toppen
van het Lusitania-gebergte. De rotswanden
waren somber en gingen zeer steil naar het
dal, ze hadden vreemd fantastische vormen.
Ze geleken op kolossale grafzerken, sarcop-
hagen, waarin figuren gebeiteld waren door
de wildste en stoutste verbeelding,
sterkte Russische front tusschen Weichsel
en Karpathen het hoofddoel van (len strijd.
I>it front hebben wij in zijn gansche uitge
strektheid veroverden gisteren hebben ïile
Oorienrijkscb-Uongaarsche en Duitsche troe
pen onder de oogen van den opperbevelheb
ber, aartshertog-veldmaarschalk Frederik,
nieuwe successen behaald. Zij drongen
voortdurend verder oostwaarts, de Russen
in overhaasten terugtocht voor zich uit
drijvend.
De geheele beteekenis van het succes is
nog niet bij benadering te overzien. Het
aantal gevangenen bedraagt reeds meer dan
30.000 en neemt van uur tot uur tos. In de
talrijke veroverde stellingen is veel oorlogs-
materieel achtergelaten22 kanonnen en 64
machinegeweren zijn onder den eersten
buit
Op alle andere fronten is de algemeene
toestand onveranderd.
De stormloop.
De ooriorgscorrespondent van de Ween-
sche „Reichspost" seint een aanschouwe
lijke beschrijving van de gevechten aan
het front in West-Galicië op 2 dezer. Vol
gens deze beschrijving was de vijand blijk
baar door het offensief optreden van de
legers der bondgenooten totaal verrast.
Bij het aanbreken van den dag scheen
het alsof de bergen plotseling vuur begon
nen te spuwen. De lucht trilde van den
ijzerhagel. Met bewonderenswaardige juist
heid vielen de granaten in de vijandelijke
linies, uit welke grijs-bruine fonteinen sche
nen op le stijgen. Wanneer de kanonnade
gedurende korten tijd gestaakt werd, zag
men duidelijk de verschrikkingen der ver
woesting, losgewoelde aard massa's, verbrij
zelde hoornen, overblijfselen van loopgra
ven. De Russen verdedigden zich dapper,
maar waren te zwak.
Dc Duitsche en Oostenrijksch-Hongaar-
sche artillerie betoonde van het begin af
haar superioriteit, zoodat de tegenstand der
Russen verstild werd.
Op de kanonnade volgde het bajonetge
vecht, Hoe zwaar de Russen ook hadden
geleden door de beschieting, toch hielden zij
dapper stand. Nadat zij de eerste en tweede
stelling hadden moeten ontruimen, zetten
zij de verdediging in de derde voort. Maar
de aanval der bondgenooten rolde voort
als een golf. Omstreeks 11 uur voormid-
iniddags bleek, dat de overwinning der
bondgenooten een feit was.
Het volgende overzicht van den strijd
is ontleend aan den bijzonderen oorlogs
correspondent van het „Berl. Tageblatt" in
dc Karpathen:
De aanval der bondgenooten richtte zich,
tot groote verrassing der Russen, tegelij
kertijd op de heide vleugels der krachtig
versterkte stellingen der Russen langs de
Dunajec en de BLala.
Ja hier sluimerden de goden van Sas-
sendal.
Tusschen de steenbrokkelingen en de mo
renen waren sfinksachtige koppen le zien
met vreemd verweerde trekken. Zij liBgen
zich over het dal, sommige rekten hun hals.
Waar geleken ze op?., Op Clathor met
de koe-ooreti, de gezelin van den Egypti-
schen zonnegod
Onze vrienden bleven een oogenblifc
stram, al het naargeestige van die ver
steende wonderwereld kwam over hen; die
doode stcenoogen staarden hen aan
Ze liepen, dat het ijswater en de modder
om hen heen spatten.ze struikelden, gle
den en liepen weer, liepelu zoo hard ze
konden naar het huisje, dat op de verste
delta van dc Sassenrivier ben tot zich
wentek,
XXI. I
Bij de pelsjagers*, i
De hut, waar zij aankwamen, was Stor-
stad's oude overwinteringshut, welbekend
bij allen, die ijsfjord hebben bezocht.
Er steeg een dunne, blauwe rook op uit
de schoorsteenpijp, en een groote stevige
man met een dikke ijslandsche trui aan, zat
voor de deuropening, bezig met het villen
van ©en rendier.
't "Was een typisch voorbeeld van een
]w:l sdiervangershut, dat onze reizigers te
zien kregen.
Rondom het kleine gebouwtje was vuil
heid en slordigheid aan alle kanten. Do
omgeving deed ongeveer denken aan een
choterakcrkhof, waar men geen tijd had
gehad om al dc dooden te begraven. Allerlei
sooi ten van dicrlichamen lagen op endoor
eikaar: vossen, ijsberen, rendieren. Ze Wa
ren ontdaan van hun pels en zagen er in
hun roede naaktheid bedroevend uit
i i {Wordt vervolgd).
SCHIEIMIMSCHE COURAilT
m
£4) i i