6&"c Jaargang. Zaterdag 24 Juli 1915. De clown, No. 14891 Tweede Blad. Uit de Tweede Kamer. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen Prijs per Kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam enVlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Adverlentiën voor het eerstvolgend nummer moeten deo middags vóór oen unr aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertenliën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentie» bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn. gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde klei ne advertentiën opgenomen tot den prij3 van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. Is het in de tegenwoordige omstandighe den in het algemeen geen genoegen minis ten ie. wezen, dat geldt wel meer in het bijzonder van den man aan wien de lei ding van het Departement van Oorlog is toevertrouwd. Want dit is wel zeker niet voor tegenspraak vatbaar, dat, al was de heer Bosboom, mam van algemeen erkende bekwaamheid en beleid, nog honderdmaal knapper en beleidvoller dan bij is, hij het onmogelijk iedereen naar den zin zou kun nen maken. Waarbij dan nog komt, dat de posibe van den Minister van Oorlog in deze tijden van gansch bijzonderen aard is drfor de aanstelling van een opperbevelhebber van het leger; daardoor heeft hij niet zoo de teugels in handen als in gewone tijden, en wij herinneren ons nog, hoe bij de t benoeming van Generaal Snijders als zoo danig een luitenant ons met een stralend gezicht toevoegde, dat Bosboom nu niets meer te zeggen had, en dat „het leger" nu baas was in Nederland. Zoo erg is het nu wel niet, maar het gaf toch te denken, dat, toen Mr. Rutgers bij de laatste algemecne beschouwingen over de Staatsbegrooting aan Minister Cort van der Linden de vraag stelde hoe nu toch eigenlijk precies de verhouding was tus- schen de Regeering en den Opperbevelheb ber, hij het vriendelijk verzoek kreeg deze vraag tot later uit te stellen. En zoo maakt het dan ook op ons den indruk, dat Bos boom de aanvallen te verduren lieert, die eigenlijk tegen Snijders -bedoeld zijn. En dat is hard, als men van zoo goeden wille is als Bosboom, om bij de mobilisatie ook ter dege te rekenen met de economische belangen van hen die onder de wapenen zijn, wat zelfs door Burgemeester Ter Laan, die toch wezenlijk niet gauw tevreden is, wordt erkend. Is Snijders dan niet the right man on the right place? We zouden niet gaarne beweren van neen, want naar heigeen wij booren van zijn strategische en tactische kennis is hij dat zeer zeker wel. Maar - en in zooverre heeft zijn benoeming ons altijd verwonderd hij is geen infante rist, maar een genist, wat wil zeggen, dat hij de troep absoluut niet kent, dat hij noch weet noch begrijpt wat er in de gemoederen omgaat yan manschappen, die nu zoo goed als een jaar zijn gemobiliseerd, en dat hij heelemaal zich geen denkbeeld maakt hoe het er uitziet bij onze oudste lichtin- door GEjORG SZEMERE. John en Charlie Zaten bij1 elkaar op het terras van een restaurant in Londen. John was klein en gladgeschoren. Char lie was lang 'en droeg een grooten baard. Overigens leken zij sterk op elkaar, zij waren tweelingbroers. Zij hielden ook in nig veel 'van elkaar, maar waren verder groote menschenhaters. Dit klonk wel zeer tragi-komïek, want hun middel van bestaan washet zorgen voor amusement aan men schen, John was n.l. down, Charlie daaren tegen een moderne romanschrijver. De broers, gentlemen in de echte betee- kenis van het woord, waren weinig spraak zaam. Eerst na geruïmen tijd. van stilte nam John het Woord A.„Ik heb reeds meer dan genoeg van het stomme gelach van het .publiek. Ik scheid er mee uit, met mijn bokkesprongen." „Je bent gek, John," gaf Charlie ten ant woord; „wees blij, dat je vat hebt op het publiek." „Wat heb ik daaraan?" „Als ik mij niet vergis, krijg jij toch voor elk optreden tien pond." „Maar "t gevoel," wiep John tegen, „het gevoel, dat ik maar esn down ben, maakt mij soms wanhopig. Ik zon toch' even zoo goed een eervol kunstenaar kunnen zijn." Een voorzichtig glimlachje kwam even over de lippen van Charlie, en hij merkte met fijne ironie op: „Misschien- ben jij-zelf heelemaal die clown, niet, maar is die het publiek, dat ovor jouw malligheden ladit" John keek met vragenden blik' zijn broer aan. „Ik begrijp dat niet precies." „Kijk," antwoordde Charlie, 'de analy- seerende'Charlie, „de sped pop piept als nreri gen landweer, in hoofdzaak getrouwde man nen, die niet alleen verre van hun gezin zijn, maar van welke velen door hun lange afwezigheid ernstig nadeel ondervinden in nering of bedrijf, zoo het niet al geheel verliep. En dit gemis aan kennis van de econo misch© toestanden is te bedenkelijker, waar oen opperbevelhebber t den aard der zjaak maar al te geneigd is zich geheel dood te kijken op zijn eerstaangewezen taak. de verdediging des lands. Daaraan schrijven wij het dan ook toe, dal er zooveel minder dan Minister Bosboom uil, blijkt van tege moetkoming aan de billijke grieven van de landweer; waarom laat men b. v. de land weermannen niet zooveel mogelijk dienen in de omgeving van de plaats hunner wo ning, zoodat z'iji zich in hunne vrije uren aan nering en bedrijf kunnen wijden? Maar hot behoort tot de vele ondoorgionde'ijke geheimenissen van het leger, dat men van een landweerman uit Zierikzee eigenlijk eerst het rechte nut trekt'ab men hem in Winschoten p!aat>t. Voeg daar nu bij, dat men altijd een zeker quantum officieren heeft, al is da,t dan ook gelukkig gering, die van oor deel zijn, dat de dienst naar de blgaat, j's men de manschappen humaan behandelt, en die vexafoir en zelfs sarrend, en tevens aldoor straffend tegen hen optreden, en dun verwondert wen zich niet meer, dat het, zooals in Apeldoorn, tot betreuring»waar- dige uitspattingen is gekomen, zoodat daai zelfs officieren door de minderen zijn ge slagen. i De klachten, die dan ook tot do Kamer loden komen over onrechtvaardige behan deling zijn legioj, en al zullen daaronder, zooals hot al-tijd gaat, natuurlijk zijn, die allen grond missen; er is nog geen ver lenging van diensttijd door de Kamer toe gestaan, of het bleek da,t er alle leden was om zo aan te heffen. En verleden week, toen het ging om het langer in dienst houden Van de militie, kon Minister Bos boom de verdrietige verzuchting niet bin nen hoiuden. dalt hiijl nu al voor de vijfde 'maal op allerlei klachten moest antwoor den, en dat Mj de Kamer toch ernstig moest verzoeken, om daarmee niet voort -te gaan, en. dat daardoor de goede geest in het leger, die toch al zorg baarde, nog werd verminderd. Hetgeen hem te staan kwam op de bitse interruptie van den heer Marehanf, dat de Minister de schuld van dein slechten geest niet op de Kamer zou afschuiven. En toen nu Dinsdag 1.L het ontwerp Langer in dienst houden van dienstplielv haar op den tyuik drukt. Welnu, niemand drukt jou op je huik, maar jij werkt op den huik van het publiek en het piept, het lacht, v..'* John, die zich' in scherpte yan geest verheven waande boven zijn broer, maakte met zijn hand een minachtende, afweren de beweging. „Dear. Charlie," zeide hij, „ook deze ver onderstelling behoort tot de paradoxen, die schrijvers, in navolging van Walde, opwer pen om het publiek voof den gek te hou den." De schrijver ergerde zich heelemaal niet over de Oprechtheid van den clown. In tegendeel, hij moest er 'hartelijk o-m lachen. „Goed geplaatst, John! Gelukkig zijn er maar weinig van mijn lezers, die zooveel verstand hebben als jij." Den clown beviel deze luchthartige' cy nische toon heelemaal niet. „Dus jij speculeert op de domheid der menschen Dat is niet mooi, Charlie." Zijn broeder trok de schouders op. „Nu ja," ging hij -verder, „dat is nu eenmaal 's menschen lot en de natuurwet der wereld: óf ik -maak mij de zwakhe den der menschen ten -nutte, óf de men- schen slaan munt uit mijn tekortkomingen. Ik heb geen lust er in, dat men mij uit knijpt en -wegwerpt, als een citroen." John zweeg en stak een nieuwe sigaret op. Charlie volgde al zijn bewegingen met aandacht. Toen hij op1 zijn gezicht de schar duw van misnoegdheid waarnam. Was ook hij uit zijn humeur. Na een tijdje over- wion hij zichzelf en trachtte zijn broer op te vroolijken. „John,* ben je boos op mij?" Niet John alleen, docK ook zijn karak ter was van staal. Hij "kon met huichelen. „Het staat mij tegen," zei hij, „dat je zoo luchthartig, doet Een schrijver heeft heilige pliditeij." Een zware zucht ontsnapte aan de borst van den novellist. „Geloof je heusch* dat ik niet zou we ten, Welke mijn plichten zijn?" vroeg hij zijn broer met nadruk. „Jij denkt, dat ik tigen bij de Landweer" in behandeling werd genomen, kwam de heer Marchant op do zaak terug, en verklaarde hij met den grootsten nadruk, dat de schuld van den slechten geest niet lag bij de Kamer maar bij het Legerbestuur, dat twee groote fou ten had begaan, lo. door misplaatste zui nigheid niet te doen, wat redelijkerwijze voor de troepen kan verwacht worden; 2a. door niet te zorgen, dat, als men een maal reden gegeven heeft tot Weerbarstig 'heid, het gezag, gehandhaafd blijft, Voor beiden haalde de afgevaardigde voor Deventer het gebeurde te Apeldoorn aan. Daar heeft men de manschappen, die naar hun zin hij de burgerij waren ingekwartierd gelast -een 'kamp te betrekkenDat vond spreker op zichzelf niet %-erkeerd, maar dan had men dat kamp ook goed moe ten maken. Maar van de G pompen, die de commandant van het landweerbataJjon had aangevraagd, had men er vier ge schrapt, zoodat 1800 man het met twee pompen moesten doen. Van de aangevraag de kaarslantaarns aan eleotrisok licht is zelfs niet gedacht is "de halft ge schrapt; daarenboven gaan die uit, als het even waait, goodat dan liet heele kamp in 't donker zit. Officieren betaalden uit hun eigen zak allerlei dingen, wat hout, ojxlat niet allen pp stroo zouden behoe ven te liggen; ze betaalden zelfs wijs en lijnolie voor het dichtmaken der tenten. Een kantine in leigen beheer werd gewei- ge.rd; zij werd gegeven aan een kantinetrust, die een onbewoonbaar lokaal plaatste, waaraan alle gezelligheid ontbreekt, enz., enz., enz. En toen het dien tongen vevo!ge lot een uitbarsing kwam, waarbij offi cieren met steenen gegooid en geslagen 'zijd, en door den troep i ri vrij hei-is tel ling; van de arrestanten Weid. geëischt, zijn deze ook in vrijheid gesteld. Niet zonder reden, waar wel «enigszins te scherp maar zoo as nu eenmaal den aard van het beestje zeide de heer Marchant: „Als de Regeering van dat alles -nu de sdipld bij de Kamer blijft zoeken, kan zij over eenige dagen wel demobilisoeren, want dan is haar le ger geen knip voor den neus meer waard." Érnstige grief was het van den spreker, dat de Minister izich bij zoo ernstige zaak niet onmiddelijk zelf tnaar Apeldoorn had! begeven; dat zelfs de commandant der divisie niet verder geweest was dan het bureau van den brigadecommandant, en 'dat eerst anderhalve week later iemand met opdracht van 'alen Minister op onder- ■zoek is uitgegaan. Weinig gelukkig kwam het ons voor, aai de Minister hierop ant woordde, «Jat hiji daarvoor geen tijd had) gehad, door den berg van paperassen, die hij pioest afwerken, het gebeulde art Apel doorn lijkt ons toch van oneindig nicer gewicht dan alle paperassen ter wereld. Bracht dit alles veel electriciteit in de Kamer, het werd nog heel wat erger toen mij graag verneder tot het niveau der kleine menschenmenigte, inplaats van de men schen naar omhoog te trekken. Ken je mij dan heelemaal geen eerzucht toe? Deukje dat de populariteit mij vreugde bereidt? Je vergist je dan heel sterk, lieve John. Ik minacht het gevlei van hot publiek, evenals jij de bijvalsbetuigingen van. den circus be zoeker. Dat is voor mij geen belooning, omdat ik weet, dat het geen waarde heeft. Maar wat moet ik doen? Als mij*de over tuiging van mijn eerlijk hart bij het schrij ven der romans moest leiden, als ik do waarheden, die in-mijn hersenen rijpen, mijn publiek naar het hoofd zou smijten, kon ik de pen wel neerleggen, want ik zou geen lezers vinden waarvoor ik schrij ven kon. Ik deed immers eenmaal een po ging. Ik schreef immers twee eerlijke, goede boeken. En wat geschiedde -De critici wre- ven mij een decadent-zijn -aan en zeiden, dat ik eindigen zou als een Maupassant. En mijn publiek? Dat liet mij in den steek, alsof ik het nooit eenig .genoegen had be reid. Het publiek is -ongelooflijk laf en ondankbaar; het kocht, John, -geen hon derd exemplaren van de -boeken, die zijn bijval niet hadden verworven." - Charlie zweeg. „Dan behoor jij dus niet tot de uitverkore nen," merkte John met -pijnlijke oprecht heid op. „De werkelijke groeten weten hun ideeën aan het domste volk zelfs ingang* te doen vinden." „Het zal wel zoo zijn," antwoordde Char lie instemmend, „doch buiten de geestes- grootte heeft men dan ook nog andere hoe danigheden noodig. Het juiste aanpas-ver- mogen b.v. aan de verscheidenste nuan ces der samenleving, hoogmoed, zelfbeheer- sching en andere uiterlijkheden, die slechts door dien sohrijver gevonden worden, wiens verstand het hart overheerscht. Mrfn hart drukt mijn verstand naar omlaag. Ernstige stukjes zou mijn publiek van mij even zoo min ernstig opnemen als van jou. Arme jongen, wij beiden zijn, in de ware betee- kenis van het woord, slechts downs." John richtte rijn hoofd omhoog, alsof de de heer Marchant verklaarde, dat hij van een deskundige wist, dat absoluut onjuist is de passage in de Memorie van Ant woord „Voor een eventueele noodige samentrekking van die onder deden van het veldleger, die thans werkzaam zijn aan de gren zen tot het tegengaan van smok kelarij, zijn zoodanige voorberei dingen getroffen, dat deze op elk gewild oogenblik verzekerd is." Dat integendeel een ieder, die kennis van zaken heeft en de dislocatie der troepen op de kaart bestudeert, tot de slotsom moet komen, dat de samentrekking op elk oogen blik niet alleen niet verzekerd, maar zelfs onmogelijk is. Toen de spreker zoover was, -vroeg de Minister van Oorlog even het woord, om te verklaren, dat hij een openbare bespre king van de opstelling van het leger niet achtte in het belang des lands. De Voor zitter, de heer Van Nispen de Jhc'ei Goeman Borgesius was door lichte onge steldheid verhinderd de vergadering te pre- sideeren verzocht den heer Marchant niet op dit punt door to gaan, maardeze was niet geheel beieid aan hel verzoek te voldoen; volgens hem had het Nedcrland- sche volk er recht op, dat die zaken wor den behandeld, omdat liet aan de Tweede Kamer heeft toevertrouwd de zorg voor zijn belangen als de oorlog onverhoopt mocht uitbreken. En daar had men het incident, dat zeker niet onverwacht kwam; de Kamer is het moe, meer dan moe, „om het landsbelang" buiten kennis gehouden te worden van hetgeen er eigenlijk op mi litair gebied voorvalt; het bleek, dat dc lieer Marchant naar den zin van velen bad gesproken; de beer Schaper verklaar de, dat wij nu eindelijk het resultaat had den gekregen van de voortdurende geheim- doenerij van de Regeering tegenover volk en parlement, en drong aan op een comité- generaal, en de heer De Savomin Lobman zag men* druk aan het overleggen met an dere Kamerleden. Resultaat van het over leg was, dat er van hem met de heeren Gerrelson, Marchant, Duymaer van Twist, Scheurer, de Monté Verloren, Schaper, De Visser, Limburg en Albarda een voorstel kwam om „liet beleid van den Minister van Oorlog" in comité-generaal te behan delen, en aldus werd besloten. De deuren gingen toe, de pers werd weggezonden, en met een half uur was liet uit. Blijkbaar had men het eerst over de prealabele vraag- gehad, of bet wenschelijk was in deze tij den comité-generaal te houden, en die viaag is bevestigend beantwoord, want de ge- Woorden van zijn broer hem pijnlijk had den getroffen. Toen sprong hij op en zei met een eigenaardige uitdrukking in zijn slem „Ik zal je toonen, dat mijn publick niet zal lachen. Het zal mij1, als elk anderen kunstenaar, bijval en waardeering beta len." II. „Meneer de directeur, ik zal niet meer als clown optreden," deelde John ernstig mee. De cdrcus-directeur stond verslagen. „Dear, mr, John, - bon je gek, of neem je een loopje met me?" „Ik ben niet gek,"- antwoordde John met plechtige stem. Geen enkele equilibrist of kraehtnienscih zal do prestaties, die ik nu wil verrichten, na kunnen doen. Mijn lachend publiek moet mij „voortaan be wonderen. Het Jiloed zal hun in de aderen moeten stollen." De dikbuikige circusdirecteur schudde zijn hoofd. „fk vrees, dat u geen succes zuit Tie- Tialen," merkte bif qp. Het publiek is reeds zoo aan uw malligheden gewend, dat h""t ook uw gewaagdste en ernstigste kunst stukken op zal vatten als,voor den-gek-hou- derij." John heet zich op de lippen. Dc direc teur had dus dezelfde rneening als zijn broer. Nu, hij zou, dan toch eens toonen. III. Het circus was tjok-vol. Het publiek was in grooten getalo opgekomen, want de cou ranten .kondigden een nieuw, prikkelend senfsatie-nummer aan: mr. John Billy, Lon don's lieveling, de ongeëvenaarde domme August zou zich aan( het publiek voorstel len! als equilibrist en kraelitmonsoh. Hot publiek was van meening, dat de reclame eeu groote mop was, en toonde zich reeds uitermate ongeduldig. John trad éindelijk op. Hij verscheen in een .eenvoudig, elegant tricot, maar zijn ernstig, knap gezicht hielp niets. Integen- hcele dag van Woensdag is aan de ge heime zitting gewijd geweest. Ondertussdien was eene motie van den heer ter Laan verworpen, om de menschen, die, toen het leger gemobiliseerd werd, uit het buitenland zijn teruggekomen om bun dienstplicht te vervullen, wat zij op den daarvoor vastgesielden tijd niet hadden gedaan, en die dus in den zin der ,wet „deserteurs" varen met klein verlof naar huis te zenden, voor zoover ze behooren tot de lichting 1907 der Landweer of ouder zijn, en dus voor hen hetzelfde te doen als voor de lichting 1907. Voor deze menschen is door de Kamer de zoogenaamde amnes tiewet aangenomen, waardoor hun zondigen tegen de wet werd uitgewischt. Is dat am nestie, vroeg de heer tér Laan, als de men schen nu toch langer in dienst worden ge houden? Niettegenstaande de Minister deze motie „ten sterkste ontried", werd ze toch slechts met 32 tegen 22 stemmen verwor pen, Waarlijk, er zat wel electriciteit in de Kamer; laten we hopen, dat die door het Comité-Generaal van Woensdag geheel is ontladen. De mededeelingen, die daar zijn gedaan, zijn zeker van bijzonder gewacht geweest; nimmer zijn toch zoo bijzondere maatregelen genomen om niet beluisterd te wordende pers zelfs werd voor de wei nig vereerde keuze gesteld om zich in hare Kamer te laten bewaken of op straat le gaan. Toch juichen wij het houden van een Comité-Generaal in alle opzichten toe; eene weigering van het geven van inlichtingen aan de Tweede Kamer, zelfs in geheime zitting, zooals in het begin van den oorlog heihaaidelijk is geschied, en waarbij men zich toen heeft neergelegd, was op den duur niet vol te houden, en zou ten slotte lot ernstig en betreurenswaardig conflict hebben geleid. Naar verluidt is hel Comité-Generaal voor den Minister van Oorlog lang niet onbe vredigend geweest.» i t 1 1 i i De „Landstormwet" heeft heel wat stof opgejaagd. De sociaal-democraten hebben er zich direct opgeworpen als agitatiemid del, wat hun in deze tijden van onder linge' verdeeldheid natuurlijk dubbel wel kom is, en dat te meer, waar hun „witte broodsactie" totaal in het zand is Verloopen door de uitstekende kwaliteit aam het Re- geeringsbrood. Ook hup agitatie heeft mede gewerkt tot het waandenkbeeld, dat alle mannen tot 40 jaar loc, die door broeder- dienst of geluk bij de loting van hun eersten plicht 'jegens het vaderland waren vrijgesteld, nu ineens het geweer op schou der krijgen. En wie kennis nam van de meeting in Amsterdam gchoduen door voor standers van het ontwerp, welke meeting door anarchistische levenmakers in de war is gestuurd, zou wel moeten denken, dat het om een uiterst omvangrijk en gewichtig deel, met uitbundig gelach begroette liet publiek zijn lieveling. Dc ex clowm fronte de wenkbrauwen, en ging troisoh en rustig aan het werk. HJj werkte, alsof hij heelemaal geen mensch meer was.. De ongelooflijkste 'loeren gaf hij ten beste. 1 Maar bet publick bewonderde hém niet. Het was ook niet ontzet. Hij .lachte maar onophoudelijk. De ernst van den clown werkte kostelijk grappig. De waarde zijner toeren werd beoordeeld, zooals men een karikatuur of parodie beoordeelt. Het lachte maar. John beet zich' op de lippen. Het schoot liem te binnen, wat zijn broer en de di recteur hadden gezegd. 'En 'toch zou hij hun bewijzen dat hij gelijk had. Het pu bliek zou niet laohën. Hij wilde liét. Hjf zfil liet publiek tot een andere bijvalsbe tuiging dwingen. Hij besloot eeni toer te doen, die hem bet leven zou kosten, zoo hij mislukte. Hij,gelukte, maar het publiek betaalde hem niet in de verste verte den gewensch,- len1 bijval. Hij was nou niet langer meer boos op liet publiek. „Stommelingen," dacht hij bij zichzelve, „het loont heelemaal niet om tus- schcn jelui langer te leven. Nu, vooruit, ik zal je eens wat laten zien! Jullie zült mij applaus gevend" Hij klauterde naar den hoogsten balk van het ciraus en 'riep het publiek toe „Vaarwel." Toen sprong bij, hioofd omlaag, naar beneden. - Hét publiek was ontzet, doch slechts één oogenblik maar. In het volgende weer galmde een homerisch' gelach, Toen bra.k een daverend applaus los. Het publiek geloofde n.l., dat hij een grap bad uitgehaald en een pop omlaag had geworpen. Eerst toen zijn bloed den grond rood kleurde, bemerkte het zijn. benauwende vergissing...^' SCHIEDAMSCHE COURANT V i l

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 5