1
68"" Jaargang
aterdag 18 September 1915
No 14939
Tweede Blad.
Schaduwbeelden op den muur.
Machteloosheid vao den staat.
»\y
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam,en Vlaardingen fl. 1.25, franco
ter post 1.G5.
Prijs per week: Voor Schiedam enVlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prjs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 oents per advertentie, hij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
De Nederlaadsfche juristen-vereenigi ng
heeft dit jaar een belangrijke kwestie be
handeld, die alleszins de aandacht ver
dient: de vraag of onze wetgeving moet
verscherpt worden ten aanzien van de
beleediging.
Wij zullen op de betoogen, die zich
over het geheel op technisch-juridisch teij
rein hebben bewogen, niet in détails terug
komen. Maar toch verdient het vraagstuk
aller belangstelling, omdat het hier een
onderwerp betreft, dat bij het toenemen
der algemeene ontwikkeling, meer en meer
de aandacht vraagt, terwijl er bijna geen
gebied is waar de staatsmacht zoozeer te
kort schiet als hier.
Het beste bewijs daarvoor is, dat alleen
op dit gebied in sommige landen het vuist
recht is blijven bestaan. Eig?n lichting be
staat op vrijwel elk gebied tot de onmoge
lijkheden. Heeft iemand „een moord of een
diefstal gepleegd, dan haast men zich de
zaak te stellen in handen van de autori
teiten en denkt er in de meeste gevallen
met aan zelf den dader te gaan straffen.
Doch is iemands eer en goede naam aan
gerand, dan is het althans in het buiten
land niet zoo vanzelf sprekend, dat men
naar den Kadi loopt, integendeel, dan tracht
men in heel veel gevallen zichzelf recht
te verschaffen.
Wij willen nu niet in beschouwingen
treden over de vraag of dit goed oj. slecht
is. Wij constateerden alleen het feit, dat in
het buitenland nog velen van meening blij
ken te zijn, dat de staat wel in staat is
om leven en eigendom van zijn burgers
te beschermen doch niet om voor hun
eer en goeden naam hetzelfde te doen.
Opmerkelijk is, dat in Nederland van
de behoefte aan een bescherming van eer
en goeden naam* anders dan door den
staat weinig blijkt. Wat hiervoor de ver
klaring is, zullen Wij' thans niet nagaan,
mits men maar met ons van meening is,
dat dit geen bewijs is, dat de bescherming
door den staat bijl ons te lande voldoende is.
In de bedoelde vergadering van den Ju
rustenkring stonden twee beschouwingen
over den beleediger tegenover elkaar. De
eene helft der sprekers zag den beleediger
als den lastigen burgerman, die uit elk
gezegde slechte venijn zuigt, zich beleed igd
gevoelt en den beleediger deswege ter ver
antwoording wil zien geroepen. Terwijl de
andere helft meer geneigd was in de be
I?
Fedor Pruschkow zat in zijn kamer met
zijn schoo'werk. Maar hij was er ditmaal
niet bij, wat tegen zijn gewoonte streed
Doch in het salon had hij een prospectus
ontdekt, waarop silhouetten afgebeeld wa
ren, die men op den muur moest over-
brengen.
De afbeeldingen dansten hem steeds voor
de oogen, terwijl hij zijn grammaireboek
doorbladerde. Zij lieten hem niet met vree,
totdat hij het niet langer uithield en de
lamp achteruitzette om een eerste poging
te wagen.
Gemakkelijk was het niet. Hij moest een
Indiaan, een vrouwenkop, een zwaan, een
tijger probeeren na te bootsen. Vol ijver
werkte hij met zijn vingers, aanvankelijk
zonder voldoening, doch langzamerhand
iets ermee bereikend, dat naar gelijkenis
zweemde.
In de gang hoorde hij voetstappen.
Fedor snelde naar zijn plaats terug, ver
borg het prospectus tusschen zijn boeken
en boog zich, kleurende, over zijn werk.
Zijn moeder kwam binnen.'
„Kom je thee drinken, vent?"
De kroon in de eetkamer verspreidde een
getemperd licht in het vertrek. De theeketel
"zong gezellig en gedemptmevrouw Prusch
kow zat "stil voor zich heen te "kijken, vol
gedachten.
Fedor roerde in zijn glas om. Toen lichtte
hij den lepel eruit, waardoor een zwarte
schaduwstreep op het witte tafellaken viel,
•Hij probeerde nu om met die streep iets te
trekken, waardoor eenig beeld werd verkre
gen. Daarna keek hij langs den muur naar
de gordijnen en naar de schaduwen, -die zij
wierpen. Een ervan leek op een inéénge
doken kaj;. i
leediging het scherpe wapen te zien, waar-
'van de Fransche schrijver zegt: „Vooruit
maar, gebruik het maar, raken doe je altijd."
Het is niet te ontkennen, dat verscher
ping van de wetgeving ten aanzien van de
beleediging zeker veel geharrewar ten ge
volge zal Hebben en zeker allerlei
kwestietjes van niets tot rechtszaken zal
doen opblazen. Doch wat is aan- den an
deren kant toch ook wahr, dat schrikke
lijke woord van den Franschen dichter:
„Lastert maar raak. Er blijft altijd iets van
hangen."
Inderdaad laster is een schrikkelijk
wapen. Wil men zich van een tegenstander
ontdoen, hoe dan ook, er is geen beter
middel dan laster. Gelukkig is de mensch
m den regel niet consequent-slecht genoeg
om dit wapen in al zijn verschrikking te
hanleeren. Doch is men maar handig, voor
zichtig en geduldig genoeg, dan kan men
met laster eiken lastigen tegenstander uit
den weg ruimen.
En ook afgezien van dit ergste geval,
is laster nog zoo'n gevaarlijk wapen, dat
onnoemelijk vee! kwaad en leed en nadeel
veroorzaakt, hetzij het half opzettelijk en
zoo eens van tijd tot tijd gehanteerd wordt,
hetzij het onopzettelijk wordt gehanteerd.
Nog pas hebben wij in het openbare
leven daarvan een sterk voorbeeld kunnen
bijwonen (bij de oppositie tegen de land
stormwet. Het ontbrak de oppositie vrijwel
aan argumenten tegen deze wet. Men
maakte kabaal, men hield „deze" en „die"
groote vergadering, maar men had geen
ander argument dan dit: dat men als het
regent met uit moei gaan met een goede
paraplu, omdat men dan een ander zoo
licht afgunstig maakt op die paraplu.
Totdat een vrouwelijke agitator in Am
sterdam een tweede argument ontdekte, van
een zeker aantal heeren, die op oefen
plicht hadden aangedrongen en aan wier
optreden men uuede de indiening van dit
wetsontwerp had toegeschreven, waren twee
commissaris en een directeur van een
fabriek, die in den regel locomotieven en
andere vreedzame werktuigen maakt doch
die in dezen tijd ook oorlogsmateriaal was
gaan aanmaken. De insinuatie was dus-
deze drie hebben deze beweging op touw
gezet of althans gesteund om hun eigen
belang, althans het belang der bedoelde
fabriek te dienen.
Dat argument sloeg in. Er waren mis
schien enkele ingewijden, die deze mannen
kenden, die er wat om gelachen hebben,
er waren anderen, die wisten hoe hetadre-;
tot stand was gekomen en die dus nóg
harder gelachen hebben. Doch zij lachten
ten onrechte. Men staat niet te hoog voor
dergelijken laster. Hij treft altijd. En hij
„Hoe was het vandaag met het Fransch
vroeg hem zijn moeder.
„Een kat!" riep de jongen levendig, on
verwachte uit, terwijl hij gloeiend rood
werd. i
„Wat zeg je nu voor onzin, kind?"
„0, moeder, ik had niet geluisterd.
Den volgenden dag oefende Fedor weer
Vlijtig zijn sehadawenspel. Hrj had het al
zoover gebracht, dat hij bijna alle voor
beelden kon teruggeven. Alleen de tijger
wou niet lukken. Hij was zoo zeer in zijn
kunst verdiept,1 dat pij niet bemerkt had,
dat zijn moeder was binnengetreden.
Beschaamd liet hij zijn handen afglijden
en verstopte het voorbeeld.
„Wat hadt je daar, Fedor? Laat eens
kijken?" Haar lieve, melodieuse stem klonk
eetligszins achterdochtig.
„Niets, moeder, niets
„Ik heb toch gezien, dat je iets in je
hand had, vent, laat mij direct eens zien
Fedor trok met tegenstribbelen het be
wuste papier uit zijn zak en 'toonde heli
zijn moeder. Een verlegen lachje, een
schaamteblOSje gleed over zijn gezicht.
„Schaduwbeelden zijn het, moeder. Ik
probeerde ze op den muur te krijgen."
„En die verberg je nu voor mij? Toon
mij toch ook eens je kunst 1"
Fedor kromde en strekte zijn vingers en
verkreeg de beelden. j
„Prachtig, lieve jongen, maar ga nu gauw t
aan je werk en verdoe je tijd niet met die
beuzelarijen." j
„Ja, zeker, moeder,^ maar ik had mij
voor de grap maar een beetje geoefend"
Teer en' liefkoozc-nd stréken11 haar zachte
vingers door zijir donker haar. j
„Je bent mijn eigen, lieve jongen."
Toen de deur achter haar dicht was ge
vallen, begroef Fedor zich met koortsach-
tigen ijver in zijn schoolwerk. Hg voelde
trof ook in.dit geval. Tienduizenden, hon
derdduizenden wilden bet graag gelooven
en hebben het graag geloofd. En daarmee
was de beweging voor d© oefenplicht ge-
teekend: eigenbaat van enkele particulie
ren. Zelfs in de Staten-Generaa! is dit
edele geluid gehoord.
Wat nu daartegen te doen? Hoe te ver
hinderen dat lichtvaardig zulke insinuaties
geuit jvorden?
Het staatsbelang is hier in hooge mate
geschaad.
Ook zij, die zouden willen ontkennen,
dat bovenibedoslde redeneering ten aanzien
van de beweging van oefenplicht juist is
of die zouden willen volhouden, dat het in
casu niet zeker is, dat de insinuatie ten
onrechte is geschied (afgezien van de vraag
of zij opzettelijk valsch of slechts licht
vaardig is geuit), zullen moeten toegeven,
dat in een geval als dit zulk een insinuatie
onnoemelijk veel kwaad kan doen, dat zij
kan leiden tot een volmaakt averrechtsche
beslissing, waarbij verdachtmaking grooter
invloed heeft dan argumentatie.
Wat nu is daartegen te doen? Hoe kan de
staat hier zich zelf verdedigden, hoe ver
hinderen,dat een- gegeven 'partij politieke
voordcelen tracht te behalen met het vol
gen van het bekende recept: „Lastertmaar
raak, er blijft altijd iets van hangen?"
Want men veigete dit niet: Niet alleen
üjdt de staat hier nadeel door de onjuiste
beslissing, gevolg van lastering, doch ook
is het een belangrijk nadeel, dat door derge
lijke methodes het openbare leven vergiftigd
wordt.
Wij achten het vraagstuk uitermate be
langrijk en in dubbele mate de overweging
waard vooral van degenen, die bij belee
diging enz. altijd in de eerste plaats denken
aan die vervelende menschen, die iedereen
in het dagelijksch leven kent en wier teenen
men altijd vermijden moet omdat het haast
onmogelijk is er niet op te trappen.
Hét is wel degelijk een ernstig euvel,
dat de aandacht van elk serieus democraat
in hooge mate verdient,-omdat het op den
duur toch niet te dulden is, dat de staat
hooge belangen, als hier op het spel staan,
maar voortdurend onverdedigl laat.
STADSNIEUWS.
St«vacoaiité Schiedam.
De beste steun.
Het Steuncomité te Schiedam heeft nog
altijd een groot aantal werkloozen te hel
pen en moet wekelijks nog teen groot be
drag uitkêeren.
Wie iets voor het Steuncomité wil af
staan, kan 'dat ook doen met wekelijksche
of maandelijksche bijdragen.
zich erg verlegen over het feit, dat hij over
vallen was geworden bij een soort bezig
heid, die hij, diep in zich, eigenlijk min
derwaardig vond. Het prospectus borg hij
weg in een lade van zijn schrijftafel en een
week lang keek hij er niet meer naar om.
Op zekeren avond, na beëindiging van
zijn werk, en geen lust voelend om te
lezen, herinnerde hij zich plotseling het
ding. Hij vond het terug en ging zichoefe-
nen. Hij knipte uit een stuk karton kleine
reepen, waarmee hij de schaduwbeelden
ti achtte te volmaken en te verfraaien. Het
werk gaf hem, nu het zooveel grootscher
van opzet werd, zooveel pleizier, dat h;j
langzamerhand geheel zijn huiswerk veron
achtzaamde. Hij had steeds groote neiging
tot droomerijen gehad. Hij liet zijn phanta-
sie gaan en zoo zag hij in de schaduw
beelden werkelijke figuren, waarmee hij"
sjuak en die hem een nieuwe wereld oj»en-
baaiden. Avond aan avond was hij ermee
bezig, totdat zjjn moeder hem opnieuw
kwam verrassen.
„Nu moest je mij dat prospectus eens
geven," zei ze streng. „Het kan niet anders
of je werk lijdt er onder. Den heeien dag
hen je in gedachten en speel je met je
vingers, kind."
7Aj ontnam hem het papier en ging heen.
Fedor schaamde zich nog veel meet dan
den eersten keer. Hij voelde, dat zijn moe
der gelijk had, maar toch kon hij het hevig
veilangen naar de hem dierbaar geworden
schaduwbeelden niet meer onderdrukken.
Iets van trotschheid borrelde in hem op.
Ilij had eigenlijk dat heele blad niet meer
noodig. De figuren en nog veel meer dan
de opgegeven figuren, had hij allemaal wét
goed in zijn hoofd.
Mevrouw Pruschkow zat in de eetkamer.
Vóór haar lag het prospectus, dat zij met
aandacht bekeek. Zjj overlegde bij zichzelve
De geregelde steun is de beste.
Men geve even kennis aan den Penning
meester van het Comité, den heer A. L.
Boot, Nieuwe Haven 83, en voor het ge
regeld innen der bedragen wordt gezorgd.
Ingezonden Mededeelingen.
Ernstigs gevolgen.
Lijdt gij aan rugpijn, hoofdpijn, duizelig
heid .prikkelbaarheid, slapeloosheid, ver
moeidheid reeds 's morgens bij het opstaan?
Dit wijst er op, dat de nieren niet ,tno:r ge
regeld de schadelijke onzuiverheden uit het
bloed afscheiden. De gevolgen hiervan zijn
verschillend, naar gïlang van het gestel van
den lijder, want de onzuiverheden tasten
--erst het zwakste punt van het geste! aan.
Bij oenigen tasten zij de spieren en weefsels
aan en veroorzaken zij pijn in den ru», 'Je
zijden, de schouders, de armen of benen,
en zwellen de gewrichten op (rheumatiek,
jicht, ischias, zenuwpijnen). Bij anderen
kristalliseeren de onzuiverheden zich in de
nieren of blaas en vormen zij graveel, aan
geduid door troebele of beslagen urine, be
zinksel in het water, hetwelk de urinewegen
aantast en leidt tot pijn in den onderhuik,
voortdurende aandrang tot loozing, brande
rige pijn, verstopping der urinewegen en
later tot niersteen.. Ook kan het zich voor
doen, dat het water niet wordt afgevoerd,
waardoor blazen onder de oogen, opzwel
ling der voeten, enkels, polsen, beenen enz.,
gevormd worden (waterzucht), terwijl het
ook kan voorkomen, dat het levengevend
eiwit ongestoord het lichaam kan verlaten
(albuminerie). Die eenvoudige, veiwaarloos-
de rugpijn kan dus ernstige gevolgen met
zich Brengen en onmiddellijke verzorging
is derhalve noodzakelijk bij het optreden
der eerste verschijnselen.
Foster's Rugpijn Nieren "Pillen genezen
de nieren en stellen haar in staat om voor
taan volkomen alle schadelijke stoffen uit
het bloed te filtreeren, .waardoor zij het
kwaad in zijn wortels aantasten en uit
roeien.
Te Schiedam verknjgb. bij de h.b, Kappel
hoff Hovingh. Toezending geschiedt franco
na ontw v. postwissel
h fl.75 voor één, of
fe Jat f 10.voor zes floozen
Eischt de echte Foster's
jfi&f Rugpijn Nieren Pillen
ffSjjiAhSSK weigert elke doos, die
J-11 w f niet voorzien is var
a nevenstaand handels
menc.
BINNENLAND.
Ftnantisel aleawi.
IV eer ba arheidsloten.
Gisteravond weid te Utrecht eene ver
gadering gehouden van houders van Weer-
wat er toch voor bekoring aan deze sil
houetten mocht zijn, dat Fedor er zoodanig
door werd beïnvloed. Zij begreep het niet,
kon het niet vatten. Als een soort van
benauwenis werd haar dit alles, als een
voorgevoel van ernstige, komende dingen.
Opeens sprong zjj vastbesloten op, deed
de lamp uit en stak een kaars aan. Toen
begon zij mét overleg haar handen te vou
wen, zooals het prospectus aangaf, en zie,
eerst onduidelijk, doch langzamerhand hel
der en omlijnd, verscheen er een kop op
den muur, die haar scheen toe te knikken.
Verschrikt kromp zij ineen, waardoor zij
aan de kaars sliet, die over den grond
rolde, even naflikkerdc en uitdoofde. In de
kamer dwaalde nog een zwakke lichtstreep
rond, van de straat naar binnen. Zij stond
star,verbijsterd en beangstigd. De scha
duw had haar grooie vrees aangejaagd.
Zij dacht aan haar man terug, die vijf
jaar geleden gestorven was, in de kracht
van zijn leven, aan alcohol-vergiftiging. I)e
drang van den knaap, om dit spel van
schaduw en „te zoeken, scheen haar ziekelijk.
Zou mogelijk overerving -do oorzaak
zijn? Zij had gelezen, hoe kinderen van
alcoholisten vaak krankzinnig worden.
Zij ti ad op het raam loe en "keek de
straat in. Leeg en doodsch lag ze daar
Een enkel tijtuig gleed er doorheen, en een
schaduw volgde rechts, links, vóór, ach
ter, steeds om het gevaarte heen.
De schaduw
Meviouw Pruschkow ontdekte, dat Fedor
zijn schaduwspel niet opgaf. Haar vrees
nam toe.
Op zekeren middag zei ze:
„Is er dan niets anders, wat je zou
kunnen interesseeren, Fedor?"
„Ik weet hel niet, moeder."
„Lees toch eens wat meer!"
„Dat deed ik reeds, moeder; maar "de'
baarheidsloten, uitgeschreven door mr. A.
J. Fokker te Leiden en de Utrechtsche Wis
sel- en Effectenbank J. Fryda Lzn. en Co.
te Utrecht -
Mr. Fokker, die bij acclamatie als voor
zitter werd aangewezen, gaf een overzicht
van de redenen welke tot het bijeenroepen
dezer vergadering leidden. Voor kennis van
de zaak, zeide spreker, is het noodig terug
te gaan in de geschiedenis. In 1867 is hier
te lande opgericht eene Vereeniging ter be
vordering van 's lands weerbaarheid. Het
zelfde jaar verkreeg z!ij op hare statuten
de Koninklijke bewilliging. In 1870 meende
zij een loterij op touwt te moeten zetten,
welke goedgekeurd is bij resolutie van 2
Juli 1870. Deze vereeniging bestaat thans
niet meer. De Koninklijke bewilliging heeft
men indertijd laten verioopen. Op 8 Octo
ber 1899 is eene nieuwe vereeniging ter
bevordering van 'siand» weerbaarheid op
gericht, welke vereeniging niet veel heeft
te maken met genoemde loterij. De loterij
staat thans onder administratie van een.3
commissie, welke het waarborgfonds der
loterij beheert. Mr. f. A. van Hall te
Utrecht treedt namens* deze commissie op.
Nu heeft zich het geval voorgedaan dat de
uitloting, gehouden in Juli van dit jaar, is
geschorst (Wel heeft de serietrekking plaats
gehad). Deze is geheel willekeurig uitge
steld tot 23 October a. shetgeen niet ge
oorloofd is. Deze omstandigheid heeft alge
meen de aandacht getrokken. Verschillende
eigenaars van loten hebben zich afgevraagd
of te dezer zake iets gedaan kan worden
om hunne belangen te bevorderen en zij
niet het slachtoffer worden van willekeur.
Men heeft dan nu het plan gevormd een ibe-
schermingscomité in het leven te roepen,
waarvoor deze vergadering is uitgeschreven.
Da voorzitter geeft hierna gelegenheid toE
gedadhterxwisseling. Bij de besprekingen
weid medegedeeld dat er voor uitstel der
premictrekking geen noodzaak bestond. D®
h"-er Van Hall heeft als reden opgegeven dat
er bij hem een verzoek was ingekomen van
effectenhandelaren om met de loten nog
eenigon tijd handel te mogen drijven. In da
statuten en andere bescheiden van de thans
niet meer bestaande Weerbaarheidsvereeni-
ging staat niets over het waarborgfonds der
uitloting vermeld. Algemeen oordeelden de
aanwezigen het gewenscht dat meer licht in
deze zaak wordt ontstoken. Gewezen werd
nog op .het feit, dat de Weerbaarheidsloten.
?en internationaal karakter dragen. Dit werd
•>en reden te meer geacht om de zaak zeer
voorzichtig en met groote accuratesse te be
handelen. Naar aanleiding van de besprekin
gen werd opgericht een „Vereeniging van
houders van loten der Vereeniging van
"s lands weerbaarheid". Alle aanwezigen een
30-tal, t gad en als lid toe. In het voorioèpig
bestuur der* vereeniging werden benoemd
de h( eren mr. A. J. Fokker te Leiden, J.
Fnda Lzn. te Utrecht. G. Blatt te Amster
dam, H. Lams velt te Arnhem, inr. li. J.
van Noppen te Utrecht, E. Fryda te Den
Haag en A. Groenerekl te Amsterdam. Het
letters dansen mij voor de oogen en kron
kelen zich tot een of ander figuur."
De vrees van de moeder steeg meer en
meer. Zij ging met Fedor naar een dokter.
Maar deze vond niets verontrustends; een
klein medicamentje werd voorgeschreven,
wat niet de minste bevrediging gaf aan de
moeder.
Ook op school begon Fedor onoplettend
te worden. Steeds moest hij aan de scha
duwbeelden denken. Verscheidene,, malen
werd hij tot de werkelijkheid geroepen door
eenige berisping van den leeraar; tenslotte
liep hij straf op.
Zijn eerste straf 1 Fedor voelde het pa#-
pier, waaronder zijn. moeder een „gezien"
moest schrijven, branden in zijn zak. Hij
vreesde de oogen van zijn moeder.
Zij zagen hem met verwijtende blikken
aan, toen hij haar het papier overhandigde.
„Fedor," hoorde hij de stem zaeht-kla-
gend spreken„Fedor, wat is dat?"
„Moedertje, wees niet boos!" snikte de
jongen, en drukte zich (egen haar aan.
Fedor trachtte daarna met alle kracht
die 'in hem was, de zwarte beelden uit
zijn gedachten to verbannen. Hij strekte
vingers niet meer, hij vei zou g-een
nieuwe schaduwen. Maar de schaduwen
zochten hem. Voorwerpen, allerhande din
gen, konden hem niet zijn aandacht al-
dwingen; hij bleef slechts schaduwen zien.
Dikwijls betrapte hij er zich op, hoe hij,
over straat gaande, zijn handen inéén vouw
de en met het zonlicht eenig schaduw
beeld maakte. Hij voelde een wanhopige
schaamte hierover.
Zijn moeder bemerkte zijn strijd zeer
goed, wat slechts haar 2orgen deed ver
meerderen. En er kwam nog iets bij. Zjj
voelde zelf, hoezeer de verzoeking in haar
opleefde, om ook schaduwbeelden le vor
men. Wanhoop maakte zich van haar mees
ter, in vertwijfeling wrong zSjf de blanke,
smalle handen inéén. En opeens schrok zij
terug, zij zag de schaduwen ervan op den
muur
Rust vond zij ook 'snachts niet meer,
m
SCHIEDAMSCHE COURAiT
fciïi" i j
f
fis»