1 68"" Jaargang aterdag 18 September 1915 No 14939 Tweede Blad. Schaduwbeelden op den muur. Machteloosheid vao den staat. »\y Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen Prijs per kwartaal: Voor Schiedam,en Vlaardingen fl. 1.25, franco ter post 1.G5. Prijs per week: Voor Schiedam enVlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prjs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 oents per advertentie, hij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. De Nederlaadsfche juristen-vereenigi ng heeft dit jaar een belangrijke kwestie be handeld, die alleszins de aandacht ver dient: de vraag of onze wetgeving moet verscherpt worden ten aanzien van de beleediging. Wij zullen op de betoogen, die zich over het geheel op technisch-juridisch teij rein hebben bewogen, niet in détails terug komen. Maar toch verdient het vraagstuk aller belangstelling, omdat het hier een onderwerp betreft, dat bij het toenemen der algemeene ontwikkeling, meer en meer de aandacht vraagt, terwijl er bijna geen gebied is waar de staatsmacht zoozeer te kort schiet als hier. Het beste bewijs daarvoor is, dat alleen op dit gebied in sommige landen het vuist recht is blijven bestaan. Eig?n lichting be staat op vrijwel elk gebied tot de onmoge lijkheden. Heeft iemand „een moord of een diefstal gepleegd, dan haast men zich de zaak te stellen in handen van de autori teiten en denkt er in de meeste gevallen met aan zelf den dader te gaan straffen. Doch is iemands eer en goede naam aan gerand, dan is het althans in het buiten land niet zoo vanzelf sprekend, dat men naar den Kadi loopt, integendeel, dan tracht men in heel veel gevallen zichzelf recht te verschaffen. Wij willen nu niet in beschouwingen treden over de vraag of dit goed oj. slecht is. Wij constateerden alleen het feit, dat in het buitenland nog velen van meening blij ken te zijn, dat de staat wel in staat is om leven en eigendom van zijn burgers te beschermen doch niet om voor hun eer en goeden naam hetzelfde te doen. Opmerkelijk is, dat in Nederland van de behoefte aan een bescherming van eer en goeden naam* anders dan door den staat weinig blijkt. Wat hiervoor de ver klaring is, zullen Wij' thans niet nagaan, mits men maar met ons van meening is, dat dit geen bewijs is, dat de bescherming door den staat bijl ons te lande voldoende is. In de bedoelde vergadering van den Ju rustenkring stonden twee beschouwingen over den beleediger tegenover elkaar. De eene helft der sprekers zag den beleediger als den lastigen burgerman, die uit elk gezegde slechte venijn zuigt, zich beleed igd gevoelt en den beleediger deswege ter ver antwoording wil zien geroepen. Terwijl de andere helft meer geneigd was in de be I? Fedor Pruschkow zat in zijn kamer met zijn schoo'werk. Maar hij was er ditmaal niet bij, wat tegen zijn gewoonte streed Doch in het salon had hij een prospectus ontdekt, waarop silhouetten afgebeeld wa ren, die men op den muur moest over- brengen. De afbeeldingen dansten hem steeds voor de oogen, terwijl hij zijn grammaireboek doorbladerde. Zij lieten hem niet met vree, totdat hij het niet langer uithield en de lamp achteruitzette om een eerste poging te wagen. Gemakkelijk was het niet. Hij moest een Indiaan, een vrouwenkop, een zwaan, een tijger probeeren na te bootsen. Vol ijver werkte hij met zijn vingers, aanvankelijk zonder voldoening, doch langzamerhand iets ermee bereikend, dat naar gelijkenis zweemde. In de gang hoorde hij voetstappen. Fedor snelde naar zijn plaats terug, ver borg het prospectus tusschen zijn boeken en boog zich, kleurende, over zijn werk. Zijn moeder kwam binnen.' „Kom je thee drinken, vent?" De kroon in de eetkamer verspreidde een getemperd licht in het vertrek. De theeketel "zong gezellig en gedemptmevrouw Prusch kow zat "stil voor zich heen te "kijken, vol gedachten. Fedor roerde in zijn glas om. Toen lichtte hij den lepel eruit, waardoor een zwarte schaduwstreep op het witte tafellaken viel, •Hij probeerde nu om met die streep iets te trekken, waardoor eenig beeld werd verkre gen. Daarna keek hij langs den muur naar de gordijnen en naar de schaduwen, -die zij wierpen. Een ervan leek op een inéénge doken kaj;. i leediging het scherpe wapen te zien, waar- 'van de Fransche schrijver zegt: „Vooruit maar, gebruik het maar, raken doe je altijd." Het is niet te ontkennen, dat verscher ping van de wetgeving ten aanzien van de beleediging zeker veel geharrewar ten ge volge zal Hebben en zeker allerlei kwestietjes van niets tot rechtszaken zal doen opblazen. Doch wat is aan- den an deren kant toch ook wahr, dat schrikke lijke woord van den Franschen dichter: „Lastert maar raak. Er blijft altijd iets van hangen." Inderdaad laster is een schrikkelijk wapen. Wil men zich van een tegenstander ontdoen, hoe dan ook, er is geen beter middel dan laster. Gelukkig is de mensch m den regel niet consequent-slecht genoeg om dit wapen in al zijn verschrikking te hanleeren. Doch is men maar handig, voor zichtig en geduldig genoeg, dan kan men met laster eiken lastigen tegenstander uit den weg ruimen. En ook afgezien van dit ergste geval, is laster nog zoo'n gevaarlijk wapen, dat onnoemelijk vee! kwaad en leed en nadeel veroorzaakt, hetzij het half opzettelijk en zoo eens van tijd tot tijd gehanteerd wordt, hetzij het onopzettelijk wordt gehanteerd. Nog pas hebben wij in het openbare leven daarvan een sterk voorbeeld kunnen bijwonen (bij de oppositie tegen de land stormwet. Het ontbrak de oppositie vrijwel aan argumenten tegen deze wet. Men maakte kabaal, men hield „deze" en „die" groote vergadering, maar men had geen ander argument dan dit: dat men als het regent met uit moei gaan met een goede paraplu, omdat men dan een ander zoo licht afgunstig maakt op die paraplu. Totdat een vrouwelijke agitator in Am sterdam een tweede argument ontdekte, van een zeker aantal heeren, die op oefen plicht hadden aangedrongen en aan wier optreden men uuede de indiening van dit wetsontwerp had toegeschreven, waren twee commissaris en een directeur van een fabriek, die in den regel locomotieven en andere vreedzame werktuigen maakt doch die in dezen tijd ook oorlogsmateriaal was gaan aanmaken. De insinuatie was dus- deze drie hebben deze beweging op touw gezet of althans gesteund om hun eigen belang, althans het belang der bedoelde fabriek te dienen. Dat argument sloeg in. Er waren mis schien enkele ingewijden, die deze mannen kenden, die er wat om gelachen hebben, er waren anderen, die wisten hoe hetadre-; tot stand was gekomen en die dus nóg harder gelachen hebben. Doch zij lachten ten onrechte. Men staat niet te hoog voor dergelijken laster. Hij treft altijd. En hij „Hoe was het vandaag met het Fransch vroeg hem zijn moeder. „Een kat!" riep de jongen levendig, on verwachte uit, terwijl hij gloeiend rood werd. i „Wat zeg je nu voor onzin, kind?" „0, moeder, ik had niet geluisterd. Den volgenden dag oefende Fedor weer Vlijtig zijn sehadawenspel. Hrj had het al zoover gebracht, dat hij bijna alle voor beelden kon teruggeven. Alleen de tijger wou niet lukken. Hij was zoo zeer in zijn kunst verdiept,1 dat pij niet bemerkt had, dat zijn moeder was binnengetreden. Beschaamd liet hij zijn handen afglijden en verstopte het voorbeeld. „Wat hadt je daar, Fedor? Laat eens kijken?" Haar lieve, melodieuse stem klonk eetligszins achterdochtig. „Niets, moeder, niets „Ik heb toch gezien, dat je iets in je hand had, vent, laat mij direct eens zien Fedor trok met tegenstribbelen het be wuste papier uit zijn zak en 'toonde heli zijn moeder. Een verlegen lachje, een schaamteblOSje gleed over zijn gezicht. „Schaduwbeelden zijn het, moeder. Ik probeerde ze op den muur te krijgen." „En die verberg je nu voor mij? Toon mij toch ook eens je kunst 1" Fedor kromde en strekte zijn vingers en verkreeg de beelden. j „Prachtig, lieve jongen, maar ga nu gauw t aan je werk en verdoe je tijd niet met die beuzelarijen." j „Ja, zeker, moeder,^ maar ik had mij voor de grap maar een beetje geoefend" Teer en' liefkoozc-nd stréken11 haar zachte vingers door zijir donker haar. j „Je bent mijn eigen, lieve jongen." Toen de deur achter haar dicht was ge vallen, begroef Fedor zich met koortsach- tigen ijver in zijn schoolwerk. Hg voelde trof ook in.dit geval. Tienduizenden, hon derdduizenden wilden bet graag gelooven en hebben het graag geloofd. En daarmee was de beweging voor d© oefenplicht ge- teekend: eigenbaat van enkele particulie ren. Zelfs in de Staten-Generaa! is dit edele geluid gehoord. Wat nu daartegen te doen? Hoe te ver hinderen dat lichtvaardig zulke insinuaties geuit jvorden? Het staatsbelang is hier in hooge mate geschaad. Ook zij, die zouden willen ontkennen, dat bovenibedoslde redeneering ten aanzien van de beweging van oefenplicht juist is of die zouden willen volhouden, dat het in casu niet zeker is, dat de insinuatie ten onrechte is geschied (afgezien van de vraag of zij opzettelijk valsch of slechts licht vaardig is geuit), zullen moeten toegeven, dat in een geval als dit zulk een insinuatie onnoemelijk veel kwaad kan doen, dat zij kan leiden tot een volmaakt averrechtsche beslissing, waarbij verdachtmaking grooter invloed heeft dan argumentatie. Wat nu is daartegen te doen? Hoe kan de staat hier zich zelf verdedigden, hoe ver hinderen,dat een- gegeven 'partij politieke voordcelen tracht te behalen met het vol gen van het bekende recept: „Lastertmaar raak, er blijft altijd iets van hangen?" Want men veigete dit niet: Niet alleen üjdt de staat hier nadeel door de onjuiste beslissing, gevolg van lastering, doch ook is het een belangrijk nadeel, dat door derge lijke methodes het openbare leven vergiftigd wordt. Wij achten het vraagstuk uitermate be langrijk en in dubbele mate de overweging waard vooral van degenen, die bij belee diging enz. altijd in de eerste plaats denken aan die vervelende menschen, die iedereen in het dagelijksch leven kent en wier teenen men altijd vermijden moet omdat het haast onmogelijk is er niet op te trappen. Hét is wel degelijk een ernstig euvel, dat de aandacht van elk serieus democraat in hooge mate verdient,-omdat het op den duur toch niet te dulden is, dat de staat hooge belangen, als hier op het spel staan, maar voortdurend onverdedigl laat. STADSNIEUWS. St«vacoaiité Schiedam. De beste steun. Het Steuncomité te Schiedam heeft nog altijd een groot aantal werkloozen te hel pen en moet wekelijks nog teen groot be drag uitkêeren. Wie iets voor het Steuncomité wil af staan, kan 'dat ook doen met wekelijksche of maandelijksche bijdragen. zich erg verlegen over het feit, dat hij over vallen was geworden bij een soort bezig heid, die hij, diep in zich, eigenlijk min derwaardig vond. Het prospectus borg hij weg in een lade van zijn schrijftafel en een week lang keek hij er niet meer naar om. Op zekeren avond, na beëindiging van zijn werk, en geen lust voelend om te lezen, herinnerde hij zich plotseling het ding. Hij vond het terug en ging zichoefe- nen. Hij knipte uit een stuk karton kleine reepen, waarmee hij de schaduwbeelden ti achtte te volmaken en te verfraaien. Het werk gaf hem, nu het zooveel grootscher van opzet werd, zooveel pleizier, dat h;j langzamerhand geheel zijn huiswerk veron achtzaamde. Hij had steeds groote neiging tot droomerijen gehad. Hij liet zijn phanta- sie gaan en zoo zag hij in de schaduw beelden werkelijke figuren, waarmee hij" sjuak en die hem een nieuwe wereld oj»en- baaiden. Avond aan avond was hij ermee bezig, totdat zjjn moeder hem opnieuw kwam verrassen. „Nu moest je mij dat prospectus eens geven," zei ze streng. „Het kan niet anders of je werk lijdt er onder. Den heeien dag hen je in gedachten en speel je met je vingers, kind." 7Aj ontnam hem het papier en ging heen. Fedor schaamde zich nog veel meet dan den eersten keer. Hij voelde, dat zijn moe der gelijk had, maar toch kon hij het hevig veilangen naar de hem dierbaar geworden schaduwbeelden niet meer onderdrukken. Iets van trotschheid borrelde in hem op. Ilij had eigenlijk dat heele blad niet meer noodig. De figuren en nog veel meer dan de opgegeven figuren, had hij allemaal wét goed in zijn hoofd. Mevrouw Pruschkow zat in de eetkamer. Vóór haar lag het prospectus, dat zij met aandacht bekeek. Zjj overlegde bij zichzelve De geregelde steun is de beste. Men geve even kennis aan den Penning meester van het Comité, den heer A. L. Boot, Nieuwe Haven 83, en voor het ge regeld innen der bedragen wordt gezorgd. Ingezonden Mededeelingen. Ernstigs gevolgen. Lijdt gij aan rugpijn, hoofdpijn, duizelig heid .prikkelbaarheid, slapeloosheid, ver moeidheid reeds 's morgens bij het opstaan? Dit wijst er op, dat de nieren niet ,tno:r ge regeld de schadelijke onzuiverheden uit het bloed afscheiden. De gevolgen hiervan zijn verschillend, naar gïlang van het gestel van den lijder, want de onzuiverheden tasten --erst het zwakste punt van het geste! aan. Bij oenigen tasten zij de spieren en weefsels aan en veroorzaken zij pijn in den ru», 'Je zijden, de schouders, de armen of benen, en zwellen de gewrichten op (rheumatiek, jicht, ischias, zenuwpijnen). Bij anderen kristalliseeren de onzuiverheden zich in de nieren of blaas en vormen zij graveel, aan geduid door troebele of beslagen urine, be zinksel in het water, hetwelk de urinewegen aantast en leidt tot pijn in den onderhuik, voortdurende aandrang tot loozing, brande rige pijn, verstopping der urinewegen en later tot niersteen.. Ook kan het zich voor doen, dat het water niet wordt afgevoerd, waardoor blazen onder de oogen, opzwel ling der voeten, enkels, polsen, beenen enz., gevormd worden (waterzucht), terwijl het ook kan voorkomen, dat het levengevend eiwit ongestoord het lichaam kan verlaten (albuminerie). Die eenvoudige, veiwaarloos- de rugpijn kan dus ernstige gevolgen met zich Brengen en onmiddellijke verzorging is derhalve noodzakelijk bij het optreden der eerste verschijnselen. Foster's Rugpijn Nieren "Pillen genezen de nieren en stellen haar in staat om voor taan volkomen alle schadelijke stoffen uit het bloed te filtreeren, .waardoor zij het kwaad in zijn wortels aantasten en uit roeien. Te Schiedam verknjgb. bij de h.b, Kappel hoff Hovingh. Toezending geschiedt franco na ontw v. postwissel h fl.75 voor één, of fe Jat f 10.voor zes floozen Eischt de echte Foster's jfi&f Rugpijn Nieren Pillen ffSjjiAhSSK weigert elke doos, die J-11 w f niet voorzien is var a nevenstaand handels menc. BINNENLAND. Ftnantisel aleawi. IV eer ba arheidsloten. Gisteravond weid te Utrecht eene ver gadering gehouden van houders van Weer- wat er toch voor bekoring aan deze sil houetten mocht zijn, dat Fedor er zoodanig door werd beïnvloed. Zij begreep het niet, kon het niet vatten. Als een soort van benauwenis werd haar dit alles, als een voorgevoel van ernstige, komende dingen. Opeens sprong zjj vastbesloten op, deed de lamp uit en stak een kaars aan. Toen begon zij mét overleg haar handen te vou wen, zooals het prospectus aangaf, en zie, eerst onduidelijk, doch langzamerhand hel der en omlijnd, verscheen er een kop op den muur, die haar scheen toe te knikken. Verschrikt kromp zij ineen, waardoor zij aan de kaars sliet, die over den grond rolde, even naflikkerdc en uitdoofde. In de kamer dwaalde nog een zwakke lichtstreep rond, van de straat naar binnen. Zij stond star,verbijsterd en beangstigd. De scha duw had haar grooie vrees aangejaagd. Zij dacht aan haar man terug, die vijf jaar geleden gestorven was, in de kracht van zijn leven, aan alcohol-vergiftiging. I)e drang van den knaap, om dit spel van schaduw en „te zoeken, scheen haar ziekelijk. Zou mogelijk overerving -do oorzaak zijn? Zij had gelezen, hoe kinderen van alcoholisten vaak krankzinnig worden. Zij ti ad op het raam loe en "keek de straat in. Leeg en doodsch lag ze daar Een enkel tijtuig gleed er doorheen, en een schaduw volgde rechts, links, vóór, ach ter, steeds om het gevaarte heen. De schaduw Meviouw Pruschkow ontdekte, dat Fedor zijn schaduwspel niet opgaf. Haar vrees nam toe. Op zekeren middag zei ze: „Is er dan niets anders, wat je zou kunnen interesseeren, Fedor?" „Ik weet hel niet, moeder." „Lees toch eens wat meer!" „Dat deed ik reeds, moeder; maar "de' baarheidsloten, uitgeschreven door mr. A. J. Fokker te Leiden en de Utrechtsche Wis sel- en Effectenbank J. Fryda Lzn. en Co. te Utrecht - Mr. Fokker, die bij acclamatie als voor zitter werd aangewezen, gaf een overzicht van de redenen welke tot het bijeenroepen dezer vergadering leidden. Voor kennis van de zaak, zeide spreker, is het noodig terug te gaan in de geschiedenis. In 1867 is hier te lande opgericht eene Vereeniging ter be vordering van 's lands weerbaarheid. Het zelfde jaar verkreeg z!ij op hare statuten de Koninklijke bewilliging. In 1870 meende zij een loterij op touwt te moeten zetten, welke goedgekeurd is bij resolutie van 2 Juli 1870. Deze vereeniging bestaat thans niet meer. De Koninklijke bewilliging heeft men indertijd laten verioopen. Op 8 Octo ber 1899 is eene nieuwe vereeniging ter bevordering van 'siand» weerbaarheid op gericht, welke vereeniging niet veel heeft te maken met genoemde loterij. De loterij staat thans onder administratie van een.3 commissie, welke het waarborgfonds der loterij beheert. Mr. f. A. van Hall te Utrecht treedt namens* deze commissie op. Nu heeft zich het geval voorgedaan dat de uitloting, gehouden in Juli van dit jaar, is geschorst (Wel heeft de serietrekking plaats gehad). Deze is geheel willekeurig uitge steld tot 23 October a. shetgeen niet ge oorloofd is. Deze omstandigheid heeft alge meen de aandacht getrokken. Verschillende eigenaars van loten hebben zich afgevraagd of te dezer zake iets gedaan kan worden om hunne belangen te bevorderen en zij niet het slachtoffer worden van willekeur. Men heeft dan nu het plan gevormd een ibe- schermingscomité in het leven te roepen, waarvoor deze vergadering is uitgeschreven. Da voorzitter geeft hierna gelegenheid toE gedadhterxwisseling. Bij de besprekingen weid medegedeeld dat er voor uitstel der premictrekking geen noodzaak bestond. D® h"-er Van Hall heeft als reden opgegeven dat er bij hem een verzoek was ingekomen van effectenhandelaren om met de loten nog eenigon tijd handel te mogen drijven. In da statuten en andere bescheiden van de thans niet meer bestaande Weerbaarheidsvereeni- ging staat niets over het waarborgfonds der uitloting vermeld. Algemeen oordeelden de aanwezigen het gewenscht dat meer licht in deze zaak wordt ontstoken. Gewezen werd nog op .het feit, dat de Weerbaarheidsloten. ?en internationaal karakter dragen. Dit werd •>en reden te meer geacht om de zaak zeer voorzichtig en met groote accuratesse te be handelen. Naar aanleiding van de besprekin gen werd opgericht een „Vereeniging van houders van loten der Vereeniging van "s lands weerbaarheid". Alle aanwezigen een 30-tal, t gad en als lid toe. In het voorioèpig bestuur der* vereeniging werden benoemd de h( eren mr. A. J. Fokker te Leiden, J. Fnda Lzn. te Utrecht. G. Blatt te Amster dam, H. Lams velt te Arnhem, inr. li. J. van Noppen te Utrecht, E. Fryda te Den Haag en A. Groenerekl te Amsterdam. Het letters dansen mij voor de oogen en kron kelen zich tot een of ander figuur." De vrees van de moeder steeg meer en meer. Zij ging met Fedor naar een dokter. Maar deze vond niets verontrustends; een klein medicamentje werd voorgeschreven, wat niet de minste bevrediging gaf aan de moeder. Ook op school begon Fedor onoplettend te worden. Steeds moest hij aan de scha duwbeelden denken. Verscheidene,, malen werd hij tot de werkelijkheid geroepen door eenige berisping van den leeraar; tenslotte liep hij straf op. Zijn eerste straf 1 Fedor voelde het pa#- pier, waaronder zijn. moeder een „gezien" moest schrijven, branden in zijn zak. Hij vreesde de oogen van zijn moeder. Zij zagen hem met verwijtende blikken aan, toen hij haar het papier overhandigde. „Fedor," hoorde hij de stem zaeht-kla- gend spreken„Fedor, wat is dat?" „Moedertje, wees niet boos!" snikte de jongen, en drukte zich (egen haar aan. Fedor trachtte daarna met alle kracht die 'in hem was, de zwarte beelden uit zijn gedachten to verbannen. Hij strekte vingers niet meer, hij vei zou g-een nieuwe schaduwen. Maar de schaduwen zochten hem. Voorwerpen, allerhande din gen, konden hem niet zijn aandacht al- dwingen; hij bleef slechts schaduwen zien. Dikwijls betrapte hij er zich op, hoe hij, over straat gaande, zijn handen inéén vouw de en met het zonlicht eenig schaduw beeld maakte. Hij voelde een wanhopige schaamte hierover. Zijn moeder bemerkte zijn strijd zeer goed, wat slechts haar 2orgen deed ver meerderen. En er kwam nog iets bij. Zjj voelde zelf, hoezeer de verzoeking in haar opleefde, om ook schaduwbeelden le vor men. Wanhoop maakte zich van haar mees ter, in vertwijfeling wrong zSjf de blanke, smalle handen inéén. En opeens schrok zij terug, zij zag de schaduwen ervan op den muur Rust vond zij ook 'snachts niet meer, m SCHIEDAMSCHE COURAiT fciïi" i j f fis»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 5