I
f#"-
Wi
S
'fc-4
if
II
IÉ-
1%
Hercules aan het spinnewiel,
I I I f plantin Cl 'IC! LI I
%n^iAt;f^ïV^W^teS
Ifc
if
w
it,-*
ilM-
rS?
Iff*
ifll
il-
v.
zingwckkend hoe kolm zoo'n Duitsche on
der-officier vertelt-. „In Augustus stonden
wij voor Namen, in September in Oost-
Pruisen, in October voor Lodz, daama bQ
Krakau, toen weer voor Lodz, in het voor
jaar in 'Frankrijk, daar was het goed. En
nu hier." De Turk heeft alleen brood noo-
dig, uien-en olijven. De Duitsehers meer!
Oorlofnaria.
Da „Times" geeft een lijst van Zeppe
lin-aanvallen op Engeland 19 met den
laatsten mee en de slachtoffers die
daarbij zijn gevallen. Er zijn dit jaar, sedert
de aanvallen op 19 Januari begonnen, 167
menschen door Zeppelins gedood en 384
gewond, bijeen 551, waarvan alleen 170
bij den laatsten aanval.
Door het Londensche blad „The Globe"
was tegen Donderdagmiddag een groote
openbare vergadering belegd ter bespreking
van de Zeppelin-aanvallen. Ze werd bijna
uitsluitend door mannen van zaken byge
woond. Er zijn, na opgewonden debatten,
moties aangenomen, strekkende om aan de
Tegeering een politiek van weerwraak te
vragen ten opzichte van den oorlog in de
lucht, door den vijand in zijn eigen land op
gelijke wijze aan te vallen, voorts tot op
richting van een luchtministerio.
Aan het slot der vergadering is een vecht
partij ontstaan, doordat een paar personen
zich luide tegen de moties verzetten en
men hen voor Duitschprs hield. Onder ge
juich zijn zij de zaal uitgezet.
Blijkens- Engelsche verlieslijsten van 29
Sept. zijn 32 officieren gesneuveld, 75 ge
wond of vermist. Bovendien worden d.d. 4
Oct. 2533 manschappen als gesneuveld, ge
wond of vermist opgegeven.
Yan de vloot zijn 3 officieren gesneuveld.
De „Times" vermeldt bovendien den dood
van 17 officieren, die in de ambtelijke lijs
ten niet vermeld staan.
Blijkens andere Engelsche verlieslijsten
van 29 Sept. zijn 57 officieren gesneuveld,
91 gewond of vermist. Bovendien worden
d.dj 5 Oct. 25lö manschappen at gesneu
reld, gewond of vermist opgegeven. Voorts
nog 17 officieren gedood, volgens de „Ti-
mes"-lgst.
Van de vloot is 1 officier gesneuveld en
zijn- drie officieren gewond.
De grijs blauwe uniformen worden in Oos-
tenrijk-Hongarije afgeschaft en vervangen
door grijze uniformen met een groene tint.
De grijs-blauwe hebben niet voldaan. Ze
weiden indertijd aangeschaft met het voor
uitzicht op een oorlog tegen Italië en Ser
vië. Voor hot rotsachtige terrein in die
grenslanden moeten zij heel goed zijn, min
der in Polen en Galició.
Do „Korrespondenz Norden" vernoemt,
dat door Duitsche wapens tot nu toe 610
vijandelijke koopvaardijschepen, transport
schepen en isschexsvaartuigen meegeteld,
met een gezamenlijken inhoud van 1055j,608
ton in don grond zijn geboord.
In Ooptenrijk-Hpngarge is dezer dagen een
prijs van 1000 kr. uitgeloofd voor den
dichter en deö componist van een lied als
„Die Wacht am Rliein". Do eerste prijs
is toegekend aan Karl Frank, commies op
het stadhuis in Steyr. Zijn lied, getiteld
„Die Donauwacht", begint met de Woor
den:
Mit flattemden Fahnen mit Blumen
geschnuickt,
Das Gewtehr in der Hand und den Sabel
- gexückt,
So ziehen wïr au3 unserer Donau zuni
Schutz.
Men wacht nog -op de melodie.
Katoenspinnerijen in China.
Een Amerikaansch bericht uit Shanghai
bevat eenige interessante mededert.ngen
omtrent de ontwikkeling van de katoen
industrie in China. Blijkens dit bericht,
zijn in China 32 katoenspinnerijen, met
1,0*9,856 spindels en 4610 weefgetou
w.en. Gedurende het afgeloopen jaar wer
den meer dan honderdduizend nieuwe
spindels gebouwd. De jaarlijksche produc
tie der katoenspinnerijen wordt op 200 tot
250 millioen pond garen en 40 tot 50 mil
lioen yard stof geraamd. Over bet jaar
1913 berekent men de productie, het hoo-
gere aantal spindels in aanmeiking geno
men, op 300 millioen pond garen. De vraag
naar Chineeseh garen in de plaats van Ja-
pansch en Indisch is in de laatste maan
den van het vorige jaar reeds belangrijk
toegenomen.
naar het Engelsoh van
GEORGE IIIBBARD.
1 C i
■Óf
'4 'MM
Toen Gilbert uit de stad terugkeerde,
zou hij, neen, zon Pamela, zijn vrouw,
geen oogenh'ik hebben willen toegeven, dat
hij boos was. Zoo'n ijselijk geval was ge
woon niet gepermitteerd 1
En toch, hoewel de ongerepte stemming
nu reeds bijna een paar jaar over de witte
broodsweken heenreikte, was zij plotseling
verstoord 'geworden. Een wolk was voor
de couleur de rose geschoven, die de aarde
en al wat zij bevatte bedenkelijk tintte en
scheip de kanten en hoeken in 't licht
bïanht I H I f'TïïSHW
Reeds bij het uitstappen uit de auto was
Gilbert'» stemming kenbaar ia de scherpe
manier, waarop hg tegen den chauffeur
sprak, over zijn late aankomst op het bureau
dien morgen* Het zien van Pamela, in
luchtig zomerkleedje, die hem op de stoep
tegemoet kwam, scheen voor een oogen.
blik hem te kalmeeren. Hij" kuste haar en
glimlachte, met biina zijn gewone, goeie hu.
meur. Later echter, toen hg in den zacht
sten,. lekkersten aller stoelen van zijn zit
kamer was neergezakt, drongen de onder,
vonden onaangenaamheden weder op ïiem
aan,
„Als jij zoo'n jnoigen en zoo'n raiddaa
bad doorgemaakt als i k. gehad Jjeb
«Hè. gelukkig!" merkte ze vroolnk en
verlucht op, „ik was bang, dat je je ziek
voelde 1"
„Nu, 't is genoeg om iemand ziek als
een hond te maken. Wat een bonden]even!'
vervolgde hij, ondankbaar-ongevoelig yoor
haar bezorgdheid*
„Een vtouw heeft geen snars begrip van
wat een man uur aan uur aan zijn Jioofd
heeft!"
„Neen, 2eker niet," stemde zij plicht
matig toe.
„Een dag op het bureau bestaat mt één
opeenvolging van lasten. Bijvoorbeeld van
daag: de goederen, uit Pennsylvania afge
zonden, zijn onderweg opgehouden; de
nieuwe machine, waar de monteurs dagen
aan gezeurd hebben, blijkt per slot onvol
doende te werken, och, en dan is er nog
zóóveel meer! Jij hebt het maar wat ge
makkelijk; hier is niets, dat je hindert!"
„Ik heb toch idee, man," begon zij be
scheiden.
„Jij kunt doen wat je wilt en de men
schen zien, die je aangenaam zijn. Natuur
lijk," voegde hij er haastig,aan toe, „na,
tuurhjk, zóó moet het ook zijn, maar daar-
door kun jij dan ook niet begrijpen, hoe
moe en hoe op ik ben als ik thuis kom."
„Arme vent!" mompelde Pamela. „Gil
bert," waagde rij te zeggen^ terwijl zij
haar hand uitstak, om te voelen of het nog
nog regende* „Gilbert, ik most jo nog ver
tellen, dat de Mortimers gotelefoiiaerd heb-
ben. Zij hebben vanavond een partijtje en
"wenschen ons erbij te hebben."
„Neen, hoor, bij den geest van Hamlet's
vader, neen! dank je wel. Daar zeulen ze
mij vanavond niet naar. toe."
„Maar," wierp ze zacht tegen
„Neen!" donderde Gilbert. „Als oen man
den heden dag in de stad gezwoegd en ge
sjouwd heeft, kan er niet van hemge-
eisoht worden, dat hij 's avonds bij vreem-'
den opzit en pootjes geeft. Maar, zooals
ik zooeve'n reeds zeide, daarvan hebben
jullie, vrouwen, geen flauw begrip. Ik wil
heelemaal niet zelfzuchtig wezen, Pamela,
maar ik vind toch wel, dat ik oenig .recht
op .rust en kalmte heb."
„Natuurlijk!" beaamde zij aanstonds „Ik"
zal Florence dadelijk laten weten, dat wij
niet komen, hoewel ik het reeds half en
half beloofd heb...."
„Ga je gang!" antwoordde hg", terwijl
hij de courant ontvouwde.
Nauwelijks was zij de kamer uit, of hij
legde de courant neer. Met geprikkeld hu,
meur keek hij naar zijn boeken, zonder
ze Ie zientoen stond hij, haastig op, Luep
de JhaJl door, naar zijn rookkamer, waar
Pamela bij de telefoon stond, met den
hoorn aan het oor.
„Luister pens," riep hij uit, „natuurlijk,
als jij wilt gaan.
„Voor geen geld!" antwoordde zij haas-
tig. „Ik denk er niet over."
„Goed (dan," klonk het wederantwoord*
ontevreden. „Werkelijk, als ©en man zijn
slaven-dagtaak (achter zich heeft, mag hij
op eemge égards toch wel rekenen,"
„Denk jij, dat er niets is, dat mij moei
lijk valt?" barstte Zij plotseling uit
,Neen, maar, hoe zou dat mogelijk zijn,
jij, in je eigen huis!"
,Ik geloof," antwoordde zij heftig, „dat
alle mannen zoo denken. Zij verwachten
niet anders van ons dan dat wij steeds glim
lachend, lieftallig hun moeilijkheden aan-
hooren. Och! wat is een man toch een
groot kind, dat niet anders kan dan luid
uitschreeuwen, als hij meent een hard lot
te hebben. Jazei ze in de telefoon.
„Nu, Pamela, denk er nu aan, wat ik
zooeven heb gezegd. Ik heb mijn goeien
wil getoond!"
Het verloop van dien avond was niet
direct een succes. Beiden ondergingen een
toenemenden dwang zich te beheerschen,
die drukkender werd, naarmate het elkaar
ontzien zorgvuldiger werd volgehouden.
Verkoeling verkilde de huiselijke atmosfeer
den teeren bloesem van sentiment was het
geraden zich te sluiten en wreed werden
de tweejarige vaste planten der elken-dag-
verbintenis ten doode gedoemd.
IL
HaJftien stond den volgenden morgen de
automobiel onder de porte-cochère. Noch
Pamela, noch Gilbert wisten precies hoe
het gebeurd was, misschien was hij ge
struikeld over een lossen veter van zijn
schoen, maar onverwachts zag Pamela heiti
de trap afvallen.
„O, Gilbert 1" jammerde Pamela, „heb je
je pijn gedaan'?'
„O, meen, heelemaal nietl" antwoordde
hij pijnlijk-lachend, terwjjl hij met moeite
opstond.
Hij deed een paar passen, doch kromp
inéén.
„Wat ia er?" vroeg zjj, zenuwachtig.
„Ik geloof, dat ik mijn enkel verstuikt
heb."
„0, wacht, ik telefoneer direct den dok
ter."
Na een half uur kwam de dokter.
„U moet u zooveel mogelijk rustig hou
den, u kunt desnoods naar het bureau,
doch u moet zoo min mogelgik1 uw voet
gebruiken."" I
„O, er is niets, dat mjjn directe aanwezig
heid vereisebt," zeide-Gilbert. ,,Ten minste
het ia waar, er zijn een paar stukkien,
dia Meesmes persoonlijk te* ,haid moats*
worden gestéld. Die moet ik zelf wel even
brengen'."-
„Geef ze mij," drong Pamela aam „Ete
wagen staat nog buiten. moet nu maar
zoet thuis bljjven," plaagde ze rroolijk, „en
speel dan maar voor Hercules met het spin
newiel. Ik zal voor jouw zaken nu wel
zorgen."
Gilbert hoorde den auto wegsnorron. Hij
leunde terug in den breeden, gepolstewden
fauteuil, die op de koele veranda was ge
schoven, een zachte, geurende eomeratmos-
fee r was om hem, de tuin beneden stoofde
in de stralende zon. Vlindertjes dwarrel
den rond en boden aangename afleiding
aan tragen gedachtengacg. Binnen zjjn be
reik lagen Twee deelen ran „Le Comité de
Monte Christo", sedert zjjn studententijd
niet meer aangeraakt, steeds begeerd té
worden herlezen.
Het boek lag nog ongeopend, aangmaam-
bewust genoot hg van zijn tijde! gken toe
stand. Hoe warm en broeierig en rumoe
rig zou nu zijn bureau zjjn, terwijl juist
nu niets heerlijker en kaüneenemder was
dan thuis-zitten 1
„Pardon, meneer!"
De aarzelende, doch geagiteerde stem
deed hem haastig opkjjben. Hg zag op
eenigen afstand de dikke Maria in groote
opgewondenheid vóór zich*
„Pardon, meneer," zei ze opnieuw, „Me
vrouw Hale is uitgegaan en er is viemand
tot wien ik me wenden" kan dan tot o, en
ik weet niet, wat te beginnen."
„Ja, ja," avdwoordde hij ongeduldig.
„De man van t fis, meneer, die man
heeft gisteren vergeten het §3 nog té be
zorgen en het werd door de keukenmeid
vergeten, en nu is alles wat voor het diner
van vandaag aanwezig was, bedorven,
meneer 1"
„En de Coopers zouden komen I" mom
pelde Gilbert in zichzelf. „Wat moeten we
doen?" vroeg hjj Maria.
„Ja, dat moet au zeggen, meneer,"
antwoordde Maria pof er boven op, met
volmaakte lijdzaamheid en onverschillig
heid.
„En mevrouw heeft zich nog wel zoo'n
moeite gegeven 1"
,,'tKcant wel in orde, dat komt wel in
orde 1" sprak hij, geërgerd. Wat doet men
gewoonlijk in dergelijke omstandigheden?"
„Ik vreee, dat het reeds te laat is cxm
nog weer opnieuw dezelfde schotels te
maken."
Onzin!" Gilbert stond boos op ran zijn
stoel. „Er moet iets op gevonden worden.
Wachtik weet 't alriep hjj uit, toen
een mannelijke inspiratie, ia oorsprong en
karakter, hem plotseling te pakken Kre%.
„Ik zal er direct werk van maken,"
Met behulp van den stok naast hem,
strompelde hij, achtervolgd door de meid,
die geen groot vertrouwen scheen te heb
ben, naar de rookkamer, naar de telefoon
Spreek ik met do club?" vroeg na
verbonden te zijn, „Goed, spreek ik met
den chef? Wilt u onmiddellijk naar het
huis van meneer Gilbert Hale zenden een
kok en een paar helpers. Er' hapert hier
wat met een diner. Uw mannetjes moeten
maar eens even poolshoogte nemen om
daarna aan te voeren, wat noodig is. Jk
zal den auto hun zenden. Walt u dadelijks
werk hiervan maken?"
Werkelijk, huishouding-doen is toch zoo'n
geval nietl Je moet er wat tegenwoordig:
held van geest en wat zakeljjken flair voor
bezitten 1"
Een geritsel van rokken en een gezoem
van stemmen en haastige voetstappen deed
hem schieljjk naar de kamerdeur kijken.
„Meneer Ifale! meneer Halel" hjjgde het
binnenmeisje, gevolgd door Pamela's eigen
voornaam, Engelsch kameniertje, „meneer
Hale, o, de waterkraan op de badkamer
zit vast eü ik kan de schroef niet om
draaien
B„En," viel de ander nu in, „en nu loopt
het bad over, de straaltjes loopen al door
het plafond heen van het salon."
Gilbert ging het gevaar tegemoet, zoo
snel als zijn toestand het hem permitteeren.
kon. Boven aan de trap stond reeds Maria,
die zich hij de anderen voegde, en achter
hem vormde zich een lange, geagiteerde
menschensüer. Door de reten van de bad
kamer ontdekte hg alras dikke wolken war
terdamp. De deur openende, waadde hjj
door waterplassen naar deongelukkige
kraan, die onmogelgk te verwrikken was.
„Laat direct den loodgieter komen gilde
hij tegen de anderen.
Het kokende water had het metaal der
pijp zoodanig verhit, dat hg een brand
wonde voelde, 'toen hg haar had aange
raakt. 1
„Direct, iaat hem Konten!" gilde hjj in
de hall, zjjn rondzwermende satellieten na,
„Maar bedacht hg zich maar die man
kan niet eerder dan met een uur pas hier
zijn. De watertoevoer moet heelemaal stop
gezet worden. Maar waar zit die afsluit-
kraan
„Mevrouw weet dat precies," wierp Ma
ria tusschenbeide, alsof z§ daarmee een
belangrijke hulp aanbood.
„Maar die is hier au nietl" schreeuwde
Gilbert uit. „Weet geen van jullie er iets
van? Wéét niemand van jullie dan iets?"
„Ik denk," begon Pamela's kamenier, na
'een geweldige krachtsinspanning van den
ken, „ik denk, dat Tim* de tuinman, bet
zou kunnen zeggen."
„Vlieg er heen, vooruit, vooruit, meisje 1"
commandeerde Gilbert. Toen de zaakgelas
tigde wegijLde, met de grootste haast^ die
ooit een door en door bevoegd en alles
zins bekwaam- Engelsch'kaimieniertje, in bo-
trekking geweest zijnd b§ do voornaamste
families, zich zibiu kunnen pevmitteeren, zed
Gilbert tot de anderen.
„Laten wjj nu zien, wat er in bet salon
is gebeurd 1"
Met zjjn ingekrompen gevolg, strompelde
hg verder. Toen hij zjjn staatsie-kamer bin
nentrad, zag hg, direct een zwarte, on
gelijkmatige vlek aan het teer-geschilderde
plafond. Te zelfider tjjd ving zijn oor het
gestadige gedruppel op van afvloeiend wa
ter en tevens ontdekte hjj een klein, boos
aardig straaltje neerdalen 'uj Pamela's nieu
wen vleugel,
Lam pis hjf was, sehoz* af} er toch naar
toe, doch hjj was niet bij machte het zware
stuk le mexschuiveft
„Vlugl" gilde h& Maal doeken, deken»;
van alles!"
Zjjn beide metgezellen draafden weg en
hjj was nu alleen, benauwd-alleen,
Om oenigszins den dreigenden toestand
te redden, nam hij een vacht op en spreidde
die over den vleugel heen, toen hinkte hjj
naar een elegant roze stoeltje, dat even
eens door de lekkage bedreigd weid.
7- M *i li M ti tel
i HL
Tien minuten later hield Gilbert een rust
poos. Het gedruppel en gelekhad langzamer
hand opgehouden en hjj en zijn hulptroe
pen hadden het werk gestaakt* Bijna ge
lijktijdig werd het gezelschap vermeerderd
door de binnenkomst der hoofcdho kame
nier Djobson, die vol trots haar greep op
Tim meedeelde, - i
„Hjj heeft de hoofdkraan afgedraaid,
meneer," begon zij, doch stokte, toen zij
do verwoesting aanschouwde, die het fijne
salon had ondergaan. „Wat zal mevrouw
wel zeggen!" jammerde zij uit,
„Ik weet niet, wat mevrouw, Hale zal
ggen," gromde Gilbert „Maar ik tyoet
wel, wat ik zelf ervan zeg
„Neem mij niet kwalijk, meneervjel
de trouwe Maria ia, opnieuw opduikende
uit de hall met een geheimzinnig gezicht
„Neem mij niet kwalijk, maar de auto is
gog niet terug en Elisa zegt 1 J
„Laat Elisa rondioopen V' bulderde Gil
bert. „Ik zal mevrouw direct tólefonee-
ren.K 1
Een verkeerd nummer Werd gegeven en
zjjn dringende vraag, of hij met zjjn bureau
was aangesloten, .word beantwoord met een
nuchtere opmerking, dat hjj met de petro-
leummaatsdhappjj sprak. Ten slotte be
reikte hij todh <5o noodzakelijke verbüri-
ding. t
„Is mevrouw Halo nog bij u?* vroeg
hij.
„Zij was sfooevdn nog hier, doch is juist
weggegaan.1'
„Dat'kan ik' niet «eggen*
„Maar is de auto nog bjj U5*
„Ja, meneer.®
„Zeg den diauffeur direct naar mijn woon
huis te rijden. Zeg mevrouw, dat zij met
de tram terug moet komen, tenzij zij op
de machine wil wachten. Ik heb de auto
noodig voor Ret diner.''
„Goed, meneer," gaf de Bediende feu ant
woord, merkbare verwondering lag in den
klank zjfner stem.
Gilbert hing den hoorn Weer op met een
ongeduldig gebaar. Toen hij s£jdh omdraaide,
zag h^ het binnenmeisje in afwachtende
houding voor hem* 1
„Neem mjj piet kwaEfk, meneer,1' Kon
digde zj? aan, „maar mis» White heeft zoo-
'■ren getelefoneerd, dat haar nichtje de ma
zelen heeft gekregen en zjjl het kind ver-
oleegt, dus verhinderd is ie komen op het
diner.1' 1 j
„Maar dat maakt de boete tafelschik
king in de war friep Gilbert dntzet uit.
„Enfin, daar Kap ik verder ook niets aan.
doen,1' 1
Voor het oogenbljk schenen nu, de zor
gen en ergernissen va» de Baan. Hii kon
nu tot zjjn boek; ,,S«e Comte dó Monto-
Christo1' terugkeeren, In het aangename,
koele hoekje van de veranda zou hij zich
opnieuw kunnen installeeren, totdat Par
mela terugkwam. Natuurlijk moest er nog
voorzienworden in de opengevallen
plaats aan tafel, maar Pamela Zou daar
wel raad op weten. Hjj hoopte nu op een
beetje rust, een beetje lectuur.
„Pardon, meneer
Maria's stem klonk* heel plechtig. Bij
het zien van haar gezicht, bi) den klank
van haar stem, rilde Gilbert, Hij legde
direct zjjn boek neer, i
„Ja, wat is er?" vroeg hjj wanhopig.
„De keukenmeid, meneer.,.v'J
„Goeie hemel, zal ik dan niets anders
dan over de keuken te hoeren krijgen?
Ik heb immens alles voor diner in
orde gebracht f'-'-
„Dat js het juist, meneer f Ik vertelde
haar dat allemaail en nu voelt zjj ach
beleedigd, ,Zjj vindt, 'dat als al uwi ver
trouwen |n haar zoo bitter klein is, dat
u direct vreemde potjes-kijkers binnen
haalt, ^jj beter doet met heen te .gaan. Zjj
zegt, <iat Zij haar handen van het boete
zaakje Aftrekt; zjj is nu bazig haar kof
fers te pakkfen.1-' r
„Maar dat is toch al te groote on
zin stotterde Gilbert pit, in hevige ver
ontwaardiging. „Er zjjn nog belangrjjke din
gen genoeg voor haar te doen. Ik Weet,
dat (le ingeroepen koksmaatjes alléén zul
ten borgen voor de hors d'oeuvre en enkele
tussdhenschotels, jdie door de Warmte Be
dorven jójn,v
„Dat doet er allemaal niets toe, meneer,®
verklaarde Maria met een tikje Schaden
freude pn en solidariteitsgevoel voor haar
mede-kameraad. ,„*tDoet er allemaal niets
tofs, haar ©igenWaardd ia gekwetst Zjj
zegt, als zjj niet Voor elites deugt, dj het
ook niet doet voor enkele dingen.. Zij
„voelt® zich en zij verdedigt haar stand I®
„En as mevrouw altjjd nog niet thuis?®
riep Gilbert Wanhopig uit 1
Met begeert© naar een mogeljjk laat
sten stroohalm, voordat de golven hem ge
heel gouden verzwelgen, vloog hjj opnieuw
naar |dó telefoon.
De irerbmdicg «as és dnïnlddeligk.
„Benson," vroeg hjj, „Benson, is "me-
vrouw Hhte al1 terug#' i t
„Ja, meneer, mevrouw was hier even
vjff minuten geleden. Mevrouw! telefoneerde
mevrouw Jameson. Mevrouw Jameson
kwam mót haar auto ntevrouw. Hal© ha.
tem; samen zSjjn ze ergens gaan dejeunee-
ren. Mevrouw Hale heeft alleen goziegd,
niet t© weten hoe laat precies z© terug
zOu rijn, doch de auto moest Wachten. '1
„Goed, goed Benson i" Hal© belde
af.
D© slappe hulpeloosheid in Maria's hou
ding, waarmee zjj op hem stond te wadi-
ten, maakt© Gilbert razend en dood
zenuwachtig. I V
„Dps, er zal wel- geen diner kunnen
zjjn, meneer1', Wierp m hem nog even
voor de voeten. s
De volle bfotoekenif* van Wat er dreigde als
de ernstigste aller huisramptan ontsnapte
niet aan Gilbert's brein. Hij dadhit na on
trachtte do vreeselijikhcden onder de oogen
te zien. In het nemen van ©enige beslis
sing Weid hg gestojord door do verschrikt©
verschijning van Bobsom de kamenier.
„Meneer Hale, meneer i" i
„Wat is mu weer aan de hand?"
i Men brenlgt de steenkool! En nu de
Watertoevoer is stopgezet en d© kolen niet
eerst bevochtigd werden, vliegt het steen
koolstof overal de ramen binnen, bij dezen
Westenwind. i
lïos 0© ramen dan toei*"
i „Maar het zWare stuifsel is al naar
binnen gewaaid, en nu is mevrouw's avond
japon, die reeds Was uitgehangen, heele
maal bedorven.1' I
„Ik Kom!, ik kom, ik Zal zien.
Gilbert zteu juist de nieuWe inspectie
ondernemen, toen het binnenmeisje op
nieuw in groote agitatie op hem toekwam.
„O, meneer)" riep zij uit, „er rijn man
nen berig met spannen van telefoondraden
in den tuin en nu hebben zij d© takken
Weggesneden van den boom, dien u juist
altijd Zoo bewondert" i I
„Wat zeg je nti?" schreeuwde hg, bijna
ueesdh, „wat zeg je? Hebben ze mijn ouden
olm gesnoeid?" f
Hjf had nauwieljjlks de hall bereikt, toen
hem verder-gaan onmogeljjfc werd gemaakt
door het binnenstuiven van eenig vxouwe-
ijjk wezen van breeden omvang uit de
verheugen hoeken van zyri huis. In snelle
opeenvolging, alleen bij de boodschappers
van iet Grieksche drama te vergelijken,
iwanien de aankondigers van nieuw onheil
ceu tooneele. Evenals een tweede, doch
onschuldige Orestes, stond Gilbert verbijs
terd door de slagen van het lot
„Wie ban jij?" bulderde hjj in wan
hoop. j i
,H©t is de keukenmeid, Elisa, me
neer,® ztei Maria^ met oenig verwijt in de
'Hó* II II lh,
„O ja, ja," beaamde Gilbert met lichten,
verzoenenden overgang, in den klank der
stem. „'tls waar ook..,"
Mosjeut mosjeu!" begon Elisa pardoes,
nog voordat hjj verder had gesproken.
„Mosjeu, al het zilver uit het dienkamertje
is gestolen het zilver van do ontbijt
tafel4 I I
„Wht?" i
,,'tls nergens té vinden, meneer) Het
raam heeft opengestaan, niemand heeft daar
acht opgeslagen, maar een dief heeft ge
makkelijk rijn slag kunnen slaan."
„Haten wij gaan zien," stelde Hal© voor,
n hg trok voor den zooveeisten keer er
weer opuit.
Hg. had geen tien stappen gedaan, of
hij ontmoette d© tweede-meid, die hem een
geel enveloppe reikte, die zg zooeven van
den gnoom in ontvangst bad genome&i
Hale greep naar het telegram en scheurde
het open. Hg las: i
„lOom ia dim namiddag; waJcjht je station.
Tante Jano."'
IV*
De schaduwen van den namiddag trekken
lange ignen. Reeds was de zion achter de
boomenroeks schuilgegaan. De vogels tjilp
ten en zongen op mysterieuze wijze, als
om den vallenden avond aan te kondigen.
In den tuin schenen de bloemen zich zoeter
op haar stoelen te wiegen, en sommige
sloten reeds haar kelken als ter voorberei
ding van den komenden nacht Alles
rondom duidde aan, dat de dag voor den
nacht plaats ging maken. I
Een auto snorde op het huis toe.* Een
ongeduldig en wanordelijk-gekleed persoon
in de hall, zag de machine naderen.
„O, ik kan niet meer)'- zuchtte Pamela,
ter*Vijl rij mee uit de auto stapte-
„Ja, ja, dat begrijp ik," zei Gilbert ver
strooid, „maar.
„Ik ben paar het bureau. geWeest," ver
volgde zg, „en ik heb de papieren ter
hand gesteld. Zij hebben daar mijn raad
gevraagd over een nieuw! behangsel, dat
gekozen moest worden. Toen ik beneden
kwam, werd mij gezegd, dat de auto weg
was, Ik telefoneerde Eleonor Jameson om
samen te gaan lunchen, Wetende, dat jij
rustig en prettig thuis geïnstalleerd
Waart.,..®
„Rustig en prettig)" stiet hg uit, Vol
igenbelangi „Luister eens, Pamela, jg hebt
iets van Hercules gezegd." Nu, zgn baantje
zou ik desnoods op mg willen nemen, ik'
zou. alle twaalf werken, van het verslaan
der hydra tot hét veroveren der goudappels
van de Hes penden toe, willen aanvaar
den, dan nog eens zoo'n dag te beleven
als 'vandaag. Er zal veel. scha moeten be
taald worden. Ik geloof niet, dat er iets
voor het diner klaar is.
„Gilbert)" riep «e git. j
„De salon staat onder Water.* 1
„Gilbert)" haar ontroering naïn toe.
„Het zilver van de ontbijttafel is Weg<"
„Gilbert'.® i i i i
„Tante Jane heeft getelegrafeerd, dat z©
vanmiddag kou komen."
„Gilbert, lieveling)'-!
'SI 1
f 1*1 1 I ii'l'Vl. II (I'M
De laatste gast Was heengegaan. De gast- -
heer én fle gastvrouw, Beiden,- hadden den
a
k
Ap 4 b.
'vsfra*
i^-sage^ j.* ^rig&^ws
%ÉM«
IMÉfa
ssS»
t
**R
Iij
♦r
«S3KV
t
5!J
K
p
a*
C
I
1©
ör.
Va
nn
1 j
W-Lil f
a>Vl