I f#"- Wi S 'fc-4 if II IÉ- 1% Hercules aan het spinnewiel, I I I f plantin Cl 'IC! LI I %n^iAt;f^ïV^W^teS Ifc if w it,-* ilM- rS? Iff* ifll il- v. zingwckkend hoe kolm zoo'n Duitsche on der-officier vertelt-. „In Augustus stonden wij voor Namen, in September in Oost- Pruisen, in October voor Lodz, daama bQ Krakau, toen weer voor Lodz, in het voor jaar in 'Frankrijk, daar was het goed. En nu hier." De Turk heeft alleen brood noo- dig, uien-en olijven. De Duitsehers meer! Oorlofnaria. Da „Times" geeft een lijst van Zeppe lin-aanvallen op Engeland 19 met den laatsten mee en de slachtoffers die daarbij zijn gevallen. Er zijn dit jaar, sedert de aanvallen op 19 Januari begonnen, 167 menschen door Zeppelins gedood en 384 gewond, bijeen 551, waarvan alleen 170 bij den laatsten aanval. Door het Londensche blad „The Globe" was tegen Donderdagmiddag een groote openbare vergadering belegd ter bespreking van de Zeppelin-aanvallen. Ze werd bijna uitsluitend door mannen van zaken byge woond. Er zijn, na opgewonden debatten, moties aangenomen, strekkende om aan de Tegeering een politiek van weerwraak te vragen ten opzichte van den oorlog in de lucht, door den vijand in zijn eigen land op gelijke wijze aan te vallen, voorts tot op richting van een luchtministerio. Aan het slot der vergadering is een vecht partij ontstaan, doordat een paar personen zich luide tegen de moties verzetten en men hen voor Duitschprs hield. Onder ge juich zijn zij de zaal uitgezet. Blijkens- Engelsche verlieslijsten van 29 Sept. zijn 32 officieren gesneuveld, 75 ge wond of vermist. Bovendien worden d.d. 4 Oct. 2533 manschappen als gesneuveld, ge wond of vermist opgegeven. Yan de vloot zijn 3 officieren gesneuveld. De „Times" vermeldt bovendien den dood van 17 officieren, die in de ambtelijke lijs ten niet vermeld staan. Blijkens andere Engelsche verlieslijsten van 29 Sept. zijn 57 officieren gesneuveld, 91 gewond of vermist. Bovendien worden d.dj 5 Oct. 25lö manschappen at gesneu reld, gewond of vermist opgegeven. Voorts nog 17 officieren gedood, volgens de „Ti- mes"-lgst. Van de vloot is 1 officier gesneuveld en zijn- drie officieren gewond. De grijs blauwe uniformen worden in Oos- tenrijk-Hongarije afgeschaft en vervangen door grijze uniformen met een groene tint. De grijs-blauwe hebben niet voldaan. Ze weiden indertijd aangeschaft met het voor uitzicht op een oorlog tegen Italië en Ser vië. Voor hot rotsachtige terrein in die grenslanden moeten zij heel goed zijn, min der in Polen en Galició. Do „Korrespondenz Norden" vernoemt, dat door Duitsche wapens tot nu toe 610 vijandelijke koopvaardijschepen, transport schepen en isschexsvaartuigen meegeteld, met een gezamenlijken inhoud van 1055j,608 ton in don grond zijn geboord. In Ooptenrijk-Hpngarge is dezer dagen een prijs van 1000 kr. uitgeloofd voor den dichter en deö componist van een lied als „Die Wacht am Rliein". Do eerste prijs is toegekend aan Karl Frank, commies op het stadhuis in Steyr. Zijn lied, getiteld „Die Donauwacht", begint met de Woor den: Mit flattemden Fahnen mit Blumen geschnuickt, Das Gewtehr in der Hand und den Sabel - gexückt, So ziehen wïr au3 unserer Donau zuni Schutz. Men wacht nog -op de melodie. Katoenspinnerijen in China. Een Amerikaansch bericht uit Shanghai bevat eenige interessante mededert.ngen omtrent de ontwikkeling van de katoen industrie in China. Blijkens dit bericht, zijn in China 32 katoenspinnerijen, met 1,0*9,856 spindels en 4610 weefgetou w.en. Gedurende het afgeloopen jaar wer den meer dan honderdduizend nieuwe spindels gebouwd. De jaarlijksche produc tie der katoenspinnerijen wordt op 200 tot 250 millioen pond garen en 40 tot 50 mil lioen yard stof geraamd. Over bet jaar 1913 berekent men de productie, het hoo- gere aantal spindels in aanmeiking geno men, op 300 millioen pond garen. De vraag naar Chineeseh garen in de plaats van Ja- pansch en Indisch is in de laatste maan den van het vorige jaar reeds belangrijk toegenomen. naar het Engelsoh van GEORGE IIIBBARD. 1 C i ■Óf '4 'MM Toen Gilbert uit de stad terugkeerde, zou hij, neen, zon Pamela, zijn vrouw, geen oogenh'ik hebben willen toegeven, dat hij boos was. Zoo'n ijselijk geval was ge woon niet gepermitteerd 1 En toch, hoewel de ongerepte stemming nu reeds bijna een paar jaar over de witte broodsweken heenreikte, was zij plotseling verstoord 'geworden. Een wolk was voor de couleur de rose geschoven, die de aarde en al wat zij bevatte bedenkelijk tintte en scheip de kanten en hoeken in 't licht bïanht I H I f'TïïSHW Reeds bij het uitstappen uit de auto was Gilbert'» stemming kenbaar ia de scherpe manier, waarop hg tegen den chauffeur sprak, over zijn late aankomst op het bureau dien morgen* Het zien van Pamela, in luchtig zomerkleedje, die hem op de stoep tegemoet kwam, scheen voor een oogen. blik hem te kalmeeren. Hij" kuste haar en glimlachte, met biina zijn gewone, goeie hu. meur. Later echter, toen hg in den zacht sten,. lekkersten aller stoelen van zijn zit kamer was neergezakt, drongen de onder, vonden onaangenaamheden weder op ïiem aan, „Als jij zoo'n jnoigen en zoo'n raiddaa bad doorgemaakt als i k. gehad Jjeb «Hè. gelukkig!" merkte ze vroolnk en verlucht op, „ik was bang, dat je je ziek voelde 1" „Nu, 't is genoeg om iemand ziek als een hond te maken. Wat een bonden]even!' vervolgde hij, ondankbaar-ongevoelig yoor haar bezorgdheid* „Een vtouw heeft geen snars begrip van wat een man uur aan uur aan zijn Jioofd heeft!" „Neen, 2eker niet," stemde zij plicht matig toe. „Een dag op het bureau bestaat mt één opeenvolging van lasten. Bijvoorbeeld van daag: de goederen, uit Pennsylvania afge zonden, zijn onderweg opgehouden; de nieuwe machine, waar de monteurs dagen aan gezeurd hebben, blijkt per slot onvol doende te werken, och, en dan is er nog zóóveel meer! Jij hebt het maar wat ge makkelijk; hier is niets, dat je hindert!" „Ik heb toch idee, man," begon zij be scheiden. „Jij kunt doen wat je wilt en de men schen zien, die je aangenaam zijn. Natuur lijk," voegde hij er haastig,aan toe, „na, tuurhjk, zóó moet het ook zijn, maar daar- door kun jij dan ook niet begrijpen, hoe moe en hoe op ik ben als ik thuis kom." „Arme vent!" mompelde Pamela. „Gil bert," waagde rij te zeggen^ terwijl zij haar hand uitstak, om te voelen of het nog nog regende* „Gilbert, ik most jo nog ver tellen, dat de Mortimers gotelefoiiaerd heb- ben. Zij hebben vanavond een partijtje en "wenschen ons erbij te hebben." „Neen, hoor, bij den geest van Hamlet's vader, neen! dank je wel. Daar zeulen ze mij vanavond niet naar. toe." „Maar," wierp ze zacht tegen „Neen!" donderde Gilbert. „Als oen man den heden dag in de stad gezwoegd en ge sjouwd heeft, kan er niet van hemge- eisoht worden, dat hij 's avonds bij vreem-' den opzit en pootjes geeft. Maar, zooals ik zooeve'n reeds zeide, daarvan hebben jullie, vrouwen, geen flauw begrip. Ik wil heelemaal niet zelfzuchtig wezen, Pamela, maar ik vind toch wel, dat ik oenig .recht op .rust en kalmte heb." „Natuurlijk!" beaamde zij aanstonds „Ik" zal Florence dadelijk laten weten, dat wij niet komen, hoewel ik het reeds half en half beloofd heb...." „Ga je gang!" antwoordde hg", terwijl hij de courant ontvouwde. Nauwelijks was zij de kamer uit, of hij legde de courant neer. Met geprikkeld hu, meur keek hij naar zijn boeken, zonder ze Ie zientoen stond hij, haastig op, Luep de JhaJl door, naar zijn rookkamer, waar Pamela bij de telefoon stond, met den hoorn aan het oor. „Luister pens," riep hij uit, „natuurlijk, als jij wilt gaan. „Voor geen geld!" antwoordde zij haas- tig. „Ik denk er niet over." „Goed (dan," klonk het wederantwoord* ontevreden. „Werkelijk, als ©en man zijn slaven-dagtaak (achter zich heeft, mag hij op eemge égards toch wel rekenen," „Denk jij, dat er niets is, dat mij moei lijk valt?" barstte Zij plotseling uit ,Neen, maar, hoe zou dat mogelijk zijn, jij, in je eigen huis!" ,Ik geloof," antwoordde zij heftig, „dat alle mannen zoo denken. Zij verwachten niet anders van ons dan dat wij steeds glim lachend, lieftallig hun moeilijkheden aan- hooren. Och! wat is een man toch een groot kind, dat niet anders kan dan luid uitschreeuwen, als hij meent een hard lot te hebben. Jazei ze in de telefoon. „Nu, Pamela, denk er nu aan, wat ik zooeven heb gezegd. Ik heb mijn goeien wil getoond!" Het verloop van dien avond was niet direct een succes. Beiden ondergingen een toenemenden dwang zich te beheerschen, die drukkender werd, naarmate het elkaar ontzien zorgvuldiger werd volgehouden. Verkoeling verkilde de huiselijke atmosfeer den teeren bloesem van sentiment was het geraden zich te sluiten en wreed werden de tweejarige vaste planten der elken-dag- verbintenis ten doode gedoemd. IL HaJftien stond den volgenden morgen de automobiel onder de porte-cochère. Noch Pamela, noch Gilbert wisten precies hoe het gebeurd was, misschien was hij ge struikeld over een lossen veter van zijn schoen, maar onverwachts zag Pamela heiti de trap afvallen. „O, Gilbert 1" jammerde Pamela, „heb je je pijn gedaan'?' „O, meen, heelemaal nietl" antwoordde hij pijnlijk-lachend, terwjjl hij met moeite opstond. Hij deed een paar passen, doch kromp inéén. „Wat ia er?" vroeg zjj, zenuwachtig. „Ik geloof, dat ik mijn enkel verstuikt heb." „0, wacht, ik telefoneer direct den dok ter." Na een half uur kwam de dokter. „U moet u zooveel mogelijk rustig hou den, u kunt desnoods naar het bureau, doch u moet zoo min mogelgik1 uw voet gebruiken."" I „O, er is niets, dat mjjn directe aanwezig heid vereisebt," zeide-Gilbert. ,,Ten minste het ia waar, er zijn een paar stukkien, dia Meesmes persoonlijk te* ,haid moats* worden gestéld. Die moet ik zelf wel even brengen'."- „Geef ze mij," drong Pamela aam „Ete wagen staat nog buiten. moet nu maar zoet thuis bljjven," plaagde ze rroolijk, „en speel dan maar voor Hercules met het spin newiel. Ik zal voor jouw zaken nu wel zorgen." Gilbert hoorde den auto wegsnorron. Hij leunde terug in den breeden, gepolstewden fauteuil, die op de koele veranda was ge schoven, een zachte, geurende eomeratmos- fee r was om hem, de tuin beneden stoofde in de stralende zon. Vlindertjes dwarrel den rond en boden aangename afleiding aan tragen gedachtengacg. Binnen zjjn be reik lagen Twee deelen ran „Le Comité de Monte Christo", sedert zjjn studententijd niet meer aangeraakt, steeds begeerd té worden herlezen. Het boek lag nog ongeopend, aangmaam- bewust genoot hg van zijn tijde! gken toe stand. Hoe warm en broeierig en rumoe rig zou nu zijn bureau zjjn, terwijl juist nu niets heerlijker en kaüneenemder was dan thuis-zitten 1 „Pardon, meneer!" De aarzelende, doch geagiteerde stem deed hem haastig opkjjben. Hg zag op eenigen afstand de dikke Maria in groote opgewondenheid vóór zich* „Pardon, meneer," zei ze opnieuw, „Me vrouw Hale is uitgegaan en er is viemand tot wien ik me wenden" kan dan tot o, en ik weet niet, wat te beginnen." „Ja, ja," avdwoordde hij ongeduldig. „De man van t fis, meneer, die man heeft gisteren vergeten het §3 nog té be zorgen en het werd door de keukenmeid vergeten, en nu is alles wat voor het diner van vandaag aanwezig was, bedorven, meneer 1" „En de Coopers zouden komen I" mom pelde Gilbert in zichzelf. „Wat moeten we doen?" vroeg hjj Maria. „Ja, dat moet au zeggen, meneer," antwoordde Maria pof er boven op, met volmaakte lijdzaamheid en onverschillig heid. „En mevrouw heeft zich nog wel zoo'n moeite gegeven 1" ,,'tKcant wel in orde, dat komt wel in orde 1" sprak hij, geërgerd. Wat doet men gewoonlijk in dergelijke omstandigheden?" „Ik vreee, dat het reeds te laat is cxm nog weer opnieuw dezelfde schotels te maken." Onzin!" Gilbert stond boos op ran zijn stoel. „Er moet iets op gevonden worden. Wachtik weet 't alriep hjj uit, toen een mannelijke inspiratie, ia oorsprong en karakter, hem plotseling te pakken Kre%. „Ik zal er direct werk van maken," Met behulp van den stok naast hem, strompelde hij, achtervolgd door de meid, die geen groot vertrouwen scheen te heb ben, naar de rookkamer, naar de telefoon Spreek ik met do club?" vroeg na verbonden te zijn, „Goed, spreek ik met den chef? Wilt u onmiddellijk naar het huis van meneer Gilbert Hale zenden een kok en een paar helpers. Er' hapert hier wat met een diner. Uw mannetjes moeten maar eens even poolshoogte nemen om daarna aan te voeren, wat noodig is. Jk zal den auto hun zenden. Walt u dadelijks werk hiervan maken?" Werkelijk, huishouding-doen is toch zoo'n geval nietl Je moet er wat tegenwoordig: held van geest en wat zakeljjken flair voor bezitten 1" Een geritsel van rokken en een gezoem van stemmen en haastige voetstappen deed hem schieljjk naar de kamerdeur kijken. „Meneer Ifale! meneer Halel" hjjgde het binnenmeisje, gevolgd door Pamela's eigen voornaam, Engelsch kameniertje, „meneer Hale, o, de waterkraan op de badkamer zit vast eü ik kan de schroef niet om draaien B„En," viel de ander nu in, „en nu loopt het bad over, de straaltjes loopen al door het plafond heen van het salon." Gilbert ging het gevaar tegemoet, zoo snel als zijn toestand het hem permitteeren. kon. Boven aan de trap stond reeds Maria, die zich hij de anderen voegde, en achter hem vormde zich een lange, geagiteerde menschensüer. Door de reten van de bad kamer ontdekte hg alras dikke wolken war terdamp. De deur openende, waadde hjj door waterplassen naar deongelukkige kraan, die onmogelgk te verwrikken was. „Laat direct den loodgieter komen gilde hij tegen de anderen. Het kokende water had het metaal der pijp zoodanig verhit, dat hg een brand wonde voelde, 'toen hg haar had aange raakt. 1 „Direct, iaat hem Konten!" gilde hjj in de hall, zjjn rondzwermende satellieten na, „Maar bedacht hg zich maar die man kan niet eerder dan met een uur pas hier zijn. De watertoevoer moet heelemaal stop gezet worden. Maar waar zit die afsluit- kraan „Mevrouw weet dat precies," wierp Ma ria tusschenbeide, alsof z§ daarmee een belangrijke hulp aanbood. „Maar die is hier au nietl" schreeuwde Gilbert uit. „Weet geen van jullie er iets van? Wéét niemand van jullie dan iets?" „Ik denk," begon Pamela's kamenier, na 'een geweldige krachtsinspanning van den ken, „ik denk, dat Tim* de tuinman, bet zou kunnen zeggen." „Vlieg er heen, vooruit, vooruit, meisje 1" commandeerde Gilbert. Toen de zaakgelas tigde wegijLde, met de grootste haast^ die ooit een door en door bevoegd en alles zins bekwaam- Engelsch'kaimieniertje, in bo- trekking geweest zijnd b§ do voornaamste families, zich zibiu kunnen pevmitteeren, zed Gilbert tot de anderen. „Laten wjj nu zien, wat er in bet salon is gebeurd 1" Met zjjn ingekrompen gevolg, strompelde hg verder. Toen hij zjjn staatsie-kamer bin nentrad, zag hg, direct een zwarte, on gelijkmatige vlek aan het teer-geschilderde plafond. Te zelfider tjjd ving zijn oor het gestadige gedruppel op van afvloeiend wa ter en tevens ontdekte hjj een klein, boos aardig straaltje neerdalen 'uj Pamela's nieu wen vleugel, Lam pis hjf was, sehoz* af} er toch naar toe, doch hjj was niet bij machte het zware stuk le mexschuiveft „Vlugl" gilde h& Maal doeken, deken»; van alles!" Zjjn beide metgezellen draafden weg en hjj was nu alleen, benauwd-alleen, Om oenigszins den dreigenden toestand te redden, nam hij een vacht op en spreidde die over den vleugel heen, toen hinkte hjj naar een elegant roze stoeltje, dat even eens door de lekkage bedreigd weid. 7- M *i li M ti tel i HL Tien minuten later hield Gilbert een rust poos. Het gedruppel en gelekhad langzamer hand opgehouden en hjj en zijn hulptroe pen hadden het werk gestaakt* Bijna ge lijktijdig werd het gezelschap vermeerderd door de binnenkomst der hoofcdho kame nier Djobson, die vol trots haar greep op Tim meedeelde, - i „Hjj heeft de hoofdkraan afgedraaid, meneer," begon zij, doch stokte, toen zij do verwoesting aanschouwde, die het fijne salon had ondergaan. „Wat zal mevrouw wel zeggen!" jammerde zij uit, „Ik weet niet, wat mevrouw, Hale zal ggen," gromde Gilbert „Maar ik tyoet wel, wat ik zelf ervan zeg „Neem mij niet kwalijk, meneervjel de trouwe Maria ia, opnieuw opduikende uit de hall met een geheimzinnig gezicht „Neem mij niet kwalijk, maar de auto is gog niet terug en Elisa zegt 1 J „Laat Elisa rondioopen V' bulderde Gil bert. „Ik zal mevrouw direct tólefonee- ren.K 1 Een verkeerd nummer Werd gegeven en zjjn dringende vraag, of hij met zjjn bureau was aangesloten, .word beantwoord met een nuchtere opmerking, dat hjj met de petro- leummaatsdhappjj sprak. Ten slotte be reikte hij todh <5o noodzakelijke verbüri- ding. t „Is mevrouw Halo nog bij u?* vroeg hij. „Zij was sfooevdn nog hier, doch is juist weggegaan.1' „Dat'kan ik' niet «eggen* „Maar is de auto nog bjj U5* „Ja, meneer.® „Zeg den diauffeur direct naar mijn woon huis te rijden. Zeg mevrouw, dat zij met de tram terug moet komen, tenzij zij op de machine wil wachten. Ik heb de auto noodig voor Ret diner.'' „Goed, meneer," gaf de Bediende feu ant woord, merkbare verwondering lag in den klank zjfner stem. Gilbert hing den hoorn Weer op met een ongeduldig gebaar. Toen hij s£jdh omdraaide, zag h^ het binnenmeisje in afwachtende houding voor hem* 1 „Neem mjj piet kwaEfk, meneer,1' Kon digde zj? aan, „maar mis» White heeft zoo- '■ren getelefoneerd, dat haar nichtje de ma zelen heeft gekregen en zjjl het kind ver- oleegt, dus verhinderd is ie komen op het diner.1' 1 j „Maar dat maakt de boete tafelschik king in de war friep Gilbert dntzet uit. „Enfin, daar Kap ik verder ook niets aan. doen,1' 1 Voor het oogenbljk schenen nu, de zor gen en ergernissen va» de Baan. Hii kon nu tot zjjn boek; ,,S«e Comte dó Monto- Christo1' terugkeeren, In het aangename, koele hoekje van de veranda zou hij zich opnieuw kunnen installeeren, totdat Par mela terugkwam. Natuurlijk moest er nog voorzienworden in de opengevallen plaats aan tafel, maar Pamela Zou daar wel raad op weten. Hjj hoopte nu op een beetje rust, een beetje lectuur. „Pardon, meneer Maria's stem klonk* heel plechtig. Bij het zien van haar gezicht, bi) den klank van haar stem, rilde Gilbert, Hij legde direct zjjn boek neer, i „Ja, wat is er?" vroeg hjj wanhopig. „De keukenmeid, meneer.,.v'J „Goeie hemel, zal ik dan niets anders dan over de keuken te hoeren krijgen? Ik heb immens alles voor diner in orde gebracht f'-'- „Dat js het juist, meneer f Ik vertelde haar dat allemaail en nu voelt zjj ach beleedigd, ,Zjj vindt, 'dat als al uwi ver trouwen |n haar zoo bitter klein is, dat u direct vreemde potjes-kijkers binnen haalt, ^jj beter doet met heen te .gaan. Zjj zegt, <iat Zij haar handen van het boete zaakje Aftrekt; zjj is nu bazig haar kof fers te pakkfen.1-' r „Maar dat is toch al te groote on zin stotterde Gilbert pit, in hevige ver ontwaardiging. „Er zjjn nog belangrjjke din gen genoeg voor haar te doen. Ik Weet, dat (le ingeroepen koksmaatjes alléén zul ten borgen voor de hors d'oeuvre en enkele tussdhenschotels, jdie door de Warmte Be dorven jójn,v „Dat doet er allemaal niets toe, meneer,® verklaarde Maria met een tikje Schaden freude pn en solidariteitsgevoel voor haar mede-kameraad. ,„*tDoet er allemaal niets tofs, haar ©igenWaardd ia gekwetst Zjj zegt, als zjj niet Voor elites deugt, dj het ook niet doet voor enkele dingen.. Zij „voelt® zich en zij verdedigt haar stand I® „En as mevrouw altjjd nog niet thuis?® riep Gilbert Wanhopig uit 1 Met begeert© naar een mogeljjk laat sten stroohalm, voordat de golven hem ge heel gouden verzwelgen, vloog hjj opnieuw naar |dó telefoon. De irerbmdicg «as és dnïnlddeligk. „Benson," vroeg hjj, „Benson, is "me- vrouw Hhte al1 terug#' i t „Ja, meneer, mevrouw was hier even vjff minuten geleden. Mevrouw! telefoneerde mevrouw Jameson. Mevrouw Jameson kwam mót haar auto ntevrouw. Hal© ha. tem; samen zSjjn ze ergens gaan dejeunee- ren. Mevrouw Hale heeft alleen goziegd, niet t© weten hoe laat precies z© terug zOu rijn, doch de auto moest Wachten. '1 „Goed, goed Benson i" Hal© belde af. D© slappe hulpeloosheid in Maria's hou ding, waarmee zjj op hem stond te wadi- ten, maakt© Gilbert razend en dood zenuwachtig. I V „Dps, er zal wel- geen diner kunnen zjjn, meneer1', Wierp m hem nog even voor de voeten. s De volle bfotoekenif* van Wat er dreigde als de ernstigste aller huisramptan ontsnapte niet aan Gilbert's brein. Hij dadhit na on trachtte do vreeselijikhcden onder de oogen te zien. In het nemen van ©enige beslis sing Weid hg gestojord door do verschrikt© verschijning van Bobsom de kamenier. „Meneer Hale, meneer i" i „Wat is mu weer aan de hand?" i Men brenlgt de steenkool! En nu de Watertoevoer is stopgezet en d© kolen niet eerst bevochtigd werden, vliegt het steen koolstof overal de ramen binnen, bij dezen Westenwind. i lïos 0© ramen dan toei*" i „Maar het zWare stuifsel is al naar binnen gewaaid, en nu is mevrouw's avond japon, die reeds Was uitgehangen, heele maal bedorven.1' I „Ik Kom!, ik kom, ik Zal zien. Gilbert zteu juist de nieuWe inspectie ondernemen, toen het binnenmeisje op nieuw in groote agitatie op hem toekwam. „O, meneer)" riep zij uit, „er rijn man nen berig met spannen van telefoondraden in den tuin en nu hebben zij d© takken Weggesneden van den boom, dien u juist altijd Zoo bewondert" i I „Wat zeg je nti?" schreeuwde hg, bijna ueesdh, „wat zeg je? Hebben ze mijn ouden olm gesnoeid?" f Hjf had nauwieljjlks de hall bereikt, toen hem verder-gaan onmogeljjfc werd gemaakt door het binnenstuiven van eenig vxouwe- ijjk wezen van breeden omvang uit de verheugen hoeken van zyri huis. In snelle opeenvolging, alleen bij de boodschappers van iet Grieksche drama te vergelijken, iwanien de aankondigers van nieuw onheil ceu tooneele. Evenals een tweede, doch onschuldige Orestes, stond Gilbert verbijs terd door de slagen van het lot „Wie ban jij?" bulderde hjj in wan hoop. j i ,H©t is de keukenmeid, Elisa, me neer,® ztei Maria^ met oenig verwijt in de 'Hó* II II lh, „O ja, ja," beaamde Gilbert met lichten, verzoenenden overgang, in den klank der stem. „'tls waar ook..," Mosjeut mosjeu!" begon Elisa pardoes, nog voordat hjj verder had gesproken. „Mosjeu, al het zilver uit het dienkamertje is gestolen het zilver van do ontbijt tafel4 I I „Wht?" i ,,'tls nergens té vinden, meneer) Het raam heeft opengestaan, niemand heeft daar acht opgeslagen, maar een dief heeft ge makkelijk rijn slag kunnen slaan." „Haten wij gaan zien," stelde Hal© voor, n hg trok voor den zooveeisten keer er weer opuit. Hg. had geen tien stappen gedaan, of hij ontmoette d© tweede-meid, die hem een geel enveloppe reikte, die zg zooeven van den gnoom in ontvangst bad genome&i Hale greep naar het telegram en scheurde het open. Hg las: i „lOom ia dim namiddag; waJcjht je station. Tante Jano."' IV* De schaduwen van den namiddag trekken lange ignen. Reeds was de zion achter de boomenroeks schuilgegaan. De vogels tjilp ten en zongen op mysterieuze wijze, als om den vallenden avond aan te kondigen. In den tuin schenen de bloemen zich zoeter op haar stoelen te wiegen, en sommige sloten reeds haar kelken als ter voorberei ding van den komenden nacht Alles rondom duidde aan, dat de dag voor den nacht plaats ging maken. I Een auto snorde op het huis toe.* Een ongeduldig en wanordelijk-gekleed persoon in de hall, zag de machine naderen. „O, ik kan niet meer)'- zuchtte Pamela, ter*Vijl rij mee uit de auto stapte- „Ja, ja, dat begrijp ik," zei Gilbert ver strooid, „maar. „Ik ben paar het bureau. geWeest," ver volgde zg, „en ik heb de papieren ter hand gesteld. Zij hebben daar mijn raad gevraagd over een nieuw! behangsel, dat gekozen moest worden. Toen ik beneden kwam, werd mij gezegd, dat de auto weg was, Ik telefoneerde Eleonor Jameson om samen te gaan lunchen, Wetende, dat jij rustig en prettig thuis geïnstalleerd Waart.,..® „Rustig en prettig)" stiet hg uit, Vol igenbelangi „Luister eens, Pamela, jg hebt iets van Hercules gezegd." Nu, zgn baantje zou ik desnoods op mg willen nemen, ik' zou. alle twaalf werken, van het verslaan der hydra tot hét veroveren der goudappels van de Hes penden toe, willen aanvaar den, dan nog eens zoo'n dag te beleven als 'vandaag. Er zal veel. scha moeten be taald worden. Ik geloof niet, dat er iets voor het diner klaar is. „Gilbert)" riep «e git. j „De salon staat onder Water.* 1 „Gilbert)" haar ontroering naïn toe. „Het zilver van de ontbijttafel is Weg<" „Gilbert'.® i i i i „Tante Jane heeft getelegrafeerd, dat z© vanmiddag kou komen." „Gilbert, lieveling)'-! 'SI 1 f 1*1 1 I ii'l'Vl. II (I'M De laatste gast Was heengegaan. De gast- - heer én fle gastvrouw, Beiden,- hadden den a k Ap 4 b. 'vsfra* i^-sage^ j.* ^rig&^ws %ÉM« IMÉfa ssS» t **R Iij ♦r «S3KV t 5!J K p a* C I 1© ör. Va nn 1 j W-Lil f a>Vl

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 6