Zaterdag 13 November 1915. No. 14987 Tweede* Blad Uit de Tweede Kamer. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zpn- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, franco per poet fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam enV 1a r d in gen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. AdvertentiSn voor hel eerstvolgend nummer moeten des middags vóór oen uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Adverteatiën: Van 16 regels fL 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeeiige voorwaarden, Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen, j j In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. Zoo is de Tweede Kamer ian weer bijeengekomen om haar openbare werk- zaamheden te hervatten', en de zitting zal thans onafgebroken tot hat Kerstreces wtw den voortgezet. Veel animo was er rog niet; hij de eerste de beste stemming ont braken er niet minder dan 35 leden op het appèl, wat misschien daaraan lag, dal men met zoogenaamd kleingoed begon. De Kamer is nu weer voltallig door de intrede van de heeren Koster, die voor As sen den heer v. Deventer opvolgt, en van den heer v. d. Tempel, die de plaats van den heer Vliegen kwam bezetten. De eer ste heeft den heer Kleerekoper Benjamin- af gemaakt, want hij is nog drie jaar jonger dan deze, en pas 31 jaar, en daar hij door zijn bijzonder jeugdig voorkomen ge rust voor 25 jaar kan doorgaan, zou hij onder de vele eerbiedwaardige kale hoof den het opfrissdiend element zijn, a!s hij niet zelf reeds met een manesohijnljc versierd was. De Vrijzin tri g-democratischc partij verwacht blijkbaar veel van hem, waar hij, met voorbijgang van zooveel oudere léden der partij, een vast district als Assen werd waardig gekeurd, en'dan nog wel om mannen als Treub en v. De venter op te volgen. Sommige Maden heb ben iunmerking gemaakt op zijn nietig uiterlijk; de nieuwe afgevaardigde voor As sen trooste zich met de gedachte, dat van den grooten Napoleon hetzelfde verwijt bij het begin van zijn carrière werd gemaakt. De heer v. d. Tempel, die in de socialis tische vakbeweging een voorname plaats bekleedt, mag zich bitter beklagen over het portret, dat „De Notenkraker" van hem gaf, en waarop hij er zeker uitzag als iemand, die de vijf kruisjes achter den rug heeft, want hij is, naar wij vernemen, nog pas 38 jaar oud, en die zou men hem amper geven. Hij zit feitelijk op de plaats van den heer Oudegcest; het mag toch als bekend worden verondersteld, dat deze ze ker de candidaat van de S. D. A. P. zou zijn geweest, als men het met hem in Am sterdam IX had durven wagen, maar rn. het échec, dat deze in 1913 in Amsterdam III, de vaste roode burcht der S, D,. A. P., tegenover den heer Otto heeft ge leden, was men daar om begrijpelijke re denen huiverig voor. Die anti-Oudegeest- stemming om zijn aandeel in de spoor wegstaking van 1903 is wel een van de dwaaste dingen in de politiek, >Tant dan moest men van alle mannen van de S. D. A. P. denzelfdcn afkeer hebben, en de zaak wordt nog gekker, als men weet dal de heer Oudegeest de spoorwegstaking ze ker zou hebben verhinderd als hü daar toe de macht had gehad; hij kon toch beter dan iemand weten, dal die niet anders dan op mislukking kon uitloopen. Maar de wereld wil nu eenmaal haar zondebok heb ben. De wijziging van de overeenkomst be treffende den Stoomvaartdienst tusschen Nederland, Brazilië en Argentinië, hierin bestaande dat de transitokosten van de post »an dezen Lloyd ten goede '-"illen ko men, wat neerkomt op een subsidie- verhooging van een halve ton, lokte nogal bedenkingen uit, die Minister Lely had 'te beantwoorden bij ontstentenis van zijn col lega Posthuma, die door verkoudheid tol huisarrest was veroordeeld. De heer Beumer bestreed het argument, dat de subsidie noodig was, omdat bij zoo onfedachte toeneming van hel post vervoer de maatschappij er anders op uit zal zijn die havens te vermijden, waar zij kans heeft post te verkrijgen, en zijn ar- gument was zeker niet onjuist, dat naar mate de havens een meer uitgebreid post vervoer bieden het handelsverkeer daar te grooter is, en het groote goederenver voer aldaar tot het aandoen van die ha vens zal nopen, ook al verkrijgt de maat schappij daar post waarvoor ze geen ver goeding ontvangt» Verder vond liij het en- noodig de subsidie te verhoogea van een maatschappij, welker 'aandeden op 172 pCt. staan, terwijl die in handen zijn van de diverse groote stoomvaartmaatschappijen. De heer Jannink had vrijwel dezelfde be zwaren, en wees er tevens op, dat, waar art 11 van het contract met de maatschap pij verschil o^r de vraag of zij billijk behandeld wordt aan een scheidsgerecht geeft, de beslissing in deze daaraan Jiad moeten zijn opgedragen. De Minister ver dedigde den post uit een "billijkheidsoog- punti Bij het sluiten der overeenkomst had niemand er aan gedacht, dat dit transito vervoer zooveèr baten zou opleveren,' an ders had men die stellig aan de maat schappij gegund; daarenboven was een groot deel van het brievenvervoer dat tus schen. vreemde staten onderling. Ook in de contracten met andere maatschappijen wenheen vaste somv-vpor" het brievenver voer toegekend, en beslissing door het scheidsgerecht was niet noodig, waar de Regeering het met de desbetreffende klacht van de maatschappij geheel eens was. De Kamer nam den post aan met 33 tegen 32 stemmen. Onder de tegenstanders waion cr niet minder dan 20 van Rechts, wal wel ecniga verwondering raag wekken; men is aan dien kant anders niet zoo afkceng van bescherming. Bij de voorstemmers zal zeker ook gewogen hebben, dat deze maat schappij, met staatssubsidie in het Teven geroepen, en aan welker succes groote twij fel bestond, haar zaken zoo uitnemend heeft behandeld, dat ze thans onder de vele stoomvaartmaatschappijen een eere plaats inneemt. Een wetsvoorstel-Eland, om de promo tie van de officieren, die .door de mobilisa tie vertraagd scheen, wat te versnellen, werd door den voorsteller ingetrokken, na dat de Minister van Oorlog er het overbo dige van had aangetoond. Daarna kwam de zoutquaestie aan de orde. 1 Reeds vroeger was een ontwerp ingediend naar aanleiding dat door eenige handelaars vrijdom van accijns werd gevraagd voor induslriecle doeleinden. Daarbij was de vraag ter sprake gekomen, of het wel bil lijk is, dat buitenlandsch geraffineerd zout, dat voor industrieele doeleinden wordt ge bruikt, niet met vrijdom van invoerrechten kan worden ingeslagen, gelijk wel is toege laten ten opzichte van den accijns. Toen heeft de Regeering eerst voorgesteld het invoerrecht op zout voor s/t vrij te stellen, dan had de zoutzieder hier te lande f 1 boven den importeur vóór op de honderd kilogram. En groot is de zaak niet, want het zout voor industrieele doeleinden is maar lVs millioen kilo tegen een totaal verbruik van 62 millioen. En toch schreeuw den de zoutziedersvrienden, alsof deze in dustrie ten doode gedoemd zou zijn door afschaffing van het invoerrecht; dat deden in bonte rij de katholieke lieer Arts, de sociaal-democratische heer J. ter Laan en de Christelijk-Historische heer Gerritson, waarover ze behoorlijk door den heerMar- chant onder handenwerden genomen, en de Minister bracht deze hoog opgeblazen zaak tot haar ware proporties terug door er op te wijzen, dat het ging om een heel bedrag van f 1250 per jaar, waartegen over het voordeel staat, dat de fabrieken, die zout noodig hebben, niet langer met handen en voeten zullen gebonden zijn aan de Zoutconventie, terwijl niet één zoutzie derij in ons land eenigszins zal worden be nadeeld. Dit alles belette den heer Gerrit son niet om een amendement in te die nen om den vrijdom van invoer slechts voor 3/1 te verleunen, en dat werd met 33 tegen 32 stemmen aangenomen. Het scheen een speciaal Rotterdamsch belang te zijn, want alle Rotterdamsche afgevaardigden, hoe ook verschillend van politieke kleur, gaven er hunne stem aan, ook de heeren Spiek man en J._ ter Laan, en deze veroorzaak ten de aanneming varn, het amendement, want ze sleepten in hun zog een gedeelte van de S. D. A. P., die bij deze gelegen heid hopeloos verdeeld was, mede. En toen kwam de Djambiconcesgie, die nu eigenlijk reeds, hoe ze ook afloopt, een jammerhistorie is, en zeker geen loffelijk ge tuigenis voor de manier van zaken doen aan het Departement van Koloniën. Hoe lang is het nu al geleden,, het is meer nan 10 jaar, dat Djambi door hét Neder- landsch gezag is gepacificeerd, en nog weer- galmt de Kamer van de boetpredicaties van den heer Van Kol, dat zulks niets anders was dan „imperialisme", een tege moet komen aan de hebzucht van de vele concessionarissen, die op den loer lagen om de schatten, die deze landstreek in haar verzwangerden schoot bergt, de petro leum inde eerste plaats, in te palmen. Welnu, de heer Van Kol zal thans wel de eerste moeten zijn om toe te geven, dat zijn argwaan ongerecht was, want als er nu iemand is die zich mag beklagen over slechte behandeling, dan zijn het zeker zij, die daar naar de concessie voor de petro- leumexploitatie hebben gedongen. Er is een inschrijving gehouden en de Koninklijke Petroleummaatschappij zou de gegadigde worden voor Djambi I en de Zuid-Perlak voor Djambi II; en dat had al lang zijn beslag gehad, als èn de Waal -Malefijt èn Pleijte niet zoo met de zaak geslabakt had den. Het talmen van den laatste heeft ge maakt', dat de Zuid-Perlak uitviel, doordat de directeur, de heer E. Deen, meende te moeten uittreden, na het oordeel, dat de „eereraad" over zijne financieele manipu laties had geveld. Toen werd het heele- voorstel van den Minister lot oen half voorstel gereduceerd, waardoor men eigenlijk had mogen Eer wachten, dat hij met een garischoiieuxv* voorstel zou zijn gekomen. Hij heeft dit niet alleen niet gedaan, maar zeifs op de vraag wat er met Djambi II zal gedaan worden als Djamlbi I aan de Koninklijke mocht worden gegund, of dat b.v. dan door den Staat in exploitatie zal worden ge nomen, het verbijsterend antwoord geven, dat bij voor de beantwoording van die vraag wilde afwachten wat de Kamer voor Djambi I zlal beslissen. Zoo kreeg de Kamer de leiding, die de Minister in handen had moeten houden, en ze maakte daar te eer der gebruik van, omdat de algemeeneopinie is, dat wordt Danibji I aan de Koninklijke gegund, het logische gevolg daarvan niet anders kan zijn, dan dat op den langen duur ■geheel Djambi aan die maatschappij zal moeien gegeven worden. Het is dan ook geen wonder, dat, vaar de groote baten, die van de petroleum-exp!oifalie venvacht worden, zoo'n uiterst welkome vulling van de Indische schatkist zonden zijn, de drang naar Staatsexploitatie zich zeer duidelijk vertoonde. Waarbij dan nog komt, dat hot contract wat de Regeering met de Konink lijke wenscht aan to gaan er absoluut niet een is van stavast; die maatschappij zal aan de Indische schatkist geven de helft van de door haar te maken winst. Maar in die bepaling ligt, zooals een knap udvo caat dezer dagen zeide, reeds voor ette lijke tonnen aan processen; wie toch zal uitmaken wat zuivere winst is, d.w.z. hoe veel de maatschappij mag in rekening bren- gen voor de kosten, die zij gemaakt heeft oni tot die winst te komen? Staatsexploitatie, wie zou daar niet voor wezen, als dit beteekende zekerheid van groote winsten voor den Staat? Maar zoo staat de zaak niet, en de heer Albarda, die het debat opende, maakte hot zich vel wat al te gemakkelijk, toen hij dat maar voetstoots aannam, en het klinkt zeker heel aardig om '"uit te roepen: De olie, waaraan Indië zoo rijk is, tnag niet gesteld worden tep beschikking van hef kapitaal, maar moet worden geëxploiteerd ten bate van Indië en de daar gewonnen en geboren bevolking, jegens wie wij jaren lange uitbuiting en plundering hebben goed te maken. Trouwens, de redevoering van den hoogst bekwamen afgevaardigde voor Enschedé stond dezen keer niet op het niveau dat wij van hem gewend zijn, wat denkelijk^ te wijten is aan hel feit, dat hij van deze Indische materie niet zoo ge heel op de hoogte is. De door hem on zijn partijgenoot Mendels ingediende motie, om de wcnschdijkheid van de staatsexploitatie van de petroloumterreinen in Djambi uil te spreken hield dan ook met verschil lende zaken geen rexeninglo. dat het niet zeker is, dat Djambi rijk aan olie is al hebben dan ook de geologische onder zoekingen dit tol een hooge mate van waarschijnlijkheid gemaakt. De ervaring toch loert, dat exploraties, die het beste deden verwachten vaak op bittere teleur stelling uitliepen, terwijl andere, (lie wei nig hoop gaven, uitgeloopen zijn op hot blootleggen van rijke petroleumbronuen; 2o, dat de Staat bij eigen exploitatie moet beginnen met millioencn kosten Ie inaken voor petroleumtauks over heel de wmelii. en alles wat daarmee annex is, zoodat, als er geen groote winsten woolen ge maakt, die „uitgebuite en geplunderde in- landsche bevolking" een reuzenstrop krijgt; 3o. dat, zelfs al zou daar de petroleum bijzonder rijk vloeien, de groote moeilijk heid is de verkoop van den gewonnen voorraad. Do bestaande maatschappijen toch zullen het den nieuwen concurrent zeker niet gemakkelijk maken; wie b.v. op do hoogte is van wat de „Standaid Oil" gedaan heeft indertijd om do opkomende Koninklijke het leven onmogelijk te maken weet wat wij .bedoelen, en de Koninklijke is dat zegevierend te hoven gekomen, omdat zij toen reeds een zeer "krachtig lichaam was, terwijl de Staatsexploitatie om zoo te zeggen niet anders zal kunnen begin nen dart met een klein winkeltje naast* de twee reusachtige warenhuizen, die Stan dard Oil en Koninklijke heeten, Men ziet -daaruit, dat do zaak van het Staatsexploi tatie dus niet mot theoretische formules kan worden verdedigd, maar dat men daarbij wel terdege rekening zal moeten houden met de practijk van de zaak. En wij konden ons dan ook begrijpen, dat de heer Boissevain zich op het standpunt stelde, dat, al vond ook hij het contract niet mooi, men het maar moést aanvaar den, de zekerheid van het halve ei ver kiezende boven die van de lege dop, die staatsexploitatie ook wel eens ^ou kunnen zijn» 11» De heer de Meester, wiens rodevoering zeker het glanspunt was van de discussie, voelde, als kenner van Indische toestan den en de ambtenaarswereld aldaar nog meer dan anderen de schaduwzijde van de Staats-explotaitie van petroleum in Indië. Maar met het contract kon hij onmogelijk meegaan, al deed het hem dan ook leed, dat door verwerping daarvan de ontginning van de petroleumvelden in Djambi, Avaar- mede toch al veel te lang getalmd is, nog meer zou vertraagd Avorden. De Minister kreeg dan ook, zij het dan ook zeer fijntjes en zachtjes te hoeren, maar op een Avijze die aan duidelijkheid niets te Avenschen OA'erliet, dat hij in dit opzicht zeer in gebreke AVas. De ojiA-oldoendheid Aran de bepaling van het AAtinstaandeel A-an den Staat Averd in al hare naaktheid bloot gelegd, en met het contract zelf een loopje genomen, o.a. met de bepaling \-an art 3 alinea 2. „De maatschappij A-erbindtzich mede om de opsporing en de ont ginning op zoodanige Avijze te doen plaats hebben, dat daar blij niet meer aan producten AJerlo- ren gaat dan rede 1 ijkerwij s bij een technisch goed gevoerd be drijf als onvermijdelijk moet worden beschouwd." Stel je yoor, zei den afgevaardigdeA-oer den Helder onder groot gelach, dat de Bataafsche (Avij spreken voortdurend A-an Koninklijke, omdat de Bataafsche een onderdeel van de Koninklijke is)" dit niet zou doen, zij zou dan haar eigenbelang al zeer slechL hegrijpen. Wilde de spreker dus \ran het contract niet AA-eten, ook' de Staats-exploitatie had voor hen te groote bezAvarcn, en daarom, wilde hij Djambi I geven ter exploitatie! aan een maatschappij, Avaarin de Slaat de grootste aandeelhouder zou zijn, en dus het meest te zeggen zou bobben. En hij be lichaamde dat in de \-olgende motie: „De Kamer van oordeel, dat het wenscheiijk is de opsporing en ontginning van aardolie en daar mee voorkomende gasA-ormige zelfstandigheden te doen plaats hebben door naamlooze vennoot schappen, op wiergestiede Staat, ook dotor deelneming in het maat schappelijk kapitaal, overwe genden invloed heeft, gaat OArer tot de orde van den dag." 1 Deze motie achten wij zeer gelukkig, vooral als dan de bedoeling is de exploi tatie aan de Bataafsche op dien voet te geven; dan kan er over wat Avinst is geen verschil meer bestaan, dan komt men feite lijk tot een verbeterd coptract, Avaarbijden Staat zonder meèr risico dan het halve bedrijfskapitaal te fourneeren de helft van de te maken winst absoluut is verzekerd. Het leek ons toe, d^t aanneming van die motie niet geheel zonder kans is. De heer Mendels sprak een hartig maar zeer verdiend Avoord aan het adres van dat slag van lieden, dat sinds jaren Indië on veilig maakt met ZAvendelondernemingen, Avaardoor zij juist op mijngebiod millioe- nen uit de zakken van het Nedcrlandsche publiek wisten te draineeren. Hij herin nerde er aan, hoe, toen de nieuwe Mijn'- Avet in Averking trad, die nog maar den grendel van Djambi schoof, er 2 20 01 con cessionarissen kwamen opzetten, aavlI mo reel gesproken over het algemeen een min derwaardig complex Avas, dat dan ook zeer terecht door Gouverneur-Generaal Van Heutz naar huis Avas gezonden. Hij be treurde het dat men dezen lieden door den tragen gang \-an zaken hun werk ge makkelijk had gemaakt. Men kan natuurlijk dezen Minister niet verwijten, dat eerst in .Augustus 1912 de oproep tot inschrij ving op de petroleumconcessie geschiedde, maar wel, dat dit ontAverp eerst op 31 Maart 1915 is ingediend. Hij maakte den heer Pleyto verder tot grief, dat hij do Staatsexploitatie zoo ZAvarl mogelijk afschil dert, terwijl hij geen onderzoek heeft laten instellen naar de technische en economi sche mogelijkheid van staatsexploitatie der pctroleumbronnen in Djambi, terwijl men ook niet uit de stukken kon lezen spre ker toonde dit OA-crtuigend aan wat do Minister over staatsexploitatie denkt. Het is inderdaad aldus; 'sMinisters houding is één voortdurende weifeling. Voor het argument van den afgeAnardigde uit Schoterland, dat de maatschappijen door hun. hoog bod, wat het afstaan van een deel der winst betreft, bewijs leveren, dat ze zeiven. de hoogste verwachting hébben, om trent de opbrengst Amn de petroleumbronnen in Djambi, voelen wij1" niet veel. 't Is toch een publiek geheim dat de Koninklijke in de eerste plaats op de concessie is ge steld om de zekerheid te hebben, dal de Standard Oil er buiten blijft, en evenmin zien Avij \-eel heil in het argument, niet alleen door den beer Mendels maar ook door den heer de Meester naar voren ge bracht, dat men de Koninklijke niet mach tig moet maken; Zij is nu eenmaal een buitengewoon machtig lichaam en blijft dat ook, al geeft men haar de fonce&sie niet Terecht gispte de heer Mendels het feit, dat de hoogste autoriteit in. Indië. die dè A-erschillende concessies ,verLeent, bij terug komst ia het vaderland zoo vaak optreedt als commissaris van de maatschappijen aan welke de concessie verleend is; en dat in dit verband de naam van den over leden. generaal Van der Wijck door hem genoemd Averd, was te verwachten. Hierbij had echter o. i. het feit niet onvermeld mogen blgVen, dat er ook geweest zijn, die nimmer van zoo'n commissariaat heb ben willen weten, o. a. de oud-gouA-emeur- ganeraal Rooseboom. Men kan er lang of kort over praten, dat deugt reeds hierom niet, omdat het zoo/moeilijk valt aan de algeheele objectiviteit bij het verleenen Aran concessies te gelooven, als dat door een gouverneur-generaal geschiedt, die nader hand als commissaris van de maatschappij, die ze verkreeg, optreedt. Men vergete mei, dat zoo'n commissariaat vaak groote Avaarde heeft; dat van de Koninklijke ze ker A'an..eea paar millioen. De conclusie van den heer Mendels was natuurlijk, dat het contract met de Ba taafsche onaannemelijk was en dat men tof S taats-exploitatie moest komen. Tegen- over^de sfeer A-an comiptie", die volgens den spreker van de „Koninklijke" uitging, Avaardoor ze zelfs de Regeering in haan macht had, stelde de heer A-an Biijlandt dat. Nederland trotsch op een dergelijke maatschappij mocht wezen, dat zo in Hol- landsche handen AVas, en daar is Avel iets van aantoen de aandeden op 35* percent stonden, dacht niemand er aan de.men- schen, die in deze maatschappijen hun geld Avaagden te bewonderen, maar nu de zaak door de energie Avaarm.ee ze is opgezet prospereert zijn de benijders legio. De heer \-an SBiijlandt vond liet te laat om op Djambi I het systeem-do Meester toe te passen; da,t moge dan geschieden op de andere velden, maar daarvoor is het nu te laat; en bij zal dus liet contract aam-aarden. En de heer Bogaardt plaatste zich vrjjwel op het zelfde standpunt, avel A-oelde hij zeer veel vqor de motie van den heer de 'Moester, maar men moest niet A-ergeten dat ver- "werping van 's Minister's voorstel de zaak Avecr op de lange baan zou schuiven. De heer Bos brak een krachtig gevoelde lans voor de Staatsexploitatie, en weesop den Pandhuisdienst en op de opium-regie, die heide een succes zijn geAveest. Hij schaarde zich in zooverre ook geheel aan ae zijde van den heer Mendels, dat hij de macht van de f .Koninklijke" veel to groot vond. Hij sp:r,k er over hoe deze, als trouAvens elke maatschappij, geen mid del zal ontzien om haar monopolie te hand- ha\-en en stelde de vraag: Is het nu goed, dal Nederland deze exclusioA-e macht van één maatschappij handhaaft? Daarenboven achtte hij het ook in het belang van do veiligheid A'an onze koloniën dat daar maat schappijen A-an allerlei nationaliteiten naast elkaar komen te staan. En cc heer Fock, die oe rij der "sprekers besloot bij deze algemeene beschouAvingen, verdedigde nog nader de motie-de Meester, het contract absoluut onaannemelijk noe mende, en het betreurcundc, dat men uit de stukken er niet achter kon komen of Z.E. vóór- dan avcI tegen staatsexploita tie gekant was. De lieer Pleyto was bij deze algemeene beschouAvingen niet direct voor zijn pleizier uit. De Minister heeft pas een zeer klein deel zijner rede gehouden, dus daarover de A-olgendo Avcck. Maandag voortzetting; de Kamer heeft zooveel te doen, dat ze er nu reeds de Maandagen bijneemt. BINNENLAND. -*■-■-- aa Vrijzinnig econccntratie. In de laatste A-ergadering van het centraal comité der vrijzinnigen, op Dinsdag 9 dezer in Den Haag gehouden, Avas men, naar „Do Vaderlander" en „De Vrijz.-Democr." melden, eenstemmig A-an oordeel, dat bij de a. s. Prov. Statenverkiezingen krachtige samenwerking van de drie vrijzinnige partijen beslist noodzakelijk is. Het centraal comité is als volgt samen gesteld: Dagelijks bestuur: mri M. Tydernan Jr., m.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 3