ons we] even verwonderd. „Het Volk" toch, heeft deze dienstweigeraars in een hoek getrapt, zooals de sociaal-democratie, even dogmatisch, als de Katholieke Kerk, niet goeds wil erkennen in elke actie, die buite: haar organisatie omgaat De dienst weigeraars zijn ons zeker onsympathiek, al zijn zij, die tot dienstweigering aan sporen, terwijl zij zei ven vrij zijn van dienst, ons nog onsympathieker. Maar zeer anti patinek is ons, dat het juist de S. D. A. P. is, die zelve zoo aan den lijve heeft onder vonden wat vervolging is van een nieuw opkomende beweging, die het oorbaar ge acht heeft de beweging der dienstweigeraars, waarbij toch ook velen te goeder trouw zijn, zoo naar beneden te trappen. Maar dat is nu eenmaal zoo, geen onverdraag zamer menschen dan de dogmatici. De heer Helsdingen diende een motie in, om, in verband met de duurte, de salarisverhooging voor de lagere ambtena ren, die verleden jaar met het oog op den toestand der schatkist zijn teruggeno men, weer te doen doorgaan, een motie, die ons lijkt wel kans te hebben van aan genomen te worden. De heer Van der Tem pel hield een gelukkige maidenspeech ovei de werkloosheidverzekering: de heer Kete laar pleitte nogmaals voor verbetering der onderwijzerstractementen, en de heer Bichon van IJsselmonde sloot de rij der sprekers met één voortgezette klacht. Over de onvoldoende antwoorden der Regeering op vragen in het Voorloopig Verslag ge steld, o. a. over de kleuren van Neer- lands vlag spreker wilde tot het oranje, blanje, bleu terugkeeren over de geld verspilling aan de departementen, die helaas niet kan worden ontkend; over de benoeming van Kamerleden in Staatscom missies en ministerieele commissies, waar uit een gunstbetoon voortkwam, dat het een bederf van onze politieke zeden kan genoemd worden; over het commissariaat van den heer Versteeg, secretaris-generaal van Waterstaat, van drie bouwgrondmaat- scbappijen, terwijl het Departement van die maatschappijen grond heeft gekocht; over den strijd der politieke partijen, terwijl wij het werd met bittere ironie gezegd naar het dorado van algemeen kiesrecht en vrouwenkiesrecht gaan, en spreker zou zijn bitterheid daarover smoren in het woord, dat ons aller zegen ligt in Gods gunst, in Gods woord. Wij hopen, dat de afgevaardigde voor Ommen weldra in heter humeur zal komen. 1 Plet Comité-Generaal is Vrijdag 1.1. niet beëindigd, en zal Dinsdag a.s. worden voort gezet. STADSNIEUWS. Steuncomité 1014 Schiedam. Hoewel het aantal werkloozen, die door ons comité gesteund worden, in den laatsten tijd eenigszins verminderd is, kan de werk zaamheid van dit comité nog geenszins als geëindigd worden beschouwd. Vooral met het oog op het aanstaande ongunstige jaargetijde, blijft d© steun der milde gevers ten dringendste gewenscht. Vooral stelt het Comité hoogen prijs op geiegelde bijdragen. Wie iets aan het comité wenscht af te dragen, berichte zulks aan den Penning meester, den heer A. L. Boot, N. Haven 83. Voor het geregeld innen der vaste bij dragen, wordt gaarne gezorgd. Uit den Gemeenteraad. IV. Voorstel van Burgemeester jan Wet houders tot wijziging van de artt. 6 en 7 van de Verordening regelende do verhou ding tussehen de Gemeente en haar in mi litairen dienst zijnd .personeel (Gemeente blad no. 22 van 1915) en de Verordening toit regeling ran de jaarwedden >an verdere belooningen van de onderwijzers aan de openbare lagere scholen (Gemeentebladen no. 35 van 1908, no. 32 van 1912, no. j3 van 1914 en no. 22 van 1915JV De heer Goslinga brengt eenig© ver betering aan in bijlage 52b. D© heer v. d. Hoek meent goed te hebben gezien, dat deze verordening na genoeg geen verandering brengt in de uit betalingen. De Voorzitter zegt, ,dat het in hoofd zaak zijn wijzigingen, die Ged. Staten wen- sdhelijk achtten. 1 De heer Goslinga voegt daaraan nog toe, dat de wijzigingen in elk geval zijn in het belang der betrokkenen en vooral ten opzichte van punt 5 is dat het geval. Boven dien is een bepaling opgenomen, waardoor het mogelijk zal zijn, om iemand tijdelijk! te ontheffen van zijn bétrekking, met stilstand van zijn salaris. Wijziging Verordening tot regeling jaar wedden en verdere belooningen onderwij zers O. L. S, I. Wijziging art. 6. Wordt goedgekeurd. 1 II. Wijziging art. 8. Wordt goedgekeurd. 1 De heer mr. Kavelaars, meanendedat de Voorzitter bij I de punten aan de-orde stelde, heetft daardoor laten passeeren punt 2, waarover hij iets wilde zeggen en' vraagt daartoe alsnog in de gelegenheid te worden gesteld. DeVoorzitter heropent de bespreking over I. i De heer mr. Kave laars leest in punt 2i Bij verlof aan onderwijzers voor studie of andere gevallen, niet vallende onder boven vermelde verordeningen, wordt van de jaar wedde ingehouden, hetgeen tem behoeve van hunne plaatsvervanging als belooning door de gemeente wordt uitbetaald. i i Terwijl punt 3 bepaalt: I Wordt een onderwijzer op zijn verzoek tijdelijk van de waarneming van zijn be dekking ontheven, dan geschiedt dit steeds iet stilstand van wedde. In welke gevallen zal nu de wedde geheel vorden ingehouden en in welk» gevallen ;edeeltelijk? Welke gevallen „worden be doeld onder punt 2? Wanneer wordt punt 2 en wanneer punt 3 toegepast? De Voorzitter: Daarover hebt u op .ldz. 286 der bijlagen iets kunnen lezen. De heer mr. Kavelaars: Daar is maar én geval genoemd; zijn er niet meer, dan an dat in die alinea worden opgenomen. Vu heeft men geen houvast De heer Goslinga zegt, dat punt 3 -laat op het geval, dat een onderwijzer v. een andere betrekking tijdelijk aan vaardt, zooals hier is voorgekomen met ©an mderwijzer die lijdelijk hij het Middelbaar Onderwijs werd geplaatst; of een onder wijzer wordt op proef aangesteld bij het loofstommen-onderwijs. In zoo'n geval zal lie onderwijzer slechts die betrekking aan vaarden, als hij de zekerheid heeft dat hij ,n zijn betrekking kan terugkeeren, als dit noodig zal blijken. Daarom wordt hij in /.alke gevallen ontheven van de waarneming rijner betrekking. Waar hrj in de tijdelijke betrekking een salaris krijgt, zou het onbillijk zijn als hij ook het salaris zou ontvangen voor de be trekking die hij {daardoor niet vervult. Dus als hrj elders ©eft salaris verdient, wordt hem geen verlof (maar ontheffing verleend met stilstand van zijn salaris. Bij verlof gaat |het salaris door, zooals dat hier al eens is voorgekomen bij zwan gerschap eener gehuwde onderwijzeres. Het verdient in het algemeen geen aan beveling als men in een verordening te ved omschrift, omdat men daarmede heel ge makkelijk in conflict komt met onvoorziene gevallen. Met opzet is de bepaling daarom ruim geredigeerd. Daarom is ook in punt 2 ingevoegd „of andere gevallen, niet vallende onder bo venvermelde verordening". Spr. gelooft niet, dat er veel bezwaar zal zijn om de bedoelde gevallen in de bepaling op te nemen, maar het is niet onmogelijk, dat zich nog andere gevallen zullen voordoen en daarom verdient een ruimere redactie aanbeveling. De heer mr. Kavelaars merkt op, dat bij jeen verwacht moederschap door Je betrokkene wel een verzoek om verlof zal worden gedaan. Valt dit nu onder het 3e lid of onder de gevallen van het 2e lid. Dat is niet te lezen uit de bepalin gen. i Ontheffing van de vervulling der be trekking is ook het geval bij verlof. De heer Goslinga: Verwacht moe derschap is een. geval dat hier al eens is voorgekomen en wanneer men dat zou brengen onder de gevallen bedoeld onder punt 3, zou dit door de hoogere auto riteiten ,welgecasseerd worden. In zulke gevallen wordt echter wel goed gevonden aftrek van het bedrag dat voor de plaatsvervanging uitgegeven wordt. Daar omtrent is een vaste jurisprudentie. Eigenlijk is wel waar wat mr. Kave laars zegt, dat verlof en ontheffing 'moei lijk te onderscheiden zijn, maar die onder scheiding moet aan B. en W. worden over gelaten. Dat geschiedt ook. Het belang der school spreekt toch ook een woordje mee'. Formeel is ér weinig, maar materieel zeer veel verschil in beide gevallen. En voor de opvolgers van de tegenwoordige leden van het College zal het niet moei lijk zijn die scheiding te maken. De heer mr. Kavelaars acht dit aan de hand van de nu gegeven toelichting juist. II wordt nu goedgekeurd. Deze geheel© verordening tot wijziging wordt nu goedgekeurd met algemeene stem men. Wijziging der verordening regelende de verhouding tussehen de Gemeente eE haar in militairen dienst zijnd personeel. I. Art. 6 wordt gelezen. De bedragen voor het ambtenaars-, eigen en weduwen- en weezeopensioen wordt voor een bedrag, evenredig aan de vermindering der bezoldeging overeenkomstig art. 3voor rekening der gemeente genomen. Den heer Houtman komt het onbillijk voor, dat ingetrokken wordt een gedeelte der pensioenverordening. De Voorzitter: Dat geschiedt niet. De heer Goslinga wil de bedoeling even met een voorbeeld toelichten. Iemand heeft een gemeentebetrekking en geniet daarvoor een salaris van £2000. Daarvan wordt 15 pCt. of f300 afgetrok ken, zoodat hem f 1700 wordt uitge keerd en over die f1700 betaalt hij de pensioenspremie. Als nu de gemobiliseerde ambtenaar bijv. officier is, als hoedanig hij f2400 trakte ment geniet, dan wordt van de f1700 de helft van dat traktement of f1200 af getrokken, zoodat hij van de gemeente in handen krijgt f500. Hij Üetaail echter voor het (bedrag van f 1700 de pensioens premie bij «ie penisioenverordening bepaald over 17/20 (daarvan, terwijl de Gemeente over 3/20 fie premie voor haar rekening neemt De pensioenspremie wordt dus niet betaald naar het bedrag der bezoldiging, dat de ambtenaar in handen krijgt, in casu f500, overeenkomstig art. 4. Hrj be taalt, al is hij dus officier, toch hjet pen sioen over de f1700. De heer Houtman: 'Dan krijgt hij dus toch minder in (handen. Dat acht spr. on billijk. De heer Goslinga: Dat is niets nieuws. Zoo werd de verordening vroeger vóór de wijziging, toen nog het volle offi- caerstraktement werd afgetrokken, eveneens toegepast. f I B. en Wi. meenden, dat bet niet noodig wias voor de volle pensioensstorting nog weer eens extra royaal te moeten zijn. De ambtenaar, in (het geval als hier be doeld, krijgt behalve (de f1200 die afge trokken wordt, nog f 1200 en bovendien de f 500, alleen worden 2 bedragen van f 1200 uit een andere dan de gemeentekas betaald. Het is dus met dat inkomen volstrekt niet onbillijk, dat deze regeling zóó gemaakt is. I windt goedgekeurd. II wordt goedgekeurd. De geheele wijzigings-verordening wordt hierna goedgekeurd met ol&ameene stem men. Volkshuisvesting. Voorstel van Burgemeester en Wet houders om aan de Vereeniging „Volks huisvesting" voor den aanbouw van 40 vrije arbeiderswoningen op het terrein be grensd door de Geervlietsche-, Voornsche-, Brielsclie- en Heenvlietsche straten een voorschot te verleenen ten bedrage van 933/t pCt. van de bouwkosten, tot een maximum van f66.000 en hun College te machtigen daartoe bedoeld terrein "aan de Vereeniging in erfpacht uit te geven. De Voorzitter deelt mede, dat door hem aan den Baad is overgelegd een nota van wjjziging der ontwerp-vooorwaarden, te verbinden aan het voorschot te verleenen aan de Vereeniging „Volkshuisvesting", bij lage 51b, zulks naar aanleiding van het amendement van mr. Kavelaars. Die nota luidt: I. Aan art 7 toe te (voegen: h. heit vervreemden of bezwaren van onroerende goederen; i. het wijzigen of aanvullen der sta ten van do Vereeniging. Toe te yoegen: Art 12. De Vereeniging -verplicht zich om, wan neer Burgemeester en Wethouders, in ©en geval als bedoeld dn den aanhef van het vorig artikel, het verlangen daartoe schrif telijk te kennen geven, binnen den door hen te bepalen termijn tot zekerheid van alles, wat de Gemeente als uitvloeisel van het bovenvermelde voorschot alsdan van de Vereeniging te vorderen heeft of zal hebben, tot en ten beloop© eener som, welke 10 pCt hooger is dan het bedrag dier vorderingen., ten behoeve der Ge meente hypotheek te geven op het erf- paclitsrecht op den bovenvermelden, voor den bouw der woningen waarvoor het voor schot strekt, door de Gemeente uit te ge ven grond, met den eigendom van de daarop reeds gestichte of nog te stichten gebou wen, boven- en ondergrondsohe werken, beplantingen en verdere verbeteringen van den grond. Met betrekking lot deze hypotheek zul len de navolgende bepalingen gelden: 1. dat hetgeen hiervoor is bepaald nopens de beperking in de bevoegdheid der Ver ■eeniging ten aanzien van de wijze waarop het bezwaarde goed zal kunnen worden verhuurd, geacht wordt ook (uitdrukkelijk bij deze hypotheek te zijn bedongen. 2. dat bij eventueele brandschade de waarborgpenningen in de plaats dezer on derzetting zullen treden, terwijl de polis of palissen in het bezit der Gemeente moeten worden gesteld. 3. dat de Gemeente bij niet-hetaling van het verschuldigde, onherroepelijk zal zijn gemachtigd, om het verbondene hetzij' in zijn geheel, hetzij in zoodanige perceelen of onderdeelen, en massa's daarvan ais zij wensahélijk mochten achten, en in het laatste geval die perceelen of onderdeelen alle in dezelfde of in verschillende op el kaar volgende veilingen, in het openbaar, volgens plaatselijk gebruik, ten (Overslaan van een bevoegd ambtenaar te doen ver- koorym, de voorwaarden van de Verkno pen te regelen, de koop-penningen te ont vangen, daarvoor te kwiteeren en het ver kochte te leveren, ten einde bit de opbrengst hot verschuldigde, renten en kosten inbe grepen, te verhalen. 4. dat ten aanzien van het bestaan en het bedrag der schuld, tot zekerheid waar van de hypotheek wordt gegeven, de Ver eeniging zich zal gedragen aan- en genoe gen nemen met de boekingen der Gemeente, behoudens de bevoegdheid der .Vereeniging om, na aanzuivering van het saldo tol het beloop van de hypotheek, te bewijzen dat door haar minder verschuldigd was dan te haren laste is gebracht. 5. dat bij willige verkooping van het verbondene, behalve in het geval dat deze geschiedt krachtens de hiervoor sub 3 ver leende onherroepelijke machtiging, geen zuivering zal plaats hebben als bedoek in artikel 1254 van het Burgerlijk Wet boek. 6. dat deze hypotheekstelling en de rechten er bij toegekend, bedongen of er uit voortvloeiende, in hun geheel en onver kort laten beslaan alle overige reebtsmid delen, vorderingen en voorrechten, dje die Gemeente, ingevolge de wet of overeen komst ter oorzake harer schuldverord-erin gen tegen de Vereeniging mocht hebben of kunnen doen géiden. 7. dat alle kosten van het maken der akte, van de inschrijving der hypotheek en van de opheffing van de hypothecaire inschrijving na de aflossing der schuld en alle verdere kosten op deze zaak val lende zijn voor rekening van de Vereeni ging- Toelichting. Tegen een zwevende hypotheek hebben wij bezwaar. Wordt echter in de gevallen, waarin volgens art 11 bijzonder maatregelen kun nen worden genomen, ook de bevoegdheid gegeven hypotheek te eischen, dan komt ons dit voor een gelukkige aanvulling te zijn. In dien zin en met de daartoe noodige wijziging hebben wij het amendement van mr. Kavelaars opgenomen. Hiermede zal moeten gepaard gaan een aanvulling van art 7 om te bepalen, dal zonder geudkeuring van Burgemeester en Wethouders de statuten niet kunnen wor den gewijzigd immers werd geconsta teerd, dat de tegenwoordige statuten voldoende waarborgen aanbieden en onroerende goederen niet kunnen worden vervreemd of bezwaard. Indirect wordt dit reeds in art 9 verboden. Doch een directe bepaling in art. 7 is te meer gewenscht met het oog op de hypotheek die de Ge meente kan eischen. Zooals men in de toelichting ziet, wil len B. en W. wel medegaan met het voor- stel-Kavelaars, maar zij hebben wel wat bezwaar tegen de zwevende hypotheek. Mis schien zou die eerst later -noodig kunnen worden, maar thans achten zij dat niet noodig op grond der statuten van die ver eeniging. Mr. Kavelaars wil nu reeds een volmacht aan B. en W. verleenen om, wan neer zij dat wensohelifk achten, een hypo theek als waarborg van het voorschot op de bezittingen der Vereeniging te nemen. Maar B. en W. willen niet, dat hun College daarover zal moeten beslissen; zij willen dat dit zoo noodig door den Raad geschiedt. Overigens hebben B. en W. geen be zwaar tegen het amendement en achten het idee van den heer Kavelaars zelfs toe te juichen. De heer mr. Kavelaars ziet niet in dat het een verbetering van zijn amende ment is, dat nu in den aanhef van het voorgestelde artikel een verwijzing naar art. 11 is ingevoegd. Men zal daardoor tegenover de Vereeni ging moeten bewijzen dat „grof wanbeheer of grove nalatigheid" bestaat. Toch kan ook hypotheek wenschelijk zijn bij andere gevallen, b.v. bij het niet op tijd voldoen van de verschuldigde rente. Is dat een over treding der bepaling van de overeenkomst9 Spr. gelooft dit niet. Het is een niet na komen van een aangegane verplichting. De Voorzitter deelt die meening niet De heer mr. Kavelaars: Wij kunnen nu ook wel bepalen, dat B. en W. geen hypotheek behoeven te eischen, tenzij een raadsbesluit daartoe vooraf-gaat. Het bc wijs van grove nalatigheid is altijd zeer lastig. De Vereeniging kan b.v, groote uitgaven doen voor reparatie en de vorderingen voor verrichte werkzaamheden zijn gedurende ze keren tijd preferent, zoodat zij voorgaan aan de vordering (der gemeenten. In een derge lijk geval zou de gemeente bij de nu ge kozen redactie geen hypotheek kunnen nomen. Hij zou daarom in overweging wil len geven op dat punt de redactie onge wijzigd te laten. Alleen zou ingevoegd kun nen worden, dat aan het nemen van hy potheek een beslissing van den Raad zal voorafgaan. De Voorzitter: Vindt u niet dat daarmede voortdurend een zwaard boven de Vereeniging hangt? De heer mr. Kavelaars vindt dat niet kwaad. Welke particulier zal zóó geld geven? Nu zou met die bepaling de ge meente zich te allen tijde voor groote ver liezen kunnen dekken. Men stelt nu de Vereeniging „Volkshuisvesting" ver boven de Vereeniging „Eendracht". De Voorzitter: U zou dan misschien dadelijk hypotheek willen nemen. Dat ware in elk geval meer principieel. De heer mr. Kavelaars had dat wer kelijk wel liever gezien, maar heeft dat niet gedaan, omdat hij begreep dat dit door de meerderheid of laat hij liever de an dere helft zeggen in den Raad niet zou worden aanvaard. De heer v. d. Tempel hoort den heer Kavelaars vragen: Waar krijgt iemand van een particulier geld zonder hypotheek?Maar de heer Kavelaars moet niet uit het oog verliezen dat het hier een vereeniging be treft die, volgens de statuten, geen wins! maakt. Daardoor komt men op een geheel ander standpunt dan bij het bouwen met het doel winst te maken. Deze Vereeniging is opgericht met hei doel de volkshuisvesting te verbeteren. Aan zoo'n hypotheek hecht spr. geen groote waarde en veroorzaakt bovendien weer groote kosten. De heer v. Westendorp vindt, dat de opmerking van den heer v. d, Tempel volkomen juist is. Wat de heer Kavelaars gezegd heeft, komt er wel wat koud uit Als hij 't houwen winst het doel is, dan zal de geldnemer zooveel mogelijk daarvan zien te profiteeren en de panden zoo spce dig mogelijk weer van de hand doen. Maar hier is het doel, blijkens de statuten, wel' wat anders. Hier kunnean ook de panden nie! vervreemd of bezwaard worden. Spr. heeft zich gisteren in het College niet verzet tegen het besluit van B. en W. om het nu voorgestelde arL 12 aan de voorwaarden toe te voegen, omdat tel kens bij de behandeling der aanvrage van deze vereeniging zooveel tijd is verloren gegaan. Om nu niet weer de beslissing fe moeten uitstellen, heeft spr. zich bij het besluit van het College maar neergelegd «Als echter de bepaling wordt opgenomen dat'geen wijziging Sn de statuten mag worden gebracht zonder toestemming van B. en Wl, zal ook het doel worden bereikt. Men krijgt nu een heel stuk bij de voor waarden, wat echter maar weinig zegt. Bovendien komt er nog een gedelegeerd commissaris en een bestuurslid, door de Gemeente aan te wijzen, in het beheer der der vereeniging bij. De heer mr. Kavelaars merkt op dat door de heeren v. dj. Tempel en v. Westendorp er wel op is gewezen dat niet meer dan 4 pCt. winst mag worden ge maakt, maar dit heeft z. L zoowel een goede als een kwade zijde. Die 20 pCt. winst maakt, zal er op uit zijn te zorgen dat de woningen atlijd ver huurd zijn. Wel Scent men nu de tegenwoor dige bestuurders, maar die er later zullen komen, kent men niet. Wie zegt dat die latere bestuurders met opgewekte toewij ding het beheer zullen voeren? Hetzelfde geldt ook voor de vertegenwoordigers der Gemeente in het Bestuur dier Vereeniging. De kosten voor een hypotheek zullen niet zoo groot zijn, maar ook om die kós ten te besparen, heeft spr. het voorstel zóó gemeend te moeten doen. De Voorzitter: Met het voorstel van B. en Wj. kan de gemeente immers ook zoo noodig ingrijpen. De heer mr. Kavelaars: Als de wij ziging niet wordt aangebracht, zal ik tegen het voorstel stemmen. Dat is niet overwe gend, omdat het voorstel toch wel een meerderheid zal vinden, maar dan ben ik verantwoord. DeVoorzitter:U kunt voorstellen het geld te verschaffen onder hypothecair ver band. i De heer mr. Kavelaars: Het is mij gebleken dat B. en Wl met dit denkbeeld niet wilden meegaan. De heer v. d. Schalk: Het voorstel van B. en Wj. is toch ongeveer hetzelfde als dat van den heer Kavelaars? De heer mr. Kavelaars: B. en W. willen de gevallen noemen, waarbij hypo- 'heek verplicht kan worden en ik wil wil lie gelegenheid ruimer stellen. De Voorzitter leest het ontwerp, ioor Kavellaars ingediend, voor. De heer vt d. Schalk: Waarom wil leze de hypotheek 10 pCt hooger stellen hm hetgeen de Gemeente te vorderen heeft? De heer mr. Kavelaars: Voor even- .ueele onkosten. De heer vt.d. Tempel meent datals geld verstrekt wordt, men liever mag willen dat lit dadelijk gdeschiedt onder hypothecair verband, dan dat dit later geschiedt, want Jan kan dit, óf ongelegen komen voorde vereeniging, öf het gevolg zijn van een stemming in den Raad. (Voor de vereeniging acht hij het wel wat gevaarlijk om op zoo'n voorwaagje in te gaan. De geldschieters hebben hun geld ook niet gegeven om winst te maken. Hij vindt 'iet wel een beetje spijkers op laag Water zoeken. De heer Dink'elaar vindt het wel Wat vreemd om nu hypotheek te vragen, ter wijl vroeger vele duizenden meer zijn ge- aeven zonder hypotheek. De beer mn, Kavelaars: Toen gaf. de gemeente 80 pCt, nu 943/i pCt van het bouiwkapïtaal. De heer Dinke]aa,r: Het kapitaalwas tben Veel grooter.. Dat bij het voorschot aan de Bouwver- eeniging „Eendracht" hypothecair verband als voorwaarde Werd gesteld, was, omdat men van de vereeniging en haar bestuurs leden niet veel wist. Daarentegen heeft de vereeniging „Volkshuisvesting" reeds jaren bestaan, en dus doet men met -leze ver eeniging g|een sprong in bet duister. Nu zegt de heer mr. Kavelaars wel, dat misschien andere bestuursleden zullen op treden die minder ijverig zijn bij het ver huren der woningen dan particuliere wo ning-eigenaars, maar daar staat toch tegen over, dat de woningen van „Volkshuis vesting" beter worden onderhouden dan die van particuliere verhuurders, die het om de winst te doen is. Daardoor zullen de woningen van deze Vereeniging altijd huur ders hebben. De Voorzitter vraagt, of de heer Kavelaars zijn eisch handhaaft. De heer mr. Kavelaars zal zichneer- leggen bij het voorstel van B. en W-, ech ter slechts noodgedrongen en niet over tuigd dat het beter is dan het oorspronj- kelijke door hem ingediende voorstel. De heer Evers zegt, dat meermalen hier gebleken is, dat hij voorstander was van particulieren bouw. Het is nu echter gebleken, dat de particuliere bouwers niet in de bestaande woningbehoefte kunnen voorzien en daarom zal hij thans meegaan met 'het voorstel van B. en W,, te meer daar Volkshuisvesting het doel nastreeft één gezinswoningen te houwen. De Voorzitter zal thans het voorstel van B. en W. in stemming brengen. De heer v. Westendorp zou eerst gestemd willen zien over de vraag, of het hypotheekbeginsel in de voorwaarden zal worden opgenoemn. De heer Lagerwep: Dan zou toch de redactie moeten luiden: de Raad ge hoord. De Voorzitter is bereid eerst in stemming te brengen het amendement-mr. Kavelaars. j De heer Goslinga vindt het beter te beginnen met art. 1 der voorwaarden. De Voorzitter wil er even op wij zen, dat in de overgelegde exploitatiereke ning onder de lasten de annuïteitsrente is gesteld op 4.113 pCt., maar dat percen tage staat niet vast. Men moet dus bij de beoordeeling daarmede rekening houden. De heer mr. Kavelaars stelt voor, eerst zijn amendement in stemming te bren gen. De Voorzitter stemt toe, dat een amendement den voorrang heeft en brengt dus in stemming het oorspronkelijk voor- stel-mr. Kavelaars. Dit wordt verworpen met 12 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heeren Lagerweij, Beu kers, Scheffers, Post, Schreuder en mr. Kavelaars. Tegen stemmen de heeren Evers, Hout man, v. d. Tempel, v. d. Schalk, v. Wes tendorp, Goslinga, v. d. Zee, Koopmans, Dinkelaar, Korpel, v. Pelt en v. d. Hoek. De Voorzitter acht hiermede het ar tikel, zooals het door B. en W. is inge diend, aangenomen. De heer v. Westendorp is het daar mede niet eens. Met de nu gehouden stem ming is het principe van de hypotheek i I H. i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 6