De oorlog.
68"" Jaargang
Dinsdag 28 December
No 15024
PurperenFijiiLinnen,
buitenland;
De?,e courant verschijnt d ag e 1 ijk3, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs por kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, franco
per post fl. 1-63.
Prijs per Week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden da ge Dj ks aangenomen. r
Ad verten tien voor het earehoigend nummer moeten des middags vóór
nar aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Have» No. J41 (hoek Korte Haven).
Prijs der Advertentien: Van 16 regels fl. O.Sz, iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote lettors naar de plaats die zij
innemen.
Advertentien bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers die Dinsdag, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentien opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bv vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon Xo. 103.
A
Bericht.
Evenals andere jaren znllen ook dit
jaar in de „Scbiedamsche Courant'% die
Vrijdagavond 61 December verschijnt,
Nieuwjaarsgroeten kunnen ge
plaatst worden tegen den prijs van
VIJFTIG CENTS.
Kennisgeving.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
'binder knnnen veroorzaken.
'Bfuigemeester en Wethouders van Schie
dam;
Gezien het verzoek van de N. V. NEDER-
LANDSCHE DISTILLEERDERIJ EN FLES-
SCHENFABPiEK, VOORHEEN DE FIRMA
HERMAN JANSEN, om, onder intrekking
van de haar bij besluit van Burgemeester
en Wethouders van Schiedam, resp. d.d.
10 Mei 1910, 6 October 1910, 21 Septem
hpr 1911, 2 Juli 1914, 10 Juni 1915 en
1 Juli 1915 en bij Koninklijk besluit van
8'Juli 1911, no. 39, verleende vergunnin
gen, haar een nieuwe vergunning to ver-
leenen voor het oprichten van een glas
fabriek, distilleerderij, kistenmakerij, man-
denmakerij, smederij en zagerij, in het pand
staande aan den Noordvestsingel 37, kadas
ter Sectie H nos. 754. 756, 757, 759,
760 en 761, gedreven door diverse stoom
machines van te zamen 250 P.K. én een
gasmotor van 7 P.K.
Overwegende, dat het deskundig ondcr-
zoek met betrekking tot deze aanvraag
nog niet geëindigd is;
Gelet op Re Hinderwet;
"Besluiteni
de beslissing oVer genoemde aanvraag te
verdagen.
Schiedam, 27 December 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M, L. HONNERLAGE GRETE,
l De Secretaris,
V. SICKENGA.
Tan het Westelijke front.
Fransch legerbericht.
Het officieele Fransche communiqué van
gistermiddag lutdt:
Niets van Wang te melden.
Engelscb legerbericht
'Het officieele communiqué van gisteren
uit het Britscihe hoofdkwartier zegt:
De vijand beeft vanochtend tegenover
onze linie ten Z. O. van de Hohenzollem-
naar het Engelsch.
door
LILL1AS CAMPBELR DAVIDSON.
58)
iWynnslanley stond in den voorhal met
den hertog te praten. Op den achtergrond
klonk een vxoolijk gerammel van theekop
jes. Wynnstanley's gelaat stond ernstig.
Men beweerde tegen elkaar dat hij zeker
Wij was, de inrichting aan liet sanatori
um-comité met den hertog aan het hoofd
te ikunnen overdragen. Zijn grootscho on-
derneming scheen hem veel hoofdbreken
gekost te hebben.
Igj "Meld de cene hand op zijn rug en
zag er bleek en ernstig uit Een bejaard,
schraal man, zoetjes glimlachend, kSvam
van ter zijde op hem toe.
'ia „Goeden middag, mr. WynnstanleyEen
j bijzonder .aangename gelegenheid hoogst
U aangenaam. Lkf Worde, toen ik hier met
v den trein passeerde, wat er aan de hand
"vyfcs en ikj kon de verzoeking niet weer-
sj|- staan, pm! uit te stappen en deel te ne-
men aan de inwijding, 'k Heb toch daar
toe u,W permissie, hoop ik?"
M «Mr. Markham I Tiet verheugtmij zeer
S uste zien."
S, Wynnstanley gal hem de hand en wierp
.even een nieuwsgierigen blik op den ad-
^rioatenkleric'. Maar mr. Markham's saarn-
Kddken lippen en z$n schraal, secuur
gezicht ziedden niets buitengewoons. Hij kuch-
,to..e>^n, liet ziju stem dalen en ging eenig-
redoute een mijn laten springen. Wij hebben
ons nabij den rand van den geslagen trech
ter verschanst.
Onze artillerie heeft de loopgraven des
vijands ten zuiden van den spoorweg Rijs-
selArmentières met goeden uitslag bescho
ten. De vijand heefrions vuur fel, doch zon
der noemenswaardige scha te aan te richten
beantwoord.
Indische troepen aan het
Fransche front
onttrokken.
Reuter seinde gisteren uit Londen:
Het vertrek van Indische troepen* uit
Frankrijk blijkt uit de officieele mededee
Jing, dat vóór het vertrek van een Indisch
legerkorps uit Frankrijk de prins van Wa
les uit naam van den koning de Indiërs
hartelijk heeft bedankt voor hun diensten,
die thans op een ander gevechtsterrein
noodig zijn.
Van het Zuidelijke front.
Oostenrijksch legerbericht
Het Oostenrijksche hoofdkwartier meld
do gistermiddag:
Aan het Ilaliaansche front is de actie
der Iialiaansche artillerie tegen het Ti rooi
sche front levendiger sedert gisteren.
Rij een gevecht, dat op de hoogten oos
telijk langs de Etsch, ten zuiden \anRo
vereto plaats had, verloor de vijand 200
man aan dooden en gewonden.'
Op het Isonzo-front had op enkele plaat
sen artillerie-beschieting plaats.
Italiaansch legerbericht.
Het officieele Ilaliaansche communiqué
van gisteren luidt:
Wij beschoten de stellingen bij Cologna
en veroorzaakten ontploffingen en brand.
Een aanval van den vijand op den Mon
te dei sei iBjosi werd spoedig tot staan
gebracht.
Van het Balkaiifront
Oostenrijksch legerbericht.
Het Oostenrijksche hoofdkwartier meld
de gistermiddag: N
Geen gebeurtenissen van beteekenis.
Te Bjelopolje werden tot dusver 5400
handvuurwapenen gevonden.
Montenegrijnsch leger'bericht
Het Montenegrijnsch legerberichi van 26
Dec. luidt:
Onze troepen uit den sandjak zetten
den aanval voort. Na een zeer levendig
gevecht gedurende een geheelen dag slaag
den zij erin verscheidene dorpen, die in
"handen van den vijand waren, te bezet
ten, o. a. Godoosj, Donan en Dobride. De
Oostenrijkers ledejn zware-verliezen.
1 In Montenegro.
Een oorlogscorrespondent van 'het „Ber
liner Tageblatt", seint d.d. 21 December:
In Noord-Montenegro vecihten de Serviërs
slechts hier en daar tussehen de Montene-
grijnen. In Oost-Montenegro zijn echter vele
Serviërs onder de gevangenen. In de nabij
heid van de Tarakloof heb ik met ©enige
Montenegrijnsche gevlangenen gesproken.
De eene, die de nationale muts maar venter
zins achter' den schouder van den ander
staan. i
„A propos, mr. Wynnstanley, ik weetniet
of u ook per brief lastig is gevallen doo»
een man, die onlangs bij ons op 't kan
toor is geweest Een onbeschaamde vent!
Hij trachtte de aanspraak te laten gelden,
dat hij de Philip Wynnstanley was aan
wien Revelïy w!as vermaakt. Hij kwam daar
mee wat te laat aan. Afs hij zich had
vertoond, vóórdat wij u ontdekten, dan zou
dat een onaangename vergissing kunnen
veroorzaakt hebben. Natuurlijk brachten wij
hem aan 't verstand, dat zijn poging om
bedrog te plegen te laaf. kwam. De rech
te man had het landgoed reeds in eigen
dom. Ik was bang dat hij 'u zou schrij
ven en trachten a geld af te persen. Ik
bid u, ga daax niet op in, als bij dat mocht
doen. Wij hebben hem onmiddellijk op
zijn. plaats gezet."
Wynnstanley luisterde met dienzelfden
vreemden, stijven ernst.
„Ik heb geen brief van hem gehad.".
„Dat is goed, nog wel zoo goed. Dat
stelt mij gerust. Want om u de waafheid
te zeggen, toen ik hier van het station
door uw mooi dorp reed, meende ik', dat
ik hem de deur van een herberg zag bin
nen slenteren. Het verheugt mij te hoe
ren, dat hij niet de brutaliteit heeft ge
had u te naderen."
Doch nu keerde de hertog zich naar
den gever van het sanatorium en zei iets
op zochten toon tegen hem. Het was een
lange tocht met de auto van Bjndiehurst
en de hertog was dorstig. Zou men niet
even goed dadelijk met de plechtigheid
de heele uniform van Fransche sappeurs
droeg, zeide, dat juj tot aan zijn vaderlijk
huis ten Zuiden van Pijevelje meegegaan
was, maar dat liij toen met voider had wil
len vechten. Een ander zesde, dat hij niet
gevangen genomen zou zijn als hij in zijn
ceta (compagnie; familieleden -had gehai.
Nu bad hem echter niemand gerei toon hij
struikelde. Allen klaagden over bet gebrek
aan brood waaronder zij geleden hadden.
Geen enkele liad pen heele jas aan. Een
hooggeplaatst officier zei mij, dat de meeste
Montenegrijnsche gevangenen het pen of
andere stuk van de Oostenrijksche uitrus
ting droegen. De Montegrijnen kleeden de
gesneuvelde Oostenrijksche soldaten uit en
laten de lijken paakt liggen. Erger is, dat
men ook gewonden en krijgsgevangenen
heeft ontkleed. Terwijl ak in Pljevelje was,
kwam ec-n Oostenrijksch landstormman daar
aan, barrevoets en in onderbroek. Zoo had
hij weten te ontvluchten. De Montenegnjnen
trekken de geroofde kleedingstukken onmid
dellijk aan, om hun jammerlijke uitrusting
te verbeteren. Toc'h kan men de geregelde
Montenegrijnsche troepen aan de overblijf
selen van hun uniform nog onderscheiden
van de fantastisch ingepakte comitadji's,
van wie men ook velen gevangen genomen
heeft Vaak zijn er fanatieke Serviers uit
het Bosnische grensgebied onder. Zij wor
den naar hun woonplaatsen teruggebracht
en ondergaan daar |le gevolgen van hun
hoogverraad.
Op de vriendelijke gezindheid van de
Mohamniedaansohe bevolking kunnen onze
troepen zich verlaten Zooals bekend is,
hebben zich reeds Mo ham rnodaansche ben
den gevormd, die aan onze zijde meevech
ten. Men moet zich dat niet voorstellen als
een grooten opstand van het volk, maar
overal worden de onzen toch met groot
gejuich begroet ln de steden en dorpen
waaien vlaggen in Oostenrijksahe en Turk
sdie kleuren. Bijna alle door Mohamme
danen bewoonde plaatsen in Noord- en
Oost-Montenegro zijn reeds dn onze 'handen.
Wat vóór onze troepen ligt, is in alle op>-
zichten vijandelijk gebied.
De entente-troepen bij Saloniki.
De Weener „Reichspost" verneemt uit
Saloniki:
Tot dusverre hebben de Franschen en
Engelschen te zamen ongeveer 230.000 man
troepen aan land gezet. De entente-troepen
leggen versterkingen aan bij Guemendje
(bij Saloniki) en op,het Chalkikide-sehier-
oiland. De Franschen bezetten stellingen
op den rechter- en de Engelsohon op den
linkeroever van den Wardar. De Grieksche
troepen houden een zone ten oosten en ten
westen der entente-troepen bezet
Na zes uur 's avonds mogen zich slechts
Franschen en Engelschen op straat bege
ven.
Griekenland en de mogend
heden.
Naar hef „Berliner Tageblatt" uit Sofia
verneemt, heeft de Bulgaarsche minister
president Radoslawof aan den leider der
agrarische partij Dimitrof verklaard, dat
Griekenland, volgens door de Bulgaarsche
regeering ontvangen berichten, aan de ver
tegenwoordigers d,er entente-m ogendheden
van de opening kunnen beginnen? De rec
tor was gereed met een gebed te openen,
zoodra mr. Wynnstanley daartoe het toe
ken gaf.
Mr. Wynnstanley gaf het. Toen de man
nen de hoeden weer hadden opgezet en
de gebogen hoofden der vrouwen weer
waien opgeheven, stapte de hertog op de
tafel toe, waarachter Wynnstanley zwij
gend en stijf stond.
Hij hield een zear goede, kleine" toe
spraak. Hij Wad den naam een zeer goed
spreker aan een diner te zijn. Zijn woor
den waren nu goed gekozen, zeer actueel,
zeer complimenteus. Hij was er Van over
tuigd, dat zij het allen hoogst aangenaam
vonden om elkaar hier op dien gedenk-
Waaidigen dag te ontmoeten, ten einde uit
de handen van hun edel moedigen buur
man, mr. Wynnstanley van Revelly Cast
te, dit prachtige en weldadige geschenk",
dit sanatorium voor teringlijders te ont
vangen een inrichting waaraan men in
die streek groote behoefte had. De gever
had kosten noch moeite gespaard om die
voor het gebruik zoo doelmatig mogelijk
te maken. Men zou zelf kunnen oordoo
ien, hoe de wetenschap haar nieuwste hulp
middelen liad gegeven oon het sanatorium
volmaakt te doen worden. Zij verwach
ten daarvoor een lang en nuttig bestaan,
rijk aan succes. Hij was, wlat hem zelf
betrof, er trotseh op tot het bestuur te
behooren en er zeker van, dat hij de
geV|0e]ens weergaf .van allen, die hier
bijeen waren, wanneer hij bij de woorden
van oprechten dank, die hij den gever
wenschte toe te spreken, de vurige hoop
heeft medegedeeld, een landing van entente
troepen te KawaJa niet te kunnen toelaten.
Aan de Dardanellén.
Turkseh legerbericht
Het Turksche hoofdkwartier meldt d.d.
gisteren:
Aan het Dardanellenfront noodzaakte, in
den nacht van 24 op 25 December onze
artillerie een torpedoboot, die de landings
plaats bij Ari Boemoe beschoot, zich te
verwijderen,
Bij Sed-el-Bahr wierp de vijand een
groot aantal bommen en juchttorpedo's
tegen onze stellingen. Onze artillerie ver
nielde een 'vijandelijken mijnwerper en ver
oorzaakte groote schade in de eerste linie
der vijandelijke loopgraven.
Onze artillerie trof viermaal een vijan-
delrtken kruiser, die verschillende malen
Altsjitepe en omgeving beschoot.
Onze kustbattenjen beschoten krachtig en
met succes de landingsplaatsen van Sed-el-
Bahr, en de verzamelplaatsen van troepen
bij Moriohman, de vijandelijke loopgraven
in de omgeving van Kerevisdere, de reserve
troepen ten westen van Eski Hissariik en
een houwitserbatterij. Zij veroorzaakten
merkbare schade en brachten twee gepant
serde booten tot zinken.
Bij Mortohman deed een onzer water
vliegtuigen op 25 December een met succes
bekroonden verkenningstocht over Tenedos
en het eiland Mavro, en over de vijandelijke
stellingen bij Sed-el Bahr. De hydroplane
trof een torpedoboot, ten zuiden van Sed-
el-Bahr piel een bom.
Overigens is niets van belang voorge
vallen.
In Mesopotamia.
Engelsch legerbericht
Het Engelsc'he oorlogsperskwartier meld
de gisteren:
Generaal Townshend, bevelhebber te
Koef-el-Amara. aan de Tigris, bericht, dat
er op 24 en 25 December een hevig gevecht
heeft plaats gehad om het bezit van liet fort
aan de noordzijdevan het schiereiland
Koet, waar de vijand vasten voet had ge
kregen. Herhaaldelijk werd hij eruit go-
worpen, tot hij eindelijk voorgoed terugtrok.
Zijn verliezen worden geraamd op 900
dooden en gewonden, die der Engelschen
op 190.
In Egypte.
Turksch legerbericht
Over den strijd, die de Senoessi vanuit
Tripolis tegen West-Egypte hebben aange
bonden, meldt het TurksClie hoofdkwartier:
De troepen van den sjeik der Senoessi
zetten hunne aanvallende beweging tegen
de Engelschen in Egypte in verschillende
colonnes met succes voort De omstreken
van Siva zijn nu geheel van Engelsölien
gezuiverd. De colonne, die langs de kust
voortrekt, viel het plaatsje Matruh aan,
240 K.M. ten oosten van de Solum-baai.
In het gevecht werd de commandant van
Matruh met 300 Engelsdie soldaten gedood,
de rest der vijandelijke troepen vluchtte
in oostelijke richting. J
De Mohammedaansche troepen maakten
bij Solum en Matruh twee Engelsche veld
kanonnen en een menigte ammunitie b»it,
koesterde, dat mr. Wynnstanley zou wil
len toestaan, Wat hij tot dusver nog had
geweigerd, nl. dat men z'n naam permanent
plaatste op de lijst van bestuur. Hier werd
do bertog door toejuichingen in zijn rede
gestoord en hij glimlachte nadat hij be
proefd liad door te gaan, wuifde afwe
rend met zijn hand, waarna hij zijn keu.
rig glanzendon hoed afnam, dien boven
zijn hoofd rondzwaaide en zelf een hoera
aanhief.
Toen de laatste achteraankomende uil-
roep wegstierf er is altijd de een of
andere hoerarocper, die een ander op de
hielen volgt stond Wynnstanley een
oogonblik zoo bleek en zoo in gedach
ten voor zich te kijken, dat het publiek
hem verbaasd aanstaarde. Hij vermande
zich spoedig en begon te spreken.
„Ik dank u. Ik dank u allen", zei hij
en zijn stem had zujk een hollen klank,
dat die de ooien der hoorders pijnlijk
aandeed. „Ik ben dankbaar voor uw vrien
delijkheid. Maar ik kan mijn naam niet
permanent op <1© lijst zetten, noch op
cenige lijst van bestuur. En wel omdatik
hier niot langer zal zijn. Ik \orlaatRevelly. Ik
ben 'blij dat bet werk hier is afgeloopcn
en ik alles in uw handen kan overdragen.
Ik hoop hier begon hij te stotteren.
„Ik' hoop, dat het zoo kan voortgezet wor
den als hel in mijn voornemen lag."
Er ontstond een gemompel om hem heen,
men ivas verwonderd, deed vragen. Hij
hief zijn hand mot ■«uiige moeite* op en
dit gebaar gebood stilte. En men zweeg
vol ingespannen nieuwsgierigheidmen luis
terde met ingehouden adem.
benevens tien automobielen, waarvan drie
gepantserde, en een menigte ander oor
logsmateriaal.
Ter Zee.
De duikboot, en mijne noorlog.
Volgens een Llovds-berieht is het En
gelsche ss. „Hadiey" (1777 ton) gezonken.
De bemanning is gered.
Verder geeft een Lloydsbericht van gis
teren nog bet volgende lijstje van slacht
offers vanduikbooten. Gemeld wordt n.l.dat
het Fransche s.s. „Villede laCiotal" (6300
ton) den 24en dezer is gezonken. Een deel
van de bemanning en de passagiers is gered
door het s.s. „Merve", 80 passagiers en
leden der bemanning zijn omgekomen.
Een later beridht uit Parijs meldt, dat
passagiers en bemanning van de „Ciotat"
op Maltha zijn geland.
Het Engelsche s.s. „Yeddo" (4552 ton)
is gezonken; de bemanning is gered.
Het Engelsche s.s. „Cottingharn (513 ton)
is gezonken; 7 leden der bemanning zijn
gered.
Het Belgische s.s. „Ministro Beernaerl"
(4215 ton) is gezonken7 leden der beman-
ning_ zijn gered.
BINNENLAND.
Hofberichten.
Bi'j het bezoek, dat de Prins gisteren ge
bracht heeft aan de slachtoffers van de
stoomtrambotsing, werd Z. K. Tl. in het
militair hospitaal ontvangen door de wd.
chef, kolonel dr. Schouten en dr. Polak,
en in Huize „Sint Anlonius Hove" te
Voorburg door de overste van het huis,
door rector Van Stee, en door de ooctoren
De Groot on Hennequin.
De Prins informieerde bij allo gewonden
naar hun toestand en naar de toedracht
van bet ongeluk.
Ook de gjeneraa]-majoor Quanjer, inspec
teur van den geneeskundigen dienst, bracht
een bezoek aan. de -gewonden, zoowel te
Voorburg als te 's Gravenhage.
AsdUntlM,
De gewone audiënties van de ministers
van koloniën en van waterstaat zullen,
deze week niet plaats hebben.
Staatsleenlng 1914.
De minister van financiën maakt be
kend, dat tol 24 dezer uit de opbrengst
der Staatsleening 1914 aan provinciën en
gemeenten uit 's "Rijks schatkist rentedra
gende, voorschotten zijii toegezegd tot een.
gezamenlijk bedrag van f3.272.025, waar
van per saldo was uitbetaald of betaalbaar
gesteld een totaal bedrag "van f 1.767.825.
Iodlenatstelling Tan den landstorm, jaar-
klasse 1912,
De landstormplichligen der jaarklasse
1912, wier geslachtsnamen beginnen met
de letters van A lot en met J', zullen
worden in dienst gesteld:
in de provincie Drenthe op Donderdag
3 Februari 1916 en in alle overige provin-
„Ik ga hier Vandaan. En ik heb u, iets
te zeggen, vóórdat ik heenga. En wel, dat
ik iets moet goed maken en iets terugge
ven. Ik heb mij schuldig gemaakt"
Zijn stem trilde, maar hij beheersclite zich.
„Ik ïk heb niet het minste recht hier
te (zijn). 'I Is oon groote vergissing geweest,
dat ik Rovelly bezit. Ik ben niet de rech
te man. Ik wist niet dat er een vergis
sing 3uul plaacs gehad vóórdat ik hier was.
Ik meende, dat hel landgoed aan mij was
nagelaten, totdat ik ontdekte, dat het
iemand anders Was ten deel gevallen, die
denzelfden naam droeg als ik! Ik had
gedacht, dat hij dood was, dat ik hem
bij igen ongeluk had zien verdrinken. Ik;
dacht dus da! het er niet -op aan kwam,
daar hij geen familie bezat en er niemand
anders Wjas Wje het in bezit kon nemen.
Gisterenavond echter is do man terug
gekomen; hij was niet verdronken. Het
landgoed hel voort henu toe. Dit is zijn ©enig
bewijs. Misschien wil u het nemen."
Hij trok den sigarettenkoker uit zijn zak
en reikte dien den versteenden mr. Mark
ham toe.
„Als u er binnen in wil kijken, zal u
daar een naam zien George Wynnstan
ley. Dat wjas zijn Vader. In het testament
staiat dat alles moet komen aan Philip,
zoon van George Wynnstanley. Mijn vader
heette niet George. Ek heb er geen recht
op." Hij hield op, keek den kring van
starende gezichten rond; grenzeloozever
bazing en ongeloof Meld allen als in boei
en.
(Wordt vervolgd
SC1EDAMSCHE aiURMiï
'Üt