m 4 i CLflh ■1% IS;» 83; wijl zich binnenhet kamp, bij den in gang, het grootste deel der bevolking had verzameld. Aan den ingang werden de regeerings- commissaris, de adj.-regeeringscommissaris. vergezeld van hun dames, met hun gas ten, de prins en de prinses de Lignej ontvangen door den dorpsraad, onder voor zitterschap van den voorzitter Fl. Decroix. terwijl de kamp-kapel de Nederlandsche volksliederen speelde. Na de begroeting, "waarbij de voornaamste autoriteiten en be ambten werden voorgesteld, boden drie jonge meisjes de dames bouquetten aan. Namens de Belgische bevolking sprak daarna de voorzitter van den dorpsraad kolonel Mmgels toe. Kolonel Mingels, den spreker beantwoor dende, verklaarde met dankbaarheid de hem gebrachte, hulde te aammarden, doch niet alleen voor hemzelf, maar ook vooral voor zijn talrijke medewerkers, die hem zoo krachtig ter zijde stonden; ook voor de Belgische bevolking zelf, die flink in alles beeft mede gewerkt, door hun dorps voorzitters, geestelijken, onderwijzers, de chefs der zalen, enz. Dikwijls moest streng worden opgetreden, doch het heeft het goede resultaat gehad, dat ieder thans weet, boe het hoort. Namens de bevolking van het vluchtoord bood daarop prins de Ligne den regeerings- commissaris met eenige waard eerende woorden, waarin ook hij zijn dank uit sprak voor de treffende zorgen aan zijn ïandgenooten besteed, een zilveren herin- neringsmedaille aan ejn aan majoor Plas en dr. Bartholdy Rijnders een fraai be werkte oorkonde. Aan prinses de Ligne werd namens de Belgische bevolking door eenige meisjes een bloemstuk aangeboden. Terwijl de mu ziek de Brabanqonne inzette, had daarna een défilé plaats van de gymnasten in hrrn keurige sportpakjes en van de honderden schoolkinderen, allen getooid met de Bel gische kleuren en geschaard om de Bel gische vlag. Hierna werden de voornaamste inrich tingen van het kamp bezichtigd. Minister Trenb. Een vijftigtal heeren, vooraan slaanden in handel, scheepvaart, geldzaken enz. deel den mede, dat zij besloten hebban het volgende adres te richten tot de Twee de Kamer en noodigen degenen, die aan dit adres adhaesie willen, betuigen, uit, vóór Woesdag 9 Februari, hiervan schrif telijk kennis te geven aan de -mede-onder- geteekenden J. B. A. Jonckheer, Prins Hen drikkade 159 te Amsterdam, of aan Bern. A. Ruys, Veerhaven N.Z. te Rotterdam. Aan de Tweede Kamer der Staten- De ondergeteekenden voelen zich gedron gen en achten zich verplicht, aan de Twee de Kamer te doen weten, dat zij pijn lijk zijn getroffen en voor de toekomst van land en volk in hoog© mats zijn ver ontrust door de aanneming op Vrijdag 28 Januari van een motie, waarvan het ge volg is, dat mr. Treuh, minister van fi nanciën, als zoodanig zijn ontslag heeft aangevraagd. Onder de tegenwoordige omstandigheden, nu de grootste economische vraagstukken onder de oogen moeten worden gezien, waar nog de hoogste eischen op het ge bied der geheele, politiek gesteld zullen moeten worden, aan degenen, die deel uit maken tier regeering, achten zij het ip hooge- mate betreurenswaardig, indien mr. Treub als minister zal aftreden. Zij dringen er op aan, toch niet te ver geten, dat hij mede een der mannen is geweest, die in de Augustns-dagen van 1914 ons het vertrouwen hebben gegeven, dat het landsbelang in krachtige handen was, en dat bet voor een veilige toe komst noodzakelijk zal zijn, dat de per- sonegj die ons toen dat vertrouwen heb ben gegeven, gedurende de huidige wereld- 4 crisis gehandhaafd Wijven- Zij zijn overtuigd, dat Nederland thans tezen man van energie en werkkracht niet, kan missen en stellen er prijs op, van deze hun overtuiging aan de Tweede Kamer te doen blijken. VrowwenkieTeeht Naar wordt gemeld, zullen Nederlandsche vrouwen uit alle kringen van het volk jot de Tweede Kamer het verzoek rich ten, bj de behandeling van de voorstel len tot herziening van de Grondwet, niet mede te werken tot het verleenen van kiesrecht aan de vrouwen. Het conflict bij j,De Telegraaf' De Londensehe correspondent van de „N. R. Ct" seint: 1 In een verbazing wekkend hoofdartikel tje schrijft de „Daily News" dat dó Ne derland sche regeering- beslag heeft gelegd op HoMerts papieren, omdat hij dreigde ze openbaar te maken. De zaak heeft een ongelukkig aanzien. Waarom heeft de Nederl. regeering be zwaar tegen de publicatie van bescheiden, die zij, naar men kon verwachten, bijaan bieding met graagte zou hebben aanvaard? Het gebeurde zal aanleiding geven tol twijfel aan de onzijdigheid van de Ne derlandsche regeering, en Duitschland is niet eens dankbaar, 'tgeea blijkt uit de opzettelijke schending van de Nederland- sche vlag door het tarpedeeren van de „Artemis". (Het bovenstaande is de voorstelling, die de Telegraaf zelf Van de in beslagneming beeft gegeven en die we ook reeds in een telegram uit Amsterdam aan de „Ti- roes" hebben gezien. Dat ze onjuist is, behoeft geen betoog, merkt de „N. R. C." hierbij op. V "Wederom ontvangen wij een zeer uitvoe- i rig communiqué omtrent een Dinsdagavond jte Amsterdam gehouden vergadering van „dé Amsterdamsche pers", welke gewijd was aan een bespreking van het conflict bij de „Telegraaf". Daar waren een 40-tal journalisten van alle richtingen bijeen. Vooraf kwam de voorzitter, de beer W. Helmer, er tegenop dat de „Tel." „een ernstige poging tot misleiding" heeft aange wend door te trachten den indruk te wek ken door de vermelding dat het eerste communiqué kw am van het Haagsche Cor respondentiebureau, „het officieuze orgaan van de Nederlandsche regeering" dat werkelrjk onze regeering de hand zou heb ben gehad in de publicatie. Ongemotiveerd is het verwijt van de „Tel." dat niet de heeren Schroder, Hol der!, enzzijn gehoord. Want de bedoeling van de „Amst. Pers" was alleen, ais be roepsorganisatie bekendheid te geven aan wantoestanden die aan „Tel." en „Cou rant" bestaan. De wijze, waarop en de om standigheden waaronder de gepubliceerde feiten ter kennis van de vergadering kwa nen, gaven haar niet alleen het recht, maar legden haar den zedelijken plicht op om tot onverwijlde publicatie over te gaan. In de samenstelling van het eerste relaas beeft de heer Plemp \an Duiveland de hand niet gehad. Alleen is hem, als voorzitter van de Ned. Journ. kring, gevraagd of er ook passages in voorkwamen, die uit inter nationaal oogpunt beter achterwege kon den blijven. Namens het hoofdbestuur verklaarde daarop de voorzitter van den „Ned. Journ. kring" dat de „Amst. Pers" deze zaak tot dusver uitnemend heeft behartigd; hij noo- digde haar üit deze aangelegenheid ook verder te behandelen, en allen het hoofd bestuur bij gewichtige stappen vooraf te raadplegen. Het hoofdbestuur ondersteunt den oproep van de Amst. Pers aan de journalisten om de plaatsen der ontslagenen niet in te nemen. Bij de voorstelling van 't geval, door de heéren Schroder, Simons en Holdert in de „Tel." gegeven, wordt onomwonden het bestaan van het Anti-Smokkelbureau er kend, maar beweerd dat het staat „geheel buiten de „Tel"." Dat moet de vergade ring echter weerspreken. In de eerste plaats toch waren verschil lende speurders van het anti-smokkelbureau in het bezit van verslaggeverskaarten van De Telegraaf"; in de tweede plaats kre gen verschillende redacteuren, verslaggevers en correspondenten van „De Telegraaf" op drachten van en voor genoemd bureau; in de derde plaats werden tal van berichten, door dit bureau verzameld, door of van wege den heer II. M. C. Holdert in „De Telegraaf" geplaatst. Dat dit geschiedde buiten medeweten van den heer Schroder, toenmaals nog hoofdredacteur, om, is een aangelegenheid, die in £taat is licht te verspreiden op de aan „De Telegraaf" heer- schende journalistieke verhoudingen, maar maakt het verband tusschen het bureau en het blad niet minder nauw. Ter vergade ring werd door verschillende collega's op nieuw bevestigd, dat zij, in hun hoedanig heid van „Telegraaf'-redacteuren meer dan eens met opdrachten voor het anti-smok kelbureau werden belast." Door den. heer Schroder wordt het nu voorgesteld, alsof hij de verantwoordelijk heid voor de „smokkelrubriek" had overge dragen aan den heer H.» M. 0. Holdert, omdat de „rectificatie van déze berichten" hem „zeer veel last bezorgde". Deze overdracht van verantwoordelijk heid werd kort daarna volgens den heer Schroder tot den ganschen ;nhoud van de courant uitgebreid, om een tweede dozijn strafvervolgingen op de schouders van den heer Holdert af te wentelen. De werkelijkheid is echter, dat de heer Schroder steeds meer tot de wetenschap was gekomen van het ware karakter van het Anti-Smokkelbureau. Zóó zwaar woog by den heer Schroder deze wetenschap, dat hij er toe wilde mede werken pm den heer H. M. C. Holdert de voortzetting zijner praclijken te beletten. Immers met zijn volledige voorkennis, goedkeuring en medewerking, werd op den lOn Januari 1916 een stuk opgesteld, dat aan de Nederlandsche regeering overhan digd is, waarin met naam en toenaam wordt meegedeeld, dat door den heer H. M. C. Holdert pen Anti-Smokkelbureau is opge richt en wie daarbij werkzaam waren, welk bureau ten doel had te voorkomen „dat cr eetwaren en goederen door NeJeilan- ders aan Duitschers zouden worden gele verd". ,In dat stuk wordt dan verder ver zekerd, dat zich voornamelijk in het grens gebied van ons land diverse personen van zeer uiteenloopenden aard verspreidden om speurdiensten te verrichten: „Buiten de hoofdredactie van de „Tel." om werden tal van ongecontroleerde berichten door den heer G. namens den heer H. M. C. Holdert in het dagblad de „Telegraaf" ge plaatst. Verschillende malen zijn deze be richten door de redactie gerectificeerd of tegengesproken moeten worden." En dan vervolgt het stuk, dat „met vol ledige voorkennis, goedkeuring en medewer king" van den heer J. C. Schroder is op gesteld, aldus - „Feit is, dat vanuit de Lomanstraat alle inlichtingen over smokkelaangelegenheden direct aan de Engelsche en Fransche lega ties werden bericht, die de rapporten in het Fransch en het Engelsch toegezonden kregen. Vooral Sir Francis Oppenheimer, de Engelsche handelsattaché, ontving her haaldelijk den heer H. M. C. Holdert ten zijnent en verkreeg aldus mededeelingen, die in de allereerste plaats aan onze re geering of de N. 0. T. hadden gedaan moe ten worden. Genoemde handelsattaché werd o. m. in het bezit gesteld van een paar schoenen, specimen van een partij, waar mede geknoeid zou zijn. Eerst later wer den de rapporten over vermeend geknoei of inderdaad onverdedigbare practijken ook aan de N. O. T. en den Minister van Han del enz. gezonden. De opzet van de beweging was, de ge allieerden op de hoogte te houden van het geen, ondanks het bestaan der N. O. T., loch nog over onze grenzen naar Duitsch land en het bezette deel van België ging. „Vast staat, dat de heer Holdert aldus uit zijn privékas en natuurlijk ook voor een deel uit „De Telegraai"-kas duizenden en duizenden heeft uitgegeven. Zijn speur ders werken onder allerlei voorwendsels en treden meer of minder op zijn bevel als agentprovocateurs op. Zij stellen zich in verbinding met diverse handelaars, zoeken uit of deze zaken doen met Duitsch land en is dit het geval, dan verkenen! zij hun assistentie om gedaan te krijgen, dat de goederen in het in staat van beleg verklaarde gebied komen, waar zij offi eieren, politie en douane-ambtenaren, enz. waarschuwen voor de practijken en daden van den door hen bewerkten handelaar. „Tal van Rijks- en gemeentelijke amb tenoren in het grensgebied woonachtig, zijn door deze speurders bewerkt en aange zocht, eventueel huu assistentie te verlee- nen. De heer Holdert betaalt zijn mannetjes rijkelijk, terwijl deze bovendien op grove wijze geld verteren, gebruik maken van auto's, enz., en aldus vele „kleine luyden'' imponeeren. Sommige dezer speurders geven zich dikwijls uit voor inspecteurs van de N. 0. T. Anderen weer ofschoon geen jour nalist en niet in dienst van het blad zijnde bezitten verslaggevers-kaarten van „De Telegraaf", hun buiten medeweten van de Hoofdredactie van dat blad, verstrekt. De heer Holdert stelt er grooten prijs op een overzicht te krijgen van den in- en uitvoer aan onze grenzen gedurende den oorlog. Bij het- begin van iedere maand wordt er op de douanekantoren een lijst opgemaakt van de goederen, die in de vorige maand hun kantoor gepasseerd zijn. Diverse grenscorrespondeuten zijn aange zocht te trachten om deze lijsten te leveren, waarvoor tien gulden honorarium voor geleverde lijst wordt uitgekeerd. „Bereids zijn den heer Holdert vrij ge regeld de uit- en invoerlijsten ter hand ge steld, die te Nieuweschans en Gennep wa ren opgemaakt. „Aan de overige plaatsen wordt hard gewerkt. Deze lijsten worden dan al thans copieën daarvan aan den Engel- schen handelsattaché en den Franschen zaakgelastigde overgelegd. De speurdienst wordt met den dag uit gebreider. Allerlei menschen waaronder erschillende Belgen in het in staat van j beleg verklaarde gebied zjrjn in dienst an den heer Holdert of een zijner ver trouwden. De bedoeling is, in diverse cen tra bureaux op te richten, van waaruit de lasthebbers met een leger van onder geschikten geopereerd wordt. Pakhuizen worden dag en nacht bewaakt. Verdachte schepen gevolgd, herhaaldelijk worden aan diverse grenscommandanten of rijksont vangers op douanekantoren telegrafische mededeelingen gedaan, terwijl zoodra ander zijds verzet of tegenwerping wordt ge pleegd, gedreigd wordt met publicatie in „De Telegraaf" en het daarbij behooren de meest gelezen volksblad „De Courant". „Al deze beweringen zijn te controleeren aan de hand van betrouwbare getuigen verklaringen en door inzage te nemen van- de dossiers, voor heL meerendeel op het Centraalbureau (Lomanstraat) aanwezig; waar zich tevens tal van fotografische op namen bevinden van consenten, coden, ver klaringen, passen, enz., enz." Men achtte het ter vergadering overbodig, na kennisneming van ait stuk, een oordeel uit te spreken over den man, die, mede werkende tot het doen van dergelijke stap pen bij de regeering, nog aan „De Tele graaf" verbonden is gebleven, dat blad in bescherming neemt en de staf breekt over menschen, die de broodeloos- heid hebben gekozen boven de medeplich tigheid aan dergelijke practijken. Tegenover de ontkenning door den heer G. Simons, werd ter vergadering ten stel ligste gehandhaafd de verklaring, uit het re laas, dat de heer H. M. C. Holdert indertijd verzekerde, dat het wel degelijk het doel was yan de twee vertegenwoordigers der Duitsche regeering, die in Augustus 1914 met den heer Simons naar Amsterdam kwa men, om de „Tel." in dienst te stel len der Duitsche propaganda. Ook de heer J. C. Schroder heeft mede deelingen van gelijken aard gedaan, wat bevestigd wordt door een verklaring van den heer Cornelis Veth aan des,„Amst. Pers", dat de heer. Schroder hem inSept 1914 heeft verteld, „dat de correspondent van „De Telegraaf" te Berlijn met twee Legationsrathe bij den heer H. M. C. Hol dert was geweest om hem voorstellen te doen van de zijde der Duitsche regeering, die de heer Holdert verontwaardigd van de hand had gewezen." Nog verklaarde een der leden,in de ver gadering, dat de heer Schroder hem op 25 Januari jd. heeft meegedeeld, dat inder daad in Augustus 1914 de heer G. Simons met twee Duitsche jheeren naar Amsterdam was gekomen en toen aan den heer Hol dert had voorgesteld, van de „Tel." een centraal punt te maken ter verspreiding van pro-Duitsche berichten en artikelen in de neutrale landen: „De heer Holdert had dit voorstel van de hand gewezen, waarna de heer G. Simons zich met gelijke bedoe lingen had gericht tot den heer J. C. Schrö- der, die echter den heer Simons niet tot het einde had aangehoord. De beide Duitsche heeren hadden de onderhandelingen, die de heer Simons met den heer Schroder gevoerd had, niet bijgewoond, doch zij hadden het resultaat daarvan in het Victo- riahotel aan het Damrak afgewacht." Ook door deze mededeelingen den 25en Januari opgeteekend uit den mond van den .heer Schroder zelf, is de verklaring in de „Telegraaf' van 28 Januari (avondblad), zoowel door den heer Schroder, als door de heeren Holdert afgelegd, volkomen ongerijmd. Door den heer Schröder is nog op 25 Januari j.I. aan een der leden desgevraagd meegedeeld, dat zonder zijn voorkennis de heer G. Simons op het redactiebureau was aangesteld. Hrj v$as 'er zeer tegen dat de heer Simons in deze positie was geplaatst, vooral omdat hij den heer Simons onge schikt achtte voor deze functie; hij is er bij den heer H. M. C. Holdert herhaaldelijk tegen opgekomen. De heer Holdert was echter nan dit be zwaar niet tegemoet gekomen^ en had ge zegd: „Ik vinei het wel aardig, een pro- Duitsche bij mij te hebben!" Bovendien wilde de heer Holdert den heer Simons niet ontslaan, omdat hij hem hield voor een bekwaam journalist en een voortreffe lijk advertentiecolportenr. De 'heer Schrödei voegde daaraan toe. dat men den heer H. M. C. Holdert moet beschouwen als een grillig persoon, waarvan door verschil lende hoogstaande medewerkers (o, w.een tweetal hoogleeraren) is verklaard, dat zij van diens psychischen toe stand een zeer slechten dunk hadden. Ten slotte werd nog breedvoerig weer legd de bewering 'van den heer Schröder dat 1 ij het conflict met den heer Holdert heeft „uitgevochten" en belangrijk meer heeft bereikt dan in bet eerste communiqué is vermeld. Want van de drie eischen van zijn ultimatum heeft de heer Schröder juist weinig bereikt. Zijn eisch dat de heer G. Simons zou vertrekken van de redactie en met een buitenlandsch correspondentschap zou worden belast, werd alleen in zoover ingewilligd, dat de heer Simons bereid was af te treden als chef-binnenland, waarvan de heer H. M. C. Holdert eerst niets wilde weten, doch dat hij later deze concessie wilde doen „in het belang der ge allieerden". De heer Simons bleef echter aan de re dactie verbonden, maar geheel buiten de overeenkomst om en buiten medeweten van den heer Schröder, werd de journalist G. (in de waarschuwing aan de Regeering ge signaleerd als werkzaam in het Anti-Smok kelbureau) tot chef binnenland benoemd. Aanvankelijk had de heer Schröder met deze regeling geen genoegen genomen, maar hij liet zich, naar het heette, „in het be lang der geallieerden" overreden. De heer Schröder had verder geëischt den terugkeer van alle ontslagenen, dus ook van den heer Schotting, maar achter af noemde hij diens ontslag „noodzake lijk". Id gezonden Mededeelingen. Wat is de oorzaak? De meesten onzer houden van verpoo- zmg, maar offeren dikwijls hun geld, nachtrust, spijsvertering en kracht er aan op. Het is niet altijd goed om medicijnen te gebruiken bij het eerste toeken vtan kwa len. Een verkeerde gewoonte kan er de oorzaak van zijn. Houdt daarmede op en gij voorkomt dikwijls den oorsprong. Als uw maag, ingewanden, geest of zenuwen om rust vragen, geeft hun dan rust in plaats van medicijnen. Maar als gij u dof, slaperig en zenuw achtig blijft voelen, als gij lijdt aan hoofd pijn, duizeligheid, rugpijn en waterstoof nissen, vragen uw nieren om hulp 'en dienen riq behandeld te worden roet Fos ter's Rugpijn Nieren Pillen. Met behulp daarvan en een eenvoudig dieet, meei rust, slaap en voldoende lichaamsoefe ning, en door het vermijden van te vee) inspanning, zotgen en buitensporigheden, kunt gij spoedig uw normale gezondheid herkrijgen, en hebt gij minder behoefte aan medicijnen. Het is niet moeilijk zich aan een geneesmiddel te wennen, maar Foster's Pillen werken spoedig en het is ifietnoodig om haar altijd te blijven'gebruiken. Te Schiedam verkrijgbaar hij Kappelhoff Hovingh. Toezending geschiedt franco na ontv. v. postwissel k f 1.75 voor één, of f 10.voor zee doozen. Eisoht de echte Fos ter's Rugp^n Nieren Pillen, weigert elke doos, die niet voorzien is van nevenstaand handelsmerk. Kunst en Wetenschap. Hieuwe uitgaven. Ter Hollandia-Drukkerij te B(aam zijn ver schenen: 'i i „Mijnavonturen als Spion'^door luitenant-generaal Sir Robert Bjad en- Powell, (Geautoriseerde vertaling) met illu straties Van den schrijver. a Deze -schrijver, een bekend Engelsch offi cier, kan uit persoonlijke ervaring verze keren, dat er in zeer grooten getale spion,, nen bestaan, niet slechts in Engeland, maar in elk deel van Europa. Hij deelt allerlei vernuftige praktijken der spionnen mee, en speciaal de door hem toegepaste, 'om zich in Oostenrijk en Turkije van onder scheidene militaire wetenswaardigheden op de hoogte te stellen. Een voor dezen oor logstijd dus hoogst actueel boekje. Nederlandsche Gedachten. Het Neder landsche sfandpmnt De Hollandia-Drukkerij heeft een nieuwe belangwekkende reeks geschriften iaange- vangen onder den titel: „Dé Neder landsche gedachten". Zij zullen verschij nen: „Soms als uiting van een persoon, soms pis uiting van een groep; soms on der den naam, soms zonder den naajrf des pdirijvers". Als no. 1 heeft nu het licht gezien „Het Nederlandsche standpunt". Aan het betoog van den enge noemden schrijver ontkenen •we: „Het Program der Nederlandsche Politiek behoeft niet te worden gemaakt; het is gegeven. De Historie biedt het aan; het behoeft slechts onverschillig door wien te worden geponeerd. Het program is eenvoudig; moeilijk slechts door zijn eenvoud. Het bestaat in het openlijk zich men gen in den krijg? Het kiezen vóór of tegen een der partijen? Het heimelijk bevorde ren van eenige uitkomst? Geenszins; het bestaat, simpel, in de resolute bekeering van het valsche staat kundige beginsel, welks toepassing de ver werkelijking van de Nederlandsche Vrij heid belemmerd en daardoor, mede dezen rampzaligen krijg uitgelokt heeft. In den trias: politieke, economische en cultureele Eenheid is de politieke Eenheid resultante der beide andere termen. Laat ons thans beginnen bij het begin. Laat ons beginnen bij de werkelijkheid; de onmiskenbare geestelijke veelvormig heid van den Nederlandschen Stam. Laat ons beginnen bij het inzicht, dat de Een dracht niet ondanks maar alleen in en door de verscheidenheid bestaan kan. In dien zin, dat de Eendracht der Ne derlandsche Cultuur ophoudt, jzoodra de zelfstandigheid van den 'Hollandschen, - Vlaamschen of Kaapscben -eigenaard te niet gaat; want de .Nederlandschesaamhborig- heid wordt slechts via de Rol landstihe, Vlaamsche of Kaapsche samenhoorigheid beseft in dien (zin, dat in Frankrijk slechts de Academie, in 'Nederland echter elke klok- ketoren pofcentiëel een Onafhankelijkheid en gelijkwaardig middelpunt der jNoderlandsche geestes-gemeenschap zij. Zoo beduidt dan de leus: Nederland Ne- derlandsch in eerste linie, onderscheidenj- lijk: j r Vlaanderen Vlaamschj Afrika Afrikaansch; i Holland Hollandsch." De verwerkelijking van dit programma worde gezocht in jde „handhaving, het her stel en zoo jnoodig de ontwikkeling van. de oude, voor het (Nederlandsche volkseigen bar rakteristiéke, democratie", niet Ide revo lutionaire, maar de (historische democratie. „Dit bcteekent dus: jeen strijd, .voor' be houd of herstel' jbr cultureel© eu locale autonomie in den (Tuimsten zin van alle Net derlandsche volken en -volksgroepen." Ate volgende nrs. jvan „De Nederland sche Gedachten" worden itoegeztegd: Reigië's schuld en boete; (De Afrikaanderopstand: Over den plicht -tot opstand in Nederland schen zin; De (verkwanselde ©er. Sport. Voetbal'. Ned. Voetbalbond. Uit het 'programlmA der morgen te spelen wedstrijden in de Westelijkte afdeelingj: Eerste klasse. Haag: IF. V. V.—EL F. C. Haarlem: 'HaarlemSparta. Utrecht: jU. V, V.Hercules. Rotterdam': Vu O. C.— If. B|. S. Tweede* klasse "A. Dordrecht: Dordrecht—-R. F. C. Delft: Concordia—Unitas. Schiedam: S. V. V.Neptunus. Derde klasse A. Rotterdam: Groen WitFortuna. Feyenoford—Leonidas. Derde klasse iB| Rotterdam: C. V. V.Lycurgus- Reserve tweede kl.as.s.e A. Haag: D.. V. V. IIXerxes II. Rotterdam: Sparta IH—Concordia II. D. V. S. II—Hermes II. STADSNIEUWS. Gemeenteraadistnkken. Herziening Politie-tractementen. Bij het inkomen ,van het verzoek der hoofetgenten van Politie |om salarisverbe tering in Uw vergadering van 21. December 1.1. werd door den Voorzitter toegezegd, dat hij ,het pian tot reorganisatie ,van de Po litie in ons College zou ter sprake bron gen. tl i I j"'i Dit is geschied, en heeft geleid tot voor- stellen die U hierbij worden aangeboden. Gelijk door den (Voorzitter reeds werd medegedeeld, bestaat het ,plon uit twee. deelen, n.1.i i 1 jl) uitbreiding van het aantal agenten er' herziening der tractementen yan het litiecorps.- Aanvangende met het -tweede deel', moet worden toegestemd, dat linderiaad dé "trac tementen verbetering behoeven. - Door den Burgemeester -is nu het volgen4- de voorgesteld, waarmede -wij ons ver-^ .y'S' if. ©enigen. J^if v1- *f*, v sj;,^ w**f v -^-r7~» ^-t-wr- Ifö s>* g&f»v S Generaal, tk I m ver-i -.te y.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1916 | | pagina 6