69"° laargang,
Zaterdag i April
No. 15105
Derde Blad
STRAND-IDYLLE,
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V laar dingen £1. 1.25, franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Foor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentien voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs der Advertentiën: Fan 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
20 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentien bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
Dagelijks worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
/an 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Deze advertentiën worden, mits voor 3 achtereenvolgende nummers opge
geven, slechts 2 maal berekend.
Intercommunale Telefoon Xo. 103.
BINNENLAND.
Dir. bel., invoerr. en aee.
Bij Kon. besluit van 30 Maart zijn be
noemd:
tot ontvanger der directe belastingen en
accijnzen te Warnet, J. A. B. van de Wen,
surnumerair der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen uit de directie Breda;
tot ontvanger der directe belastingen en
accijnzen te 's-Graven polder, A. C. Luber,
surnumerair der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen uit de directie Breda;
tot ontvanger der directe belastingen en
accijnzen le Alkemado, F. H. van Heiten.
surnumerair der directe belastengen, invoer
rechten en accijnzen uit de directie Rot
terdam;
tot ontvanger der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzen te Aalten B. H.
Schaars, surnumerair derzelfde middelen,
uit de directie Arnhem;
tot ontvanger der directe belastingen, in
voerrechten en accijnzen te Dinxperlo, P,
Iewma, surnumerair derzelfde middelen uit
de directie Maastricht;
zijn, met ingang van 1 -Mei belast met de
tijdelijke waarneming Van de betrekking
.van adjunct-inspecteur, de surnumerair der
directe belastingen, invoerrechten en ac
cijnzen;
aan de inspectie dier middelen te Tilburg
N, J. T. Stubbe. uit de directie Amster
dam;
aan de inspectie der directe belastingen,
te Amsterdam (2de afdeeling), J. IJ. Schel-
tema, uit de directie Arnhem;
aan de inspectie der invoerrechten en
accijnzen te Rotterdam, A. W. Brouwer,
uit de directie Rotterdam;
aan de inspectie der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzen te Oldenzaal,
J. P. Huyser, uit de directie Rotterdam;
aan de inspectie dier middelen te En
schedé J. A. Zaridée, uit de directie Am
sterdam;
aan het departement van financiën, J.
van, der Poel1, uit de directie Groningen;
aan de inspectie der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzen te Delft, J. C.
D. van den Bussche, uit de directie Utrecht
V
Ministerieele benoemingen, bevorderin
gen en verplaatsingen hij den dienst der
directe belastingen: De Rijksklerk 3e klasse
H A. Vermink aan de insp. Rotterdam
D.B.. le afd. is aangewezen voor de tijde
lijke waarneming van het kantoor Blokzijl.
Den kommies-verificateur A. Faase, wordt
met ingang van 1 April .Hardenberg, in
plaats van Sas van Gent als standplaats
aangewezen.
BenoemdIngang 1 'AprilK. van Lun
zen tot kommies 3c kjasso te peilingen.
Ingang 1 MeiF. C. C. Zigenhorn tot deur
waarder te Rotterdam, thans zoodanig te
's-Hertogenbosch. P. de Haas tot deurwaar
der te 's-Gravenhagc, thans ass. deurw.
te Amsterdam.
Verplaatst: Ingang 22 Maart: M.< Vas-
binder, rijkski. 3e ld. van kant. Zwolle
(I. en A.j naar Zwolle (Dir.).
Ingang 25 Maart: C. Huisman, komm. 3e
kl. van Lonneker naar 'Zuidlaren (tijd.j, T.
Terlouw, komm. 3e ld. van Lattrop naar
Reilen (tijd.).
Ingang 1 April: A. van de Peut, komm.
verifi van Roosendaal (b.j naar Sas van
Gent; de komm. 2e kl. A. Waterman, van
Dordrecht naar Rotterdam Soh.d.H. Smit
huis, van Oldenzaal /g. en IJ haar Olden
zaal (vis.); J. Bruinsma, van Oldenzaal
(vis.) naar Oldenzaal (g. en 1.); G. A.
Schmidt, van Glanerbrug naar Dalen; II.
Braam, van Daten naar Goevorden g. en 1.
A. van Baaien, van Tcrneuzcn naar Terneu-
zen naar Overslag; U. Veldman, van Wad-
dinxveen naai- Het Itebregt (tijd.); A. 'A,
Maat, van Alphen Z.-iH. (tijd,) naar Het Ile-
bregt (tijd); J. F. Spiegels, van 'Gorin-
chem naar Naaldwijk en P. J. Levie, van
Roosendaal (v.) naar "Naald-wijk; de komm.
3e kl. C. F. Seidelj van Warffum (tijd.)
naar VJagtwedde - (tijd); J. Baars, van
Chaam naar Uivenhout; L. J, Jluwehand
van Philippine naar Westdorpe; L'. Ko
ning, van Si Jan steen "naar Clinge; G. van
Tongeren, van Aardenburg (tijd.) naar St
Kruis; J. J. Karman, van Sluis (tijd.; naar
CadzandJ. van der Schaft, ran Sluis (tijd.)
naar Heille (gem. Sluis); Hi- R- Abeen,
van "Aardenburg (tijd.) naar Waterlands
kerkje.
Ingang 16 April: A. H, Kres, komm.'2e
kl. van Roosendaal (b.) naar Amsterdam
(G.D.), Ansems, hoofdkomml. van Glane (gr.
kr.) naar Rotterdam (tijd,); W. Houwen,
hoofdkomm, van Oldenzaal (g. en 1.) naar
Glane (r.g kit); J. Swaxt, assistent van
.Rotterdam naar Losser,
Ingang 1 Mei: J. M. vjap der Klooster,
rijkst], 2e ld. Van kr. Helmond n. Dir.
Blreda; J. van, Capelle, komm. le kl. van
Amsterdam (Scb.D.) n. Schiedam; W. K.
van Lunzen, komm. 2e kl. van Klarenbetk
n. Apeldoorn; A. G. van den Nulft, komm.
2e kl. Van Gorinehem naar R'dam (Sch.D
H. Visser, komm. 2e kl. van Gorinehem
naar Sloterdijk.
De assitent H. Sloot te Losser is met
ingang van 16 Aprjl tijdelijk belast met
de waarneming van de functie van hoofd-
k'ommies te Oldenzaal (g en 1.)
Ingetrokken verplaatsing: A. Waterman,
komm. 2e kl. van Dordrecht, naar Amster
dam (G.D.).
Eervol ontsag verleend aan: R. Taay,
deurwaarder te Rotterdam, ingang 1 Augus
tus; A. S. Roevers, rijkski. 3e kl. te Til
burg, ingang 1 MeiE. Kroeze, assistent
te Apeldoorn, ingang 1 MeiA. Groen, kom.
lo kl. te Delft, ingang 1 AprilII. Rotmans,
komm. le kl. te Rotterdam (S.D.), ingang
1 Mei. (De Belastingambtenaar.)
Watersnood Ned.-Indlë.
Voor de watersnood-commissie voor
Ned. Oost-Indië is bijeengebracht: te Am
sterdam f 101.812.70, te R'dam f54 515 en
in 'Den Haag f71.600; totaal f227.927.70.
©mengel Nieuws,
De thuiskomst van de vGelria".
Het „Hbl." meldt:
Met spanning waren in de laatste dagen
de berichten afgewacht van de „Gelria"
van den Koninklijken Hollandschen Lloyd,
die op weg naar Nederland was. Het schrik
kelijk lot van het zusterschip, de „Tuban-
tia" zweefde daarbij natuurlijk den ang
stig wachtenden voor den geest... Dinsdag
kwam het bericht, dat de „Gelria" daags
tevoren Dover gepasseerd was en dus wel
even later in de Downs zou aankomen.
Doch sedert bleef men zonder bericht. Was
het schip in de Downs blijven liggen? Men
verondersteldeen hoopte het. De ver
storing in het telegraafverkeer met Engeland
maakte, dat men daaromtrent geen zeker
heid kon erlangen en dat de spanning nog
grooter werd. Er kon nu niet eerder bericht
komen, dan wanneer de „Gelria" den Gal
loper-boei gepasseerd was. Eindelijk, gis
termorgen, kwam die 'tijding. En toen, laat
in den middag, kwam het bericht binnen,
dat het grootste schip der Amsterdamsclie
handelsmarine het Maasvuurschip voorbij
was. Gisteravond ongeveer 8 uur was de
„Gelria" eindelijk in veilige haven en stoom
de zij de pieren van IJmuiden binnen.
Aan de steigers van den Koninklijken
Hollandschen Lloyd in de Rietlanden wa
ren gisteravond laat familieleden, vrienden
en bekenden van passagiers en bemanning
bijeen, gelukkig door de zekerheid, dat het
schip werkelijk veilig binnen was.
Langzaam aan gleed de „Gelria" achter
waarts naar den wal toe. Toen was het
voor hen die op de kade stonden nog wel
even een poosje van ongeduldig wachten,
eer de stoomkraan de loopbrug, die wel
een vliegtuig leek, geplaatst had in de ope
ning aan bakboordszijde.
Kapitein P. Kikkert, commandant van de
„Gelria" was zoo vriendelijk ons even te
woord te staan. We hebben hem van harte
gelukgewenscht met zijn behouden thuis
komst. En kapitein Kikkert ging aan het
vertellenJa, natuurlijk kwam het gesprek
dadelijk op -de „Tuhanlia"; als een scha
duw hing de ondergang van diezen stoomer
over de blijde thuiskomst van de „Gelria".
Een Spaansche boot had het eerst aan de
„Gelria" het noodlottige nieuws van het
zusterschip verteld. De commandant had
het 'niet kunnen gelooven. Maar een dag
vóór Lissabon had de „Rindjani" hetheelo
verhaal verteld. En toen moest men het
wel gelooven. Kapitein Kikkert was er zeer
onder den indruk van.
Drie- en-een half etmaal had de „Gel
na" in de Downs gelegen. Eerst^ daar be
reikte haar, tengevolge van vertraging, het
bericht, dat ze in. tFaJmouth op na
dere orders Inroest wachten. De maatschappij
had een sleepboot, de „Zwarte Zee", uit
gezonden, die ter meerdere veiligheid de
„Gelria" zou begeleiden en zich in de
Downs bij haar voegde. Van „voorstemmen"
was geen sprake, daar de „Zwarte Zee"
dear stoomer niet kon bijhouden; 'twerd
in plaats daarvan „acliterstoomen" on zoo
nu en dan moest de „Gelria" op haar
begeleider wachten.
Ten Noorden ran den Noordhinder had
gisteren de „Gelria" een tragische ontmoe
ting. Daar Voer ze midden tusschen het
wrakhout vpn, de „Tubaniia". Ook sloe
pen dreven er nog rond. Ook op andere
plaatsen dreef wrakhout van schepen rond.
De heele zee was er als i ware vol van,
vertelde de kapitein.
Ook veel mijnen was de „Gelria" gepas
scerd; het krioelde er van.
Tusschen den Noordhinder en het Maas
vuurschip werd plotseling een witte streep
in het water ontdekt; 'tkwam recht op
de „Gelria" aan.
Kapitein Kikkert verklaarde ons beslist,
dat het een onderzeeër was. Het leek wel,
voegde hij erbij, alsof hij op ons had lig
gen -wachten. „We hebben hem de ach
tersleven toegedraaid en zijn maar een lien
minuten of een kwartier om de Noord ge
stoomd; zoo raakten wij hein kwijt."
Even voor IJmuiden was een onderzeeër
opgedoken; het bleek gelukkig een Neder-
landsche te zijn.
Zoo is dan de „Gelria" behouden thuis
gevaren. Dat is een gelukwensch waard
voor de maatschappij en voor de opva
renden, waaronder 56 passagiers, n.l. 14
eerste, 19 tweede-, 20 middel en 3 derde
klasse.
Oorlogsvaria.
Er is iu Engeland een commissie weik-
zaam, om middelen te beramen tegen de
nadeelige gevolgen, die vele mannen en
vrouwen ondervinden van het werken in
irtanitiefabriefcen. Allerlei ongesteldheden
en zelfs gevaarlijke ziekten ontstaan uit den
omgang met verschillende scheikundige stof
fen.
De Russische afgevaardigde Sarenko
heeft iu de Doema, een zeer merkwaardig
stuk gepubliceerd, dat door 150 rechtscho
afgevaardigden tijdens den zomerterug-
tooht van het leger aan den tsaar aange
boden is.
Wij onüeenen aan dit stuk het volgende:
„Wij hebben langen (tijd over de moge
lijkheid gesproken om den oorlog voort te
zetten en wij zijn tot de conclusie geko
men, dat men niet zeggen kan, dat het
volk den oorlog nog langer wil. Wei is hot
land nog niet vermoeid, maar toch is het
enthousiasme van de eerste tijden al lang
verdwenen. Wij hebben het volste vertrou
wen in Rusland, maar wij vertrouwen onze
vijanden in het binnenland niet Wij zien
zeer goed het gevaar dat ons bedreigt, door
dat wij wteten, dat er altijd een afgrond
gaapt tusschen de rijke klassen en de
armen."
i De bemanning van ide Noorsche bark
„Lindfiold", die door een Duitsche 'duik
boot was getorpedeerd, is te Liverpool
aangekomen. Een Deen heeft in een pers-
gesprek verklaard, dat de bemanning 4 da
gen en 3 nachten op die duikboot heeft
vertoeft! „Wij kregen tweemaal daags te
eten, maar zijn overigens tamelijk goed be
handeld. Wij waren in de torpedokamer ge
huisvest en raakten zoo vertrouwd met de
torpedo's, dat we er overdag op gingen
zitten en er 's nachts sliepen. De Duitscbers
vertelden ons, dat er geen Engelsoh oor
logsschip op zee was, zelfs geen torpedo
jager, "maar dat was mis, want denzelfden
dag zijiï we door oen Engelschen torpedo
jager nagezeten. Ik heb nooit iets zoo knap
zien doen als het onderduiken ran de duik
boot. We gingen in een minuut 200 voet
naar beneden en bleven daar 3 uur. Het
was een angstige itijd; wij-zongen om onze
zinnen te verzetten. Na ader dagen hebben
de Buitschers ons op de Noorsche bark
„Silas" overgebracht.
Zij ging aan hem voorbij, zij, de verlok-
kendstc aller vrouwen uit de Groote Kur-
haus-zaal, en achter haar bleef hangen een
bedwelming van emoties voor hem, Paul
Vidal; lang bleef hij haar naturen....
Wanneer, waar had hij haai- ooit nog
eens gezien, deze begeerlijke vrouw, vol
charme; waarvan het beeld hem vast hield?
Haar naam, waarnaar hij met schuch
tere stem had gevraagd, zeide hem niets:
madame Clairmont was geen klank voor
hem, temeer, daar zij den naam van haar
echtgenoot droeg. Geërgerd peinsde hij na,
al zijn herinneringsvermogen aanwendend
om klaar te worden over het verleden. Hij
wist, dat hij haar eens bad gekend!Hij wist
het zeker; hrj meende iets te ontdekken,
maar het lichtje van herinnering, dat even
scheen' op te flikkeren, doofde weer uit
in den dichten nevel van niefc-weten.
Waar... wanneer?...
De hoogste stemming van feesteljjken roes
was bereikt in de Kurhaus-zaal De eigen
aardige lucht van stervende bloemen en de
velerlei parfumgeuren vulden de salons,
waarin hei-brandende kronen fonkelden,
smachtende waismelodieën klonken en om
strengelde paren zich voortwjegden. Wel
dra was hier alles gedaan, doch hem zou
blijven zijn zoeken naar de oplossing van 1
het laadsel, hardnekkig en kwellend! Mis
schien zou hij die hetooverende vrouw wel
nooit meer terugzien, die hij, sedert haax
verschijnen op dezen avond, beminde, te
meer, daar hij in zich had de vage herin
nering haar nog eenmaal te hebben be
mind, maar wanneer
Paul zat in een stil hoekje verborgen
en volgde alles, wat er om hem heen ge
beurde, zocht steeds haar!....
„Ilallo! wat voer jij daar uit, zoo don
ker verborgen?"' hoorde hij een kennis zeg
gen. „En waar staar je heen, wat zoek je
met dien verbijsterden blik, vriend?'"
Geheel vervuld van eigen gedachten, ant
woordde hij.
„Kun jij mij ook zeggen, wie die pracht
vrouw is, daarginds?"
„0, die! Wel, dat is de beehlschoone
mevrouw Clairmont'"
„Ja, ja, haar naam heb ik reeds sneer
hooren noemen die zegt mij niets,
niets maar van waar komt zij. wat
doet ze, Wat voor vrouw is het?"
„Zij woont in de Rue St Honoié, in
Parijs, en zij schijnt het tijd te vinden
om naar bed te gaan.Kijk zij stapt
op haar man toe, dien dikken rossigen
kerel
Paul's voorhoofd rimpelde zichtoen
zeide hij:
„Dus niemand kan mij iets naders over
haar vertellen?.,. Weet je, ik verbeeld mij
maar vast dat ik deze mevrouw Clair
mont nog eens heb ontmoet, ik weet
alleen maar niet wdar
„Wacht ©ens even," viel zijn vriend hem
in de rede, „misschien kan Üt je helpen;
voordat zij getrouwd was, heette zij Eva
Maugé meer weet ik hensch niet
maar evenals jij, bewonder ik haar ook
machtig
„Eva Maugé," mompelde Paul. „Juist...
nu weet ik het..lieve hemel, wat lijkt
dat lang geledenik dank je, ik ben nu
tevredengoeie nacht 1"
En hij ijlde naar de deur, tusschen de
paren door, naar buiten.
Zijn vriend stond hem na te kijken, hoofd
schuddend. Hij wist, dat zijn vriend do vijf-
en-dertig juist gepasseerd was, en hij voor
zag nog dwaze dingen van hem, nu hij deze
ingehouden opwinding had bijgewoond.
Thuis gekomen, trok Paul haastig zijn
commodeladen open en doorzocht ze ijverig.
Eva Maugé, iieve hemel! Aan het strand,
in Trouville, in zee, een tiental jaren ge
leden zij zal toen een meisje van vijf
tien geweest 'zijn,! En hoe bekoorlijk was
ze toen reeds in haar zwempakje, in haar
strandköstuumpjeeen wild, do! kind
en toch reeds een klein, ontluikend vrouw-
menschje ook! En hoe jolig was ze in de
golvenja, zij was geworden, wat ze
had beloofd 1Waar toch mijn dagboek
mag wezenhij zocht en zocht
Hij vond velerlei kleine aanteekenboek-
jes, kleine soort dagboekjes.
„Voor den duivel, 't is toch maar een
eenige manier om herinneringen vast te
leggen, als je even kleine, korte notities
maakt," mompelde hij. „Maar waar is nu
juist het kleine boekje over dien zomer
Ik zal er de leukste détails in terug kun
nen vinden over die drommelsehe kleine
snoes, die Eva Maugé iEn den eer
sten keer als ik nu met mevrouw Clairmont
in kennis wordt gebracht, zal ik haar alles
opdisschen, warm van den schotel! baba!
een heele ris souvenirs schud ik zóó uit
mijn mouw. Zij zal paf staan,niet be
grijpen mijn sterk geheugen 1Ja, ja,
schoono vrouw, toen reeds had ik u lief,
zal ik haai- zeggen Ials de enlrée een
maal is geschied, volgt de rest! ik zal sla
gen, ikPaultje zal wel weer slagen,
ook bij deze vrouw! Hiep, hiep, hoera!
En hrj sloeg de reeds vergeelde blaadjes
van zijn dagboekje uit Trouville op
16 Aug. Alweer Eva Maugé! Bij het
krahbcn-visscherijlje, waren zij met haar
zessen. De vijf anderen hadden bloote bee-
nen, Eva daarentegen droeg bij haar kort-
rokkig badkostuum zwarte kousenWat
beeldige beenen heeft zij tochwer
kelijk, dit aardige diertje wakkert een
vuurtje in mij aan. Vijftien jaar! dat be
looft wat
25 Aug. 0, hoe dwaas, nu heb ik
heusch al van haar vannacht gedroomd
3 Sept. Zij heeft een raken oorveeg
aan een anderen aap van een jongen gege
ven, {die haar onverwachts achter Sn. den nek
had gekust'0, verrukkelijk, was zij in
haar verontwaardiging 1de oogen, die
zij opzette! do kleine tantjes, die zij op
elkaar klemdel 'Als ik zeventien jaar oud
was, werd ik smoor en begeerde ik liédr
tot vrouw 1 Maar och helaas, ik ben al
zooveel ouder I
Paul klapte het boekje toe.
Dat is wel voldoende, meende hij. Met
wat ik nu zeggen kan over de zwarte kou
sen en den oorveeg, heb ik nu vooreerst
voldoende stof, om er haax herinnering mee
wakker te maken, om haar het bewijs te
geven hoe ik oudere man reeds
toen door haar kinderlijke bekoring geboeid
was. En dan... en dan... wie weet?...
Acht dagen hierna was ook Paul, die
haar bewegingen gevolgd had, op een soi-
rée, in de buurt van mevrouw Clairmont.
Hij liet zich aan haar voorstellen, groette
haar vol devotie. Zij nam hem even aan
dachtig op, toen zei zij, na een korte poos
van zwijgen, en met een fijn lachje
„Meneer Vidal, o, pardonik geloof
ik meen, wij hebben elkander nog eens
niet ontmoet?Maar dat is lang ge
leden was het niet in Trouville
Hij kwispelde bijna van innerlijke pret:
Zij herinnerde zich dus zij dus ook
Was dat niet heel merkwaardig? Maar hij
was dan ook toen ter tijd één der fijnste
heertjes aan hot strand, een ecinte dandy,
tip-top, die den moed had een der eersten
te zijn de korte broek te dragen. Was
hij het niet geweest, die het scholgele vest
dorst te introduceercnDusrij her
innerde zich ook.
Direct deed hij nu vertrouwelijk met haar
en begon de reeks der herinneringen te
openen.
Zij hoorde hem aan, nieuwsgierig, met
een boosaardig tintelend lichtje in de oogen.
Nadat hij „de zwarte kousen" en den „oor
veeg" met eenige zoetelijke rrjelancholie in
den blik en met bedekte toespelingen van
hartstocht adhter rijn woorden, had opgo-
discht, maakte rij hem een compliment over
rijn buitengewoon, sterk geheugen, vooral
waar het herinneringen betrof aan een kind
van vijftien jaren.
„De zwarte kousenja, ja, dit is
zooEen ondeugendheidje was dat van
mij, of misschien ook wel is het een toei-
valligheid geweestDe oorveeg, ook
juist..., en degene, dien ik hem heb
toegediend, werd mijn echtgenoot... Het
moest dus zoo zijn, zooals u ziet..."
Paul's gezichtsuitdrukking veranderde
eenigermate. Zij vervolgde:
„Maar discht u nu eens op, bekent u mij
eens eerlijk, doet u? Om zoo juist al die
kleinigheden te weten, hoeft een of ander
dagboek u stellig een handje geholpen?
Zegt <u het mij maar eerlijk, dan beken ik
ook aan u, dat ik er in dien tijd pok een
heb gehouden. En ik meen mij te herinj-
neren, dat ook uw naam in die tijden, ge
boekt is geworden."
Hij vertelde nu openlijk van het zijne
en werd daarna weer recht vroolrjk; gedu
rende de heele soirée bleef hij in haax
buurt, overlaadde haar met beleefdheden
en galante toespelingen. Tegen twee uur
's morgens had hij zelfs zooveel durf, om
haar toe te fluisteren, dat hij haar innig
lief had,dat hij haar altrjd door hal
bemind.
Zij liet hem rustig uitspreken. Bij de
laatste woorden echter, onderbrak zij zijn
bekentenis met te zeggen:
„Meneer Vidal; wacht tot morgen, wan
neer u mijn antwoord hebt ontvangen."
Toen nam rij afscheid, hem achterlatend
in een soort delirium van geluk, door de
overtuiging, die hij had, dat ook zij hem
beminde.misschien ook wel' al deze
jaren lang.
Den volgenden dag ontving hij inderdaad
een brief. Hij opende hem met bevende
vingers. Hij bevatte twee vergeelde bladzij
den papier, gescheurd uit een dagboek,
waarop ongelijkmatig kinderkrabbel-schrift.
Hij las:
13 Augustus. Vandaag maakte ik ken
nis met een onmogelijk verwaanden dan
dy, die een korte broek droeg; als men
zulke magere kuiten heeft, moest men ze
liever bedekt houden. Hij heet Paul Vidal
en de menschen lachen hem royaal uit,
als hij voorbij is gegaan....
'16 Augustus. De fat zwemt als een
logge hond, hij heeft vanmorgen lekker veel
water binnengekregen... De badman heeft
hem hij één poot eruit gevischt, hij zag
zoo groen als een kikvoirsch....
25 Aug. Ilij kijkt voortdurend naar
me met groote, uitdagende oogen...
Ik vind het een onmogelijk mannetje, met
zijn kakelbont kanariegeel vest....
3 September. Hij fixeert mij steeds
meer en meer. Mama vindt hem een anti
pathie en papa spprak over hem als over
Paul, die aap....
En aan het, einde 'der twee vergeeld»
blaadjes stonden nog twee regels, versch
neergeschreven, die luidden:
„Dit rijn de herinneringen, die mij zijn
gebleven, en de ontvangen indruk van giste
ren heeft ze niet kunnen veranderen!..,"
SCHIED4MSCHE COURANT