69"* /aargang. Zaterdag 8 April 1916. No. 15111 Tweede Blad Uit de Tweede Kamer. De-ze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en V laar cl ineen £i. 1.25, franco per post fl. 1.65. Prijs per week. Voor Schiedam en Vlaardingen-10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertention voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 111 (hork Korte Ilaven). Prijs der Advertentiên: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 20 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zjj innemen. Advertentiên hij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven biervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. Dagelijks worden zoogenaamde kleine advertentiên opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen. Deze advertentiên worden, mits voor 3 achtereenvolgende nummers opge geven, slechts 2 maal berekend. Intercommunales Telefoon No. 103. In de veelbewogen dagen, die achter ons liggen, met welke uitdrukking natuur lijk niet bedoeld is, ddt de tijden niet ernstig zouden blijven, want da.t zal bet geval wezen, zoolang als deze rampzalige wereldoorlog duurt, is er een goed werk gedaan door de Regeering, en haar mede- deelingen over de bijzondere genomen maat regelen niet te beperken tot de Tweede Kamer in comité-generaal, maar iets te goven wat krtn dienen om de geschokte gemoederen te ka! mee ren, in zooverre als men nu weet dat er geen politieke ver- s wuckeiingen zijn; en dat er evenmin sprake is van dadelijke of slechts ernstig dreigend gevaar. Voor wie goed lezen kan is uit de Regceringsverklaring toch duide lijk geworden, dat de oorlog door de ver schillende mogendheden met grooter fel heid staat gevoerd te worden dan ooit te vo ren, en dat deze stand van zaken onze Regeering, die vóór alles onze neutraliteit wil handhaven, den plicht oplegt meer dan ooit op haar qui-vive te zijn en voorzorgs maatregelen te nemen. En dat zij zulks doet stemt ons gerust, en dat te meer omdat wij weten, dat niets onze positie tegenover onze oorlogvoerende naburen zuiverder houdt dan de wetenschap, dat wij1 direct alle maatregelen nemen, die de liandho- ving van de meest strikte neutraliteit ons als plicht oplegt En zoo is er dan weer een paniekje geweest, oen flauwe nagalm van wat wij in de eerste dagen van 1914 gezien hebben. De kruidenierswinkels zijn wel niet be stormd hier in Den Haag, maar hun hou ders hebben toch heele goede zaken ge maakt, er was weer queue voor de Ne- derlandsche Bank, maar de spaarbanken hebben geen last gehad. Toch is er door duizenden veel geld verloren door een ge voelige daling van de fondsen, en enkele verdwaasden hebben zelfs kelders gehumd voor het geval dat de residentie zuu wor den gebombardeerd. Misschien had de zaak minder vaart geloopen, aLs de „Avondpost", een derderangsch Haagscih "Dagblad, niet, met miskenning van hetgeen in deze da gen .de eerste plicht der pers is, met de lugubere nonsens was' aange komen, dat Engeland den eisoli zou ge steld hebben over ons grondgebied te trek ken, om zoodoende zijn vijand te heter te kunnen bestoken. Deze dwaasheid, want die eisch zou gelijk staan mot een oorlogsver klaring, is nu, tamelijk overbodig, ofricieel door de Engel sche legatie tegengesproken, uit de overweging, dat een dergelijke jour nalistieke mispas in ons land met straf baar is. Er zijn er, gelukkig niet veel, in ons land, die van meening zijü, dat, als zoo'n eisch gesteld werd, we niet zoo „dwaas" moesten zijn als België, dat door liet wei geren van zulk een eisch zoo onnoemelijk v-eel ellende beleefde, maar dat wij' onder protest aan zulk een eisch zouden moeten gevolg geven. Wij' zullen denzul&en er niet op wijzen, dat er toch ook nog zoo jets als nationale eer bestaat, want wij"vreezeen, dat deze daaraan „maling" zouden hebben. -Maar wèl willen wij' denzulken er attent op maken, dat wij juist door het toestaan van zulk een eisch direct in den oorlog zouden komen. Zouden wij Engeland zulk een eisch toestaan, dan hebben wij' dade lijk daarop een oorlogsverklaring van DmtschJand, en waren wij1 voor Dmlseih- land zoo vriendelijk, dan valt Albion ons op het lijf. Het is dan ook dubbel goed, dat wij een regeering hebben, die in deze haar plicht volkomen .begrijpt, en die on wrikbaar gereed is onze neutraliteit tegen over wien ook te handhaven. Of die neutraliteit dan groot gevaar loop1, geschonden te worden? .Hebben wij nog kans er in gesleept te worden? Ziedaar wel een vraag, die duizenden begrijpelijker wijze bezig houdt, en die ons zeker een paar malen daags wordt gedaan. Wij zou den daarop willen antwoorden, dat de kans daarop ons niet zeer groot lijkt, naarde- maal Engeland, zoowel als Duitschland alle bei groot belang er bij hebben om ons uit den. oórlog te bonden. Als Engeland ons dwóng ons in de armen van Duitschland te (werpen, zou 'het zijn grooteten vijand de (beschikking geven Ojver voor dit land zeer goed te gebruiken zeehavens en zeega ten, en als Duitschland ons noodzaakte Engelands bondgenoot te worden, zou hot zijn toevoer van levensmiddelen, die toch al zooveel wenschen overlaat, beden kelijk verminderen. Zoo staat het er theoretisch niet kwaad voor. Maar men moet niet vergeten, dat in een' oorlog als de tegenwoordige, waarin de oorlogvoerenden zien, dat de kans dat één van hen. eindoverwinnaar zal zjjn, zoo goed als verdwenen is, do strijd telkens wanhopiger, om niet te .zeggen,; vertwijfelder karakter zal aannemen, en dat men zich dan wel eens niet meer bekom meren kon om wat logica en gezond door denken voorschrijft, zoodat wij goed zullen doen ons te houden aan Cromwell's les: Bidt, maar houdt je kruit droog. De geruststellende verklaring van den premier zou gevolgd zijn door de behande ling van de ouderdomsvoorziening, waarin nieuwe geruststelling lag, want een kind "kan hegrijpen, dat een Minister zijn tijd niet zou kunnen geven aan de behandeling van een omvangrijk wetsontwerp, als er dreigend gevaar was; maar die nieuwe geruststelling liep gevaar uit te blijven door dat do Rechterzijde met den heer de Sa- vornin Lohman voorop, trachtte uit de „om standigheden" een politiek slapdje te slaan. Daar kwam een motie, getoekend door de heeren Lohman, van der Voort van Zijp, van Veen. Kooien, en Duymaer van Twist, om de Ouderdomsrente van de agenda af te voeren. De heer Lohman verdedigde de motie door er op te wijzen, dat wij in te ernstige omstandigheden verkeeren, om een ontweip te behandelen, dat in zoo hooge mate de politieke hartstochten zou op wekken. De Kamer keek eenigszins verbaasd; was het den heer Lohman misschien te doen om 'de agitatie in den lande, die door de verklaring van den minister-president ge lukkig niet weinig is getemperd, opnieuw aan te wakkeren? En hoe kon deze ervaren parlementariër spreken van een ontwerp, dat politieke hartstochten opwekt, als het gaat om de Ouderdomsrente, waarvan thans een ieder weet wat het lot in de Tweede Kamer zijn zal? Er is zoover wij weten maar één lid in de Tweede Kamer, wiens politieke hartstocht er door wordt opge wekt, en dat is de heer de Savornin Loh man. Hij wordt ziek bij de gedachte aan Staatspensionneeringhet is voor hem de nachtmerrie, die hern zijn rustigen slaap ontrooft. Hij heeft al een amendement in gediend, om de Staatspensionneering in Staatsarmenzorg te verdoopen, opdat er waarheid zij in de wetgeving;van hem is de uitval dat het Staatspensioen iels is waarvoor do arbeider, die eergevoel heeft, zich zal hebben te schamen, maar dat ze een welkome gift uit de Staatskas zal wezen aan do slampampers en de men- schen met dubbele huishoudens. Och arm, een arbeider met f10 of f12 in de week, die er een dubbel huishouden op nahoudt; deze uiting is wel .gespeend aan alle ken nis van het pxaotische leven, de menschen, die zich de weelde van een dubbel huishou den kunnen veroorloven, heeft men te zoe ken in kpingen, waar men dieper in de beurs kan tasten. Deze boutade herinnert ons een blijspclletje, dat wij jaren geleden in Parijs zagen vertoonen. Daarin kwam ten tooneele een jaloersche vrouw, aan wien haar man verantwoording moet doen van alle zijn verteringen. En als hem dat op een goeden keer niet lukt met één franc, die uit zijn portemonnaie verdwenen is, roept ze woedend uit: Anatole, ge hebt een mailresse, waarop de man onder dave rend gelach van het -publiek antwoordde: Wie heeft nu ooit van een maïtresse voor één franc gedroomd? Of de heer de Savornin Lohman zoo ge helen is op die Staatspensioneering, en dat hij zoo met Talma's verplichtte verzekering dweept? Dat zeker niet, want Tallma's wet geving had in den beginne ge:<i feller be strijder dan den leider der Christelijk-IIis- torischen, al beeft hij daaraan dan ook na derhand om politieke redenen rijns stem gegeven. Het was zeker geen aangenaam oogenblik voor der heer de Savornin Lohman, dat hij voor zij: optreden eene les in de beraden heid in ontvangst had te nemen, van den heer Duys-, en te minder aangenaam, waar deze zeker het gelijk aan rijne zijde had, toen hij er op wees, dat het voorstel- Lohman niet alleen weer nieuwe onrust over het land zou brengen, maar dat het tevens je reinste politiek was. „Je onrein ste", riep do heer Hugenholtz er tussohen door, e|n iwe hebben van hem zeker weliieenls minder gelukkige (interrupties gehoord. De heer 'Nolens kwam toen den heer de Savornin Lohman iter hulp, maar maakte dezen al [heel weinig sterker, daar hij begon met do piededeeling, dat van hem zeiven het voorstel nooit zou zijn uitgegaan. En toen deed hij verder of hij er ziohjerg kwaad over maakte, dat Links omi do „omstandig heden" niet wou afzien van de behandeling van eene wet, waarvan men Rechts niet weten wil, er leol'ijk mee in de maag jzit, omdat men daar weet, dat het afstemmen van de wet nooit anders dan op politiek nadeel kan uitioopen, er zijn toch al genoeg Roomsche arbeiders, die hij verkiezingen den sociaaldemocraat stemmen, zooals in 1913 door meer dan één Katholiek, pers orgaan opentijk is erkend. Die opwinding ging den zoo nurihteren en bedaarden heer Nolons, echter al heel slecht af, en de Kamer had niet weinig pica zier, toen de heer Tydeman doodleuk opmerkte, dat bet hem voorkwam, dat Venlo's afge vaardigde meer door de gedachte aan de Ouderdomsrente rijne kalmte had verloren, dan door heigeen hij in Comité-Generaal had vernomen. Hij voegde er de wijze les aan toe, dat ons Parlement bij den langen duur ran den oorlog het beste deed, zoolang mogelijk zijn dagelijksohen arbeid te ver richten, en sprak zijn leedwezen er over ujl, dat, dit nu min of meer bemoeilijkt -was door de slechte introductie door den afge vaardigde voor Goes aan de zaak gegeven. Maar deze gaf geen kamp, zooals hij trouwens nooit doet, als hij' zijn zeïfbe- heorsching kwijt is, wat helaas vaak ge beurt; en zijn vriend v. Bij'landt zit thans niet rneer naast hem om hem in zulke oogenblikken wat te sussen. De Linkerzijde had liet verwijt in ontvangst te nemen, dat ze niet genoeg doordrongen was van den ernst der tijden, erger nog, dat zij zich slechts zoo hield, om met het Ouder domsrente-ontwerp politiek voordeel te be halen, in welke verwachting zij echter ge heel bedrogen zou uitkomen. Toen we dit laatste hoorden, kregen wij neiging om te vragen: Waarover maakt gij u dan toch eigenlijk zoo warm, geachte ^ar? En toen de voorzitter kwam met de verklaring, dat als z. i. de omstandigheden van dien aard waren, dat voortzetting van den gewonen wetgevenden arbeid niet wenschelijk kan genoemd worden, van hem zeiven daartoe een voorste! zou zijn uitgegaan, en dat hij dus hoopte, dat do motie-Lobman c.s, niet zou worden aangenomen, kreeg hij den gansch onverdienden snauw, dat hij als voorzitter niet mocht debatteeren van uit den voorzittersstoel, maar daarvoor plaats moest nemen op een der Kamerbanken. Onder groote instemming van gansch de Linkerzijde antwoordde mr. "Goeman Bor- gesius daarop, dat, waar de Kamer met algemeene stemmen besloten had dit wets ontwerp op de agenda te plaatsen, hij juist ue eerstgeroepene was om tegen een voor stel in te gaan, dat tot doel had op die gevallen beslissing terug te komen. Men had mogen verwachten, dat de mo tie zou zijn ingetrokken toen minister Cort van der Linden de deur toedeed roet de verklaring, dat de Regeering niet het min ste bezwaar had om met de behandeling van het wetsontwerp door te gaan. Maar dan had men buiten het politieke spel gerekend. Dat de heer de Savornin Lohman van geen teruggaan wilde wefcen, laten wij daar, als die eenmaal stoom op heeft, holt hij door, maar dat zijn mede-ondertee- kenaars zich toen niet van de ïotie los maakten, en dat heel de Rechterzijde er haar 'stem aan gaf; was een zeer ergerlijk stukje. In dezen tijd als één man tegen de R^eering te gaan staan is al bijzonder deloyaal, 'en al zullen wij er ons niet over beklagen, dat aan zulk een politiek spel een Duymaer van Twist et tutti quanli meedoen, het stemt droef, dat mannen als de Geer, Loeff en Nolens zich 'daarvan niet onthielden. De motie werd met Links tegen Rechts, 51 tegen 41 stemmen, verworpen, en da delijk daarop weid de Rechterzijde geheel Geschaamd in Laar uitspraak, dat dit ont werp de politieke hartstochten zou opwek ken, want hoewel dr. de Visser, die de eer ste spreker was, niet zonder felheid tegen de Regeering fulmineerde, die het ontwerp had ingediend, en tegen de Linkerzijde, die bereid was het te aanvaarden, was er een zeer matte stemming in de Kamer, en warerr zelfs de luisteraars wéinigen. Daarin ligt niets verwonderlijks; er is over dit ontwerp in en buiten de Kamer reeds alles gezegd wat er bij mogelijkheid van gezegd kon worden. Bij de verplichte verzekering-Talma hqeft men de eerste ont moeting tusschen de voorstanders daarvan en de aanhangers van Staatspensionneering gehad, en toen heeft men van weerszijden zijn standpunt zeer uitvoerig verdedigd. En toen had dit ook daarom zijn groote nut, omdat men hier stond voor oen wetsont werp van' de Regeering aan do eene zijde en een verkiezingsbelofte van de oppositie aan de andere zijde, zoodat de kiezers uit de gehouden debatten de wetenschap konden verkrijgen, die hen in staat zou stellen met kermis van zaken tusschen de heide stelsels een keuze te doen. Als de heer Aalberse dan ook aan de Linkerzijde het verwijt deed, dat zo de behandeling van de Ouderdomsvoorziening slechts had doorgedreven om stembusbeloften na te ko men, is dat wel het zonderlingste, dat wij ooit op den viool hoorden spelen. 'Zou de afgevaardigde voor Almeló misschien willen, dat de drie vrijzinnige partijen, die in 1913 met een gezamenlijk program den stembusstrijd zijn" ingegaan, de daarin ge dane beloften niet nakwamen? Zoo is ge lukkig do vrijzinnige gewoonte niet, en hot mag verbazen dat de scherpzinnige heer Aalberse niet inziet, dat hij met zijn zoo genaamd verwijt eigenlijk het schoonste compliment maakt aan de vrijzinnigen dat gemaakt kan worden? Zij hebben toch hun belofte ingelost, trots alle moeilijkheden, zij hebben daarvoor zelfs Mr. Treub laten vallen, waaraan, zij het dan ook om an dere redenen, de heer Aalberse en eenige van zijn vrienden hebben meegedaan, wel begrijpende wat figuur de Rechterzijde zou gemaakt hebben als zij als één man de beschermende hand over Treub hadden uit gestrekt. Hel lust ons niet deze opmerking nader te delailleeren, wat trouwens bij zoo iets begrijpelijks als dit geheel overbodig zou zijn. Dc discussie was mat. Als een man als Dr. de Visser, die over groote welspre kendheid bezit, welke dezen keer echter minder tot haar recht kwam, omdat hij van het blad las, zich de moeite geeft om uit een reeks van citaten te bewijzen, dat de vrijzinnigen vroeger tegen de Staatspension neering waren, dan zou men geneigd zijn hem tue te roepen: Spaar u die moerte, geachte heer, want dat is net zoo bekend, als dat gij en uwe parlijgenooten vroeger verklaarden, dat de verplichte ouderdoms- verzekcring in strijd was met de anti-revo- lutionnaire beginselen. Het eenige verschil tusschen anti-revolutionnairen en vrijzin nigen bij de wederzijdsche verandering is dit, dat de eersten veranderd zijn van stand punt met politieke overwegingen, en de laatsten door de practijk, door de invoe ring van de Staatspensionneering in Enge land door Lloyd George, waardoor het on mogelijk gewaande mogelijk bleek. De wet van Lloyd Geo-rge is dan ook voor de Rechterzijde de hittere pil, en dat in tweeërlei opzicht. In de eerste plaats omdat Lloyd George niet in den hoek is te duwen als een soort minderwaardig man, daar zijn buitengewone bekwaamheid in Engeland ook altijd door den politieleen tegenstander is erkend, in de tweede plaats omdat aan Lloyd George's wet alle par tijen, zoowel de roomschen als de Calvi nisten, hun stem hebben gegeven. Zoodat van eenigo zweep der sociaal-democraten daar geen sprake kan wezen. Dr. de Vis ser achtte het niet beneden zich ook al weer met die zweep te werken, en begon zijn rede met de uiting, dat de 4e April 191G, waarop de behandeling van het ont- werp-Staatspensionneering in de Tweede Kamer een aanvang nam, een blijde dag was voor den heer Troelstra, wien hij een spoedig geheel herstel toewenschte, bij welken wensch' wij ons van harte aan sluiten. Het1" betoog, dat het Staatspensioen in Engeland hoe langer hoe meer is gaan kosten, was zeker wel geschikt om eenigen indruk te maken in deze benarde finan- cieole tijden, maar het heeft weinig waar de, als men bedenkt, dat oorspronkelijk de bedeelden daar van het Staatspensioen wa ren uitgesloten, en dat het getal der be hoeftige 70-jarigen natuurlijk in dezelfde mate toeneemt als dat der bevolking. Het slot van de rede was natuurlijk een predica- tie tegen het vernederende van staatspen sionneering, voor den arbeider. Daarvan zullen wij maai- niets anders zeggen dan dat men daarvan noch in Engeland, noch hier bij de uitvoering van art. 369 van de wet-Talma iets heeft gemerkt. De heer Kooien heeft er terecht op ge wezen, dat de verkeerde wijze waarop ar tikel 369 is uitgevoerd, een voor hem zeer ongewenschte reclame voor Staatspension neering geweest is; moeders trekken do rente omdat ze hij hun kinderen in dienst geweest zijn; ja, er zijn verpleegden in gestichten, die er van genieten, omdat ze wel eens a raison van vijf cents voor col lega's-verpleegden aardappelen hebben ge schild. Wij kunnen ons begrijpen, dat.hij dit van zijn standpunt betreurde, maar zijn verwijt daarover was aan het verkeerde adres, want de schuld -daarvan is geheel aan Minister Talma, die in zijn circulaire vergat ^ijn Ouderdomsrente te bepalen tot wat wezenlijk ambtenaar in loon dienst is. De heer Snocck Henkemans trachtte aan te toonen, dat de wct-Treuh, die thans de wet-Lely is gewonden, den arbeider heel wat minder zal geven dan de wet- Talma, maar men dient met zulke bewijs voeringen heel voorzichtig te wezen, daar het altijd zeer gemakkelijk is zich een be paalde combinatie van omstandigheden te verschaffen, waarin dat hot .geval zal zijn, de vraag is echte/ of die zich in de prak tijk dikwijls zullen voordoen. En eenigszins vermakelijk - deed het aan uit den mond van dien afgevaardigde te hooren, dat, als de particuliere armenzorg te kort schoot tegenover de behoeftige ouden van. dagen, die, omdat zo geen arbeider zijn, niet van de wêt-Talma zullen protiteeren, daarin verbetering zal komen, omdatprof. Vis- sclier op 3 Mei a.s. op de diakonale con ferentie van diakenen der Ned. Herv. Kerk de vra yal inleiden: Welke eischen stelt de verzo jing van de ouden 'van dagen? Als die arme stakkers daarvan zuilen moe ten eten, enfin schwamm darübej-. Een. heel ander geluid kwam yan den heer de Mural t, die minder als lid van de Liberale Unie dan wel als .hoofdbe stuurder van den Bond voor Slaatsjxm- sioneering optrad. Zijn adhaesie aan de soofoal-democratisuhe amendementen, waar aan hij echter zijn stem zou onthouden, als het ontwerp daardoor gevaar zou Joopen, ligt toch niet op den weg zijner partij, die wel van meening zal zijn, dat de Re geering gelijk heelt, als ze weigeren zal, wat voor ons vaststaat, in de tegenwoordige tinancieele omstandigheden verder te gaan Jan ze gaat. Dat doet natuuihjk niets af aan onze opinie, dat, zoodra heter tijden aanbreken, de leeftijdsgrens iets-zal moe ten worden verlaagd en de renten eenigs zins Verhoogd. De heer Aalberse werüte druk met cuaten en bracht voor de zoo veel ste maal te berde dat de sociaal-demo craten in Duitschiaad gestemd hadden vóór verplichte verzekering, waarop* de heer Duys hem bij interruptie voor de zooveei- ste maal herinnerde aan het feit, <lat die stem was uitgebracht vóór het tweede, verbeterde wetsontwerp," en alleen ornaat zij bet betere, de Staatspensioneering niet Konden krijgen. t De heer m ummelkamp vindt Staatspen- sioneeriiig* tegen de Heilige Schrut, naar de anxnaer uit zijn. arbeid moet leven en voor den ouden dag zorgen, bet schijnt dien oraven grijsaard met hesend te zijn, dat er duizenden arneiders in ons land zijn, ilie .ernauwernood van hun karig loon hun nooddruft kunnen bestrijden, laat staan, dat ze iets voor dcyi ouden dag kunnen jweg- reggen. Ite heer de WijKerslooJr de Weerue- s.ejjn bracht ons meer op praotisch terrein, door bezwaren te opperen tegen de regeling die de gemeentebesturen met ae uitvoering van de wet heiast; hij vreesde daarvan be gunstiging, en daar is m ons oog zooveelj van aan, «lat de Kegeering goed zar doen <om maatregelen te treden, waardoor dat euvel het beste wordt voofkomen. De eigenlijke politieke speech was van den heer tintgers, en net was eene zeer nijdige speech, waarin de Regesring m gebreke wend gesteld, dat rij de wetten- Xalma met had uitgevoerd. Het verwijt was echter zeer ongerijmd, als men bedenkt, dat Minister Treuh zóó vroeg geneed was met rijne ontwerpen, dat daarover reeds in 1915 had kunnen mm be slist, ook door de Eerste Kamer, en dat |dan de Regeering geweten had, waar ze aan toe was. De oor.og heeft dat alles in de ,war ge stuurd, maar wellicht heeft de afgevaardigde voor Hilversum nooit van zoo iets als oen Europeeschen oorlog gelioord. Zijn verwijt, dat door de behandeling van 'dit ontwerp de Kegeering slechts deed aan politiek, werd op de allerleukste wijze geconsta teerd, door Mr. Limburg, die er op wees, dat niet-behandelen, ook zou zijn doen aan politiek, maar aan politiek vande Rechterzijde. I i I Ondertusschen weid door den omvang van de debatten de heer Teenstra door do vrees bevangen, dat men niet op tijd, d. w. z. vóór de Stille Week, waarin nooit vergaderd wordt, gereed zou komen. Van daar zijn voorstel om ook Maandagmiddag en Maandagavond a,s. te vergaderen. Wij vonden dit voorstel noch verstandig noch handig, en de voorsteller heeft er dan ook geen ander pleizier van beleefd dan dat het. den heer Duymaer van Twist aanleiding gaf op te lezen hoeveel tijd de verschil lende Linksere bestrijders van de wet-Talma voor hun bestrijding hadden genomen, waar mee hij natuurlijk een groot lachsuccès had; en dat er anderhalf uur verknoeid! werd met do bespreking van het voorstel, dat ook door Mr. Tideman bestreden werd, en dat zeker had moeten zijn ingetrokken, toen do Voorzitter de mededoeiing deed, dat hij zelf met het voorstel zou komen om avondzittingen to houden, zoodra hij de noodzakelijkheid daarvoor gekomen achtte. Het voorstel werd verworpen door Rechts met behulp van de heeren Knobel, Jannink, Smoenge, Roodhuyzen, Eland, van Leeu wen, Fock, Boissevain, Hubrecht, Tydeman, de Beaufort en den Voorzitter, 40 tegen 27 stemmen. Dat is anders dan bij de wet-Talma, toen do Rechtsche "meerderheid zonder genade haar bevelen aan de minderheid dicteerde. STADSNIEUWS. Vrouwenkiesrecht. Gisteravond heeft in „Musis ïlacrum" de aangekondigde propagonda-vergadering voor vrouwenkiesrecht plaats gehad. Movr. LanschotHub recht, lid van het Hoofdbestuur van den Hond opende de vergadering met ©en kort woord, waarin zij wees op het belang van dit oogenblik nu men staat voor de Grondwetsherziening. Allen, die instemmen.' met het streven der SCHIEDAMSCHE COURANT ^smSm

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1916 | | pagina 5