69"* /aargang.
Zaterdag 8 April 1916.
No. 15111
Tweede Blad
Uit de Tweede Kamer.
De-ze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en V laar cl ineen £i. 1.25, franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week. Voor Schiedam en Vlaardingen-10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertention voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 111 (hork Korte Ilaven).
Prijs der Advertentiên: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
20 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zjj
innemen.
Advertentiên hij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
biervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
Dagelijks worden zoogenaamde kleine advertentiên opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen.
Deze advertentiên worden, mits voor 3 achtereenvolgende nummers opge
geven, slechts 2 maal berekend.
Intercommunales Telefoon No. 103.
In de veelbewogen dagen, die achter
ons liggen, met welke uitdrukking natuur
lijk niet bedoeld is, ddt de tijden niet
ernstig zouden blijven, want da.t zal bet
geval wezen, zoolang als deze rampzalige
wereldoorlog duurt, is er een goed werk
gedaan door de Regeering, en haar mede-
deelingen over de bijzondere genomen maat
regelen niet te beperken tot de Tweede
Kamer in comité-generaal, maar iets te
goven wat krtn dienen om de geschokte
gemoederen te ka! mee ren, in zooverre als
men nu weet dat er geen politieke ver-
s wuckeiingen zijn; en dat er evenmin sprake
is van dadelijke of slechts ernstig
dreigend gevaar. Voor wie goed lezen kan
is uit de Regceringsverklaring toch duide
lijk geworden, dat de oorlog door de ver
schillende mogendheden met grooter fel
heid staat gevoerd te worden dan ooit te vo
ren, en dat deze stand van zaken onze
Regeering, die vóór alles onze neutraliteit
wil handhaven, den plicht oplegt meer dan
ooit op haar qui-vive te zijn en voorzorgs
maatregelen te nemen. En dat zij zulks doet
stemt ons gerust, en dat te meer omdat wij
weten, dat niets onze positie tegenover
onze oorlogvoerende naburen zuiverder
houdt dan de wetenschap, dat wij1 direct
alle maatregelen nemen, die de liandho-
ving van de meest strikte neutraliteit ons
als plicht oplegt
En zoo is er dan weer een paniekje
geweest, oen flauwe nagalm van wat wij in
de eerste dagen van 1914 gezien hebben.
De kruidenierswinkels zijn wel niet be
stormd hier in Den Haag, maar hun hou
ders hebben toch heele goede zaken ge
maakt, er was weer queue voor de Ne-
derlandsche Bank, maar de spaarbanken
hebben geen last gehad. Toch is er door
duizenden veel geld verloren door een ge
voelige daling van de fondsen, en enkele
verdwaasden hebben zelfs kelders gehumd
voor het geval dat de residentie zuu wor
den gebombardeerd. Misschien had de zaak
minder vaart geloopen, aLs de „Avondpost",
een derderangsch Haagscih "Dagblad, niet,
met miskenning van hetgeen in deze da
gen .de eerste plicht der pers is,
met de lugubere nonsens was' aange
komen, dat Engeland den eisoli zou ge
steld hebben over ons grondgebied te trek
ken, om zoodoende zijn vijand te heter te
kunnen bestoken. Deze dwaasheid, want die
eisch zou gelijk staan mot een oorlogsver
klaring, is nu, tamelijk overbodig, ofricieel
door de Engel sche legatie tegengesproken,
uit de overweging, dat een dergelijke jour
nalistieke mispas in ons land met straf
baar is.
Er zijn er, gelukkig niet veel, in ons
land, die van meening zijü, dat, als zoo'n
eisch gesteld werd, we niet zoo „dwaas"
moesten zijn als België, dat door liet wei
geren van zulk een eisch zoo onnoemelijk
v-eel ellende beleefde, maar dat wij' onder
protest aan zulk een eisch zouden moeten
gevolg geven. Wij' zullen denzul&en er niet
op wijzen, dat er toch ook nog zoo jets
als nationale eer bestaat, want wij"vreezeen,
dat deze daaraan „maling" zouden hebben.
-Maar wèl willen wij' denzulken er attent
op maken, dat wij juist door het toestaan
van zulk een eisch direct in den oorlog
zouden komen. Zouden wij Engeland zulk
een eisch toestaan, dan hebben wij' dade
lijk daarop een oorlogsverklaring van
DmtschJand, en waren wij1 voor Dmlseih-
land zoo vriendelijk, dan valt Albion ons
op het lijf. Het is dan ook dubbel goed,
dat wij een regeering hebben, die in deze
haar plicht volkomen .begrijpt, en die on
wrikbaar gereed is onze neutraliteit tegen
over wien ook te handhaven.
Of die neutraliteit dan groot gevaar loop1,
geschonden te worden? .Hebben wij nog
kans er in gesleept te worden? Ziedaar
wel een vraag, die duizenden begrijpelijker
wijze bezig houdt, en die ons zeker een
paar malen daags wordt gedaan. Wij zou
den daarop willen antwoorden, dat de kans
daarop ons niet zeer groot lijkt, naarde-
maal Engeland, zoowel als Duitschland alle
bei groot belang er bij hebben om ons uit
den. oórlog te bonden. Als Engeland ons
dwóng ons in de armen van Duitschland
te (werpen, zou 'het zijn grooteten vijand
de (beschikking geven Ojver voor dit land
zeer goed te gebruiken zeehavens en zeega
ten, en als Duitschland ons noodzaakte
Engelands bondgenoot te worden, zou hot
zijn toevoer van levensmiddelen, die toch
al zooveel wenschen overlaat, beden
kelijk verminderen.
Zoo staat het er theoretisch niet kwaad
voor. Maar men moet niet vergeten,
dat in een' oorlog als de tegenwoordige,
waarin de oorlogvoerenden zien, dat de
kans dat één van hen. eindoverwinnaar zal
zjjn, zoo goed als verdwenen is, do strijd
telkens wanhopiger, om niet te .zeggen,;
vertwijfelder karakter zal aannemen, en dat
men zich dan wel eens niet meer bekom
meren kon om wat logica en gezond door
denken voorschrijft, zoodat wij goed zullen
doen ons te houden aan Cromwell's les:
Bidt, maar houdt je kruit droog.
De geruststellende verklaring van den
premier zou gevolgd zijn door de behande
ling van de ouderdomsvoorziening, waarin
nieuwe geruststelling lag, want een kind
"kan hegrijpen, dat een Minister zijn tijd
niet zou kunnen geven aan de behandeling
van een omvangrijk wetsontwerp, als er
dreigend gevaar was; maar die nieuwe
geruststelling liep gevaar uit te blijven door
dat do Rechterzijde met den heer de Sa-
vornin Lohman voorop, trachtte uit de „om
standigheden" een politiek slapdje te slaan.
Daar kwam een motie, getoekend door de
heeren Lohman, van der Voort van Zijp,
van Veen. Kooien, en Duymaer van Twist,
om de Ouderdomsrente van de agenda af
te voeren. De heer Lohman verdedigde de
motie door er op te wijzen, dat wij in te
ernstige omstandigheden verkeeren, om een
ontweip te behandelen, dat in zoo hooge
mate de politieke hartstochten zou op
wekken.
De Kamer keek eenigszins verbaasd; was
het den heer Lohman misschien te doen
om 'de agitatie in den lande, die door de
verklaring van den minister-president ge
lukkig niet weinig is getemperd, opnieuw
aan te wakkeren? En hoe kon deze ervaren
parlementariër spreken van een ontwerp,
dat politieke hartstochten opwekt, als het
gaat om de Ouderdomsrente, waarvan thans
een ieder weet wat het lot in de Tweede
Kamer zijn zal? Er is zoover wij weten
maar één lid in de Tweede Kamer, wiens
politieke hartstocht er door wordt opge
wekt, en dat is de heer de Savornin Loh
man. Hij wordt ziek bij de gedachte aan
Staatspensionneeringhet is voor hem de
nachtmerrie, die hern zijn rustigen slaap
ontrooft. Hij heeft al een amendement in
gediend, om de Staatspensionneering in
Staatsarmenzorg te verdoopen, opdat er
waarheid zij in de wetgeving;van
hem is de uitval dat het Staatspensioen
iels is waarvoor do arbeider, die eergevoel
heeft, zich zal hebben te schamen, maar
dat ze een welkome gift uit de Staatskas
zal wezen aan do slampampers en de men-
schen met dubbele huishoudens. Och arm,
een arbeider met f10 of f12 in de week,
die er een dubbel huishouden op nahoudt;
deze uiting is wel .gespeend aan alle ken
nis van het pxaotische leven, de menschen,
die zich de weelde van een dubbel huishou
den kunnen veroorloven, heeft men te zoe
ken in kpingen, waar men dieper in de
beurs kan tasten. Deze boutade herinnert
ons een blijspclletje, dat wij jaren geleden
in Parijs zagen vertoonen. Daarin kwam
ten tooneele een jaloersche vrouw, aan
wien haar man verantwoording moet doen
van alle zijn verteringen. En als hem dat
op een goeden keer niet lukt met één franc,
die uit zijn portemonnaie verdwenen is,
roept ze woedend uit: Anatole, ge hebt
een mailresse, waarop de man onder dave
rend gelach van het -publiek antwoordde:
Wie heeft nu ooit van een maïtresse voor
één franc gedroomd?
Of de heer de Savornin Lohman zoo ge
helen is op die Staatspensioneering, en dat
hij zoo met Talma's verplichtte verzekering
dweept? Dat zeker niet, want Tallma's wet
geving had in den beginne ge:<i feller be
strijder dan den leider der Christelijk-IIis-
torischen, al beeft hij daaraan dan ook na
derhand om politieke redenen rijns stem
gegeven.
Het was zeker geen aangenaam oogenblik
voor der heer de Savornin Lohman, dat hij
voor zij: optreden eene les in de beraden
heid in ontvangst had te nemen, van den
heer Duys-, en te minder aangenaam, waar
deze zeker het gelijk aan rijne zijde had,
toen hij er op wees, dat het voorstel-
Lohman niet alleen weer nieuwe onrust
over het land zou brengen, maar dat het
tevens je reinste politiek was. „Je onrein
ste", riep do heer Hugenholtz er tussohen
door, e|n iwe hebben van hem zeker weliieenls
minder gelukkige (interrupties gehoord.
De heer 'Nolens kwam toen den heer de
Savornin Lohman iter hulp, maar maakte
dezen al [heel weinig sterker, daar hij begon
met do piededeeling, dat van hem zeiven
het voorstel nooit zou zijn uitgegaan. En
toen deed hij verder of hij er ziohjerg kwaad
over maakte, dat Links omi do „omstandig
heden" niet wou afzien van de behandeling
van eene wet, waarvan men Rechts niet
weten wil, er leol'ijk mee in de maag jzit,
omdat men daar weet, dat het afstemmen
van de wet nooit anders dan op politiek
nadeel kan uitioopen, er zijn toch al genoeg
Roomsche arbeiders, die hij verkiezingen
den sociaaldemocraat stemmen, zooals in
1913 door meer dan één Katholiek, pers
orgaan opentijk is erkend.
Die opwinding ging den zoo nurihteren en
bedaarden heer Nolons, echter al heel slecht
af, en de Kamer had niet weinig pica zier,
toen de heer Tydeman doodleuk opmerkte,
dat bet hem voorkwam, dat Venlo's afge
vaardigde meer door de gedachte aan de
Ouderdomsrente rijne kalmte had verloren,
dan door heigeen hij in Comité-Generaal
had vernomen. Hij voegde er de wijze les
aan toe, dat ons Parlement bij den langen
duur ran den oorlog het beste deed, zoolang
mogelijk zijn dagelijksohen arbeid te ver
richten, en sprak zijn leedwezen er over
ujl, dat, dit nu min of meer bemoeilijkt -was
door de slechte introductie door den afge
vaardigde voor Goes aan de zaak gegeven.
Maar deze gaf geen kamp, zooals hij
trouwens nooit doet, als hij' zijn zeïfbe-
heorsching kwijt is, wat helaas vaak ge
beurt; en zijn vriend v. Bij'landt zit thans
niet rneer naast hem om hem in zulke
oogenblikken wat te sussen. De Linkerzijde
had liet verwijt in ontvangst te nemen,
dat ze niet genoeg doordrongen was van
den ernst der tijden, erger nog, dat zij
zich slechts zoo hield, om met het Ouder
domsrente-ontwerp politiek voordeel te be
halen, in welke verwachting zij echter ge
heel bedrogen zou uitkomen. Toen we dit
laatste hoorden, kregen wij neiging om
te vragen: Waarover maakt gij u dan toch
eigenlijk zoo warm, geachte ^ar? En toen
de voorzitter kwam met de verklaring, dat
als z. i. de omstandigheden van dien aard
waren, dat voortzetting van den gewonen
wetgevenden arbeid niet wenschelijk kan
genoemd worden, van hem zeiven daartoe
een voorste! zou zijn uitgegaan, en dat hij
dus hoopte, dat do motie-Lobman c.s, niet
zou worden aangenomen, kreeg hij den
gansch onverdienden snauw, dat hij als
voorzitter niet mocht debatteeren van uit
den voorzittersstoel, maar daarvoor plaats
moest nemen op een der Kamerbanken.
Onder groote instemming van gansch de
Linkerzijde antwoordde mr. "Goeman Bor-
gesius daarop, dat, waar de Kamer met
algemeene stemmen besloten had dit wets
ontwerp op de agenda te plaatsen, hij juist
ue eerstgeroepene was om tegen een voor
stel in te gaan, dat tot doel had op die
gevallen beslissing terug te komen.
Men had mogen verwachten, dat de mo
tie zou zijn ingetrokken toen minister Cort
van der Linden de deur toedeed roet de
verklaring, dat de Regeering niet het min
ste bezwaar had om met de behandeling
van het wetsontwerp door te gaan. Maar
dan had men buiten het politieke spel
gerekend. Dat de heer de Savornin Lohman
van geen teruggaan wilde wefcen, laten wij
daar, als die eenmaal stoom op heeft,
holt hij door, maar dat zijn mede-ondertee-
kenaars zich toen niet van de ïotie los
maakten, en dat heel de Rechterzijde er
haar 'stem aan gaf; was een zeer ergerlijk
stukje. In dezen tijd als één man tegen de
R^eering te gaan staan is al bijzonder
deloyaal, 'en al zullen wij er ons niet
over beklagen, dat aan zulk een politiek
spel een Duymaer van Twist et tutti quanli
meedoen, het stemt droef, dat mannen als
de Geer, Loeff en Nolens zich 'daarvan
niet onthielden.
De motie werd met Links tegen Rechts,
51 tegen 41 stemmen, verworpen, en da
delijk daarop weid de Rechterzijde geheel
Geschaamd in Laar uitspraak, dat dit ont
werp de politieke hartstochten zou opwek
ken, want hoewel dr. de Visser, die de eer
ste spreker was, niet zonder felheid tegen
de Regeering fulmineerde, die het ontwerp
had ingediend, en tegen de Linkerzijde,
die bereid was het te aanvaarden, was er
een zeer matte stemming in de Kamer,
en warerr zelfs de luisteraars wéinigen.
Daarin ligt niets verwonderlijks; er is
over dit ontwerp in en buiten de Kamer
reeds alles gezegd wat er bij mogelijkheid
van gezegd kon worden. Bij de verplichte
verzekering-Talma hqeft men de eerste ont
moeting tusschen de voorstanders daarvan
en de aanhangers van Staatspensionneering
gehad, en toen heeft men van weerszijden
zijn standpunt zeer uitvoerig verdedigd. En
toen had dit ook daarom zijn groote nut,
omdat men hier stond voor oen wetsont
werp van' de Regeering aan do eene zijde
en een verkiezingsbelofte van de oppositie
aan de andere zijde, zoodat de kiezers
uit de gehouden debatten de wetenschap
konden verkrijgen, die hen in staat zou
stellen met kermis van zaken tusschen de
heide stelsels een keuze te doen. Als de
heer Aalberse dan ook aan de Linkerzijde
het verwijt deed, dat zo de behandeling
van de Ouderdomsvoorziening slechts had
doorgedreven om stembusbeloften na te ko
men, is dat wel het zonderlingste, dat
wij ooit op den viool hoorden spelen. 'Zou
de afgevaardigde voor Almeló misschien
willen, dat de drie vrijzinnige partijen, die
in 1913 met een gezamenlijk program den
stembusstrijd zijn" ingegaan, de daarin ge
dane beloften niet nakwamen? Zoo is ge
lukkig do vrijzinnige gewoonte niet, en hot
mag verbazen dat de scherpzinnige heer
Aalberse niet inziet, dat hij met zijn zoo
genaamd verwijt eigenlijk het schoonste
compliment maakt aan de vrijzinnigen dat
gemaakt kan worden? Zij hebben toch hun
belofte ingelost, trots alle moeilijkheden,
zij hebben daarvoor zelfs Mr. Treub laten
vallen, waaraan, zij het dan ook om an
dere redenen, de heer Aalberse en eenige
van zijn vrienden hebben meegedaan, wel
begrijpende wat figuur de Rechterzijde zou
gemaakt hebben als zij als één man de
beschermende hand over Treub hadden uit
gestrekt. Hel lust ons niet deze opmerking
nader te delailleeren, wat trouwens bij zoo
iets begrijpelijks als dit geheel overbodig
zou zijn.
Dc discussie was mat. Als een man als
Dr. de Visser, die over groote welspre
kendheid bezit, welke dezen keer echter
minder tot haar recht kwam, omdat hij van
het blad las, zich de moeite geeft om uit
een reeks van citaten te bewijzen, dat de
vrijzinnigen vroeger tegen de Staatspension
neering waren, dan zou men geneigd zijn
hem tue te roepen: Spaar u die moerte,
geachte heer, want dat is net zoo bekend,
als dat gij en uwe parlijgenooten vroeger
verklaarden, dat de verplichte ouderdoms-
verzekcring in strijd was met de anti-revo-
lutionnaire beginselen. Het eenige verschil
tusschen anti-revolutionnairen en vrijzin
nigen bij de wederzijdsche verandering is
dit, dat de eersten veranderd zijn van stand
punt met politieke overwegingen, en de
laatsten door de practijk, door de invoe
ring van de Staatspensionneering in Enge
land door Lloyd George, waardoor het on
mogelijk gewaande mogelijk bleek.
De wet van Lloyd Geo-rge is dan ook
voor de Rechterzijde de hittere pil, en dat
in tweeërlei opzicht. In de eerste plaats
omdat Lloyd George niet in den hoek is
te duwen als een soort minderwaardig man,
daar zijn buitengewone bekwaamheid in
Engeland ook altijd door den politieleen
tegenstander is erkend, in de tweede plaats
omdat aan Lloyd George's wet alle par
tijen, zoowel de roomschen als de Calvi
nisten, hun stem hebben gegeven. Zoodat
van eenigo zweep der sociaal-democraten
daar geen sprake kan wezen. Dr. de Vis
ser achtte het niet beneden zich ook al
weer met die zweep te werken, en begon
zijn rede met de uiting, dat de 4e April
191G, waarop de behandeling van het ont-
werp-Staatspensionneering in de Tweede
Kamer een aanvang nam, een blijde dag
was voor den heer Troelstra, wien
hij een spoedig geheel herstel toewenschte,
bij welken wensch' wij ons van harte aan
sluiten.
Het1" betoog, dat het Staatspensioen in
Engeland hoe langer hoe meer is gaan
kosten, was zeker wel geschikt om eenigen
indruk te maken in deze benarde finan-
cieole tijden, maar het heeft weinig waar
de, als men bedenkt, dat oorspronkelijk de
bedeelden daar van het Staatspensioen wa
ren uitgesloten, en dat het getal der be
hoeftige 70-jarigen natuurlijk in dezelfde
mate toeneemt als dat der bevolking. Het
slot van de rede was natuurlijk een predica-
tie tegen het vernederende van staatspen
sionneering, voor den arbeider. Daarvan
zullen wij maai- niets anders zeggen dan
dat men daarvan noch in Engeland, noch
hier bij de uitvoering van art. 369 van
de wet-Talma iets heeft gemerkt.
De heer Kooien heeft er terecht op ge
wezen, dat de verkeerde wijze waarop ar
tikel 369 is uitgevoerd, een voor hem zeer
ongewenschte reclame voor Staatspension
neering geweest is; moeders trekken do
rente omdat ze hij hun kinderen in dienst
geweest zijn; ja, er zijn verpleegden in
gestichten, die er van genieten, omdat ze
wel eens a raison van vijf cents voor col
lega's-verpleegden aardappelen hebben ge
schild. Wij kunnen ons begrijpen, dat.hij
dit van zijn standpunt betreurde, maar zijn
verwijt daarover was aan het verkeerde
adres, want de schuld -daarvan is geheel
aan Minister Talma, die in zijn circulaire
vergat ^ijn Ouderdomsrente te bepalen
tot wat wezenlijk ambtenaar in loon
dienst is.
De heer Snocck Henkemans trachtte aan
te toonen, dat de wct-Treuh, die thans
de wet-Lely is gewonden, den arbeider
heel wat minder zal geven dan de wet-
Talma, maar men dient met zulke bewijs
voeringen heel voorzichtig te wezen, daar
het altijd zeer gemakkelijk is zich een be
paalde combinatie van omstandigheden te
verschaffen, waarin dat hot .geval zal zijn,
de vraag is echte/ of die zich in de prak
tijk dikwijls zullen voordoen. En eenigszins
vermakelijk - deed het aan uit den mond
van dien afgevaardigde te hooren, dat, als
de particuliere armenzorg te kort schoot
tegenover de behoeftige ouden van. dagen,
die, omdat zo geen arbeider zijn, niet van
de wêt-Talma zullen protiteeren, daarin
verbetering zal komen, omdatprof. Vis-
sclier op 3 Mei a.s. op de diakonale con
ferentie van diakenen der Ned. Herv. Kerk
de vra yal inleiden: Welke eischen stelt
de verzo jing van de ouden 'van dagen?
Als die arme stakkers daarvan zuilen moe
ten eten, enfin schwamm darübej-.
Een. heel ander geluid kwam yan den
heer de Mural t, die minder als lid van
de Liberale Unie dan wel als .hoofdbe
stuurder van den Bond voor Slaatsjxm-
sioneering optrad. Zijn adhaesie aan de
soofoal-democratisuhe amendementen, waar
aan hij echter zijn stem zou onthouden, als
het ontwerp daardoor gevaar zou Joopen,
ligt toch niet op den weg zijner partij,
die wel van meening zal zijn, dat de Re
geering gelijk heelt, als ze weigeren zal,
wat voor ons vaststaat, in de tegenwoordige
tinancieele omstandigheden verder te gaan
Jan ze gaat. Dat doet natuuihjk niets af
aan onze opinie, dat, zoodra heter tijden
aanbreken, de leeftijdsgrens iets-zal moe
ten worden verlaagd en de renten eenigs
zins Verhoogd. De heer Aalberse werüte
druk met cuaten en bracht voor de zoo
veel ste maal te berde dat de sociaal-demo
craten in Duitschiaad gestemd hadden vóór
verplichte verzekering, waarop* de heer
Duys hem bij interruptie voor de zooveei-
ste maal herinnerde aan het feit, <lat die
stem was uitgebracht vóór het tweede,
verbeterde wetsontwerp," en alleen ornaat
zij bet betere, de Staatspensioneering niet
Konden krijgen. t
De heer m ummelkamp vindt Staatspen-
sioneeriiig* tegen de Heilige Schrut, naar
de anxnaer uit zijn. arbeid moet leven en
voor den ouden dag zorgen, bet schijnt dien
oraven grijsaard met hesend te zijn, dat er
duizenden arneiders in ons land zijn, ilie
.ernauwernood van hun karig loon hun
nooddruft kunnen bestrijden, laat staan,
dat ze iets voor dcyi ouden dag kunnen jweg-
reggen. Ite heer de WijKerslooJr de Weerue-
s.ejjn bracht ons meer op praotisch terrein,
door bezwaren te opperen tegen de regeling
die de gemeentebesturen met ae uitvoering
van de wet heiast; hij vreesde daarvan be
gunstiging, en daar is m ons oog zooveelj
van aan, «lat de Kegeering goed zar doen <om
maatregelen te treden, waardoor dat euvel
het beste wordt voofkomen.
De eigenlijke politieke speech was van
den heer tintgers, en net was eene
zeer nijdige speech, waarin de Regesring
m gebreke wend gesteld, dat rij de wetten-
Xalma met had uitgevoerd.
Het verwijt was echter zeer ongerijmd,
als men bedenkt, dat Minister Treuh zóó
vroeg geneed was met rijne ontwerpen, dat
daarover reeds in 1915 had kunnen mm be
slist, ook door de Eerste Kamer, en dat |dan
de Regeering geweten had, waar ze aan toe
was. De oor.og heeft dat alles in de ,war ge
stuurd, maar wellicht heeft de afgevaardigde
voor Hilversum nooit van zoo iets als oen
Europeeschen oorlog gelioord. Zijn verwijt,
dat door de behandeling van 'dit ontwerp
de Kegeering slechts deed aan politiek,
werd op de allerleukste wijze geconsta
teerd, door Mr. Limburg, die er op wees,
dat niet-behandelen, ook zou zijn doen aan
politiek, maar aan politiek vande
Rechterzijde.
I i I
Ondertusschen weid door den omvang
van de debatten de heer Teenstra door
do vrees bevangen, dat men niet op tijd,
d. w. z. vóór de Stille Week, waarin nooit
vergaderd wordt, gereed zou komen. Van
daar zijn voorstel om ook Maandagmiddag
en Maandagavond a,s. te vergaderen. Wij
vonden dit voorstel noch verstandig noch
handig, en de voorsteller heeft er dan ook
geen ander pleizier van beleefd dan dat het.
den heer Duymaer van Twist aanleiding
gaf op te lezen hoeveel tijd de verschil
lende Linksere bestrijders van de wet-Talma
voor hun bestrijding hadden genomen, waar
mee hij natuurlijk een groot lachsuccès
had; en dat er anderhalf uur verknoeid!
werd met do bespreking van het voorstel,
dat ook door Mr. Tideman bestreden werd,
en dat zeker had moeten zijn ingetrokken,
toen do Voorzitter de mededoeiing deed,
dat hij zelf met het voorstel zou komen
om avondzittingen to houden, zoodra hij
de noodzakelijkheid daarvoor gekomen
achtte.
Het voorstel werd verworpen door Rechts
met behulp van de heeren Knobel, Jannink,
Smoenge, Roodhuyzen, Eland, van Leeu
wen, Fock, Boissevain, Hubrecht, Tydeman,
de Beaufort en den Voorzitter, 40 tegen 27
stemmen.
Dat is anders dan bij de wet-Talma, toen
do Rechtsche "meerderheid zonder genade
haar bevelen aan de minderheid dicteerde.
STADSNIEUWS.
Vrouwenkiesrecht.
Gisteravond heeft in „Musis ïlacrum" de
aangekondigde propagonda-vergadering voor
vrouwenkiesrecht plaats gehad.
Movr. LanschotHub recht, lid van
het Hoofdbestuur van den Hond opende de
vergadering met ©en kort woord, waarin
zij wees op het belang van dit oogenblik
nu men staat voor de Grondwetsherziening.
Allen, die instemmen.' met het streven der
SCHIEDAMSCHE COURANT
^smSm