89"* Jaargang
Zaterdag 1 Juli 191®
no 15179
Derde Blad
Gemengd Nieuws.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen £L 1.25, franco
per post 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10
Afzonderlijke nummers 2 cent
-Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentién voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs dar Advertentiën: Van 16 regels £L 0.92; iedere regel meei
20 cents. Reclames 80 cent per regel. Groote létters naar de plaats die
innemen.
Advertentiën bjj abonnement op voordeeüge voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau to bekomen.
Dagelijks worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen
Deze advertentiën worden, mits voor 3 achtereenvolgende nummers opge
geven, slechts 2 maal berekend.
Intercommunale Telefoon No. 103.
STADSNIEUWS.
DU den Gemeenteraad.
IV.
Progressievp heffing
Inkoml'stenbelas ting.
Behandeling van het voorstel van Bur
gemeester en Wethpuders let herziening
van dp Verordeningen op de heffing en in
vordering van een plaatselijke directe be
lasting naar het inkomen, met de daar
op, ingediende amendementen.
De Voorzitter stelt aan de ordede
behandeling van dit ontwerp, dat menj
zal vinden pp blz. - 82 der bijlagen.
Die heer Hputman- Vraagt eenige al-
gemeene beschlou,wingon te houden. B. en
(Wi. hebben vppr het ontwerp eenige be
schouw lagen. gegeven, en daarop is ant-
wpprd gekomen.
Spr. meent dat het misschien vrueht-
dragender kan zijn wat hij 'wil zeggen
nu te zeggen.
Die Vporzitter heeft daartegen geen
beziWaar.
De heer H put mi an heeft eenige amen
dementen ingediend prndat enkele punten
hem daarip© aanleiding gaven. Het is
teen moeilijk onderwerp en. het doet hem
genpegen dat in een hier verschijnend
blad ernstige beschouwing daaraan ge
wijd rijn. Naar aanleiding ook' daarvan
hpeft spr. rijn amendementen ingediend
len hij brengt (hulde aan den schrijven
dier stukken.
(EGet iS spr. aangenaam dat vele zij
ner amendementen dpor B. en W, zijn
pvlergenpmen, al is dat niet met het ge-
Jv-al. Naar aanleiding, van deze laatste wil
spr. iets zeggen.
p,. ten jWj. zeggen in hun antwporddat
jhjet gelijk! viallen van den datum van
aanslag ,oinmogelijk! is en het amendement
dat dit in het pntwleip wil brengen on-
aannKjmlelijki
(Wjat bbteekbnt dat woord hier?"
Spr. heeft dat amendement vporgesteld
pmdat hij meent dat, aangezien dit be-
laktrngomtivterp is gebaseerd op de Rijks-
inkjoanistenbelasting, waarvan ook de ko
hieren 'zullen, vprden gebruikt, die Sa-
menralling npodig fe.
Spr. staat in die ppVatting niet alleen.
In de N. R. Gt. is verschenen een
hoofdartikel waarin met ernst betoogd wordt
dat het- noodzakelijk is dat die datums
zpoveel mogelijk zullen samenvallen. Daar
in leest spr. p.m.
Een buitengewoon Voordeel voor d© ge
meenten aou het zeker nog zijn, indien
het gemeentelijke belastingjaar met dat van
het rijk zpu kunnen samenvallen, en men
door ean overgangstijdperk, waarin de ge
meenten pp centen heffen van de rijksbe
lastingen, dien weg daartoe effende. Vol
gens die nu voorgestelde regeling zijn de
gegevens, die de gemeente b.v. voor het
op 1 Januari aanvangende belastingjaar zou
gebezigd hebben, die «vter 1914, d. w.i z.'
zeer. ten achter bij den feitelijiken toe
stand. Vangt het gemeentelijke belasting,
jaar levteneens pp 1 Mei aan', dan zou,
hpewiel de overneming en bewerking van
de gegevens tijd zpu vorderen, de aan
slag, in het gestelde vporbedd., op da
gegevens van 1915 kunnen plaats vin.
den.
[Daarbij zpu mlen de geheeler-regeling
hletreffende de gemeentelijk» kjohieren, wèl-
(k|e nU, in 0e phaktijk ,vjoor eejn jgrjoot
'deel toch niet meer dan het verrichten
van formeel© handelingen met de daar
aan verbpnden vertraging neerkomt, kun
nen vereenvoudigen, do-or de kohieren der1
in artiktel 264a Wan het ontwerp aange
duide belastingen niet alleen te doen. op
makten, maar pok te doen vaststellen doori
buagjemteester ne wethouders en niet, zpo-
als volgens de bestaande wettelijke be
palingen, dpor den gemeenteraad. Tevens
zon dan de goedkeuring door Gedeputeer
de Staten kunnen vervallen.
Pian aou ispr. willen vragen' of Bi en
,JWj. hieipvfer het geschrift hebben gele-
Jaen Van den hoofdambtenaar Van Finan
ciën te R'dam, den heer Dipssert Bentfort,
„Dit den strijd der gemeenten pm hét
evenwicht",-die daarin hetzelfde doel ha-
ètreeft, dat spr. Sn zijn amendement heeft
De Vporzitter vraagt pf het niet
hjeter is dit olies te bespreken hij üe be
handeling Van het betreffende artikel,
pp heer Hpu,tm,an. Zal kort zijn,.
maar hij stelt er prijs dit even vporaf
te zeggen. 1
Spr. leest in het bovengenoemd ge
schrift: „Wil de inzage van het rijks-
kphier vruchtdragend zjjn, gemakkelijk in
de praktijk werken, dan zal de Gemeen
teverordening zooveel mogelijk aansluiting
mpeten zoeken bij de desbetreffende be
palingen der rrjkrinkpmstenbelasling, niet
alleen Wat haar berekening van voordoe
len aangaat, in afgelpopen tijdvakken be
haald, noch levens komt het geboden voor,
haar dienstjaar zpovoel doenlijk te laten
aansluiten. Oml daartoe te geraken, is
doormaking Van ieen overgangsjaar nood
zakelijk, ,Wie het goede wil, heeft er niet
tegen pp te zi-en, den weg te gaan, die
het korist naar het Hof van Eden voert."
Deze algemeen als hoogst bekwaam be
kend staande ambtenaar blijft er dus
po-k bij dat de Gemeentelijke verordening
zpo nauw mogelijk, ook in het dienst-
jaar, met die Rijks-1 n kpm s fen be 1 ;i sti ng
overeenstemt. v
Spr. leest in hetzelfde geschrift nog
„Het pntiverp stelt op den Voor-
grpjnd, dat de gemeente de gegevens,
van de rijksadministratie zal ontvangen.
Het is dus buiten geslpten, "dat de Ge
meente nog eens die informaties bij de
belastingschuldigen gaat verzamelen. „Er
Wprdt diis drieërlei voordeel bereikt, Wat
inderdaad niet onbelangrijk, is: Het pu
bliek is pntheven vjan de verplichting tot
dubbele aangifte, 2p. Er komt een ein
dje aan den pngeJijkmatigen druk, die in
vjerschillen.de -gemeenten bij de bepaling
dezier belasting op den Voorgrond treedt
en 3p. wordt de Gemeente bevrijd van
het even tijcLqo-oven.de als moeilijke werk,
Om het inkomen vjan den belastingschul
dige te bepalen.
„Aangifte, beschrijving en regeling van
dien aanslag kpmen dus grootendeels te
v|ervfallen. Van het tponeel verdwijnt nu
Ook de belasting naar den uiterlijken
staat."
„Juist het beginsel, om de bron te be
lasten, maakt die speciale opgave noodig,
omdat het zoovele malen voorkomt, dat
aangeslagenen elders een deel van hun in
komen genieten. De bevoegdheid in art. 107
der laatstgenoemde wet (R. ,1. B.) neer-"
gelegd, ten behoeve der gemeente, wordt
dus wettelijk nader vastgesteld. Natuurlijk
geeft dit breedere inzicht veel werk aan
de Rijksadministratie."
Spr. heeft het grootste bezwaar tegen
het afwijkend dienstjaar, omdat het daar
door vrijwel onmogelijk is van de rijks-
kohieren het volle nut te hebben.
Hij blijft er bij" dat, als bet voorstel van
B. en W„ om het belastingjaar te doen
beginnen met 1 November, mocht wor
den aangenomen, een hopelooze verwarring
en veel werk is te voorzien. Men schijnt
uit het oog verloren te hebben, dat het
beginsel van de verordening (overgenomen
uit de Rijkswet) is, dat slechts die bron
nen van inkomsten voor de heffing van
deze belasting' in aanmerking komen, die
bij den aanvang van het belastingjaar nog
bestaan (art. 14 der nieuwe verordening en
12 der R. I. B.). In het half jaar dal
verloopt tusscken den aanvang van het
Rijkshelastingjaar en den daarop volgenden
1 November, kunnen een massa bronnen
van inkomsten voor den belastingplichtige
ophouden te bestaan, om vervangen te
worden door anderen.
B.v.De verordening, in navolging van
de Wet, onderscheidt opbrengst van: lo.
onroerende goederen2o. roerend kapitaal
3o. onderneming in arbeid; 4o., rechten
op periodieke uitkeeringen of uitkeeringen
van het leven afhankelijk. Iemand, die een
gesalarieerde betrekking heeft, wordt aan
geslagen op grond van het ten derde ge
noemde. Maar wordt hij "met 1 Juli ge-
pensionneard, dan houdt die bron, sub 3,
voor hem op en voor het met 1 Novem
ber d. a. v. beginnende belastingjaar heeft
hij er dus niet over te worden aangesla
gen; maar aangezien hij uit zijn nieuw
ontstane bron van inkomsten, sub 4, n.l.
het pensioen, in het kalenderjaar vooraf
gaande aan den lsten Mei. geen inkomen
genoten heeft, kan hij ook daarvoor niet
worden aangeslagen.
- Een ander geval:
Iemand bezit effecten, verkoopt ze ech
ter op den eersten Juli. De bron van in-
-komsten uit roerend kapitaal heeft opge
houden te bestaan, want de man steekt
het provenu van zijn effecten in grond.
Maar aangezien hij uit het nieuw verwor
ven onroerend goed in het aan den lsten
Mei voorafgaande kalenderjaargeen pro-
venus had, kan hij er ook niet over wor
den aangeslagen. Een handige kapitalist kan
dit spelletje zoo doorvoeren, dat hij eiken
lsten Juli zijn bezit realiseert en jaar om
jaar zijn vermogen belegt, afwisselend in
roerend en onroerend kapitaal, om op die
manier de Inkomstenbelasting geheel te
ontduiken.
Dit argument op zichzelf werpt z. i. het
geheele voorstel van B. en W. onderstboven.
Men kan er zelf nog net zooveel argu
menten bijhalen als men wil en als men
maar wil overdenken, wat er al niet ge
beuren kan tusschen 1 Mei en 1 Novem
ber, wat van grooten invloed kan wezen
op het inkomen van een pexsoon, waar
door niet alleen, zooals in het zooeven uit
voerig beschreven geval, de gemeentekas
directe schade lijdt, maar bovendien nog
vergelijk met de gegevens van de Rijks
administratie, tot een fictie maakt.
Spr, zal niet verder hierin afdalen door
meer zulke feiten aan te duiden.
Hij weet niet, wat B. en W. bedoelen
met „onaannemelijk". Misschien willen zij
dit wel nader toelichten. Wel weet spr.
dat men deze verordening zoo practisch
mogelijk moet maken en dat zal geschie
den wanneer de belastingschuldigen over
gelijke tijdvakken in de Rijks- en de ge
meentebelasting wórden aangeslagen. Dat
zal een dubbel voordeel zijn; de aange
slagenen moeten zich voor den Rijksaan
slag reeds inspannen, zij behoeven het dan
niet weer te doen voor de gemeente.
Voor spr. is deze verordening toch slechts
een overgang. Er zal een tijd komen, dat
de g' meentelijke Inkomstenbelasting zal
worden een opcentenbelasting op de Rijks
inkomstenbelasting. Practisch zal het dus
zijn om maar dadelijk met een gelijken
datum het dienstjaar te laten beginnen.
Misschien zal later het Rijk ook wel deze
belasting doen ingaan^ op 1 Januari. Waar
om zal men nu voor de gemeente het
dienstjaar met 1 November laten ingaan,
wat niet anders dan moeilijkheden kan
veroorzaken?
Spr. gelooft dat met eenige moeite het
wel te bereiken zal zijn om de geheele op
brengst dezer belasting op één belasting
jaar te brengen, wat een noodeloos om
slachtige verdeeling zal voorkomen.
Dat is een hoofdbezwaar dat spr. tegen
de voorgestelde regeling heeft.
Spr. dankt den voorzitter, dat deze hem
heeft toegestaan deze beschouwingen te ge
ven in strijd met diens bedoeling; maar
spr, adht de kivestie zoo belangrijk, dat hij
er grooten prijs op stelde, die aan (ie be
handeling der artikelen te laten Vooraf
gaan.
De heer v. d. Hoek Zegt dat ihet onge
veer 9 jaren geleden is, dat de eerste
sociaaldemocraat ia deze vergadering zit
ting nam. Van dat oogenblik Of heeft (deze,
aanvankelijk alleen, later gesteund door
zijn partijgenooten in den Raad, Voor het
verkrijgen van deze belasting gewerkt.
Toen spr. het voorstel thuis kreeg, dactht
hij daarbij: ziedaar de macht Van het (stem
biljet. Het is zeer zeker, dat kort (voor
1915 de meerderheid in den Raad nog (te
gen een progressieve heffing der inkom
stenbelasting gestemd was. Bij verschillende
verkiezingen is de progressieve heffing den
inzet geweestde burgers bebben zich
daarover uitgesproken. Nauwelijks heeft de
stembus weer gesproken, of het College
heeft erkend den Vensdh der 'kiezers te
hébben verstaan en diende (iit ontwierp
in. Spr. gelooft dan ook wel, dat >het
gros der burgerij daarmede zeer tevreden is.
Daarmede Zal een groote onrechtvaardig
heid verwijderd zijn.
Vier jaren hebben de soa-dem. hier
zitting gehad, zonder aandeel te kunnen
hebben aan het belangrijkste werk van den
Raad, dank zij de machtsmisbruik van de
Rechtsche meerderheid.
Toen spr. in November 1915 zijn motie
indiende, verheugde het hem zieer, dat
B. em Wj deré zoo gunstig bleken -op te
nemen.
Daar .eindelijk aan de soti-demL leden de
gelegenheid werd gegeven aan de gemeente-
zatoem mede te werken, heeft spr. het (ge
noegen gehad aan de samenstelling van
dit ontwerp te Icunnen "medewerken.
De Commissie voor de Financiën en de
Belastingen, heeft dat werk verricht, met
medewerking van de ambtenaren van afii.
0, en daarbij is steeds rekening jehouden
met de vraag oï met de regeling ihet be-
noodigde bedrag voor da gemeentehuishou-
ding zou wonderi! verkregen. Herhaalde be
rekeningen zijn daarvoor gemaakt en zij
heeft ook dat bedrag bereikt
Het gevolg daarvan is geweest, dat B.
en Wj. bijna geheel de door den Com
missie voorgestelde schaal van progressie,
h'eeft overgenomen. De schaal de® Com
missie ging iets verder dan die van] B.
en W, De Commissie liad voorgesteld:
boven f 10.000 lot f40.000 pCt. ©n
boven f40.000 7 pCt. van het meerdere
bedrag. Zij moest dat doen om de begroe
ting. fluitende te maken.
De Commissie heeft ook degelijk reke
ning gehouden met den kinderaftrek; de
secretaris is een paar 'malen 'naar Den
Haag geweest en daarmede is bereikt, dat
een aftrek van f25 Zal worden goedge
keurd. Nu komen B. en Wl met een aftrek
van f50, maar daardoor zal de opbrengst
belangrijk verminderen.
Aan de soc.-dem. fractie ïs hier wel
eens verweten, dat zij geen, rekening zou
bonden toet de financieel© gevolgen van
haa® voorstellen; nu schijnt het wel of
dit Verwijt op het College van toepas
sing is. Spr. althans vreest, dat met deze
wijziging aanmerkelijk hoogjer izal! moeten
worden aangeslagen, om tob hetzelfde be
drag te kunnen komen.
Ook wilden B. en 'W. 'n aftrek van f 500
voor noodzakelijk levensonderhoud voor on-
gehuwdea met; zij meenden dit bedrag te
moeten stellen op f400. De Commissie
had daartegen bezwaar, omdat tot die om-
gehuwden ook behooren de talrijke kostwin
ners. Zij zal echter geen - voorstel doen
om daarin weer verandering te brengen,
maar spr. wil er met ernst op aandringen,
dat de ambtenaren zoo ruim mogelijk de
opvatting van kostwinners toepassen.
Tenslotte wil spr. nog even iets zeggen
naar aanleiding van een zin .in het advies
van B. en W. fpag- 78 3e al.)
„Ook zij jn'en zich goed bewust van
„het eigenaardig karakter onzer gemeente,
„die als woonstad niet zoo veel aantrek
kelijks biedt, zoodat het gewenscht is
„de meer vermogenden niet af te stoeten,
„maar veeleer aan te trekken."
Die zinsnede zal ook "buiten deze ge
meente gelezen worden en daardoor zal
men daar zich' weer voor den geest halen.
Schiedam, zooals men dat vroeger gekend
heeft. Die zin bouwt dus niet op, maar
breekt af. Want de gemeente heeft in de
laatste tientallen jaren een geheel onder
aanzien gekregen door den aanleg van
plantsoenen, nieuwe wijken met breede
straten, enz., enz.
Door den heer Houtman is reeds betoogd,
dat bij"' liet weaschelijk zou achten liet
dienstjaar ook voor de gemeente met 1
Mei te doen aanvangen; dat zal straks wel
door den Wethouder van Financiën beant
woord worden.
Spr. wil wel dadelijk zeggen dat hij niet
voor die verandering is. Indien men dat
zou willen doen, zou men verder terug
moeten gaan en voor 1916 aanslaan naar
de inkomsten van 1914, en dat acht spr.
zeker niet gewenscht.
De heer Koopman zegt dat, wanneer
een der raadsleden dit ontwerp welkom
is, dan bij dit wel is.
Het is dan ook niet geheel juist wat
de heer v. d. Hoek zooeven zëide, n.l. dat
alleen de soc.-dem. partij voor een pro
gressieve belastingheffing was. Ook de
partij, waartoe spr. het genoegen heeft te
behooren, beeft steeds aangedrongen op deze
heffing. Spr. herinnert er aan, dat hij in
1908 een uitgewerkt ontwerp progressieve
belastingheffing heeft ingediend.
Spr. wil gaarne zijn waardeering uitspre
ken voor de indiening van dit ontwerp
en dank brengen, ook aan de Commissie
voor de F. en B., in welke Commissie
de heer v. d. Hoek een belangrijk deel
der werkAamheden heeft gehad.
Voorts wij spr. B. en W. verzoeken om
voort te gaan op den weg, door hen in
geslagen, n.l, om de amendementen niet
te beschouwen als afbrekende critiek, maar
als pogingen tot verbetering; zoo" hebben
B. en W. reeds gehandeld door de overne
ming van eenige der ingediende amende
menten. Spr. gelooft dat daardoor zal wor
den bereikt dat over deze zaak niet zoo-
heel veel gesproken behoeft te worden.
De heer Lagerweij zegt, dat bij de
behandeling van het wetsontwerp der Rijks-
Inkomstenbelasting in April 1914 door een
invloedrijk Kamerlid is gezegd, dat belas
tingzaken met blijmoedigheid mooten be
handeld worden. Dat woord vond toen in
stemming, en spr. moet zeggen, dat bij op
dit oogenblik die blijmoedigheid wel noo
dig heeft.
Aan spr. is het voorbehouden geweest
om herhaaldelijk belastingvoorstellen te be
strijden die een progressieve heffing inhiel
den. Spr. staat nu voor het eigenaardige
geval dat hij de verantwoordelijkheid draagt
voor dit voorstel, waarmede een progres
sieve heffing der Inkomstenbelasting hier
zal worden ingevoerd.
Maar spr. wil er echter dadelijk op wij
zen, dat dit voorstel is een compromis,
zooals trouwens reeds door B.en IV. is
te kennen gegeven, waar in hun advies
wordt gezeul, dat het is een matige pro
gressie.
[Er is méér. i
Bij de behandeling van het reels ge
noemde wetsontwerp in do Tweeie Kamer
was bet niemand minder dan mr. Treub,
de mipister van' Financiën, die zeilde: Het
offer moet voor alles gelipt zijn, en (lat is
alleen bereikbaar, door een progressieve
heffing. Gelukkig zijn -de meeningen der
meergegoeden in den loop der jaren ge
wijzigd en heeft men de billijkheid daarvan
leeren inzien.
Die uitlating van den Minister moet wel
op merkwaardige gegevens berusten, waar
het verschijnsel zich algemeen, ook hier
vertoont; zooals dit ook gebleken is bij (de
periodieke verkiezing toen de belasting
naar draagkracht is voorop gesteld. De uit
slag dier verkiezing het valt niet (te ont
kennen zal wel van groote betèekenisj
zijn geweest voor de samenstelling van den
Raad.
Niemand minder dan dr. Bos heeft voorts
gezegd, dat de kiezers tegenwoordig grooten
invloed uitoefenen op de handelingen der
Rogeering.
Woor vroeger bij spr. het bezwaar bestond
tegen progressieve heffing, een bezwaar dat
hij zeer sterk voelde, dat Schiedam als woon
stad niet zooveel aantrekkelijks biedt, daar
was dit uit vrees dat de gegoeden zouden be
sluiten de betaling van deze belasting aan
anderen over te laten en zelf zich (daaraan)
te onttrekken. Thans mag men aannemen,
dat zij de gevolgen zullen aanvaarden van
vat bij de verkiezing als de wensch (der
meerderheid is gebleken.
Zoo is spr. gekomen op bet standpunt,
waaromtrent hij iets heeft willen zeggen.
Men moet dankbaar zijn voor de schrif
telijke behandeling dezer zaak; die heeft
een oplossing gebracht omtrent de verschil
len die bestemden ten aanzien van dé
schaal van progressie, van den kinderaftrek^)
al mogen er ook nog wenschen onvervuld,
gebleven rijn.
Als men spreekt zooals de heer Houtman
over den aanvang van het belastingjaar en
zich daarbij stoot aan het woord „onaan
nemelijk", dan moet spr. antwoorden, 'dat
ook bij zich daaraan gestooten heeft-
"Waar de commissie als met een juich
kreet uitroept: nu is de tijd gekomen (om de
progressie in te voeren, daar 'zegt spr.: (ik
vind dat niet. Niet om den algemeemen (toe
stand, maar om de groote voorrieden, die
voor ons voortvloeien door de nauwe aan
sluiting aan het Rijkskohier.
Indertijd, toen spr. zich nog verzette te
gen de invoering van progressie, bad hij'
een stille hoop, dat de Gemeenten in de
gelegenheid zouden worden gesteld opcen
ten te heffen op de Rijks-Inkomsienh©las
ting. Die hoop is niet vervuld. Wij hebben
thans te aanvaarden de zelfstandig© ge
meentelijke Inkomstenbelasting.
Spr. zal bet hierbij laten en de verdere
besprekingen uitstellen tot bij de artikelen.
Nog iets wat de Commissie betreft.
Door den heer v. d Hoek is gezegd dat
de soc.-dem. leden niet in de commissiën
zaten omdat de Rechtsche meerderheid hen
daarbuiten hielden. Spr. gunt hun die plaats
in de Commissie van harte.
De heer Dinkelaar: Dan toch sedert
kort.
De heer Lagerweij: De hoeren, met
welke ik in een commissie zitting heb,
zullen dit kunnen bevestigen.
Toch was daartegen een bezwaar.
Die soc.-dem. leden vervangen in de com
missiën Iaat spr. het maar zeggen
Rechtsche leden, en bet gevolg daarvan
is, dat de wethouder niet meer baas is
in eigen huis. Zij juichen denkbeelden toe,
waar spr. rich tegen zou willen verzetten.
De heer Dinkelaar: Daar is het ook
om te- doen.
(Gelach.)
De Voorzitter sluit nu de algemeene
beschouwing, en stelt de behandeling der
artikelen aan de orde.
Brandnetels.
De Pruisisch© minister van: landbouw!
heeft, volgens het „Berl. Tageblatt" aan
alle landraden een roodsdhrrjven gezonden,
waarin hij last geeft, om het inzamelen (van
brandnetels onmiddellijk te organiseert®'.
Daar de invoer van hennep en. katoen (bijna
geheel opgehouden is, moeten allo stoffen
in bet bnnenlanid die voor het spinnen;
geschikt zijn, verzameld worden- Daartoe)
behoort ook de brandnetel, wier^ vestels!
volgens 'n nieuw ontdekt procédé bewerkt
worden. Deskundigen rijn volkomen tevre
den met de resultaten. Daar men ,op (hef
oogenblik brandnetels niet kunstmatig kan
telen, moet men de in bet wild jgroeiendel
oogsten. Ze kunnen in. één seizoen meer
malen, zeker tweemaal, gesneden worden.
Waar zo ©enigszins dicht staan, levert vol
gens de deskundigen een vierkante meter
bij iedere snede drie pond gedroogd© netel
stengels en bijna een jponid netelblarem op,
die weer ©öa voortreffelijk voedermiidel
opleveren. Een hectare zon dus 15.000
kilogram stengels en 4 of 5000 Mlogram
blarela kunnen opleveren. Daar de op
brengst aan vezels ongeveer 8 pOt. van de
droge stengels bedraagt, zou men bij ©en
oogst van 1000 hectaren 1.2 miUioen kilo
gram. vezels kunnen winnen, ejem hoeveel-
COURANT.